jÉHOMG'S
MAÏZENA
Rusland na den dood van Lenin.
HET GEHEIM
dedigï, se strekken niet tot verbetering
van het onderwijs. Er is niets geen aan
trekkelijks aan elk voorstel van B. en W.
En toch zal bij zonder aarzeling en met
overtuiging ze verdedigen, leder moet de
tering naar de nering zetten, ook de ge
meente. Wat thuis hoort in de Kamers, zal
hij niet aanroeren, evenmin de pacificatie.
Het geldt slechts een matige aanpassing
aan de regeeringsmaatregelen.
De beer KNUTTEL: Als altijd.
De WETHOUDER: Zeker, daar helpt
niets aan.
(GeroepLoop maar mee).
Spr. heeft klassen van 40 leerlingen bij
het openb. onderwijs hier gezien, die zioh
mochten laten zien en ook bij het bijz. on
derwijs in den omtrok. Dat zijn feiten. Wat
hier voorgesteld wordt, behoeft niet be
slist verslechtering te zijn. Alleen: goede,
toegewijde krachten zijn noodig en die heb
ben we.
Het getal 48 zullen we slechts sporadisch
bereiken. In klassen, geschikt voor 36 of 42,
zullen er geen 48 worden ge.plaatst.
In de bedoeling ligt alleen de gemeente
nabij le stellen tegen nieuwe uitgaven, en
dat volgens de wet. Bij 241 leerlingen krijgt
hij de 6 leerkrachten vergoed en dit getal
slechts wil hij bereiken, d.i. dus 41 per klas
of om mooier getal le vormen,'42. Natuur
lijk wat gevarieerd b.v. 39 en 44 etc. Het
algemeen gemiddelde blijft sleohta 35, zooals
hij vanmiddag al zeide, zelfs na deze reor
ganisatie. Opheffing der Plantsoen scholen
beteckend 4 leerlingen per iedere klas meer
ongeveer.
In hel belang der burgerij acht hij aan
nemen dus gewenscht.
Nu de amendementen. Dat van den heer
V, Hamel (42 maximum) is hem niet geheel
'duidelijk. Als het is een begin bij den aan
vang van ieder kwartaal, dan heeft hij geen
overwegend bezwaar, maar wel heeft hij
Bezwaar tegen tusschentijd. Hij moet een
speling hebben van 2 leerlingen.
Waarom heeft de gemeente tijdens het
wethouderschap van den heer v. Hamel
zulke groole klassen gebouwd, geschikt voor
48 leerlingen, die toch zooveel duurder zijn?
(Geroep: die zit).
Met dit amendement v. Hamel bereikt hij
het tegenhouden van meerdere uitgaven
niet. f 42.000 kan hij volgens zijn plannen
uitsparen.
Hij dankt de heeren Oosldam, Wilmer en
Zuidema en hij waardeert, dat beide laat-
sten hem wilde helpen met hun amende
ment en hij zouliet amendement gaarne
aanvaarden, zoo dit practisch mogelijk was.
16 pel. van alle klassen is 20. Dus zouden
B, en W. dan de 42 mogen opvoeren tot 48.
Dat is moeilijk. Hij gaat niet gaarne tot 48,
eenige plaatsen willende reserveeren. Me
chanisch valt het al niet mee, waar hij
heelt te maken met afstand, ontwikkeling
etc., 't zijn kinderen. Bij afgaan zou direct
een leerkracht in gevaar komen. En bij bij
komen is er het gevaar, dat ze precies niet
geplaatst kunnen worden. Dat zou voor één
leerling splitsing kunnen beleekenen, waar-
Yoor geen lokalen zijn, afgezien van de
nieuwe leerkracht. De goede bedoeling res-
pecteerend, kan hij het amendement daar
om niet aanvaarden. Konden de heeren er
in toestemmen vrijelijk hem te laten om-
Springen met de leerlingen volgens een
systeem van 20 pet. d. i. 162 leerlingen dan
was hij niet gebonden. Maar of dit mag,
weet hij niet zeker, daar een maximum ge
tal moet worden gesteld. Met het cijfer 45
kan hij genoegen nemen, van zijn kant ook
een offer willende brengen namens B. en W.
