Zonderlinge Kameraden No. 19726 LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 1 Juli. Tweede Blad. Anno 1924. GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. s Ernstig auto-ongeluk te 'a-Gravenhage. Gistermiddag, te onge veer halfvijf heeft een ernstige aanrijding plaats gehad op den Raamweg, dicht bij den Waalsdorperweg, tusschen een perso nenauto ,die uit de richting Haagsche Die rentuin kwam, en de eleclrische tram, ko mende uit de richting Scheveningen. De weg is daar breed genoeg en het uitzicht wordt niet door boomen of bosch belem merd. Bovendien staat er een groot waar schuwingsbord, daar de weg smaller wordt bij het artilleriepark. Het is den politieau toriteiten dan ook een raadsel, hoe een der gelijke ernstige aanrijding daar kan plaats hebben. Het ongeval moet zich ongeveer als volgt hebben toegedragen: Aan het stuur van den personenauto zat de 39-jarige L. v. J., direc teur van een nachlveiligheidsdienst te Rot terdam; de inzittenden waren de heer M. Coremans, lid van den Rolterdamschen Ge meenteraad (rapaljepartij). diens broer G. C.f de 13-jarige mej. C. H., wonende Pieter- Bothstraat te Den Haag, en de Rotterdam- sche rijwielhandelaar J. H. W. De laatste was eigenlijk de chauffeur, maar hij had het stuur overgegeven aan L. v. J., die in het chauffceren nog zeer onervaren was. Van J. reed met een flinke vaart over den weg en wilde de tramrails oversteken. Vol gens zijn bewering heeft hij de tram niet gezien en merkte hij ook het waarschu wingsbord te laat op. Toen de tram kwam aanrijden en v. J. het ongeluk zag aanko men. trachtte hij vergeefs den wagen tot stilstand te brengen. Deze gleed echter door en de tram reed met volle vaart op de flank van den auto in. De schok was zoo hevig, dat de bestuurder uit den auto werd geslin gerd en met een gecompliceerde beenbreuk werd opgenomen; J. H. W. liep ernstige in wendige kneuzingen op en het meisje werd in den rug verwond, terwijl de heer G. Co remans ongedeerd bleef. Alle vier werden door den Geneeskundigen Dienst naar het ziekenhuish aan den Zuidxval gebracht. De heer M. Coremans is na liet ongeluk niet meer gezien; men vermoedt, dat 'hij onge deerd is gebleven. Het voorloopig politioneel onderzoek wijst uit, dat het ongeval was te wijten aan on ervarenheid en grove onvoorzichtigheid. Den bestuurder van de tram treft in elk ge val geen schuld. Zooals begrijpelijk is, trok het ongeval veel publiek. Politie zorgde voor afzetting van de plaats des onhcils. Nadat ecnige foto's waren gemaakt, reed de tram achteruit, waarna de auto door politie en brandweer weggesleept kon worden met den kraanwagen. Het zwaar beschadigde voer tuig is in beslag genomen. De tram is niet ernstig beschadigd. Alle passagiers kwamen met den schrik vrij Gisteren z ij n de f a b r i e k s- gebcuwen, loodsen en magazijnen van de kapitale scheepswerf IJselwerf le Gorkum tol den grond afgebrand. De politie l e Haarlem deelt mee, dat het horloge en de keliing, welke voorwerpen een Hagenaar in den trein ontstolen zouden zijn, op Maandag 23 dezer, in een privaat van een wagon terug gevonden Z1IP Gisternacht heelt op de Noord-Buitenspaarne. bij de Haarlemmer gistfabriek te Haarlem, een ernstige aanva ring plaats gehad tusschen de motorboot ,,üe Koophandel'', <f0 ton, van de N.V. „De Nijverheid", le Wonr.ervrer, waarop zioh o. m. de leden bevonden van het Haarlem- sche Politie-muziekcorps, dat een boottocht ondernomen had naar W.ormervior, en de aak „Gungner", die geladen was met steen kolen voor bovengenoemde fabriek. De schipper van de boot. J. de B., uit Wormer- veer, sloeg met het hoofd door de dekkast cn kreeg een gapende wond boven het rech teroog. Hij werd in bewusteloozen toestand per ziekenauto naar het St.