No. 19729
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 4 Juli.
Derde Blad. Anno 1924.
UIT ONZE STAATSMACHINE.
IHONIG'S
w Puddingen
INGEZONDEN.
SPORT.
FEUILLETON.
Het Schoenenwetje.
(Nadruk verboden.)
Onze lezer": weten, dat een wetsontwerp
ia aangenomen door do Tweede Kamer tot
verlenging van het Schoenenwetje, dat .n
het vorige jaar neg al wat van zich heeft
doen spreken en rot veel ongerustheid aan
leiding heeft gegeven, vooral ook omdat
sommigen er een proef iu mccnen op to
merken ten aan.-.ieu van protectionistische
maatregelen.
't Is niet onwaarschijnlijk, dat er bij
sommigen wat misverstand heerscht ten
aanzien van dat befaamde Schoenenwetje
van 5 Mei 1923, dat 29 Dec. 1923 met een
half jaar verlengd werd en dat dus op 1
Juli automatisch zou vervallen Het tegen
woordige wetsontwerp heeft de strekking
het nog weer met één jaar to verlengen,
dus tot 1 Juli 1925. Maar wij moeten er
terstond op wijzen, dat al is nu d:t wets
ontwerp aangenomen, daarmee nog me.
bewezen wordt, dat de invoer van schoenen
tot 1 Juli 1925 aan beperken Je bepalin
gen onderworpen zal zijn. V» ant de wet
van 5 Mei 1923 geeft alleen aan de Kroon
de bevoegdheid tot tijdelijke beperking
van den invoer van schoenwerk en van
een bevoegdheid behoeft geen gebruik te
worden gemaakt. Eerst op 25 Juni 1923 is
dan ook van de bevoegdheid, die de wet
van 5 Mei '223 verleende, gebruik ge
maakt. Eu als nu de bevoegdheid met een
jaar verlengd wordt, is hel nog niet zeker,
dat de invoer beperkt blijft. In elk ge\al
had het invoerverbod, of liever de voor
waardelijke invoer ongeveer elf maanden
gewerkt, en de Manster v. Arbeid meent,
dat het aan de verwachting heeft beant
woord en dat is ook de mecning van den
heer L. L. F. de Grove, voorzitter van de
Commissie van advies, blijkens een artikel
in de ,,Econ. Statistische Berichten" van 18
Joni 1924, waarbij van gewicht is, dat deze
go er. protectionist is.
In het voorjaar van 1923 heerschte er in
de schoenenindustrie een noodtoestand
door grooten invoer van schoenwerk, en
daarmee gepaard gaande werkloosheid en
geringe productie. Maar het doel is be
reikt en het invoerverbod kan wel opge
heven worden. Want terwijl van 1 Juli 23
t»fc 1 Mei 1921 werd ingevoerd voor
f 3.436.000, bedroeg de invoer in het over
eenkomstige tijdperk van een jaar vroeger
f 13.171.000. Alleen uit België werd tijdens
het invoerverbod wat meer ingevoerd,
waaraan de daling van den franc denkelijk
niet vreemd was. Aanvankelijk waren hier
te lande nog groot© voorraden buiten-
landsch fabrikaat, maaf die slonken en al
lengs werd de vraag naar Ncderlandsch
fabrikaat sterker.
In verband daarm=o is de werkloosheid
gedaald. Waren, er op 1 Juli 1923 in de
centra der schoenenindustrie nog 682
werkloozen, op 1 Jan 1924 waren het er
nog 408 cn op 10 Mei 1924 maar 52, Op 117
fabrieken, waar een onderzoek plaats had,
werkten op de genoemde data resp. 4815,
5905 cn 6882 werklieden, terwijl de week-
productie op die data was 58648, 90570 en
118.370 paren.
Er is zooveel vooruitgang, dat nu reeds
weer schoenwerk wordt uitgevoerd.
