Zonderlinge Kameraden
No. 19731
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 7 Juli.
Tweede Blad. Anno 1934.
BINNENLAND.
KAREL I SIGAREN
Burgerlijke Stand v. Leiden.
FEUILLETON.
iflet Hooger Onderwijs.
Bij Kon. besluit van 24 Fcbr. 1923 werd
ingesteld een Staatscommissie, aan welke
werd opgedragen voor zoover het go-
wenscht was in overleg met de afdeeling
Hooger Onderwijs van den Onderwijsraad
na te gaan, of en, zoo ja, door welke
(wettelijke en andere maatregelen:
lo. kostenbesparing op het openbaar
"hooger onderwijs kan worden verkregen
non der het peil van dit onderwijs in het
algemeen te verlagen, en 2o. de verhouding
IJfcissc-hen het openbaar en bijzonder hoogor
3onderwijs nader kan worden geregeld, zoo
dat het bijzonder universitair onderwijs
zich naar zijn aard beter zal kunnen ont
wikkelen dan op het oogenblik het geval is.
I Het verslag dezer Staascommisie, geïn
stalleerd 16 Maart 1323 door den Minister
yan Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen
ie thans verschenen,
j, Wij ontleenen aan het verslag, dat de
tommissic het eon zeer belangrijk onder
deel van haar taak achtte, om de vraag of
opheffing van een der Rijksuniversiteiten
besparing van kosten mede zou brengen,
'grondig te bezien. In de eerste plaats heeft
zij nagegaan, welk gebruik van het univer
sitair onderwijs wordt gemaakt en of dit in
de laatste twintig jaar al dan niet is toege
nomen. Het is gebleken, dat in het tijds-
yerloop tusschen het eerste en het laatste
5-jarige tijdvak van de laatste twintig jaar
het totaal aantal studenten van alle facul
teiten belangrijk is toegenomen en wel voor
"Alle universiteiten te zaraen ongeveer 72
pCt
Voorts is onderzocht welke jaarlijkschc
kosten aan elke universiteit zijn verbonden
ién wel afzonderlijk voor de faculteiten der
godgeleerdheid, der rechtsgeleerdheid en
'de letteren en wijsbegeerte en de beide
jDverigc faculteiten.
De commissie is tot de slotsom gekomen,
dat opheffingvan een der Rijksuniversitci-
•ten niet zou leiden tot een aanmerkelijke
kostenbesparing.
Uit de cijers blijkt, dat 80 pCt. van de
jaarlijksche kosten uitsluitend worden ver
oorzaakt door de faculteiten der genees
kunde en der wis- cn natuurkunde met de
ziekenhuizen, klinieken en laboratoria. De
ze beide faculteiten moeten voortdurend in
onderling verband genoemd worden; het
leven van de faculteit der geneeskunde is
gebonden aan dat der wis- en natuurkundi
ge faculteit, wier medewerking zij niet kan
ontberen in verband met de propaedeuti-
öchc opleiding voor de medici. Ook voor
het wetenschappelijk werk is nauwe aanra
king tusschen beide faculteiten onmisbaar.
Wanneer men dus uitsluitend op grond
,van bezuinigingsmotievcn zou willen over
gaan tot opheffing van een der Rijksuniver
siteiten, dan doet zich afgeschoiden zoo-
Wel van historische reden als van onder-
wij sbelangen in verband met geografische
.fligging in de eerste plaats de vraag voor
of een der geneeskundige faculteiten met
'de daaraan verbonden klinieken en labo
ratoria. zonder groote 'belangen te schaden
kan worden opgeheven.
Eenparig is de commissie van oordeel,
'dat deze vraag ontkennend moet worden
.beantwoord.
Deze vraag hangt, naar haar meening,
nauw samen met de behoefte aan genccs-
hceren.
In groote meerderheid neigde de Staats
commissie ten aanzien van de Vecartsenij-
kundige Hoogeschool er reeds spoedig toe
jom te adviseeren over te gaan tot een
nauwe vereeniging van deze hoogeschool
met de eveneens te Utrecht gevestigde
universiteit. Alvorens zich hierover uit te
spreken, wenschto men echter te vernemen
welk standpunt de Colleges van Curatoren
van beide inrichtingen in deze innemen.