-Elisabethgast- huis le Haarlem vervoerd. Minder ernstig werden ge v ond Th. M., die een gapende hoofdwonde kreeg. W. L., die het rechter been brak, A. R., die een kneuzing en ont velling aan den rechterarm kreeg ,mej. A. B., die over pijn in den buik klaagde, en mej. A. S., bij wie een bloeduitstorting in Naar 't Engelsch van LEONARD MERRICK. Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H. 21) Op Zondag, als 't niet-regende en hij niet zijn moeder ging opzoeken ,liep hij de par ken rond of dwaalde hij nog wat meer bui ten-af, waar het bouwnicuster nog wal boo men had laten staan. Ifij maakte dan dezen tocht, le midden van „pleziermenschen", dia geen plezier hadden ,wel veel lawaai maakten, maar nooit van harle lachten. De omslreken waren prachtig; tol die ontdek king kwam hij en hij zou, o zoo graag, gele zen hebben in de gemoederen van deze uit gaanders, die, of zij nu de mijlen aflegden in somber stilzwijgen of telkens do refreinen uitschreeuwden van den een of anderen straatdeun,'-altijd dienzelfd*;n starenden blik hadden, diezelfde sombere, bopelooze uit drukking nam hij waar bij iedereen, in ver schillende mate: den Londenschen blik, als gevolg van hel naargeestige klimaat en de dlustere straten. Hij twijfelde er niet aan, of hij zou een Londenaar overal herkennen aan diens oogen. En als hij dan terugkeerde pas overdacht hij, hoe de schoonheid van Engeland bedorven was, daór, waar Engel- schen begonnen le bouwen De liefde voor Lond«m, die sommigen heb'- ben gevoeld, was in David nooit gewekt. Hij kon het niet lief krijgen, hoezeer hij ook zijn ~est deed. Hij ging ziehi/elf met verwonde ring afvragen of hij blind wa3, of hij ook het reclilc-rbeen werd geconstateerd. Ook de dekknecht G. W. werd gewond. De gewon den werden, na Ier plaatse verbonden te zijn, per ziekenauto en brancards naar het St-Elisabelhgasthuis vervoerd, van waar zij. behalve B., na verbonden te zijn naar huis gebracht zijn. De roef van de aak is ernstig beschadigd. Deze wordt op f 5000 geschat. Zaterdagavond is een circa 30-jarige man er in geslaagd, de 22-jarige dochter van een familie te Weesp te bewe gen in een auto met hem naar Den Haag te rijden. De onbekende had zich uitgegeven voor assistent-geneesheer aan de strafgeva0- genis in Den Haag, alwaar de verloofde van het meisje verblijf houdt, wegens principles le dienstweigering. De „geneesheer" kwam bij de familie, met de mededeeling, dat do jonge man aan pleuris lijdende was doch dat (de „medicus") alvorens hem geneesmid delen toe te dienen, eerst wilde informee ren hoe het gesteld was, met de gezondheid van de familie. Tegelijkertijd gaf hij te ken nen, dat de „zieke" gevangene door de fa milie wel bezocht mocht worden Hij bezocht voorts de moeder van den gevangee e deze verklaarde gaarne haar „zieken" zoon te willen bezoeken. De „geneesheer" moest nog even een paar boodschappen "doen, maar zou later met den auto terugkomen. Dit duurde ech ter zóó lang, dat de moeder van den dienst weigeraar op eigen gelegenheid al vast naar Den Haag reisde. Intusschen kwam de „geneesheer" terug bij de eerstgenoemde familie, thans echter met een kleinere auto, welke hij in Utrecht gehaald had, naar hij verzekerde, omdat deze zich beter voor groote tochten leende Overeengekomen werd dat de dochter den rit naar Den Haag zou meemaken en dit ge schiedde. De „geneesheer" wees in Den Haag het meisje de tram aan, waarmede zijn naar de gevangenis kon komen; indien zij aldaar uitstapte, moest zij maar op hem wachten. Zij deed zulks niet doch ging de gevangenis binnen en vond daar ook de moeder van haar verloofde, in druk gesprek met den directeur. En nu vernam zij hoe beiden de dupe van een bedrieger geworden waren, iemand die als gevangene onlangs was ont slagen. Wat hem genoopt heeft, op derge lijke manier te werk te gaan, is nog niet be kend. Gebleken is, zegt „De Tel." dat de pseu- do-gencesheer er in geslaagd was te Utrecht onder bedriegelijke voorwendsels een auto machtig te worden. Hij