gemeentezaken. gemengd nieuws. feuilleton. De Kl uizenaar van Far-End. No 19770 LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 21 Augustus Tweede Blad, Anno I92<^, Eervol ontslag onderwijzend personeel. Bij hun voorstel van 4 Augustus hebben R en W. mededeeling gedaan van hun voor nemen, om na het besluit tot overplaatsing fan hoofden en verder onderwijzend perso neel een voorstel tot ontslag van 2 hoofden pn 10 onderwijzers of onderwijzeressen in te dienen. Inmiddels is door dit College bepaald dat de overplaatsing naar de Plantsoenscho- len van het voor ontslag in aanmerking ko mend personeel op den 25sten dezer zal in gaan, d. i. op den dag, waarop hun voorstel Jot ontslag door den Raad in behandeling zal Worden genomen, zoodat het voor ontslag yoorgedragen onderwijzend personeel opdien Bag reeds aan de op te heffen scholen aan fcet Plantsoen werkzaam is. Thans gevolg ge- yende aan het bovenbedoelde voornemen, ptellen B. en W. voor, met ingang van een nader door hen te bepalen dag, wegens op heffing van hün betrekking eervol ontslag te yerleenen aan: a. den heer A. Wisse, hoofd der o. 1. school san hel Plantsoen A; b. den heer P. G. Hoeks, hoofd der o. 1. school aan het Plant soen B; c. den heer F. L. Th. Moene, onder wijzer aan de o. 1. school aan het Plantsoen 'A; d. den heer J. G. F. van Ewijk, onderwij zer aan de o. 1. school aan het Plantsoen A; e. mevr. A. J. Kooistra-Bink, onderwijzeres aan de o. I. school aan het Plantsoen A; f. mevr. A- A. van Rijkom-Vellekoop, onderwij- rres aan de o. I. school aan het Plantsoen g. mevr. C. E. Magé-van Parreeren, onder wijzeres aan de o. 1. school aan het Plant poen A; h. mevr. E. den Ouden-van Leeuwen onderwijzeres aan de o. 1. school aan het Plantsoen Bi. mevr. M. F. J. Sens-de Vries, (onderwijzeres aan de o, 1. school aan het Plantsoen B; j. mejuffr. M. Prins, onderwij zeres aan de o. 1. school aan het Plantsoen P; k. mej. E. J. C. Bos. onderwijzeres aan de b. 1. school aan het Plantsoen B, 1. mej. M. Jh. J. Reuser, onderwijzeres aan de o. 1. fchool aan het Plantsoen B. [Verlenging van den termijn van ontruiming van onbewoonbaar verklaarde woningen. De ontruiming van de beneden genoemde, bij Raadsbesluiten van 20 Februari 1922, 12 ï'ebr. 1923, 30 Juli 1923 en van 27 Aug. '23, pnbewooobaar verklaarde woningen, moet plaats hebben resp. op: 25 September 1924, JS September 1924, 8 November 1924, 7 September 1924, 3 September 1924, 18 Sopt. Ï924, 1 Oct. 1924, 7 Oct. 1924, 24 Oct. 1924, 6 November 1924 en 3 October 1924. De woningen Van-Dishof No. 6; Ferdinand Wernerspoort Nis 3 en 4; Elisabethspoort No. 4; Gekroonde-Liefdepoort Nis 2, 2bov., 0c en 3bov.; Jan-Potagepoort No. 1; Scha- gcnsleeg No. 18; Oosterpoort No. 3, St.-Ur- sulasteeg Nis 7 en 7a; Caeciliastraat No. 65; Koornhof No. 7; Conscientiepleiri Nis 10 en Volmolengrachl No. 25 en Koolgracht No. 1 zijn ontruimd. Aangezien het den bewoners van bedoelde iog niet ontruimde Woningen tot heden niet mogen gelukken een andere woning te ver rijden, beslaat er aanleiding, om den ter- pijn van ontruiming weder met drie maan den te verlengen. Dc Gezondheidscommissie gaat hier, zij b^t dan ook noode, met mee, vandaar dat B. èn W. daartoe het voorstel aan den Raad Een nieuw keukengebouw voor de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest". Reeds lang baarde de toestand, waarin de keuken voor bovengenoemde gestichten ver leert de Commissie dezer gestichten groote Zorg. Bij