Curatoren der Veeartsenijkundige Hoo
geschool zijn van meening, dat inlijving
dezer school in de Rijksuniversiteit te
Utrecht geen onmiddellijke besparing van
cenige bcteekenis ten aanzien van het vee-
artsenijkundig onderwijs kan doen ver
wachten, zonder verlaging van het peil,
.waarop dit onderwijs zich.thans bevindt.
De senaat der Utrechtsche universiteit
acht zoowel van principieel als van prac-
tisch standpunt gezien de incorporatie der
Veeartsenijkundige Hoogeschool als zesde
faculteit nuttig.
Curatoren der Rijksuniversiteit te Utrecht
geven als hun meening te kennen, dat een
vereenigiüg van de Veoartsenij kundige
Hoogeschool met de Utrechtsche universi
teit uit den aard der zaak bezuiniging zal
opleveren en dat van een dergelijke ver
eeniging geen nadeel zou zijn te verwach
ten, doch dat zij tot zekere hoogte uit on
derw'isoogpunt aanbeveling verdient.
Na van versa 'oude meeningen te heb
ben kennis genomen, meent de Staatscom
missie het denkbeeld om een nauwe veree
niging der Veeartsenijkundige Hoogeschool
met de Utrechtsche Universiteit ernstig in
overweging te moeten geven. Zij twijfelde
er niet aan, dit voer deze vereeniging een
vorm zal kunri worden gevonden, waar
bij alle bij dc: o z.unk betrokken belangen
tot hun recht komen.
De StaatscomPDi <e meent, wat de Land-
bouwhoogeschool betreft, niet, zooals voor
de Veeartsenijkundige Hoogeschool, ver
eeniging met een der universiteiten te moe
ten voorstellen.
Naast het denkbeld van opheffing van
een der Rijksun siteiten is reeds herhaal
delijk uit bespavmgsmotieven aangeprezen
de gedachte om niet langer elke dier uni
versiteiten te d«> i' bestaan uit de vijf facul
teiten, t. w. die der godgeleerdheid, der
rechtsgeleerdheid, der geneeskunde, der
wis- en natuur' Je en der letteren en
wijsbegeerte, doch een of meer dier univer
siteiten een kleiner aantal faculteiten te
doen bevatten. Ook dit denkbeeld maakte
een onderwerp van overweging in de com
missie uit.
Bij de bespreking van het eventueel op
heffen van een der Rijksuniversiteiten is de
commissie reeds t de conclusie gekomen,
dat de rol wclko de acid teilen den- genees
kunde in ons land spelen, van zooveel ge
wicht is, ook van sociaal oogpunt uit ge
zien, dat het niet verantwoord zou zijn, tot
opheffing van een dier faculteiten te ad
visecren oplossing van het vraagstuk, hoe
de concentratie van medische studenten el
ders mogelijk te maken, zou reeds te veel
bezwaar opleveren.
Ten aanzien van de faculteiten der wis-
en natuurkunde deelde de c-ommissie reeds
als liaar meeniDg mede, dat bi het voort
bestaan der geneeskundige faculteiten le
vens die der wis- en natuurkundige zouden
moeten behouden blijven zoowel in verband
met de propaedeutische opleiding voor me
dici als voor de wetenschappelijke samen
werking tusschen de hoogleeraren van bei
de faculteiten.
Ten aanzien van de overige faculteiten
die der godgeleerdheid, die der rechts
geleerdheid en die der letteen en wijs
begeerten, kwam de commissie tot de con
clusie dat opheffing van een daarvan eener-
zijds een zoo luttele bezuiniging zou mee
brengen (hoogleeraarstraktementen), dat
hierin geen reden kan liggen om met de
bestaande regeling in de Hooger-Onder-
wijswet te breken, anderzijds groote bezwa
ren ten gevolge zou hebben.
