No. 19729.
VRiJDAS 4 JULI
Anno 1924
siansMtEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEH ADVERTENTIESl
80 CU per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prija
Kleine Advertentiên, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Zaterdags 60 CU., bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrechL Voor eventueels opzending van brieven
10 Cts. porto U betalen. Bewijsnummer 6 CU.
Bureau Noordelndjpleln Telefoonnummer» voor
Directie en Administratie 175 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT»
Voor Leiden per 8 maanden ƒ8.86, per week f 0.18,
BuiUn Lelden, waar agenten gevestigd rijn, per week
Franco per post ƒ8.86 4* portokosten.
Dit nummor bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
ÖfficieeSe Ker?n!spvisigen.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
Aan den gemeentelijken vischwinkel
Vischmarkt 18, Tel. 1225 is ZATERDAG
en voorzoover voorradig ook ZATERDAG
AVOND verkrijgbaar SCHOL k f0.14.
KOOLVISCH k f 0.13 per pond en NIEU
WE HARING k f0.06 per stuk.
N. C. DF GIJSKI-AAR. Burgem.
Leiden, 4 Juli 1924.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeenc kennis, dat de be
slissing op het verzoek van
a de N.V. Emile Schulze en Zonen's
Maatschappij, om vergunning tot oprich
ting van een fabriek voor het vervaardigen
van laciferspillcn in het perceel Utrecht-
sclie Jaagpad No, 44 Sectie M. Nrs. 3762
en 3857.
b. fV. de Laat, om vergunning tot op
richting van een banketbakkerij in het per
ceel Sophiastraat No. 17. Sectie K. No.
2241 is verdaagd.
N. C. DE G1JSELAAR, Burgemeester.
VAN STRTJEN, Secretaris.
Leidon, 4 Juli 1924.
Handel, Scheepvaart en Nijverheid in het
district Rijnland over 1923.
III (Slot.)
.Aan het verslag van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Rijnland over
1023 ontleenen wij nog het volgende:
Handel in Tuinbouwpro-
I d c t e n. De aanvoer van peulen en
doperwten kan over het algemeen bevredi
gend worden genoemd: van eerstgenoemd
product werden in Roelofarendsveen aange
voerd 63.90't zakken van 10 K.G., welke in
doorsnee hebben opgebracht f2.93 per zak,
legen 61.5S3 zakken in 1922, met een door-
sneeurijs van f2.95. De aanvoer van dop
erwten was beduidend ineer dan in 1922,
doch van dit artikel bleef de prijs ver bene-
Icn die van het vorig jaar. Hiervan was de
aanvoer in het afgeloopen jaar 51.930 zak
ken, met «en doorsneeprijs van f 1.31, legen
47.758 zakken in 1922, met een doorsnee-
prijs van f 2.20 per zak. Deze lage prijs
vindt ileen zijn oorzaak in de z.g. hitte
golf, welke in de eerste helft van Juli
heersohle, waardoor deze vruchten zoodanig
aanrijpten. dat geen krachten genoeg te
werk kondon worden gesteld, om ze in goe
den staat aan de veiling te leveren.
De snijboonen vooral hebben buitenge
woon hooge prijzen behaald; wel was de
aanvoer belangrijk minder dan hel vorig
jaar, wat hoofdzakelijk is te wijten aan den
storm ran 30 Augustus 1.1., doch de prijzen
ware®, wel van dien aard, dat de opbrengst
van dit product zeer zeker loonend mag
worden genoemd.
Niet alleen augurken, maar ook snijboo
nen, kool en andere groenten, worden thans
voor zeer hooge prijzen door Duitschland
afgenomen, zoodat in de toekomst nog weer
een lichtpuntje is te zien en de vooruitzich
ten voor het komende seizoen weer hoopvol
ler zijn yoor den tuinbouw dan zij de laat-
sle jaren geweest waren.
