jÉHOMG'S MAÏZENA Rusland na den dood van Lenin. HET GEHEIM dedigï, se strekken niet tot verbetering van het onderwijs. Er is niets geen aan trekkelijks aan elk voorstel van B. en W. En toch zal bij zonder aarzeling en met overtuiging ze verdedigen, leder moet de tering naar de nering zetten, ook de ge meente. Wat thuis hoort in de Kamers, zal hij niet aanroeren, evenmin de pacificatie. Het geldt slechts een matige aanpassing aan de regeeringsmaatregelen. De beer KNUTTEL: Als altijd. De WETHOUDER: Zeker, daar helpt niets aan. (GeroepLoop maar mee). Spr. heeft klassen van 40 leerlingen bij het openb. onderwijs hier gezien, die zioh mochten laten zien en ook bij het bijz. on derwijs in den omtrok. Dat zijn feiten. Wat hier voorgesteld wordt, behoeft niet be slist verslechtering te zijn. Alleen: goede, toegewijde krachten zijn noodig en die heb ben we. Het getal 48 zullen we slechts sporadisch bereiken. In klassen, geschikt voor 36 of 42, zullen er geen 48 worden ge.plaatst. In de bedoeling ligt alleen de gemeente nabij le stellen tegen nieuwe uitgaven, en dat volgens de wet. Bij 241 leerlingen krijgt hij de 6 leerkrachten vergoed en dit getal slechts wil hij bereiken, d.i. dus 41 per klas of om mooier getal le vormen,'42. Natuur lijk wat gevarieerd b.v. 39 en 44 etc. Het algemeen gemiddelde blijft sleohta 35, zooals hij vanmiddag al zeide, zelfs na deze reor ganisatie. Opheffing der Plantsoen scholen beteckend 4 leerlingen per iedere klas meer ongeveer. In hel belang der burgerij acht hij aan nemen dus gewenscht. Nu de amendementen. Dat van den heer V, Hamel (42 maximum) is hem niet geheel 'duidelijk. Als het is een begin bij den aan vang van ieder kwartaal, dan heeft hij geen overwegend bezwaar, maar wel heeft hij Bezwaar tegen tusschentijd. Hij moet een speling hebben van 2 leerlingen. Waarom heeft de gemeente tijdens het wethouderschap van den heer v. Hamel zulke groole klassen gebouwd, geschikt voor 48 leerlingen, die toch zooveel duurder zijn? (Geroep: die zit). Met dit amendement v. Hamel bereikt hij het tegenhouden van meerdere uitgaven niet. f 42.000 kan hij volgens zijn plannen uitsparen. Hij dankt de heeren Oosldam, Wilmer en Zuidema en hij waardeert, dat beide laat- sten hem wilde helpen met hun amende ment en hij zouliet amendement gaarne aanvaarden, zoo dit practisch mogelijk was. 16 pel. van alle klassen is 20. Dus zouden B, en W. dan de 42 mogen opvoeren tot 48. Dat is moeilijk. Hij gaat niet gaarne tot 48, eenige plaatsen willende reserveeren. Me chanisch valt het al niet mee, waar hij heelt te maken met afstand, ontwikkeling etc., 't zijn kinderen. Bij afgaan zou direct een leerkracht in gevaar komen. En bij bij komen is er het gevaar, dat ze precies niet geplaatst kunnen worden. Dat zou voor één leerling splitsing kunnen beleekenen, waar- Yoor geen lokalen zijn, afgezien van de nieuwe leerkracht. De goede bedoeling res- pecteerend, kan hij het amendement daar om niet aanvaarden. Konden de heeren er in toestemmen vrijelijk hem te laten om- Springen met de leerlingen volgens een systeem van 20 pet. d. i. 162 leerlingen dan was hij niet gebonden. Maar of dit mag, weet hij niet zeker, daar een maximum ge tal moet worden gesteld. Met het cijfer 45 kan hij genoegen nemen, van zijn kant ook een offer willende brengen namens B. en W. De heer v. HAMEL meent, dat wellicht een brug zou kunnen zijn een wijziging al dus: maximum van 42 met een speling van '4. Het toenmalig schooltoezicht vroeg zulke groole lokalen, dit in antwoord aan den wet houder op zijn beleid van vroeger. Hij oor deelt dat een goede nalatenschap, en hij h'oopt, dat de hoer Meynen dit ook zal kun nen opleveren. Het nemen van een percentage als de heeren Wilmer en Zuidema gaat z. i. niet yolgens de wet. De heer WILMER komt er tegen den heer