de oprichting toch van het krank zinnigengesticht was de keuken ontworpen yoor de voedselbereiding van 377 patiënten fcn ongeveer 40 in wonenden, terwijl de be- yolking thans nagenoeg verdubbeld is. Daarbij komt nog, dat de voor een keu kenbedrijf als dit onmisbare lokalen, zooal9 plagerij, broodkamer, provisiekamer, schil- en spoelkeuken, in hoogst primitieven en daar door in zeer onvoldoenden toestand verkee- fun. Zoo doet, om een voorbeeld te noeinen, een voorportaaltje dienst als slagerij, terwijl Ti achlerportaallje als broodkamer fungeert. Cok de schil- en spoelkeuken missen vol doende ruimte. Het gevolg van een en ander is, dat deze lokalen niet voldoende rem kun nen worden gehouden, zoodat bestendiging van den besfaanden toestand ook uit hygië nisch oogpunt niet wenschelijk is. Toen dan ook het voordien nog nijpender vraagstuk van de huisvesting van het ver plegend personeel door den bouw van het zuster- en broederhuis op gelukkige wijze was opgelost en ook overigens de finan - cieele toestand van het bedrijf zulks toeliet, meende de Commissie niet langer te mogen wachten met het doen van stappen om tot den bouw van een nieuwe keuken te kunnen geraken. Zij verzocht daarom den Directeur van Gemeentewerken in overleg met den Ge neesheer-Directeur een plan daartoe te ont werpen, waarbij werd medegedeeld, dat zij dezen bouw tevens dienstbaar wilde maken aan een betere huisvesting van de dienstbo den, die thans in verschillende dienstgebou wen op onvoldoende wijze zijn ondergebracht en tot heden het bezit van een voldoend ruim eet- en een afzonderlijk recreatiever- trek hebben moeten onlberën, zoodat bij het ontwerpen van de eigenlijke keuken met bij- behoorende lokalen bovendien rekening ware te houden met den bouw van een negental dienstbodenkamertjes en een eet- en recrea tie ver trek. Met het ten slotte door den directeur der Gemeentewerken ingediend plan, aan de totstandkoming waarvan een bezoek van een lid onzer Commissie met de Direcliën der Gestichten en Gemeentewerken aan moderne keukeninrichtingen van eenige ziekenhuizen en krankzinnigengestichten voorafging, kan de Commissie zich volkomen vereenigen. De eigenlijke keuken is een ruimte, groot 8.60 X 14.40 M., waaromheen de volgende vertrekken zijn gegroepeerd: een provisie kamer, een lokaal voor reiniging van vaat werken. een schil- en groentenkeuken, wel ke lokalen rechtstreeks aan de beide korte zijden der eigenlijke keukenruimte aanslui ten, alsmede een door een, 3 M. breeden doorgang van de keukenruimte gescheiden, bijgebouw van twee verdiepingen, bevat tende beneden een broodkamer ,een slagerij, een eetkamer en een recreatievertrek voor dienstboden en boven een negental slaap kamers voor dienstboden, benevens de noo- dige W. C.'s, trap- en gangruimten, enz. De eigenlijke keukenruimte is door een schuine kap overdekt, overigens is alles, ook de doorgang, plat afgedekt. Behalve door flinke lichtramen zal het door het aanbrengen van licht- tevens luchtkappen, waar noodig, voor een behoor lijke verlichting en ventilatie worden zorg gedragen. De kosten van het gebouw, met inbegrip van een waterdichte kelderruimle onder de keuken ter plaatse van de kookkelela, zulks tot berging van leidingen enz. worden, door den Directeur der Gemeentewerken geraamd op rond f 52 000, terwijl de kosten der keu keninstallatie, welker inrichting in het al gemeen is gedacht als op den afzonderlijk bijgevoegden lichtdruk is aangegeven, een