Do commissie meent verder dat een goed
doorgevoerde rolverdcclin'g tusschen de
universiteiten op den duur ongetwijfeld tot
kostenbesparing zal leiden.
De Staatscommissie wcnscht er de aan
dacht op te vestigen, dat het mogelijk is
door het verbinden van een hoogleeraar
aan verschillendo inrichtingen van hooger
onderwijs, zooals in de practijk cenige kee-
ren is voorgekomen, een, zij het kleine be
sparing van uitgaven le bereiken, zonder
dat daartegenover nadcelen staan. Uit den
aard der zaak is het aantal gevallen waarin
zulks geschieden kan, beperkt.
De commissie heeft verder onderzocht in
hoeverre het mogelijk zou zijn om door cen
tralisatie van opleidingen tot bezuiniging
te geraken.
Voorts werd de instelling van een ecn-
Iranlcuratorïum aanbevolen.
De Staatscommissie acht de instelling
van een centra al-curatorium echter niet go-
wcn.°dit. Z'J vreest, dat een dergelijk insti
tuut belemmerend zal werken op den gere-
gelden gang van zaken.
Wel acht de Staatscommissie een gere
geld overleg tusschen het Departement en
de colleges van curatoren van veel gewicht,
doch zij meent zich ervan te moeten ont
houden aan te geven, op welke wijze dat
overleg zou moeten plaats vinden.
Do Staatscommissie deed ook een onder
zoek naar het beheer van de gebouwen en
het bestuur van de Rijksuniversiteiten en
Technische Hoogescholen uit geldelijk oog
punt beschouwd, waarbij op den voor
grond gesteld werd de vraag, hoe de mid
delen, door den Staat beschikbaar gesteld,
besteed worden.
In het algemeen meent de commissie,
dat met eenige wijziging van de taak van
den secretaris van curatoren verbetering
gebracht zouden kunnen worden op enkele
punten, waarop de aandacht van de com
missie gevestigd werd.
Na een overzicht van den bcstaandea
toestand te hebben gegeven, bevat het ver
slag algemeene beschouwingen omtrent het
karakter van het bijzonder universitair
onderwijs.
De Rijwielbelasting.
Zeer waarschijnlijk zal de wet op de rjj^
wielbelasting met I Augustus a s. ingaan,
meldt „Het Vad." Is dit zoo, dan zullen
15 Juli de plaatjes reeds bn do postkantoren
verkrijgbaar zyn. De plaatjes zyn aan die
kantoren toegezonden. De Regeering heeft
er totaal 1.700.000 laten aanmaken. Na
tuurlijk rekent men niet op zooveel rij
wielen.
Hoofden van gezinnen, die volgens artik?1
1, eerste lid van do wet, vrijgesteld zijn
van de belasting, krijgen een plaatje, waar
een rond gatP in geslagen is. Artikel 1,
eerste lid, zegt, dat hoofden van gezinnen,
die niet aangeslagen zjjn in de Rijksinkom
stenbelasting en die hun rijwiel voor hun
bedrijf of beroep noodig hebben, de be
lasting niet verschuldigd zijn.
Tegen 1 Augustus moeten diegenen, die
meenen daarvoor in aanmerking te komen,
op formulieren, die bij den ontvanger der
accijnzen te verkrggeu zijn, een verzoek
indienen.
De vrijgestelden ontvangen ook een strook,
met afdruk van het kantoorstempel, wat
als bewijs dient, dat ztf werkelijk vrijge
steld zijn.
Voor dieiistr ij wielen worden plaatjes b>
schikbaar gesteld, waarin een vijfpuntige
ster geslagen is.
Gewone rijwielen, die door middel van een
hulpmotor voortbewogeu worden, zullen
voortaan vrijgesteld worden van personeele
belasting, maar vallen onder deze wet. Daar
voor moet dus ook een plaatje gekocht
worden.