Eerdmans tegenop, dat dc pacificatie de oorzaak is van het zitten in de modder. De waarheid is: het bijz. onderwijs vraagt slechts evenveel als het openbaar, meer niets. Een gedeelte der burgerij kan toch niet verwaarloosd worden gelijk vroeger. Wanneer het bijz. onderwijs oilers brengen Wil, is dat slechts te prijzen. Wat de wijziging van zijn amendement betreft, het nieuwe amendement v. Hamel geeft z. i. meer aan B. en W. De weihouder lijkt hem overigens wat al le voorzichtig. De heer KNUTTEL acht den wethouder niet geheel consequent wat betreft de kwes tie van al of niet verslechteren van het on derwijs. De beer Wilmer wijst hij er op, dat het bijz. onderwijs dus toch altijd een stipje voor heeft, want dat mag onderwijzers zelf bekostigen. De pacificatie heeft de onder wijskosten vergroot. De heer VERWEY acht het pleit beslecht, dus niet veel meer. Hij wil het op peil hou den van het onderwijs voorop stellen, dat moet een offer waard zijn, dat is zijn standpunt. Ook hij wil den gulden wel veilig stellen, jnaar het onderwijs mag er niet onder lijden. De amendementen zijn zoo gewijzigd, dat bij daartegen zal stemmen. De heer SPENDEL acht de amendemen ten v. Hamel en Wilmer en Zuidema onwet tig en daarom slelt hij voor het getal te brengen op 44. De heer ZUIDEMA komt ook op legen de pacificatie-bezwaren van den heer Eerd- mans. De heer Knuttel had gelijk, dat door de pacificatie de kosten van het onderwijs zijn gestegen. Dat wijst er alleen op, hoe zeer vroeger een deel der bevolking is ach teruit gesteld. Tegenover de theorie van kleine klassen slaat de praclijk, die dit ont kent, gelukkig, want anders was alle hoop voor het onderwijs weg. De voorstanders van het bijz. onderwijs zijn geen kapitalisten, alleen daar is meer belangstelling, die zich ook uit. Den heer Verwey is spr. dankbaar, voor de uitdrukking, dat Leiden een naam heeft op te houden, d w. z. dat het onderwijs hier goed is. De heer VERWEY zegt te hebben be doeld, dat Leiden een universiteit heeft. De heer ZUIDEMA: nu het amendement. De heer KNUTTEL: is 't nog niet uil? De heer ZUIDEMA: gelukkig zijn we hier nog vrij, meneer Knuttel 1 De bezwaren van den wethouder acht hij overdreven en aanleiding tot intrekken ziet hij niet. De heer v. IIAMEL verduidelijkt zijn be doeling inzake zijn nieuw idee: 42 met een speling van 4. De heer OOSTDAM acht de kwestie van één kind meer per klas wel belangrijk, ge zien de becijfering van den wethouder. Hij blijft bij zijn voornemen om 45 te bepalen en hij doet nu oen dusdanig voorstel (Geroep 44'/0. De heer EERDMANS geeft den heer Wil mer den raad na te lezen de redevoeringen van den heer De Waal Malefijt en van den minister in de Eerste Kamer en een schrij ven in de „Standaard" van minister Golijn over het onnoodig bouwen van bijz. scholen. Voorts heeft hij gedacht ook met een getal te komen, 't Lijkt hier wel een markt. Hij blijft het cijfer der Schoolcommissie aan raden. Ook de heer WILMER betreurt het ge marchandeer met cijfers en om de andere voorstellen een grootere kans te geven, trekt hij zijn voorstel in. Gaarne zag hij of het het voorstel-Spendel of het voorstel-Oostdam ook ingetrokken. De heer SPENDEL wil dat niet. De heer v. HAMEL kan meegaan met het voorstel-Spendel. De heer VERWEY neemt het oorspronke lijke voorstel-v. Hamel over. Wethouder MEYNEN heeft geen bezwaar tegen het voorstel-Oostdam. Het voorst el-V e r w e y wordt met 1513 stemmen aangenomen. Vóór de S. D. A. P. en de heeren Coster, v. Hamel, Knuttel, Witmans, Spendel, Ber gers, Eerdmans, mevr. Dieerich. Het amendement-v. Hamel, overgenomen door den heer Verwey, betreffende u. 1. o. (30 in plaats van 32) wordt door den wet houder bestreden, door den heer v. Hamel verdedigd. Vóór de heeren Coster, v. Hamel, Knuttel, Spendel, Bergers, Witman9, Eerdmans, me