lo. 1970S. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 5 Juni. Tweede Blad. Anno 1924. EERSTE KAMER. TWEEDE KAMER. Stukgeloopen Voeten GEMENGD NIEUWS. Gelijkenis van den Witten Olifant. En zij iei; t (Zitting van gisteren.) Begrootins Bnitonlandschc Zaken. Besloten wordt volgende week niet te ver teren. MINISTER VAN KARNEBEEK beant- oordt eenige kleine opmerkingen van den ier De Jonge. Ten aanzien van de door den ter Anema behandelde geschillen-politiek dkt de Minister vop, dat de Volkenbond (phchte arbitrage heeft geschapen en dat g ter wille van zijn prestige niet gewenscht met stalen, die deze arbitrage niet aan- iirdcn, separate verdragen te sluiten. Spr. ziet in speciale garantieverdragen een igroepeering der militaire machten en gt, dat de heer Van Kol te veel van den ilicnbond wil maken een instrument van smanitaire bedoelingen en niet het cen- ile politieke lichaam. Spr. verdedigt ten otte de gewapende verdediging der neu- *liUet. Hierna zou de heer VERKOUTEREN hel oord vneren. Hij had echter aan den voor- Itter schriftelijk medegedeeld, dat hij niet vergadering kon blijven. Intusschen trok terug de beschuldiging, in de vorige srgadering geuit tegen „Het Volk", dat dit ld het geheim van het comité-generaal een gemeenteraad had geschonden. De heer VAN KOL repliceert en erkent tl den minister, dat uitbreiding van den vloed van den Volkenbond zeer gelelde- ii moet geschieden. Hij houdt echter vol, tl Nederland te weinig heeft gedaan om t! overwicht van den conseil tegen l« tan. Spr. pleit intU3schen voor de toene- ande souvereinileit van den Volkenbond, ■urvoor wij een deel van onze nationale nokt moeten opgeven Spr. bestrijdt in ver tild hiermede de anti-democratische ge- Kiens van mr. Verkouteren. Niet het ml- tiriime maar de internationale sociaal- mocratie, voorspelt spr., zal de overwint ing behalen in d» internationale politiek. De heer VAN EMBDEN is het niet eens iit de Interpretatie, welke de minister ge- sjaven heeft van arlt. 58 der Grondwet ik de bewering des ministers, dal alweer va neutraliteilsichennis geen partijstelling «hoeft ten gevolge le hebben, beaamt sp,. list. Spr. handhaaft zijn opvatting, dat de Binister een onjuiste stelling poneert, dat i) voor eerbiediging van onze neutraliteit beschikking moeten hebben over midde- ii tot handhaving; de minister doelt hier op machtsmiddelen Spr. i3 daarvan hier zeer alkeerig, wil alleen welen van whtsmiddelen, van traclalen, welke vol- ttreohtelijk ons grondgebied onschend- lir verklaren Tegen het pessimisme van regeering stelt spr. zijn pacifisme. Minister VAN KARNEBEEK beantwoordt i'. laatste punt het eerst. Spr. heeft alleen Een batoogen, dat wij tegenover derden irfcbt zijn de onschendbaarheid van ons EtSr te verdedigen. Men mag dat he-i en, maar maat de noodzakelijkheid -«•'an erkennen. Spr. protesteert tegen de Mistellen alsof onze regeering opzettelijk iar het militarisme zou drijven, strijden ra tegen het internationaal vertrouwen, el neutraliteilslraclaat van 1907 gaat juist van de hier door spr. verdedigde opvat- In?. De beraadslagingen worden gesloten en el hoofdstuk wordt z. h. s. goedgekeurd. Aangenomen wordt de wijziging van het 'redesverdrag van Versailles. Goedgekeurd worden wijders de wijziging er wet op de Rijksverzekeringsbank en de Wenwet, voorziening Indisch kastekort edurende 1924, wijziging begroolingen Su- tname en Curacao 1922. Znlderzeefond*. Am de orde is de begrooting van het •aiderzeefonds voor 192-i. De heer ARNTZ (R.