De Houthandel kenmerkte zich in
1223 door een zeer scherpe concurrentie,
welke zich /ooral bij aanbestedingen deed
gelden. Vooral de groothandel werd daar
door gedrukt, maar de afzet in den detail
handel was naar omstandigheden nog al be
vredigend.
In de tak- en Ve rn i s f ab rie-
ken bleef de omzet beneden dien van vo
rige jaren, wat voornamelijk (e wijten was,
aan slapte in het schildersbedrijf.
Wat de Lederindustrie betreft,
kan gezegd worden, dat de productie in 1923
nog verder ingekrompen is.
Niettegenstaande de lage prijzen bleven
de huidenprijzen hoog, zoodat geen behoor
lijke calculatie te maken waren; te meer,
daar betaling^uitstdlen aan de orde van den
bleven.
Door verdere machinale inrichting kan
v/orden tegemoet gekomen aan de gewijzig
de vraag in verband met -de gewijzigde ver-
bruiksdoeteinden.
Door onvoldoende vraag en meerdere
concurrentie als gevolg van allerlei, veelal
kleine bedrijven, waa de toestand der leder
waren fabricage ongunstiger dan het vorig
jaar.
Voor werkelijk prirna kwaliteit en afwer
king was oen naar verhouding gunstige
prijs te bedingen. Speciaal was dit bij drijf
riemen het geval.
Wat de O 1 i e f a b' r i k e n aangaat,
Iiudeu de gegevens iels beter. Vermeld wordt
dat in het jaar 1923 op normale wijze ge
werkt is en dat, behoudens de gewone stil
stand in de zomermaanden als seizoenbe-
Brijf, geen werkloosheid is voorgekomen.
Er bestond geregelde vraag naar het arti
kel lijnkoeken en het hoofdproduct-lijnolie
werd vlot afgezet Er werd niet rechtstreeks
voor export gewerkt. De resultaten kunnen,
tamelijk bevredigend genoemd worden.
Wat Scheepswerven en Ma
chinefabrieken betreft, laten wij de
ondernemingen zelf aan het woord. De Kon.
Ned. Grofsmederij meldt:
De algemeene toestand in onze industrie
was gedurende het geheete jaar 1923 verre
van bevredigend. De afzet was minder dan
in het voorafgaande jaar, hetgeen moet wor
den toegeschreven aan onvoldoende vraag
en de valula-concurrenlie, hoofdzakelijk
van Frankrijk en België.
Er heerscht een zekere vrees, om werken
van grooteren omvang te ondernemen, ter
wijl het nijpend gebrek aan kapitaal daar
bij tevens tegenwerkt.
In enkele afdeelingen onze fabriek heb
ben wij, de algemeene malaise in aanmer
king nemende, vrij bevredigende resultaten
gehad; in andere afdeelingen hadden wij
bijna doorloopend met gebrek aan werk te
kampen.
De N.V. Scheepstimmerbouw-
en Reparatiewerf „De Hoop"
v.h. Gebrs. Boot, schrijft, dat zij met het
onder handen zijnde werk het personeel
niet geheel bezig kon houden en dit deed
haar besluiten den afbouw ter hand te ne
men voor de beide voor eigen rekening
sedert geruimen tijd op stapel staande zee
schepen en daarbij bovendien een nieuw
sleepsohip op te zeilen.
Van de sporadisch binnenkomende aan
vragen kwam, ten gevolge van de felle con
currentie, slechts zelden een opdracht tot
stand.
Om den concurrentiestrijd zooveel moge
lijk het hoofd te bieden, zagen zij zich ge
noodzaakt eenige malen loonsverlaging toe
te passen.
Dat 1923 voor onze onderneming een niet
zeer gunstig tijdperk was, valt uit de voren
staande mededeel in gen reeds op te maken,
aldus deze firma.
De eenigszins waar te nemen opleving
aan het einde des jaars, doet ons eenige
hoop koesteren voor de naaste toekomst.
Behalve de afbouw van de gemelde beide
zeeschepen, (een zeevrachlboot van 750 ton
D W. en een zeesleepboot van 450 I. P.