bedrag van rond f 20.000 njét te boven zul len gaan. Rekent meii vooralsnog op eèn post van f 6000 voor diverse bijkomende werken (o. m. vpoT het maken van een pl.m. 100 M. lange sloomlëidirig van het be staande ketelhuis naar de keuken) en voor onvoorziene uitgaven, dan zullen de totale stichtin'gskoslen van het keukengebouw derhalve pl.m. f 78.000 bedragen, ongere kend de uitgaven voor inventaris en meu bilair, waarvan echter een groot deel af komstig van de bestaande keuken zal kun nen worden gebruikt. Aangezien de nieuwe keuken bij gebrek aan ruimte niet ter plaatse van de than9 be staande kan worden gebouwd en bovendien de alsdan daar vrijkomende ruimte voor uit breiding van het waschhuis zal moeten wor den gebruikt, zal zij op een ander gedeelte van hel terrein moeten worden opgericht; de doelmatigste plaats daarvoor is de open ruimte, gelegen tusschen het onlangs ge bouwde zuster- en broederhuis en het Man- nenpaviljoen E. De kosten van hét gebouw eh de keukén- installalie kunnen uit de middelen van het afschrijvings- cn vernieuwingsfonds Worden betaald. Op grónd van het bovenstaande geeft de Commissie alsnu B. en W. in overweging den Raad voor te stellen, haar te machti gen tot den bouw van een nieuw keuken- gebouw c.a. op het terréin der Gestichten over te gaan voor de som van f 78.000, te j betalen uit de middelen van het afschrij- vings- en vernieuwingsfonds. B. en W. zich met het bovenstaande ver- eenigend stellen nu den Raad voor tot den bouw te besluiten. Levering van electriciteit door Alphen aan de gemeente Zwammerdam. Ons voorstel van B en W. in zake het verleenen van vergunning aan de gemeente Alphen aan den Rijn (tot het aangaan met de gemeente Zwammerdam van een over eenkomst betreffende £e levering van elec triciteit in laatstgenoemde, gemeente door het electriciteitsbedrijf .'van Alphen £^n den Rijn werd in de vergadering van 14 Juli aangehouden in verband met enkele wijzi gingen, welke de besturen van de gemelde gemeenten alsnog in die overeenkomst had den aangebracht en w?lke van de zijde van Leiden, dat den stroom aan Alphen levert, aan een onderzoek moesten worden onder worpen alvorens de bedoelde vergunning aan Alphen kon worden verleend. Het is B. en W. thóns gebleken, dat te gen deze aanvullingen van de bovenver melde stfoomleverings-overeenkomst geen bedenkingen 'bestaan, zoodat dit college thans voorstelt dat de Raad de overeen komst goedkeurt. Overbrenging van het dienstjaar 1923 op dat van 1924. Bij het sluiten van den dienst 1923 op 30 Juni j.I. zijn op een aantal begrotings posten de daarbij vermelde bedragen onbe taald gebleven, hetzij doordien over de vor deringen nog niet werd öf kon worden be schikt, hetzij omdat de werken waarop die posten betrekking hebben, nog niet waren afgeloopen. Opdat met de geregelde afdoening der verschuldigde betalingen kan worden voort gegaan, moeten deze, ingevolge de admi nistratieve voorschriften, worden overge bracht ten laste van den dienst 1924. Nadat de verschillende posten zijn ge noemd, welke wij hier uit den aard der zaak niet kunnen opnemen, vestigen B. en W., voor zooveel noodig, er nog de aandacht op, dat de hierboven genoemde kapitaals uitgaven en ontvangsten, overeenkomstig de nieuwe begrootings- en rekeningsvoor schriften, moeten worden gebracht ten laste van de hoofdstukken en paragrafen, waarop zij naar haren aard behooren en dat in ver band hiermede het bedrag van f 2257825.65 waarmede dé