De heer v. HAMEL meent, dat wellicht
een brug zou kunnen zijn een wijziging al
dus: maximum van 42 met een speling van
'4. Het toenmalig schooltoezicht vroeg zulke
groole lokalen, dit in antwoord aan den wet
houder op zijn beleid van vroeger. Hij oor
deelt dat een goede nalatenschap, en hij
h'oopt, dat de hoer Meynen dit ook zal kun
nen opleveren.
Het nemen van een percentage als de
heeren Wilmer en Zuidema gaat z. i. niet
yolgens de wet.
De heer WILMER komt er tegen den heer
Eerdmans tegenop, dat dc pacificatie de
oorzaak is van het zitten in de modder. De
waarheid is: het bijz. onderwijs vraagt
slechts evenveel als het openbaar, meer
niets. Een gedeelte der burgerij kan toch
niet verwaarloosd worden gelijk vroeger.
Wanneer het bijz. onderwijs oilers brengen
Wil, is dat slechts te prijzen.
Wat de wijziging van zijn amendement
betreft, het nieuwe amendement v. Hamel
geeft z. i. meer aan B. en W.
De weihouder lijkt hem overigens wat al
le voorzichtig.
De heer KNUTTEL acht den wethouder
niet geheel consequent wat betreft de kwes
tie van al of niet verslechteren van het on
derwijs.
De beer Wilmer wijst hij er op, dat het
bijz. onderwijs dus toch altijd een stipje
voor heeft, want dat mag onderwijzers zelf
bekostigen. De pacificatie heeft de onder
wijskosten vergroot.
De heer VERWEY acht het pleit beslecht,
dus niet veel meer. Hij wil het op peil hou
den van het onderwijs voorop stellen, dat
moet een offer waard zijn, dat is zijn
standpunt.
Ook hij wil den gulden wel veilig stellen,
jnaar het onderwijs mag er niet onder lijden.
De amendementen zijn zoo gewijzigd, dat
bij daartegen zal stemmen.
De heer SPENDEL acht de amendemen
ten v. Hamel en Wilmer en Zuidema onwet
tig en daarom slelt hij voor het getal te
brengen op 44.
De heer ZUIDEMA komt ook op legen de
pacificatie-bezwaren van den heer Eerd-
mans. De heer Knuttel had gelijk, dat door
de pacificatie de kosten van het onderwijs
zijn gestegen. Dat wijst er alleen op, hoe
zeer vroeger een deel der bevolking is ach
teruit gesteld. Tegenover de theorie van
kleine klassen slaat de praclijk, die dit ont
kent, gelukkig, want anders was alle hoop
voor het onderwijs weg.
De voorstanders van het bijz. onderwijs
zijn geen kapitalisten, alleen daar is meer
belangstelling, die zich ook uit.
Den heer Verwey is spr. dankbaar, voor
de uitdrukking, dat Leiden een naam heeft
op te houden, d w. z. dat het onderwijs
hier goed is.
De heer VERWEY zegt te hebben be
doeld, dat Leiden een universiteit heeft.
De heer ZUIDEMA: nu het amendement.
De heer KNUTTEL: is 't nog niet uil?
De heer ZUIDEMA: gelukkig zijn we hier
nog vrij, meneer Knuttel 1
De bezwaren van den wethouder acht hij
overdreven en aanleiding tot intrekken ziet
hij niet.
De heer v. IIAMEL verduidelijkt zijn be
doeling inzake zijn nieuw idee: 42 met een
speling van 4.
De heer OOSTDAM acht de kwestie van
één kind meer per klas wel belangrijk, ge
zien de becijfering van den wethouder. Hij
blijft bij zijn voornemen om 45 te bepalen
en hij doet nu oen dusdanig voorstel
(Geroep 44'/0.
