R.H.W. Limonades
bustenlandsch gemengd.
kunst en letteren.
uit de rijnstreek
uit de omstreken.
feuilleton.
De Kl
uizenaar van
Far-End.
No. 19763
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 13 Augustus
Tweede Blad.
Anno 1924.
Gisteren is het internatinoaal bakkerij-
pongres te Brussel geopend in een van de
gebouwen van het Jubelpark, waar ook de
internationale bakkerijtentoonstelling ge
houden wordt. Verschillende buitenlandsche
afgevaardigden hebben het woord gevoerd,
9,w. ook twee Nederlandsche afgevaardig
den. De congressisten zijn op het stadhuis
ontvangen.
Te Verviers is een wolspinnerij uitge
brand. Men schat de schade op ongeveer
§en millioen frank. Tal van werklieden zijn
|ot werkloosheid gedoemd.
Bij Sciüerstein aan den Rijn is een auto-
jnöbiel met vier inzittenden in razenden
yaart tegen een boom gereden en omgesla
gen. Van de inzittenden heeft een jong
pieisje den nek gebroken. Zij was terstond
dood; twee hecren zijn levensgevaarlijk
■gewond.
Het Fransche stadje Agen is in opschud
ding gebracht door de arrestatie van een
arts en zijn vrouw. De vrouw van dr. Ga
loup was reeds eenige weken geleden gear
resteerd wegens het plegen van verschil
lende kleine diefstallen; zij was echter weer
op vrije voeten gesteld, hangende het on
derzoek. Bij de huiszoeking nu waren er
geer zonderlinge dingen aan het licht ge
komen. Dr. Galoup ging namelijk door voor
den vader van vier kinderen maar nu bleek
dat dit viertal noch van hem noch van zijn
yrouw was, maar van cliënten, die hij bij
de bevalling had bijgestaan. Twee dier kin
deren waren zelfs als een tweeling van
madame Galoup bij den burgerlijken stand
aangegeven terwijl het eene een paar maan
den ouder was dan het andere. De al te
dienstvaardige dokter en zijn echtgenoote
gijn in hechtenis genomen.
Een ingenieur, die te Versailles woonde„
fa gisteravond in een compartiment eerste
klasse van den trein Parijs-Versailles ver
moord, meldt de „Tel.". De misdaad werd
eerst tegen middernacht ongeveer ontdekt,
toen de machinist den wagen doorzocht.
Zijn aandacht werd getrokken door dat van
een der coupé's het portier openstond. Hij
Stelde een nader onderzoek in en stootte
tegen het lichaam van 'n man, die tusschen
de banken lag. Twee spoorwegemployé's
droegen daarop den klaarblijkelijk zwaar
gewonde naar een der wachtkamers. Daar
werd ontdekt, dat hij een zware wond in de
borst had, waaruit bloed vloeide. Toen de
gewonde een oogenblik tot zich zelf kwam,
kon hij zeggen: „Aangevallen door twee
donkergelinte individuen en bestolen". On
middellijk daarop stierf hij.
Uit zijn papieren bleek, dat de vermoorde
'Armand Dutfoy heet, 45 jaar oud is, ge
trouwd en vader van twee kinderen, inge
nieur van beroep, geboren te Moskou en
woonachtig te Versailles. Hij was te Parijs
m dienst van een levensverzekeringmaat
schappij en reisde geregeld tusschen Parijs
«n zijn woonplaats voor zaken heen en
weer. Op den avond van den moord, moet
hij ongeveer 1000 francs bij zich hebben
gehad. Dat geld hebben de moordenaars, die
Zich bedienden van een zeer scherpen drie-
kantigen dolk, hem ontstolen, benevens zijn
gouden horloge. Een onderzoek is ingesteld
doch dit heeft tot dusver nog niet tot een
resultaat geleid.
De wond in de borst was 18 c.M. diep.
Met den kreet „Vive la France" stierf
'gietermorgen Vacquier op bet schavot In de
gevangenis van de Zuid-Londonscho ge
meente Wandsworth.