vrouw Dietrich en de S. D. A. P. Het aldus geamendeerde voorstel sub I wordt aangenomen met 1612 stemmen. Tegen de S. D. A. P. en de heeren Knut tel, Zuidema, Witmans, Oostdam en mevr. Dietrich. Bij II (opheffing Plantsoenscholen) is het voorstel-v. Hamel deze scholen niet op te heffen, dat hij nog even verdedigt op de reeds genoemde gronden. Liever kan men de scholen aan de Vrouwenkerksteeg op heffen, al zijn die zoo slecht nog niet. De heer OOSTDAM neemt van dit laatste dankbaar nota. Hij schaart zich overigens aan de zijde van den wethouder. De heer VERWEY zegt, dat rijn Iractie vóór het amendement zal stemmen. De heer EERDMANS verdedigt eveneens de Plantsoenscholen. De heer WILBRINK vindt het vreemd, dat de overzij de slechte school aan de Vrouwenkerksteeg, die in ieder geval ver bouwd moet worden, wil overdoen aan het Bijz. Onderwijs. Dat teekent de mentaliteit links. De heer VERWEY wijst er op, dat het amendement-v. Hamel dat niet bevat. De heer GROENEVELD wijst er op, hoe veel slechte scholen of dan minder goede het openhaar onderwijs heeft. Zie daartegen over de bijz. scholen. Daarin mag toch ook wel wat gelijkheid komen. De heer OOSTDAM onlkent de legende, dat alle bijz. scholen luxueus zijn ingericht Dat is absoluut onjuist. Wethouder MEYNEN bestrijdt het amen dement ten sterkste. De scholen aan do Vrouwenkerksteeg zijn niet te missen. Ze konden zelfs leerlingen van de opgoheven v. d. Werffslraat-school niet opnemen, ho» gewenscht dat ook was. Dat moet hersteld worden, in plaats van nog te verergeren. Het zou een slag zijn voor het openbaar onderwijs. Ditzelfde kan niet gezegd van de Plant soenscholen, die wel aardig liggen, doch ge zien de ligging van andere scholen, te mis sen zijn, ook al rekent men met de uilbrei- ding van Tuinstadwijk. waarvan de kinde ren naar de Duivc.,bode-school kunnen. Dit afgezien van aanbieding aan de Ohr. school, wat niet aan de orde is. De heer v. HAMEL zegt, dat de Plant soenscholen groote lokalen hebben, de Vrou- wenkerksleegschool kleine. De WETHOUDER: Daarom moet die ver bouwd worden. De heer v. HAMEL deelt dan nog mede, dat er verzet tot de Kroon legen opheffing van de Plantsoenscholen zal komen. Boven dien ,liet nadeel door den wethouder ge noemd, erkent hij niet. De heer EERDMANS acht zelfs na ver bouwing de scholen aan de Vrouwenkerk- steeg minder, gelet op de speelplaatsen aan de Plantsoenscholen etc. Het amendement-v. Hamel wordt verwor pen met 1610 stemmen. Voor de heeren v. Hamel, Witmans, Eerdmans en de S. D. A. P. Snb II 'wordt aangenomen met 1610 stemmen. Tegen de heeren v. Hamel, Wit mans, Eerdmans en de S. D. A. P. Sub III. De heer OOSTDAM moet thans B. en W. verlaten. De leerschool aan de Oude Vest is een historisch geheel, en daaraan wil hij niet tornen, te meer niet, waar het 7e leerjaar best kan blijven waar het is, en in het belang van het Kweek- schoolonderwijs. De heer VERWEY voorspelt het 7e leer jaar niet zoo'n sombere toekomst en daarom kan hij niet meegaan met B. en W.. die verkleinen willen daarvan. De heer v. HAMEL acht de leerschool niet te splitsen zonder groote stoornis voor het onderwijs en daarom sluit hij zich ge heel aan bij de schoolcommissie. Wethouder MEYNEN erkent gaarne, dat de leerschool een mooie school is en hij huldigt hoold en personeel. Maar het is niet do cenige goede 2e klas-sci er zijn er meer en ook die hoofden en personeel hul digt hij. In de lijn der voorstellen ligt, dat ook voor deze scholen iels moet gebeuren en dan kan dit hier hel beste, gezien de duro exploitatie. Aan de Iteerenstraat, aan de Langebrug, aan den Maresingel, aan de Boommarkt de eenig overgebleven meis jesschool aan al die scholen kan z.i. niet worden getornd, terwijl dit hier wel moge lijk is. De mogelijkheid van distributie der