Zonderlinge Kameraden No. 19731 LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 7 Juli. Tweede Blad. Anno 1934. BINNENLAND. KAREL I SIGAREN Burgerlijke Stand v. Leiden. FEUILLETON. iflet Hooger Onderwijs. Bij Kon. besluit van 24 Fcbr. 1923 werd ingesteld een Staatscommissie, aan welke werd opgedragen voor zoover het go- wenscht was in overleg met de afdeeling Hooger Onderwijs van den Onderwijsraad na te gaan, of en, zoo ja, door welke (wettelijke en andere maatregelen: lo. kostenbesparing op het openbaar "hooger onderwijs kan worden verkregen non der het peil van dit onderwijs in het algemeen te verlagen, en 2o. de verhouding IJfcissc-hen het openbaar en bijzonder hoogor 3onderwijs nader kan worden geregeld, zoo dat het bijzonder universitair onderwijs zich naar zijn aard beter zal kunnen ont wikkelen dan op het oogenblik het geval is. I Het verslag dezer Staascommisie, geïn stalleerd 16 Maart 1323 door den Minister yan Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen ie thans verschenen, j, Wij ontleenen aan het verslag, dat de tommissic het eon zeer belangrijk onder deel van haar taak achtte, om de vraag of opheffing van een der Rijksuniversiteiten besparing van kosten mede zou brengen, 'grondig te bezien. In de eerste plaats heeft zij nagegaan, welk gebruik van het univer sitair onderwijs wordt gemaakt en of dit in de laatste twintig jaar al dan niet is toege nomen. Het is gebleken, dat in het tijds- yerloop tusschen het eerste en het laatste 5-jarige tijdvak van de laatste twintig jaar het totaal aantal studenten van alle facul teiten belangrijk is toegenomen en wel voor "Alle universiteiten te zaraen ongeveer 72 pCt Voorts is onderzocht welke jaarlijkschc kosten aan elke universiteit zijn verbonden ién wel afzonderlijk voor de faculteiten der godgeleerdheid, der rechtsgeleerdheid en 'de letteren en wijsbegeerte en de beide jDverigc faculteiten. De commissie is tot de slotsom gekomen, dat opheffingvan een der Rijksuniversitci- •ten niet zou leiden tot een aanmerkelijke kostenbesparing. Uit de cijers blijkt, dat 80 pCt. van de jaarlijksche kosten uitsluitend worden ver oorzaakt door de faculteiten der genees kunde en der wis- cn natuurkunde met de ziekenhuizen, klinieken en laboratoria. De ze beide faculteiten moeten voortdurend in onderling verband genoemd worden; het leven van de faculteit der geneeskunde is gebonden aan dat der wis- en natuurkundi ge faculteit, wier medewerking zij niet kan ontberen in verband met de propaedeuti- öchc opleiding voor de medici. Ook voor het wetenschappelijk werk is nauwe aanra king tusschen beide faculteiten onmisbaar. Wanneer men dus uitsluitend op grond ,van bezuinigingsmotievcn zou willen over gaan tot opheffing van een der Rijksuniver siteiten, dan doet zich afgeschoiden zoo- Wel van historische reden als van onder- wij sbelangen in verband met geografische .fligging in de eerste plaats de vraag voor of een der geneeskundige faculteiten met 'de daaraan verbonden klinieken en labo ratoria. zonder groote 'belangen te schaden kan worden opgeheven. Eenparig is de commissie van oordeel, 'dat deze vraag ontkennend moet worden .beantwoord. Deze vraag hangt, naar haar meening, nauw samen met de behoefte aan genccs- hceren. In groote meerderheid neigde de Staats commissie ten aanzien van de Vecartsenij- kundige Hoogeschool er reeds spoedig toe jom te adviseeren over te gaan tot een nauwe vereeniging van deze hoogeschool met de eveneens te Utrecht gevestigde universiteit. Alvorens zich hierover uit te spreken, wenschto men echter te vernemen welk standpunt de Colleges van Curatoren van beide inrichtingen in deze innemen. Curatoren der Veeartsenijkundige Hoo geschool zijn van meening, dat inlijving dezer school in de Rijksuniversiteit te