VRIJDAG Cf JUNI
STADSNIEUWS.
Het vor^^mste nieuws
van heden.
BINNENLAND.
mo. 19706.
Anno 19É4
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIE ff i
80 CU. per regel. Bij regelabonnement belangrijk logeren prij»,
Kleine Advertentiêc, uitsluitend bij Tooruitbetallng, Woensdags ea
Saterdag» 60 Cis., bij een maximum aantal woorden Tan 80.
Incasso Tolgens postrecht. Voor eventueels opzending Tan brieren
10 CU- porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
1—
Bureau Noordelndspleln Telafoonnumman voor
Directie en Administratie 179 Radactie 1607.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbue No. 54
PRIJS DEZER CODRANÏi
Toor Leiden per B maanden Ï.3&&, per wee*
Bulten Leiden, waar agenten gevestigd gijn, per week
Franco per post 2.86 4" portokosten.
70.18,
.0.1%
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
Hel kenmerkende in het beroep van den
geneesheer.
(Afscheidscollege van prof. dr. W. Kolen).
Voor een zeer talrijk gehoor, waaronder
ycrlegenwoordigers van liet College van Cu-
r.iloren, den Academische Senaat, de Fa
culteit der Geneeskunde, tal van hoogleera-
ren, vertegenwoordigers van studentencorpo-
raties, medici en verdere belangstellenden,
hield hedennamiddag prof. dr. W. Nolen zijn
afscheidscollege in het Academiegebouw met
ren rede over bovengenoemd onderwerp.
Spr. ving aan met te wijzen op de ver
bluffende vlucht, die de geneeskunde in de
laatste halve eeuw heelt genomen. Oor
spronkelijk, onmiddellijk en uitsluitend ge
richt op het genezen van zieken, zonder
renige kennis van den bouw en de verrich
tingen van het menschelijk lichaam, vond zij
yoor haar ontwikkeling slechts een onzeke-
irn steun op de wankele basis eener grove
impc-rie.
En nu? Vraag het den student in de Ge
neeskunde, wat hij zooal te leeren heeft om
eor.igszins voldoende voorbereid zich aan de
examens te wagen, die hij heeft af te leggen,
,arts" te bcmach-
om het getuigschrift van
tigen, zeide spr. en hij noemde de lange den zike' zelf toekennen.
eerste eisch is, kwam spr. lot de bijzondere
eischen, aan den medicus te stellen.
In de eerste plaats heelf de emedicus een
juist inzicht noodig in de wetenschappelijke
eischen van zijn taak en moet hij er van
doordrongen zijn, dat 't terrein van zijn ar
beid is aan hel ziekbed. De ziekenkamer, de
kliniek is zijn eigenlijke werkplaaU.
In het klinisch laboratorium zoeke hij
slechts het hulpmiddel, dat hem materiaal
aandraagt voor den opbouw van zijn werk.
Het klinisch onderzoek moet zijn eigen we
gen volgen; deze zijn niet de speculatieve
van lang vervlogen tijden, maar de mini-
tieus accurate waarnemingen bij levende
menschen. Alleen langs die wegen kan kli
nische kennis van groote waarde verkregen
worden, al moet gereedelijk erkend worden,
dat het laboratoriumwerk in vele gevallen
een waardevol hulpmiddel bij het klinisch
onderzoek kan zijn.
Het is, volgens spr., nauwelijks te geloo-
ven, welk een wanbegrip er bij vele medici
beslaat omtrent de waarde, die klinische la
boratorium-onderzoekingen zouden bezit
ten; maar vooral omtrent het peil, waarop
in het algemeen alle laboratoriumwerk moet
worden gesteld.
En wanneer een clinicus ais James
Mackenzie zich vroolijk maakt over, oi ern
stig waarschuwt legen de overschatting van
het laboratoriumwerk, dan is de aanleiding
daarin vooral te zoeken in zijn ontevreden
heid over de geringe beleekenis, die vele
arisen tegenwoordig aan het onderzoek van
reeks van vakken op Alleen geen wijsbe
geerte en geen zielkunde.