verzamelpost „Geldleening" is verhoogd eveneens over de correspondee- rende hoofdstukken en paragrafen moet worden onderverdeeld. Voor de vêrdeeling van het nadeelig saldo der buitengewone ontvangsten en uitgaven van den dienst 1923, blijkens de rekening f 2868314 881/» bedragende, over de ver schillende hoofdstukken en paragrafen van den kapitaaldienst van de begrooling voor 1924, zal den Raad binnenkort een afzon derlijke begTootingsregellng ter goedkeuring worden aangeboden. Blijkens het bovenstaande moet bij de beoördeeling van de eindcijfers der rekening over 1923 woTden in acht1 genomen, dat het Voordcelig kassaldo der gewone middelen ten bedrage van f 1.010.426,961/» moet gor den verhoogd met f 627.880,65Va voorhet sluiten van den' dienst 1923 nog te ontvan gen gelden, doch daarentegen met f656.200,231/" moet worden verlaagd, In verband met onbetaald gebleven vorderin gen. Hieruit volgt, dat de gewone dienst van 1923 een voordeelig exploitatie-saldo van f 1.010.426,961/. f 627.880.651/. f556.200,231/, f 1.082.107.381/. heeft op geleverd. Zooals B. en W. echter reeds mededeel den in hun rapport op de gemeenterekening over 1923 bij de toelichting van de hoogere ontvangst op volgn. 22b „Schoolgelden voor bijzonder' lager onderwijs", zal de over 1923 aan de bijzondere scholen verschul digde vergoeding, bedoeld in art. 101 dei- Lager Onderwijswet 1920, belangrijk hoo- ger zijn, dan hèt ingevolge art. 103, 3de lid dier wet op voorschot uitgekeerde bedrag van f66.870. Aangezien nü ingevolge de nieuwe be grootings- en rekeningsvoorschriften het geen over 1923 te weiriig i% betaald., za! worden opgetèld bij het 'ovei* 1924 te ver stekken voorschot, is het bijna zeker, dat de hiervoor op de volgnrs. 284 (bijzonder L. O.) en 300 (bijzonder U. L. O.) uitgetrok ken sommen van respectievelijk f71.995 en f5800 ontoereikend zullen blijken, weshalve B. en W>jroorstellen een bedrag van f 20.000 van het batig saldo te bestemmen ter ver hooging van den post voor „Onvoorziene Uitgaven", welk bedrag moet worden ge reserveerd, 'ten einde zoo noodig te dienen tot dekking van de betrekkelijke hoogere uit gaaf. Indien de Raad dienovereenkomstig besluit, zal dus het exploitatiesaldo van den dienst 1923 met f 20.000 worden ver minderd en worden gebracht op f 1.062.107,387». Zöoals voorts bekend is, kon de gemeen- tebegrooting voor 1924 bij haar vaststelling slechts sluitende worden gemaakt door te beschikken over een gedeelte ad f297.708 van het te verwachten batig saldo van den dienst 1923. De opbrengst van de plaatselijke inkom stenbelasting werd toen geraamd op f 2 mil- lioen. Intusschen stonden B. en W. in hun voorstel van 28 April 1924 tot vaststelling van het vermenigvuldigingscijfer voor het belastingjaar 1924/25 reeds aan, dat bij vaststelling van dat cijfer op 1 vermoedelijk aan inkomstenbelasting f 2.148.478, dus f 148.478 méér, zou worden ontvangen. Zij geven daarom in overweging om vaa het batig saldo van den dienst 1923 in plaats van f 297 708 slechts f 149.230, dus f 148.478 minder, ten bate van de begroo ling voor 1924 te bestemmen. Van het exploitatie-saldo van den dienst 1923 kan dan f 1.062.107,381/, f 149,230 f 912.877,381/, ten bate van de gemeente- begrooting voor 1925 worden gebracht. In verband met een en ander moet volgn. 2 der begrooting voor 1924 „Gedeelte van het (vermoedelijk) batig slot van den go- wonen dienst van het dienstjaar 1923" wor den gebracht van f 297.708 op f 149.230 en volgn. 