Toen het wetje in 1923 behandeld werd,
was er bij sommigen vrees voor represaille
maatregelen en voor handel in invoer-
consenten. Ook duchten sommigen, dat de
prijzen van het schoenwerk aanmerkelijk
zouden stijgen. Van dat alles is niets ge
komen. Er is op het oogenblik geen reden
om het invoerverbod to handhaven en de
Minister wil dan ook een voorstel doen tot
opheffing daarvan.
Maar z. i. is dat geen reden om de be
voegdheid aan de Kroon te ontnemen om
het invoerverbod, wanneer dit noodig bleek,
te doen herleven.
De industrie staat niet zoo vast, dat zij
schokken kan weerstaan. Zoo zou het in
onze tijden van onzekerheid mogelijk zijn,
'dat door oen plotselinge gebeurtenis de be
taalmiddelen in een van de nabj gelegen
Kijken in waarde daalden cn dat daarvan
een overstrooming van tmitenlandsch
schoenwoïk het gevolg zou zijn. De buiten
landers bieden nu nog hun product tot
lagen prijs aan, lager misschien dan in het
productieland ge\ ra.agd; wordt, alleen maar
om aan contant g J te komen, om het be
drijf op gang te houden.
Mocht van dergcl'.jke feiten te groote
invoer het gevolg z ;n, dan meent de Mi-
nister over een wapen van verweer te
moeten kunen beschikken en daarom wil
hij de bevoegdheid om een invoerverbod
uit te vaardigen nog één jaar behouden,
zelfs wanneer het invoerverbod zelfs opge-
heven zou zijn.
Bij het onderzoek in de afdeelingen zijn
j tegen dit wetsontwerp nog al bedenkin
gen geopperd. Die tegenstanders wezen er
I op, dat de Minister zelf verklaarde, dat
het invoerverbod op dit oogenblik niet
noodig was en dat hij de kans groot acht,
I dat van de gevraagde bevoegdheid nooit
j gebruik zal worden gemaakt. Dat achtte
menzich wapenen tegen denkbeeldige
gevaren. Ook achtte men het wetje niet
zoo onschuldig als de Minister het voor-
i steldeten eerste bestaat er gevaar, dat
de bevoegdheid na 1 Juli 1925 weer ver-
lengd wordt, maar het gevaar is ook niet
I denkbeeldig, dat nu het met de schoenen
1 goed is gegaan, andere industrieën om
j gel jke bescherming zullen vragen tegen
i concurrentie van het buitenland, die nog
niet eens behoeft te bestaan.
Deze tegenstanders meenden verder, dat
beperking van den vrijen handel geen
duurzame verbetering kan brengen in
noodlijdende industrieën. Ook geloofden
zij, dat de stabilisecring van de Mark meer
heeft bijgedragen tot de gunstige wending
in de schoenenindustrie dan het uitgevaar
digde invoerverbod.
De Minister had ook gezegd, nogal groo
te verwachting te hebben van de preven
tieve werking van bet behoud der be
voegdheid om een invoerverbod te doen
herleven: de importeurs zouden voorzichtig
zijn met het inkoopen van groote voorra
den. De tegenstanders betwijfelen dat,
maar vreesden wel, dat zoodra er maar een
klein wolkje aan de luoht was, zij weer om
bet invoerverbod zouden roepen.
Natuurlijk waren er ook heel wat leden,
die instemming betuigden met 't wetsont
werp en dezen waren pok 't talrijkst in de
Kamer. Veel nieuwe argumenten voerden
zij niet aan. Wel werd er gewezen op de
schaarschte aan geld, die op het oogenblik
in Duitschland bestaat en die er toe zou
kunnen leiden, dat de Duits obers tegen
lage bedragen verkochten om maar aan
geld te komen. Gebeurde 'dat, dan zou ter
stond door dit wetje een invoerverbod van
pas zijn.
RECLAME.