leerlingen is er. De school wordt ook niet in haar bestaan getroffen, alleen wordt het aantal klassen tot zes teruggebracht, wat elders al is geschied. B. en W. willen het 7e leerjaar niet te genwerken. verzekert hij den heer Verwey, integendeel. Door de wet wordt dit geschaad niet door B. en W. De inspectie heeft de van der Werffschool afgekeurd, dat moet men bedenken. Het bezwaar van twee heterogene scholen begrijpt hij niet. Zij zullen elkaar niet hin deren. Er komt een aparte ingang, mis schien aan de Ceciliastraat, doch dat is nu niet erg meer, en de heeren Koops en Bloe- mink zijn mans genoeg mogelijke bezwaren te voorkomen. De heer Verwey is door den wethouder overtuigd, dat het in 't belang van het on derwijs niet anders gewenscht is en zijn partij zal meegaan. Sub III wordf aangenomen met 215 stemmen. Tegen de heeren v. Hamel, Dub- beldeman, Eerdmans, Oostdam, v. Stralen. Sub IV wordt z. h. st. aangenomen. Sub V wordt aangenomen met 24-2 st. Tegen de heeren Eerdmans en Oosldam. Sub VI, VII en VIII wordt z. h. st. aan genomen. Bij sub IX is het voorstel v. Hamel tot uitstel. Het amendement-v. Hamel wordt verworpen met 1610 stemmen. Voor de heeren v. Hamel,™Witmans, Eerdmans en de S. D. A. P. 7o. Interpellatie van den heer Van Stra len, in zake de pressie door het Burgerlijk Armbestuur uitgeoefend op een der vroegere ondersteunden lot aanvaarding van werk beneden het normale loon. Uitgesteld. De heer v. STRALEN heeft geen bezwaar, maar verzoekt toch waar het uitstel ook nu weer is een gevolg van langdradigheid, vooral van den wethouder, voor deze inter pellatie een goede plaaits op de volgende agenda. Rondvraag. De heer BERGERS vraagt ol er niets le doen is tegen de stof, die de trams op waaien en informeert naar de bestrating in de Pasleurstraat. Wethouder MULDER zegt, dat men met het laatste bezig is. Het eerste zal men on der de oogen zien. De heer SPENDEL verzoekt wijziging der strafverordeningen, om relletjes als die met de. studenten onlangs, te voorkomen. De groentijd nadett weer. Die schoone ver- tooningen moeten ophouden. De heer VERWEY wijst bij herhaling op den gevaarlijken toestand bij Zuiderzicht waar hij juist weer getuige was van een botsing lusschen tram en auto. Wethouder MULDER meent, dat daar niets meer te doen is; laat men wal voor zichtig zijn. De heer GROENEVELD vraagt wanneer de Morschpoort achter de schutting weg komt. Wethouder MULDER zegt, dat men bijna tot overeenstemming met het Rijk is geko men. Hierna sluiting. RECLAME. Als gij last krijgt van hoofdpijn, ge druktheid en een onaangenamen smaak in den mond, is uw lever van slreek. En kele dosissen Foster's Maagpillen hebben een verrassende uitwerking. Zij beleren leverstoornissen en genezen galzucht, ver stopping en slechte spijsvertering. Prijs per flacon van vijftig ■versuikerde pillen f 0.65; in apotheken en drogistzaken. 4648 (Van een blonderen medewerker, die gedurende 3 maanden een studiereis door Rusland maakte). (Nadruk verboden). III. Pti crisis in de communistische partij. „Een directe communistische ver deeling hebben wij niet tot stand kunnen brengen. Thans moeten wij die met hulp van den handel tot stand brengen, maar niet slechter dan de kapitali ten het doen, daar anders het volk zulk een bestuur niet zou uithouden." Lenin. „Een vereeniging van personen van dezelfde meening dat zijn alle partijen ter wereld, behalve de bol- schewislen. Een vereeniging van ge disciplineerde strijders dat is de Bolschewistische partij. Krupskaja. Hoe meer men zioh met de geschiedenis van de communistische orde bezighoudt, hoe meer men in de geschiedenis van het bolsc'hewisme in Rusland doordringt, de9 te sterker komt de geweldige beteekenis van de persoonlijkheid van Lenin naar voren. En het is een tragische coïncidentie voor den