-K.) heeft bezwaar Uea de groole uitgaven voor de droogleg- ing van de Zuiderzee. Indien de finan- irele toestand des lands niet verbetert, dan oo het aanbeveling verdienen deze wer- M niet op den tegen-'oordigen voet voort zetten. De Minister van Walerslaat, de heer VAN WAAY, deelt mede, dat met medewerking f» de Nederlandsche Bank de financieele fyie van het vraagstuk than a is geregeld wis is in bewerking het rapport der com- - rsie-Lovink, waaruit zal blijken, dat met o? drooglegging een landbouwbelang van de eerste orde is gemoeid. In elk geval zal men het volgende jaar voor de beslissing komen le staan wat men iiu eigenlijk wil. Daarover than3 te spreken war? voorbarig. Bij de volgende begrooting zal hiertoe ge legenheid te over bestaan. De beraadslaging wordt gesloten en tiet wetsontwerp aangenomen zonder hoofde lijke stemming. De vergadering wordt verdaagd tot Don derdagochtend elf uur. RECLAME. 2665 (Zitting van gisteren)., MOTOR- EN RIJWDBLWET. De VOORZITTER stelt voor de eind stemming over de Motor- en Rijwielwet te houden op Vrijdag 8 Juni a.s. Conform besloten. LAGER ONDERWIJS. Voortgegaan wordt met de behandeling van het wetsontwerp tot wijziging der Leer plichtwet en dor Lager Onderwijswet- De heer VAN ZADELHOFF (S.-D.) con stateert dat uit de rede van den heer Ker sten duidelijk blijkt dat de Minister op den verkeerden weg is. Het waren klanken uit den verleden tijd die de heer Kersten deed hooien. Hij speculeerde op de ach terlijkheid van de ouders die het belang van goed onderwijs van hun kinderen niet inzien In plaats van een zevende leerjaar te volgen, moeten de kinderen in den land bouw gaan meehelpen. Den ontaarden in vloed van dien jeugdarbeid ziet ds. Ker sten dus niet in. Spr. wijst bijv. op den omgang van oudere werklieden die voor de kinderen zeer slecht kan zijn. «Wat de assistenten betreft, is liij het niet eens mot den heer v. d. Molen. Hij acht dit instituut verderfelijk en noodlottig voor de school. De noodzakelijkheid ei van ziet hij niet in en het behoort niet in het stehel. Het voorstellen er van bewijst alleen dat de Minister in ziet hoe hij de school in ge vaar heeft gebracht en nu redding zoekt in vrijwillige hulp. Na langen strijd waren alle onbevoegden uit de school verwijderd en de Minister brengt ze er nu weer in. Het onderwijs staat en valt met het peil der onderwijzers, aldus in heriiaaldelijk betoogd, maar nu geldt die regel niet meer De gangmaker voor dit stelsel is de heer van Wijnbergen, die altijd voor zijn denk beelden prompte bediening krijgt. Toen de beer van Wijnbergen dit denk beeld in de Kamer verdedigde, is niemand er op ingegaan omdat het al te dwaas was. De Minister vond het echter prachtig en nam het over. Het is een gevaar voor de school, betoogt spr., dat onbevoegde en onbekwame krach ten worden toegelaten. Oude dames en oude heeren die niets te doeu hebben zullen een handje in de school helpen. Daar komt niets van terecht en het wordt een geknoei in het nadeel der school. Ten slotte sluit hij zich met de bestrij ding van de verhooging van het aantal leer lingen per klasse aan bij den vorigen spre ker. Spr. heeft onoverkomelijke bezwareu tegen het voorstel van den Minister. De heer VAN WIJNBERGEN (R.