Zonderlinge Kameraden
No. 19726
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 1 Juli.
Tweede Blad. Anno 1924.
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
s
Ernstig auto-ongeluk te
'a-Gravenhage. Gistermiddag, te onge
veer halfvijf heeft een ernstige aanrijding
plaats gehad op den Raamweg, dicht bij
den Waalsdorperweg, tusschen een perso
nenauto ,die uit de richting Haagsche Die
rentuin kwam, en de eleclrische tram, ko
mende uit de richting Scheveningen. De
weg is daar breed genoeg en het uitzicht
wordt niet door boomen of bosch belem
merd. Bovendien staat er een groot waar
schuwingsbord, daar de weg smaller wordt
bij het artilleriepark. Het is den politieau
toriteiten dan ook een raadsel, hoe een der
gelijke ernstige aanrijding daar kan plaats
hebben.
Het ongeval moet zich ongeveer als volgt
hebben toegedragen: Aan het stuur van den
personenauto zat de 39-jarige L. v. J., direc
teur van een nachlveiligheidsdienst te Rot
terdam; de inzittenden waren de heer M.
Coremans, lid van den Rolterdamschen Ge
meenteraad (rapaljepartij). diens broer G.
C.f de 13-jarige mej. C. H., wonende Pieter-
Bothstraat te Den Haag, en de Rotterdam-
sche rijwielhandelaar J. H. W. De laatste
was eigenlijk de chauffeur, maar hij had
het stuur overgegeven aan L. v. J., die in
het chauffceren nog zeer onervaren was.
Van J. reed met een flinke vaart over den
weg en wilde de tramrails oversteken. Vol
gens zijn bewering heeft hij de tram niet
gezien en merkte hij ook het waarschu
wingsbord te laat op. Toen de tram kwam
aanrijden en v. J. het ongeluk zag aanko
men. trachtte hij vergeefs den wagen tot
stilstand te brengen. Deze gleed echter door
en de tram reed met volle vaart op de flank
van den auto in. De schok was zoo hevig,
dat de bestuurder uit den auto werd geslin
gerd en met een gecompliceerde beenbreuk
werd opgenomen; J. H. W. liep ernstige in
wendige kneuzingen op en het meisje werd
in den rug verwond, terwijl de heer G. Co
remans ongedeerd bleef. Alle vier werden
door den Geneeskundigen Dienst naar het
ziekenhuish aan den Zuidxval gebracht. De
heer M. Coremans is na liet ongeluk niet
meer gezien; men vermoedt, dat 'hij onge
deerd is gebleven.
Het voorloopig politioneel onderzoek wijst
uit, dat het ongeval was te wijten aan on
ervarenheid en grove onvoorzichtigheid.
Den bestuurder van de tram treft in elk ge
val geen schuld. Zooals begrijpelijk is, trok
het ongeval veel publiek. Politie zorgde voor
afzetting van de plaats des onhcils. Nadat
ecnige foto's waren gemaakt, reed de tram
achteruit, waarna de auto door politie en
brandweer weggesleept kon worden met den
kraanwagen. Het zwaar beschadigde voer
tuig is in beslag genomen. De tram is niet
ernstig beschadigd. Alle passagiers kwamen
met den schrik vrij
Gisteren z ij n de f a b r i e k s-
gebcuwen, loodsen en magazijnen van de
kapitale scheepswerf IJselwerf le Gorkum
tol den grond afgebrand.