GOED cn GOEDKOOP is vaak een moei
lijke combinatie, welke echter in HONIG'»
PQDDINGEN, gefabriceerd met Honig*»
Maizena, volkomen is bereikt. Men be
reidt met die puddingen goedkoop do
heerlijkste nagerechten, die men zich
denken kan - Vraagt Uw winkeliers
8389
[Builen verantwoordelijkheid der Redactie.)
Copie van al of niet geplaatate stukken
wordt niet teruggegeven. -
Bezuiniging te Noordwijk.
Ons dorp mag zich verheugen in een
niet al te hooge belasting, echter nog veel
te hoog in vergelijking bg andere plaatsen.
Voor een inkomen van 5 h 6 duizend gulden
betaalt men 18 h 14 pCt.
Om nu een beetje den belastingdruk te
„verlagen" gaat men, o wonder, het Raad
huis vergrooten, hetgeen volgens deskun
digen niet noodig was. Voor de koude voe
ten der ambtenaren komt er centrale verwar
ming; het licht wordt electrisch. Daaren
tegen is in een gedeelte van het dorp geen
electrisch licht, geen straatweg en geen gas
lantaarn te zien. Met een graagte wordt
daar evenwel toch belastingpenningen geïr.d.
en gebruikt voor alle mogelijke en onmoge
lijke doeleinden. Het zgn zeker bannelingen
die daar wonen. Zoo ziet men: wie het
dichtst bjj het raadhuia woont warmt zich
het best.
Gelukkig krggen wjj nn geen uitbrei
ding van politie, daar wij boven de om
liggende dorpen reeds uitblinken, zoowel
voor wat betreft uniformen, als aantal 'man
schappen en onkosten. Het water is ongeveer
het dubbele in prijs van dat in de gemeente
s-Gravenbage. Nu krijgen wij een uitbrei
dingsplan over een oppervlakte van 300
H.A., waarschijnlijk geschikt voor eeniga
eeuwen. Dit zal wel weder grootscheeps
worden opgevat en de burgers op kosten
jagen, „daar de groote stadslucht", die dit
natuurlijk met zich brengt, den grond duur
maakt en daardoor duur wonen veroorzaakt.
Het gevolg zal zijn hoogere woningen, waar
door het landelijke verdwijnt.
Gelukkig dat de aanleg van den autoweg
niet doorgaat. Dit geld is tenminste ai weder
gespaard.
Hoogachtend,
Uw dn.,
DUINDOORN.
Noordwijk, Juli 1924.
ATHLETIEK.
De opening der Olympische Spelen.
Morgenmiddag zal te Parijs de officiccle
opening van de Olympische Spelen in het
Stade de Colombes plaats vinden in tegen
woordigheid van een groot aantal Fransche
regeeringspersonen, waaronder de presi
dent der Republiek: alle sport-officials,
terwijl ook de prins van JV'ales, prins Hen
ry van Engeland, de prins regent van Roe
menië en de Shah van Perzië aanwezig
zullen zijn. Des middags 3 uur, zal de heer
Doumergue, die de spelen officieel moet
openen, aan het Stadion ontvangen worden
door baron De Coubertin, voorzitter van
het Internationaal Olympisch Comité en
graaf Clary, voorzitter van het Fransche
comité. Twintig minuten later komen de
athleten, voorafgegaan 'door hun officials,
het Stadion binnen, in (Fransche) alpha-
betische volgorde. De 45 naties zullen als
volgt de offieieele tribune passeeren Zuid-
'Afrika, Argentinië, Australië, Oostenrijk,
België, Brazilië, Bulgarije, Canada, Chili,
China, Cuba, Denemarken, Egypte, Ecua
dor, Spanje, Estland, Amerika, Finland,
Frankrijk, Engeland, Griekenland, Italië,
Nederland, Hongarije, Indië, Japan,
Letland, Lithauen, Luxemburg, Mexico,
Monaco, Noorwegen, Nieuw-Zeeland, Phi-
lippijnen, Polen, Portugal, Roemenië, Zwe
den, Zwitserland, Tsjecho-Slowakije, Tur
kije, Uruguay, Joegoslavië.
