lo. 1970S.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 5 Juni.
Tweede Blad. Anno 1924.
EERSTE KAMER.
TWEEDE KAMER.
Stukgeloopen Voeten
GEMENGD NIEUWS.
Gelijkenis van den Witten Olifant.
En zij iei;
t
(Zitting van gisteren.)
Begrootins Bnitonlandschc Zaken.
Besloten wordt volgende week niet te ver
teren.
MINISTER VAN KARNEBEEK beant-
oordt eenige kleine opmerkingen van den
ier De Jonge. Ten aanzien van de door den
ter Anema behandelde geschillen-politiek
dkt de Minister vop, dat de Volkenbond
(phchte arbitrage heeft geschapen en dat
g ter wille van zijn prestige niet gewenscht
met stalen, die deze arbitrage niet aan-
iirdcn, separate verdragen te sluiten.
Spr. ziet in speciale garantieverdragen een
igroepeering der militaire machten en
gt, dat de heer Van Kol te veel van den
ilicnbond wil maken een instrument van
smanitaire bedoelingen en niet het cen-
ile politieke lichaam. Spr. verdedigt ten
otte de gewapende verdediging der neu-
*liUet.
Hierna zou de heer VERKOUTEREN hel
oord vneren. Hij had echter aan den voor-
Itter schriftelijk medegedeeld, dat hij niet
vergadering kon blijven. Intusschen trok
terug de beschuldiging, in de vorige
srgadering geuit tegen „Het Volk", dat dit
ld het geheim van het comité-generaal
een gemeenteraad had geschonden.
De heer VAN KOL repliceert en erkent
tl den minister, dat uitbreiding van den
vloed van den Volkenbond zeer gelelde-
ii moet geschieden. Hij houdt echter vol,
tl Nederland te weinig heeft gedaan om
t! overwicht van den conseil tegen l«
tan. Spr. pleit intU3schen voor de toene-
ande souvereinileit van den Volkenbond,
■urvoor wij een deel van onze nationale
nokt moeten opgeven Spr. bestrijdt in ver
tild hiermede de anti-democratische ge-
Kiens van mr. Verkouteren. Niet het ml-
tiriime maar de internationale sociaal-
mocratie, voorspelt spr., zal de overwint
ing behalen in d» internationale politiek.
De heer VAN EMBDEN is het niet eens
iit de Interpretatie, welke de minister ge-
sjaven heeft van arlt. 58 der Grondwet
ik de bewering des ministers, dal alweer
va neutraliteilsichennis geen partijstelling
«hoeft ten gevolge le hebben, beaamt sp,.
list. Spr. handhaaft zijn opvatting, dat de
Binister een onjuiste stelling poneert, dat
i) voor eerbiediging van onze neutraliteit
beschikking moeten hebben over midde-
ii tot handhaving; de minister doelt hier
op machtsmiddelen Spr. i3 daarvan
hier zeer alkeerig, wil alleen welen van
whtsmiddelen, van traclalen, welke vol-
ttreohtelijk ons grondgebied onschend-
lir verklaren Tegen het pessimisme van
regeering stelt spr. zijn pacifisme.
Minister VAN KARNEBEEK beantwoordt
i'. laatste punt het eerst. Spr. heeft alleen
Een batoogen, dat wij tegenover derden
irfcbt zijn de onschendbaarheid van ons
EtSr te verdedigen. Men mag dat he-i
en, maar maat de noodzakelijkheid
-«•'an erkennen. Spr. protesteert tegen de
Mistellen alsof onze regeering opzettelijk
iar het militarisme zou drijven, strijden
ra tegen het internationaal vertrouwen,
el neutraliteilslraclaat van 1907 gaat juist
van de hier door spr. verdedigde opvat-
In?.
De beraadslagingen worden gesloten en
el hoofdstuk wordt z. h. s. goedgekeurd.
Aangenomen wordt de wijziging van het
'redesverdrag van Versailles.
Goedgekeurd worden wijders de wijziging
er wet op de Rijksverzekeringsbank en de
Wenwet, voorziening Indisch kastekort
edurende 1924, wijziging begroolingen Su-
tname en Curacao 1922.
Znlderzeefond*.