Zooals bekend, werd deze Franschman
ter dood veroordeeld wegens moedwillige
.vergiftiging van een Engelsch café-houder
met wiens vrouw hij omging. Hij bleef ech
ter zijn onschuld tot 't einde toe volhouden.
In afwachting van zijn ter dood veroor-
'deeling, nacht en dag door twee man be
waakt, was hij de laatste dagen zeer on-
nistig, vooral Maandagavond toen hij aan
houdend riep: „Mon Dieu, que cela ne sera
pasl" aldus de „Times". Hij maakte zich
dermate overstuur, dat de gevangenisdokter
hem een slaapdrank moest geven. Gedu
rende eenigen tijd daarna lag hij op zijn
bed te weenen en werd eindelijk door den
slaap overmand. Tijdens zijn slaap werden
zijn eigen kleeren naast zijn bed gelegd en
toen hem gistermorgen bij zijn ontwaken
verzocht werd deze in plaats van de gevan-
geniskleeding aan te trekken, scheen hij
een oogenblik te denken, dat hem het scha
vot zou worden bespaard. Hij begreep ech
ter wat hem wachtte, toen hij geen boord
bij zijn kleeren vond.
Tijdens het aankleeden herhaalde hij
weer, onschuldig te zijnEen roomsch
-katholiek priester hield hem een crucifix
voor, dat Vacquier even kuste. Daarop ver
schenen in zijn cel de cipier met twee ma
gistraten, vergezeld van den beul en diens
beide assistenten, die ongemerkt voor den
veroordeelde het schavot hadden opgesla
gen. Terwijl hem de armen op den rug
werden gebonden beefde hij en betuigde hij
nogmaals zijn onschuld.
Slechts een paar schreden buiten de cel
stond het schavot opgesteld. Snel werd hem
de witte muts over het hoofd geworpen en
de strop om den hals gedaan. De beul trok
een bout weg, waarop het valluik neer viel.
Een halve minuut na het verlaten van zijn
cel was Vacquier dood
Justin Godart, de Fransche minister van
arbeid en hygiëne in het kabinet Herriot,
verontrust zich over het lot van de Parij-
sche voddenrapers, die, naar zijn meening,
op een al te ongezonde wijze gehuisvest
zijn. Maar de voddenrapers zijn niet min
der verontrust over het bezoek, dat de mi
nister hun gebracht heeft en over de her
vormingen, waarover hij, als Hercules in
in de stallen van Augias, heeft loopen pein
zen toen hij door de achterbuurten van
Saint-Quen dwaalde. Want de voddenrapers
wonen voor het meerendeel bijeen te Saint-
_Quen. dat, hoewel een afzonderlijke ge
meente, als een voorstad van Parijs be
schouwd kan worden. Een redacteur van
de „Temps" heeft aan de voddenrapers te
St. Quen een bezoek gebracht en vertelt
van dat bezoek in zijn blad. Wij ontleenen
het volgende aan zijn relaas.
Er zijn te Parijs niet minder dan 60.000
voddenrapers, volgens de schatting van hun
vakvereeniging. De helft woont in vervallen
krotten rond de vuilverbrandingsinrichtin
gen te Ivry, te Romainville, Issy-les-Mou-
lineaux. Er wonen er ook te Parijs, in hoofd
zaak in het 20e arrondissement, op de but-
tes Chaumont. De 25.000 anderen wonen te
Glichy, op de vlakte van Malassis en te
St. Quen, dat de hoofdstad is geworden van
het voddenrapers-volkje en den bijnaam
heeft gekregen van Biffinville. Te St. Quen
wonen do voddenrapers in omstandigheden,
die aan den minister van arbeid eh hygiëne
als zeer ongezond waren opgegeven. De
buurt, waarin zij wonen wordt „Marokko"
genoemd en het middelpunt daarvan is de
Touzet-steeg.