En wat weet dan zoo'n afgebeulde arts-ge-
luigschritt-bezitter eigenlijk nog van de Ge
neeskunde? Zoo'n jonge arls weet dan nog
slechts het' allernoodigste, om de geneeskun
de praktijk te kunnen uitoefenen.
Dai alles zegt al genoeg van de omvang
rijkheid der huidige geneeskundige weten
schap, meent spr. Inderdaad, hel is onmoge
lijk om den oningewijde een, aan de werke
lijkheid eenigermale nabij komende voor
stelling van den onlzagl ijken inhoud en den
omvang der Geneeskunde bij Ic brengen.
Haar „aan de vruchten kent men den boom".
En de vruchten, die de Geneeskunde der
tuiischheid in den schoot heefl geworpen,
rtigen van een zoo machtig voorlbrengings-
yrrrnogen, dal er een lol eerbiedige ver-
fririg gestegen bewondering voor de ars-
mrdica is gewekt. Men behoeft zich daar
over niet te verbazen. Om een voorbeeld te
noemen wijst spr. cr op, dat do schuldige
san den ongelooflijk langen duur van den
wereldoorlog, dien wij moesten beleven, de
moderne geneeskunde is geweest, wat hij
nog nader aantoonde. Maar bij zoo groote
vruchtbaarheid, als door de geneeskunde
onzer dagen is ontwikkelt, dreigt het gevaar
der overproductie. De talrijkheid en de ver
scheidenheid der voortbrengselen laat geen
lijd ze rustig van alle zijden te beschouwen.
En telkens weer wordt ook in medicis
ervaren dat de schijn maar al te dikwijls
schooner is dan het wezen en dan volgt op
onverdeelde bewondering algemcene teleur
stelling. Bovenal op het gebied der therapie
en op dat der diagnostiek komen telkens
weder dergelijke teleurstellende ontdekkin
gen voor. Er is dan, volgens spr., ook alle
feden zich at le vragen, of wat minder
nieuws op het gebied der Geneeskunde niet
tewenscht ware. De geneesheer van onzen
'nd is nog al te dikwijls het slachtoffer van
suggestie; ook bij het handelen aan het ziek
bed verkeert hij maar at te zeer onder den
bypnotischen invloed daarvan.
De leekonwereld verwacht thans alles
isn de macht der wetenschap, in het bij-
ronder van die dor natuurwetenschap en
"■en is er geheel op ingesteld, orn niets meer
onmogelijk te achten. Dat geldt niet alleen
kn opzichte van de natuurkunde en schei
kunde, maar ook van de. geneeskunde, die
immers zelve tot de natuurwetenschappen
Wordt gerekend.
Kan hel anders ol men mist bij de, op den
weg van den vooruitgang, in snelle alwisse-
bng zielig openende vergezichten, den tijd
roor rustige aanschouwing en oordeelkun
de waardeering.
Het is noodig, dat de geneeskundigen, en
wg dat ook lot mij zeil, zeide spr., gaan
inzien, dat hiermede groot nadeel aan hem
Jolt en schade aan hun zieken wordt berok
kend.
Het is bcgrijpelijk, dat de geneesheer uit
pgeerle om den zieke van zijn lijden ie ver-
o&sen ,op goed vertrouwen gaarne aan
wint, wat de wetenschap, veelal helaas
Juistor gezegd de wetenschappelijke in-
ustrie, hem aanbiedt, resp. brutaal op-
'ingt. Maar tegen deze soort van verleiding
- ''ij op zijn hoede zijn en zich wape-
Ten allen tijde moet hij besellen, dat
ij de verantwoordelijkheid mede draagt
jwr het leven en hel levensgeluk van men-
Daarin ligl het kenmerkende van zijn be-
j.jP daarin dan ook is zeer zeker de
- en tot zoeken van de hooge plaals, die
r,,n geneesheer in de menschelijke sa-
-nleving is toegekend,
v ,'1 f'i'cn enkel beroep wordt zóó de ge-
bii's ®eDsch geëischt, geest en gemoed, als
N i V.',n 660 £enf2=iheer.