Slechts korten tijd na het in-werking-
tredén van de wet zullen de ambtenaren
waarschuwen. 'Daarna zullen bekeuringen
worden opgemaakt. Iedere ontvanger is b?-
voegd zulk een zaak met den bekeurde bij
transactie af te doen binnen 2 maal 24
uur. Dsn bekeurdo zal een boete opgelegd
worden, die hem niet vrijstelt van de be
lasting.
Personen, die tijdelijk in ons land komen,
krijgen een kaart, nadat zij zich gelegiti
meerd hebben. Het is wenschelgk dat de
kaart zichtbaar gedragen wordt. Verplicht
is het niet. Wel is het verplicht op elk
verzoek van den bevoegden ambtenaar de
kaart te toonen.
Op Zon- en feestdagen zullen aan men-
schen, die slechts één dag- over de grens
komen, geen kaarten worden uitgereikt.
Het rijwielmerk moet met de daarop voor
komende teekening naar buiten, naar alle
zijden goed zichtbaar worden bevestigd, of
aan de balhooldbuis, öf aan een der buizen
van het stuur, óf aan de bovenhuis van het
frame, binnen 15 c.M. van het stuur.
Naar „De Tel." uit parlementaire krin
gen gemeld wordt, heeft de nieuwe Tarief-
wet bg het onderzoek in de afdee.ingen van
de Tweede Kamer sterkon tegenstand ont
moet, niet alleen bü alle linker-groepeu,
doch ook bji rechtsehe Kamerleden, n.m. b'g
de Christel ijk-Histo rise hen Bj'ft deze frac
tie bg haar principieel verzet (gelg'k dat
ook tot uiting is gekomen bij de verlenging
van het Schoenenwetje), dan worden de kan
sen op aanneming van het ontwerp ongunstig
geacht.
Aan de nagedachtenis van ded vriend
van den volkszang den !i :er Piet Nolting, is
gistermiddag door de Amsterdamschc zang-
vereenigiugen hulde gebracht Houd rd -n te
laugsteltenden waren naar de Oost rbejraa -
plaats getrokken, waar het buitengewoon
vol was.
In langen stoet begaven de zangers, acht
honderd, zich van het ontvanggebouw naar
het graf.
De heer M. Degen, voorzitter van den
Bond van Amsterdamsche zangvereenigingen.
voerde het woord en de heer A. Meurs ont
hulde als ontwerper het monument voor
Nolting te zijn:r nag dachtenia van g no in
den Bond.
Na de onthulling sprak de heer F. M
JVibaut.
Terwijl mej. Gjjselaar, de dochter van
den Bonds-secrelaris, bloemen op het graf
strooide, zette een koor van achthonderd
zangers uit versohillende- koren van den
Bond, Handei's „Ecce Quomodo Uoritur" in,
dat onder doodsche stilt, werd aangehoord.
Aan het slot der plechtigheid dankt? de
heer Pül, schoonzoon van den heer Nolting,
voor de hulde.
Het provinciaal comité „Noord-Hol
land" van den Bond voor Staatapensiounee-
ring, heeft te Alkmaar een propaganda-
dag gehouden, die begon met een optocht
vanaf het Doelenveld.
Het einddoel van den optocht, waarin
twee muziekkorpsen medeliepen, was de mu-
ziektuin. Da3r opende de voorzitter van het
prov. comité, de heer G, Kalf, van Ilpen-
dani, de meeting. Er waren vier sprekers.
Ongeveer halfzes eindigde de meeting, die
door circa 200U bezoekers werd bügewoond.
Te Utrecht is een gecombineerde ver
gadering gehouden van do hoofdbesturen
var, de Ned. Vereeniging van Spoor- en
Tramwegpersoneel, den Bond van ambtena
ren bp de Ned. Spoorwegen en den Neu
tralen bond van Spoorwegpersoneel, over
de vraag of het mogeljjk zou zgn te gera
ken tot eenheid onder het spoorwegpersoneel.
Hoewel ook „St.-Raphaél" en de Prot.