-K betoogt dat de Minister bij zijn bezuinigin gen de vitale belangen van het onderwijs heeft ontzien. Spr. heeft op bezuinigingen als deze steeds aangedrongen. Het aantal onderwijzers is te groot en de Minister kiest den goeden weg door niet op wacht geld te stellen 'maar te rekenen op het nor male verloop. Per jaar vloeit '4 pet. af en dus is in zes jaar tijd op vermindering van 25 pet. te rekenen. De wijziging van art. 28 dor L.Ü.-wet zul waken tegen onnoodige verspilling. De salarisvermindering wenscht spr. op cenigszins andere wijze o a. door verschil van salaris voor gehuwden en ongehuwden. Of het getal 43 voor leerlingen per klasse te hoog is, meent spr. niet te kunnen zeg gen maar voor de gestichte scholen acht hij het te hoog omdat die klassen toch reeds uitóénloopende kinderen plaats hebben. Voor do kleine sohoien wordt het voorstel moeilijk, maar juist daarvoor helpt het in stituut der assistenten. Spr. vraagt don termijn, waarvoor de wet zal duren, te schrappen. Spr. acht het niet denkbaar dat in 1930 alles kan worden hersteld. Blijfit de ter mijn dan begint reeds in 1928 de actie tot herstel en dat is voor de rust van hot on derwijs niet gewenscht. Spr. aanvaardt de harde noodzakelijk heid der bezuiniging en meent, dat dé Mi nister gospaard heeft wat gespaard moest worden, maar niet teruggedoinsd i3 voor den werkelijken toestand. Laten allen be rusten in den toestand en medewerken om met vereende krachten het onderwijs zoo goed mogelijk te maken met de bcsohik- baro gelden. De heer VAN RA VESTE YN (O. Fr.)-be toogt dat de pacificatie de bron is van alle kwaad. Ook nu weer blijkt dit; zelfs al leidt deze tot absurde consequenties dan aanvaardt men die. Men heeft aan cie willekeur van enkelen overgelaten om school tjes te bouwen en dat heeft geleid tot enorme geldverspilling. Nu zit men in de moeilijkheden en algemeen werkt men sa men bourgeois en sociaal-democraat om de verslechtering door te voeren. Het gevolg vün deze wet zal zijn, dat de kleine oponbare scholen nog meer in de verdruk king zullen komen. Het grondwetsartikel wordt niet meer nageleefd en het zal zóó ver komen, dat er geen openbaar onder wijs meer zal zijn. Soms ging het een stap je vooruit en werd o.a. het zevende leer jaar ingevoerd. Nu gaat dit weer weg <tn zijn wij weer jaren achterop. De beer TILANÜS (C.-H.) betreurt het, dat het volk tot verzet en onriiet ig opgo- gezet tegen de daden dezer regeering ten aanzien van het onderwijs. Het heet herhaaldelijk dat men liet ou derwijs wil vermooaxlea door het in zijn vitale belangen aan te tasten. Spr. oiteert b.v. een manifest van den Bond van Ned. Onderwijzers. Daartegenover blijkt uit de redo van don heer Gerhard, dat hij de noodzakelijkheid en de pijnlijke werkelijk heid waarin de regeering verkeert, wordt niet voldoende gewaagd, vooral niet tegen over het volk. Spr. begrijpt de houding van den heer Tan der Mólen p.a. ten aan zien van de kleine scholen. Wie zijn gevoel laat werken, erkent de juistheid van diens rede maar er zijn groote financieele con sequenties aan die kléine scholen verbon den. Verlaging van de belastingdruk is primair en wij moeten allerwege tot verso bering komen. De Minister is wel de eerste die dit betreurt. Bezuinigen is een moeilijke zaak en reeds sedert 1918 is op bezuinigingen aan gedrongen, o.a. door den heer De Geer. Iedere bezuiniging treft altijd iets goeds en het is dus de vraag wat het minst scha de doet. De