1 het kenmerkende van het beroep van
'in kn onderscheiding van dat
iai'nn„a e ^wetenschappelijk gevormde
i. en nog verder in hel algemeen te heb-
1-,
oproken, en ca te hebben vooropgezet,
1 e k vak van studie „feu sacré" een
Otis het niet juist, dat tegenwoordig niet
aan het ziekbed, maar in het laboratorium
vele diagnosen worden gesteld? vraagt spr.
Dikwijls i3 dan ook de therapie gauw ge
vonden: insuline, chinidine, arseen-lrifirroi,
ol in andere gevallen, een anti-serum, of zg.
vacoin, dan wel een of ander protelne-prae-
paraat.
Aan het ziekbed, in het onderzoek en de
3ludie van den zieke zeil ligt de moeilijke
levenstaak van den medicus, aldus herhaal
de spr. Maar plichtsbesef alleen is op den
duur niet toereikend om den geest zoo te
prikkelen en le scherpen als voor deugdelijk
klinisch onderzoek volstrekt noodig is. Aan
liet ziekbed naar zuiver wetenschappelijke
methode arbeidend, is de medicus ook een
beoefenaar der geneeskundige wetenschap,
al laat hij wellicht na zijn wetenschappe
lijke uitkomsten le verwerken en te boek le
stellen.
Ook het geestelijke en het gemoedsloven
van den zieke moet den arts leeren kennen.
Zoo moet hij dikwijls alleen uit houding en
gebaren, ol langs indirecten weg, kunnen
bevroeden welke gedachten den zieke in be
slag nemen en kwellen, welke gemoedsaan
doeningen in hem woelen en werken. Daar
bij komt nog wal anders dan zuivere weten
schap le pas.
De tijd liet spr. niet toe zelfs maar een zeer
beknopte schels van den psychologischen
kant van des dokters werkzaamheid te ge
ven. Slechls dit merkte hij op, dat geen
enkel patiënt psychische behandeling geheel
kan ontberen.
Bovenal moet de geneesheer worden geleid
door hartelijke belangstelling voor het lijden
van den zieke. Den medicus past vóór alles
bescheidenheid: bescheidenheid bij de waar
deering van eigen krachten, bescheidenheid
ook in de schatting van het vermogen der
Geneeskunde.
Dag aan dag staal de geneesheer voor het
raadsel van leven en dood. Zijn eerbied voor
hel geheimzinnig groolsche er van stijgt al
door. En steeds krachtiger en kncllender
wordt in hem het besef, dat in leven en dood
een mysterie ligt, dat hij als iels heiligs
aanslaren, maar nimmer beroeren mag.
Wij doorgronden de beteekenis van het le
ven niet, noch die van den dood, en daarover
komt den geneesheer geen beslissend oordeel
toe. De medicus van alle tijden heelt gevoeld
dat hij er is om, waar hij kan, voor alles
het leven te behouden. Hier is dan een pro
bleem aangeduid, waarvan de oplossing
verre gaat buiten de grenzen der weten
schap, maar waarop het antwoord door wijs-
geerig denken kan worden gegeven, ot an
ders te vinden is in de diepten van het on-
gewelene in den mensch, in de onbegrepen
roerselen zijner ziel, die hem den weg wij
zen, waar het versland de leiding ontvalt.
Na het indrukwekkend slot van dit ge
deelte behandelde spr. nog in het kort de
vraag, op welke wijze de man, die de door
hem geschetste laak zal hebben te verruilen
daartoe 't best zal worden opgeleid, en spr.
kwam tot de conclusie, dat voor hem die op
leiding moet gezocht worden in de sludie
der „humaniora", waarbij de geest nauwe
lijks op de reëele, buitenmenschelijke dingen
worde gericht, maar bovenal op den mensch
zelf en wat des menschen is.
In onze dagen, waar een in alles door
werkende democratie de behartiging van
het voor de hand liggend persoonlijk mate
rieel belang stelt boven de verzorging der
meer verwijderde, algemeene, geestelijke
goederen der menschheid, is er, volgens spr.
reden te over voor de vrees, dat ook het
geestelijk leven der wetenschappelijk ge-
vormden zal dalen.