is te Haarlem gear resteerd. Ilel slot van Zeist, een der monumentale kasteelen van het Sticht, met prachtige waterwerken en aanhoorige landerijen, is verkocht aan een combinatie. Zaterdagavond n Zondag avond hebben te Zwartemeer en Barger- Compascuum weer ernstige vechtpartijen plants gehad. Bij een ruzie over verhuring van hooiland werd Zaterdagavond A. K. door v. d. G. met een bijl op het hoofd go- slagen. Beiden waren dronken. Er is proces verbaal opgemaakt. De ongeregeldheden van Zondagavond te Baggercompascuum dragen een ernstiger karakter en waren meer bedoeld als wraak neming in verband met de snijpartij tijdens de Pinksterdagen. H. de V.. J. de V., zijn broer, en J. T., allen arbeiders te Barger Corapascuum. hadden in stille kroegen weer. rijkelijk genolen van gesmokkelden Duilsclien cognac, waardoor zij in een ruzie slemming geraakten. Met getrokken mes gingen zij als ware Indianen op de men- schenjacht. Meer dan honderd menschen joegen zij voor zich uit. De gemeenteveld wachter IÉ Engbers, van Zwartemeer, was di eenige politieman ter plaatse. Hij gebood den woestelingen hun vervolgingen te sta ken. Daaraan gaven zij geen gevolg en zij keerden zich legen Engbers. Deze gaf H. de V., die hem met getrokken dolk aanviel, met de sabel slagen over de beide polsen, waardoor deze het mes liet vallen. J. T. kreeg een slag met de sabel op den boven arm. Hij nam de vlucht en sprong in het kanaal, zwom dit over, doch werd daar door de militaire politie gearresteerd. De beide andere woestelingen werden door Engbers gearresteerd. soms een vermogen miste, als hij las van Londens schoonheid, en voelde, dat hij het afschuwelijk vond. Er waren vele avonden, dat de rivier een ware aantrekking op hom uitoefende, en dat bij als betooverd over de brugleuning hing, maar dat kwam doordat het licht van de lantaarn dan enkel over het water scheen en het suggestieve ging uit van de groote stad, die hij niet zag. Zoo nu en dan ging hij, bovenop de galerij, van een schouwburg-voorstelling ge nieten, maar in den regel spaarde hij den shilling en kocht een boek, waar hij erg naar verlangd had. Omdat hij begreep, dat hij niet genoeg al om heel sterk te kunnen zijn verpandde hij zijn horloge met ket ting, toen hij zoowat een half jaar in Soho was geweest. Het ging hem wel vreeselijk aan het hart om te scheiden van iets, wat hij van zijn vader cadeau had gekregen, zelfs om er tijdelijk afstand van te toen maar enkel, het besef, dat zij'n Vci&t»: tem toch zeker ook geraden zou hebben het te verpanden voor wat hij er maar voor krij gen kon, deed hem er toe overgaan. Een week later was zijn rantsoen weer op de eerste afmetingen en zijn bibliotheek was veel grooler geworden. Intusschen kwamen zijn manuscripten terug zoo dikwijls hij een enveloppe, met ingesloten port, verzonden had. Aan het woord „spijt" kreeg hij vreeselijk hel land; in het werk van David Lee kwam dit haast nooit voor en hij gebruikte het niet dan met gi'ooten weerzin. Niemand, die zijn poëzie verlangde, die het de moeie waard achtte, haar in druk te brengen: zijn droomen waren niet langer rozerood getint; na verloop van oen jaar was het overmoedige van de jeugd er af bij Drie zandschippera voeren Vrijdag met twee schuiten door de Wees per trekvaart, doch weigerden bij den Bijl mer tol aan het Weesper Zandpad, den tol- pachter het verschuldigde te voldoen. Een woordenwisseling volgde, waarna de opva renden verklaarden „wel even aan den 6*1 te zullen komen betalen". Toen tolpaehter A. bleek dat zij dit wilden doen in den vorm van een pak laag. sprong hij op een rijwiel om in Diemen assistentie te vragen. De schippers wisten hem echter per fiets te achterhalen, en dienden hem onderweg nog de noodige klappen toe. De tolwachter deed van een en ander aangite bij de marechau- see. Het V. D.