HAAGSCHE BRIEVEN.
Brieven over Photografie.
HAAGSCHE SCHETSEN.
Voorschoten. De schielclub „D.O B."
houdt er van, ten minste het bestuur, het
peil der schutters op te voeren en voor aan
moediging wedstrijden te organiseeren.
Leden wedstrijden. Zoo ook nu weer. On
derling hadden de schutters elkaar wee*
kunnen bekampen en vele mooie prijzen
waren voor de wedstrijden aangekocht, maar
wat meer zegt: veel geschonken. Gisteravond
was de prijsuitdeeling en de prijzen waren
tentoongesteld in de clubzaal, de groole
zaal van „De Groote Vink" die de heer G.
S. Bailey steeds beschikbaar stelt voor D.O.
B.'s zonen. Geschonken was o.m. een prach
tige coupe voor den wedstrijd snelvuren, iets
nieuws voor de leden, bedacht door één der
leidende figuren, wat zeer in den smaak
viel. Verder voor de klassen winnaars, etui's
mot zilveren lepels en tot slot een zilveren
lauwertak.
Bescheidenheid gebiedt ons de namen der
schenkers niet te vermelden, maar in intie-
men kring zijn zij gisteravond hiervoor ge
huldigd.
A'an het einde van den avond reikte de
beschermheer dr. J. Moll van Gharante de
prijzen uit met een toepasselijk woord. Aan
het bestuur werd dank gebracht, evenals
den baancommandant voor de leiding en
beslommeringen en tenslotte aan de schen
kers.
Dr. Timmermans was de tolk der leden en
bracht dank en hulde aan den beschermheer
en bestuur, waarna de Vooorzitter de heer
G. G. v. d. Plas de sprekers beantwoordde
en danke.
Prijswinners waren klasse G. Vos, W.
Meyer, dr. Timmermans,
klasse II C. Werkhoven, A. J. Turion klasse
JII T. v. Rooyen A. v. Haasteren, klasse IV
C. (Nise, E. Jansen.
Vrije Baan: dr. Timmermans, C. Niese.
Speciale wedstrijd, W. Meyer, G. S. Bae-
len, A. v. Haasleren, C. Niese.
Snelvuren: W. Werkhoven.
Surprise: Prijs voor den laagsten schutter.
Na loting: M. v. d. Valk.
De uilslag van den korpswedstrijd
kring Rijnland-Zuid is als volgt:
Aantal deelnemende korpsen 11.
Eerste prijs klasse B, verg. zilveren med.
met 5 draagmedailles, Voorschoten 381 p.,
in 350 sec.; klasse C, 1ste vijftal, 3de prijs
956 p. in 390 sec.j 2de vijftal, 5de prijs,
328 p. in 395 sec.
Voor de hoogste korpsschulter had do
Bond van Vrijw. Burgerwachten in Neder
land een groole bronzen medaille beschik
baar gesteld, welke werd behaald door der»
heer G. J. Yperlaan met 90 punten.
18 Juli heeft een bekerwedstrijd plaats.
Kerke 1. bericht. Geref. Kerk, Zon
dag 10 uur en 5 uur, ds. P. N. Kruijswijk,
H. Avondmaal.
Ned.-Herv. Kerk: Zondag 10 uur en 5 uur
ds. H. P. Fortgens.
Wassenaar. - Burger 1. stand.
Ondertrouwd: J. C. van Kessel en A. E. van
Grjn. M; L. Zuiderduin en M. van der
Plas.
Gloren: Henrietta, D. v: D. Ouwerkerk en
A. van Haaster. Nicolaas Wilhelmus, Z.
v. P. L van der Ham en G. G, van der Hulst
Lodewijk Cornells Hermanus, Z. v. W. J. C.
Eikendal en M. E. F. van Nahuijs.
Vrijdagmorgen werd ten gemeentehuize
aanbesteed het maken van een klinkerbe
strating in den Katwijkschen weg zonder
bijlevering van steenen.