424 „Belasting naar het inkomen" van f2.000.000 op f2.148.478. Ten einde het verschil ad f71.680,42 (f627.880,651/, f556.200,231/,) tusschen dc nog te ontvangen en de nog uit te geven gelden, het dienstjaar 1923 betreffende, na vermindering met de te reserveeren som van f20.000, nog f61.680,42 bedragende, ten bate van het dienstjaar 1925 te kunnen brengen, stellen B. en W. voor een nieuw volgnummer „Uitkeering aan den dienst 1925 van een gedeelte der na het sluiten van den dienst 1923 ontvangen gelden, dat diensljaar betreffende" aan de begrooting voor 1924 toe te voegen. Zij geven den Raad alsnu in overweging te besluiten tot vaststelling van den hierbij overgelegden suppleloiren begrootingsslaat, dienst 1924. Gisteravond hebben in- brokers zich tóegang verschaft tot het be nedenhuis van perceel 2de Helmersstraat 106, te Amsterdam, dat onbewoond staat. Wellicht hadden de heeren het gemunt op een nevenstaande woning en wilden zij door den tuin van. het leegslaande huis over de schutting klimmen. Nadat zij de leeg staande woning waren binnengeslopen, slo-, ten zij de straatdeur met de grendels af, om niet te worden gestoord. Zij wisten echter waarschijnlijk niet, dat boven hun operatie- terrein de waarnemend hoofdcommissaris van politie, de heer G. van Asperen woonde. Deze hoorde beneden gestommel en toen hij bemerkte, dat de knippen van de deur van de ledige woning knarsten, begreep hij da delijk, dat er iets niet in den haak was. Hij liet echler niets aan de inbrekers merken, maar waarschuwde telefonisch het bureau Lcidscheplein en de bereden politiebrigade. Een groot aantal agenten te voet en te paard was spoedig te plaatse. Posten stelden zich voor de deur en andere politiemannen be gaven zich door de woning van de buren naar den tuin. Van daar uil werd de aanval begonnen. De inbrekers, die zagen, dat zij aan de tuinzijde werden belegerd, poogden door de voordeur te ontsnappen. Zij slaag den daarin niet, maar liepen pardoes in de armen van eenige agenten, die de heeren, het waren er twee, overbrachten naar het bureau van de bereden brigade en later naar het Leidscheplein. Bij fouilleering bleken zij in het bezit van inbrekerswerktuigen. In de Helrpersstraat was er in den laten avond groote belangstelling van het publiek. In een gi stermiddag tV Amsterdam gehouden vergadering van de broodbakkersvereeniging „De Voorzorg", de Locale Vereeniging van Werkgevers in het Bakkersbedrijf, de R.-K. Bakkersvereeni- ging „St.-Clemen9" en de Joodsche Werk geversvereniging in het Bakkersbedrijf is met 97 tegen 10 stemmen besloten met in gang van Maandag 25 Augustus a.s. de broodprijs, zoowel voor het wittebrood als bruinbrood te verhoogen met 2 cents. De algemeene ledenverga dering der Ned. Vor. ,,De Rijwiel- en Auto mobiel Industrie" besloot, in het begin van 1925, wederom een tentoonstelling te Am sterdam te doen organiseeren. In verband met de gevoelde behoefte naar meer plaats ruimte, werd besloten het bekende R. A. I.