Zie ik het mis aldus besloot spr.
dat ook reeds in het medisch beroep het
spook waart van de deletaire democratische
nivellecring naar beneden? Hier past een
„caveant consules".
Laat ons dan ten minste in de opleiding
van den aanstaanden medicus tot de Uni
versiteit vasthouden aan de „humaniora".
Een nieuwe ziekeninrichtinB te Leiden.
Mede doordat de heer Wilton, uit Voor
burg, een belangrijk bedrag heelt Jreschik-
baar gesteld voor een nieuwe ziekeninrich-
ting alhier, is de gelegenheid geopend, dat
in het heerenhuis Noordeinde 3, door prol.
Nolen bewoond geweest, een nieuwe parti
culiere Ziekeninrichting zal worden geves
tigd, die zal komen onder leiding van prof,
Nolen en prof. Zaayer.
De inrichting zou dan den vorm krijgen
van een Naamlooze Vennootschap, werd on»
meegedeeld.
Naar aanleiding van dit voornemen wordt
nu door regenten van het Hópilai wallon de
vraag overwogen, of het voortbestaan hier
van gewettigd en mogelijk zal zijn, wanneer
genoemde professoren hun patiënten niet
meer in het Hópital wallon behandelen. Zij
meenen, dat deze vraag, zooals de zaken nu
staan .ontkennend moet worden beantwoord,
maar achten het niet onmogelijk dat
mocht de kerkeraad der Waalsche Gemeen
te, die eigenares is van het Hópital, beslui
ten lot opheffing van deze instelling zulk
een besluit bij velen, in het bijzonder onder
ie medici in Leiden en Omstreken, teleur
stelling zal wekken. Regenten hebben zich
thans met een circulaire lot de hoogleeraren
en medici in Leiden en Omstreken gewend,
waarin zij de onmisbaarheid vam het Hópi
tal wallon'hetoogen, en hun vragen, door
het bezoek aan deze inrichting te bevorde
ren, de instandhouding van deze inrichting
mogelijk te maken.
Naar aanleiding van deze circulaire kan
eerlang een conferentie le gemoet worden
gezien tusschen Regenten van Hópital wal
lon en de hoogleeraren der geneeskundige
faculteit en de Leidsche medici,
De hunipiijzen in Zuinstadwijk.
Door een groot aantal bewoners van stra
ten in Tuinstadwijk, alhier, werd een adres
gericht tot B. en W. van Leiden inzake de
huren van de woningen der bouwvereeni-
ging Tuinsladwijk. welke woningen door
tusschenkomst van de .gemeente met Rijks
subsidie zijn gebouwd: Aangezien het be
stuur van die bouwvereeniging een huur
prijs heeft vastgesteld van f 7.76 tot f 8 per
week, meenden zij uit billijkheidsoogpunt
tegen deze hoogere bedragen te moeten pro-
testceren; omdat builen deze huurprijs huur
ders worden verplicht tot het nemen van
een aandeel van 130, waarvan de helft bij
het betrekken der woning moet worden ge-
slort en de andere helft in aflossing van
f 0.22' per maand moet worden betaald.
Naast den huurprijs en het aandeel is tevens
een contributie van f 1.25 per maand ver
plichtend gesteld.
Doordat de gemiddelde inkomens der be
woners van die straten zeer zeker niet hoo-
gcr zijn dan f 25 A f 33 per week, behoeft het
geen betoog, dat bovengenoemde huurprijzen
ver hun draagkracht overschrijden.
Onder verwijzing naar hetgeen indertijd
door den betrokken Minister is te kennen
gegeven, n.l. dat huurprijzen niet hooger
mochten zijn den 1/6 of 1/7 van het ver
diende loon, terwijl in casu door de adres
santen bijna 1 li van hun loon aan huur
enz. moet worden betaald, verzochten zij
B. en W. de noodige maatregelen te willen
treffen dat de huren meer in overeenstem
ming met hun draagkracht zouden worden
vastgesteld.