-b u r e a u meldt o m- trent het auto-ongeluk bij Delden, dat de president van de rechtbank le Almelo, mr. H. M. Cohen Tervaert, niet aanwezig is ge weest bij het auto-ongeluk en dus ook niet gewond is. Dc vermoorde nachtwaker te Goor Op vragen van den heer Klec- rekoper 1. Is het den Minister van Justitie bekend, dat, toen het lijk van den vermoorden nacht waker der fabriek Weddehoen te Goor van de plaats, waar het was gevonden, vervoerd werd naar een terrein bij die fabriek, waar de sectie zou geschieden, voor dat vervoer een trekkar is gebezigd, zonder éénige be dekking, zoodat alles zichtbaar was voor de honderden voorbijgangers 1 2. Weet de Minister, dat daarna de sectie heeft plaats gehad in het openbaar, althans op hoogstens 20 meter van den openbaren weg zoodat een groot aantal personen waar onder vele kinderen, van nabij kon gade slaan o.a. hoe het hoofd van den romp werd gescheiden 3. Weet de Minister, dat de romp daarna nog geruimen tijd daar is blijven liggen, dui delijk zichtbaar van den openbaren weg. 4. Mochten voornoemde feiten zich aldus hebben toegedragen, acht dan de Minister de autoriteit, aan wie in dit geval de leiding was toevertrouwd, voor de vervulling van een politioneel ambt geschikt? heeft de Minister van Justitie geantwoord 1. Uit het ter zake onverwijld ingestelde onderzoek is den ondergeteekende gebleken, dat na opgraving van het bedoelde lijk dit in den gonjezak, waarin het was te voor schijn gehaald, gelogd is op een met bree- den plank overdekten handwagen en op dien wagen is vervoerd naar de zuivelfabriek Weddehoen, welke zich in de onmiddellijke nabijheid bevond. Er is geen extra-bedek king over het lijk gelegd, omdat, zooals zich in den genoemden met aarde overdekt- ten gonjezak bevond, voldoende" bedekking aanwezig was, terwijl een niet-ongewijde aan een en ander in geenen deele zou heb ben kunnen zien, dat het hier het vervoer van een lijk betrof. Het vervoer had plaats over den openbaren weg, zijnde dit aldaar een landweg, welke evenwel door de mare chaussee was afgezet, terwijl het publiek werd gehouden op een afstand van minstens 100 meter. De geheele weg van het vervoer was niet langer dan circa 200 meter. Van vervoer zonder eenige bedekking kan derhal ve moeilijk worden gesproken. Wat de hon derden voorbijgangers betreft, van den aan vang af, en reeds te voren, zijn en waren verschillende maatregelen getroffen, om zoo weinig mogelijk de aandacht van het publiek te trekken. Degenen, die toch aanwezig wa re11, hebben alleen dan iets van hetgeen voorging, kunnen zien en begrijpen, indien zij ër op uit waren hun nieuwsgierigheid te bevredigen en, in stede van huns weegs te gaan. ter plaatse te blijven; evenwel wer den zij op behoorlijken afstand gehouden. 2. De sectie heeft om het vervoer over den weg zooveel mogelijk te bekorten, plaats gehad op het afgeslote® terrein aan den ach terzijde van meergemelde zuivelfabriek, in de open lucht (onder de boomen), een en an der in verband met den toestand van het lijk. Blijkens het ter zake ontvangen rap port zou het nagenoeg onmogelijk zijn, dat de personen, die op den openbaren weg aan de voorzijde van de fabriek stonden, door scherp kijken en turen iets gezien hebben van hetgeen de deskundige aan de achter zijde heeft verricht. Alvorens de sectie aan ving, heeft men zich vergewist, dat van den openbaren weg de sectietafel niet waarneem baar was. hem. Hij begon nu te beseffen, hoe aller dwaast de taak was, die hij zoo vol ver trouwen ondernomen had: om Londen te belegeren met een pen. Het leek wel of je schelpen gooide naar een vesting. Zoo langzamerhand begon hij ook te be grijpen, dat een dichter beroemd moet zijn, of belachelijk is; de stuivers, die hij uiigaf in de leeszalen, deden hem duidelijk ge noeg zien hoe de dichter, wien het mee loopt, iedere week stof levert aan den na- tionalen zin voor humor. Hij trachtte zichzelven te bemoedigen