Utrecht geen onmiddellijke besparing van cenige bcteekenis ten aanzien van het vee- artsenijkundig onderwijs kan doen ver wachten, zonder verlaging van het peil, .waarop dit onderwijs zich.thans bevindt. De senaat der Utrechtsche universiteit acht zoowel van principieel als van prac- tisch standpunt gezien de incorporatie der Veeartsenijkundige Hoogeschool als zesde faculteit nuttig. Curatoren der Rijksuniversiteit te Utrecht geven als hun meening te kennen, dat een vereenigiüg van de Veoartsenij kundige Hoogeschool met de Utrechtsche universi teit uit den aard der zaak bezuiniging zal opleveren en dat van een dergelijke ver eeniging geen nadeel zou zijn te verwach ten, doch dat zij tot zekere hoogte uit on derw'isoogpunt aanbeveling verdient. Na van versa 'oude meeningen te heb ben kennis genomen, meent de Staatscom missie het denkbeeld om een nauwe veree niging der Veeartsenijkundige Hoogeschool met de Utrechtsche Universiteit ernstig in overweging te moeten geven. Zij twijfelde er niet aan, dit voer deze vereeniging een vorm zal kunri worden gevonden, waar bij alle bij dc: o z.unk betrokken belangen tot hun recht komen. De StaatscomPDi <e meent, wat de Land- bouwhoogeschool betreft, niet, zooals voor de Veeartsenijkundige Hoogeschool, ver eeniging met een der universiteiten te moe ten voorstellen. Naast het denkbeld van opheffing van een der Rijksun siteiten is reeds herhaal delijk uit bespavmgsmotieven aangeprezen de gedachte om niet langer elke dier uni versiteiten te d«> i' bestaan uit de vijf facul teiten, t. w. die der godgeleerdheid, der rechtsgeleerdheid, der geneeskunde, der wis- en natuur' Je en der letteren en wijsbegeerte, doch een of meer dier univer siteiten een kleiner aantal faculteiten te doen bevatten. Ook dit denkbeeld maakte een onderwerp van overweging in de com missie uit. Bij de bespreking van het eventueel op heffen van een der Rijksuniversiteiten is de commissie reeds t de conclusie gekomen, dat de rol wclko de acid teilen den- genees kunde in ons land spelen, van zooveel ge wicht is, ook van sociaal oogpunt uit ge zien, dat het niet verantwoord zou zijn, tot opheffing van een dier faculteiten te ad visecren oplossing van het vraagstuk, hoe de concentratie van medische studenten el ders mogelijk te maken, zou reeds te veel bezwaar opleveren. Ten aanzien van de faculteiten der wis- en natuurkunde deelde de c-ommissie reeds als liaar meeniDg mede, dat bi het voort bestaan der geneeskundige faculteiten le vens die der wis- en natuurkundige zouden moeten behouden blijven zoowel in verband met de propaedeutische opleiding voor me dici als voor de wetenschappelijke samen werking tusschen de hoogleeraren van bei de faculteiten. Ten aanzien van de overige faculteiten die der godgeleerdheid, die der rechts geleerdheid en die der letteen en wijs begeerten, kwam de commissie tot de con clusie dat opheffing van een daarvan eener- zijds een zoo luttele bezuiniging zou mee brengen (hoogleeraarstraktementen), dat hierin geen reden kan liggen om met de bestaande regeling in de Hooger-Onder- wijswet te breken, anderzijds groote bezwa ren ten gevolge zou hebben. Do commissie meent verder dat een goed doorgevoerde rolverdcclin'g tusschen de universiteiten op den duur ongetwijfeld tot kostenbesparing zal leiden. De Staatscommissie wcnscht er de aan dacht op te vestigen, dat het mogelijk is door het verbinden van een hoogleeraar aan verschillendo inrichtingen van hooger onderwijs, zooals in de practijk cenige kee- ren is voorgekomen, een, zij het kleine be sparing van uitgaven le bereiken, zonder dat daartegenover nadcelen staan. Uit den aard der zaak is het aantal gevallen waarin zulks geschieden kan, beperkt. De commissie heeft verder onderzocht in hoeverre het mogelijk zou zijn om door cen tralisatie van opleidingen tot bezuiniging te geraken. Voorts werd de instelling van een ecn- Iranlcuratorïum aanbevolen. De Staatscommissie acht de instelling van een centra al-curatorium echter niet go- wcn.