De heer EERDMANS geeft den heer Wil
mer den raad na te lezen de redevoeringen
van den heer De Waal Malefijt en van den
minister in de Eerste Kamer en een schrij
ven in de „Standaard" van minister Golijn
over het onnoodig bouwen van bijz. scholen.
Voorts heeft hij gedacht ook met een getal
te komen, 't Lijkt hier wel een markt. Hij
blijft het cijfer der Schoolcommissie aan
raden.
Ook de heer WILMER betreurt het ge
marchandeer met cijfers en om de andere
voorstellen een grootere kans te geven, trekt
hij zijn voorstel in. Gaarne zag hij of het
het voorstel-Spendel of het voorstel-Oostdam
ook ingetrokken.
De heer SPENDEL wil dat niet.
De heer v. HAMEL kan meegaan met het
voorstel-Spendel.
De heer VERWEY neemt het oorspronke
lijke voorstel-v. Hamel over.
Wethouder MEYNEN heeft geen bezwaar
tegen het voorstel-Oostdam.
Het voorst el-V e r w e y wordt met
1513 stemmen aangenomen.
Vóór de S. D. A. P. en de heeren Coster,
v. Hamel, Knuttel, Witmans, Spendel, Ber
gers, Eerdmans, mevr. Dieerich.
Het amendement-v. Hamel, overgenomen
door den heer Verwey, betreffende u. 1. o.
(30 in plaats van 32) wordt door den wet
houder bestreden, door den heer v. Hamel
verdedigd.
Vóór de heeren Coster, v. Hamel, Knuttel,
Spendel, Bergers, Witman9, Eerdmans, me
vrouw Dietrich en de S. D. A. P.
Het aldus geamendeerde voorstel sub I
wordt aangenomen met 1612 stemmen.
Tegen de S. D. A. P. en de heeren Knut
tel, Zuidema, Witmans, Oostdam en mevr.
Dietrich.
Bij II (opheffing Plantsoenscholen) is het
voorstel-v. Hamel deze scholen niet op te
heffen, dat hij nog even verdedigt op de
reeds genoemde gronden. Liever kan men
de scholen aan de Vrouwenkerksteeg op
heffen, al zijn die zoo slecht nog niet.
De heer OOSTDAM neemt van dit laatste
dankbaar nota. Hij schaart zich overigens
aan de zijde van den wethouder.
De heer VERWEY zegt, dat rijn Iractie
vóór het amendement zal stemmen.
De heer EERDMANS verdedigt eveneens
de Plantsoenscholen.
De heer WILBRINK vindt het vreemd,
dat de overzij de slechte school aan de
Vrouwenkerksteeg, die in ieder geval ver
bouwd moet worden, wil overdoen aan het
Bijz. Onderwijs. Dat teekent de mentaliteit
links.
De heer VERWEY wijst er op, dat het
amendement-v. Hamel dat niet bevat.
De heer GROENEVELD wijst er op, hoe
veel slechte scholen of dan minder goede
het openhaar onderwijs heeft. Zie daartegen
over de bijz. scholen. Daarin mag toch
ook wel wat gelijkheid komen.
De heer OOSTDAM onlkent de legende,
dat alle bijz. scholen luxueus zijn ingericht
Dat is absoluut onjuist.
Wethouder MEYNEN bestrijdt het amen
dement ten sterkste. De scholen aan do
Vrouwenkerksteeg zijn niet te missen. Ze
konden zelfs leerlingen van de opgoheven
v. d. Werffslraat-school niet opnemen, ho»
gewenscht dat ook was. Dat moet hersteld
worden, in plaats van nog te verergeren.
Het zou een slag zijn voor het openbaar
onderwijs.
Ditzelfde kan niet gezegd van de Plant
soenscholen, die wel aardig liggen, doch ge
zien de ligging van andere scholen, te mis
sen zijn, ook al rekent men met de uilbrei-
ding van Tuinstadwijk. waarvan de kinde
ren naar de Duivc.,bode-school kunnen.