In antwoord hierop deelen B. en W. mede,
dat er voor hen geen termen bestaan van
een verlaging van huurprijzen, als be
doeld, mede te werken, en zij zeggen verder:
De thans geldende huurprijzen worden
vereischt om met de bijdrage van Rijk en
gemeente een sluitende rekening te verkrij
gen en aangezien nu verhooging van deze
bijdrage ten eenenmale is uitgesloten, is een
vermindering van huurprijzen, die noodwen
dig tot niet te dekken tekorten zou leiden,
eveneens onmogelijk.
Overigens mogen wij er op wijzen, dat de
strekking van het door u aangehaalde mini-
sterieele voorschrift inzake de huurbepaling
niet juist is weergegeven. De bedoeling van
dat voorschrift is immers, dat de huurprij
zen niet lager zullen zijn dan 1/8 1/7 van
het inkomen, zoodat hoogere huurprijzen
geenszins zijn verboden, integendeel nood
zakelijk zijn, zoo de exploitatie-uitgaven
daarloe aanleiding geven.
Ten slotte merken wij nog op, dat Het
verschuldigde wegens oontributie en stor
ting op aandeelen in dezen geheel buiten
beschouwing moet blijven, daar deze beta
lingen uilsluitend een gevolg zijn van het
lidmaatschap der vereeniging.
Een Onderavond.
iWaren het de voordracht van dr. J. Roos,
dieren-arta alhier, over; „De beteekenis van
verschillende dierziekten Over onze voe
ding", of de door de kinderen van die 5de en
6de klasse te geven muziek en zang, die zoo
veel ouders naar den door de Oudercommla-
sie B van de Maresingelschool Woensdag
uitgeschreven Ouderavond hadden gedre
ven? Wij weten het niet. Wellicht deze
beide. Feit is, dat het overigens ruime gym
nastieklokaal nauwelijks alle opgekomen
ouders kon bevallen.
En zij hebben hun moeite wS Beloond ge
zien.
Niet enkel het voortreffelijke spel op de
piano door de Oudercommissie aan de
school ten geschenke gegeven en het zeer
verdienstelijke „strijkje"; maar ook de aar
dige zang en het zuivere geluld van de zeer
vele muziek ins! rumen ten tamboerijn.
triangel, fluit, om maar enkele le noemen
alles onder leiding van den heer De la Rie,
onderwijzer, hebben de aanwezigen een ge
notvol uurtje verschaft. Het gaf een bewijs
van wat de heer De la Rie door taai geduld
bij de kinderen had weten te bereiken.
Waarna- men de hierboven genoemde
voordracht kreeg.
De heer Roos begon met te verklaren, dat
het zeer gewenscht zou zijn, als de verschil
lende dierziekten een meer algemeene be
kendheid kregen.
Ze zouden dan voor zoover zij tot de
besmettelijke behoorden beter bestreden
kunnen worden. Omstandighedenzooals
vuilheid, maar vooral onverschilligheid,
kunnen zeer medewerken tot verbreiding
van de voor den mensch gevaarlijke dier
ziekten. En hij noemde in dit verhand
Duitschland, die door een groote male van
onverschilligheid de verschillende infectie
ziekten zeer zag toegenomen. Door krachtige
toepassing van de inenting is veel goeds be
reikt.
Na typhus en pokken genoemd 1e hebben,
bleef do spreker even stilstaan bij de worin-
soorten (lintworm, o.a.), waarmee kinderen
(groote menschen zelden) door de dieren be
smei kunnen worden. Een te intieme ver
houding tot het huisdier (het slapen bij het
kind, ook bij de grooten) is niet zonder ge
vaar.
Ook huidziekten (schurft) kunnen door het
dier, de kat, op den mensch worden over
gebracht.
In den breede werd vooris besproken de
rundluberculose waarbij de spr. gelegen
heid vond iels over den groolen tuberkel
bacil-ontdekker, prof. Koch, mede te deelen
die hoofdzakelijk door de melk bij den
mensch wordt overgebracht. Zindelijkheid
en voorzichtigheid kunnen bij het gebruik
van melk niel genoeg in acht genomen wor
den. Zoo waren van de 60 gevallen van tu
berculose bii kinderen, 15 rundtuberculose,
en wees hij op het veelvuldig voorkomende
euvel, dat de melk onvoldoende
wordt gekookt. Zij moet even doorkoken, wil
de tuberkelbacil-werkelijk gedood worden.