Minister had met ieder voor stel verzet gevonden. Hij had noodmaatre gelen te treffen en naar spr.'s oordeel deed hij de minst sleohte keus. Spr. kan de groote bezwaren tegen het instituut der assistenten niet inzien. Juist voor de kleine sohoien, die door het 43-leerlingental in moeilijkheden komen, is het een hulpmid del, dat uitkomst kan brengen. Er zullen wel jonge mannen en vrouwen zijn, die uit roeping hulp willen verleenen. Het u.l.o. in de kleine gemeenten zal wel in bet gedrang komen en spr. vraagt den Minister aan dit onderwijs zijn bijzondorc aandaoht te willen geven; o.a. door een betere salarisregeling. Ten aanzien van een tweede pacificatie commissie zegt spr., dat hij vooralsnog 3ete niet gewenscht acht, omdat de pacificatie nog nooit geheel in werking is getreden ten gevolge van de slechte tijdsomstandig heden De heer BULTEN (R.-K.) vindt, dat op het onderwijs wel bèzuinigd mag worden, maar dat het snoeimes met veel voorzich tigheid moet worden gehanteerd. Hij ver heugt zich over de wijzigingen, die in dit ontwerp zijn aangebracht. Alleen vraagt hij nadere inlichtingen over de assistenten, met wie de Minister een allesbehalve geluk kige paedagogisohe figuur in de se -»od haalt. Spr. is hierop niet gerust en wenscht graag, dat de Minister nauwkeurig aan geeft waarin de hulp van deze assistenten cal bestaan. De heer RUTGERS (A.-R.) heeft eenige bezwaren. Zajl het ontwerp de bezuinigin gen brengen, die men zich er van voo.sioitf Zijn de becijferingen wel betrouwbaar, o.a. met bet instand blijven van het 7e leer jaar! De houding tegenover het 7e leerjaar i3 eenigszins tweeslachtig, meent hij, en juist daardoor ontstaat gevaar voor het re sultaat van de bezuinigingen. Spr. wil dus liever geen 7e leerjaar als de leerplicht daarvoor niet meer bestaat. In de groote gemeenten zal het wel bij zes klassen blij ven. Spr. vraagt den Minister nadere in- liohfcingen o'ter de werking van don leer plicht in verband met de faerultatiefstel- ling van hot 7e leerjaar. Spr. vraagt voorts inlichtingen over do overgangsbepalingen, waarvan bij vreest, dat zij veel van de bezuinigingen zullen op heffen, omdat zij te langzaam werken zullen. De vermindering vah het aantal onder wijzers zal moeilijkheden met zioh bren gen met het oc*g op de splitsing. Spr. wil niet tegen splitsing ingaan al zou hij ge neigd zijn de kosten van de kloine scholen te verminderen, Wat de assistenten betreft, 6pr. heeft geen bezwaar daartegen, omdat ieder vrij blijft ze in dienst te nemen of niet. De MINISTER is aan het woord. De vergadering wordt verdaagd tot he den één uur. RECLAME. verzacht en geneest men met Puiol. 2667 Op Hemelvaartsdag beeft de politie aan de badplaats Kijkduin, on der Loosduinen, bijna 150 processen-ver baal moeten opmaken wegens beschadiging van de duinbeplanting. Delfland heeit hot vorige jaar daar f 32.000 moeten bestedon tot herstel wat aam de helm- en riotbe- planting was vernield. De politie had nu eerst eenige Zondagen alleen maar gewaar schuwd. Nellie Koremans, een dot .vrouwen, die verdacht wordt de berooving aan de Ceintuuibaan, te Amsterdam, al waar een Diutevhe bankdirecteur f 10.500 ontstolen werd, gepleegd te hebben en dio zich thans in het Huis van Bewaring be vindt, een bekentenis a%elegd. In verband hiermede heeft do politie op verzoek van 'den reohteroommissaris een andere vrouw, in Den Haag woonachtig, gearresteerd. Het