Christ. Bond daartoe waren uilgenoodigd,
hebben deze op principieele gronden ge
weigerd aan het streven tot sjnunsmelting
deel te nemen. Na uitvoerige discussie werd
besloten een commissie van 9 personen sa-
j men te stellen (uit eiken bond drie leden),
die heeft te onderzoeken op welke gronden
de eenheid zal kunnen worden verkregen
en daaromtrent een rapport zal hebben uit
te brengen, dat later in de hoofdbesturen
en verdere instanties der bonden zal worden
behandeld.
Het „Wkbl." geeft de namen van de com
missieleden. Het zijn voor de Ned. Vereeni
ging: Moltmaker, Braambeek en Joustr.i,
voor de B. A. N. S.: Willemsen, Bloothoofd
en v. d. Heg, en voor den Neutralen Bond;
Van Wel, Kuiper en Ketelaar.
De dertiende algemeene jaarlgksohe
vergadering der Tuchtunie is te Baarn ge
houden, onder leiding van mej. Bouricius,
die een kort openingswoord sprak.
Aan het uitgebrachte jaarverslag is het
volgende ontleend:
Steeds meer blijkt aan de leiding de er
kenning van buiten ook door de steeds toe
nemende uitnoodigipgen tot bijwoning van
büeenkomsten, tot adhaesiebetuigingen aan
verzoeken, door anderen gedaan; de wel
willende hiuding, door d: Regeering jegens
de Unie aangenomen, en de groote belaug-
stelling, ook in het jubileumjaar door de
Koningin in het werk betoond. De moeilgke
tüdsomstandigheden hebben gelukkig geen
vernielenden invloed op den omvang der
Unie gehad. De tegenwoordige toestanden,
nit het oogpunt van onzedelijkheid en nei
ging tot misdrüf bezien, werden eer slechter
dan beter; wellevendheid en goede vormen
in het opeubaar verkeer, zgn meer zoek
dan ooit; de tuoht in het gezin vermindert
nog steedi zienderoogen, het opkomende ge
slacht zal, naar vgjj vreezen, liet toezicht
en de- zorgen der Tucht-Unie voorloopig
nog niet kunnen missen. In dezen iiepelors
zclfzuch'igen tijd is het een ware verheuging,
dat er tóch nog menseh n worden gevon
den, die belangeloos voor de handhaving
van de kostelüko zedelijke waarden der n.:-
tio tgd en moeite en geld willen offeren.
Dat doet de toekomst wat minder zwart
inzien.
Uit de lijst der aang<s'oten Verenigingen
zijn in den loop des jaars verdwenen de
Oranjebond van Orde, die werd opgeheven,
en de Vereeniging voor Vr. Verkeer te
Zandvoort. Daarentegen sloten zich aan de
Kon. Ned. Motorbootclub en de Unie van
Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen in
Nederland. Het aantal persoonlijke I denver-
minderde van 2941 tot 2773.
De rekening en verantwoording over 1923
sluit in ontvangsten en uitgaven met f6928.
Zg werd goedgekeurd. De begrootiug voor
1924 sluit in ontvangsten en uitgaven met
f 6500.
Do penningmeester, de heer Collette, drong
er ten krachtigste op aan, do Vereeniging
door het werven van leden te steunen.
Namens' de vereeniging Volksweerbaar
heid voerde luitenant-geueraal Verspyck het
woord.
Tot leden van het algomeen bestuur van
do Tucht-unio zü>i.gekozeu de heeren C. li.
G. Hogendyk, prof. dr. J. II. Gunning Wzu.,
mej. Frieda Katz, inr. P. R. Blok, terwijl
de volgende vereenigingen een vertegen
woordiger zullen aivaardigen; do Motorcn-
vereeniging, het Neder!. Onderwijzers-Ge
nootschap, de Nederl. Voetbalbond en de
Kinderboud,
Tot algemeen voorzitter werd gekozen dr.
C. Easton, die de benoeming aanvaardde.
Do middagvergad ring werd g prevdreid
door dr. C. Easton.
Des avonds bestond gelegenheid de Baarn-
sche school- en werktuiueu te bezichtigen.
Aangenomen is hot beroep naar de Ned.