opvolger van Lenin, dat juist ten tijde van zijn dood de innerlijke tegenstellingen in de communistische partij zoo sterk aan het licht kwamen, dat verzwijging er van naar buiten niet meer mogelijk was en met recht gesproken kon worden van een crisis in de communistische partij. Juist bij het verloop van deze crisis bleek met groote duidelijkheid, welk een overheerschende be teekenis Lenin voor de communistische orde heeft gehad. Stellig, Lenin had reeds lang voer ziin dood van den politieken ar beid moeten afzien. Maar tot dat oogenblik was het steeds Lenin geweest, die op kri tieke oogenblikken den uitweg had gevon den. Lenin was de dictatorische gids ge weest, die de nieuwe phraseologie uitvond en poogde de leuzen te verwezenlijken. Nog op het Xlde partijcongres, nadat de N.E.P., de nieuwe economische politiek, een jaar had geduurd, was het Lenin ge weest, die op de gevaren had gewezen, welke de communistische partij door deze nieuwe economische politiek bedreigden. Na dit het was zijn laatste optreden, werd zijn aandeel in hetgeen zich in Rus land afspeelde voortdurend geringer en weldra eindigde zijn actieve invloed op het politiek gebeuren geheel en al. De discipline, waarmede Lenin de com munistische orde had ingeënt, was sterk genoeg, om hem een poos te overleven. En toch, de discipline alléén zonder de ge weldige impuls van de persoonlijkheid van Lenin was niet voldoende om op den duur aan de tegenstrijdige belangen van perso nen en beginselen in de communistische orde^ verband le geven; bovendien werden de eischen, die de werkelijkheid, deze sterk ste tegenstandster van het communism.5, stelde, steeds grooter en zij kwamen door de invoering van de nieuwe economische politiek meer en meer op den voorgrond. Zoo kunnen wij, ondanks alle tegenspraak en ondanks den uilerlijken vrede, spreken van een crisis in de communistische partij. Waaraan is deze crisis te wijten en wat zijn de oorzaken van deze tweespalt? Het zou te ver voeren, alle slroomingeu. die in de communistische partij tot uiting komen, hier te bespreken. Het is voldoende aandacht te schenken aan de richtingen, die thans het sterkst zijn en om de heer schappij strijden. In de eerste plaats moo ter! hier de oude leiders van de communis tische orde genoemd worden, de „oude gar de", zooals zij in de bolschewistische pers genoemd wordt. Op het oogenblik zijn het deze oude leiders, die het lot van de com munistische orde in de hand hebben en op deze personen pa9t treffend de karakteris tiek, die wij van de leiders van de commu nistische partij hebben gegeven. Wij hebben er op gewezen, dat deze „oude garde" allengs afbrokkelt, dat voorai Lenin er geen deel meer van uitmaakt. Er is bij deze oude garde niemand te vinden geweest, die de persoonlijkheid van Lenin kon vervangen, de persoonlijkheid, die mei krachtig gebaar steeds nieuwe wegen aan wees, Thans kunnen wij de oude garde als de standvastige partij kenschetsen. Zij staan op het s-tandpunt van het Leninisme, voor hen is de erfenis van Lenin het richtsnoer van hun optreden. En aan de heerschappij van deze oude garde is een verschijnsel verbonden, dat een van de voornaamste motieven heeft opgeleverd voor het ont staan van de oppositie: de bureaucralise»,- ring van de communistische orde, de straffe displine en de sterke centralisatie. De oude garde waakt er angstvallig voor, dat haar invloed niet kleiner wordt en zich de aulo- r&tieve positie, die zij inneemt, ook door het verkiezingsprincipe niet te laten ont nemen. Het tegenovergestelde standpunt wordt niet alleen ingenomen door de z.p. arbeidersoppositie met Preobashenski aan het hoofd, maar ook door de groep, die zich rondom Sapronow en Raffail heelt gevormd en die vooral de leuze van de democrati seering van de communistische partij A.aar