De voddenrapers zijn niets gesteld
op de vreemdelingen, die hen komen opzoe
ken nadat minister Godart het voorbeeld
heeft gegeven. Zijn ze dan niet dankbaar
voor diens belangstelling I Jawel, maar ze
zeggen,, niet zonder logika, dat een Vuil vak
in eèn vuil krot thuis hoort. Sommigen,
wier eigenliefde zich verzet, zeggen, dat
hun beroep niet vuil is en dat ze volstrekt
niet In krotten leven. „Kijkt u maar, zeg
gen ze, de Touzetsleeg is breed en luchtig;
helder water loopt voortdurend door de dat
goot, de zon kan er binnen komen en ln
onze kleine huisjes komt lucht binnen."
Het is waar, dat inen èèrst op den hoek
van de Arago-straat, tegenover de wijn
kroeg, waarvan de zaal altijd vol is, drie of
vier huizen van één verdieping siet; met een
voldoend aantal kamers voor groote gezin
nen. Het Is ook waar, dat niet minder tal
rijke gezinnen want Malthus heeft nooit
bekeerlingen gemaakt onder de bewoners
van Biffinville in nauwe, lage krotten
huizen; maar ouden en jongen maken het
uitstekend. De kinderen hebben blozende
wangen en er schijnt er In twintig jaar
maar een aan ti.c. gestorven te zijn:
„'t was de zoon van een dronkaard", zeg
gen de moeders. Wij drinken allemaal als
sponzen, voegen ze eraan toe, maar aan den
drank zijn we niet. Dat ls een kwestie van
ras: van vader op zoon, van moeder op
dochter zijn we aan wijn gewend, zooals
we er aan gewend zijn hier te leven. Als ze
onze kinderen naar Parijs of naar buiten
brachten, zouden ze er doodgaan. Enkelen
van de menscben hier hebben maar één
idee: sparen om een villaatje te bouwen te
Gennevillier8. Maar die het gedaan hebben,
hebben er allemaal spijt Van gehad: ze ver
velen zich en ze voelen zich minder ge
zond. Waarom dan sparen? We zouden ons
veel moeten ontzeggen om te sparen, daar
om leven we. dan ook maar van den eenen
dag op den anderen. De ouwe menschen?
Die hebben kinderen om hen te helpen. En
bovendien ,als we niet meer kunnen wer
ken, dan is de dood niet ver meer af. Er
zijn heel wat ouwe merjschen onder ons en
bijna allen hébben nog genoeg fut om een
daggeld te maken. Wij "kunnen het heusch
wel zonder „hygiëne" dóen.
Op dit oogenblik drong een groote' jonge
kerel den kring binnen. „Hygiëne, maar die
hebben we net zooveel als de rijken, 't Is
niet altijd fraai wat we in hun vuilnisbak
ken vinden. Ik neem alleen maar wat zin
delijk is. Kom maar kijken." Hij duwt de
deur van zijn winkel open en keert de rug-
korf om, die hij 's ochtends heeft ihuis ge
bracht. Hij i rangschikt de leege flesschen,
sorteert de lorren, soort bij soort, grove en
fijnere, stukken tapijt, linnen; verder de
lorren, die gedroogd moeten worden voor
hij ze aan de leveranciers van papierfabrie
ken kan verkoopen. Dan de leege blikken,
waarvan hij soldeer maakt. „Is dit soms
vuil?" Hij krabbelt op zijn hoofd en gaat
voort: „Maar, er zijn ook nog wel andere
dingen". Hij aarzelt even en licht dan het
deksel van een vuilnisbak af, waaruit een
afschuwelijke stank opwalmt en traag
zoemt, een zwerm bleeke vliegen op, ver
suft na de smulpartij. „Dat zijn beenen,
vervolgt de man. Goed voor mest. Ze maken
er ook mooie dingen van. Nee, er gaat niks
verloreip. Je ziet wel, dat ik ze niet in mijn
„slaapkamer" berg en langer dan twee da
gen houd ik ze ook nooit. Wees maar niet
bang, van die vliegen zal je waarachtig de
pest niet krijgen. Wij kennen geen ziektes".