°dit. Z'J vreest, dat een dergelijk insti tuut belemmerend zal werken op den gere- gelden gang van zaken. Wel acht de Staatscommissie een gere geld overleg tusschen het Departement en de colleges van curatoren van veel gewicht, doch zij meent zich ervan te moeten ont houden aan te geven, op welke wijze dat overleg zou moeten plaats vinden. Do Staatscommissie deed ook een onder zoek naar het beheer van de gebouwen en het bestuur van de Rijksuniversiteiten en Technische Hoogescholen uit geldelijk oog punt beschouwd, waarbij op den voor grond gesteld werd de vraag, hoe de mid delen, door den Staat beschikbaar gesteld, besteed worden. In het algemeen meent de commissie, dat met eenige wijziging van de taak van den secretaris van curatoren verbetering gebracht zouden kunnen worden op enkele punten, waarop de aandacht van de com missie gevestigd werd. Na een overzicht van den bcstaandea toestand te hebben gegeven, bevat het ver slag algemeene beschouwingen omtrent het karakter van het bijzonder universitair onderwijs. De Rijwielbelasting. Zeer waarschijnlijk zal de wet op de rjj^ wielbelasting met I Augustus a s. ingaan, meldt „Het Vad." Is dit zoo, dan zullen 15 Juli de plaatjes reeds bn do postkantoren verkrijgbaar zyn. De plaatjes zyn aan die kantoren toegezonden. De Regeering heeft er totaal 1.700.000 laten aanmaken. Na tuurlijk rekent men niet op zooveel rij wielen. Hoofden van gezinnen, die volgens artik?1 1, eerste lid van do wet, vrijgesteld zijn van de belasting, krijgen een plaatje, waar een rond gatP in geslagen is. Artikel 1, eerste lid, zegt, dat hoofden van gezinnen, die niet aangeslagen zjjn in de Rijksinkom stenbelasting en die hun rijwiel voor hun bedrijf of beroep noodig hebben, de be lasting niet verschuldigd zijn. Tegen 1 Augustus moeten diegenen, die meenen daarvoor in aanmerking te komen, op formulieren, die bij den ontvanger der accijnzen te verkrggeu zijn, een verzoek indienen. De vrijgestelden ontvangen ook een strook, met afdruk van het kantoorstempel, wat als bewijs dient, dat ztf werkelijk vrijge steld zijn. Voor dieiistr ij wielen worden plaatjes b> schikbaar gesteld, waarin een vijfpuntige ster geslagen is. Gewone rijwielen, die door middel van een hulpmotor voortbewogeu worden, zullen voortaan vrijgesteld worden van personeele belasting, maar vallen onder deze wet. Daar voor moet dus ook een plaatje gekocht worden. Slechts korten tijd na het in-werking- tredén van de wet zullen de ambtenaren waarschuwen. 'Daarna zullen bekeuringen worden opgemaakt. Iedere ontvanger is b?- voegd zulk een zaak met den bekeurde bij transactie af te doen binnen 2 maal 24 uur. Dsn bekeurdo zal een boete opgelegd worden, die hem niet vrijstelt van de be lasting. Personen, die tijdelijk in ons land komen, krijgen een kaart, nadat zij zich gelegiti meerd hebben. Het is wenschelgk dat de kaart zichtbaar gedragen wordt. Verplicht is het niet. Wel is het verplicht op elk verzoek van den bevoegden ambtenaar de kaart te toonen. Op Zon- en feestdagen zullen aan men- schen, die slechts één dag- over de grens komen, geen kaarten worden uitgereikt. Het rijwielmerk moet met de daarop voor komende teekening naar buiten, naar alle zijden goed zichtbaar worden bevestigd, of aan de balhooldbuis, öf aan een der buizen van het stuur, óf aan de bovenhuis van het frame, binnen 15 c.M. van het stuur. Naar „De Tel." uit parlementaire krin gen gemeld wordt, heeft de nieuwe Tarief- wet bg het onderzoek in de afdee.ingen van de Tweede Kamer sterkon tegenstand ont moet, niet alleen