De politie l e Haarlem
deelt mee, dat het horloge en de keliing,
welke voorwerpen een Hagenaar in den
trein ontstolen zouden zijn, op Maandag 23
dezer, in een privaat van een wagon terug
gevonden Z1IP
Gisternacht heelt op de
Noord-Buitenspaarne. bij de Haarlemmer
gistfabriek te Haarlem, een ernstige aanva
ring plaats gehad tusschen de motorboot
,,üe Koophandel'', <f0 ton, van de N.V. „De
Nijverheid", le Wonr.ervrer, waarop zioh
o. m. de leden bevonden van het Haarlem-
sche Politie-muziekcorps, dat een boottocht
ondernomen had naar W.ormervior, en de
aak „Gungner", die geladen was met steen
kolen voor bovengenoemde fabriek. De
schipper van de boot. J. de B., uit Wormer-
veer, sloeg met het hoofd door de dekkast
cn kreeg een gapende wond boven het rech
teroog. Hij werd in bewusteloozen toestand
per ziekenauto naar het St.-Elisabethgast-
huis le Haarlem vervoerd. Minder ernstig
werden ge v ond Th. M., die een gapende
hoofdwonde kreeg. W. L., die het rechter
been brak, A. R., die een kneuzing en ont
velling aan den rechterarm kreeg ,mej. A.
B., die over pijn in den buik klaagde, en
mej. A. S., bij wie een bloeduitstorting in
Naar 't Engelsch van LEONARD MERRICK.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H.
21)
Op Zondag, als 't niet-regende en hij niet
zijn moeder ging opzoeken ,liep hij de par
ken rond of dwaalde hij nog wat meer bui
ten-af, waar het bouwnicuster nog wal boo
men had laten staan. Ifij maakte dan dezen
tocht, le midden van „pleziermenschen",
dia geen plezier hadden ,wel veel lawaai
maakten, maar nooit van harle lachten. De
omslreken waren prachtig; tol die ontdek
king kwam hij en hij zou, o zoo graag, gele
zen hebben in de gemoederen van deze uit
gaanders, die, of zij nu de mijlen aflegden
in somber stilzwijgen of telkens do refreinen
uitschreeuwden van den een of anderen
straatdeun,'-altijd dienzelfd*;n starenden blik
hadden, diezelfde sombere, bopelooze uit
drukking nam hij waar bij iedereen, in ver
schillende mate: den Londenschen blik, als
gevolg van hel naargeestige klimaat en de
dlustere straten. Hij twijfelde er niet aan, of
hij zou een Londenaar overal herkennen
aan diens oogen. En als hij dan terugkeerde
pas overdacht hij, hoe de schoonheid van
Engeland bedorven was, daór, waar Engel-
schen begonnen le bouwen
De liefde voor Lond«m, die sommigen heb'-
ben gevoeld, was in David nooit gewekt. Hij
kon het niet lief krijgen, hoezeer hij ook zijn
~est deed. Hij ging ziehi/elf met verwonde
ring afvragen of hij blind wa3, of hij ook
het reclilc-rbeen werd geconstateerd. Ook de
dekknecht G. W. werd gewond. De gewon
den werden, na Ier plaatse verbonden te
zijn, per ziekenauto en brancards naar het
St-Elisabelhgasthuis vervoerd, van waar
zij. behalve B., na verbonden te zijn naar
huis gebracht zijn. De roef van de aak is
ernstig beschadigd. Deze wordt op f 5000
geschat.
Zaterdagavond is een circa
30-jarige man er in geslaagd, de 22-jarige
dochter van een familie te Weesp te bewe
gen in een auto met hem naar Den Haag te
rijden. De onbekende had zich uitgegeven
voor assistent-geneesheer aan de strafgeva0-
genis in Den Haag, alwaar de verloofde van
het meisje verblijf houdt, wegens principles
le dienstweigering. De „geneesheer" kwam
bij de familie, met de mededeeling, dat do
jonge man aan pleuris lijdende was doch dat
(de „medicus") alvorens hem geneesmid
delen toe te dienen, eerst wilde informee
ren hoe het gesteld was, met de gezondheid
van de familie. Tegelijkertijd gaf hij te ken
nen, dat de „zieke" gevangene door de fa
milie wel bezocht mocht worden Hij bezocht
voorts de moeder van den gevangee e deze
verklaarde gaarne haar „zieken" zoon te
willen bezoeken.
De „geneesheer" moest nog even een
paar boodschappen "doen, maar zou later
met den auto terugkomen. Dit duurde ech
ter zóó lang, dat de moeder van den dienst
weigeraar op eigen gelegenheid al vast naar
Den Haag reisde.