veren heeft gebracht. Op het twaalfde con gres van de communistische partij was de vorming van fracties ten strengste verbo den. Een besluit, dat zeer begrijpelijk is-, wanneer men den organisalorischen vorm van de communistische orde in het oog houdt. De oppositie, die door Sapronow ge leid wordt, verlangt nu de mogelijkheid van fractievorming in de communistische partij. En men kan het wel als een teeken van de beginnende zwakte van de communis tische orde beschouwen, dat voor het laat ste partijcongres in Januari j.l. van ver schillende zijden er op werd eangedrongen, deze fraclievorming toe te slaan. Hoe scherp d«e tweedracht in de commu nistische partij destijds reeds was geworden, blijkt uit het feit, dat zij met goedkeuring van de hoogste machthebbers in het open baar werd besproken. De penneslrijd in de pers over de zoogenaamde democratiseering werd van beide zijden met de meest scher pe wapenen gevoerd. Karakteristiek voüi de kracht, die de oppositie heeft, is de om standigheid, dal Trotzki zich, zij het dan ook niet in geheel duidelijken vorm, aan de zijde van de oppositie schaarde, een om standigheid, die zijn tijdelijke verbanning tengevolge had. Wanneer men zich nu af vraagt, welke motieven en welke denkbeel den aan deze oppositie der democraten" ten grondslag liggen, dan zal men er in oe eerste plaats op moeten wijzen, dat lot deze oppositie voornamelijk de jonge leden van de partij behooren. De jonge generatie, die onder geheel andere omstandigheden is op gegroeid dan de oude, kon en kan niet van denzelfden geest doordrongen zijn. Hel ls typisch, dat de meest verbitterde strijd in de communistische pari ij gevoerd wordt ten aanzien van de exclusiviteit, de disci pline, het orde-achtige karakter van Ae partij. Het sterke psychische element, dat in den organisalorischën vorm van de com munistische orde ligt opgesloten, kan door de jonge generatie niet meer gedragen en niet meer gevoeld worden. Naluurlijk snelen bij dezen strijd de par tijen en groepen en generaties ook de per soonlijke tegenstrijdigheden tusschen de lei- dersh der communistische partij, zooals b.v. de animositeit tusschen Sinowjew en Trotzki, een rol. Bovendien zal men bij nadere beschouwing nog verscheidene an dere stroomingen ontdekken, zoo b.v. den voortdurend toenemenden invloed van de z.g. Ghosjaistwenniki (economisten), dit zijn de leden der partij, die door de invoe ring van do nieuwe economische politiek in directe relatie met het economisch leven zijn gekomen. Daar ligt een van de voor naamste oorzaken van de crisis in de com munistische partij, welke echter ooti 9lechts RECLAME. van een lekkere saus ligt in het ge bruik van 'n zeer zuivere grondstof. Met HONIG'S MAÏZENA bereidt men de heerlijkste sausen voor ver schillendegerechten. Daarom wordt de onovertroffen Honig's Maizena voor velerlei doeleinden gebruikt en steeds meer gevraagd. Let op de sluitzegels met Bijenkorf. 4646 begrepen kan worden met betrekking tot de zoogenaamde democratische oppositie. Maar voor we op dit vraagstuk verder ingaan, moet ons duidelijk zijn de kwestie: hoe moet de heerschende staatsvorm geken schetst worden en wat is er de eigenlijke diepere inhoud van? Toen de communistische orde in Rusland zioh van de macht meester maakte, trachtte zij het communistische staatsbeginsel in le voeren. Het bezit werd geheel geschaft, in de plaats van het geld en van den handel zou de verdeeliüg van alle ?i.