-gebouw aanzienlijk te vergrooten; de bestaande tentoonstellings zaal zal, behoudens goedkeuring van B. en W. van Amsterdam, met 1000 M2 vergroot worden en dus, na uitbreiding een opper vlak van 10.000 M2. beslaan. De bijgebou wen zullen mede een uitbreiding ondergaan o.a. zal bet restaurant, dat bij de oude si tuatie reeds te klein bleek, verdubbeld wor den. De verbouwing zal geschieden onder leiding van de Amsterdamsche architecten Heineke en Kuipers. Tijdens het onweer van Woens- dagochtend, zijn te Castricum twee menschen, die uitgingen om te melken, door den bliksem gedoof Te Heemskerk is een hit van I. S. door het hemelvuur gedood. Omtrent de aanleiding tot den doodslag op de machinefabriek en scheepswerf van P. Smit Jr., aan den Kreêk- wog, te Rotterdam gepleegd door den fa brieksarbeider J. J. v. Z. op zijn kameraad A. C., meldt men nog, dat politieke harts tochten in bet spel zijn geweest. A. O. wilde een luisterrijke viering van den op handen Koninginnedag verzekeren door een inzameling van gelden on J. J. v. Z. heeft niet na kunnen laten afwijkenden inzichten met oen stuk hout kracht bij te zotten. Met het wel niet bedoelde gevolg, dat O. het leven eD v. Z zijn vrijheid heeft ingeboet. Inzake de verduistering bij het bijkantoor der Boazbank te Zeist, ver neemt het ,,U D." nog, dat van vele zijden reeds geruimen tijd geklaagd is over het slordige adminstratieve beheer der Bank. Verschillende deposito-houders, die hun de biteuren aanschreven om geld, kregen ten antwoord, dat dit reeds geruimen tijd te voren aan de Boazbank afgedragen was. Terwijl deze eerst na herbaalde aanmanin gen daarvan officieel mededeeling deed. Er zijn pogingen gedaan de tekorten, ont staan door de verduisteringen, gepleegd door den kantoorbediende, te dekken. Het voorloopig onderzoek heeft evenwel uitge wezen, dat biervan geen sprake ishet U zeer waarschijnlijk, dat slechte enkele dui zenden guldens terecht zullen komen. Het overige is voor het grootste gedeelte door diens schoonvader verbruikt Het onderzoek wordt voortgezet. In de eerste plaats wordt getracht na te gaan hoe groot het bedrag is, dat de bediende heeft ontvreemd. Ver moedelijk zal, door de wijze, waarop deze te werk gegaan is, hiervoor wel een lang durig accountantsonderzoek noodig zijn. De directie van de Kon. Ver- eenigde Tap ij tf abrieken te Deventer heeft aangekondigd, de arbeidsweek te zullen verlengen van 48 tot 56 uren. „,M ijn man heeft geen en kele slechte gewoonte," pochte een vrouw. „Hij drinkt niet, gaat niet uit en i9 zeer goed voor mij." „Rookt hij ook niet?" vroeg eën vriendin. „Zeer zelden. Alleen na een lekkeren maaltijd rookt hij een sigaar. Maar ik ge loof niet, dat hii meer dan twee sigaren per maand rookt." BUITENLANDSCH GEMENGD De aantrekkingskracht van de Rijksten- toonstelling te Wembley, aldus meldt de Engelsche draadlooze dienst, is ongetwij- door MARGARET PEDLER. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. 8) Met een loom gevoel van moeheid ging zij de trap op naar haar eigen kamer. Zij trok een lagen sloel bij den haard en staar de afgetrokken in het vuur. Feitelijk was zij nu alleen op de wereld. Zelfs majoor Durward, die zoo echt harte lijk tegen haar was geweest, was door geen andere banden aan haar gebonden, dan die hijzelf met zijn vriendelijke gevoelens ge legd had. Ja, hij was wel Patricks neef, maar Patrick was, hoewel hij haar geheele wereld had gemaakt, geen bloedverwant van Sara geweest. Haar hart vulde zich plotseling met een gevoel van groote dankbaarheid jegens den man, die zijn taak van beschermer zoo vol komen had vervuld, en zij keek met een blik van dToef verlangen naar het groote portret van hem dat op den schoorsteen mantel stond Tegen de lijst stond een vierkante witte enveloppe, waarop geschreven was- Te ge ven aan mijn pupil Sara Tennant, na nu-ii flood. De notaris had haar die don vorig-n ;dag gegeven, na het lezen van het