K.), werden op onze scheepswerf in het afge
loopen jaar 14 molorvrachtbooten en 1 mo-
toriankschip gebouwd, terwijl wij aan het
einde des jaars in aanbouw en in bestelling
hadden 6 molorvrachtbooten en 3 sloepsche
pen.
De N.V. M a c h i n e f a b' r i e k „O v e r-
r ij n" schrijft o.m. het volgende:
Bleek het jaar 1922 een Blelselmaligen
achteruitgang in den omzet tot kenmerk te
hebben als gevolg van steeds slechter wor
dende toestanden der Industrieën in het al
gemeen, 1923 bracht hierin geen verbete
ring. De vraag naar nieuw werk en evenzeer
naar reparatie werk bleef steels onvoldoende.
De afzet was daardoor zeer onbevredigend.
Verkorting van werktijd en ontslag was
daarvan het gevolg. De enorme honger naar
werk maakte de concurrentie bitter scherp,
zoodat meestal prijzen werden gemaakt ver
beneden den kostprijs.
In de branche Suikerwerken
was de afzet bevredigend. De financieete re
sultaten bleven echter beneden de normale,
ten gevolge van de lagere prijzen tegenover
de hooge loonen en groote onkosten.
De export was nog onbelangrijk.
Te xtieln ij verheid. Omtrent
de Sajelfabricage wordt vermeld, dat na
verscheidene jaren vnn voorspoed er in het
afgeloopen jaar een keer is gekomen. Er kon
zelfs gedurende het geheefe jaar niet met
volle capaciteit gewerkt worden. Als oor
zaak worden genoemd: lo. de buitenland-
sche valiila-concurrenlie; 2o. de algemeene
malaisé; 3o. slakingen en uitsluitingen in
verschillende deelen des lands, hetgeen tot
gevolg heeft, dat gedurende die lijden op
kleeding wordt bezuinigd; 4o. de miuder in
tensieve arbeid; 5o. de sociale en gemeen
telijke belastingen.
De verkoopsprijzen waren eer iets lager
dan hooger in vergelijking met het daaraan
voorafgaande jaar. Daarentegen waren ge
durende het geheele jaar de prijzen der
grondstoffen, (de wolprijzen) belangrijk hoo
ger dan in het jaar te voren en oploopende
aan het einde van 1923.
Daaraan evenredig waren ook de prijzen
van gekamde wol hooger, waarhij men nog
in het oog moet houden, dat ook de kwali
teiten eerder slechter dan beter zijn bij de
zelfde benaming, dan voor jaren terug.
De export was in 1923 nog niet zoo groot
als in 1914.
De minder goede afzet in het binnenland
maakte ook de concurrentie tusschen bin-
nendsche fabrikanten scherper.
De loonen zijn nog onveranderd en er is
geregeld doorgewerkt, zoodat de arbeiders
geen schade hebben gehad bij den minder
goeden gang van zaken. Of deze loonen zul
len kunnen worden gehandhaafd is nog niet
te zeggen. Manlijk personeel meldt zich ge
regeld om werk aan, doch vrouwelijk per
soneel niet, vermoedelijk een gevolg van de
werkloozenuitkeering. De arbeidsters geven
de voorkeur aan schoonmaaTcsterswerk,
enz., wat minder le coniroteeren valt, ter
wijl bij vast werk aan de fabriek een deel
van het loon in mindering wordt gebracht
van de uitkoering, die het hoofd des gezins
geniet. Ook komt het voor, dat meisjés, die
vroeger geregeld in fabrieken werkten, om
in het onderhoud van het gezin mede te
hélpen voorzien, thans die noodzakelijkheid
niet voelen. 1
Dezelfde oorzaken als genoemd bij de
sajetfabricage gelden ook voor de breierij.
