Zonderlinge Kameraden No. 19738 LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 15 Juli. Tweede Blad. Anno 1924. Gemeenteraad van Leiden. FEUILLETON. (Vervolg van gisteren). 2o. Benoeming van een lid der Commis sie van Beheer over de g?slichlen „Ende geest". „Voorgeesl" en „Rhijngeest" (vaca ture W. Pera). (176) De heer v. d. Y/AL no. één der aanbe veling trekt zich terug van d2 aanbeveling, daar de R.-K. geen vertegenwoordiger heb ben in deze commissie en daarop prijs stellen. De heer WILMER, no. 2 d r aanbeveling kun om persoonlijke redenen geen zitting nemen en vestigt de aandacht op den heer Oosldam. die destijds lid was doch vrijwillig plaats maakte voor den heer Pera. Benoemd wordt de heer Oostdam met 13 stemmen tegen 6 op den heer v. d. Wal, 1 op don heer v. Eek, 1 op den heer Wit- mans. 1 op den heer Kooislra en 5 blanco. 3o. Benoeming van een Commissaris der Gemeentelijke Bark van Leening, (177) Benoemd wordt de heer Wilmer met 23 stemmen^l op den heer Splinter en 3 blanco. 4o. Benoeming van een lid der Commissie (uit den Gemeenteraad), bedoeld in art. 2, le lid, sub 3o. der verordening, houdende reglement voor de Commission van Advies betreffende de arheids- en dienstvoorwaar- den van het personeel in dienst van de ge meente Leiden (vacature W. Pera). Uitgebracht worden 7 stemmen op den heer Kooistra, 2 op den heer Eikerbout, 12 op den heer Zuidema, 1 op den heer Huur man. 2 op den heer Wilmans, 2 blanco en 1 van onwaarde. Bij een tweede vrije stemming werden uitgebracht op den lieer Zuidema 12 slem- men, 7 op den heer Kooistra, 1 op den heer Coster, 3 op den heer Eikerbout. 2 op den heer Huurman, 1 blanco, en 1 van on- .waardc. Bij de herstemming lusschen de heeren Zuidema en KooUtra wordt gekozen de eer ste met 14 stemmen tegen 10 op den heer Kooislra en 1 blanco en 1 van onwaarde. 6o. Benoeming van een leeraar in de wis kunde aan de Ifoogere Burgerschool met 5-jarigen cur«as. (192) Benoemd wordt de heer drs. 1. D. A. Boks. 6o. Benoeming van een leeraar in de plant- en dierkunde aan de Hoogere Bur gerschool met ö-jarigen cursus. (192) Benoemd wordt de heer C. F. A. Crop. 7o. Benoeming van een lijdelijk leerares in het Duilsch aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor den cursus 1924- 1925 (192) Benoemd wordt mcj. dr. E. A. W. Broes lan Dort. 8o. Beooeming van een lijdelijk leerares in het Nederlandsch aan de Hoogere Bur gerschool met 5-jarigen cursus, voor den cursus 1924-1925. (192) Benoemd wordt dr. S. Hofker. 9o. Benoeming van een Amanuensis le klasse bij het onderwijs in de natuur- en scheikunde aan de Hoogere Burgerschool yoor Meisjes. (184) Uitgesteld wegens terugtrekken van een der aanbevolencn. lOo. Idem als voren aan het Gymnasium (184) Uitgesteld wegens terugtrekken van een 'der aanbcvolenen. 110. Vaststelling van ecne opga've van personen voor de benoeming van drie leden van het College van Zetters voor 's Rijks di recte belastingen. (201) I. Aangewezen wordt le de heer J. Zitman met 25 stemmen, tegen 1 op den heer Veilbrief en 2 blanco. Aangewezen wordt 2e de heer H. Kors- wagen met 18 stemmen, tegen 8 op den heer Veilbrief, 1 op den heer Marks on 8 blanco. II. Aangewezen wordt 1 o de heer v. d. Laan met 18 stemmen tegen 7 op den heer Veilbrief, 2 op den heer Marks, 3 blanco; 2e de heer J. P. van Beukering met 16 stemmen tegen 8 op den heer Veil brief, 1 op mevr. v. Itallie, 2 op den heer Marks en 3 blanco. 111. Aangewezen wordt le de heer W. Fontein met 17 stemmen tegen 8 Op den heer Marks, 2 op den heer Veilbrief en 3 blanco; 2e de heer A. van 't Riet met 16 stemmen, tegen 12 op den heer Marks en 2 blanco. 