Ingeschreven werd door L. en G. Visscher
Wassenaar f 18.-115; P. G. Langeveld, Har-
dinxveld f 18.760, D. Esser II.Mz., Delft,
f 19.885; J. A Verheul. Rotterdam, f 19.900
A. van Dijk, Utrecht, f 19.960; J. Moerland
St.-Annaland f 19.980; A. Bras, Dubbeldam
f 20.150; J. Lindhorst te Bodegraven en J.
Versluijs, Oude water f 20.300.
Zoeterwoude. Van de week maakten
de kinderen der openbare lagere school al
hier een reisje naar Scheveningen. Het
spreekwoord, dat een droeve morgen een
blijden dag maakt, werd ook nu weer be
waarheid, wat het genieten in niet geringe
mate verhoogde. De kinderen zijn overvol-
daan thuis gekomen, verrijkt met vele
nieuwe indrukken.
De Raad dezer gemeente vergadert
Woensdag 16 Juli aanstaande, des avonds
om zeven uur (nieuwe tijd) ten gemeente-
huize.
Agenda: 1. Ingekomen stukken; 2. Aan
bieding gemeentcrekening dienst 1923; 3.
Opmerkingen Bouw- en Woningverorde
ning en voorstel van B. en W. tot wijziging
en aanvulling derzelve; 4. Verzoek van Fa.
Jac. van den Akker en Zoon om f 700
subsidie voor het in-stand-houden van een
autobusdienst, met voorstel van B. en W.;
5. Voorstel van B. en W. om een stuk grond
ondershands te verhuren aan A. H. Vollen-
berg; 6. Idem om te besluiten tot terugbe
taling van f 12.000 aan het Rijk, wegens
bij voorschot verkregen gelden voor den
aankoop van bouwterrein; 7. Idem tot het
aangaan van een geldleening groot f 16.000
8. Idem tot verkoop van een stuk bouw
grond aan A. H. Vollenberg voor het bou
wen van arbeiderswoningen; 9. Idem tot
wijziging van de instructie van den ge
meente-opzichter; 10. Idem tot wijziging
van de instructie van den administrateur
van het waterleidingbedrijf; 11. Idem tot
vaslstelling der begrooting voor het water
leidingbedrijf voor het tijdvak 1 Juli
31 December 1924; 12. Idem tot het aan
gaan eener rekening-courant met de Bank
voor Ned. Gemt.; 13. Idem tot het doen van
betalingen uit den post „onvoorziene uit
gaven" 1924; 14. Idem tot uitbreiding van
het electrisch net en het aangaan van een
nieuw contract inzake stroomlevering met
de gemeente Leiden-, 15 Rondvraag.
RECLAME.
Er zijn (wee manieren.
om uit te maken, of. gij zwakke nieren
hebt. Ten eerste door rugpijn en andero
uiterlijke kenteekeDen, en ten tweede door
urine-onderzoek.
Als rugpijn, voortdurend terugkeerende
hoofdpijn, of zenuwachtigheid vermoeid
heid en duizeligheid u doen vermoeden,
dat gij een nierkwaal hebt, let dan op uw
urine. Sla acht op verschijnselen als de
volgendete» veelvuldige of te weinige
aandrang tot urineeren, te groote of te
kleine hoeveelheden, te donkere of te lichte
kleur, branderig en pijnlijk gevoel bij de
loozing, onaangename reuk, zanderig,
gruisachtig of bewolkt bezinksel.
Tijdelijke afwijkingen kunnen aan andere
oorzaken te wijten zijn, maar als de ver
schijnselen blijven optreden, zijn uw nie
ren verstoord en behoeven zij hulp. Ver-
waarloozing kan nocdlofctig worden.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen verbete
ren en regelen de urine, helpen en ver
sterken zwakke nieren ep verdrijven zoo
doende rugpijn, duizeligheid, rheumati-
scho pijnen, zenuwachtigheid en andere
gevolgen van nierkwalen. Zij hebben dui
zenden nierlijders voor goed genezen.
