No. 19729. VRiJDAS 4 JULI Anno 1924 siansMtEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEH ADVERTENTIESl 80 CU per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prija Kleine Advertentiên, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 60 CU., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrechL Voor eventueels opzending van brieven 10 Cts. porto U betalen. Bewijsnummer 6 CU. Bureau Noordelndjpleln Telefoonnummer» voor Directie en Administratie 175 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT» Voor Leiden per 8 maanden ƒ8.86, per week f 0.18, BuiUn Lelden, waar agenten gevestigd rijn, per week Franco per post ƒ8.86 4* portokosten. Dit nummor bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. ÖfficieeSe Ker?n!spvisigen. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. Aan den gemeentelijken vischwinkel Vischmarkt 18, Tel. 1225 is ZATERDAG en voorzoover voorradig ook ZATERDAG AVOND verkrijgbaar SCHOL k f0.14. KOOLVISCH k f 0.13 per pond en NIEU WE HARING k f0.06 per stuk. N. C. DF GIJSKI-AAR. Burgem. Leiden, 4 Juli 1924. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeenc kennis, dat de be slissing op het verzoek van a de N.V. Emile Schulze en Zonen's Maatschappij, om vergunning tot oprich ting van een fabriek voor het vervaardigen van laciferspillcn in het perceel Utrecht- sclie Jaagpad No, 44 Sectie M. Nrs. 3762 en 3857. b. fV. de Laat, om vergunning tot op richting van een banketbakkerij in het per ceel Sophiastraat No. 17. Sectie K. No. 2241 is verdaagd. N. C. DE G1JSELAAR, Burgemeester. VAN STRTJEN, Secretaris. Leidon, 4 Juli 1924. Handel, Scheepvaart en Nijverheid in het district Rijnland over 1923. III (Slot.) .Aan het verslag van de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Rijnland over 1023 ontleenen wij nog het volgende: Handel in Tuinbouwpro- I d c t e n. De aanvoer van peulen en doperwten kan over het algemeen bevredi gend worden genoemd: van eerstgenoemd product werden in Roelofarendsveen aange voerd 63.90't zakken van 10 K.G., welke in doorsnee hebben opgebracht f2.93 per zak, legen 61.5S3 zakken in 1922, met een door- sneeurijs van f2.95. De aanvoer van dop erwten was beduidend ineer dan in 1922, doch van dit artikel bleef de prijs ver bene- Icn die van het vorig jaar. Hiervan was de aanvoer in het afgeloopen jaar 51.930 zak ken, met «en doorsneeprijs van f 1.31, legen 47.758 zakken in 1922, met een doorsnee- prijs van f 2.20 per zak. Deze lage prijs vindt ileen zijn oorzaak in de z.g. hitte golf, welke in de eerste helft van Juli heersohle, waardoor deze vruchten zoodanig aanrijpten. dat geen krachten genoeg te werk kondon worden gesteld, om ze in goe den staat aan de veiling te leveren. De snijboonen vooral hebben buitenge woon hooge prijzen behaald; wel was de aanvoer belangrijk minder dan hel vorig jaar, wat hoofdzakelijk is te wijten aan den storm ran 30 Augustus 1.1., doch de prijzen ware®, wel van dien aard, dat de opbrengst van dit product zeer zeker loonend mag worden genoemd. Niet alleen augurken, maar ook snijboo nen, kool en andere groenten, worden thans voor zeer hooge prijzen door Duitschland afgenomen, zoodat in de toekomst nog weer een lichtpuntje is te zien en de vooruitzich ten voor het komende seizoen weer hoopvol ler zijn yoor den tuinbouw dan zij de laat- sle jaren geweest waren. De Houthandel kenmerkte zich in 1223 door een zeer scherpe concurrentie, welke zich /ooral bij aanbestedingen deed gelden. Vooral de groothandel werd daar door gedrukt, maar de afzet in den detail handel was naar omstandigheden nog al be vredigend. In de tak- en Ve rn i s f ab rie- ken bleef de omzet beneden dien van vo rige jaren, wat voornamelijk (e wijten was, aan slapte in het schildersbedrijf. Wat de Lederindustrie betreft, kan gezegd worden, dat de productie in 1923 nog verder ingekrompen is. Niettegenstaande de lage prijzen