Als do optocht de groote tribune is voor
bijgetrokken en allen hun plaatsen ingeno
men hebben, zullen de spelen, geopend
worden, waarna dit feit door kanongebul
der, fanfares, loslaten van postduiven en"
het ontplooien der Olympische vlag aan
den koogen mast, zal worden bokend ge
maakt.
Daarna zal de Geö 'AndrS naar voren
komen en den èed afleggen, gezang zal
over 't Stadion weerklinken, dan is de
groote ceremonie voorbij een kunnen de
Spelen een aanvang nemen.
De Nedcrlandsclie athleten zijn gisteren
naar Parijs vertrokken.
Een wedstrijd Houbem—Paddock.
De Duitselie kampioen hardlooper over
100 yards, Houben, zal 31 Augustus a.s. te
Kopenhagen den Amerikaanschen kampi
oen Paddock ontmoeten. Bij dezen wed
strijd tusschen de beste liardloopers der
oude en nieuwe wereld zal 100 en 200 M.
geloopen worden.
LAWN-TENNIS.
Het tornooi te Wimbledon.
In het heeren-enkelspel is men thans tot
'den eindstrijd genaderd. De uitslagen der
halve beslissingen zijn:
Heeren enkelspelen, halve eindstrijd:
Lacoste (Frankrijk) slaat Williams (Ver.
St.) 6-1, 3-6, 6-2, 6-3, Borotra (Frankrijk)
slaat Raymond (Z.-Afrika) 6-3, 6-4, 7-5.
De eindstrijd zal dus tusschen twee
Fransche spelers gaan, wat nog nooit te
Wimbledon heeft plaats gevonden, sinds
het tornooi aldaar internationale vermaard
heid kreeg.
VOETBAL.
Jaarverslag van den N. V. B.
Van het bondsbureau ontvingen wij hel
verslag van den Nederlandse-hen Voetbal
bond over het jaar 1923'24, dal ook nu
weer zeer uitvoerig is en bijkans honderd
bladzijden druks omval. De secretaris-pen
ningmeester, de heer Staal, opent als altijd
de rij met een breedvoerig algemeen over
zicht, hetwelk een duidelijk beeld geeft van
de gebeurtenissen in hel afgeloopen honds
jaar. Aangezien de heer Staal weinig nieuws
heeft te vertellen (alle belangrijke kwesties,
zooals die der dreigende afscheiding e. d.,
zijn indertijd reeds uitvoerig door ons be
sproken) meenen wij er niet verder op in te
behoeven gaan, behoudens dan de uitzon
dering, die den regel bevestigt. Want wèl
nieuw wal medegedeeld wordt omtrent den
omvang der organisatie, en den lezer zal dit
stellig interesseeren. Ziehier enkele bijzon
derheden:
Per ultimo Mei.
1922 1923 1921
Aantal leden van den
N. V. B2G037 27209 28200
Aantal toegelaten ver-
eenigingen 2-15 2G5 288
Aantal elftallen in de
N. V. B. competities 3G5 395 429
Aantal competitie-af
deel ingen 42 4G 5G
Aantal erkende bon
den 17 17 17
Van de door den N. V. B. erkende bon
den luiden de cijfers:
Per ultimo Mei.
1922 1923 1924
Aantal toegelaten ver-
eenigingen 927 989 1001
Aantal elftallen 2125 2320 2453
Aantal competilie-af-
deelingen 282 326 343
Aantal leden 49738 52-137 54184
(22189) (22730) (22864)
De lusehen haakjes geplaatste getallen
geven aan hoeveel van deze leden N. V. B.-
leden zijn.