Herv. Gem. te Drachten door ds. G. AVest-
mgse, prod, te Warfhuizen.
Naar men ons mededeelt, heeft het
hoofdbestuur van de Ned. Vereeniging van
Spoor- en Tramwegpersoneel een sclirüven
gezonden, waarin het de directie in over
weging geeft om den maatregel van ont
slag «iet toe te passen op do kleine cate
gorie van ambtenaren, die thans reeds ge
huwd züu. Indieu de directie met dit advies
niet instemt, stelt het hoofdbestuur voor
om bü ontslag van de thans reeds gehuwde
ambtenaressen voor ieder dienstjaar vgftig
maal het dagloon uit tc keeren, terwgl aan
de ambtenares, die na het vaststellen der
nieuwe regeling in het huwelyk treedt, voor
ieder dienstjaar dertig maal hot dagloon
zal worden uitgekeerd.
Voorts stelt het hoofdbestuur voor om het
maximum aantal dienstjaren, door de direo-
(io op tien gesteld, te doen vervallen, zoo
dat voor ieder dienstjaar, zonder beper
king, zal worden uitgekeerd („Tel")
Ds. Deelman schrijft in het „Algemeen
Weekblad voor Vrgzinnig-Godsdienstigen";
Woensdag, 2 Juli, op het IConinklgk land
goed „Raaphorst" bg Wassenaar, groot Zen-
dingsfeest! Minister De Visser: openings
woord! Tal van sprekers: dr. Callenbach,
ds. Dounia, dr. Geelkerken, enz. Op den voor
avond: bidstond op het terrein! Vier feest-
treinen zullen er loopen....!
Maar de Vrijzinnig-Hervormden van Zu d-
Holland, die, evenals het vorig jaar, ook,
naar ik verneem, dit jaar „Raaphorst" aan
vroegen om er van hun geloof te getuigen,
kregen and rmaaleen weigerend ant
woord.
Heilsoldaten, zendelingen, militaire ver
eenigingenhebben er toegangvrg1-
yin.nig-godsdienstigen worden geweerd...I
RECLAME.
Forma Delgado S 8 cent
Elegant .10 cenl
Special S .12 cent
3700
ONDERTROUWD: M. Crccvo jru. 25 j.
co J. ,F. Schaufeli jd. 26 j.J. H. Montcba
jm. 21 j. cn C. Blansjaar jd. 23 j.A. C. J.
Jaspers jni. 21 j. cn L. H. Ia Rivière jd. 25
j.H. Turcnhout jm. 22 j. cn B. M. J. Pan-
scer jd. 20 j.B. Dreef jm. 23 j cn C. v. d.
Berg jd. 2-1 j. G. J. C. dc Jaghpr jm. 31 j.
cn J. Ncuteboom jd. 32 j.Iï. Hoppen-
brouwer jm. 23 j. cn M. Chaudron jd. 22 j.
N. v. d. Linden jm. 28 j. en Sloots jd. 27 j.
J. ArnoIdu8 jm. 24 j. cn J. Penseel jd. 22 j
Naar 't Engelsch van LEONARD MERRICK.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H,
26)
Op zulke lijden legde hij bezoeken af; zijn
oogen schitterden en zijn rug was bijna niet
meer gebogen.
„Zij bijten, ouwe jongen," placht hij te
zeggenEn dan, nog eens, met schille
render oogen cn begeleidenden hoofdknik.
Zij bijten, ouwe jongen."
Maar als er nu bijgevoegd wordl, dat de
partituur welluidend en de liederen klank
rijk waren en dat hel afgewezen werk best
kans vaa slagen zou hebben gehad, eer dit
komische genre uit de mode ging, als „Sor-
renfordmaar een bekende naam was ge
weest. dan blijft er al weinig over van het
grappige, dat <Le kennissen verwaandheid
schenen te vinden in zijn palhos.
De oude heer keck op van zijn bord en
lachte schalks.