Am de orde is de begrooting van het
•aiderzeefonds voor 192-i.
De heer ARNTZ (R.-K.) heeft bezwaar
Uea de groole uitgaven voor de droogleg-
ing van de Zuiderzee. Indien de finan-
irele toestand des lands niet verbetert, dan
oo het aanbeveling verdienen deze wer-
M niet op den tegen-'oordigen voet voort
zetten.
De Minister van Walerslaat, de heer VAN
WAAY, deelt mede, dat met medewerking
f» de Nederlandsche Bank de financieele
fyie van het vraagstuk than a is geregeld
wis is in bewerking het rapport der com-
- rsie-Lovink, waaruit zal blijken, dat met
o? drooglegging een landbouwbelang van
de eerste orde is gemoeid. In elk geval zal
men het volgende jaar voor de beslissing
komen le staan wat men iiu eigenlijk wil.
Daarover than3 te spreken war? voorbarig.
Bij de volgende begrooting zal hiertoe ge
legenheid te over bestaan.
De beraadslaging wordt gesloten en tiet
wetsontwerp aangenomen zonder hoofde
lijke stemming.
De vergadering wordt verdaagd tot Don
derdagochtend elf uur.
RECLAME.
2665
(Zitting van gisteren).,
MOTOR- EN RIJWDBLWET.
De VOORZITTER stelt voor de eind
stemming over de Motor- en Rijwielwet te
houden op Vrijdag 8 Juni a.s.
Conform besloten.
LAGER ONDERWIJS.
Voortgegaan wordt met de behandeling
van het wetsontwerp tot wijziging der Leer
plichtwet en dor Lager Onderwijswet-
De heer VAN ZADELHOFF (S.-D.) con
stateert dat uit de rede van den heer Ker
sten duidelijk blijkt dat de Minister op den
verkeerden weg is. Het waren klanken uit
den verleden tijd die de heer Kersten
deed hooien. Hij speculeerde op de ach
terlijkheid van de ouders die het belang
van goed onderwijs van hun kinderen niet
inzien In plaats van een zevende leerjaar
te volgen, moeten de kinderen in den land
bouw gaan meehelpen. Den ontaarden in
vloed van dien jeugdarbeid ziet ds. Ker
sten dus niet in. Spr. wijst bijv. op den
omgang van oudere werklieden die voor
de kinderen zeer slecht kan zijn.
«Wat de assistenten betreft, is liij het niet
eens mot den heer v. d. Molen. Hij acht
dit instituut verderfelijk en noodlottig voor
de school. De noodzakelijkheid ei van ziet
hij niet in en het behoort niet in het stehel.
Het voorstellen er van bewijst alleen dat
de Minister in ziet hoe hij de school in ge
vaar heeft gebracht en nu redding zoekt
in vrijwillige hulp.
Na langen strijd waren alle onbevoegden
uit de school verwijderd en de Minister
brengt ze er nu weer in. Het onderwijs
staat en valt met het peil der onderwijzers,
aldus in heriiaaldelijk betoogd, maar nu
geldt die regel niet meer
De gangmaker voor dit stelsel is de heer
van Wijnbergen, die altijd voor zijn denk
beelden prompte bediening krijgt.
Toen de beer van Wijnbergen dit denk
beeld in de Kamer verdedigde, is niemand
er op ingegaan omdat het al te dwaas was.
De Minister vond het echter prachtig en
nam het over.
Het is een gevaar voor de school, betoogt
spr., dat onbevoegde en onbekwame krach
ten worden toegelaten.
Oude dames en oude heeren die niets te
doeu hebben zullen een handje in de school
helpen.
Daar komt niets van terecht en het wordt
een geknoei in het nadeel der school.
Ten slotte sluit hij zich met de bestrij
ding van de verhooging van het aantal leer
lingen per klasse aan bij den vorigen spre
ker. Spr. heeft onoverkomelijke bezwareu
tegen het voorstel van den Minister.
De heer VAN WIJNBERGEN (R.-K
betoogt dat de Minister bij zijn bezuinigin
gen de vitale belangen van het onderwijs
heeft ontzien. Spr. heeft op bezuinigingen
als deze steeds aangedrongen. Het aantal
onderwijzers is te groot en de Minister
kiest den goeden weg door niet op wacht
geld te stellen 'maar te rekenen op het nor
male verloop. Per jaar vloeit '4 pet. af en
dus is in zes jaar tijd op vermindering van
25 pet. te rekenen.