Houdt men er daarenboven rekening
mede, dat de R.-K. Federatie omstreeks
11.000 leden telt, ondergebracht in een 300-
tal vereenigingen, dan komt mon lot de
volgende totaal cijfers:
1470 vereenigingen;
3828 elftallen;
549 competitie-afdeelingenf k
75278 leden.
Het verslag van den secretaris-penning
meester wordt gevolgd door dat van den
hoofdconsul en door die der diverse com
missies.
Ho8 het gesteld is met de verwording
van het spel blijkt uit de mededeeling, dat
in één jaar lijds in 178 gevallen een lich
tere of zwaardere straf moest worden op
gelegd. De gezamenlijke schorsingduur be
droeg 684 (vorig seizoen 454) maanden,
varieerende van V» tot 3G maanden.
De protestcommissie vergaderde 11 keer.
Ingediend werden 79 protesten (vorig jaar
131), waarvan er niet minder dan 43 niet
in behandeling werden genomen. Dat de
weder-inslelling der promotie- en degrada
tiewedstrijden in het Westen tot het ver*
minderen van het aantal protesten zeer
heeft bijgedragen mag met reden worden
aangenomen. Ietwat wonderlijk is het, dat
hel aantal scheidsrechters nog altijd niet
dalende is. Rechtspreken bij voetbalwed
strijden is tegenwoordig geen pretje meer,
maar in den N. V. B. heeft men zich over
de kwantiteit nog lang niet te beklagen, 74
nieuwe functionarissen (uit 182 sollicitant
ten) werden in hel afgeloopen jaar bet
noemd. zoodat het scheidsrechterscorps mot
menleel 399 man sterk is.
Wij komen thans lol de kwestie der fi
nanciën Eilacie, waarde lezer, de
millioenen-nota ontbreekt. Geen woord
wordt er over gezegd. Er zijn ons ecnige
kostelijke oógenblikken onthouden!
Leiden—Den Haag.
Zaterdagavond, 12 Juli, a.8. zal alhier del
stedenwedstrijd LeidenDen Haag worden
gehouden Nadere bijzonderheden hopen wij
Dinsdag a.s. mede te deelen.
SCHERMEN.
1 »U
De wedstrijden te Parijs.
Gisteren zijn in hot Velodrome d'Hivef
le Parijs de halve beslissingen gehouden (de
gisteren vermeldde waren niet de „halve",
doch de ,,kwart"-beslissingen) van hel indU
vidueele schermlornooi voor heeren op
floret. De uilslagen zijn als volgt:
Poule I: Gatliau (Frankrijk) met 5 over
winningen, 7 touchés. 2. Seligman (Enge
land) met 5 overw., 20 touchés; 3. Coutrot
(Frankrijk) met 3 overw., 19 touchés-, 4.
De Beukelaer (België) met 2 overw., 17
touchés.
Poule H: 1. Ducret (Frankrijk) met 4
overwinningen, 12 touchés; 2. Osier (Oos
tenrijk) met 4 overw., 17 touchés; 3. Van
Damme (België) met 3 overw., 15 louchés;
4. Larraz (Argentinië) met 3 overw., 18
touchés. l
Ook voor de dames-wedstrijden op floret
zijn de demi-finales gehouden. De uitsla-s
gen zijn: 1
Toule I. 1. Osier (Denemarken!2. Fry
man (Engeland); 3. Barding (Denemarken;.
Poule II: 1. David (Engeland! 2. Hod-
Door (Denemark;-n); 3 Thary (Hongarije), t
Over de prestaties onzer Nederlandsche
scliermslers meenen wij nog het volgende te
moeten melden
Mej. De Boer op wie veler hoop gevestigd
was verloor haar eerste partij legen mevT.