lesla- .ment; maar haar tijd en aandacht war-n zoo voortdurend in beslag genomen geweest floor alle familieleden, die tijdelijk het huis 'dat zii den ^ief ter zijde had ge- 'tëgd, om (Hen te lezen, wanneer eij alleen *>u zMn. Het gezicht van het bekende handschrift bracht haar de tranen in de oogen en zij aarzelde ever. vóór zij de gezegelde enve loppe opende. Het was vreemd te denken, dat daar nu een boodschap van Patrick zelfs voor haar was, maar dat, wat de enveloppe ook mocht bevatten, -zij geen antwoord meer er op zou kunnen geven. Het besef hiervan scheen den afstand tusschen hem en haar zoo heel groot te maken, en een tijdlang schreide zij zacht. Zij voelde zich diép Ongelukkig en eenzaam. Toeu veegde zij vastberaden de tranen af en sneed de enveloppe open. Deze bevatte een half velletje papier, gevouwen om een kleinen, ouderwelschen sleutel, en builen op stond: Sleutel van het Chippendale- bureau. Dat was alles. Een oogenblik begreep zij het niet. Toen herinnerde zij zich, dat tot de dingen, die Patrick haar persoonlijk had nagelaten, ook behoorde het kleine mahoniehouten bureau, dat bij het raam in zijn slaapkamer stond. Zij was toen niet op de gedachte gekomen, dat de inhoud voor haar van belang kon zijn; eigenlijk had zij verondersteld, dat het leeg was. Maar nu begreep zij, dat er blijk baar iels Ln was, dat voor Patrick veel waarde had, aangezien hij den sleutel zoo zorgvuldig had bewaard en haar dien op de meest betrouwbare wijze door zijn notaris had laten ter hand stellen. Bijna blij over iets, dat haar kon helpen haar gedachten te vervullen, besloot zij da delijk den inhoud van het bureau te gaan onderzoeken en dus ging zij naar Patricks slaapkamer. Op den drempel bleef zij staan. Haar hart kromp pijnlijk ineen, toen het gezicht van (He keurig geordende kamer, waar geen spoor van gebruikt-zijn nleer te vinden was, haar plotseling 'weer te binnen bracht, dat de vroegere eigenaar die nu verder niet meer noodig zou hébben. Alles in huis scheen haar verdriet weer op le wekken, ieder hoekje, dat nu anders was en dat zij natuurlijk vergeleek met het oude de rolstoel, die nu ledig in een van de portalen stond, de tabaksdoos op den schoorsteenmantel, de pot heliotroop Patricks geliefkoosde bloem die de biblio theek met zoeten geur vervulde. En nu weer zijn kamer, leeg, schoonge maakt, en gemeubeld als een van de andere logeerkamers 'in bet huis Sara vatte moed en dwong zich binnen te gaan. Zij liep de kamer door naar het raam, trok een stoel naar het Chippendale-bureau en sloot het open. Toen' trok zij de beide steunlatten uil, en klapte het glimrtiende mahoniehouten blad neer, dat als schrijf tafel diende. Even was zij zich een gevoel van bewondering bewust voor het fijn- generfde hout en voor het zachte „aanvoe len" van de oude koperen handvaten, die door langdurig gebruik ^gesleten waren; toen werd geheel haar aandacht in beslag genomen door de drie diri&en, die den eeni- gen inhoud van den lesseöanr vormden; een pak brieven, met gele vtfekken van ouder dom, samengebonden met een breed, zwart lint, een fluweelen juweliersdoosje met .ver gulde letters er op en een enveloppe aan haarzelf gericht in Patricks handschrift. Heel voorzichtig, met dien teederen eer bied, dien wij toonen voor de kleinigheden, die ann onze dooden toebehoord hebben, nam Sara de dingen bijeen en ging er mee naar haar eigen zitkamer. Zij voelde, dat zij ze niet kon bekijken in die vreemd-leege, levenloos? kamer, waar Patrick altiid gp- weest was; de vreeselijke, kille stilte d&étr scheen haar hart pijn te doen. Zij legde het juweliersdoosje en het pok brieven op zij en opende de enveloppe met haar naam. Daarin bevond zich een vel pa pier, geschreven in Patricks klein, karak teristiek handschrift. Onwillekeurig drukte zij het tegen de lip pen, en begon, achterover geleund in haar stoel, te lezene?n uitdrukking van gespan nen belangstelling kwam op haar gelaat, toen zij zich in den inhoud verdiepte.