12o. Praeadvies op het verzoek- van H. Lautenbach, om eervol ontslag als onder wijzer aan de school aan de Duivenbodestr. B en als onderwijzer bij het Openbaar Ver volgonderwijs. (185) Conform besloten. 13o. Praeadvies op het verzoek van J. P. Ilemerik, om eervol ontslag als Opzichter der plantsoenen. (178) Conform besloten. i 14o. Praeadvies op het verzoek van R. Nijk, om eervol ontslag als Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht. (202) Dq heer WITMANS acht het praeadvies niet volledig. Hjj begrijpt toch dat heen gaan met heelemaal, gelet op de physiek van den heer Nijk. Yoor een deel berust dit wellicht op vrees voor de nieuwe pen sioenwet. Hg vraagt of er pogingen zijn aangewend hem te bewegen nog eenigen lijd ta blijven in het belang der gemeente, ook finantïeel. De VOORZITTER zegt, dat zoo'n ver zoek niet is gedaan. Regel is- op 65-jarigen leeftijd pensioen en de heer Nijk heeft het zelf aangevraagd. 15o. Praeadvies op het verzoek van F. Ouwerkerk, om de te bouwen schuur ach ter het perceel Hooge Morschweg No. 7, van hout te mogen maken. (203) Conform besloten. 16o. Vaststelling van het aan Gedeputeer de Staten uit te brengen verslag aangaande de wijze, waarop het op de gemeentebegroo- ting voor 1923 voor schoolkindervoeding en -kleeding toegestaan bedrag is besleed (138) Conform besloten. 17o. Voorstel tot verhooging van eenige posten der begrooting, dienst 1923, waarvan de raming te laag is gebleken. (167) Conform besloten. 18o. Voorstel tot nadere vaststelling van de gemeentebegrooting, dienst 1924. (186) Conform besloten. 19o. Voorstel tot verlenging van den ter mijn van ontruiming van een aantal onbe woonbaar verklaarde perceelen. (174) De heer DUBBELDEMAN zegt, dat hij wel mee zal moeten gaan, doch hij vraagt den wethouder of deze lijsten aanlegt opdat de zelfde bewoners in deze huizen blijven wo nen. Verwisseling van bewoners mag toch z. i. niet, gelijk B. en W. destijds toch ook uitspraken. Wethouder MULDER zegt, dat onbewoon baar verklaarde woningen niet meer ter be woning gegeven worden, doch hoe, wan neer menschen op straat staan? Dan geeft hij bij hooge uitzondering er wel eens een. Een lijst is z. i. niet noodig. De heer DUBBELDEMAN zegt, dat de wet toch zoo'n optreden belet al erkent hij even wel, dafc hij wellicht ook liever dit dak zou geven dan het hemeldak. Er is dan toch nog een tekort dat blijkt en er moet dus nog een groot aantal woningen bijkomen. De VOORZITTER wijst op de bouwplan nen, die voortdurend worden overgelegd, ook heden weer. Hij wijst er nog op, dat er maar 19 per sonen meer hier zich hebben gevestigd dan vertrokken. Woningnood is er volgens hem niet meer, wanneer alles gereed is. De heer DUBBELDEMAN: we zullen er het beste maar van hopen. Conform wordt dan besloten. 20. Voorstel tot verhuring van de voorma lige Commandantswoning in het Invaliden huis aan den Middelweg, aan de Leidsche C. J. M. V. „Padvinders". (194) De heer KNUTTEL wil zich er tegen ver klaren om aan zulke fascistische vereeni- gingen gebouwen te geven. Het voorstel wordt aangenomen met 273 stemmen. Tegen de heeren Kooistra, v. d. Heuvel en Knuttel. 21o. Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Football Club, om vermindering van de pachtsom vap de perceelen in den Boschhuizerpolder, Sectie O, Nis 663, 665, 666 en 667. (173) De lieer VERWEY is het in 't algemeen met B. en W. eens, dat contracten moeten worden nageleefd doch dat principe mag geen dogma worden. Hij bepleit eenige cle mentie, verwijzend naar de crisis waarin deze vereeniging verkeert, ook door werk loosheid onder de leden. De vorigé pachter betaalde ook veel minder. Hij stelt voor de pachtsom op f 350 per H A. te berekenen, dus te brengen op f 1644.475. Den heer KNUTTEL spijt het, dal