„Eigenaardig, dat je juist van de opera
spreekt, zei hij „Want die Iieeft nu kans'
Ik heb je expres eerst al het slechte nieuws
.verleid en hiold dit voor het laatst. Wacht
tol wij klaar zijn mei eten en dan zal ik,"
bij verkneuterde zich inwendig, „dan zal je
Sens wat moois hooren."'
Zij waren één en al spanning, maar zij
kenden zijn eigenaardigheden tc goed, om
Han te dringen op verkorting van uitstel.
Tot hel oogenblik kwam, dat hij totaal zon
net reden had vastgesteld als de tijd, waarop
«ij met zijn „moois" te voorschija zou tre
den, zou het haar niets geven of zij al vra
gen stelden. Zij wisselden eens een blik, als
om elkaar stilzwijgend af le vragen hoe ver
blijdend het nieuws wel in werkelijkheid
zou wezen en zich weer van die vorige
„mooie kansen" te binnen roepend, opdat
zij maar niet teleurgesteld zouden zijn. als
de feiten haar verteld werden.
Na cenigen lijd stonden zij op van lafe!
en namen hun plaatsen bij den haard weer
in. Ilij vulde zijn pijp met bedachtzaamheid,
blies den lucifer uit, legde het deel, dat nog
gebruikt kon worden behoedzaam op den
schoorsteenmantel en maakte het zich (oen
gemakkelijk in de eenigen gemakkelijkcn
stoel, die er was.
„Hal" begon hij.
„Nu, paps?"
„Nu, kinderen, er werd mij ingefluisterd,
zorg vooral dat hel hier blijft, ge moet er
niet van spreken Hel werd mij in vertrou
wen verteld."
„Ja vader, wal? Wij zullen er geen woord
van reppen."
„Nu, rnij werd in vertrouwen verteld,"
hij dampte steeds voort, „dat, „the Theatre
Royal" in andere handen overgaat!"
Zij gingen maar licel voorzichtig aan en
vroegen dus:
„Tn andere handen overgaat?"
„Er werd mij verteld, dal Mobsby het
waarschijnlijk opgeeft. Ik hoor. dat binnen
een paar maanden „the Royai" bestuurd zal
worden door een anderen looneel-direclour,
die, en daar hoef je niet eens bijzonder op
timistisch van opvatting voor te wezen,
zeker meer ondernemend zal zijn, want:
nieuwe bezems vegen schoon."
„Dus u denkt?" sprak Ree nog eens dui
delijk uit, „dal de opera daar wel kans zou
hebben?"
„O. ol' 'riep Hilda.
„DenkenDc uitdrukking van zijn
gelaal was oolijlc, zijn hcele manier van
doen gewichtig, er was zelfs iels triomfan
telijks in zijn ioon van spreken. „Denken?
Vat je dan zeiven niet wat hel beduidt? O,
vrouwen hebben toch zoo weinig doorzicht
in praetische zaken, zoo waar; je arme
moeder God zogene haar was niet
izool. Vat je niet, dal hel wel een van de
besle dingen is, die hadden kunnen gebeu
ren voor de opera? Ik weel zelfs niet, of ik
het niet als hel besle moet besclmuwen. Be
denk wie ik ben! Ik ben hier iemand, niet
rijk, verre van daar. maar op mijn manier,
in de kleine wereld van Beckenharnpton een
persoon van gewicht. Dal mag ik toch wel
zeggen, nietwaar? Ik wit mezelven niet in
de hoogte steken, maar: „op mijn manier in
dc kleine wereld van Beckenharnpton. een
persoon van gewicht!"
„Zeker, zeker, paps! Een persoon van ge
wicht, natuurlijk, dal is u!"
„Goed. Dat is dus va^t zoo ver en wat
volgt daaruit?" Weer deed hij drie lang
zame halen aan de pijp. Dc nieuwe looneel-
dircclcur zal hij hel Beckenhamptonsch pu
bliek in de gunst willen Ipmen Hij zegt lot
zichzelven: „Ik kan baast geen handiger
zet doen dan mijn campagne te openen met
het werk op te voeren van een van de oud
ste en meest geachte ingezetenen." Het is
voor hem evengoed. om de opera te nemen
als voor mij om ze le .geven Onze belangen
zijn dezelfde. Zoo le zeggc'n: ..reiken wij
elkaar de hand."