bü alle linker-groepeu, doch ook bji rechtsehe Kamerleden, n.m. b'g de Christel ijk-Histo rise hen Bj'ft deze frac tie bg haar principieel verzet (gelg'k dat ook tot uiting is gekomen bij de verlenging van het Schoenenwetje), dan worden de kan sen op aanneming van het ontwerp ongunstig geacht. Aan de nagedachtenis van ded vriend van den volkszang den !i :er Piet Nolting, is gistermiddag door de Amsterdamschc zang- vereenigiugen hulde gebracht Houd rd -n te laugsteltenden waren naar de Oost rbejraa - plaats getrokken, waar het buitengewoon vol was. In langen stoet begaven de zangers, acht honderd, zich van het ontvanggebouw naar het graf. De heer M. Degen, voorzitter van den Bond van Amsterdamsche zangvereenigingen. voerde het woord en de heer A. Meurs ont hulde als ontwerper het monument voor Nolting te zijn:r nag dachtenia van g no in den Bond. Na de onthulling sprak de heer F. M JVibaut. Terwijl mej. Gjjselaar, de dochter van den Bonds-secrelaris, bloemen op het graf strooide, zette een koor van achthonderd zangers uit versohillende- koren van den Bond, Handei's „Ecce Quomodo Uoritur" in, dat onder doodsche stilt, werd aangehoord. Aan het slot der plechtigheid dankt? de heer Pül, schoonzoon van den heer Nolting, voor de hulde. Het provinciaal comité „Noord-Hol land" van den Bond voor Staatapensiounee- ring, heeft te Alkmaar een propaganda- dag gehouden, die begon met een optocht vanaf het Doelenveld. Het einddoel van den optocht, waarin twee muziekkorpsen medeliepen, was de mu- ziektuin. Da3r opende de voorzitter van het prov. comité, de heer G, Kalf, van Ilpen- dani, de meeting. Er waren vier sprekers. Ongeveer halfzes eindigde de meeting, die door circa 200U bezoekers werd bügewoond. Te Utrecht is een gecombineerde ver gadering gehouden van do hoofdbesturen var, de Ned. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel, den Bond van ambtena ren bp de Ned. Spoorwegen en den Neu tralen bond van Spoorwegpersoneel, over de vraag of het mogeljjk zou zgn te gera ken tot eenheid onder het spoorwegpersoneel. Hoewel ook „St.-Raphaél" en de Prot. Christ. Bond daartoe waren uilgenoodigd, hebben deze op principieele gronden ge weigerd aan het streven tot sjnunsmelting deel te nemen. Na uitvoerige discussie werd besloten een commissie van 9 personen sa- j men te stellen (uit eiken bond drie leden), die heeft te onderzoeken op welke gronden de eenheid zal kunnen worden verkregen en daaromtrent een rapport zal hebben uit te brengen, dat later in de hoofdbesturen en verdere instanties der bonden zal worden behandeld. Het „Wkbl." geeft de namen van de com missieleden. Het zijn voor de Ned. Vereeni ging: Moltmaker, Braambeek en Joustr.i, voor de B. A. N. S.: Willemsen, Bloothoofd en v. d. Heg, en voor den Neutralen Bond; Van Wel, Kuiper en Ketelaar. De dertiende algemeene jaarlgksohe vergadering der Tuchtunie is te Baarn ge houden, onder leiding van mej. Bouricius, die een kort openingswoord sprak. Aan het uitgebrachte jaarverslag is het volgende ontleend: Steeds meer blijkt aan de leiding de er kenning van buiten ook door de steeds toe nemende uitnoodigipgen tot bijwoning van büeenkomsten, tot adhaesiebetuigingen aan verzoeken, door anderen gedaan; de wel willende hiuding, door d: Regeering jegens de Unie aangenomen, en de groote belaug- stelling, ook in het jubileumjaar door de Koningin in het werk betoond. De moeilgke tüdsomstandigheden hebben gelukkig geen vernielenden invloed op den omvang der Unie gehad. De tegenwoordige toestanden, nit het oogpunt van onzedelijkheid en nei ging tot misdrüf bezien, werden eer slechter dan beter; wellevendheid en goede vormen in het opeubaar verkeer, zgn meer zoek dan ooit; de tuoht in het gezin vermindert nog steedi zienderoogen, het opkomende ge slacht