Aan het slot van zijn op aangename wijze
gehouden voordracht, die, evenals het spel
en de zang der kinderen, warm werd toege
juicht, drong de geachte spreker nogmaals
aan op goede toepassing van de hygiëne, cn
voorzichtigheid bij den omgang vooral
voor kinderen met hel huisdier.
Op een desbetreffende vraag gaf dr. Roos
ten antwoord, dat ook karnemelk, hoewel
minder, hesmei kan zijn. Gekookte karne
melk (papl) niet.
Na de pauze, sloot de Voorzitter, de heer
tW, van der Laam dezen welgeslaagden
Ouderavond.
De Blauwe Week.
De dagen lusschem Hemelvaartsdag en
Pinksteren hebben in onthouderskringen
den naam van „Blauwe Week" gekregen.
Dan wordt er meor dan anders propaganda
gevoerd en getracht menschen voor de ont
houding te winnen. Dit jaar staat de
Blauwe-Week-actie vooral in het teeken
van de Plaatselijke Keuze.
liet Leidsch Drankweercomitó had in
deze week een meeting willen beleggen in
„De Graanbeurs". Deze meeting moest door
verschillende omstandigheden worden uit
gesteld en nu meende de Leidsche aldeeling
van de Ned. Vereen, tot Afschaffing van
Alcoholh. dranken toch iets te moeten doen
en belegde gisteren in de concertzaal van
het Volksgebouw aan de Heerengracht een
propaganda-feeslavond, waarvoor als spre
ker was aangekondigd de heer W. Tierates,
voorzitter der Haagsche aldeeling; terwijl de
tooneelvereeniging „D. O. S." zich bereid
had verklaard haar medewerking te verlee-
nen. Een aantal belangstellenden waren op
gekomen, waaronder naar evenredigheid
veel jonge mannen en vrouwen.
De Voorzitter, de heer G. Wakka, opende
de bijeenkomst met een hartelijk welkom
tot de aanwezigen. Hoewel over de op
komst niet ontevreden, had hij gaarne de
zaal geheel bezet gezien, in aanmerking ge
nomen de beteekenis van de actie tegen de
drinkgewoonten, die vooral nu krachtig
moet worden gevoerd.
Hierna gaf hij het woord aan den heer
Tierates, die op eenvoudige wijze schelste de
ellende, door den alcohol in de wereld ge
bracht. Spr., die zich in de stad zijner inwo
ning vooral bezig houdt met reclasseerings-
werk, hing daarvan een droevig tafereel op.
Het zijn vooral de vrouwen, die onder het
leed, dat een drinkende man over hel gezin
brengt ,hel zwaarst gebukt gaan; terwijl ook
aan de kinderen daardoor veel wordt ont
houden.
Nu is niemand als dronkaard begonnen.
Eerst heeft hij matig gedronken, doch de
drinkgewoonte wordt menigeen te machtig.
De gelegenheden zijn zoo veelvuldig en ge
makkelijk en menig man is een drinker
vóór hij het zelf weet. Men moet ook nog
den dronkaard pogen te redden; maar bet
voornaamste werk i» de jongeren, het opko
mend geslacht dus af te houden van den
drank.
Behalve propaganda daarvoor moeien de
drankbestrijders en hun vrienden voor in
voering der Plaatselijke Keuze ijveren,
waardoor etad en dorp kan worden droog
gelegd. Daarloe wekte hij de aanwezigen ten
slotte op en noodigde hen uit lot deelneming
aan een openlucht-samenkomst op het bui
tengoed „Meyendaat", or.der .Wassenaar, op
15 Juni as.
BINNENLAND.
Afscheidscollege van den Leidsclien hoog*
leeraar dr. W. Nolen.
De Commissie voor de Staaisnitgaven nik
de Tweede Kamer geeft haar oordeel en een
.advies over de begrotingstechniek.
Inlichtingen omtrent de veeziekte in
Noord-Brabant en Limburg.
Ontwerp van wet tot nadere verlenging
van den geldigheidsduur der Schoenenwet.
BUITENLAND.