Intusschen kwam de „geneesheer" terug
bij de eerstgenoemde familie, thans echter
met een kleinere auto, welke hij in Utrecht
gehaald had, naar hij verzekerde, omdat
deze zich beter voor groote tochten leende
Overeengekomen werd dat de dochter den
rit naar Den Haag zou meemaken en dit ge
schiedde.
De „geneesheer" wees in Den Haag het
meisje de tram aan, waarmede zijn naar de
gevangenis kon komen; indien zij aldaar
uitstapte, moest zij maar op hem wachten.
Zij deed zulks niet doch ging de gevangenis
binnen en vond daar ook de moeder van
haar verloofde, in druk gesprek met den
directeur. En nu vernam zij hoe beiden de
dupe van een bedrieger geworden waren,
iemand die als gevangene onlangs was ont
slagen. Wat hem genoopt heeft, op derge
lijke manier te werk te gaan, is nog niet be
kend.
Gebleken is, zegt „De Tel." dat de pseu-
do-gencesheer er in geslaagd was te Utrecht
onder bedriegelijke voorwendsels een auto
machtig te worden. Hij is te Haarlem gear
resteerd.
Ilel slot van Zeist, een
der monumentale kasteelen van het Sticht,
met prachtige waterwerken en aanhoorige
landerijen, is verkocht aan een combinatie.
Zaterdagavond n Zondag
avond hebben te Zwartemeer en Barger-
Compascuum weer ernstige vechtpartijen
plants gehad. Bij een ruzie over verhuring
van hooiland werd Zaterdagavond A. K.
door v. d. G. met een bijl op het hoofd go-
slagen. Beiden waren dronken. Er is proces
verbaal opgemaakt.
De ongeregeldheden van Zondagavond te
Baggercompascuum dragen een ernstiger
karakter en waren meer bedoeld als wraak
neming in verband met de snijpartij tijdens
de Pinksterdagen. H. de V.. J. de V., zijn
broer, en J. T., allen arbeiders te Barger
Corapascuum. hadden in stille kroegen
weer. rijkelijk genolen van gesmokkelden
Duilsclien cognac, waardoor zij in een ruzie
slemming geraakten. Met getrokken mes
gingen zij als ware Indianen op de men-
schenjacht. Meer dan honderd menschen
joegen zij voor zich uit. De gemeenteveld
wachter IÉ Engbers, van Zwartemeer, was
di eenige politieman ter plaatse. Hij gebood
den woestelingen hun vervolgingen te sta
ken. Daaraan gaven zij geen gevolg en zij
keerden zich legen Engbers. Deze gaf H. de
V., die hem met getrokken dolk aanviel,
met de sabel slagen over de beide polsen,
waardoor deze het mes liet vallen. J. T.
kreeg een slag met de sabel op den boven
arm. Hij nam de vlucht en sprong in het
kanaal, zwom dit over, doch werd daar
door de militaire politie gearresteerd. De
beide andere woestelingen werden door
Engbers gearresteerd.
soms een vermogen miste, als hij las van
Londens schoonheid, en voelde, dat hij het
afschuwelijk vond.
Er waren vele avonden, dat de rivier een
ware aantrekking op hom uitoefende, en dat
bij als betooverd over de brugleuning
hing, maar dat kwam doordat het licht van
de lantaarn dan enkel over het water scheen
en het suggestieve ging uit van de groote
stad, die hij niet zag.
Zoo nu en dan ging hij, bovenop de
galerij, van een schouwburg-voorstelling ge
nieten, maar in den regel spaarde hij den
shilling en kocht een boek, waar hij erg
naar verlangd had. Omdat hij begreep, dat
hij niet genoeg al om heel sterk te kunnen
zijn verpandde hij zijn horloge met ket
ting, toen hij zoowat een half jaar in Soho
was geweest. Het ging hem wel vreeselijk
aan het hart om te scheiden van iets, wat
hij van zijn vader cadeau had gekregen,
zelfs om er tijdelijk afstand van te toen
maar enkel, het besef, dat zij'n Vci&t»: tem
toch zeker ook geraden zou hebben het te
verpanden voor wat hij er maar voor krij
gen kon, deed hem er toe overgaan. Een
week later was zijn rantsoen weer op de
eerste afmetingen en zijn bibliotheek was
veel grooler geworden.