Terwijl hij dat zeide, stopte er een auto,
gevolgd door een schaar schreeuwende kin
deren, voor een armelijk huisje in de Tou
zet-steeg. „De dokterl" werd er gefluisterd.
Maar de voddenraper zeide: „Die ouwe'
gekkin: ze is niks zieker dan ik ben en ze
zal zich nog naar de andere wereld helpen
met al die pillen. Ze dee beter een ankertje
te drinken!"
In 1917 werd Pierre Lenoir, een van de
défaitisten, door Clemenceau en diens on
der-minister van militaire justitie Ignace,
vervolgd, te Vincennes gefusilleerd. Thans
hebben de autoriteiten de safe van Lenoir
bij het Credit Lyonnais, welke sinds '17 ver
zegeld was, geopend. De zich daarin be
vindende gelden, 85.000 frs. In biljetten van
1000 frs. en 50.000 frs. in wissels, werden
verbeurd verklaard, omdat zij verondersteld
werden, afkomstig te zijn van een vijande
lijke mogendheid.
Te Duisburg zijn twee valsche munters
gearresteerd, mannen, die geruimentijd
geheel Oost-Friesland en het overige Wcst-
Dultschland onveilig maakten en zoowel
valsch bankpapier als banderoles bij kolos
sale hoevpplhedon nan den -man wleton to
brengen. De werkplaats te Duisburg werd
door een toeval ontdekt. Ook te Hamborn
zijn twee personen, die valsche munt hacU
den gewisseld, gearresteerd.
Aan de Canadeesch-Amerikaansche grens
wordt zoo sterk gesmokkeld, dat de Cana-
deesche regeering de douane aanzienlijk
heeft versterkt en op de groote wegen ijze
ren poorten heeft opgericht om de smokke
laars te verhinderen met hun Bnelle auto's
de grens over te snorren.
RECLAME.
Overal verkrijgbaar. 9230
LET OP HANDELSMERK R. H. W.
J. VAN LEEMPTTTTB. f
Te Antwerpen is de beroemde schilder J.
van Leemputten in den ouderdom van 90
jaar overleden. Hij was een leerling van
Karei .Verlat.
Alphen. Spelende geraakte gisteren heb
zoontje van H. B. bij de Rijnkade te water.
Een sohipper, die daar passeerde- sprong
te water en mocht het gelukken den drien-
keling op het droge te brengen. Het ventje
was geheel bewusteloos. De inmiddels ge
roepen dr. De Gr. was Bpoedig ter plaatse
en kon met verschillende middelen de leven»
geesten opwekken.
Bodegraven. Te Rotterdam is geslaagd
voor het examen nuttige handwerken mej.
E. F. Vollmer alhier.
Hazerswoude. Van de lichting 1926 zijn
voor goed vrijgesteld voor de Nat. Militie
B. van der Haas, J. J. de Jong, H. de Kort,
M. J. Matze, P. J. A. Smits, J. van Tilburg
en J, J. van Vliet, terwijl voorloopig zijn
vrijgesteld, M. van Aalst, J. Hoogendoorn
A. van Luyk, A. A. Ruitenburg, A. L.
Straathof, J. van Veen en J. P. J. Voete.
De Chr. Meisjesvereeniging aan den
Rijndijk heeft per trein een uitstapje ge
maakt naar Arnhem, alwaar van de prach
tige omgeving naar hartelust is genoten.
Het gezelschap keerde eerst laat hoogst vol
daan huiswaarts.
Burger 1. Stand. BevallenC. A.
Rodenburg- geb. van der Meij z.A'. van
Gorkum, geb. Verheul z.
Ondertrouwd: M. Marseille jm. 23 jaar
en H. H. Bruggeman jd. 20 jaar.
Getrouwd: J. Matze jm. 25 jaar en N, van'
Diggele jd. 23 jaar.
Waddingsveen. De cólecte in de Gér.
Kerk voor den bouw der nieuwe kerk heeft
opgebracht f 121,15.