Verkrijgbaar in apotheken en drogistza
ken f 1.75 per flacon (geel étjkefc met
zwarten opdruk)". 4263
Eenigen tijd geleden woedde er een
stormpje tegen de Haagsche Tramweg-Maat
schappij: haar materieel deugde niet, zj
maakte op sommige lijnen te weinig ritten,
liet te veel lushangers in haar wagens toe.
De klachten waren gerechtvaardigd en
men kan niet zeggen, dat ze te vroeg kwa
men. Reeds lang zag het er uit of de
'Haagsche Tram haar goeden naam ging
verspelen. Men mag wel ze.ggen: haar roem,
want ook de meestbereisde zal niet licht
.een stad kunnen aanwijzen, waar bij den
opzet van een electrisch trambedrijf aan
hoogere eischen dan te 's Gravenhage vol
daan werd, wat betreft ruimte en sierlijkheid
der wagens, tucht en tenue van het per
soneel. Wij zijn hier in de Hofstad nu
eenmaal aan een zekere keurigheid in uiter
lijke dingen gewend; daaraan voldeden de
crème-kleurige rijtuigen en het voorkomen
der bedieningsmanschappen op aangename
wijze. In Amsterdam mocht een tramwagen
eens de modder, en zijn conducteur de
baardstoppels van den vorigen dag vertoo-
nen, Den Haag zou zulk een miskenning
van de étiquette niet geduld hebben.
Maar op een boozen dag *rj hadden
het lang genoeg opgekropt om boos te
mogen zjn waren wij het eens, dat de
fijne puntjes van onze tram afgesleten wa
ren. W$ gleden niet meer over de rails, v/rj
rammelden en bonkten; telkens dreigde le
vensgevaar door kortslui.ing ea brandbegin;
wjj stonden te lang aan de halten en als
wrj al er in kwamen! te nauw in den
wagen.
Wij zijn wel een volk, dat graag mopper!,
maar in daden ontlaadt zich onze gekwetst
heid toch zelden; het is inderdaad onge
looflijk, zoo lang als wij ons met mopperen
tevreden stellen en zoo geduldig ais wij ons
laten verdrukken. Naar een ander wapen
dan het ingezonden stuk grepen wij dan
ook niet, maar het werd krachtig gehan
teerd, en daar de redacties den gerechten
strijd loyaal steunden, werd het resultaat
bereikt, dat de waarde van de dagbladpers
voor het uiten en steunen der publieke
opinie weer eens erkenning vond.
Bij dit resultaat is het overigens vrijwel
gebleven. De Haagsche Tram is niet meer
wat zij was.
Evenwel rijst de vraag of deze laalste
uitspraak niet het gevolg is van een een
zijdige beschouwingswijze- De Tram is im
mers niet alleen bij zichzelf, zij is ook bij
de staa ten achter geraakt. Met alle open
bare vervoermiddelen in alle groeiende steden
is dat het geval; ja, in het algemeen heeft
de verkeersruimte het verkeer te land niet
kunnen bijhouden, ook buiten de steden niet.
Do verpiaatsings-micide'ea vinden bijna ner
gens voldoende gelegenheid om de capaciteit
te ontplooien, die zij zich in overeenstemming
met de snelheidsbehoeften hebben tigert ge
maakt.