De wijziging van art. 28 dor L.Ü.-wet zul
waken tegen onnoodige verspilling.
De salarisvermindering wenscht spr. op
cenigszins andere wijze o a. door verschil
van salaris voor gehuwden en ongehuwden.
Of het getal 43 voor leerlingen per klasse
te hoog is, meent spr. niet te kunnen zeg
gen maar voor de gestichte scholen acht hij
het te hoog omdat die klassen toch reeds
uitóénloopende kinderen plaats hebben.
Voor do kleine sohoien wordt het voorstel
moeilijk, maar juist daarvoor helpt het in
stituut der assistenten.
Spr. vraagt don termijn, waarvoor de
wet zal duren, te schrappen.
Spr. acht het niet denkbaar dat in 1930
alles kan worden hersteld. Blijfit de ter
mijn dan begint reeds in 1928 de actie tot
herstel en dat is voor de rust van hot on
derwijs niet gewenscht.
Spr. aanvaardt de harde noodzakelijk
heid der bezuiniging en meent, dat dé Mi
nister gospaard heeft wat gespaard moest
worden, maar niet teruggedoinsd i3 voor
den werkelijken toestand. Laten allen be
rusten in den toestand en medewerken om
met vereende krachten het onderwijs zoo
goed mogelijk te maken met de bcsohik-
baro gelden.
De heer VAN RA VESTE YN (O. Fr.)-be
toogt dat de pacificatie de bron is van
alle kwaad. Ook nu weer blijkt dit; zelfs
al leidt deze tot absurde consequenties
dan aanvaardt men die. Men heeft aan cie
willekeur van enkelen overgelaten om school
tjes te bouwen en dat heeft geleid tot
enorme geldverspilling. Nu zit men in de
moeilijkheden en algemeen werkt men sa
men bourgeois en sociaal-democraat
om de verslechtering door te voeren. Het
gevolg vün deze wet zal zijn, dat de kleine
oponbare scholen nog meer in de verdruk
king zullen komen. Het grondwetsartikel
wordt niet meer nageleefd en het zal zóó
ver komen, dat er geen openbaar onder
wijs meer zal zijn. Soms ging het een stap
je vooruit en werd o.a. het zevende leer
jaar ingevoerd. Nu gaat dit weer weg <tn
zijn wij weer jaren achterop.
De beer TILANÜS (C.-H.) betreurt het,
dat het volk tot verzet en onriiet ig opgo-
gezet tegen de daden dezer regeering ten
aanzien van het onderwijs.
Het heet herhaaldelijk dat men liet ou
derwijs wil vermooaxlea door het in zijn
vitale belangen aan te tasten. Spr. oiteert
b.v. een manifest van den Bond van Ned.
Onderwijzers. Daartegenover blijkt uit de
redo van don heer Gerhard, dat hij de
noodzakelijkheid en de pijnlijke werkelijk
heid waarin de regeering verkeert, wordt
niet voldoende gewaagd, vooral niet tegen
over het volk. Spr. begrijpt de houding
van den heer Tan der Mólen p.a. ten aan
zien van de kleine scholen. Wie zijn gevoel
laat werken, erkent de juistheid van diens
rede maar er zijn groote financieele con
sequenties aan die kléine scholen verbon
den. Verlaging van de belastingdruk is
primair en wij moeten allerwege tot verso
bering komen. De Minister is wel de eerste
die dit betreurt.
Bezuinigen is een moeilijke zaak en
reeds sedert 1918 is op bezuinigingen aan
gedrongen, o.a. door den heer De Geer.
Iedere bezuiniging treft altijd iets goeds
en het is dus de vraag wat het minst scha
de doet. De Minister had met ieder voor
stel verzet gevonden. Hij had noodmaatre
gelen te treffen en naar spr.'s oordeel deed
hij de minst sleohte keus. Spr. kan de
groote bezwaren tegen het instituut der
assistenten niet inzien. Juist voor de kleine
sohoien, die door het 43-leerlingental in
moeilijkheden komen, is het een hulpmid
del, dat uitkomst kan brengen. Er zullen
wel jonge mannen en vrouwen zijn, die
uit roeping hulp willen verleenen.