geld echter is nog niet gevonden. Het wil met den autobus dienst van Utredht naar Amsterdam, in het loven geroepen door eenige Utroohtsche forensen, niet goed vlotten. Den eersten dag vertrokken 25 reizigers; den tweeden was dit aantal reeds geslonken tot 3 en gig teren is de bua in het geheel niet van Utrecht vertrokken, doordat de motor niet In orde was. In Maas en Waal doen zioh den laailsten tijd veel sterfgevallen onder de kippen voor. Bij den landbouwer A. S., te Leeuwen, aijn binnen de veertien dagen 100 kippen gestorven. Op de gehouden kersen v e r- koopingen te Geldermalsen werden buiten gewoon hocuge prijzen besteed. Naar schat ting betaalde men 26 a 30 ot. per kilogram op den boom. Over het geheel is het ge was goed. De marechaussee uit Ulft heeft in de heide onder Zeddam een indi vidu aangehouden, die zich, onder den naam dr. Koolemans Beynen, schuldig maakte aan het onbevoegd uitoefenen der RECLAME. R 6 g i n a Re Madem. Badet zegt ïlecal- zeep te gebruiken geeft tegelijk ploizler en voldoening, want er bestaat geen an dere zeep die beter ls voor de huid". Door de zeer zorgvuldige wijze waarop Becal- zeep wordt bereid komt een product tot stand waarvan de hygiënische eigen schappen aan de J i u ld gezondheid en na tuurlijke schoonheid schenken. 2669 geneeskunde. Bij onderzoek bleek do aan gehoudene zich aan verduistering van eoni- ge aanzienlijke bedragen onder Zelhem en Bergh te hebben schuldig gemaakt. Hij is naar Arnhem overgebracht. Het Neder 1. dubbelschroeta passagier- ca vraohtatoomsohip „Blocmten- toin", toebehoorende aan de Holland Ziuid-Afrika-Lijn, is door bemiddeling van den Rotterdamsoben makelaar Jao. Pier rot naar Engelsch-Indiö verkocht. In verband met den financi eclen nood der gemeente Oude-Pekela, hebben de gemeente-ambtenaren tot bedon hun salaris over Mei nog niet ontvangen. De tusschenkomst van den Rijksbemiddelaar, ir. L. A. Fruytior, in het conflict aan de fabriek ,,De Sphinx", te Maastricht, heelt bet gewensohte rcsul- t^Lat gehad. Gisteren heeft een doel van do stakers het werk hervat cn 10 dezer zul len de overige stakers het voorbeeld vol gen op de voorwaarden waaromtrent de directie met 1de besturen va» de arbeiders organisaties overeenstemming heeft be reikt. W ij ontvingen van de Kon. Ua- oao-M>riek O. J. van Houten en Zoon een keurige, nieuw in den handel gebracht© doos bonbons, een z.g. „Tijdschriftdoos", welke moet dienen om nog meer belangstel ling dan reeds bestaat, op te wekken vodr hot door deze firma uitgegeven blad ,,Oni eigen Tijdsohrift". In iedere „Tijdsahriftdoos^ ligt een bon voor het eerstvolgend nummer van ,,Ons Eigen Tijdsohrift", waardoor het thans mogelijk wordt niet alleen door het drin ken van Van Houten's Oaoao, maar ook 'door het eten van Van Houten's Bonbons, zich in het bezit te stollen van een volle- digen jaargang. Een bril voor sloohthoorep- den. De heer O. H. Rabenberg uit Wilp (gemeente Voorst) beeft een bril uitgevon den, waardoor de sleohthoorende «rioh kffn beveiligen en op de straat reeds op groe ten afstand kan waarnemen wet er achter hom nadert. Dat is mogelijk geworden dool* hetzij een bril met glazen van gewoon glas of een bril met geslepen glazen aan den linkerkant van het linkerglas spiege lend te maken, terwijl de brilleglazen een etirik breeder zijn dan de nu gebruikelijke: de sleohthoorende ziet dan daarmee eeni ge honderden meters achter ridh. Bedelaar: „Mijn boste m heertje, geef me tooh wat. Ik beo al maan den zonder werk." Heer: „Zoo, wat ben je dan!'