Het tram-lransport in Den Haag beant
woord ongetwijfeld sinds geruimen tijd niet
bevredigend meer aan de eischen van hen,
die zich vlug en zeker willen of moeten
verplaatsen. Het aantal ritten is op som
mige ljjnen te gering, het aantal halten te
groot, het tijdverlies bij stoppen en aan
zetten te aanzienlijk. Een belangrijk deel
van het tram-gebruikend publiek behoort tot
de welgestelden op het stuk van tijd, en de
sterke minderheid, die woekeren moet met
de minuten, wordt hiervan de dupe. Wel
vertoonen wjj hier nog niet het kluchtspel
van de Leidsche Straat te Amsterdam, waar
twee hoofdlijnen haar wagens op elke brug
geduldig te overwinteren zetten, ais werd
er ganzebord gespeeld, waarbij het in den
put geraakte pand moet wachten tot het
wordt afgelost; maar het ziet er naar uit of
hij, die haast heeft, zich van élke vervoer-
gelegenheid beter bedienen kan dan van
de tram. Verscheidene lijnen voeren naar
do stations, doch zij nemen zelfs den schijn
niets van te beseffen, dat zij gebruikt kon
den worden door menschen, die haast heb
ben. De tergende traagheid, waarmee de
tram zich door de binnenstad wringt kan
hoogstens hun te stade komen, die zich,
zonder op dqn duur te letten, het loopen
besparen willen, waar zelden den man van
de klok van dienst zijn. Op weg naar het
station van do Hollandsche Spoorbevindt
zich zelfs nog,een anachronische van tragi
sche belachelijkheid: de ophaalbrug aan het
eind van do BpekhorststiXoat Een tcamrijtuig
met jachtende zpkenmenschén nadert het
fatale kruispupt; ,voor menigeen is het ver
trekken met een bepadlden trein verbonden
aar de grootste belangen. Daar komt de
brugwachter uit zjn huisje; hij verschuift
zijn pruim en plichtsgevoel staalt zijn
gelaatstrekken. Elk van zijn spieren snakt
naar arbeid. Hij opent de brug. S'atig drijft
de mistpraanj aan zijn ambtelijke blikken
voorbj, die nu te 4 uur in plaats van te 4
uur 10 in Slaperadeel zal zijn, welke laalsle
catastrofe p.aat; gevorden zou hebten, w. n-
neer het machtsgebaar van de brug-auto-
riteit het wonder der electrische techniek
niet in zijn vaart had gestuit. En deze tien
minuten trieste dwaasheid doen, wie weet
welke, mogelijkheden van groote waarde en
ernstig belang verloren gaan voor de harde
werkers, die hun trein nu zullen missen.
Sommigen mogen, in vele opzichten ten
rechte, den tijd der trekschuiten en draag
stoelen terugwenschen, wanneer echter Den
Haag de woonstad blijven wil (wat zij steeds
j meer wordt van velen, die hun werk ia
andere steden hebben en voor wie tijd geld
beteekent, dan zal zj de autobussen-
concurrentie is een aanwijzing er voor
i haar openbaar vervoer-stelsel dienen te her-
I vormen. Aan een ondergrondschen spoor-
weg zal op den duur niet te ontkomen zijn,
maar in afwachting daarvan moet de tram
I haar exploitatie zooveel mogelijk op desp'.ts
voeren.
Het maakt den indruk, dat van dit laat
ste de noodzakelijkheid nauwelijks wordt in
gezien. Zoo lang de reeds genoemde mis
standen worden gehandhaafd; zoolang ook
aan de halten gemoedel jk-weg minuten lang
wordt gewacht op van verre wenkende da
mes, die in de city willen gaan winkelen
en, naderbij gekomen, met één voet op de
trede nog afscheidsredenen houden tot een
uitgeleide van dochters of vriendinnen; zoo
lang de conducteurs verplicht worden zich
door de ovettalrijke Inshangers heen te
worstelen om op het achterbalkon het sein
tot vertrek te geven, waarmee al weer heel
wat tijd verloren gaat; zoolang er een vol
komen overbodig systeem van controle, van
kwitanties-uitreikende en knipkaarter.-aftee-
kenen blijft bestaan, dat spot met elk modern
begrip van snel vervoer, even zoolang be
vindt men .zich met de Haagsche Tram op
dood spoor. Het gerucht gaat, dat men
op al deze verouderde methoden de krans
zou willen zetten door, naar het onzalig
voorbeeld van Amsterdam, éénmanswagens
aan te schaffen. Daarmede zouden wij eerst
recht achteruit rijden. Men heeft ons willen
wijsmaken, dat deze wagens een nieuwe
Amerikaansche uitvinding zjjn. Niels is min
der waar: men vond die triomfen van om
slachtige traagheid reeds een halve eeuw
geleden in stille, oude Duitsche stadjes en
zelfs daar bespotten de inwoners toen al
de achterlijkheid er van.