bleven de huidenprijzen hoog, zoodat geen behoor lijke calculatie te maken waren; te meer, daar betaling^uitstdlen aan de orde van den bleven. Door verdere machinale inrichting kan v/orden tegemoet gekomen aan de gewijzig de vraag in verband met -de gewijzigde ver- bruiksdoeteinden. Door onvoldoende vraag en meerdere concurrentie als gevolg van allerlei, veelal kleine bedrijven, waa de toestand der leder waren fabricage ongunstiger dan het vorig jaar. Voor werkelijk prirna kwaliteit en afwer king was oen naar verhouding gunstige prijs te bedingen. Speciaal was dit bij drijf riemen het geval. Wat de O 1 i e f a b' r i k e n aangaat, Iiudeu de gegevens iels beter. Vermeld wordt dat in het jaar 1923 op normale wijze ge werkt is en dat, behoudens de gewone stil stand in de zomermaanden als seizoenbe- Brijf, geen werkloosheid is voorgekomen. Er bestond geregelde vraag naar het arti kel lijnkoeken en het hoofdproduct-lijnolie werd vlot afgezet Er werd niet rechtstreeks voor export gewerkt. De resultaten kunnen, tamelijk bevredigend genoemd worden. Wat Scheepswerven en Ma chinefabrieken betreft, laten wij de ondernemingen zelf aan het woord. De Kon. Ned. Grofsmederij meldt: De algemeene toestand in onze industrie was gedurende het geheete jaar 1923 verre van bevredigend. De afzet was minder dan in het voorafgaande jaar, hetgeen moet wor den toegeschreven aan onvoldoende vraag en de valula-concurrenlie, hoofdzakelijk van Frankrijk en België. Er heerscht een zekere vrees, om werken van grooteren omvang te ondernemen, ter wijl het nijpend gebrek aan kapitaal daar bij tevens tegenwerkt. In enkele afdeelingen onze fabriek heb ben wij, de algemeene malaise in aanmer king nemende, vrij bevredigende resultaten gehad; in andere afdeelingen hadden wij bijna doorloopend met gebrek aan werk te kampen. De N.V. Scheepstimmerbouw- en Reparatiewerf „De Hoop" v.h. Gebrs. Boot, schrijft, dat zij met het onder handen zijnde werk het personeel niet geheel bezig kon houden en dit deed haar besluiten den afbouw ter hand te ne men voor de beide voor eigen rekening sedert geruimen tijd op stapel staande zee schepen en daarbij bovendien een nieuw sleepsohip op te zeilen. Van de sporadisch binnenkomende aan vragen kwam, ten gevolge van de felle con currentie, slechts zelden een opdracht tot stand. Om den concurrentiestrijd zooveel moge lijk het hoofd te bieden, zagen zij zich ge noodzaakt eenige malen loonsverlaging toe te passen. Dat 1923 voor onze onderneming een niet zeer gunstig tijdperk was, valt uit de voren staande mededeel in gen reeds op te maken, aldus deze firma. De eenigszins waar te nemen opleving aan het einde des jaars, doet ons eenige hoop koesteren voor de naaste toekomst. Behalve de afbouw van de gemelde beide zeeschepen, (een zeevrachlboot van 750 ton D W. en een zeesleepboot van 450 I. P. K.), werden op onze scheepswerf in het afge loopen jaar 14 molorvrachtbooten en 1 mo- toriankschip gebouwd, terwijl wij aan het einde des jaars in aanbouw en in bestelling hadden 6 molorvrachtbooten en 3 sloepsche pen. De N.V. M a c h i n e f a b' r i e k „O v e r- r ij n" schrijft o.m. het volgende: Bleek het jaar 1922 een Blelselmaligen achteruitgang in den omzet tot kenmerk te hebben als gevolg van steeds slechter wor dende toestanden der Industrieën in het al gemeen, 1923 bracht hierin geen verbete ring. De vraag naar nieuw werk en evenzeer naar reparatie werk bleef steels onvoldoende. De afzet was daardoor zeer onbevredigend. Verkorting van werktijd en ontslag was daarvan het gevolg. De enorme honger naar werk maakte de concurrentie bitter scherp, zoodat meestal prijzen werden gemaakt ver beneden den kostprijs. In de branche Suikerwerken was de afzet bevredigend. De financieete re sultaten bleven echter beneden de normale, ten gevolge van de lagere prijzen tegenover de hooge loonen en groote onkosten. De export was nog