Dit afgezien van aanbieding aan de Ohr.
school, wat niet aan de orde is.
De heer v. HAMEL zegt, dat de Plant
soenscholen groote lokalen hebben, de Vrou-
wenkerksleegschool kleine.
De WETHOUDER: Daarom moet die ver
bouwd worden.
De heer v. HAMEL deelt dan nog mede,
dat er verzet tot de Kroon legen opheffing
van de Plantsoenscholen zal komen. Boven
dien ,liet nadeel door den wethouder ge
noemd, erkent hij niet.
De heer EERDMANS acht zelfs na ver
bouwing de scholen aan de Vrouwenkerk-
steeg minder, gelet op de speelplaatsen aan
de Plantsoenscholen etc.
Het amendement-v. Hamel wordt verwor
pen met 1610 stemmen. Voor de heeren
v. Hamel, Witmans, Eerdmans en de
S. D. A. P.
Snb II 'wordt aangenomen met 1610
stemmen. Tegen de heeren v. Hamel, Wit
mans, Eerdmans en de S. D. A. P.
Sub III. De heer OOSTDAM moet
thans B. en W. verlaten. De leerschool aan
de Oude Vest is een historisch geheel, en
daaraan wil hij niet tornen, te meer niet,
waar het 7e leerjaar best kan blijven waar
het is, en in het belang van het Kweek-
schoolonderwijs.
De heer VERWEY voorspelt het 7e leer
jaar niet zoo'n sombere toekomst en daarom
kan hij niet meegaan met B. en W.. die
verkleinen willen daarvan.
De heer v. HAMEL acht de leerschool
niet te splitsen zonder groote stoornis voor
het onderwijs en daarom sluit hij zich ge
heel aan bij de schoolcommissie.
Wethouder MEYNEN erkent gaarne, dat
de leerschool een mooie school is en hij
huldigt hoold en personeel. Maar het is niet
do cenige goede 2e klas-sci er zijn er
meer en ook die hoofden en personeel hul
digt hij. In de lijn der voorstellen ligt, dat
ook voor deze scholen iels moet gebeuren
en dan kan dit hier hel beste, gezien de
duro exploitatie. Aan de Iteerenstraat, aan
de Langebrug, aan den Maresingel, aan de
Boommarkt de eenig overgebleven meis
jesschool aan al die scholen kan z.i. niet
worden getornd, terwijl dit hier wel moge
lijk is. De mogelijkheid van distributie der
leerlingen is er. De school wordt ook niet
in haar bestaan getroffen, alleen wordt het
aantal klassen tot zes teruggebracht, wat
elders al is geschied.
B. en W. willen het 7e leerjaar niet te
genwerken. verzekert hij den heer Verwey,
integendeel. Door de wet wordt dit geschaad
niet door B. en W. De inspectie heeft de
van der Werffschool afgekeurd, dat moet
men bedenken.
Het bezwaar van twee heterogene scholen
begrijpt hij niet. Zij zullen elkaar niet hin
deren. Er komt een aparte ingang, mis
schien aan de Ceciliastraat, doch dat is nu
niet erg meer, en de heeren Koops en Bloe-
mink zijn mans genoeg mogelijke bezwaren
te voorkomen.
De heer Verwey is door den wethouder
overtuigd, dat het in 't belang van het on
derwijs niet anders gewenscht is en zijn
partij zal meegaan.
Sub III wordf aangenomen met 215
stemmen. Tegen de heeren v. Hamel, Dub-
beldeman, Eerdmans, Oostdam, v. Stralen.
Sub IV wordt z. h. st. aangenomen.
Sub V wordt aangenomen met 24-2 st.
Tegen de heeren Eerdmans en Oosldam.
Sub VI, VII en VIII wordt z. h. st. aan
genomen.