De Haagsche Tramweg-Maals.hippj heelt
den naam van vroeg op te staan. Misschien
ontleent zij daaraan haar vrijheid om met
den dag langer te slapen. Voor zoover deze
vluchtige aanteekeningen niet vol'eiig doen
uitkomen, dat zij, althans wat de verkeers-
oiganisatie betreft, aan wakkerheid t; wen-
schen laat, zal zich in een lateren Brief
de gelegenheid tot nader betoog daarvan
nog wel eens voordoen.
VAN DER fiAEGHEN.
IV.
De portretfotografie is een onderwerp,
d<vt aanleiding geeft tot veel teleurstellin
gen. Het is een wonderlijk verschijnsel, dat
de fotografie, die toch dc dingen weergeeft,
zooals ze zich vertoonen, meestal portret
ten geeft, die „niet gelijken".
AJgezien van technische fouten missen
portretten dikwijls een gelijkenis die wel
béstaat bij goede geschilderde of geteekeu-
de portretten. Een enkele potloodkrabbel
kan dikwijls een gezicht beter karaktisee
ren dan een haarscherpe kiek. Ik waag het,
voor dit verschijnsel een eigen theorie to
geven.
De indruk, dien wij van een gezicht krij
gen, ia het resultaat van veel verschillende
gelaatsuitdrulyken, een gemiddelde dus van
ongelijke waarden.
Een portretschilder zal derhalve ook in
zijn portret dat gemiddelde geven, omdat
het model langen tijd voor hem poseert.
Bij de fotografie is dit niet het geval. Om
verschilende redenen, die ik straks zal
noemen werken wij bij portretsopnamen
met groote openingen, en een zoo kort mo
gelijken belichtingstijd.
De kiek vertoont dus niet het gemiddelde
dat karakteristiek is voor iemand, maar
geeft scherp weer een oogenblikkelijke ge
laatsuitdrukking, die in dc meeste gevallen
een andere waarde heeft dan het gemiddel
de. De kiek „gelijkt dan niet", voldoet
niet, „is afschuwelijk".
Het is duidelijk, dat dit verschijnsel des
RECLAME.
&{tt/a£trrdj dele,
"ïta
4261
te sterker zal optreden, naarmate de kiek
scherper is.
Een middel zou dos zijn, de scherpe
contouren te verdoezelen.
Dit geschiedt dan ook veel, en wel door
het gebruik van speciale lenzen, meestal
van Engelsch fabrikaat, „soft focus" lenze»i
of door het matglas iets te versohuiven na
dat scherp is ingesteld, of door de plaat
omgekeerd, dus met de glaszijde naar het
objectief, in het toestel te plaatsen.
Ook de technische moeilijkheden zijn bij
portretopnamen lastiger dan bij alle ande
re. En toch moet de amateur beter dan de
vakfotograaf in staat zijn karakterische
portretten van zijn kennissen te leveren,
omdat hij hun eigenaardigheden kent. Een
eerste vereischtc is, zich niet laten ontmoe
digen door aanvankelijken tegenslag en
spot. Een enkel goed portret geeft meer
bevrediging dan twee goede landschappen.
En het is niet waar, wat een wanhopig be
ginner zei: „Alle kieken, waar menschen op
slaan, zijn leelijk".
Het meest geschikt zijn lichtsterkte ob
jectieven en wel om twee redenen.
In de eerste plaats kan de belichtingstijd
kort zijn. Lang stilzitten is voor het model
vermoeiend en dit verraadt zich op het por-
tret door een strak gezicht.
In de tweede plaats is de scherpte in de
diepte klein zoodat de achtergrond ver
vaagt, waardoor de figuur beter tot zijü
recht komt. liet is zaak, 9teeds iels over te
belichten, zoodat geen hard negatief ont
staat, en een goed doorgewerkt beeld te
voorschijn komt.
Groote invloed heeft verder- de richting
waarin het licht op het hiodel valt. De ka
rakteristiek van een portret wordt daar
door geheel beheerscht. Een zelfde gezicht,
kan, al naar de richting van het opvallende
licht, kwaadaardig, vroolijk en zoetsappig
zijn.