onbelangrijk. Te xtieln ij verheid. Omtrent de Sajelfabricage wordt vermeld, dat na verscheidene jaren vnn voorspoed er in het afgeloopen jaar een keer is gekomen. Er kon zelfs gedurende het geheefe jaar niet met volle capaciteit gewerkt worden. Als oor zaak worden genoemd: lo. de buitenland- sche valiila-concurrenlie; 2o. de algemeene malaisé; 3o. slakingen en uitsluitingen in verschillende deelen des lands, hetgeen tot gevolg heeft, dat gedurende die lijden op kleeding wordt bezuinigd; 4o. de miuder in tensieve arbeid; 5o. de sociale en gemeen telijke belastingen. De verkoopsprijzen waren eer iets lager dan hooger in vergelijking met het daaraan voorafgaande jaar. Daarentegen waren ge durende het geheele jaar de prijzen der grondstoffen, (de wolprijzen) belangrijk hoo ger dan in het jaar te voren en oploopende aan het einde van 1923. Daaraan evenredig waren ook de prijzen van gekamde wol hooger, waarhij men nog in het oog moet houden, dat ook de kwali teiten eerder slechter dan beter zijn bij de zelfde benaming, dan voor jaren terug. De export was in 1923 nog niet zoo groot als in 1914. De minder goede afzet in het binnenland maakte ook de concurrentie tusschen bin- nendsche fabrikanten scherper. De loonen zijn nog onveranderd en er is geregeld doorgewerkt, zoodat de arbeiders geen schade hebben gehad bij den minder goeden gang van zaken. Of deze loonen zul len kunnen worden gehandhaafd is nog niet te zeggen. Manlijk personeel meldt zich ge regeld om werk aan, doch vrouwelijk per soneel niet, vermoedelijk een gevolg van de werkloozenuitkeering. De arbeidsters geven de voorkeur aan schoonmaaTcsterswerk, enz., wat minder le coniroteeren valt, ter wijl bij vast werk aan de fabriek een deel van het loon in mindering wordt gebracht van de uitkoering, die het hoofd des gezins geniet. Ook komt het voor, dat meisjés, die vroeger geregeld in fabrieken werkten, om in het onderhoud van het gezin mede te hélpen voorzien, thans die noodzakelijkheid niet voelen. 1 Dezelfde oorzaken als genoemd bij de sajetfabricage gelden ook voor de breierij. Hierbij komt dan bovendien nog, dat de ge wijzigde mode het dragen van andere arti kelen bevordert, vooral bij hel jongere vrou welijke geslacht. Een en ander had ten ge volge, dat er weinig werd geproduceerd en veel werkvolk moest worden bedankt. Ook de vrijhandel tusschen diverse landen met bescherming maakte de positie der fabri kanten ongunstig. Over de Wollendekenindustrie de fabricage van bedveeren, dons, kapok, gewatteerde en donzen dekens wordt een soortge lijke minder optimistische toon aangesla gen: de fabriekën worden met moeite aan den gang gehouden en de bedrijfsresultaten zijn gering. Ten gevolge van den toestand der Neder- landsche Scheepvaart en Visscherij waren de omstandigheden voor de t o u w-in- du str ie in het afgeloopen jaar ook nog niet gunstig' De verkoop in het binnenland bleef dan ook betrekkelijk gering, en slechts door uit breiding van den export slaagde men er in, de bedrijven eenigermale aan den gang te houden. Over de Veilingen zijn de gege vens niet eensluidend. In 1923 werd de Leddsehe Groenten-Vei ling „Ons Belang" opgericht. Den 19deai Januari 1923 werd haar eerste veiling ge houden. Van af dien datum tot 31 Dec. 1923 werd geveild voor een bedrag van f 131.351,65. Handel en teelt waren bevredi gend. Men stelt nu pogingen In het werk tot het verkrijgen van een eigen veiling- loods, ingericht volgens de eischen van den tegenwoordigen tijd. Een andere veilingvereniging kan het jaar 1923 niet rooskleurig noemen, hoofd zakelijk volgens haar toe te schrijven aan mindere koopkracht in het binnenland »n le hooge kosten van export. Aan de Visscherij van Katwijk woorden uitvoerige algemeene beschouwin gen gewijd. Aan de trawl visscherij in Katwijk werd in 1923 door G7 schepen deelgenomen, nJ. 59 zeilloggers, 5 motorloggera, een hulp- stoomer en twee