Bij sub IX is het voorstel v. Hamel tot
uitstel. Het amendement-v. Hamel wordt
verworpen met 1610 stemmen. Voor de
heeren v. Hamel,™Witmans, Eerdmans en
de S. D. A. P.
7o. Interpellatie van den heer Van Stra
len, in zake de pressie door het Burgerlijk
Armbestuur uitgeoefend op een der vroegere
ondersteunden lot aanvaarding van werk
beneden het normale loon.
Uitgesteld.
De heer v. STRALEN heeft geen bezwaar,
maar verzoekt toch waar het uitstel ook nu
weer is een gevolg van langdradigheid,
vooral van den wethouder, voor deze inter
pellatie een goede plaaits op de volgende
agenda.
Rondvraag.
De heer BERGERS vraagt ol er niets le
doen is tegen de stof, die de trams op
waaien en informeert naar de bestrating in
de Pasleurstraat.
Wethouder MULDER zegt, dat men met
het laatste bezig is. Het eerste zal men on
der de oogen zien.
De heer SPENDEL verzoekt wijziging
der strafverordeningen, om relletjes als die
met de. studenten onlangs, te voorkomen.
De groentijd nadett weer. Die schoone ver-
tooningen moeten ophouden.
De heer VERWEY wijst bij herhaling op
den gevaarlijken toestand bij Zuiderzicht
waar hij juist weer getuige was van een
botsing lusschen tram en auto.
Wethouder MULDER meent, dat daar
niets meer te doen is; laat men wal voor
zichtig zijn.
De heer GROENEVELD vraagt wanneer
de Morschpoort achter de schutting weg
komt.
Wethouder MULDER zegt, dat men bijna
tot overeenstemming met het Rijk is geko
men.
Hierna sluiting.
RECLAME.
Als gij last krijgt van hoofdpijn, ge
druktheid en een onaangenamen smaak
in den mond, is uw lever van slreek. En
kele dosissen Foster's Maagpillen hebben
een verrassende uitwerking. Zij beleren
leverstoornissen en genezen galzucht, ver
stopping en slechte spijsvertering. Prijs per
flacon van vijftig ■versuikerde pillen f 0.65;
in apotheken en drogistzaken. 4648
(Van een blonderen medewerker, die
gedurende 3 maanden een studiereis
door Rusland maakte).
(Nadruk verboden).
III.
Pti crisis in de communistische partij.
„Een directe communistische ver
deeling hebben wij niet tot stand
kunnen brengen. Thans moeten wij
die met hulp van den handel tot
stand brengen, maar niet slechter
dan de kapitali ten het doen, daar
anders het volk zulk een bestuur
niet zou uithouden."
Lenin.
„Een vereeniging van personen
van dezelfde meening dat zijn alle
partijen ter wereld, behalve de bol-
schewislen. Een vereeniging van ge
disciplineerde strijders dat is de
Bolschewistische partij.
Krupskaja.
Hoe meer men zioh met de geschiedenis
van de communistische orde bezighoudt,
hoe meer men in de geschiedenis van het
bolsc'hewisme in Rusland doordringt, de9
te sterker komt de geweldige beteekenis van
de persoonlijkheid van Lenin naar voren.
En het is een tragische coïncidentie voor
den opvolger van Lenin, dat juist ten tijde
van zijn dood de innerlijke tegenstellingen
in de communistische partij zoo sterk aan
het licht kwamen, dat verzwijging er van
naar buiten niet meer mogelijk was en met
recht gesproken kon worden van een crisis
in de communistische partij. Juist bij het
verloop van deze crisis bleek met groote
duidelijkheid, welk een overheerschende be
teekenis Lenin voor de communistische
orde heeft gehad. Stellig, Lenin had reeds
lang voer ziin dood van den politieken ar
beid moeten afzien. Maar tot dat oogenblik
was het steeds Lenin geweest, die op kri
tieke oogenblikken den uitweg had gevon
den. Lenin was de dictatorische gids ge
weest, die de nieuwe phraseologie uitvond
en poogde de leuzen te verwezenlijken.