de heer Verweij het verzoek der vereeniging niet eenvoudig wil inwilligen. B. en W. mogen toch ter bevordering der sport wel tegemoet komen. Bij niet voldoep is van de vereeni ging niets te halen en-zoo'n pacht zal nie mand anders meer betalen, dat bedenke men ook nog wel. Wethouder MULDER zegt, dat zich al heel bijzondere omstandigheden moeten voordoen, voor B. en W. een contract willen verlaten en die omstandigheden zien zij niet. Inderdaad, het land zal zoo'n pachtsom niet weer opbrengen, vernield als het land is door voetbal (ontkenningen). Zie dan naar het terrein aan den Hooge Rijndijk. Het voorstel Yerwey wordt verworpen met 1812 stemmen. Voor de S.D.A.P., de heeren Knuttel en Witmans en de dames v. Itallie en Dietrich. Het voorstel van B. en W. wordt nu z. h. st. aangenomen. 22o. Praeadvies op het verzoek van de Zwemvereeniging „De Zijl", om toekenning van eene bijdrage in de kosten van een door haar te houden openbaar zwemfeest. (204) Conform besloten. 23o. Voorstel tot het instellen van een rechtsvordering legen C. en J. C. Duindam tot vergoeding van schade, veroorzaakt door aanvaring van een sloolpaal nabij de Kwaakbrug. - (205) Aangehouden tot een geheime zitting op verzoek van den heer Spendel. 24o. Voorstel in zake het verhaal van bij dragen voor weduwen- en weezenpensioen van gemeente-ambtenaren. (166) Hierbij is een amendement Baart om sub 2 le doen vervallen. De hepr HEEMSKERK huldigt B. en W., dat zij zoo lang mogelijk de positie van het gemeen tepcrsoncel wijden handhaven. In dit voorstel ligt echter iets, dat de bedoe ling heeft in dienst zijnd personeel bij be vordering ecnigszins aan le tasten, afgezien van 't nieuwe personeel. Hij acht daarom het voorstel niet gelukkig. Ilij heeft eenige bezwaren. Het eerste is dat bij verschil tusschcn oud en nieuw personeel er een verschil komt in financieele positie, waar tegen altijd zal worden aangevoerd, dat er geen gelijkheid is in rang. Het tweede is, dat bij het komen in een hoogeren rang er wel geen schade zal zijn, voor den betrok kene, doch veelal geen voordeel. Financieel voordeel voor de gemeente ziet hij daarin ook niet, integendeel, daar de gemeente het verschil moet bijpassen tot het oude trac- tement. En ten derde acht hij onbillijk, dat slechts tot f 3000 de aftrek zal gelden, dus deze zal drukken op de lagere salarissen. Misschien zal op den duur getornd moeten worden aan de positie van het gemeente- personeel. maar dan moet dit z. i. ook over de gansche linie zijn. Hij behoudt zich zijn stem voor. De heer BAART gaat eerst terug naar den gang van zaken in het Georg. Overleg, die hem niet geschikt lijkt 'om de partijen tot elkaar le brengen, waarop hij nader ingaat. De kleinen worden hier weer in 't bijzonder getroffen, de grooten gaan vrijwel yrijuit. Waarom moet dat altijd zoo? Dé heer DUBBELDEMAN: Er zijn veel meer kleintjes. De heer BAART: Zeker, maar die kunnen het het minst dragen. Veel bevorderden zou den minder gaan verdienen, zie de voor beelden der Chr. organisaties. De onbillijk heid wordt door dit voorstel bevorderd. De heer ELKERBOUT vindt ook het voor stel niet sympathiek en wat voor voordeel zou het opleveren? Bij vele bevorderingen zou een extra toelage moeten worden ver leend, zoodat er z. .i weinig bezuinigd wor den kan, afgezien van het opwekken van veel wrijving. Het geeft meer last dan voor deel. Temeer waar het maar gaat tot een bedrag van f 3000 is hij er legen. Kan de gemeente de lasten niet langer dragen, welaan, dan moet er loonsverlaging komen, hoe hard ook. De heer KOOISTRA zegt, dat hel voorstel van B. en W. heel zacht lijkt maar in wer kelijkheid is het anders. Hier zit in een glij- systeem. De arbeidersbonen