Herriot aangewezen als kabinetsforma -
tenr, doch hij bedankt daar Millerand wei
gert af te treden.
Het debat in den Duitschen Rijksdag.
De Britsch-Tnrksche conferentie over Mo-
soel is mislukt.
Hierna voerde „D. O. S." een aardig blij
spel op, dat zeer in den eraaak viel.
De Voorzitter sloot de vergadering met
een opwekking om de nog restende dagen
vóór Pinksteren vooral de propaganda
voor de „Blauwe Week" met kracht te voe
ren.
Het bestuur der Leidsche H. B. S.-
Ver. „Emlégeës" zal Eersten en Tweeden
Pinksterdag een tentoonstelling organisceren
in de groote zaai van heit Nutsgebouw,
Hierop zal werk worden geëxposeerd, ver
vaardigd door leden en oud-leden, op het
gebied van: lo. photografie; 2o. nat. historie
(o. a. eiercollectie); 3o. houtsnijwerk
(figuurzagen?; -&o teeken en schilderwerk;
Bo. postzegolvorzamelingTijj (o. a. mooie col
lectie Nederland, compleet); 60. fraaie handt
werken; 7o. verschillende soorten knutsel-?
werk.
Door een commissie zal het werk beoor
deeld worden en aan de beste inzenders van
elke afdeeling zullen prijzen toegekend wor
den.
Wat betreft den ZuidhoUandschen
Waterscliapsbond, welke hier, zooals wij
meldden, weldra vergadert, kunnen wij nog
mededeelen, dat tot de leden van den Bond
behooren, behalve een groot aantal polders
en andere waterschappen, de meeste groote
hoogheemraadschappen in Zuid-Holland, te
weben onder meer Rijnland, Delfland, Schie-
land, het grootwaterschap van Woerden en
de Alblassorwaard. Voorts, dat door de op
richting eener Vereeniging oen blijvende
band tusschen de Zuidhollandschc water
schapsbesturen gelegd werd, zoodat zij
voortaan met vereende krachten konden
optreden telkens wanneer het belang der
waterschappen dit vorderde.
Gistermiddag ia juffrouw Do W. op de
fiets aangereden door een auto op den hoek
Stationsweg-Rij nsburgersingel. Oorzaak
zenuwachtigheid van de wielrijdster, die
er zelf echter gelukkig goed afkwam. Het
rijwiel werd beschadigd.
Alhier is aangehouden G. J. S., uit
Rotterdam, daar hij een paard te koop aan
bood, dat gestolen is onder den rook van
Rotterdam. Het paard is in beslag genomen.
Man en paard zijn ter beschikking gesteld
van de Rotterdamsche politie.
Commissie voor de Staaisnitgaven.
In haar verslag van haar verrichtingen
in het eerste kwartaal van 1921 deed de
Commissie voor de Staatsuitgaven de toe
zegging, aan de Kamer nadere mededeelin-
gen te zullen doen over het door haar ge
pleegde overleg met den thesaurier-gene
raal bij het Departement van Financiën.
De Commissie heeft thans gevolg gegeven
aan haar toezegging en deelt daarbij ten
slotte mede, dat zij, resumeerende, van
oordeel is:
lo. dat de thans bestaande methode vasï
het Departement van Financiën, oin den
ciscb te stellen, dat bij suppletoire begroo
tingen tegenover verhoogingen verlagin
gen moeten staan tot een even groot be
drag, in beginsel instemming verdient;
2o. dat het hiermede beoogde doel slechts
tot zijn reoht kan komen, indien noodzake
lijke verhoogingen »oo spoedig mogelijk,
in ieder geval gedurende den loop van
het eigenlijke begrootingsjaar, worden aan
gevraagd, weshalve het aanbeveling ver
dient dat he Departement van Financiën
een kraohtigen aandrang in die richting
uitoefent
3o. dat er tegen gewaakt moet worden,
dat posten, die tijdens eeai begrootingsjaar
als compensatie van aangevraagde verboo
gingen zijn verlaagd, later weer bij een
z^g. regularisatiewet worden verhoogd
4o. dat bij het met elkaar in verband
brengen van yeriioogitigen en verlagingen,