«ederen door den staat komen, het geld zou geheel en al worden uitgeschakeld. Het zou te ver voe ren, hier op al deze pogingen in te gaan, ge noeg zij, dat zij herhaaldelijk een belache lijk karakter droegen, zoo werd b.v. een ambtenaar het salaris over een half jaar eens uitbetaald in lucifers, zoodat hij zich zelf en zijn nakomelingschap tot in de derde graad van lucifers had kunnen voorzien. Levensmiddelen kreeg hij echter niet en verkoopen mocht hij de lucifers ook niet, want in dat geval had hij zich schuldig ge maakt aan overtreding van de wet op de speculatie van bet verbod van particulieren handel. Deze pogingen, den commuuisli- schen staatsvorm in te voeren, mislukten jammerlijk. De oppositie tegen dit streven werd in het land grooter en grooter en het is slechts aan het krachtig optreden van Lenin le danken, dat destijds deze ontevre denheid, die o.a. in den opstand le Krcon- -stad is tot uiting gekomen, de communis tische partij niet heeft weggevaagd. in gooide het roer geheel om. Hij Xwam lot hex inzicht, dat verdere pogingen, den commu- nislischcn staatsvorm in te voeren, de in-- eenslorling van de communistische macht in Rusland zouden meebrengen. De Nieuwe Economische Politiek, die daarna ten doop werd gehouden, zou de communistische, partij in staat stellen, de macht in banden te houden en door concessies lijd le w nnen< Wat zijn nu, nadat deze niruwe econo mische politiek drie jaar is gevolgd, de ge volgen van dezen slap van Lenin? Resultaat van de N. E. P. op pobihk ter rein is in de eerste plaats de hederlta;- van de communistische huishouding ten opzich te van de boeren. De communist's/-be partij heeft er opzettelijk van af gezien, in dc eco nomische toestanden van het land in le grij pen. Op den belangrijksten tak van d> sa menleving, de kern van Rusland, den land bouw heeft zij slechts zeer geringen in vloed. 7n het is thans zelfs zoo ver gekomen dat de sovjetregeering niet eens meer voor de instandhouding van de z.g, communis- tische bezittingen kan zorgen, d. w. z. voor de landgoederen, die onder staatsbeheer zijn en dat deze bedrijven bijna alle naar. den kelder zijn gejaagd en aan de boeren ter verdeeling overgelaten. Hoe merkwaardig het ook klinkt, de sovjetregeering heeft zich zelfs genoodzaakt gezien, den strijd tegen die vernietiging van de half-communislische dorpscornmime, den Mir, die thans in Rus land 9teeds grooter omvang aanneen. op te geven. Zij heeft derhalve lege-luki lijd een streep gezet onder den grootkapje).1 stischen vorm van landbouw, die voor de communi- 9eering het meest geschikt scheen en het plattelandscommunisme geschrapt. Het bezit van de huizen is, zij het dan ook niet in alle gevallen juridisch, dan toch fei telijk, uit d: handen van den slwat in die van den huurder overgegaan. De verkeers middelen zijn niet meer kosteloos voor da bevolking beschikbaar, maar voor liet ge bruik er van moet betaald worden, zooate in eik ander land, maar in de me<-ste gevalien veel meer. En vooral, het klinkt als een paradox, voert men in Sovjet-Rusland thans strijd om de hervorming van het mioHwezen, het principe van het geld is derhalve weer ge heel erkend. Typisch voor de tegenwoordige huishouding is de omslarnhV-eid, dat de sovjet-regecring de groot ••-te.isu'ie zvyj goed als geheel, den groot-handel oor het groot ste deel en voor oen klein deel den klein handel in handen houdt. Da-t zijn de laatste overblijfselen van iret communistische pro gram, van het zoogenaamde acl.teve commu nisme. Wij zien derhalve, dat 1 &-n ten com munistische economische orcle in Rusland niet meer kan worden gespreken, 'sten kan ten hoogste nog van een bolschewistische orde spreken en wij gelooven, dat deze aan duiding de juiste is, daar zij naast de aan duiding van een bijzondercli vorm ook het voor Rusland typische (Russisch: Bolsche- wiek) omvat. Deze wijziging in de communistische po litiek moest natuurlijk ook in de samenstel ling van de communistische orde en in haar doelstellingen tot uitdrukking komen. Het communistische regeeringsorganisme moest in verband met de steeds groeiende econo-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 6