Intusschen kwamen zijn manuscripten
terug zoo dikwijls hij een enveloppe, met
ingesloten port, verzonden had. Aan het
woord „spijt" kreeg hij vreeselijk hel land;
in het werk van David Lee kwam dit haast
nooit voor en hij gebruikte het niet dan
met gi'ooten weerzin.
Niemand, die zijn poëzie verlangde, die
het de moeie waard achtte, haar in druk te
brengen: zijn droomen waren niet langer
rozerood getint; na verloop van oen jaar
was het overmoedige van de jeugd er af bij
Drie zandschippera voeren
Vrijdag met twee schuiten door de Wees
per trekvaart, doch weigerden bij den Bijl
mer tol aan het Weesper Zandpad, den tol-
pachter het verschuldigde te voldoen. Een
woordenwisseling volgde, waarna de opva
renden verklaarden „wel even aan den 6*1
te zullen komen betalen". Toen tolpaehter
A. bleek dat zij dit wilden doen in den vorm
van een pak laag. sprong hij op een rijwiel
om in Diemen assistentie te vragen. De
schippers wisten hem echter per fiets te
achterhalen, en dienden hem onderweg nog
de noodige klappen toe. De tolwachter deed
van een en ander aangite bij de marechau-
see.
Het V. D.-b u r e a u meldt o m-
trent het auto-ongeluk bij Delden, dat de
president van de rechtbank le Almelo, mr.
H. M. Cohen Tervaert, niet aanwezig is ge
weest bij het auto-ongeluk en dus ook niet
gewond is.
Dc vermoorde nachtwaker
te Goor Op vragen van den heer Klec-
rekoper
1. Is het den Minister van Justitie bekend,
dat, toen het lijk van den vermoorden nacht
waker der fabriek Weddehoen te Goor van
de plaats, waar het was gevonden, vervoerd
werd naar een terrein bij die fabriek, waar
de sectie zou geschieden, voor dat vervoer
een trekkar is gebezigd, zonder éénige be
dekking, zoodat alles zichtbaar was voor de
honderden voorbijgangers 1
2. Weet de Minister, dat daarna de sectie
heeft plaats gehad in het openbaar, althans
op hoogstens 20 meter van den openbaren
weg zoodat een groot aantal personen waar
onder vele kinderen, van nabij kon gade
slaan o.a. hoe het hoofd van den romp werd
gescheiden
3. Weet de Minister, dat de romp daarna
nog geruimen tijd daar is blijven liggen, dui
delijk zichtbaar van den openbaren weg.
4. Mochten voornoemde feiten zich aldus
hebben toegedragen, acht dan de Minister
de autoriteit, aan wie in dit geval de leiding
was toevertrouwd, voor de vervulling van
een politioneel ambt geschikt?
heeft de Minister van Justitie geantwoord
1. Uit het ter zake onverwijld ingestelde
onderzoek is den ondergeteekende gebleken,
dat na opgraving van het bedoelde lijk dit
in den gonjezak, waarin het was te voor
schijn gehaald, gelogd is op een met bree-
den plank overdekten handwagen en op dien
wagen is vervoerd naar de zuivelfabriek
Weddehoen, welke zich in de onmiddellijke
nabijheid bevond. Er is geen extra-bedek
king over het lijk gelegd, omdat, zooals
zich in den genoemden met aarde overdekt-
ten gonjezak bevond, voldoende" bedekking
aanwezig was, terwijl een niet-ongewijde
aan een en ander in geenen deele zou heb
ben kunnen zien, dat het hier het vervoer
van een lijk betrof. Het vervoer had plaats
over den openbaren weg, zijnde dit aldaar
een landweg, welke evenwel door de mare
chaussee was afgezet, terwijl het publiek
werd gehouden op een afstand van minstens
100 meter. De geheele weg van het vervoer
was niet langer dan circa 200 meter. Van
vervoer zonder eenige bedekking kan derhal
ve moeilijk worden gesproken. Wat de hon
derden voorbijgangers betreft, van den aan
vang af, en reeds te voren, zijn en waren
verschillende maatregelen getroffen, om zoo
weinig mogelijk de aandacht van het publiek
te trekken. Degenen, die toch aanwezig wa
re11, hebben alleen dan iets van hetgeen
voorging, kunnen zien en begrijpen, indien
zij ër op uit waren hun nieuwsgierigheid te
bevredigen en, in stede van huns weegs te
gaan. ter plaatse te blijven; evenwel wer
den zij op behoorlijken afstand gehouden.