De beste resultaten krijgt men wanneer
het model onder een veranda, een balcon,
of iets dergelijks staat, zoodat de diepe
slagschaduwen onder oogen, neus en moud
verdwijnen.
Ateljers van vakfotografen zijn er geheel
op ingericht, het licht juist te doen inval,
len. Zij (de ateliers) zijn voorzien van boven
licht, dat naar willekeur kan worden on-
derschept met gordijnen.
Opnamen binnenshuis leveren de"-groöwie-
moeilijkheden, door het 6terk eenzijdige
licht. Om harde schaduwen te vermijden
maakt men gebruik van een scherm, dat het
vensterlicht terugkaatst en zoo een tweezij
dige verlichting teweeg brengt.
Ieder kamerscherm, waarover een wit la
ken, desnoods krantenpapier, is gehangen
kan als reflector dienst doen, evenals een
spiegel.
Dit scherm mag echter weer niet te
dicht bij het model worden geplaatst om
dat dan onnatuurlijke reflexen optreden.
Men denlce om een rustigen vlakken achter
grond.
Een belangrijke factor is verder de plaats
van het toestel. I
Anderhalve meter is het uiterste mini
mum van den afstand tot het model. Komt
men hieronder, dan wordt het gezicht sterk
misvormd, de neus wordt buitensporig
RECLAME.
4273
linden fraaie Handen door arbeid of weersinvloeden, weer zacht en blank door t-l5 .sOL
De heer Sögenlack zooals zijn naam
aanduidt, van Duitsche afkomst, doch s d -rt
jaren een mijner stadgenooten kwam
met zjn vrouw uit de bloemenwjk, waar
mer. de mooiste bloemen, azalea's en ac-
cacia's, brem en ceder, gouden regen en
vogelkers, in de grootste verscheidenheid
aantreltin de naambordjes der stra
ten. Z(j gingen met ljn 7 naar de stad,
en vonden gelukkig nog twee plaatsen on
bezet, wel niet naast elkaar, doch dat deed
er niet veel toe, want zij praatten uit prin-
oipe tooh nooit met elkaar in de tram, tenzij
zij iets te zeggen hadden, waarvan het niet
hinderde of de andere passagiers het ook
hoorden. Hj haalde oogenblikke ijlt een cou
rant uit zjn zak, en ging ijverig zitten lezen,
ook om zich van den domme te kunnen
houden, als er iemand mocht binnenkomen,
aan wie hj beleefdheidshalve zijn plaats
xou moeten afstaan. Inderdaad zou daar reeds
spoedig aanleiding toe boslaan: aan de vol
gende halte stapte een dame in, die in haar
geheele voorkomen den indruk maakte, tot
aon deftigen stand te behooren. Haar keurig
toilet was een voorbeeld van kleurenhar-
toenie: haar kousen, het kleedingstuk, dat'
ginds de korte rokken in de mode zjn,
Biel meer aan de nieuwsgierige oogen ont
trokken is, waren van zóó onberispelijke
vleeschkleur, dat een oogenblik bij den
conducteur twijfel opkwam of hjj wellicht
bezwaar moest maken tegen haar toelating.
Verder droeg zj een prachtig bont en een
paarlen collier; het is echter mogelijk, dat
de dames, die men kon hooren fluisteren,
dat zj.valsch waren, gelijk hadden: niet
Iedereen kan dat beoordeelen; doch op den
vorm en de "kleur was geen enkele aan
merking te maken: dat kon zelfs de na
ijverigste vrouw niet ontkennen.