Aan het postkantoor, alhier, werd ge
durende Juli ingelegd f 2874,15 en terugbe
taald f 1988,50. Het laatste uitgegeven boek
je door dit kantoor draagt het nummer 3240
De landbouwer v. L. aan het Jaagpad
alhier, had het ongeluk, dat zijA 6-jarig zoon
tje te water geraakte en jammerlijk verdronk
Aan de gehouden veiling waren aange
voerd: 4891 kippeneieren, 68 eendeneieren
en 6 hanen. Prijzen voor kipeieren f 6.60
tot f 7.20, eendeneieren f 6.60 de 100 stuks,
hanen f 0.20 per stuk. Handel vlug.
Zwammerdam. Voor de vervulling der
vacante bebreklng van hoofd der O.L.
School no. 1, alhier, is de volgende voor
dracht opgemaakt: de heeren: L. van
Groningen, te Schoonhoven, Q. van den,
Beidt, te Boskoop, en K. J. van Ós, te Aioe-
rongen,
In de eerstvolgende Raadsvergadering
zal de benoeming plaats hebben.
De burgemeester is van zijn verlof'
buiten de gemeente alhier teruggekeerd on
heeft zijn ambtsbezigheden hervat.
Haarlemmermeer. Dinsdagnacht heb
ben bloeddorstige bonden in hot land van
den landbouwer v. S., aan den Slofenveg al
hier, oen ware slachting onder de sChapin
gehouden, Niet mfnder dan'vijf schapen
werden 's morgens verscheurd ln de weide
gevonden.
Tof hboid van do R.-K, St.-Joseph-
echool te Hoofddorp le benoemd mej. M,
Ruijtor, te Terheijden.
22 September a s. zal het 25 jaren gele
den zijn, dat J. W. Wallbrink aan den
Akerdijk alhier in dienst van den Haarlem
mermeerpolder als stoker aan het stoom
gemaal de Lijnden in functie trad. Wall
brink heeft zich in al diio jaren steeds door
ijver en trouws plichtsbetrachting het in
hem gestelde vertrouwen weten waardig te
maken( zooiat deze dag voor den geachlen
jubilaris voorzeker niet onopgemerkt zal
voorbijgaan.
Naar wij vernemen, gaat de autobus-
Onderneming „De Tijd", alhier, weer een
nieuwen dienst openen van Nieuwvennep,
langs den Hillegommerdijk over Bennebroek
naar Haarlem. De eerste rit zal reeds a.3.
Zaterdag plaats hebben.
Maandagavond wilde nabij Aalsmeer
alhier de bestuurder van een auto (z.g.
cyclonette) den oprit van den Ringdijk afrij
den. Vermoedelijk doordien hij zijn draai
wat te groot had genomen, sloeg de auto om.
Do inzittenden werden er eenige meters ver
uitgeslingerd en liepen eenige verwondingen
op. Na verbonden en van den schrik beko
men te zijn, kon de reis worden voortgezet,
Een in woeste vaart passeerende luxe
auto is alhier met zooveel kracht gereden
tegen het bruggehoofd, hetwelk de verbin
ding vormt tusschen de brug over de Hootd-
vaart aan den Lisserweg en de brug ovoc
den Lissertocht, dat dit nagenoeg geheet
werd vernield en in het water terecht
kwam. Zells het ijzerwerk en de hardslee-
nen neuten bleken niet tegen zoo'n gewel
dige botsing bestand le zijn. De vaart van
den auto werd door den hevigen schok direct
gebroken, maar was toch nog zoo sterk, dat
het motorrijtuig over hel overgebleven ge
deelte van het bruggenhoofd heenvloog en
ten slotte op den bak bleef hangen vlak bo.
ven het water. Het mag een wonder heetcn,
dat de inzittenden er ongedeerd afkwamen.
Direct werden met takels de noodige voor
zorgsmaatregelen genomen, dat de auto niet
kon vallen. Nadat het motorrijtuig met ver
eende krachten weer op den beganen grond
was gebracht, bleek het wel ernstig bescha
digd, maar toch nog bruikbaar le zijn om de
reis te kunnen voortzetten.