2. De sectie heeft om het vervoer over den
weg zooveel mogelijk te bekorten, plaats
gehad op het afgeslote® terrein aan den ach
terzijde van meergemelde zuivelfabriek, in
de open lucht (onder de boomen), een en an
der in verband met den toestand van het
lijk. Blijkens het ter zake ontvangen rap
port zou het nagenoeg onmogelijk zijn, dat
de personen, die op den openbaren weg aan
de voorzijde van de fabriek stonden, door
scherp kijken en turen iets gezien hebben
van hetgeen de deskundige aan de achter
zijde heeft verricht. Alvorens de sectie aan
ving, heeft men zich vergewist, dat van den
openbaren weg de sectietafel niet waarneem
baar was.
hem. Hij begon nu te beseffen, hoe aller
dwaast de taak was, die hij zoo vol ver
trouwen ondernomen had: om Londen te
belegeren met een pen. Het leek wel of je
schelpen gooide naar een vesting.
Zoo langzamerhand begon hij ook te be
grijpen, dat een dichter beroemd moet zijn,
of belachelijk is; de stuivers, die hij uiigaf
in de leeszalen, deden hem duidelijk ge
noeg zien hoe de dichter, wien het mee
loopt, iedere week stof levert aan den na-
tionalen zin voor humor.
Hij trachtte zichzelven te bemoedigen
door het lezen van de levensbeschrijvingen
van groote schrijvers uit het verleden, en
voelde zich uit het veld geslagen als hij de
„mémoires" las van bekende hedendaagsche
schrijvers; want die schenen er altijd zoo
makkelijk gekomen le zijn. Met verwonde
ring merkte hij op, dat armoede en verach
ting slechts ten deele vielen aan degenen,
die er niet meer waren.
Het gebeurde op een ochtend in April
dat voorviel, hetgeen hij nimmer vergeten
zou op een ochtend, toen het stuk lucht
tusschen de schoorsteenpotten blauw was en
de musschen rondlrippeiden in een vreemd,
geel licht, dat de oudste vogel op de daken
hun vertelde: zonneschijn te wezen, dat
David wakker werd en tot de ontdekking
kwam, niet, dat hij nu al beroemd was,
maar dat er naast zijn pannetje met warm
water een mededeeling lag van een uil
gever, die hem een guiena bood voor een
sonnet.
In zijn optreden was hij toen minder oor
spronkelijk dan in zijn gedicht. Hij brand
de van verlangen om het nieuws mee te
deelen aan de slons, met krulspelden in het
haar, die hem zijn thee bracht. Hij verlang
de de kinderen over het hoofd te strijken.
3. Uit hetgeen sub 2 ia medegedeeld blijkt
dat de voorstelling, als zou na de 6öctie
de romp >«n het lijk nog geruimen tijd dui
delijk zichtbaar van den openbaren weg
z^rr blijven liggen, evenmin juist is te ach
ten. Het lijk is, nadat de sectie was ver
richt, in een kist gelegd, welke besteld was.
zoodra het lijk was gevonden en welke onge
veer een half uur, nadat de sectie bad plaats
gehad, werd bezorgd.