Ofschoon er nergens een zitplaats was,
stapte zjj toch maar naar binnen. Haar
gezicht kwam Sögenlack wel bekend voor,
maar toch vond hij het niet aanstonds noo-
dig haar ter wille naar de lus te grijpen:
zjj had immers niet gezien, dat hij even
uit zijn courant opgekeken had. Maar al te
spoedig bleek hij zich niet vergist te hebben,
toen hij meende haar meer ontmoet to
hebben; zelfs scheen het een goede kennis
van zijn vrouw te zjn; hji hoorde haar althans
duidelijk „dag, Mnirie" zeggen, toen de ele
gante dame langs haar heen ging. Wel zag
hij zijn vrouw als antwoord op den vra-
genden blik, dien hjj haar toewierp, met het
hoofd schudden, wat zooveel als neen wilde
zeggen, maar daar begreep hij de bedoeling
niet van, en dus meende hij, dat er niets
anders voor hem opzat, dan haar zijn plaats
aan te bieden. „O, dank u wel, mijnheer
Sögenlack,'' 'klonk het uit haar mond, ter
wijl zjj ging zitten. „Te drommel I zij schijnt
mij ook te kennen, en ik heb haar niet eens
gegroet," dacht hjj bij zichzelf; „maar wie
kan het dan toch zijn?" Het was een pijn
lijk geval: Hj stond vlak voor haar, ja,
tegen haar knieën; zjj was blijkbaar een
goedo kennis, en toch kon hjj ziph. maar
met herinneren wie zij was.
De conducteur kwam het geld bjj haat
ophalen; zjj opende haar taschje en voelde
onder haar zakdoek naar haar portemonnaie:
tevergeefs! Zjj kreeg een kleur van ver
legenheid. Zjj keek op den gFOnd, onder de
bank en weer In haar taschje; doch nergens
was er iets te ontdekken, waarmee zjj haai
reis kon betalen. Natuurlijk vroeg Sögen
lack, of hjj haar helpen kon: zelfs voor
een vreemde dame zou hjj dat gedaan hebben.
Ook deze vriendelijkheid aanvaardde zjj
gaarne: „Ik heb mijn portemonnaie zeker
verloren of thuis gelaten; als u even voor
mij zou willen betalen, dan zat ik het Za
terdag aan Mevrouw teruggeven".- „Zater
dag? zeker heeft mijn vrouw dan een of^
andere afspraak met haar," redeneerde hjj
bjj zichzelf. Het word hem hoe langer hoe j
raadselachtiger, en toch mocht hij niet laten
bemerken, dat hij haar niet herkende.
Tot overmaat van ramp zette zjj het ge
sprek voort: „Ik begrijp me maar met,
waar ik dat ding gelaten heb; ik dacht toch
zeker, dat ik het in mijn taschje gedaan
had," en weer keek en zocht zij overal
naar het verloren schaap. „Och, freule, dat
kan de beste overkomen; het is alleen lastig
voor u, als u misschien boodschappen te
doen hebt." Zjj keek hem eerst verbaasd
en toen lachende aan. Als het om dat woord
„freule" was, kwam opeens de gedachte
bij hem op, dat zij misschieu een getrouwde
vrouw was, wat hij dan toch natuurlijk zou
moeten weten, als hij haar kende. Op zich
zelf was die manier van toespreken toch
allerminst belachelijk, als men er niet an
ders in wil zien dan een van het Duitsche
„Fraulein" afgeleide vocatief in plaats van
het Hollandsche woord Juffrouw, dat zon
der toevoeging van den familienaam inder
daad leelijk is en burgerlijk klinkt; ten
onrechte zien velen er een ,,'Haagsch geurtje"
in, .dat verband houdt met een onrecht
matige verheffing tot den adelstand.
Wel verre van uit zjjn verlegenheid ver
lost te worden, kwam Sögenlack meer en
meer in een moeilijk parket. Eén ding was
echter zeker: de hem onbekende was een
knapte verschjj ing t vn'ende jjk cogen,
en dus bestond er geen enkele reden om
van zjjn kant te zwijgen, zoolang het ge- j
sptek liep over het weer, dat begon te
Detrekken, de volle tram, de uitbreiding van 1
de stad, en dergelijke onbelangrijke zaken
meer, die zonder gevaar in een publiek j
vervoermiddel behandeld kunnen worden,
waarvan de passagiers vaak een gewillig
oor lecnen aan hetgeen voor anderen be- I
stemd is. Bedenkelijker werd het echter,
juist om die laatste reden toen zij
opeens zei: „Wat heeft uw vrouw een moeien
hoed op!' Verschillende oogen richt.n zicli
naar de zjjde van mevrouw Sögenlack. Deze
keek echter alles behalve vriendelijk, en zelfs
toen haar man haar door zijn blik te kennen
gaf wat de reden van die algemeene be
langstelling was, mocht dit haar niet ljn
een beter humeur brengen, en toen zij
vroeger dan hij, omdat zij nog een bood
schap moest doen de tram verliet, wierp
zij niet eens een groet toe, noch aan haar j
echtvriend, noch aan de haar toch blijk
baar goea bekende Marie. Wat kon er toch
zjn? Hij- kwam van het eene raadsel m het
andere.