door het lezen van de levensbeschrijvingen van groote schrijvers uit het verleden, en voelde zich uit het veld geslagen als hij de „mémoires" las van bekende hedendaagsche schrijvers; want die schenen er altijd zoo makkelijk gekomen le zijn. Met verwonde ring merkte hij op, dat armoede en verach ting slechts ten deele vielen aan degenen, die er niet meer waren. Het gebeurde op een ochtend in April dat voorviel, hetgeen hij nimmer vergeten zou op een ochtend, toen het stuk lucht tusschen de schoorsteenpotten blauw was en de musschen rondlrippeiden in een vreemd, geel licht, dat de oudste vogel op de daken hun vertelde: zonneschijn te wezen, dat David wakker werd en tot de ontdekking kwam, niet, dat hij nu al beroemd was, maar dat er naast zijn pannetje met warm water een mededeeling lag van een uil gever, die hem een guiena bood voor een sonnet. In zijn optreden was hij toen minder oor spronkelijk dan in zijn gedicht. Hij brand de van verlangen om het nieuws mee te deelen aan de slons, met krulspelden in het haar, die hem zijn thee bracht. Hij verlang de de kinderen over het hoofd te strijken. 3. Uit hetgeen sub 2 ia medegedeeld blijkt dat de voorstelling, als zou na de 6öctie de romp >«n het lijk nog geruimen tijd dui delijk zichtbaar van den openbaren weg z^rr blijven liggen, evenmin juist is te ach ten. Het lijk is, nadat de sectie was ver richt, in een kist gelegd, welke besteld was. zoodra het lijk was gevonden en welke onge veer een half uur, nadat de sectie bad plaats gehad, werd bezorgd. 4. Waar de in de vragen gestelden feiteD zich blijkens het bovenstaande geheel anders hebben toegedragen dan gesteld was, en, zooals zij zich in werkelijkheid hebben toe gedragen, niet meer aandacht hebben kun nen trekken da® onvermijdelijk was, acht de ondergeteekende geen termen aanwezig om dientengevolge nader de vraag te overwegen of de autoriteit, die. ter zake de leiding had, voor de vervulling van een politioneel ambt geschikt is. Overigens was de leiding niet in handen van de politionecle, doch van de justitieele autoriteiten. Verleden week, meldt ,,D o (Brusselsche) Stand." kwam een Nederland- sche veldwachter per rijwiel "bij Koewacht de grens over om verder België in te gaan. Volgens de Belgische grcnswet moet zijn rijwiel niet in den haak zijn geweest; al thans een onderbrigadier van den fiscus kwam er aan te pas. Deze ging dan ook den volgenden dag naar Nederland om den Rijksveldwachter kennis te geven van de wetsovertreding, welke hij in België ge pleegd had. Maar nauwelijks had de onder brigadier zijn opdracht vervuld, of de Rijks veldwachter antwoordde hem: U hebt een dienstrevolver bij u. Dc Ncderlandschc wet verbiedt Belgische ambtenaren in Holland te komen, voorzien van hun wapens. En hij legde tegelijk beslag op het wapen en de patronen. Een ondervinding rijker, maar zonder revolver, moest de onderbrigadier naar zijn land teruglceeren. Dalende varkensprijzen. In Westerwolde (Gron.) dalen de varkensprij zen tot zoo ongeveer als vóór den oorlog. De biggen gelden thans f 1 a f 1.25. In de ex portvarkens is de daling reeds tot 23 a 24 ct. per pond gevorderd cn men verwacht nog lagere prijzen. Dit is voor de fokkers veront rustend, daar de voederprijs, nog altijd vrij hoog blijft, en het risico, mede door de heer- schende varkensziekte, grooter wordt. Een zaken ma n. Een oude antiquair lag op sterven. Zijn klamme hand gleed over het laken en zijn lippen bewogen zich. Zijn vrouw boog zich over hem heen. „Is Rachel hier?" vroeg hij. „Ja, lieve, hier ben ik". „Goed. Is Salo mon hier „Ja, ook." „En Sara 'x v „Ook ja." 4 „En Sam „Ja". „En Selma „Ook." „Maar wat droihmel, wié past er 'dan op "den winkel BUITENLANDSCH GEMENGD. Bij de ramp van de „Thor" zijn in totaal elf personen omgekomen. Volgens berichten uit Lissabon hebben dieven him slag geslagen in het koninklijk paleis