Het u.l.o. in de kleine gemeenten zal wel
in bet gedrang komen en spr. vraagt den
Minister aan dit onderwijs zijn bijzondorc
aandaoht te willen geven; o.a. door een
betere salarisregeling.
Ten aanzien van een tweede pacificatie
commissie zegt spr., dat hij vooralsnog 3ete
niet gewenscht acht, omdat de pacificatie
nog nooit geheel in werking is getreden
ten gevolge van de slechte tijdsomstandig
heden
De heer BULTEN (R.-K.) vindt, dat op
het onderwijs wel bèzuinigd mag worden,
maar dat het snoeimes met veel voorzich
tigheid moet worden gehanteerd. Hij ver
heugt zich over de wijzigingen, die in dit
ontwerp zijn aangebracht. Alleen vraagt
hij nadere inlichtingen over de assistenten,
met wie de Minister een allesbehalve geluk
kige paedagogisohe figuur in de se -»od
haalt. Spr. is hierop niet gerust en wenscht
graag, dat de Minister nauwkeurig aan
geeft waarin de hulp van deze assistenten
cal bestaan.
De heer RUTGERS (A.-R.) heeft eenige
bezwaren. Zajl het ontwerp de bezuinigin
gen brengen, die men zich er van voo.sioitf
Zijn de becijferingen wel betrouwbaar, o.a.
met bet instand blijven van het 7e leer
jaar! De houding tegenover het 7e leerjaar
i3 eenigszins tweeslachtig, meent hij, en
juist daardoor ontstaat gevaar voor het re
sultaat van de bezuinigingen. Spr. wil dus
liever geen 7e leerjaar als de leerplicht
daarvoor niet meer bestaat. In de groote
gemeenten zal het wel bij zes klassen blij
ven. Spr. vraagt den Minister nadere in-
liohfcingen o'ter de werking van don leer
plicht in verband met de faerultatiefstel-
ling van hot 7e leerjaar.
Spr. vraagt voorts inlichtingen over do
overgangsbepalingen, waarvan bij vreest,
dat zij veel van de bezuinigingen zullen op
heffen, omdat zij te langzaam werken zullen.
De vermindering vah het aantal onder
wijzers zal moeilijkheden met zioh bren
gen met het oc*g op de splitsing. Spr. wil
niet tegen splitsing ingaan al zou hij ge
neigd zijn de kosten van de kloine scholen
te verminderen,
Wat de assistenten betreft, 6pr. heeft
geen bezwaar daartegen, omdat ieder vrij
blijft ze in dienst te nemen of niet.
De MINISTER is aan het woord.
De vergadering wordt verdaagd tot he
den één uur.
RECLAME.
verzacht en geneest men met Puiol.
2667
Op Hemelvaartsdag beeft
de politie aan de badplaats Kijkduin, on
der Loosduinen, bijna 150 processen-ver
baal moeten opmaken wegens beschadiging
van de duinbeplanting. Delfland heeit hot
vorige jaar daar f 32.000 moeten bestedon
tot herstel wat aam de helm- en riotbe-
planting was vernield. De politie had nu
eerst eenige Zondagen alleen maar gewaar
schuwd.
Nellie Koremans, een dot
.vrouwen, die verdacht wordt de berooving
aan de Ceintuuibaan, te Amsterdam, al
waar een Diutevhe bankdirecteur f 10.500
ontstolen werd, gepleegd te hebben en dio
zich thans in het Huis van Bewaring be
vindt, een bekentenis a%elegd. In verband
hiermede heeft do politie op verzoek van
'den reohteroommissaris een andere vrouw,
in Den Haag woonachtig, gearresteerd.
Het geld echter is nog niet gevonden.
Het wil met den autobus
dienst van Utredht naar Amsterdam, in
het loven geroepen door eenige Utroohtsche
forensen, niet goed vlotten. Den eersten
dag vertrokken 25 reizigers; den tweeden
was dit aantal reeds geslonken tot 3 en gig
teren is de bua in het geheel niet van
Utrecht vertrokken, doordat de motor niet
In orde was.