Hillegom. Men schrijft ons: Het voor
stel om f 1000 subsidie te geven aan de
Bloemententoonstelling te Heemstede is
aangehouden, omdat de stemmen in dén
Raad staakten met 5 tegen 5 stemmen en
1 blanco. De tegenstemmers waren de hee
ren Fijma, Klaver, Scbrama en weth. De
Vreugd en bovendien de heer Jansen. De
laatste is in het Raadsverslag niet genoemd
Als in de volgende vergadering de Raad
voltallig is, en geen verandering van stem
voorkomt, verwacht men, dat het voorstel
valt. Immers de twee Raadsleden, die ver
leden week afwezig waren, rangschikt men
tot de tegenstemmers. Dan krijgt de ten
toonstelling niets, maar de kans op een
nieuw voorstel om f 300 of f 600 te geven
zal er vrij gunstig voorstaan.
Katwijk aan den Rijn. In verband mot
het te houden kinderfeest, uitgaande van de
Oranjevereeniging, kan nog worden meege
deeld, dat dit op 2 September zal plaats
vinden.
Evenwel zal, in afwijking van het vorig
jaar, dit feest niet plaats hebben op het ter
rein aan den Nieuwen Duinweg, daar dit
terrein nu als weiland wordt gebruikt, mapr
zal 't plaats vinden op het terrein van den
hear van der Guglen, aan den Achterkerk-
weg. Dit terrein was in gebruik bij Korf-
balvereeniging; ls 200 R.R. groot, en leent
zich uitstekend voor een gelegenheid als
deze, vooral bij winderig weder.
Katwïjk-aan-Zee. Van de trawlviesphe-
rij kwam Maandag te IJmuiden aan de
markt de logger K.W. 169, met f 7.62 be
somming.
Mede in Verband met het drukke
strandbezoek, was gisteravond ookj een
groote menigte bijeengekomen, om de spre
kers aan le hooren, die op utlnoodiging van
de Commissie tot Strandevangelisaüe op hot
strand optraden. De eerste spreker, ds.
Veder, van Gouda, sprak over de liefde van
God, waarvan ook de geschiedenis van de
openbaring van Jezus aan Johannes, óok
aan de zee geschied spreekt Spreker wekte
op deze schoone geschiedenis niot te vergeten
maar hiermede ook voor hart en leven
werkzaam te zijn. De tweede spreker wk*
de heer J. C. Baas, van Hillegom, die e».u
gedeelte van de omwandeling van Jezus be
sprak len opzichte van de verschijning van
de rijken Zacbeüs en den armen Barlhiome-
üs. De sprekers hadden een groot, aandach
tig gehoor. Onder het houden der coüeclo
werden gezongen van Psalm 116 de verzen
1 en 4, terwijl bij het begin en het einde
werd gezongen een vers uit Psalm 25.
De 24-jarige v. D., varensgezel op een
der haringschepen, is met bloedvergiftiging
aangebracht, en ten gevolge daarvan over
leden.
door MARGARET PEDLER..
Geautoriseerde vertaling vam W. E. PONT.
I)
Inleiding.
Het was heel rustig in de kleine kamer op
de bovenste verdieping van Wal latera Buil
dings. Zelfs de gloeiende houtblokken in den
haard brandden geruischloos, zonder dat
vroolijke geknetter en gekraak, waardoor
een open vuur zoo'n gezelligheid kan ge
ven. Het verre rumoer van het Londensche
verkeer drong bier slechts vaag door, ge
dempt tot zachte eentonigheid door de
nauwe zijstraatjes, die als een netwerk la
gen tusschen de kale, rood-steenen Buildings
en de roezige hoofdstraten van den grooten
bijenkorf, de „City."
Het scheen bijna alsof de kleine kamer
wachtte op iels, op iemand, zooals ook de
yrouw in den leunstoel naast den haard
wachtte.