Barding met 5-2. Aanvankelijk leek 't, alsof
zij zou winnen, omdat zij spoedig mei 02
voor stond; de Deensche maakte echter ge
lijk en won zonder dat mej. De Boer kans
kreeg nog een treffer le plaatsen. De tweede
partij had bijna eenzelfde verloop; het werd
0—1, 1—1, 2—1, 3—1, 3—2, 4—2 en 5—2-
De derde partij legen de Zwecdsche, mej. Ha
milton, was spoedig geëindigd; de laatste won
n.l. met 5—0. Tegen de jonge en elegante
Poolsche, mej. Dubienska, behaalde onze
landgenoote haar eerste en eenige overwin
ning, n.l. met 0—5. De laatste partij legen
mevr. Bory, een Fransche dame, had een
eenigszins onregelmatig verloop, omdat de
jury enkele onjuiste beslissingen nam, welke
in 't nadeel van mej. De Boer waren; was
zulks niet het geval geweest, dan zou zij on
gel wijfeld hebben gewonnen. liet beloop was
10, 1—1, 2—1, 2—2, 3—3, 4—3, 5—3.
Mevr. Stokhuizen was in haar poule onge-»
twijfcld de zwakste. Zij schermde sierlijk,
maar vocht niet genoeg. Toch zag zij ook
kans een partij le winnen, n.l. van de Ame-
rikaansche mrs. Hopper, die zij met 2—5
sloeg (0—1, 1—1, 1—2, 1—3, 2—3, 2—4,
2—5). Zij had uiterst sterke tegenstandsters,
zooals de Engelschc kampioc-ne miss Davis,
die met 50 won en de Deensche kampioene
mevr. Osieez, die haar met dezelfde cijfers
klopte. Van mevr. Ilcllquist (Zweden) ver
loor zij met 51 (10, 20, 21, 31,
4—1, 51), van mevr. Fitting (Zweden)
eveneens met 51 (10, 20, 30, 40,
41, 51), terwijl zij door de Francaise
mevr. Conté met 5—2 geklopt werd (01,
1—1, 2—1, 2—2, 3—2, 4—2, 5—2).
Ook mevr. Admiraal won slechts een par
tij, namelijk van de Zwitsersche mej. Mor-
genlhalcr met 25. Ilaar eerste partij legen
de Deensche mevr. Buhl verloor zij slechts
Kaar 't En gelach van LEONARD MERRICK.
Geautoriseerde vertaling van Me]'. E. H.
2i)
„De „Reviev of Revieva" zei, dat het
genie bezat; en deelen uit de critiek deden
mij denken, dat ik het wel eens zou willen
lezen. Nu .heb jij vast wat; ik zal wel wach
ten, lot ze je een roman sturen."
Zij schoof een armstoel bij den haard en
ging zitten, of zij moe was. Zooais ze zei,
had zij geen haast bij het boek, ofschoon zij
er een week geleden erg naar verlangd had;
zij was dezen middag vervuld van h el an
dere dingen, nu zij eindelijk eens vr.j was
haar gedachten daarover te laten gaan. Zij
wilde iels schilderen, waar zij maar niet
aan kon beginnenhet slond haar telkens
voor den geest, maar onduidelijk en zonder
samenhang. Zij had hel zoo 'heerlijk voor
oogen gezien, toen zij de vorige week,
pas van de boerderij van EiphhJ} fhrug
kwam, maar hoe meer zij nu nadacht over
de fotografieën, die zij daar genomen had,
'des te meer zij van de wijs raaklc De
schuur met het mosdak maakte haar zco
wanhopig De kleur daarvan zie je. En zo
kon de schuur maar niet vergeten; -ij kon j
ze toch ook niet weglaten, want dan zou im-t
schilderstukje heel an Iers weden dar. zoo-
nis zij het zich voorgenomen had. naar loo
ste! leidde haar altijd in verzoeking, dacht
zij nu. Zij had hel gekocht om den samen
hang van haar onderwerpen voor oogen te
hebbenboomslammen 'en -takken bf fotö-
grafeeren, om dan later op haar gemak hun
vorm te besludeeren. Maar sinds zij het ding
bezat, baarde liet haar steeds teleurstellin
gen, daar het haar liet zien voor haar pen
seel onuitvoerbare dingen.