4. Waar de in de vragen gestelden feiteD
zich blijkens het bovenstaande geheel anders
hebben toegedragen dan gesteld was, en,
zooals zij zich in werkelijkheid hebben toe
gedragen, niet meer aandacht hebben kun
nen trekken da® onvermijdelijk was, acht de
ondergeteekende geen termen aanwezig om
dientengevolge nader de vraag te overwegen
of de autoriteit, die. ter zake de leiding had,
voor de vervulling van een politioneel ambt
geschikt is. Overigens was de leiding niet
in handen van de politionecle, doch van de
justitieele autoriteiten.
Verleden week, meldt ,,D o
(Brusselsche) Stand." kwam een Nederland-
sche veldwachter per rijwiel "bij Koewacht
de grens over om verder België in te gaan.
Volgens de Belgische grcnswet moet zijn
rijwiel niet in den haak zijn geweest; al
thans een onderbrigadier van den fiscus
kwam er aan te pas. Deze ging dan ook den
volgenden dag naar Nederland om den
Rijksveldwachter kennis te geven van de
wetsovertreding, welke hij in België ge
pleegd had. Maar nauwelijks had de onder
brigadier zijn opdracht vervuld, of de Rijks
veldwachter antwoordde hem: U hebt een
dienstrevolver bij u. Dc Ncderlandschc wet
verbiedt Belgische ambtenaren in Holland
te komen, voorzien van hun wapens. En hij
legde tegelijk beslag op het wapen en de
patronen. Een ondervinding rijker, maar
zonder revolver, moest de onderbrigadier
naar zijn land teruglceeren.
Dalende varkensprijzen. In
Westerwolde (Gron.) dalen de varkensprij
zen tot zoo ongeveer als vóór den oorlog. De
biggen gelden thans f 1 a f 1.25. In de ex
portvarkens is de daling reeds tot 23 a 24 ct.
per pond gevorderd cn men verwacht nog
lagere prijzen. Dit is voor de fokkers veront
rustend, daar de voederprijs, nog altijd vrij
hoog blijft, en het risico, mede door de heer-
schende varkensziekte, grooter wordt.
Een zaken ma n. Een oude
antiquair lag op sterven. Zijn klamme hand
gleed over het laken en zijn lippen bewogen
zich. Zijn vrouw boog zich over hem heen.
„Is Rachel hier?" vroeg hij.
„Ja, lieve, hier ben ik". „Goed. Is Salo
mon hier
„Ja, ook."
„En Sara 'x v
„Ook ja." 4
„En Sam
„Ja".
„En Selma
„Ook."
„Maar wat droihmel, wié past er 'dan op
"den winkel
BUITENLANDSCH GEMENGD.
Bij de ramp van de „Thor" zijn in totaal
elf personen omgekomen.
Volgens berichten uit Lissabon hebben
dieven him slag geslagen in het koninklijk
paleis te Villa Vicosa, waarin de Porlugee-
sche koningen de zomermaanden plachten
door le brengen. ITet paleis is nog het eigen
dom van ex-koning Manuel en bevat tal
van kunstschatten. De inbrekers hebben
hieronder een aardige opruiming gehouden
en een buit meegenomen van een waarde,
van verscheidene millioenen guldens, be
staande uit een kostbaar zilveren eetservies
kostbare gobelins, antieke gouden en zilve
ren vazen .schilderijen enz.
De Parijsche Temps" liet zich onlangs
uit Warschau seinen, dat de firma Krupp
de 2G.000 H.A. grond in hel Donets-gebied,
die zij van de sovjetregeering in pacht heelt
voor landbouw, al nagenoeg heeft volge
bouwd met ijzergieterijen cn fabrieken voor
het maken van oorlogstuig.
Ofschoon deze bewering te mal Is om
los te loopen (de groote fabrieken van
die onderweg „tikkertje" speelden. In Soho
is het de jeugd daar nooit te vroeg of te laat
voor. In Bloomsbury hebben zij een voor
liefde voor rolschaatsen, in Bayswater
dat gelukkige oord voor den orgelman en
den daklooze spelen zij spelletjes, waar
nog meer bij gegild kan worden; maar een
ware hartstocht van Soho is: „tikkertje".