stoomtrawlers, waarvan er 16 successievelijk nog tol September ter ha ringvisscherij vertrokken. De resultaten waren over het algemeen niet bemoedigend, mogen er dan ook enkele reeders zijn geweest, die 't jaar 1923 zonder of met niet te groot verlies hebben kunnen afsluiten. Bij het meerendeel was dit niet het geval; integendeel eischte het groote netten verlies van hen vele geldelijke offers, en het Rijks subsidie van f 1000 per logger, hetwelk dat jaar nog werd versterkt, was niet toereikend om het evenwicht in ontvangsten en uit gaven aan te brengen of le herstellen. De periode der haringvisscherij in 1923 liep van begin Mei tot ruim half December. Deze visscherij werd in totaal door 40 vaar tuigen van Katwijk uitgeoefend, n.l. 35 zeil loggers, 4 molorloggers en 1 stoomdrifler. De haringvisscherij van 1923 bracht zeer vele verrassingen als te voren nimmer on dervonden Momenten deden zich voor, waarbij iedere reeder zich moest afvragen of niet het oogenblik gekomen was, do sche pen uit de vaart le nemen, wat overigens door een der reederijen reeds ten uitvoer werd gebracht. De haringprijzen liepen dermate terug, dat zelfs voor f 6 per kantje geen afzet te vinden was. Op loonende uitkomsten viel niet te rekenen, eer lag het voor de hand, dat het bedrijf onder zulke prijzen groot ver lies zou gaan opleveren. Bovendien werd de visscherij ten zeerste bemoeilijkt door de meest grillige en ruwe weersgesteldheid, met nettenverliezen als gevolg. Half September trad in den afzet van ha ring een kentering ten goede. Duitschland kreeg zijn rente-mark al3 stabiel betaal middel, waarmede het gewenschte resultaat werd bereikt en het Duitsche zakenleven weder in vaste banen kon worden geleid. Ook de afzet in Amerika nam belangrijk toe. De toestand van den vischhandel biedt wel eenig meerder aspect dan het vorig jaar. De bemoeiingen der Regeering met name die van haar ambtenaren worden hinderlijk genoemd. Het totaal aantal kantjes haring, dat in 1923 door Kalwijksche vaartuigen werd aangevoerd .bedroeg 51954, n.l.: Door 35 zeilloggers 43280 kantjes. Door 4 motorloggers 7404 kantjes. Door 1 stoomdrifler 1270 kantjes. De opbrengst bedroeg in totaal f 750.000. De hoogste besomming bedroeg f 50.000. De laagste f 9000. De gemiddelde f 19.000. Het is en blijft een groot nadeel, dat de schepen nog altijd te IJmuiden moeten gere pareerd worden, bij gebrek aan een geschik te gelegenheid te Katwijk. De ondervinding heeft geleerd, dat ver van huis werken groote schade aan de onderneming toe brengt. De Gemeente Katwijk lijdt er veel door, daar de gelden, die men hier kon be steden, elders blijven hangen. Ook van valuta-concurrentie is sprake, door de daling in waarde van de Noorsche Kroon. Daardoor berokkent Noorwegen onzen vischhandel een zware concurrentie. De toestand in het Waschbedrijf wordt in het algemeen niet rooskleurig ge noemd. Tot dezen minder gu23ligen toestand in bet bedrijf heeft vooral bijgedragen de groo te bezuiniging op haar waschgoed, de, ten gevolge der werkloosheid weelderig tierende huisindustrie, waartegen een behoorlijk in gericht bedrijf, welke onder den druk der beknellende en kostbare sociale wetten werkt, het niet volhouden, kan, alsook ten gevolge van de Duitsche dienstboden, die, in tegenstelling met de Hollandsche dienst boden, over het algemeen wel geneigd zijn om de wasch te doen. Over het Winkelbedrijf en de Ambachten luiden de berichten zeer verschillend. De eene bedrijfsleider i9 meer pessimistisch, de ander meer optimistisch, gestemd wat wel in verband zal staan mei de verschillende categorieën koopers. Een Vereeniging van Melkverkoopers in Leiden meldt: Daar er per dag pim. 3400 L. werd ver kocht door concurrenten van buiten de stad en (en gevolge van verminderde koopkracht 1600 L. door cliënten minder werd gekocht, was de toestand in 1923 niet bevredigend. Door di9 concurrentie waren wij