Zij zat in het vuur le staren met de elle
bogen op den schoot. Zij hield de oogen nog
wijd open, zoo lang zij zich verbaasde;
maar loen gingen de oogleden al meer naar
beneden, naarmate de conceplie haar duide
lijker werd op hel wilie doek van haar
geesiesblik.
Met de eene hand hield zij de kin omhoog
en met den duim van de andere maakte zij
werktuiglijk benedenwaarlsche slreekjes in
de lucht.
De slilte duurde een kwartier, zij werd
verbroken door Hilda, die zich grillig om
wendde op de sofa, met de vraag:
„Hè toe, wees eens lief en lees me wat
voor. Deel Mija oogen doen zoo zeer en zij
worden nog erger van het licht."
„Ik dacht, dat je er niet van hieldt om
voorgelezen te worden," zei Bee, met een
vaart oprijzend en maar hopende, dat liaax
zuster dit niet bemerkt mocht hebben, daar
zij het dan voor aanstellerij zou houden.
„O. maar, door jou wel, 't Zijn die soorf
voordrachts-lesscn, die er mij zoo het land
aan doen hebben. Als je door wilt gaan. 'i
Is hier en daar h'cel mooi."
Bee nam het boek met niet veel animo
en het kostte haar moeite om le lezen. Een
oogenblik scheen het feit, dat zij toch zoo
verlangend was geweest er mee kennis te
maken, te sluimeren in haar gemoed, maar
dadelijk daarop herinnerde zij het zich toch
weer, en de reden van die belangstelling:
haar verwachten van in de gedichten te
zullen vinden precis* h«t*elfde hartstochte
lijk in opstand-komen, dat In haar eigen
hart school, bracht gloed in haar stem.
Al heel gauw kwam zij aan een paar re
gels, die in de „Review" aangehaald waren.
Zij la3 ze tweemaal, eens voor Hilda en
eens voor zichzelf, en al weer dankte zij
den dichter, dal die ze uitgesproken had.
,,'t Is mooi, vindt je niet?" vroeg Hilda,
toen Bee even wachtte.
„Ja, 't is heel mooi."
Maar zij hield het boek voor Kaar gezicht,
terwijl zij verder ging. De man openbaarde
haar geheimen, sprak uit al wat zij voelde,
iederen dag haars levens, en zij vreesde, dat
Ililde hel wis!, ofschoon dit niet zoo was.
Haar gemoed en geest waren verwonder
lijk gestemd met zijn poëzie. Hij gaf uiting
aan de ontroeringen, die de natuur in haar
ziel wekle, en die zij nooit had leeren uit
drukken in haar kunst. Hij verkondigde met
luider stemme gedachten, die zij koeslerde
slechts in biiter stilzwijgen; gedachten,
waar zij van teruggeschrokken was, waar
zij le laf voor was geweest om er voor uit te
komen.
Even vroeg zij zich af of hel wel een man
was. die dat had gedacht. Was het niet
veeleer de kreet van een vrouw, hunkerend
en smachtend als zijzt-lve, enkel begiftigd
met de macht om te vertolken en den moed
om voor haar gevoelens uit te komen?
Zij vroeg zich dit ook slechts een minuut
lang af; de vergoding van een man voor de
schoonheid van de vrouw, de illusies van
den man betreffend:- vrouwen spraken te
duidelijk uit de gedichicn, dan dat zij er
door misleid kon worden. Maar naast de
dankbaarheid voor zijn werk voelde zij in
nig? belangstelling voor zijn persoonlijk
heid; een belangstelling, veel grootcr dan
zij ooi', voor eenige andere pen had gevoeld;
zij meende zelfs, dat zij hem beter begreep
dan een van zijn overig lezend publiek. Zij
zou heel wat gegeven hebben om hem le
hooren praten, en ofschoon dit onmogelijk
was, ofschoon zij wist, dat er maar weinig
dingen zoo onwaarschijnlijk waren dan dat
zij hem ooit ontmoeten zou, kromp zij ineen
bij de gedachte, dal juist de mismaaktheid,
waardoor haar waardeering van zijn genie
des te grooter werd, die waardeering tegen
over hem des te stumperiger deed zijn.