zal, naar vgjj vreezen, liet toezicht en de- zorgen der Tucht-Unie voorloopig nog niet kunnen missen. In dezen iiepelors zclfzuch'igen tijd is het een ware verheuging, dat er tóch nog menseh n worden gevon den, die belangeloos voor de handhaving van de kostelüko zedelijke waarden der n.:- tio tgd en moeite en geld willen offeren. Dat doet de toekomst wat minder zwart inzien. Uit de lijst der aang<s'oten Verenigingen zijn in den loop des jaars verdwenen de Oranjebond van Orde, die werd opgeheven, en de Vereeniging voor Vr. Verkeer te Zandvoort. Daarentegen sloten zich aan de Kon. Ned. Motorbootclub en de Unie van Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen in Nederland. Het aantal persoonlijke I denver- minderde van 2941 tot 2773. De rekening en verantwoording over 1923 sluit in ontvangsten en uitgaven met f6928. Zg werd goedgekeurd. De begrootiug voor 1924 sluit in ontvangsten en uitgaven met f 6500. Do penningmeester, de heer Collette, drong er ten krachtigste op aan, do Vereeniging door het werven van leden te steunen. Namens' de vereeniging Volksweerbaar heid voerde luitenant-geueraal Verspyck het woord. Tot leden van het algomeen bestuur van do Tucht-unio zü>i.gekozeu de heeren C. li. G. Hogendyk, prof. dr. J. II. Gunning Wzu., mej. Frieda Katz, inr. P. R. Blok, terwijl de volgende vereenigingen een vertegen woordiger zullen aivaardigen; do Motorcn- vereeniging, het Neder!. Onderwijzers-Ge nootschap, de Nederl. Voetbalbond en de Kinderboud, Tot algemeen voorzitter werd gekozen dr. C. Easton, die de benoeming aanvaardde. Do middagvergad ring werd g prevdreid door dr. C. Easton. Des avonds bestond gelegenheid de Baarn- sche school- en werktuiueu te bezichtigen. Aangenomen is hot beroep naar de Ned. Herv. Gem. te Drachten door ds. G. AVest- mgse, prod, te Warfhuizen. Naar men ons mededeelt, heeft het hoofdbestuur van de Ned. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel een sclirüven gezonden, waarin het de directie in over weging geeft om den maatregel van ont slag «iet toe te passen op do kleine cate gorie van ambtenaren, die thans reeds ge huwd züu. Indieu de directie met dit advies niet instemt, stelt het hoofdbestuur voor om bü ontslag van de thans reeds gehuwde ambtenaressen voor ieder dienstjaar vgftig maal het dagloon uit tc keeren, terwgl aan de ambtenares, die na het vaststellen der nieuwe regeling in het huwelyk treedt, voor ieder dienstjaar dertig maal hot dagloon zal worden uitgekeerd. Voorts stelt het hoofdbestuur voor om het maximum aantal dienstjaren, door de direo- (io op tien gesteld, te doen vervallen, zoo dat voor ieder dienstjaar, zonder beper king, zal worden uitgekeerd („Tel") Ds. Deelman schrijft in het „Algemeen Weekblad voor Vrgzinnig-Godsdienstigen"; Woensdag, 2 Juli, op het IConinklgk land goed „Raaphorst" bg Wassenaar, groot Zen- dingsfeest! Minister De Visser: openings woord! Tal van sprekers: dr. Callenbach, ds. Dounia, dr. Geelkerken, enz. Op den voor avond: bidstond op het terrein! Vier feest- treinen zullen er loopen....! Maar de Vrijzinnig-Hervormden van Zu d- Holland, die, evenals het vorig jaar, ook, naar ik verneem, dit jaar „Raaphorst" aan vroegen om er van hun geloof te getuigen, kregen and rmaaleen weigerend ant woord. Heilsoldaten, zendelingen, militaire ver eenigingenhebben er toegangvrg1- yin.nig-godsdienstigen worden geweerd...I RECLAME. Forma Delgado S 8 cent Elegant .10 cenl Special S .12 cent 3700 ONDERTROUWD: M. Crccvo jru. 25 j. co J. ,F. Schaufeli jd. 26 j.J. H. Montcba jm. 21 j. cn C. Blansjaar jd. 23 j.A. C. J. Jaspers jni. 21 j. cn L. H. Ia Rivière jd. 25 j.H. Turcnhout jm. 22 j. cn B. M. J. Pan- scer jd. 20 j.B. Dreef jm. 23 j cn C. v. d. Berg jd. 2-1 j. G. J. C. dc Jaghpr jm. 31 j. cn J. Ncuteboom jd. 32 j.Iï. Hoppen- brouwer jm. 23 j. cn M. Chaudron jd. 22 j. N. v. d. Linden jm. 28 j. en Sloots jd. 27 j. J. ArnoIdu8 jm. 24 j. cn J. Penseel jd. 22 j Naar 't Engelsch van LEONARD MERRICK. Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H, 26) Op zulke lijden legde hij bezoeken af; zijn oogen schitterden en zijn rug was bijna niet meer gebogen. „Zij bijten, ouwe jongen," placht hij te zeggenEn dan, nog eens, met schille render oogen cn begeleidenden hoofdknik. Zij bijten, ouwe jongen." Maar als er nu bijgevoegd wordl, dat de partituur welluidend en de liederen klank rijk waren en dat hel afgewezen werk best kans vaa slagen zou hebben gehad, eer dit komische genre uit de mode ging, als „Sor- renfordmaar een bekende naam was ge weest. dan blijft er al weinig over van het grappige, dat <Le kennissen verwaandheid schenen te vinden in zijn palhos. De oude heer keck op van zijn bord en lachte schalks. „Eigenaardig, dat je juist van de opera spreekt, zei hij „Want die Iieeft nu kans' Ik heb je expres eerst al het slechte nieuws .verleid en hiold dit voor het laatst. Wacht tol wij klaar zijn mei eten en dan zal ik," bij verkneuterde zich inwendig, „dan zal je Sens wat moois hooren."' Zij waren één en al spanning, maar zij kenden zijn eigenaardigheden tc goed, om Han te dringen op verkorting van uitstel. Tot hel oogenblik kwam, dat hij totaal zon net reden had vastgesteld als de tijd, waarop «ij met zijn „moois" te voorschija zou tre den, zou het haar niets geven of zij al vra gen stelden. Zij wisselden eens een blik, als om elkaar stilzwijgend af le vragen hoe ver blijdend het nieuws wel in werkelijkheid zou wezen en zich weer van die vorige „mooie kansen" te binnen roepend, opdat zij maar niet teleurgesteld zouden zijn. als de feiten haar verteld werden. Na cenigen lijd stonden zij op van lafe! en namen hun plaatsen bij den haard weer in. Ilij vulde zijn pijp met bedachtzaamheid, blies den lucifer uit, legde het deel, dat nog gebruikt kon worden behoedzaam op den schoorsteenmantel en maakte het zich (oen gemakkelijk in de eenigen gemakkelijkcn stoel, die er was. „Hal" begon hij. „Nu, paps?" „Nu, kinderen, er werd mij ingefluisterd, zorg vooral dat hel hier blijft, ge moet er niet van spreken Hel werd mij in vertrou wen verteld." „Ja vader, wal? Wij zullen er geen woord van reppen." „Nu, rnij werd in vertrouwen verteld," hij dampte steeds voort, „dat, „the Theatre Royal" in andere handen overgaat!" Zij gingen maar licel voorzichtig aan en vroegen dus: „Tn andere handen overgaat?" „Er werd mij verteld, dal Mobsby het waarschijnlijk opgeeft. Ik hoor. dat binnen een paar maanden „the Royai" bestuurd zal worden door een anderen looneel-direclour, die, en daar hoef je niet eens bijzonder op timistisch van opvatting voor te wezen, zeker meer ondernemend zal zijn, want: nieuwe bezems vegen schoon." „Dus u denkt?" sprak Ree nog eens dui delijk uit, „dal de opera daar wel kans zou hebben?" „O. ol' 'riep Hilda. „DenkenDc uitdrukking van zijn gelaal was oolijlc, zijn hcele manier van doen gewichtig, er was zelfs iels triomfan telijks in zijn ioon van spreken. „Denken? Vat je dan zeiven niet wat hel beduidt? O, vrouwen hebben toch zoo weinig doorzicht in praetische zaken, zoo waar; je arme moeder God zogene haar was niet izool. Vat je niet, dal hel wel een van de besle dingen is, die hadden kunnen gebeu ren voor de opera? Ik weel zelfs niet, of ik het niet als hel besle moet besclmuwen. Be denk wie ik ben! Ik ben hier iemand, niet rijk, verre van daar. maar op mijn manier, in de kleine wereld van Beckenharnpton een persoon van gewicht. Dal mag ik toch wel zeggen, nietwaar? Ik wit mezelven niet in de hoogte steken, maar: „op mijn manier in dc kleine wereld van Beckenharnpton. een persoon van