genood zaakt 90 pel. van onze winstmarge te laten vallen. Hierbij komt nog, dat door vele werkloos heid het innen der gelden van cliënten zeer moeilijk was. Betreffende den handel in koloniale wa ren en aanverwante artikelen, wordt weinig opwekkends vermeld. Het stelsel van ca- deaux bij een min of meer belangrijke be stelling wordt als bewijs aangevoerd, dat de kooplust gering is. Volgens verstrekte gegevens was de han del in aardappelen, groenten en fruit allerminst winstgevend, mede door de geringe koopkracht van den consu ment. Voor het Schildersbedrijf was volgens de verstrekte mededeelingen 1923 hel slechtste van de laatste drie jaren. Voor het Schoenmakersbedrijf is 1923 ook als een slecht jaar aan te mer ken: malaise en concurrentie van nieuwe soorten schoenwerk waren de algemeene oorzaken. Steeds toenemende werkloosheid, met als gevolg ondersteuning van het Bur gerlijk Armbestuur aan enkelen, kan men in deze branche constaleeren ook vanwege het feit, dal velen uil de klasse van don middenstand gedwongen worden hun schoeisel zelf te repareeron, en dit zelfs ook nog voor andoren te doen. Vooral is het fnuikend, dal de reparatie-werkzaamheden door Rijks- en gemeenteambtenaren ver richt worden. Het afgeloopen jaar is voor den S i g a- renhandel buitengewoon slecht ge weest. Verschillende oorzaken zijn daarvoor te noemen: lo. de verkoop der sigaren en dergelijko artikelen in café's na het sluitingsuur der winkels; 2o. de verkoop op de markt door kooplieden van elders; 3o. de weinige koop kracht van het publiek zoowei in hooge al 9 in lage standen4o. hel clandestien verkoo- pen door sigarenmakers van sigaren, welke niet gebanderolleerd zijn. De Handel in Brandstoffen had mei talrijke moeilijkheden te kampen, waar toe de onzekere toestanden in het buitenland, waaronder vooral de bezetting van liet Roer gebied een belangrijke rol vervulde. Voor de Varkensslager ij was hel af geloopen jaar ook niet gunstig. De prijzen van vet en spek waren laag en de Arbeids wet werkt speciaal ten aanzien van deze branche hinderlijk. De stemmen, vernomen uit de V 1 e e s c. h- houwerijen waren iets bemoedigender. De afzet van versch rund- en kalfsvleesch is in vergelijking met vorige jaren bevredi gend geweest. De invoer van bevroren Argcnlijnsch en Deensch vleesch was nog groot en de prijzen bleven belangrijk beneden die der versch - vleesch prijzen. Op het bedrijf der banketbakker ij bleef de malaise in 1923 drukken. De vroe gere gegoede klasse leeft heel wat soberder dan voorheen en den middenstand gaat het over het algemeen ook niet goed, terwijl in de arbeiderskringen groote werkloosheid heerscht. De Arbeidswet werkt ook nadeelig, want het is onmogelijk, om mei de feestdagen den arbeider later te laten werken, wijl het in die periode juist voor een opleving van den verkoop hoogstnoodzakelijk i3. Verruiming van den arbeidstijd welke in de jongste tij den verkregen mocht worden, kan dit groote bezwaar niet opheffen. De algemeene toestand in de Zeepfa brieken was gedurende het jaar 1923 be vredigend, zoodat werkloosheid niet voor kwam. Er wa3 voldoende vraag naar hel artikel zachte zeep, daar de loonen in het begin van dat jaar een weinig verlaagd waren. Het wordt vooral geëxporteerd naar Ned. O.-In- dië. De afzet bleef stationair. In het laatst van 1923 heerschte nog ai sterke binnenlandsche concurrentie, waar door de afzet hier te lande minder wras, dan in het begin van dat jaar. De rij der verslagen wordt gesloten met een uitvoerige uiteenzetting van den toestand van den zuivelhandel. Daaruit valt in de eerste plaal9 le constateeren, dat dit jaar vrijwel het eerste i9, waarin de handel zich in normale banen heeft kunnen ontwikkelen. Juist het feit, dat de jaren, die, sind9 den oorlog, 1923 voorafgingen, zich kenmerkten door voor den handel tal van onberekenbare factoren, stempelt het afgeloopen jaar lot een zeer