Nog op het Xlde partijcongres, nadat de
N.E.P., de nieuwe economische politiek,
een jaar had geduurd, was het Lenin ge
weest, die op de gevaren had gewezen,
welke de communistische partij door deze
nieuwe economische politiek bedreigden.
Na dit het was zijn laatste optreden,
werd zijn aandeel in hetgeen zich in Rus
land afspeelde voortdurend geringer en
weldra eindigde zijn actieve invloed op het
politiek gebeuren geheel en al.
De discipline, waarmede Lenin de com
munistische orde had ingeënt, was sterk
genoeg, om hem een poos te overleven. En
toch, de discipline alléén zonder de ge
weldige impuls van de persoonlijkheid van
Lenin was niet voldoende om op den duur
aan de tegenstrijdige belangen van perso
nen en beginselen in de communistische
orde^ verband le geven; bovendien werden
de eischen, die de werkelijkheid, deze sterk
ste tegenstandster van het communism.5,
stelde, steeds grooter en zij kwamen door
de invoering van de nieuwe economische
politiek meer en meer op den voorgrond.
Zoo kunnen wij, ondanks alle tegenspraak
en ondanks den uilerlijken vrede, spreken
van een crisis in de communistische partij.
Waaraan is deze crisis te wijten en wat
zijn de oorzaken van deze tweespalt?
Het zou te ver voeren, alle slroomingeu.
die in de communistische partij tot uiting
komen, hier te bespreken. Het is voldoende
aandacht te schenken aan de richtingen,
die thans het sterkst zijn en om de heer
schappij strijden. In de eerste plaats moo
ter! hier de oude leiders van de communis
tische orde genoemd worden, de „oude gar
de", zooals zij in de bolschewistische pers
genoemd wordt. Op het oogenblik zijn het
deze oude leiders, die het lot van de com
munistische orde in de hand hebben en op
deze personen pa9t treffend de karakteris
tiek, die wij van de leiders van de commu
nistische partij hebben gegeven.
Wij hebben er op gewezen, dat deze
„oude garde" allengs afbrokkelt, dat voorai
Lenin er geen deel meer van uitmaakt. Er
is bij deze oude garde niemand te vinden
geweest, die de persoonlijkheid van Lenin
kon vervangen, de persoonlijkheid, die mei
krachtig gebaar steeds nieuwe wegen aan
wees, Thans kunnen wij de oude garde als
de standvastige partij kenschetsen. Zij staan
op het s-tandpunt van het Leninisme, voor
hen is de erfenis van Lenin het richtsnoer
van hun optreden. En aan de heerschappij
van deze oude garde is een verschijnsel
verbonden, dat een van de voornaamste
motieven heeft opgeleverd voor het ont
staan van de oppositie: de bureaucralise»,-
ring van de communistische orde, de straffe
displine en de sterke centralisatie. De oude
garde waakt er angstvallig voor, dat haar
invloed niet kleiner wordt en zich de aulo-
r&tieve positie, die zij inneemt, ook door
het verkiezingsprincipe niet te laten ont
nemen. Het tegenovergestelde standpunt
wordt niet alleen ingenomen door de z.p.
arbeidersoppositie met Preobashenski aan
het hoofd, maar ook door de groep, die zich
rondom Sapronow en Raffail heelt gevormd
en die vooral de leuze van de democrati
seering van de communistische partij A.aar
veren heeft gebracht. Op het twaalfde con
gres van de communistische partij was de
vorming van fracties ten strengste verbo
den. Een besluit, dat zeer begrijpelijk is-,
wanneer men den organisalorischen vorm
van de communistische orde in het oog
houdt. De oppositie, die door Sapronow ge
leid wordt, verlangt nu de mogelijkheid van
fractievorming in de communistische partij.
En men kan het wel als een teeken van
de beginnende zwakte van de communis
tische orde beschouwen, dat voor het laat
ste partijcongres in Januari j.l. van ver
schillende zijden er op werd eangedrongen,
deze fraclievorming toe te slaan.