Hierbij komt dan bovendien nog, dat de ge
wijzigde mode het dragen van andere arti
kelen bevordert, vooral bij hel jongere vrou
welijke geslacht. Een en ander had ten ge
volge, dat er weinig werd geproduceerd en
veel werkvolk moest worden bedankt. Ook
de vrijhandel tusschen diverse landen met
bescherming maakte de positie der fabri
kanten ongunstig.
Over de Wollendekenindustrie
de fabricage van bedveeren,
dons, kapok, gewatteerde en
donzen dekens wordt een soortge
lijke minder optimistische toon aangesla
gen: de fabriekën worden met moeite aan
den gang gehouden en de bedrijfsresultaten
zijn gering.
Ten gevolge van den toestand der Neder-
landsche Scheepvaart en Visscherij waren
de omstandigheden voor de t o u w-in-
du str ie in het afgeloopen jaar ook nog
niet gunstig'
De verkoop in het binnenland bleef dan
ook betrekkelijk gering, en slechts door uit
breiding van den export slaagde men er in,
de bedrijven eenigermale aan den gang te
houden.
Over de Veilingen zijn de gege
vens niet eensluidend.
In 1923 werd de Leddsehe Groenten-Vei
ling „Ons Belang" opgericht. Den 19deai
Januari 1923 werd haar eerste veiling ge
houden. Van af dien datum tot 31 Dec. 1923
werd geveild voor een bedrag van
f 131.351,65. Handel en teelt waren bevredi
gend. Men stelt nu pogingen In het werk
tot het verkrijgen van een eigen veiling-
loods, ingericht volgens de eischen van den
tegenwoordigen tijd.
Een andere veilingvereniging kan het
jaar 1923 niet rooskleurig noemen, hoofd
zakelijk volgens haar toe te schrijven aan
mindere koopkracht in het binnenland »n
le hooge kosten van export.
Aan de Visscherij van Katwijk
woorden uitvoerige algemeene beschouwin
gen gewijd.
Aan de trawl visscherij in Katwijk werd
in 1923 door G7 schepen deelgenomen, nJ.
59 zeilloggers, 5 motorloggera, een hulp-
stoomer en twee stoomtrawlers, waarvan er
16 successievelijk nog tol September ter ha
ringvisscherij vertrokken.
De resultaten waren over het algemeen
niet bemoedigend, mogen er dan ook enkele
reeders zijn geweest, die 't jaar 1923 zonder
of met niet te groot verlies hebben kunnen
afsluiten.
Bij het meerendeel was dit niet het geval;
integendeel eischte het groote netten verlies
van hen vele geldelijke offers, en het Rijks
subsidie van f 1000 per logger, hetwelk dat
jaar nog werd versterkt, was niet toereikend
om het evenwicht in ontvangsten en uit
gaven aan te brengen of le herstellen.
De periode der haringvisscherij in 1923
liep van begin Mei tot ruim half December.
Deze visscherij werd in totaal door 40 vaar
tuigen van Katwijk uitgeoefend, n.l. 35 zeil
loggers, 4 molorloggers en 1 stoomdrifler.
De haringvisscherij van 1923 bracht zeer
vele verrassingen als te voren nimmer on
dervonden Momenten deden zich voor,
waarbij iedere reeder zich moest afvragen
of niet het oogenblik gekomen was, do sche
pen uit de vaart le nemen, wat overigens
door een der reederijen reeds ten uitvoer
werd gebracht.
De haringprijzen liepen dermate terug,
dat zelfs voor f 6 per kantje geen afzet te
vinden was. Op loonende uitkomsten viel
niet te rekenen, eer lag het voor de hand,
dat het bedrijf onder zulke prijzen groot ver
lies zou gaan opleveren. Bovendien werd de
visscherij ten zeerste bemoeilijkt door de
meest grillige en ruwe weersgesteldheid,
met nettenverliezen als gevolg.
Half September trad in den afzet van ha
ring een kentering ten goede. Duitschland
kreeg zijn rente-mark al3 stabiel betaal
middel, waarmede het gewenschte resultaat
werd bereikt en het Duitsche zakenleven
weder in vaste banen kon worden geleid.