te Villa Vicosa, waarin de Porlugee- sche koningen de zomermaanden plachten door le brengen. ITet paleis is nog het eigen dom van ex-koning Manuel en bevat tal van kunstschatten. De inbrekers hebben hieronder een aardige opruiming gehouden en een buit meegenomen van een waarde, van verscheidene millioenen guldens, be staande uit een kostbaar zilveren eetservies kostbare gobelins, antieke gouden en zilve ren vazen .schilderijen enz. De Parijsche Temps" liet zich onlangs uit Warschau seinen, dat de firma Krupp de 2G.000 H.A. grond in hel Donets-gebied, die zij van de sovjetregeering in pacht heelt voor landbouw, al nagenoeg heeft volge bouwd met ijzergieterijen cn fabrieken voor het maken van oorlogstuig. Ofschoon deze bewering te mal Is om los te loopen (de groote fabrieken van die onderweg „tikkertje" speelden. In Soho is het de jeugd daar nooit te vroeg of te laat voor. In Bloomsbury hebben zij een voor liefde voor rolschaatsen, in Bayswater dat gelukkige oord voor den orgelman en den daklooze spelen zij spelletjes, waar nog meer bij gegild kan worden; maar een ware hartstocht van Soho is: „tikkertje". Hij kocht op weg naar zijn kantoor een bosje narcissen en zette dat op zijn lesse naar. Hij was nog bij Panzelta; hij had op dat oogenblik een promotie gemaakt van tien shillings en het vooruitzicht, zijn baantje er geheel aan te kunnen geven, stond hem weer voor oogen. Donkere wolken hadden dit zoo lang verborgen gehouden, dat hij er nu al door verblind was. Het blijde van den zomer blonk in het zonlicht, dat schuin door de stoffige ven sters viel, al het verlokkelijke van het bui ten-zijn sprak uit dat kleine bosje narcis sen, naast den inktkoker; hij snakte builen te zijn, om lucht le kunnen geven aan de overmaat van vreugde, die hem het hart deed zwellen. „Dit is nu een ochtend," zei hij in een op welling tot den accountant tegenover hein, „die je doet denken, dat het buiten warm moet zijn en dat je graag klaprozen wou gaan plukken en de rogge wou hooren rui- •clien." De accountant woonde in Ealing en reis de iederen dag met denzelfden trein al9 een bekend rechtskundige. Dikwijls deelde hij heel vereerd mee, dat sir Edward Jennings hem op hel perron had toegeknikt. „Zeker," gaf die dus toe. „Als je oen rij tuig met twee paarden hadt om je er te ko men halen!" David was onder de negentien, toen zijn Krupp te Essen beslaan slechls 120 ILA. en het zou materieel onmogelijk zijn in do twee verloopen pacht jaren 26.000 II.A. met fabrieken vol te bouwen), schrijft de firma aan de „Küln. Ztg." dat zij er aan wan* hoopt .met een tegenspraak van dezen onzin in Frankrijk geloof te vinden. Zij noodigt daarom den steller van het bericht uit, haar pachtgronden in Rusland met een be zoek te vereeren. dan kan hij zich overtui gen. dat ze slechts voor landbouw gebruikt worden en dat er alleen één werkplaats is voor het herstel van landbouwwerktuigen. De firma stelt één voorwaarde: de Fran- sche journalist moet 1000 Zwitsersclie fran ken deponeeren bij een Zwitsersche bank, die. als hij alles in orde vindt, bestemd wor den voor arme kinderen aan de Roer. Vindt hij werkelijk een of meer fabrieken van oor logstuig op het lerrein. dan stelt Krupp 100.000 franken voor hetzelfde doel beschik baar. Den loden Juni heeft te Bachmoet een zware brand plaats gehad, waardoor een 40- tal woningen zijn verwoest. Naar uit Stockholm wordt gemeld, heb* ben de opgravingen van de Zweedsche ex-* pedilie te Asine in Griekenland een gunstig resultaat opgeleverd en is oen Mycenscli graf met twee ingangen ontbloot, waarin vele voorwerpen van groote waarde zijn ge vonden, voorts een graf van een koning met zeer kostbare voorwerpen van goud, ivoor en glas; in een ander graf werden keukengereedschappen gevonden; een daar van bevatte 650 parels, waarvan 250 van goud; de meeste schatten blijken afkomstig uit den lijd van 