-' „Sneeuwschepper." „Ik kan je niet gebruiken. Nu, in het hartje van den zomer, hebben we geen sneeuwscheppers noodig. „Nou, je kan noeftt weten I In vrodestqd hebben we tooh ook wel con minister van oorlog." BUITENLANDSCH GEMENGD. De handlanger vaD den Munohener post- conduoteur, die de vlucht had genomen met door den conducteur verduisterdo 700.000 mark, is in Italië aangehouden. Uit Oharkof wordt gemold, dat door een ontploffing in een der mijnen van het Donbekkcn 8 mijnwerkers gedood ea 39 ernstig gewond werden. De ooizaak van de ontploffing wordt gezocht in het uit zuinigheidsoverwegingen achterwege laten van bepaalde voorzorgsmaatregelen. (Nadruk verboden). 'c vrouwen der stad, waarin ik woon, tochtten geld bijesn te krijgen voor de op- jJCdting van een kinderziekenhuis en lrwa- eD op de gedachte om een wcldadigheids- 'C'koop of oen ,,witte-olifant"-verkoop jcoalsmcn dat bij ons in de U. S. A. pleegt noemen jp touw te zetten. De betee- Jma van het woord houdt dit in, dat elke '-U8VT0UW liet sen of ander van de huishou- öo, dat zij dolgraag kwijt wil zijn, een °hfant" noemt en voor den verkoop hJ°C? jk in de stad wat ging rondwande- t /!wam 'k den bazaar te nabij, om er binnen te gaan. Daar was van alles: damc-shoeden, manden, onde klee- kandelaars, potten, schilderijen cn alle kin-lürspeelgoed. Een jongedame JU op mij ;oe cn woog mjj„Wilt u niet j fa° oopen V' D haar kraam stonden aarden potten en Hii V^i^ezs raaa öens »oe(L die krijgt W- i ,a^ n,,^t beaeden de veertien dol- U tóch^"10^ ze Tnaar dollar. Koop één dollar uit mijn beurs en kl«;3rj Jje de vaas in een oude, met ge- droe?e eeldingen bedrukte krant en ik aankoop naar huis. Mijn vrouw Keturah kwam mij in de deur te gemoet en zeide tot mij „Van waar komt gij, mijn Heer, en wat brengt ge wel mede En ik antwoordde „Ik kom regelrecht van den „witten- olifanf'-verkoop en ik heb hier voor jou een aardig geschenk". Ik plaatste de vaas op de tafel en ontdeed haar van haar omhulsel. Keturah bekeek de vaes en haar gezichtje werd wat lang. Op eens echter lachte zij en zeidé: „Safed, herinnert ge u nog de familie Hopkins, die naast ons woonde, toen we pas getrouwd waren?" En ik zeide: „Ja, jammer genoeg herin ner ik mij die". Toen zeide zij „Herinnert ge u nog de velerlei nare din gen, die zij ons aangedaan hebben En ik bracht Keturah mee in herinnering hoe de familie Hopkins van ons de gras- maaimachine leende en er niet anders mee had weten te doen dan die te ruïneerea; en ik vertelde haar nog hoe moeders zoon tje den bal bij ons door het venster wierp en wat de tcerhandige moeder antwoord de, toen ik den bengel over de knie had ge legd; ik sprak van de kippen der familie Hopkins en van de velé andere nootjes, die wij met de familie Hopkins hadden ge kraakt. En Keturah sprak: „Ja, van alles hebben zij ons aangedaan maar het eerste, wat zij ons aandeden, was het geschenk, waarmee zij ons felici teerden, tnen wii getrouwd waren. Heriö- nert gij u nog, Safed, mijn gemaal, wat dat was V' Het hart zonk mij diep in de schoenen en ik prevelde: „Ik geloofhm... -...'t waseen vaas; maar die zag er toch heel anders uit dan.