moeten naar beneden en de voordeelen van 1918 onder angst gegeven, teniet gedaan. En dit voor stel is de glijplank daarheen. Bij de particulieren is altijd nog de idee dat de ambtenaren het zoo best hebben, niet behoeven te zorgen voor de toekomst etc. Maar juist de ambtenaren vallen door hun vast salaris vaste armoede in han den van woekeraars, spr. citeert de „Tel.". Wanneer telkens geïnterrumpeerd wordt verroekt de VOORZITTER herhaaldelijk om tooh ter zake te blijven, gezien de agenda, men hure de stadszaal af, maar van rechts gaat men door. De heer KOOISTRA aoht het zeer na- declig voot de arbeiders op dat glij-sy- steem in te gaan. 't Zal bierihj niet blij ven, er zal dan nog wel meer volgen. De heer ZUIDEMA aoht de loonsvraag zeer lastig, want van een peilschaaltje valt niet af te lezen, boe hoog het in bil lijkheid moet zijn. De loonen in hot parti culier bedrijf zijn eohter een houvast en deze gaan tamelijk sterk omlaag. De po sitie in gemeentedienst is daarom wel be voorrecht, geen werkloosheid, .wachtgeld, goed pensioen etc. Gezien wat het Rijk doet, is het niet onbillijk een kleine tege moetkoming te vragen, gelet op de gemeen- tefinanciën. Hij huldigt B. en W. dat het ooilege daarmee rekent. Als anti-revolutio nair kan hij in 't algemeen geen aanmer king maken op deze voorstellen en ook als democraat, waartoe hij zich ook rekent, Met den heer Witmans gaat spr. dan een politiek debat aan. Tegenover den heer Kooistra met rijn citaat uit de ,,Tel." stelt hij een citaat van Schaper in „Het Volk'* en wat Vliegen vel op het Congres. B. en W. bedoelen z.i. geenszins den kleinen man te treffen, integendeel, zij willen niemand achteruit doen gaan. Maar gezien het verzet stelt hij een motie voor, waarin B. en W. worden uitgenooiligd eeti regeling te treffen over on voor de ge- heele linie, zoc zij dit noodig oordeolen. De heer KNUTTEL meent, dat uit den aard der bestrijding van reoht-s blijkt, dat men daar verder wil gaan en de motie- Zuidema 'bevestigt dit. Van onze zijde moet natuurlijk tegen iedere verslechtering worden gestreden. De rampzalige houding van socialistische wethouders elders heeft helaas veel kwaad gedaan. Dit voorstel zal moeten worden af gewezen, omdat geen enkele versleohto- ring mag worden aanvaard. De beer WITMANS wil de democratie van den heer Zuidema bestempelen als de mocratie van den konden grond cn gaat daar nader op in. Over dit voorstel van B. en W. wil hij alleen zeggen, dat t.i. pensioen is uitgesteld loon, dat feitelijk premievTij moet zijn, volgens zijn opinie en daarom kan hij niet meegaan. De heer WILBRINK huldigt B. en W. die willen bezuinigeD, zonder de huidige ambtenaren te treffen. (Nu interrumpeert links en hamert de voorzitter wederom om stilte). Er moet be zuinigd worden evenals in het partioulior bedrijf. Hij voelt wel iets voor de motie Zuidema maar hij zal tooh tegenstemmen, van oordeel dat van B. en W. zoo noodig loonsverlaging moet worden voorgesteld, na bet G. O. te hebben gehoord. De heer VERWEY komt op togen cita ten om onecnigheid te oonstateeron in do soc.-dem. partijdie verschillen bestaan ook bij ant-rev. en communisten. De VOORZITTER zegt, dat 9/10 buiten de voorstellen omging. Toen hij in 1910 hier kwam, waren do pensioenen niet zoo veel lager dan nu. Toen kostte het f 30.000, nu f 420.000 en en dat komt door ponsionnecring van al lerlei kruimpjes-baantjes etc. Momenteel betalen alle rijksambtenaren 6% pCt. en elders ook reeds bij provincie eto. Nu komen B .en W. met een zeer mak voorstel, niets afnemend, alleen de nieu we ambtenaren belastend of de tot hoogere rangen bevorderden, behalve voor zoover <ïan minder zou ontvangen worden dan in vorige rang. In Amsterdam hebben de par- tijigenooten der heeren, die cr nu zoo pal tegen zijn hier, warm gestemd voor erger 1 Dezelfde mensohen, die cr in de bonden tegen zijn, vinden het worstel persoooltfk goed. Het weduwenpensioen gaat nooit verder dan over 3000, dus voor meer behoeft men toch ook geen premie te betalen? Niemand zal bij dit voorstel minder ont vangen, herhaalt hij nog eens. Bij de motie-Zuidema zouden B. en W.