In Maas en Waal doen zioh
den laailsten tijd veel sterfgevallen onder
de kippen voor. Bij den landbouwer A. S.,
te Leeuwen, aijn binnen de veertien dagen
100 kippen gestorven.
Op de gehouden kersen v e r-
koopingen te Geldermalsen werden buiten
gewoon hocuge prijzen besteed. Naar schat
ting betaalde men 26 a 30 ot. per kilogram
op den boom. Over het geheel is het ge
was goed.
De marechaussee uit Ulft
heeft in de heide onder Zeddam een indi
vidu aangehouden, die zich, onder den
naam dr. Koolemans Beynen, schuldig
maakte aan het onbevoegd uitoefenen der
RECLAME.
R 6 g i n a
Re
Madem.
Badet zegt ïlecal-
zeep te gebruiken
geeft tegelijk ploizler
en voldoening, want
er bestaat geen an
dere zeep die beter ls
voor de huid". Door
de zeer zorgvuldige
wijze waarop Becal-
zeep wordt bereid
komt een product tot
stand waarvan de
hygiënische eigen
schappen aan de J i u ld
gezondheid en na
tuurlijke schoonheid
schenken.
2669
geneeskunde. Bij onderzoek bleek do aan
gehoudene zich aan verduistering van eoni-
ge aanzienlijke bedragen onder Zelhem en
Bergh te hebben schuldig gemaakt. Hij is
naar Arnhem overgebracht.
Het Neder 1. dubbelschroeta
passagier- ca vraohtatoomsohip „Blocmten-
toin", toebehoorende aan de Holland
Ziuid-Afrika-Lijn, is door bemiddeling van
den Rotterdamsoben makelaar Jao. Pier
rot naar Engelsch-Indiö verkocht.
In verband met den financi
eclen nood der gemeente Oude-Pekela,
hebben de gemeente-ambtenaren tot bedon
hun salaris over Mei nog niet ontvangen.
De tusschenkomst van den
Rijksbemiddelaar, ir. L. A. Fruytior, in
het conflict aan de fabriek ,,De Sphinx",
te Maastricht, heelt bet gewensohte rcsul-
t^Lat gehad. Gisteren heeft een doel van
do stakers het werk hervat cn 10 dezer zul
len de overige stakers het voorbeeld vol
gen op de voorwaarden waaromtrent de
directie met 1de besturen va» de arbeiders
organisaties overeenstemming heeft be
reikt.
W ij ontvingen van de Kon. Ua-
oao-M>riek O. J. van Houten en Zoon een
keurige, nieuw in den handel gebracht©
doos bonbons, een z.g. „Tijdschriftdoos",
welke moet dienen om nog meer belangstel
ling dan reeds bestaat, op te wekken vodr
hot door deze firma uitgegeven blad ,,Oni
eigen Tijdsohrift".
In iedere „Tijdsahriftdoos^ ligt een bon
voor het eerstvolgend nummer van ,,Ons
Eigen Tijdsohrift", waardoor het thans
mogelijk wordt niet alleen door het drin
ken van Van Houten's Oaoao, maar ook
'door het eten van Van Houten's Bonbons,
zich in het bezit te stollen van een volle-
digen jaargang.
Een bril voor sloohthoorep-
den. De heer O. H. Rabenberg uit Wilp
(gemeente Voorst) beeft een bril uitgevon
den, waardoor de sleohthoorende «rioh kffn
beveiligen en op de straat reeds op groe
ten afstand kan waarnemen wet er achter
hom nadert. Dat is mogelijk geworden dool*
hetzij een bril met glazen van gewoon
glas of een bril met geslepen glazen aan
den linkerkant van het linkerglas spiege
lend te maken, terwijl de brilleglazen een
etirik breeder zijn dan de nu gebruikelijke:
de sleohthoorende ziet dan daarmee eeni
ge honderden meters achter ridh.
Bedelaar: „Mijn boste m
heertje, geef me tooh wat. Ik beo al maan
den zonder werk."
Heer: „Zoo, wat ben je dan!'-'
„Sneeuwschepper."