Hij kocht op weg naar zijn kantoor een
bosje narcissen en zette dat op zijn lesse
naar.
Hij was nog bij Panzelta; hij had op dat
oogenblik een promotie gemaakt van tien
shillings en het vooruitzicht, zijn baantje er
geheel aan te kunnen geven, stond hem
weer voor oogen. Donkere wolken hadden
dit zoo lang verborgen gehouden, dat hij er
nu al door verblind was.
Het blijde van den zomer blonk in het
zonlicht, dat schuin door de stoffige ven
sters viel, al het verlokkelijke van het bui
ten-zijn sprak uit dat kleine bosje narcis
sen, naast den inktkoker; hij snakte builen
te zijn, om lucht le kunnen geven aan de
overmaat van vreugde, die hem het hart
deed zwellen.
„Dit is nu een ochtend," zei hij in een op
welling tot den accountant tegenover hein,
„die je doet denken, dat het buiten warm
moet zijn en dat je graag klaprozen wou
gaan plukken en de rogge wou hooren rui-
•clien."
De accountant woonde in Ealing en reis
de iederen dag met denzelfden trein al9 een
bekend rechtskundige. Dikwijls deelde hij
heel vereerd mee, dat sir Edward Jennings
hem op hel perron had toegeknikt.
„Zeker," gaf die dus toe. „Als je oen rij
tuig met twee paarden hadt om je er te ko
men halen!"
David was onder de negentien, toen zijn
Krupp te Essen beslaan slechls 120 ILA.
en het zou materieel onmogelijk zijn in do
twee verloopen pacht jaren 26.000 II.A. met
fabrieken vol te bouwen), schrijft de firma
aan de „Küln. Ztg." dat zij er aan wan*
hoopt .met een tegenspraak van dezen onzin
in Frankrijk geloof te vinden. Zij noodigt
daarom den steller van het bericht uit,
haar pachtgronden in Rusland met een be
zoek te vereeren. dan kan hij zich overtui
gen. dat ze slechts voor landbouw gebruikt
worden en dat er alleen één werkplaats is
voor het herstel van landbouwwerktuigen.
De firma stelt één voorwaarde: de Fran-
sche journalist moet 1000 Zwitsersclie fran
ken deponeeren bij een Zwitsersche bank,
die. als hij alles in orde vindt, bestemd wor
den voor arme kinderen aan de Roer. Vindt
hij werkelijk een of meer fabrieken van oor
logstuig op het lerrein. dan stelt Krupp
100.000 franken voor hetzelfde doel beschik
baar.
Den loden Juni heeft te Bachmoet een
zware brand plaats gehad, waardoor een 40-
tal woningen zijn verwoest.
Naar uit Stockholm wordt gemeld, heb*
ben de opgravingen van de Zweedsche ex-*
pedilie te Asine in Griekenland een gunstig
resultaat opgeleverd en is oen Mycenscli
graf met twee ingangen ontbloot, waarin
vele voorwerpen van groote waarde zijn ge
vonden, voorts een graf van een koning
met zeer kostbare voorwerpen van goud,
ivoor en glas; in een ander graf werden
keukengereedschappen gevonden; een daar
van bevatte 650 parels, waarvan 250 van
goud; de meeste schatten blijken afkomstig
uit den lijd van 2000 a 1600 jaar voor
Christus.
Te Weenen is een man lot 9 jaar dwang
arbeid veroordeeld, die daar meer dan een
half millioen valsche Engel sche bankbiljet-s
ten in omloop had gebracht. Men kreeg pat
verdenking ,toen hij plotseling groote som
men op de bank deponeerde.
Volgens berichten uit Amerika werden
'door den tornado welke in Ohio aan den
Zuidelijken oever van bet Erieraeer heeft
gewoed, meer dan 160 personen gedood en
Vele honderden gewond. liet ergste was de
uitwerking te Lorain, waar men lot nu toe
100 dooden en 500 gewonden heeft geteld.