- moeten komen tezijnertijd met aftrek over de geheele linie cn dat sou voel erger zijn, luister maar eens onder-de ambtenaren. Over kleine bezwaren moet ioder saoh' kunnen heenzetfen, anders blijft men al« tijd negatief. De beer BAART repliceert. Van do loooen mag niets meer af. Met het particulier bedrijf bobben wij nieta ie maken. De arbeidsvoorwaarden van Am-' sterdam zou men hier wat gaarne accep> teeren De heer y. ECK komt er tegen op, dat zijn partij alleen voorstellen afstemmen zou, omdat zij komen van B. en W. Kwa men hier soc.-dem. wethouders met voor stellen als te Amsterdam, dan nog zouden wij tegenstemmen. De beor KNUTTEL: Wie gelooft dat' nou. De beer v. EGK: Onze partij vipdt bet gebeurde <e Amsterdam niet geheel goed. De heer KNUTTELJe slikt het tooh maar. De heer v. EGK wil in deze kapitalisti sche crisis niets halen van de kleintjes met sparen van de jjrooten. De VOORZITTER zegt allcon te hebben gewezen op de verschillen mot A'dam. Do heer v. EöK is een heel andere socialist dan elders, waarmoe niet te rekenen is. De heer ZUIDEMA verdedigt zijn oi- teeren onder groot rumoer en hamergo- tik. Hij is bereid zijn motie in te .trokken om de uitspraak zuiverder te doen zijn en doet zulks. De heer KOOfSTRA zegt, dat de voor zitter een verkeerden indruk geeft wan neer hij zegt, dat er niets verandert. De VOORZITTER: Ik geef noon een verkeerden indruk, 'fc Betreft natuurlijk alleen dit voorstel, dat beeft bij duidelijk genoeg gezegd. Het amendemen t-B aart wordt verworpen met 1614 stemmen. Voor de S. D. A. P., de heoren Knuttel, Heemskerk, Witmans, v. Rosmalen en Eikeihout en mevr. Dietrich. Het voorstel van B. e n W. wordt aangenomen, met 1614 stemmen. Tegen de S.D.A.P., de heeren Knuttel, Heemskerk, Witmans, v. Rosmalen, Eiker bout en mevr. Dietrich. Hierna geheime zitting. Bij heropening wordt aangenomen oefrï voorstel van B. en W. den opvolger van den heer Nijk, als directeur van het' Bouw- en Woningtoezicht, een salaris te geven van f 4700—f 5500, mot 218 stem men. Punt 23 wordt alsnu aangenomen; met 20—3 8tcmmen( die der heeren Bpendet Knuttel eü Wilbrink). Hierna schorsing. r Avondzitting. rv 45o. Vaststelling van het 2e suppletoir Ed- hier der schoolgelden voor Middelbaar- ep Iloogcr Onderwijs, dienst 19231924. (180). Vastgesteld. 46o. Bezwaar- en verzoekschriften legen aanslagen in het schoolgeld Lager-, Middel baar- en Hoogcr Onderwijs, dienst 1922-'23 en 1923-'2I (181). Vastgesteld. 25o. Voorstel: a. tot goedkeuring van de bedragen over het jaar 1923 besleed voor normale uitbrei dingen der Gasfabriek en der Eleclriciteits-» fabriek b. tot aanvulling van hot uilbreidingskapi- taal der Electriciteilsfabriek; c. tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (196). Conform besloten. 26o. Voorstel: a. tot het verleenen van vergunning aan de gemeente Alphen aan den Rijn om met de gemeente Zwammerdam een overeen - komst aan le gaan, betreffende de levering van electriciteit in die gemeente door het Naar *t Engelsch van LEONARD MERRICK. Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H. 83) Vol vreugde tintelde het bloed door zijn aderen, toen zij afreden; hij zou zelfs zijn kleur vergelen zijn, als ren dame, die den coupé was binnengekomen, terwijl hij fh zijn stuk verdiept lat, niot beleedigd had op gekeken, toen hij met zijn gelaat le voor schijn kwara. De trein sukkelde door de stad, zóó wan hopend-langzaam, dat hij al begon te vree zen, hoe hij nooit verder zou komen dan London Bridge; maar na een minuut of twin tig zette hij de vaart er in en pufte Surrey- ward uit gillende en fluitende. Bij den Kreet „Godslor.e", wierp hij het blad neer en naastte zich om zijn bagage zoo lang te laten opbergen. Een avontuurlijke geest bezielde hem, toen hij uit het bagage-depot op het met Kiezel bestrooide voorplcinlje trad. Hij vroeg niet dadelijk naar Daisy-mead; hij vond het a. erg genoeg, dat hij er was. Hij keek den terugkeerenden 'rein langen tijd na, zag de rookkolom optrekken en zich eindelijk in het verre vérschiet oplossen. liet fluiten hoorde hij nog maar vaag; het klonk niet on aard g en zweeg r.u zelfs. Zijn verlangen gaandeweg in vreedzaamheid over; Tan het voorpleinlje fcetrid hij het kronkel pad. l De zeur van kamperfoelie woei, hem lege- moet. de heggen zagen rood van ranonkels en blauw van vingerhoedkruid; de weiden liepen af in bevallige glooiing. Het was buiten. Zijn ziel zegende dat lieflijke bijzondere iels, stilte. In het eerst hield hij het ten minste voor stilte. Maar naarmate zijn ge hoor gewend raakte aan de omgeving, be merkte hij, dat de lucht juist trilde van ge luiden, van een gekweel en gegons, van het zoemen van bijen en het ruischen van lang gras, dat in zilveren pluimen voor de wind boog. Ook moet gezegd worden, dat hij het brommen van een vlieg vernam, die hem wel een halve mijl achtervolgde en hem steeds in den nek ging zitten. Hij plukte een paar bloemen, die hij in het wild zag. en stak ze op zijn jas; zij wa ren prachtig en hij had wel eens willen we len hoe zij heetten. Na een tijdje kwam hij een troepje dorpskinderen tegen en vroeg naar den naam. De jongste van het groepje was misschien een jaar of twaalf, zij staar den hem aan en wisten hel niet. Het zingen van een lijster in een olm hield hem staan de; al weer luisterde hij met verwondering. Een vrouwtje kwam den weg op, met een mand aan den arm; hij sprak haar aan en vroeg: „Wat is dat voor een vogel" Zij was oud en gebogen en had hier heel haar leven gewoond; zij staarde hem aan en wist het niet. „Tk heb nooit op vogels gelet", antwoord de zij. Dit was: „buiten." Hij twijfelde niet of het zou gemakkelij ker zijn inlichtingen le krijgen, als hij hel huis zocht. Een blocnens'lengcf deed dienst als pijo en at rookende ontdekte hij een opening in de heg en stond zoo ann^den jngang van een bosch. Dit moest het bosch zijn, waar hij van gehoord had; het'bosch, dat zij hem had afgeschilderd in haar brieven. Hij dacht altijd aan haar als „zij"de vorm „miss Sor- renford" was onmogelijk in overpeinzingen cn hij kon toch ook niet aan haar denken als „H.'\ Zij had gezegd, dat zij hier voort durend kwam; dan kon zij er nu ook wel komen, terwijl hij er dwaalde; het was zelfs mogelijk, dal de struiken haar op dit oogenblik voor hem verborgen hielden. In zijn verbeelding leek het hem, dat het bosch de plaats was, waar hij haar het liefste zou ontmoeten; dat hij haar daar het eerst moest zien, om de vreugde volmaakt te doen zijn. Hij boog de heesiers ter zijde en verdween in het dichte bout. Zoo ijverig drong hij door in hot laby- rit, of hij hoop had, tot haar te kunnen spreken, als zij elkaar ontmoetten. Hoe don ker was het hier, met den hemel zoo uitge sloten! Het gebladerte boven zijn hoofd suis de wail; do takken hingen anders zoo laag, dat hij zich dikwijls hukken moest. Zijn voet slappen knarsten op het bed van dorre bla deren de twijgjes van de wilde roos bleven aan zijn kleeren haken. Hij kwam waar het lichter was. Eenzaamheid