„Ti. dan deze?" En Keturah lachte opnieuwlachte tot haar de tranen in de oogen kwamen, en zij zeide: „Safed, mijn gemaalgij zijfc een wijs manmaar geen man is wijs genoeg om een „witte-olifant"-verkoop te bezoeken hetzij dan alléén, als zijn vrouw met hem medegast! Twintig jaren lang stond deze vreeselijke vaas in een hoek van ons dak kamertje en ik kon nooit een gelegenheid vinden van haar af te komen, totdat ik gis teren, eindelijk, haar schonk aan den „witte-olifant"-bazaar. En zie, nu hebt gij ze mij van daar weer naar ons huis terug gebracht". En zij lachte opnieuw. Maar menige an dere vrouw zou tegen mij zijn uitgevaren. Eenige dagen gingeft er voorbij, waarin ik bang was, dat Keturah er opnieuw over zou spreken, en hoopte, dat zij het maar niet zou doen. En hoewel ik over het alge racen Keturah's lachen gaarne hoor, kwam mij haar lachen over mijn „witte-olifant"'- inkoop een beetje al te uitgelaten voor en ik had er meer dan genoeg van. Maar Kc turah sprak er niet meer over en gaf er be wijs van een verstandige vrouw te zijn, die. als zij eenmaal gelachen heeft, het lachen niet tot in het overdrevene herhaalt. Ik keek echter ons huis een3 rondi om te zien, waar zij de vaas mocht hebben neer gezet. Want noch in de provisie-kamer, noch in de woonkamer, evenmin in het dak kamertje, of in het aschvat, vond ik haar terug. En voor het Leger des HeiU voelde Keturah een te groote sympathie dan dat zij dit zóó een geschenk zou hebben toebe dacht. Allengs brak de dag aan, dat de appel bloesems opensprongen en de boomen in witte heerlijkheid prijkten. Keturah bond vele bloesems tot een grooten bouquet, dien zij zette midden op de eetkamertafel, en die als een berg was van geurende schoonheid. En de appelbloesems reikten aan alle zijden omlaag, totdat zij het tafelkleed beroerden. Ik prees Keturah, want zij had allc9 won dermooi gemaakt. En Keturah hoorde zich gaarne door mij geprezen. Den derden dag zeide zij tot mij „Kijk, de bloesemblaadjes zijn uitgeval len en de bouquet is niet mooi meer. Wilt ge hem niet naar buiten brengen en weg werpen En ik deed wat zij mij had gevraagd. En toen ik de stelen had weggeworpen, bekeek ik de vaas in mijn hand, cn zie. het was de ,,witte-oiifant"-vaas!" En ik was reeds van plan haar in de zee te werpen, toen Keturah mij cr van terug hield. Zij zeide tot mij „Al moge de vaas ook niet bekoorlijk zijn, houdt zij toch water in, ja, zelfs bloe menEn ik kan deze zóó schikken, Jat de vaas volkomen door (leze wordt b^ en alléén de schoonheid der bloemen z.icht- baar wordt". En ik zeide: „O, Keturah, je bent een wonder! Maar waarom niet de vaas wegwerpen en een mooie koopen Zij zeide: „Mijn Heerik ben besloten haar te behouden, opdat zij ons tot eert gelijkenis diene. Want een ieder racnseh heeft zija „witte olifant" en het leven brengt alle mannen cn vrouwen dingen aan, die zij gaarne kwijt zouden willen zijn, maar dio uit hun leven uit te werpen de Voorzienig heid Gods niet toestaat. En als zij begrij pen, dat het aldus is, dan bestaat er, ala zij dien zoeken, een weg, waardoor zij het beste kunnen deelachtig worden. En aldus ben ik besloten het met mijn „witte olifant" te doen". Lang moest ik nadenken; toen zeide ik tot Keturali „Keturah". En zij glimlachte cn zeide „Spreek, mijn gemaal!" En ik vroeg haar: „Bon ook ik één van uw „witte olifan ten En zij glimlachte nog meer, toen zij ant woordde „Of gij er nu een zijt of nietu var- koopen laat ik niet tooi"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5