Ook de afzet in Amerika nam belangrijk toe.
De toestand van den vischhandel biedt
wel eenig meerder aspect dan het vorig jaar.
De bemoeiingen der Regeering met name
die van haar ambtenaren worden hinderlijk
genoemd.
Het totaal aantal kantjes haring, dat in
1923 door Kalwijksche vaartuigen werd
aangevoerd .bedroeg 51954, n.l.:
Door 35 zeilloggers 43280 kantjes.
Door 4 motorloggers 7404 kantjes.
Door 1 stoomdrifler 1270 kantjes.
De opbrengst bedroeg in totaal f 750.000.
De hoogste besomming bedroeg f 50.000.
De laagste f 9000. De gemiddelde f 19.000.
Het is en blijft een groot nadeel, dat de
schepen nog altijd te IJmuiden moeten gere
pareerd worden, bij gebrek aan een geschik
te gelegenheid te Katwijk. De ondervinding
heeft geleerd, dat ver van huis werken
groote schade aan de onderneming toe
brengt. De Gemeente Katwijk lijdt er veel
door, daar de gelden, die men hier kon be
steden, elders blijven hangen.
Ook van valuta-concurrentie is sprake,
door de daling in waarde van de Noorsche
Kroon. Daardoor berokkent Noorwegen
onzen vischhandel een zware concurrentie.
De toestand in het Waschbedrijf
wordt in het algemeen niet rooskleurig ge
noemd.
Tot dezen minder gu23ligen toestand in
bet bedrijf heeft vooral bijgedragen de groo
te bezuiniging op haar waschgoed, de, ten
gevolge der werkloosheid weelderig tierende
huisindustrie, waartegen een behoorlijk in
gericht bedrijf, welke onder den druk der
beknellende en kostbare sociale wetten
werkt, het niet volhouden, kan, alsook ten
gevolge van de Duitsche dienstboden, die,
in tegenstelling met de Hollandsche dienst
boden, over het algemeen wel geneigd zijn
om de wasch te doen.
Over het Winkelbedrijf en de
Ambachten luiden de berichten zeer
verschillend. De eene bedrijfsleider i9 meer
pessimistisch, de ander meer optimistisch,
gestemd wat wel in verband zal staan mei
de verschillende categorieën koopers.
Een Vereeniging van Melkverkoopers in
Leiden meldt:
Daar er per dag pim. 3400 L. werd ver
kocht door concurrenten van buiten de stad
en (en gevolge van verminderde koopkracht
1600 L. door cliënten minder werd gekocht,
was de toestand in 1923 niet bevredigend.
Door di9 concurrentie waren wij genood
zaakt 90 pel. van onze winstmarge te laten
vallen.
Hierbij komt nog, dat door vele werkloos
heid het innen der gelden van cliënten zeer
moeilijk was.
Betreffende den handel in koloniale wa
ren en aanverwante artikelen, wordt weinig
opwekkends vermeld. Het stelsel van ca-
deaux bij een min of meer belangrijke be
stelling wordt als bewijs aangevoerd, dat de
kooplust gering is.
Volgens verstrekte gegevens was de han
del in aardappelen, groenten
en fruit allerminst winstgevend, mede
door de geringe koopkracht van den consu
ment.
Voor het Schildersbedrijf was
volgens de verstrekte mededeelingen 1923
hel slechtste van de laatste drie jaren.
Voor het Schoenmakersbedrijf
is 1923 ook als een slecht jaar aan te mer
ken: malaise en concurrentie van nieuwe
soorten schoenwerk waren de algemeene
oorzaken. Steeds toenemende werkloosheid,
met als gevolg ondersteuning van het Bur
gerlijk Armbestuur aan enkelen, kan men
in deze branche constaleeren ook vanwege
het feit, dal velen uil de klasse van don
middenstand gedwongen worden hun
schoeisel zelf te repareeron, en dit zelfs ook
nog voor andoren te doen. Vooral is het
fnuikend, dal de reparatie-werkzaamheden
door Rijks- en gemeenteambtenaren ver
richt worden.