-Eén keer glimlachte zij, en meermalen kwam een plotselinge stroom van tranen de dicht beschreven regels vóór haar bevlekken. „Wanneer je dezen brief krijgt, kleintje," luidde de brief, „dan heb ik met deze wereld afgedaan Behalve, dat 't beleekenl jou te verlaten, lieveling, ben ik blij heen le gaan, want ik ben een vermoeid man. Wann?cr het dus zoo ver is, moet je trachten mij mijn „groot verlof" niet te misgunnen. Maar er zijn verschillende dingen, die je moet weten en die ik wil, dai je weet, en toch heb ik er mezelf nooit toe kunnen brengen je er over te spreken. Die dingen vertellen beleckende graven in het verleden en dikwijls is er in een uitgebrand vuur nog een gloeiende vonk, die in slaat is dengonc, die de asch omvoelt, de vingers le verbranden. Eeriijk gezegd, ik durfde het niet aan. Maar nu is de tijd gekomen, dat ik het niet langer kan uitstellen. „Mijn beste kind, heb je je ooit verwon derd, waarom ik zooveel van je hield, waar om je mij zoo na aan 't hart stond? Ik plaagde je altijd en zei. dat het wa9 omdat wij geen familie van elkaar waren, is het niet? Wanneer je werkelijk mijn nichtje was geweest, dan zou eerbied (van jouw kant natuurlijk, voor je ouden oom) en de slag boom van een heele generatie verschil tus schen ons, ons op mijlen afstand van elkaar hebben gehouden Maar zoo iets is er nooit tusschen ons geweest, hè? Ik heb je er van langs gegeven, als het noodig was, dat we^t ik; maar we waren altijd kameraden. En voor mij was je iets meer dan een kameraad, itts bijna li' ïligs en altijd aantrekkelijks, h^t kind van le vrouw, die ik liefhad. „Wart wij zcuaen getrouwd zijn geweest, Sara, je moeder en ik, wanneer ik niet arm was geweest. We waren verloofd; maar in dien tijd was ik maar een jongere zoon, met het magere erfdeel van een jongeren zoon; het vooruitzicht, dat ik ooit erfgenaam van Barrow zou worden, scheen wel het meest onwaarschijnlijke van alle gebeurlijkheden. En Pauline Malincourt, je moeder, had altijd geleerd dat de gedachte aan een leven met beperkte middelen te verafschuwen; men had haar gewend haar schoonheid en af - komst te beschouwen als verkoopbare goe deren, die aan den hoogslen bieder zouden worden toegewezen. Want hoewel haar ouders van een edel, oud geslacht waren er is geen edeler bloed in Engeland dan het ras van de Malincourls waren zij in groot geldgebrek. Zóó zelfs, dat, toen zij stierven tengevolge van een ongeluk met een rijtuig, een fcft Paulines huwelijk, zij niets nalieten dan schulden, die je vader betaalde. „Over je vader, den millionnair Caleb Ten nant, wil ik niets schrijven, aangezien je toch zijn dochter bont. Ik kan volstaan met te zeggen, dat hij een harde man was, cn dat je moeder en hij een heel ongelukkig le ven samen leidden, zóó ongelukkig, dat zij hem ten laatste verliet; zij wilde liever in de grootste armoede leven dan bij hem te blij- i ven. fervolfld).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5