Zij las nu niet. De pauze had zoo lang ge
duurd, dal de vrees hoe Hilda haar gevoe
lens raden zou, haar schuldbewust naar
den volgenden regel dreef; terwijl zij dien
las, keek zij eens tersluiks naar Hilda;
maar die sliep. Zij was blij. Zij verlangde-
niet, meer te lezen, of liever, zij verlangde
niet verder te lezen. Zij verlangde terug le
gaan en enkele coupletten opnieuw le lezen.
Bijvoorbeeld de bladzijden, die haar toen
levendig voor oogen hadden gelooverd hel
Lillle-Fesler-kerkhof, van den heuvel af ge
zien. Zij had zich met verwondering afge
vraagd of hij ooit daar geweest zou zijn, als
de populieren zich zwart alleekcnden tegen
de luchl en alles slechis in vage trekken
waarneembaar was, behalve de verlichte
vensiers van de huisjes, daar in den omtrek,
en de spookachlige-wille grafsleenen van de
donden.
Zij had daar dikwijls een impressi? van
willen schilderen; maar loen zij de bladzijde
weergevonden had, ontbrandde hel verlan
gen opnieuw in haar en des ie sterker door
haar bewondering voor hel gedicht.
Als zij uitdrukking had kunnen geven
aan de gevoelens, die liet looncel in haar
wekie, dan zou zij een groot schilderes zijn
geweest, want zij voelde diep en oorspron
kelijk, ondanks haar afloopen van de plaat
selijke kunstschool, waar het onderricht t
gelijk dit in iedere Engelsche inrichting het
geval is er op uit is het instinctieve gei
voel bij de sludeerenden le onderdrukken.
Haar penseel had haar enkel geluk bezorgd;
evenals de school, waar zij zoowat op haar
vijftiende jaar gekomen was, haar slechts
oefening had geschonken; maar zij boette
voor de uren van geluk met dagen van doife
wanhoop. Zij kon nu niet vóór dit en menig
ander tafereel staan en duidelijk uitdrukken
hoe zij het opvatte, en dit stelde haar teleur.
Zij schilderde heel aardige stukjes, middel
matig van verdiensie; dichterlijke dingen,
lief on vriendelijk; maar verder kon zij liet
niet brengen. Zij voelde, dat haar schilde
rijen haar al evenzeer verraadden als haar
lichaam. Zij Irachtle zichzelve wijs te ma
ken, dat haar kunst haar enkel maar zoo
slechl behandelde, omdal zij nog jong was;
zij bracht zich dikwijls in herinnering, dat
de groolsten van onze landschapsschilders
nog niet het werk hadden verricht, dat hen
beroemd maakle, eer zij zoowat veertig wa
ren; in het geval van Constable eerst later.
Zij wist niet hoe het haar struikelblok was,
dat, mocht zij dan al heel wal gehoord heb
ben van de voortreffelijkheden van Roseliï
en Burne-Jones en Ford Madox Brown;'
.heel wat van de meesterstukken van de
achttiende eeuw en van de techniek van
Rcynold3 en Caïnsborough en Romney, zij
nooii gehoord had van het voorrecht, om
haar indrukken onmiddellijk aan de Natuur
te ontleenen; men haar nooit verteld had,
dat haar eigen proeven evenzeer van waar
de mochten beschouwd worden als die van
Rembrandt of Velasquez, als zij ze maakt»
volkomen naar waarheid en met genoegz£-
men durf öp doel; bracht, J
(Wordt vervolgd).