Zij zat heel stil, met de oogen op de deur
gericht, de handen in den schoot gevouwen,
in een houding van geduldig verwachten.
Het scheen alsof zij, hoe lang en moeilijk
haar het wachten ook viel, toch heel zeker
was, dat het niet tevergeefs zou zijn.
Eens boog zij voorover en raakte den pink
van haar linkerhand aan, waarop onderaan
een kleine indruk zichtbaar was, alsof daar
een ring was gedragen. Zacht aaide zij de
plek met den wijsvinger van de andere
Nnd.
„Hij zal zeker komen," mompelde zij. „Hij
beloofde, dat hij komen zou, wanneer ik
hem ooit den kleinen parelring zond."
Toen leunde zij weer achterover in haar
vorige geduldig-verwachiende houding en de
voelbare stilte, die door haar beweging even
verbroken was, heerschte weer in de kamer.
Plotseling drongen de late stralen van de
ondergaande zon onder den rand van het
overhangende dak door en vielen door het
raam op de stille figuur in den stoel.
Zelfs bij deze heldere, scherpe belichting
zou het moeilijk geweest zijn haar leeftijd te
bepalen, zoo moe en weggetrokken teekende
zich het maskerachtige gelaat af tegen de
versleten kussens. Zij leek veertig, maar
toch was er iets in de houding van de zwart-
gekleede gestalte, dat een jonger leeftijd deed
vermoeden. Zwart haar, dof en glansloos,
omlijstte een bleek, uitgeteerd gezicht, dat
door ziekte bijna al zijn vroegere schoon
heid had verloren. Alleen de groote, zwarte
oogen, die koortsachtig schitterden onder de
ingezonken slapen, en de mooie lijn van de
kaak naar de smalle kin waren nog van on
gerepte schoonheid, in schrille tegenstelling
met de saamgeknepen neusvleugels, den
moe-getrokken mond en den mageren, bijna
knokigen hals.
Het kon het gezicht van een doode zijn,
zóó stil, zóó vaalbleek wat het; maar de fon
kelende schittering van die oogendi&r-
in, en in hun waakzaam gericht-zijn op de
deur, was de heele levenskracht van het
kwijnende lichaam geconcentreerd.
Achter die deur een eindelooze steenen
trap, de eene trede beneden de andere, tot,
eindelijk, beneden, een portaal met cement-
vloer, kil en ongezellig, uitkomend op de
straat.
Misschien was er geen bijzondere reden.
waarom het portaal anders zou hebben moe
ten zijn dan het was, aangezien Wallaters
Buildings niet bestemd waren voor men
schen, die gewend zijn op hun gemak hun
huis binnen te komen. Voor dergelijke men
scben zijn er altijd de „weelderige vestibu
les", zooals het in advertenties van woning-
bureaux heet.
Wat de bewoners van Wallaters Buildings
betrof zij liepen 'e morgens over den cemen
ten vloer van het portaal op weg naar hun
werk, zonder ook maar een oogenblik aan-
daoht te schenken aan het onbehaaglijke ge
heel, en des avonds sleepten zij hun ver
moeide voeten de trappen weer op met geen
andere gedachte, dan hoe groot het aantal
treden nog was, dat zij nog moesten op
klimmen, eer de kamer, die hun tot woning
diende, bereikt zou zijn.
Maar in het oog van den man van middel
baren leeftijd, goed gekleed, die nu weifelend
op den drempel van de Buildings bleef stil
staan, was het vuile portaal, met den kalen
vloer en de groezelige muren, een toonbeeld
van verlatenheid.
De blik van zijn doordringende, blauwe
oogen hij droeg een monocle aan een
breed zwart koord gleed onderzoekend
langs de wentelingen van de steenen trap,
tot waar die aan zijn oog onttrokken werd
door de duisternis, welke op de bovenste
verdiepingen van het gebouw heerschte.