„Ik kan je niet gebruiken. Nu, in het
hartje van den zomer, hebben we geen
sneeuwscheppers noodig.
„Nou, je kan noeftt weten I In vrodestqd
hebben we tooh ook wel con minister van
oorlog."
BUITENLANDSCH GEMENGD.
De handlanger vaD den Munohener post-
conduoteur, die de vlucht had genomen
met door den conducteur verduisterdo
700.000 mark, is in Italië aangehouden.
Uit Oharkof wordt gemold, dat door
een ontploffing in een der mijnen van het
Donbekkcn 8 mijnwerkers gedood ea 39
ernstig gewond werden. De ooizaak van
de ontploffing wordt gezocht in het uit
zuinigheidsoverwegingen achterwege laten
van bepaalde voorzorgsmaatregelen.
(Nadruk verboden).
'c vrouwen der stad, waarin ik woon,
tochtten geld bijesn te krijgen voor de op-
jJCdting van een kinderziekenhuis en lrwa-
eD op de gedachte om een wcldadigheids-
'C'koop of oen ,,witte-olifant"-verkoop
jcoalsmcn dat bij ons in de U. S. A. pleegt
noemen jp touw te zetten. De betee-
Jma van het woord houdt dit in, dat elke
'-U8VT0UW liet sen of ander van de huishou-
öo, dat zij dolgraag kwijt wil zijn, een
°hfant" noemt en voor den verkoop
hJ°C? jk in de stad wat ging rondwande-
t /!wam 'k den bazaar te nabij, om er
binnen te gaan. Daar was van alles:
damc-shoeden, manden, onde klee-
kandelaars, potten, schilderijen cn alle
kin-lürspeelgoed. Een jongedame
JU op mij ;oe cn woog mjj„Wilt u niet
j fa° oopen V'
D haar kraam stonden aarden potten en
Hii V^i^ezs raaa öens »oe(L die krijgt
W- i ,a^ n,,^t beaeden de veertien dol-
U tóch^"10^ ze Tnaar dollar. Koop
één dollar uit mijn beurs en
kl«;3rj Jje de vaas in een oude, met ge-
droe?e eeldingen bedrukte krant en ik
aankoop naar huis.
Mijn vrouw Keturah kwam mij in de deur
te gemoet en zeide tot mij
„Van waar komt gij, mijn Heer, en wat
brengt ge wel mede
En ik antwoordde
„Ik kom regelrecht van den „witten-
olifanf'-verkoop en ik heb hier voor jou
een aardig geschenk".
Ik plaatste de vaas op de tafel en ontdeed
haar van haar omhulsel. Keturah bekeek de
vaes en haar gezichtje werd wat lang. Op
eens echter lachte zij en zeidé:
„Safed, herinnert ge u nog de familie
Hopkins, die naast ons woonde, toen we
pas getrouwd waren?"
En ik zeide: „Ja, jammer genoeg herin
ner ik mij die".
Toen zeide zij
„Herinnert ge u nog de velerlei nare din
gen, die zij ons aangedaan hebben
En ik bracht Keturah mee in herinnering
hoe de familie Hopkins van ons de gras-
maaimachine leende en er niet anders mee
had weten te doen dan die te ruïneerea;
en ik vertelde haar nog hoe moeders zoon
tje den bal bij ons door het venster wierp
en wat de tcerhandige moeder antwoord
de, toen ik den bengel over de knie had ge
legd; ik sprak van de kippen der familie
Hopkins en van de velé andere nootjes, die
wij met de familie Hopkins hadden ge
kraakt.
En Keturah sprak:
„Ja, van alles hebben zij ons aangedaan
maar het eerste, wat zij ons aandeden,
was het geschenk, waarmee zij ons felici
teerden, tnen wii getrouwd waren. Heriö-
nert gij u nog, Safed, mijn gemaal, wat dat
was V'
Het hart zonk mij diep in de schoenen
en ik prevelde:
„Ik geloofhm... -...'t waseen
vaas; maar die zag er toch heel anders uit
dan.„Ti. dan deze?"