Te Sandusk zijn 7 dooden en 50 gewonden
Te Illinois 12 dooden en 100 gewonden;
Iowa 8 dooden en c.a. 100 gewonden; Cle
veland 7 dooden; French Creek 25 dooden
en c.a. 100 gewonden.
De materieele schade wordt op rainsleat
50 millioen dollar geschat.
De verwoesting van Lorain i3 vreeselijk
en dc stad ziet er uit, alsof een hevig bom
bardement heeft plaats gehad. Groote en
prachtige gebouwen werden als kaartenhui
zen ingedrukt.
Nog tijdens en na de verwoesting tracht*
len dieven hun slag te slaan te midden der
algemeene verwarring ,doch een krachtig
optreden van de politie en militairen heb
ben aan het werk der onverlaten een einde
gemaakt.
Roerende tooneelen speelden zich bij liet
reddinsgwerk af.
Een jongeling, die reeds vele menschen uit
de puinhoopen le voorschijn had gehaald,
zag in een der straten van Lorain een ver*
nielde auto. Hij snelde er heen, doch wie be
schrijft zijn ontzetting, toen hij zijn eigen
vader en moeder daar onder den wagen zag
liggen.
Ooggetuigen vertelden Dog, naar de
„Tel." meedeelt:
Het geloei van den storm overstemde alle
andere geluiden cn bij iederen nieuwen he-
vigen windstoot zag men huizen te midden
van wolken kalkstof volkomen inwaaien.
Muren werden geheel ingedrukt .waarna
dan het dak naar beneden viel, zoodat na
enkele seconden slechts een puinhoop de
plaats aanwees, waar het huis geslaan had.
Elders weer zag men afgerukte daken wel
honderd meter en meer door de lucht vlie
gen om dan plotseling met donderend gera
tel ergens te worden neergesmakt.
Melerdikke boomen vielen om, alsof de
zeis van een reus door hun stammen was
gegaan. Zij ontwortelden niet eens meer,
maar knapten eenvoudig bij den grond af.
De geteisterde plaatsen herinneren aan de
verwoeste steden aan het front. Weliswaar
hebben eenige huizen en gebouwen stand
weten te houden, maar dan gapen toch da
eerste verzen werden aangenomen; bij was
even onder de twintig, toen er voor betaald
werd. De bedachtzaamheid van den uit
gever bezorgde hem dus twee gelegenheden,
om zich te verheugen. Hij zond nog ver
scheidene andere sonnetten aan het blad en
enkele daarvan werden ook aangenomen,
maar een guiena is eenmaal het beroep3-
„Pons asinorum" en het duurde geruimen
tijd eer hij een wissel inde voor eenig hoo-
ger bedrag. Het blij vooruitzicht van zijn
baantje te kunnen opgeven, trok van hem
af als een dwaallichtje en zoo langzamer
hand, moest hij zelfs lachen om zijn jeug
dige onervarenheid, als hij terugdacht hoe
uitgelaten hij was geweest bij dat eerste
aannemen van zijn werk.
En nog schreef hij. Soms was hij aan het
dichten voor zijn waschtatel, tot de pit van
zijn petroleumlamp steeds lager brandde en
de vlam begon te flikkeren tot zij opge
brand was. Zoo nam het aantal manuscrip
ten toe, dat aan uitgevers kon gezonden
worden.
Behalve het huis, waar Owr.ie nog altijd
als weduwe in heerschle. bezocht hij geen
ander; behalve Vivian, die zich met lange
tusschenpoozcn op de bovenkamer vertoon
de, bezocht niemand hem. Weinigen onder
de millioenen in Londen waren meer beslist
alleen dan deze jonge man, die beurtelings
hoopte en wanhoopte en of hij nu uitgela
ten was van blijdschap of van droefheid,
nooit een oor vindt, bereid hem aan le hoo
ren, nooit een stem, die tot hem sprak3
„Houd moedl"
- (Wordt vervolgd.)