Zij namen iels van zijn vertrouwen over
en gingen nu zelfs nog verder.
„Maar zouden de rondreizende gezel
schappen niet in den weg sta an vroeg
Bee.
„Tul! tuil tuit" Laat hij het maar eens
opvoeren, dal is al wat ik verlang, veertien
dagen, een week, zelfs een enkelen avond
zal al voldoende zijn, om het bekend le ma
ken. Als het eenmaal len gehoore is ge
bracht, zullen er aanbiedingen uit Londen
velgen. Hel zal bekend worden hoe het
hier ontvangen werd; de tooneeldirecleuren
zulten de criticken lezen, ik zal zelf aan al
de voornaamste schouwburgen zenden. Ik
denk, neen, nu houd iic het er toch vast'en
zeker voor, dal de arme opera eindelijk eens
een kans heeft gekregen."
Jlij mengde wat whiskey en water en
weidde nog tot bedtijd van zijn dochters
over het onderwerp uit. Om elf uur kusten
zij hem goeden avond en gingen naar bo
ven. In haar hart voelden zij zich wat be
schaamd, want zij hadden meer geestdrift
voorgewend dan hel groote nieuws nu wel
bij haar gewekt had.
De professor neuriede deelen uil de ouver
ture en behaaglijk achterover geleund, zag
hij tal van visioenen in het vuur.
„Denk je, dat hel waarlijk van eenig ge
volg kan zijn, dat de schouwburg in andere
handen overgaat?" vroeg Hilda, op het por
taal.
„Och, ik weel het niet," zei Bee somber.
„Arme vader! Laten we maar hopen, zoo
lang we kunnen."
Zij hadden ieder haar eigen kamertje
sinds er kamers over waren in huis, en toen
Bee het.harp binnenging nam zij hel boek
van David Lee mee.
De kleine gebogen gestalte met de van
vervoering stralende oogen zat onder den
gas-arm le lezen lot d<* dreunende slagen
van de Saint-Sépulchre ha*r verschrikt
deden' oprijzen.
HOOFDSTUK XII.
Zij stond in haar atelier, tegenover haar
Academy-schilderij, zich mal afvragend,
wanneer dit wel klaar zou zijn en of het op
genomen zou worden. Zij had al verschei
dene malen in Birmingham en Manchester
geöxposcerd, en gedurende het afgeloopen
voorjaar was haar: „Het Boschje, niets dan
cc-n bleeke, doorzichtige Nevel" op de ten
toonstelling te Leeds verkoeld voor dertig
guinea's; maar er had nog nooit iels van
haar op de Royal Academy gehangen', of
schoon zij toch meermalen wat ingezon
den had.
Haar atelier was een zolderkamertje. Aan
de verkleurde wanden en hier cn daar op
hoekjes van de vloer prijkten de eerste wer
ken als oen soort gedenkschrift van den
ontwikkelingsgang, dien zij had doorge
maakt. Zij waren er daar ook alle, de schil
derstukjes, die men verwacht zou hebben.
Daar hadt je de gewone proeven van fami
lie-portretten, de gewone stil leven-groepen
van gembcr-pollen, Japanschc waaiers cn
bloemvazen; dan de doeken, waaruit al
meer eerzucht sprak van sentimenteel ge
groepeerde vrouwenfiguurtjes, sloffecrende
middeleeuwse he landschappen, met veel
moeite bij elkaar gehaalde overdreven voor
stellingen van de anders toch meest indiel-
oog-vallendc feilen van een beroemd man.
Daar hadt je de onderwerpen van zilveren
berken en beekjes met wilgen er langs, die
zij geschilderd had, toen zij zich voorgoed
bepaalde tot het landschap-genre en weer
in Beckenharnpton was teruggekeerd, s'.codi
vervuld van liet werk van Corot.
(Wordt vervolgd)