Het afgeloopen jaar is voor den S i g a-
renhandel buitengewoon slecht ge
weest. Verschillende oorzaken zijn daarvoor
te noemen:
lo. de verkoop der sigaren en dergelijko
artikelen in café's na het sluitingsuur der
winkels; 2o. de verkoop op de markt door
kooplieden van elders; 3o. de weinige koop
kracht van het publiek zoowei in hooge al 9
in lage standen4o. hel clandestien verkoo-
pen door sigarenmakers van sigaren, welke
niet gebanderolleerd zijn.
De Handel in Brandstoffen had
mei talrijke moeilijkheden te kampen, waar
toe de onzekere toestanden in het buitenland,
waaronder vooral de bezetting van liet Roer
gebied een belangrijke rol vervulde.
Voor de Varkensslager ij was hel af
geloopen jaar ook niet gunstig. De prijzen
van vet en spek waren laag en de Arbeids
wet werkt speciaal ten aanzien van deze
branche hinderlijk.
De stemmen, vernomen uit de V 1 e e s c. h-
houwerijen waren iets bemoedigender.
De afzet van versch rund- en kalfsvleesch
is in vergelijking met vorige jaren bevredi
gend geweest.
De invoer van bevroren Argcnlijnsch en
Deensch vleesch was nog groot en de prijzen
bleven belangrijk beneden die der versch -
vleesch prijzen.
Op het bedrijf der banketbakker ij
bleef de malaise in 1923 drukken. De vroe
gere gegoede klasse leeft heel wat soberder
dan voorheen en den middenstand gaat het
over het algemeen ook niet goed, terwijl in
de arbeiderskringen groote werkloosheid
heerscht.
De Arbeidswet werkt ook nadeelig, want
het is onmogelijk, om mei de feestdagen den
arbeider later te laten werken, wijl het in
die periode juist voor een opleving van den
verkoop hoogstnoodzakelijk i3. Verruiming
van den arbeidstijd welke in de jongste tij
den verkregen mocht worden, kan dit groote
bezwaar niet opheffen.
De algemeene toestand in de Zeepfa
brieken was gedurende het jaar 1923 be
vredigend, zoodat werkloosheid niet voor
kwam.
Er wa3 voldoende vraag naar hel artikel
zachte zeep, daar de loonen in het begin van
dat jaar een weinig verlaagd waren. Het
wordt vooral geëxporteerd naar Ned. O.-In-
dië. De afzet bleef stationair.
In het laatst van 1923 heerschte nog ai
sterke binnenlandsche concurrentie, waar
door de afzet hier te lande minder wras, dan
in het begin van dat jaar.
De rij der verslagen wordt gesloten met
een uitvoerige uiteenzetting van den toestand
van den zuivelhandel. Daaruit valt in
de eerste plaal9 le constateeren, dat dit jaar
vrijwel het eerste i9, waarin de handel zich
in normale banen heeft kunnen ontwikkelen.
Juist het feit, dat de jaren, die, sind9 den
oorlog, 1923 voorafgingen, zich kenmerkten
door voor den handel tal van onberekenbare
factoren, stempelt het afgeloopen jaar lot een
zeer bijzonder. De prijzenloop was normaal,
BINNENLAND.
Verslag Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Rijnland over den toestand
van handel, scheepvaart en nijverheid in
1923.
Memorie van antwoord van den Minister
van Oorlog op het verslag van de Tweede
Kamer inzake de officiersopleiding.
In voorbereiding ls een wetsontwerp,
waarbij Rijksambtenaren, die pensioen en
salaris uit de schatkist genieten, op dat In
komen wordt gekort.
Voorloopige overeenstemming ls bereikt
tusschen de bij de staking bij „Werkspoor"
te Amsterdam, betrokken partijen: 10 pCt.
tariefs- en 2»^ pCt. uurloonsverlaglng.