Hoe scherp d«e tweedracht in de commu
nistische partij destijds reeds was geworden,
blijkt uit het feit, dat zij met goedkeuring
van de hoogste machthebbers in het open
baar werd besproken. De penneslrijd in de
pers over de zoogenaamde democratiseering
werd van beide zijden met de meest scher
pe wapenen gevoerd. Karakteristiek voüi
de kracht, die de oppositie heeft, is de om
standigheid, dal Trotzki zich, zij het dan
ook niet in geheel duidelijken vorm, aan
de zijde van de oppositie schaarde, een om
standigheid, die zijn tijdelijke verbanning
tengevolge had. Wanneer men zich nu af
vraagt, welke motieven en welke denkbeel
den aan deze oppositie der democraten" ten
grondslag liggen, dan zal men er in oe
eerste plaats op moeten wijzen, dat lot deze
oppositie voornamelijk de jonge leden van
de partij behooren. De jonge generatie, die
onder geheel andere omstandigheden is op
gegroeid dan de oude, kon en kan niet van
denzelfden geest doordrongen zijn. Hel ls
typisch, dat de meest verbitterde strijd in
de communistische pari ij gevoerd wordt
ten aanzien van de exclusiviteit, de disci
pline, het orde-achtige karakter van Ae
partij. Het sterke psychische element, dat
in den organisalorischën vorm van de com
munistische orde ligt opgesloten, kan door
de jonge generatie niet meer gedragen en
niet meer gevoeld worden.
Naluurlijk snelen bij dezen strijd de par
tijen en groepen en generaties ook de per
soonlijke tegenstrijdigheden tusschen de lei-
dersh der communistische partij, zooals b.v.
de animositeit tusschen Sinowjew en
Trotzki, een rol. Bovendien zal men bij
nadere beschouwing nog verscheidene an
dere stroomingen ontdekken, zoo b.v. den
voortdurend toenemenden invloed van de
z.g. Ghosjaistwenniki (economisten), dit
zijn de leden der partij, die door de invoe
ring van do nieuwe economische politiek in
directe relatie met het economisch leven
zijn gekomen. Daar ligt een van de voor
naamste oorzaken van de crisis in de com
munistische partij, welke echter ooti 9lechts
RECLAME.
van een lekkere saus ligt in het ge
bruik van 'n zeer zuivere grondstof.
Met HONIG'S MAÏZENA bereidt
men de heerlijkste sausen voor ver
schillendegerechten. Daarom wordt
de onovertroffen Honig's Maizena
voor velerlei doeleinden gebruikt
en steeds meer gevraagd. Let
op de sluitzegels met Bijenkorf.
4646
begrepen kan worden met betrekking tot de
zoogenaamde democratische oppositie.
Maar voor we op dit vraagstuk verder
ingaan, moet ons duidelijk zijn de kwestie:
hoe moet de heerschende staatsvorm geken
schetst worden en wat is er de eigenlijke
diepere inhoud van?
Toen de communistische orde in Rusland
zioh van de macht meester maakte, trachtte
zij het communistische staatsbeginsel in le
voeren. Het bezit werd geheel geschaft, in
de plaats van het geld en van den handel
zou de verdeeliüg van alle ?i.«ederen door
den staat komen, het geld zou geheel en al
worden uitgeschakeld. Het zou te ver voe
ren, hier op al deze pogingen in te gaan, ge
noeg zij, dat zij herhaaldelijk een belache
lijk karakter droegen, zoo werd b.v. een
ambtenaar het salaris over een half jaar
eens uitbetaald in lucifers, zoodat hij zich
zelf en zijn nakomelingschap tot in de derde
graad van lucifers had kunnen voorzien.