gewicht!" „Zeker, zeker, paps! Een persoon van ge wicht, natuurlijk, dal is u!" „Goed. Dat is dus va^t zoo ver en wat volgt daaruit?" Weer deed hij drie lang zame halen aan de pijp. Dc nieuwe looneel- dircclcur zal hij hel Beckenhamptonsch pu bliek in de gunst willen Ipmen Hij zegt lot zichzelven: „Ik kan baast geen handiger zet doen dan mijn campagne te openen met het werk op te voeren van een van de oud ste en meest geachte ingezetenen." Het is voor hem evengoed. om de opera te nemen als voor mij om ze le .geven Onze belangen zijn dezelfde. Zoo le zeggc'n: ..reiken wij elkaar de hand." Zij namen iels van zijn vertrouwen over en gingen nu zelfs nog verder. „Maar zouden de rondreizende gezel schappen niet in den weg sta an vroeg Bee. „Tul! tuil tuit" Laat hij het maar eens opvoeren, dal is al wat ik verlang, veertien dagen, een week, zelfs een enkelen avond zal al voldoende zijn, om het bekend le ma ken. Als het eenmaal len gehoore is ge bracht, zullen er aanbiedingen uit Londen velgen. Hel zal bekend worden hoe het hier ontvangen werd; de tooneeldirecleuren zulten de criticken lezen, ik zal zelf aan al de voornaamste schouwburgen zenden. Ik denk, neen, nu houd iic het er toch vast'en zeker voor, dal de arme opera eindelijk eens een kans heeft gekregen." Jlij mengde wat whiskey en water en weidde nog tot bedtijd van zijn dochters over het onderwerp uit. Om elf uur kusten zij hem goeden avond en gingen naar bo ven. In haar hart voelden zij zich wat be schaamd, want zij hadden meer geestdrift voorgewend dan hel groote nieuws nu wel bij haar gewekt had. De professor neuriede deelen uil de ouver ture en behaaglijk achterover geleund, zag hij tal van visioenen in het vuur. „Denk je, dat hel waarlijk van eenig ge volg kan zijn, dat de schouwburg in andere handen overgaat?" vroeg Hilda, op het por taal. „Och, ik weel het niet," zei Bee somber. „Arme vader! Laten we maar hopen, zoo lang we kunnen." Zij hadden ieder haar eigen kamertje sinds er kamers over waren in huis, en toen Bee het.harp binnenging nam zij hel boek van David Lee mee. De kleine gebogen gestalte met de van vervoering stralende oogen zat onder den gas-arm le lezen lot d<* dreunende slagen van de Saint-Sépulchre ha*r verschrikt deden' oprijzen. HOOFDSTUK XII. Zij stond in haar atelier, tegenover haar Academy-schilderij, zich mal afvragend, wanneer dit wel klaar zou zijn en of het op genomen zou worden. Zij had al verschei dene malen in Birmingham en Manchester geöxposcerd, en gedurende het afgeloopen voorjaar was haar: „Het Boschje, niets dan cc-n bleeke, doorzichtige Nevel" op de ten toonstelling te Leeds verkoeld voor dertig guinea's; maar er had nog nooit iels van haar op de Royal Academy gehangen', of schoon zij toch meermalen wat ingezon den had. Haar atelier was een zolderkamertje. Aan de verkleurde wanden en hier cn daar op hoekjes van de vloer prijkten de eerste wer ken als oen soort gedenkschrift van den ontwikkelingsgang, dien zij had doorge maakt. Zij waren er daar ook alle, de schil derstukjes, die men verwacht zou hebben. Daar hadt je de gewone proeven van fami lie-portretten, de gewone stil leven-groepen van gembcr-pollen, Japanschc waaiers cn bloemvazen; dan de doeken, waaruit al meer eerzucht sprak van sentimenteel ge groepeerde vrouwenfiguurtjes, sloffecrende middeleeuwse he landschappen, met veel moeite bij elkaar gehaalde overdreven voor stellingen van de anders toch meest indiel- oog-vallendc feilen van een beroemd man. Daar hadt je de onderwerpen van zilveren berken en beekjes met wilgen er langs, die zij geschilderd had, toen zij zich voorgoed bepaalde tot het landschap-genre en weer in Beckenharnpton was teruggekeerd, s'.codi vervuld van liet werk van Corot. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5