De Oude Kerk te Delft weer ln gebruik
genomen.
De Haagsche rechtbank doet uitspraak
inzake een vordering van eenige onderoffi
eieren op den Staat.
BUITENLAND.
De Gezantenraad aanvaardt het Duitsche
entwoord Inzake de militaire controle.
Het rapport van de organisatiecommis
sie voor de 'Duitsche spoorwegen.
De premiers der Duitsche staten aanvaar
den het rapport Dawes.
Weer een grensincident tusschen Italië
en Zuld-Slavië.
Plannen tot reorganisatie van de Engel-
sche rijksconferentie.
de productie bleef ongeveer op gelijke hoogte,
terwijl als bijkomende gunstige factor de in
voer van builenlandsche boter lot een mini
mum beperkt bleef. liet valt dan ook niet ie
verwonderen, dat over het algemeen de
meesten met voldoening op het jaar 1923
zullen terugzien.
Aan de stadswaag werd in 1923 gewogen.
171448 stuks kaas met een totaal gewicht
van 1275267 kilo (vorig jaar 166711 stuks
kaas met een totaal gewicht van 1236386
kilo).
Hiervan waren 850178 kilo Goudsche kaas
en 425089 kilo Leidsche kaas
In tegenstelling met den handel in kaas; i6
de boterhandel in Leiden niet van zoo'n
groot belang en wordt de groothandel in bo
ter slechts door enkele firma's le Leiden ge
dreven.
De Leidsche Boterwaag die een centrum
zou kunnen uitmaken voor den verkoop van
boter, is op het oogenblik (en dit in tegen
stelling met de kaasmarkt) van zuiver plaat
selijke beteeloenis.
De totaal aanvoer op de boterwaag in 1923
bedroeg 132580 kilo (vorig jaar 126295 kilo).
Als we nagaan dat b.v. in de maand van
groote schaarschle aan boter n.l. in Decem
ber op de mijn in Maastricht op 1 dag ver
over de 100.000 K.G. wordt aangevoerd, dan
kan men hieruit concludeeren, dat de Leid
sche boterwaag van ondergeschikt belang is.
P. J. van Hoeken, t
In den gezegenden ouderdom vari 78 jaar
is alhier gisteren overleden de heer P. J. van
Hoeken, in leven oudste lid der firma Ge
broeders Van Hoeken, Houthandel, Stoom
zagerij en Schaverij ,,De Rijn", aan de
Waard te Leiden, oud-lid van den Gemeente
raad oud-lid der Diaconie der Ned.-Hcr-
vormde Gemeente en ongeveer 35 jaren lid
der Gemeentecommissie van de Ned.-lfcrv.
Kerk, waarvan vele jaren voorzitter. Voorts
was hij lot aan zijn dood loc regent-voor
zitter van het Koningshof je alhier.
De heer Van Hoeken werd 4 November
1884 lid van den Gemeenteraad. Met hein
deed de anti-revolutionaire partij voor het
eerst haar intrede in dit College, eenige ja
ren later gevolgd door de heeren Van Kem
pen, Tera en anderen. Hij had er zitting
voor het derde district tot 1887, toen hij hij
de algemeene verkiezingen niet weder werd
herkozen. Den lOden Juli 1889 werd hij
echter door de kiezers in het derde district
weder gekozen en daarna, onafgebroken
Raadslid gebleven tot 7 Juni 1904. Toen li ij
als zoodanig bedankte, omdat B. en W.
meenden, dat hij als lid der firma deelge
nomen hacLaan een houllevering voor de
gemeente, met welk gevoelen de Raad zich
destijds vercenigde. Hoewel de heer Van
Hoeken zich op een ander standpunt plaat
ste en oordeelde vrij uit te gaan, meende
hij ter voorkoming van moeilijkheden zijn
mandaat te moeten neerleggen.
Hij verdedigde in den Raad de anti-revo
lutionaire beginselen tegenover een deslijd*
overwegend liberale meerderheid met over*