Levensmiddelen kreeg hij echter niet en
verkoopen mocht hij de lucifers ook niet,
want in dat geval had hij zich schuldig ge
maakt aan overtreding van de wet op de
speculatie van bet verbod van particulieren
handel. Deze pogingen, den commuuisli-
schen staatsvorm in te voeren, mislukten
jammerlijk. De oppositie tegen dit streven
werd in het land grooter en grooter en het
is slechts aan het krachtig optreden van
Lenin le danken, dat destijds deze ontevre
denheid, die o.a. in den opstand le Krcon-
-stad is tot uiting gekomen, de communis
tische partij niet heeft weggevaagd. in
gooide het roer geheel om. Hij Xwam lot hex
inzicht, dat verdere pogingen, den commu-
nislischcn staatsvorm in te voeren, de in--
eenslorling van de communistische macht
in Rusland zouden meebrengen. De Nieuwe
Economische Politiek, die daarna ten doop
werd gehouden, zou de communistische,
partij in staat stellen, de macht in banden
te houden en door concessies lijd le w nnen<
Wat zijn nu, nadat deze niruwe econo
mische politiek drie jaar is gevolgd, de ge
volgen van dezen slap van Lenin?
Resultaat van de N. E. P. op pobihk ter
rein is in de eerste plaats de hederlta;- van
de communistische huishouding ten opzich
te van de boeren. De communist's/-be partij
heeft er opzettelijk van af gezien, in dc eco
nomische toestanden van het land in le grij
pen. Op den belangrijksten tak van d> sa
menleving, de kern van Rusland, den land
bouw heeft zij slechts zeer geringen in
vloed. 7n het is thans zelfs zoo ver gekomen
dat de sovjetregeering niet eens meer voor
de instandhouding van de z.g, communis-
tische bezittingen kan zorgen, d. w. z. voor
de landgoederen, die onder staatsbeheer zijn
en dat deze bedrijven bijna alle naar. den
kelder zijn gejaagd en aan de boeren ter
verdeeling overgelaten. Hoe merkwaardig
het ook klinkt, de sovjetregeering heeft zich
zelfs genoodzaakt gezien, den strijd tegen
die vernietiging van de half-communislische
dorpscornmime, den Mir, die thans in Rus
land 9teeds grooter omvang aanneen. op te
geven. Zij heeft derhalve lege-luki lijd een
streep gezet onder den grootkapje).1 stischen
vorm van landbouw, die voor de communi-
9eering het meest geschikt scheen en het
plattelandscommunisme geschrapt.
Het bezit van de huizen is, zij het dan ook
niet in alle gevallen juridisch, dan toch fei
telijk, uit d: handen van den slwat in die
van den huurder overgegaan. De verkeers
middelen zijn niet meer kosteloos voor da
bevolking beschikbaar, maar voor liet ge
bruik er van moet betaald worden, zooate in
eik ander land, maar in de me<-ste gevalien
veel meer.
En vooral, het klinkt als een paradox,
voert men in Sovjet-Rusland thans strijd
om de hervorming van het mioHwezen, het
principe van het geld is derhalve weer ge
heel erkend. Typisch voor de tegenwoordige
huishouding is de omslarnhV-eid, dat de
sovjet-regecring de groot ••-te.isu'ie zvyj goed
als geheel, den groot-handel oor het groot
ste deel en voor oen klein deel den klein
handel in handen houdt. Da-t zijn de laatste
overblijfselen van iret communistische pro
gram, van het zoogenaamde acl.teve commu
nisme. Wij zien derhalve, dat 1 &-n ten com
munistische economische orcle in Rusland
niet meer kan worden gespreken, 'sten kan
ten hoogste nog van een bolschewistische
orde spreken en wij gelooven, dat deze aan
duiding de juiste is, daar zij naast de aan
duiding van een bijzondercli vorm ook het
voor Rusland typische (Russisch: Bolsche-
wiek) omvat.
Deze wijziging in de communistische po
litiek moest natuurlijk ook in de samenstel
ling van de communistische orde en in haar
doelstellingen tot uitdrukking komen. Het
communistische regeeringsorganisme moest
in verband met de steeds groeiende econo-