Eindelijk, 't was aan het eind van de
Javastraat, scheen -de dame, van wie de
heer Sögenlack alleen wisl, dat zjj goed
gekleed was, geen portemonnaie bj zich had
en den volgenden dag bij zijn vrouw zou
komen, aan het doel van haar reis te komen.
„Hebt u geen parapluie bij u?'" vroeg hij,
toen hj haar aanstalten zag maken om aan
de volgende halte uit te stappen; „moet u
nog ver loopen?" „Neen, ik ben dadelijk
thuis," antwoordde zij gehaast, toen zij zjn
voornemen merkte, om haar naar huis te
brengen. Met de hem eigen beleefdheid kon
hij het echter niet over zich verkrijgen,
om haar toilet nat te laten worden, en on
danks haar protest stapte hij nog vóór haar
uit, en stak zjn parapluie op om die boven
haar hoofd te houden en haar verder te
vergezellen. „U treft het wei onfortuinlijk,
zei hij zonder eenige verdere toevoeging,
in de zekerheid, dat zj al dan niet gehuwd
was. Zij gaf niet veel antwoord; bljkbaat
was zij erg in verlegenheid, wat bij hem
het vermoeden wekte, dat zjn gezelschap
haar werkel jk niet aangenaam was: „Ziezoo,
hier moet ik even bj iemand zjn; dank u
wel voor uw vriendeljkheid," en vóórdat
hj iets kon zeggen en zelfs zoider hem
een hand te geven, liep zj met die woorden
opeens een hofje in.
Sögenlack wist niet wat hij doen zou.
Eerst wilde hij nog blijven wachten, totdat
zij weer terug zou komen en zijn nieuws
gierigheid omtrent haar identiteit bevredigd yo
zou kunnen worden; maar toen het harder
begon te regenen, vermoedde hj, dat - zg
nog wel zou blijven schuilen, en besloot uj
hj maar door te gaan en nog geduld te h
hebben totdat zjn vrouw hem uit den droom
zou helpen. ,L
Het toeval wilde, dat hj een vriend uit
zjn studententijd tegenkwam, dien hij sinds j^a
jaren niet gezien hud, Zj raaklen in zoo n -
druk gesprek, dat hij hcelemaal piet meel H
dacht aan de tram-ontmoeting, die hj zoo
even gehad had. Bij zijn vrouw was uil j|
bljkbaar wel het geval: het bleef haar dwars
zitten, en zij nam zich dan ook voor, hem -i
er aanstonds duchtig over onder hands» m
te nemen; maar toen hj, zonder haar stem- A
rning op te meiken, haar 'a middags verras!»
met de uitnoodiging van zijn vriend, un! 74
samen met dezen in Scheveningen te gaa» Pflj
eten, kwain haar booze plan van zelf me1t,®
tot uitvoering. Opeens schoot het gebeurd» j
haar 's avonds weer te binnen, toen zij i»
eer. der vele gelegenheden zich met hu» -
gastheer zaten te verlustigen in het kijft»»
naar al het mondaine gedoe, dat telkens
de vraag bij ons op doet komen, of lie
schijn of werkelijkheid is.
Zeg, man," riep zj op eens uit, ,,w»
zag dat mensch er uit, hè?"
„Welk mensch?"
„Wel, die werkvrouw van ons."
„Waar? Ik heb ze hcelemaal niet gezien
„O, jou leugenzak van een SogeiUaci-
en je hebt liefst den heelen middag mei
haar gepraat en gelachen in de tram!
-B-