En Keturah lachte opnieuwlachte
tot haar de tranen in de oogen kwamen, en
zij zeide:
„Safed, mijn gemaalgij zijfc een wijs
manmaar geen man is wijs genoeg om
een „witte-olifant"-verkoop te bezoeken
hetzij dan alléén, als zijn vrouw met hem
medegast! Twintig jaren lang stond deze
vreeselijke vaas in een hoek van ons dak
kamertje en ik kon nooit een gelegenheid
vinden van haar af te komen, totdat ik gis
teren, eindelijk, haar schonk aan den
„witte-olifant"-bazaar. En zie, nu hebt gij
ze mij van daar weer naar ons huis terug
gebracht".
En zij lachte opnieuw. Maar menige an
dere vrouw zou tegen mij zijn uitgevaren.
Eenige dagen gingeft er voorbij, waarin
ik bang was, dat Keturah er opnieuw over
zou spreken, en hoopte, dat zij het maar
niet zou doen. En hoewel ik over het alge
racen Keturah's lachen gaarne hoor, kwam
mij haar lachen over mijn „witte-olifant"'-
inkoop een beetje al te uitgelaten voor en
ik had er meer dan genoeg van. Maar Kc
turah sprak er niet meer over en gaf er be
wijs van een verstandige vrouw te zijn, die.
als zij eenmaal gelachen heeft, het lachen
niet tot in het overdrevene herhaalt.
Ik keek echter ons huis een3 rondi om te
zien, waar zij de vaas mocht hebben neer
gezet. Want noch in de provisie-kamer,
noch in de woonkamer, evenmin in het dak
kamertje, of in het aschvat, vond ik haar
terug. En voor het Leger des HeiU voelde
Keturah een te groote sympathie dan dat
zij dit zóó een geschenk zou hebben toebe
dacht.
Allengs brak de dag aan, dat de appel
bloesems opensprongen en de boomen in
witte heerlijkheid prijkten. Keturah bond
vele bloesems tot een grooten bouquet, dien
zij zette midden op de eetkamertafel, en die
als een berg was van geurende schoonheid.
En de appelbloesems reikten aan alle zijden
omlaag, totdat zij het tafelkleed beroerden.
Ik prees Keturah, want zij had allc9 won
dermooi gemaakt.
En Keturah hoorde zich gaarne door mij
geprezen.
Den derden dag zeide zij tot mij
„Kijk, de bloesemblaadjes zijn uitgeval
len en de bouquet is niet mooi meer. Wilt
ge hem niet naar buiten brengen en weg
werpen
En ik deed wat zij mij had gevraagd.
En toen ik de stelen had weggeworpen,
bekeek ik de vaas in mijn hand, cn zie. het
was de ,,witte-oiifant"-vaas!"
En ik was reeds van plan haar in de zee
te werpen, toen Keturah mij cr van terug
hield.
Zij zeide tot mij
„Al moge de vaas ook niet bekoorlijk
zijn, houdt zij toch water in, ja, zelfs bloe
menEn ik kan deze zóó schikken, Jat
de vaas volkomen door (leze wordt b^
en alléén de schoonheid der bloemen z.icht-
baar wordt".
En ik zeide:
„O, Keturah, je bent een wonder! Maar
waarom niet de vaas wegwerpen en een
mooie koopen
Zij zeide:
„Mijn Heerik ben besloten haar te
behouden, opdat zij ons tot eert gelijkenis
diene. Want een ieder racnseh heeft zija
„witte olifant" en het leven brengt alle
mannen cn vrouwen dingen aan, die zij
gaarne kwijt zouden willen zijn, maar dio
uit hun leven uit te werpen de Voorzienig
heid Gods niet toestaat. En als zij begrij
pen, dat het aldus is, dan bestaat er, ala zij
dien zoeken, een weg, waardoor zij het
beste kunnen deelachtig worden. En aldus
ben ik besloten het met mijn „witte olifant"
te doen".
Lang moest ik nadenken; toen zeide ik
tot Keturali
„Keturah".
En zij glimlachte cn zeide
„Spreek, mijn gemaal!"
En ik vroeg haar:
„Bon ook ik één van uw „witte olifan
ten
En zij glimlachte nog meer, toen zij ant
woordde
„Of gij er nu een zijt of nietu var-
koopen laat ik niet tooi"