sloot hem geheel in en de varens reikten tot aan zijn knieën; in de koele, vochtige stille, kon hij het kleinste stukje tak op het mos hooren vallen. Hij stond even na te denken, dat dit niet een plaats was voor een jong meisje, om onbeschermd in door te dringen; de naaste woning kon wel mijlen ver af zijn. En al was zij ook dichtbij, geen geschreeuw kon er vernomen worden geen hulpkreet zou zelfs tot den weg doordringen. Zijn gemoed was nu niet zoozeer vervuld van aangena me visioenen, haar te ontmoeten dan van zorg voor haar dagelijksche veiligheid, Op dit oogenblik werd hij verschrikt door een sluipenden tred. Een ruwe gedaante glipte behoedzaam tusschen de boomen door. Hij zag David niet, maar een moment zag David iets van hem, niets, dan zijn wreede «ogen, het be- geerige gelaal, den opgeheven arm. Een momentHet volgend oogenblik zag hij, zich een paar meter at ter aarde werpend, een spreeuw, en de jongen sloop er heen, zijn begeerte gewekt door het lieftallige van het diertje, waarna hij het met een steen wilde verpletteren. Het was „buiten". De veeren van het vogeltje glommen als satijn, het kleine ding was zoo vol vertrou wen, zoo teer, zoo gelukkig, dat dit helsch ondernemen den man wee maakte. Hij wierp met zijn pijp en de spreeuw vloog op, gered, een seconde eer de steen werd gegooid. De jongen beschouwde hem zoowel met toorn als met verachting; iemand ,die de pijp als werptuig gebruikte, leek hem wel een gek. David, wien de vingers jeukten, zei er een hartig woordje van; maar de ander loonde zulk een stomme verbazing op zijn verontwaardiging, zulk een totaal gebrek aan begrip, dal in plaats van toorn, een ge voel van diepe ellende den dichter nu ver vulde. Het leek hem zelfs, toen hij zijns weegs ging, dat hij onrechtvaardig was ge weest. Wat later In het jaar zouden ontwik kelde mannen en bevallige vrouwen ook vogels vermoorden voor vermaak. Of het nu de eene vgel was of de andere, of het na met een geweer, of met een steen ge schiedde Dezen boerenkinkel was zijn schandelijk bedrijf ook „sport". Het verschil in bar- baarschheid was enkel een verschil van stand. David had nu genoeg van het bosch. Na dat hij zijn pijp weer ontdekt had, tusschen de varens, maakte hij, dat hij er uit kwam, en slenterde terug langs den hoofdweg. Toen hij een grooten zak had ingehaald, die over den schouder bleek geslingerd van een kleinen jongen, die de pot en de uniform van een postbode droeg, vroeg hij den weg naar „Daisymead", en hoorde, dat hij daar niet ver van af zou zijn. Het was een laag, wit huis, met stijve, witte gordijntjes voor de ramen en vol witte klimrozen langs de muren. Op het zien hier van was hij bijna teleurgesteld, want hef leek hem, dat het aan den verkeerden kant van den weg lag, ofschoon hij nooit van te voren de ligging zoo nauwkeurig opgenomen had. Een trap van enkele treden leidde naar een wit hekje en een stukje voortuin, dat prachtig in bloei stond, één weelde van an jelieren en campanula's en fluweelzachte, duizendschoonen. Hij belde en wist eigenlijk niet hoe hij zijn aanmelden wel verklaren zou; want hij zag niet één bordje met het den Londe- naren zoo bekende „.Gemeubileerde Appar tementen" boven de deur. Ilem werd opengedaan door een flinke, groote vrouw, die haar handen aan haar schort afdroogde. Het was geen boerin; haar oogen stonden levendig, haar gelaat was beweeglijk en ofschoon zij grijs haar had, was haar houding recht als een kaars. Zij koek verwonderd naar hem; er was zelfs een likje vrees in haar blik. „Goeden morgen", zei hij, „ik zoek naar kaïgers, of naar één kamer, als ik er niet meer kan vinden. Heeft u er ook een M huur?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5