2000 a 1600 jaar voor Christus. Te Weenen is een man lot 9 jaar dwang arbeid veroordeeld, die daar meer dan een half millioen valsche Engel sche bankbiljet-s ten in omloop had gebracht. Men kreeg pat verdenking ,toen hij plotseling groote som men op de bank deponeerde. Volgens berichten uit Amerika werden 'door den tornado welke in Ohio aan den Zuidelijken oever van bet Erieraeer heeft gewoed, meer dan 160 personen gedood en Vele honderden gewond. liet ergste was de uitwerking te Lorain, waar men lot nu toe 100 dooden en 500 gewonden heeft geteld. Te Sandusk zijn 7 dooden en 50 gewonden Te Illinois 12 dooden en 100 gewonden; Iowa 8 dooden en c.a. 100 gewonden; Cle veland 7 dooden; French Creek 25 dooden en c.a. 100 gewonden. De materieele schade wordt op rainsleat 50 millioen dollar geschat. De verwoesting van Lorain i3 vreeselijk en dc stad ziet er uit, alsof een hevig bom bardement heeft plaats gehad. Groote en prachtige gebouwen werden als kaartenhui zen ingedrukt. Nog tijdens en na de verwoesting tracht* len dieven hun slag te slaan te midden der algemeene verwarring ,doch een krachtig optreden van de politie en militairen heb ben aan het werk der onverlaten een einde gemaakt. Roerende tooneelen speelden zich bij liet reddinsgwerk af. Een jongeling, die reeds vele menschen uit de puinhoopen le voorschijn had gehaald, zag in een der straten van Lorain een ver* nielde auto. Hij snelde er heen, doch wie be schrijft zijn ontzetting, toen hij zijn eigen vader en moeder daar onder den wagen zag liggen. Ooggetuigen vertelden Dog, naar de „Tel." meedeelt: Het geloei van den storm overstemde alle andere geluiden cn bij iederen nieuwen he- vigen windstoot zag men huizen te midden van wolken kalkstof volkomen inwaaien. Muren werden geheel ingedrukt .waarna dan het dak naar beneden viel, zoodat na enkele seconden slechts een puinhoop de plaats aanwees, waar het huis geslaan had. Elders weer zag men afgerukte daken wel honderd meter en meer door de lucht vlie gen om dan plotseling met donderend gera tel ergens te worden neergesmakt. Melerdikke boomen vielen om, alsof de zeis van een reus door hun stammen was gegaan. Zij ontwortelden niet eens meer, maar knapten eenvoudig bij den grond af. De geteisterde plaatsen herinneren aan de verwoeste steden aan het front. Weliswaar hebben eenige huizen en gebouwen stand weten te houden, maar dan gapen toch da eerste verzen werden aangenomen; bij was even onder de twintig, toen er voor betaald werd. De bedachtzaamheid van den uit gever bezorgde hem dus twee gelegenheden, om zich te verheugen. Hij zond nog ver scheidene andere sonnetten aan het blad en enkele daarvan werden ook aangenomen, maar een guiena is eenmaal het beroep3- „Pons asinorum" en het duurde geruimen tijd eer hij een wissel inde voor eenig hoo- ger bedrag. Het blij vooruitzicht van zijn baantje te kunnen opgeven, trok van hem af als een dwaallichtje en zoo langzamer hand, moest hij zelfs lachen om zijn jeug dige onervarenheid, als hij terugdacht hoe uitgelaten hij was geweest bij dat eerste aannemen van zijn werk. En nog schreef hij. Soms was hij aan het dichten voor zijn waschtatel, tot de pit van zijn petroleumlamp steeds lager brandde en de vlam begon te flikkeren tot zij opge brand was. Zoo nam het aantal manuscrip ten toe, dat aan uitgevers kon gezonden worden. Behalve het huis, waar Owr.ie nog altijd als weduwe in heerschle. bezocht hij geen ander; behalve Vivian, die zich met lange tusschenpoozcn op de bovenkamer vertoon de, bezocht niemand hem. Weinigen onder de millioenen in Londen waren meer beslist alleen dan deze jonge man, die beurtelings hoopte en wanhoopte en of hij nu uitgela ten was van blijdschap of van droefheid, nooit een oor vindt, bereid hem aan le hoo ren, nooit een stem, die tot hem sprak3 „Houd moedl" - (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5