Tegen dezen killen achtergrond vormde
zich plotseling in zijn geest het beeld van
een ruime kamer, waar een heerlijke geur
van rozen zweefde; een kamer vol zachte
tinten van bruin en goud, waar het licht
van de late middagzon speelde, lrier met het
teere blauw van wat mooi oud Chineesch
porselein, daar met den warmen glans van
een roodkoperen oof. of weer verder op het
wonderlijke, met flonkerende sleenen bezet
te beeldje van een Oosterschen god. De ka
mer was gemeubeld met &1 wat zeldzaam en
mooi was en in het oog van den man, die
het zich nu te binnen riep, was nóg zeld
zamer en mooier dan dit alles geweest de
vrouw, aan wie het had toebehoord, wier
lieflijkheid in die omgeving had gestraald
als een juweel in een praohlige zetting.
Met een schok kwamen zijn gedachten
terug naar het tegenwoordige, naar de kale,
alledaagsche leelijkheld van Wallaters
Buildings.
„Groote Hemel I", mompelde hij. „Pauline,
hiert"
Toen begon hij met haastigen tred de stee
nen trap te beklimmen, maar al spoedig ver
minderde hij zijn snelheid, totdat hij, boven
gekomen en staande voor de deur, waarach
ter een vrouw in spanning wachtte, genood
zaakt was stil te staan om op adem te ko
men. Een stekende pijn in zijn rechterknie
herinnerde hem er aan, dat hij niet meer
zoo jong was als vroeger.
In antwoord op zijn kloppen vroeg een
zachte stem hem binnen ie komen en een
oogenbük later stond hij in de stille, kleine
kamer. Zijn oogen boorden in de donkere
oogen van de vrouw, die was opgestaan bij
zijn binnenkomst.
„Zool" zei ze, terwijl een vreemde glim
lach haar bleeke lippen samentrok. „Je bent
dus ten 9lotte gekomen. Soms begon ik te
twijfelen, of je komen zoudt. Het i3 dagen
geleden, 't lijkt wel een eeuw geleden, dat
ik om je gezonden heb."
„Ik was uit de stad," antwoordde hij een
voudig. „En zij hebben mij de post niet op
gezonden. Ik kwam zoodra ik den ring
fcreeg, dadelijk, zooals ik je beloofd had te
doen
„Ga zitten, dan kunnen we pralen," on
geduldig. „liet doet er niet toe, niets doet er
iets toe, nu je nog op tijd bent gekomen."
„Op tijd? Wat bedoel je? Op lijd waar
voor Pauline, zeg mij toch, hij kwam
een staip naderbij zeg mij, wat doe je hier
in dit huis?"
Zijn blik duidde de sjofele kamer mot het
versleten karpet en de gekalkte muren aan.
„Ik woon hier."
„Woon je hier? Jij?"
„Ja. Waarom niet? Over een koelen lijd"
onverschillig „za! ik hier sierven. Om
te sterven is deze plaats ten minsie even
goed als elke andere."
„Sterven?" Zijn diepe klankvolle stem
brak plotseling af. „Sterven? O, neen, neenl
Je bent ziek geweest, dat kan ik zien; maar
met zorg en goede verpleging.
„Bedrieg jezelf nu maar niet," viel zij
hem meedoogenloos in de rede. „Zie maar,
kom hier bij het raam. Kijk me nu aan cn
praat dan geen onzin meer over zorg en
goede verplegingl"
Zij had hem naar het raam getrokken en
zij stonden samen in het volle licht van
de ondergaande zon. Toen wendde zij zich
om en keek hem aan, een armzalig wrak
van wat eenmaal een prachtige vrouw was
geweest. Haar vingers bewogen zenuwach
tig, terwijl haar te schitterende oogen, die
gloeiden in de diepe, holle kassen, in ang
stige spanning zijn gelaat doorvorschteu.
„Jij draagt je jaren beter dan ik," merkte
zij ten laatste op, met een korten lach het
stilzwijgen verbrekend. „Je moet nu, laat
zien vijftig zijn. Terwijl ik pas een-en-
dertig ben, en ik er uitzie als veertig sa
de rest."
(Wordt TMvolgd).