bijzonder. De prijzenloop was normaal, BINNENLAND. Verslag Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Rijnland over den toestand van handel, scheepvaart en nijverheid in 1923. Memorie van antwoord van den Minister van Oorlog op het verslag van de Tweede Kamer inzake de officiersopleiding. In voorbereiding ls een wetsontwerp, waarbij Rijksambtenaren, die pensioen en salaris uit de schatkist genieten, op dat In komen wordt gekort. Voorloopige overeenstemming ls bereikt tusschen de bij de staking bij „Werkspoor" te Amsterdam, betrokken partijen: 10 pCt. tariefs- en 2»^ pCt. uurloonsverlaglng. De Oude Kerk te Delft weer ln gebruik genomen. De Haagsche rechtbank doet uitspraak inzake een vordering van eenige onderoffi eieren op den Staat. BUITENLAND. De Gezantenraad aanvaardt het Duitsche entwoord Inzake de militaire controle. Het rapport van de organisatiecommis sie voor de 'Duitsche spoorwegen. De premiers der Duitsche staten aanvaar den het rapport Dawes. Weer een grensincident tusschen Italië en Zuld-Slavië. Plannen tot reorganisatie van de Engel- sche rijksconferentie. de productie bleef ongeveer op gelijke hoogte, terwijl als bijkomende gunstige factor de in voer van builenlandsche boter lot een mini mum beperkt bleef. liet valt dan ook niet ie verwonderen, dat over het algemeen de meesten met voldoening op het jaar 1923 zullen terugzien. Aan de stadswaag werd in 1923 gewogen. 171448 stuks kaas met een totaal gewicht van 1275267 kilo (vorig jaar 166711 stuks kaas met een totaal gewicht van 1236386 kilo). Hiervan waren 850178 kilo Goudsche kaas en 425089 kilo Leidsche kaas In tegenstelling met den handel in kaas; i6 de boterhandel in Leiden niet van zoo'n groot belang en wordt de groothandel in bo ter slechts door enkele firma's le Leiden ge dreven. De Leidsche Boterwaag die een centrum zou kunnen uitmaken voor den verkoop van boter, is op het oogenblik (en dit in tegen stelling met de kaasmarkt) van zuiver plaat selijke beteeloenis. De totaal aanvoer op de boterwaag in 1923 bedroeg 132580 kilo (vorig jaar 126295 kilo). Als we nagaan dat b.v. in de maand van groote schaarschle aan boter n.l. in Decem ber op de mijn in Maastricht op 1 dag ver over de 100.000 K.G. wordt aangevoerd, dan kan men hieruit concludeeren, dat de Leid sche boterwaag van ondergeschikt belang is. P. J. van Hoeken, t In den gezegenden ouderdom vari 78 jaar is alhier gisteren overleden de heer P. J. van Hoeken, in leven oudste lid der firma Ge broeders Van Hoeken, Houthandel, Stoom zagerij en Schaverij ,,De Rijn", aan de Waard te Leiden, oud-lid van den Gemeente raad oud-lid der Diaconie der Ned.-Hcr- vormde Gemeente en ongeveer 35 jaren lid der Gemeentecommissie van de Ned.-lfcrv. Kerk, waarvan vele jaren voorzitter. Voorts was hij lot aan zijn dood loc regent-voor zitter van het Koningshof je alhier. De heer Van Hoeken werd 4 November 1884 lid van den Gemeenteraad. Met hein deed de anti-revolutionaire partij voor het eerst haar intrede in dit College, eenige ja ren later gevolgd door de heeren Van Kem pen, Tera en anderen. Hij had er zitting voor het derde district tot 1887, toen hij hij de algemeene verkiezingen niet weder werd herkozen. Den lOden Juli 1889 werd hij echter door de kiezers in het derde district weder gekozen en daarna, onafgebroken Raadslid gebleven tot 7 Juni 1904. Toen li ij als zoodanig bedankte, omdat B. en W. meenden, dat hij als lid der firma deelge nomen hacLaan een houllevering voor de gemeente, met welk gevoelen de Raad zich destijds vercenigde. Hoewel de heer Van Hoeken zich op een ander standpunt plaat ste en oordeelde vrij uit te gaan, meende hij ter voorkoming van moeilijkheden zijn mandaat te moeten neerleggen. Hij verdedigde in den Raad de anti-revo lutionaire beginselen tegenover een deslijd* overwegend liberale meerderheid met over*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 1