LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 30 Mei. Tweede Blad. Anno 1924. BINNENLAND. Begrafenis-Onderneming KEERËWEER CREMATIE, AUTO-TRANSPORT TWEEDE KAMER. BUITENLAND. Dr. Hommel's Haematogen UIT DE OMSTREKEN. FEUILLETON. ET PLEEGKIND VAN DE DRIE CELIBATAIRS. •nv "W 0. 19700. jihcllandsche Bond van Veehandelaren. Rotterdam hoeft de jaarlijksche ver eng Tan den Zuidhoitandschen Bond Veehandelaren plaats gehad. voorzitter, de heer M. de Haas, van Ëaietsdijk, zeide in zijn openingswoord dat in het aigeloopen jaar de handel :'t algemeen beneden het middelmatige geweest, de uitvoer van weinig beleeke- iral hoofdzaklijk te wijten was aan de geldkoersen in het buitenland en de be- „°e!ijkc veeziekten, terwijl de binnen- ische handel zeer gedrukt werd door ver mende onnoodige beperkende maatrege- ia verband met het mond- en klauwzeer omen. Vooral de provincie Zuid-Holland It daar ondsr geleden. Spreker herinner ing eens san de vergadering van 21 Ja- j-i, waarin actie gevoerd is om het mond- llauwzeer geschrapt te krijgen van de van besmettelijke veeziekten, en stelde vreugde vast, dat al is onze provincie eselijk geteisterd door het mond- en «zeer zelf en nog meer door de maai en van Regecringswege, Zuid-Holland nog toe bevrijd is gebleven van de ern- veezieklen, die in Limburg, Brabant Drente geheerscht hebben, het afgeloopen jaar heelt de vecarbi- meer opgang gemaakt .danlc zij ook >ral de belangstelling van de Hollandsche lalscliappij van Landbouw en de Bonden kaasproducten en van melkveehouders, a speciaal woord van welkom richtte voorzitter tot liet eerelid Verspuy en den rzitter van de Zeeuwsche af de .-ling, den Frenk. h Di nsche vereeniging van veeliande- rs had telegrafisch de beste wenschen deze vergadering uitgesproken, lader de ingekomen stukken waa onder een brief van den directeur van het inbaar slachthuis te Leiden, over het ver ten van spenen van runderen, door mid- van collodion. Ifet bestuur heelt op dit kijven geantwoord, dat dit gebruik, bel li ten doel heeft te beletten, dat beesten een „zwak slot op de spenen" geduren- het vervoer een deel der melk uit da s verliezen, noch van de zijde van den del, noch van die van den landbouw ooit liten heeft opgeleverd, ilvoerige inlichtingen omtrent den vee- idei in Duilschland, Tsjeetyi-Slowakije en nemarken werden voorts Ier tafel ge- cht, versterkt door de organisaties in de fokken landen. De voorzitter vatte deze ichlingcn samen in de woorden, dat aan builenlandschen handel weinig te ver- mii is. ld jaarverslag van den penningmeester, lieer H. L. Sterner, merkt op dat de sa- iwetking niet gemeentebesturen en ver- KSïfenemingen herhaaldelijk lieert ge il lol ere regeling van hel marktwezen, /i.'Mvr.trijgen van betere en voordeeiiger ri.'.idingcn, tot het ophelfcn van verschil de bezwaren aan het veevervoer verbon en tot hel behandelen van alle hicr- dt in verband slaande aangelegenheden ir de inspectie van het voevorvoer te recht, die de vele aanvragen in de meeste 'illen met gunstigen uitslag bij de betrok- dircclies heeft voorgebracht, d ledental bedraagt thans 178. ld hoofdbestuur heeft opnieuw een po- gedaan om den invoer van vee in ankrijk wper toegelalen te krijgen. Tol nu zonder succes. Ook voor gemakkelijker oor ia België is gewerkt. Verkregen werd, de duur van de reis van liet vee in Nc- 'hrid in mindering van de quarantaine iracht mag worden. Juist enkele dagen eden is weer een bondscommissie liier- ir naar Brussel geweest. Van de te Brus- gehouden vergadering is in ons blad ds melding gemaakt. Gewag wordt ge lakt van een conferentie van hel bestuur de leiders der veedrijvers om tot lagere »ren te geraken, op welke conferentie doel niet werd bereikt; met dankbaar- wordt in herinnering gebracht het 'k van de middenstnndsbank en do spe- 05 veemarktkantoren. Ü5 nieuwe transport-veeverzekering, die «'l 1 Auguslus in werking is, blijkt knsvatbaarheid te hebben. Het centrale Gouds is ondergebracht bij de verzeke- ïjMatschappij van den beer Tervoort te rot e. Giroonjorcerd wordt ten slotte dat in den Woopen winter de vereeniging voor vee- ""'tage, in samenwerking met den Neder- landschtn Bond van Veehandelaren cn de Hollandsche maatschappij van landbouw een serie propaganda-redevoeringen heeft gehouden. Aan de orde kwana een voor3lel-Schip- pers om den Bond als zoodanig te laten toe treden tot de vereeniging Vee-arbitrage, waarbij dan een minimum-contributie na mens den Bond aan de vereeniging zou moe ten worden afgedragen. De voorzitter verde digde arbitrage, die in den veehandel nog van veel meer be teekenis is dan voor de beurs, uitvoerig, echter nadruk er op leg gende. dat men niet verplicht moet worden als lid van den Zuid-Hollandschen bond ook lid van Vee-arbitrage te worden. De lieer Frenk deed het voorstel te Bestui ten, dat de veehandelaars beginnen zullen met onder arbitrage te handelen; de land bouwers en de onreöele handel moeten dan volgen. Van andere zijde werd opgewekt tot samenwerking met landbouwersorganisaties. Het bestuurslid Slevenhoek achtte het nood zaketijk, dat ieder lid van den Zuid-Hol landschen bond zich, als men en bloc toe treedt, schriftelijk zal verplichten, niet an ders dan onder arbitrage te zullen hande len, De heer Verspuy vond voortdurende propaganda onder de landbouwers eerste vereischte. De landbouw sluit zich trouwens langzamerhand ten gevolge van de propa ganda at aan. De voorzitter, in zijn anlwoord, wees er op, dat ook de slachtveevcrzekering in de laatste jaren grooten voortgang heeft ge maakt. Spreker betoogde voorts, dat d« niet- reëele handel en de niel-recele boeren, zoo- dra ze zien, dat de arbitrage meer en meer handelaars en landbouwers trekt, de eer sten zullen zijn om zich er bij aan te slui ten. De heer De Haas verzelle- zich tegen een voorstel om arbitrage verplichtend te stellen, ten einde do minderheden niet af (e slooten, en wijzigde ten slotte het voorstel in dezen zin, dat hel bestuur gemachtigd wordt oen bedrag uit te (rekken, waarvoor de leden gratis lid kunnen worden van Vee- arbilrage. Dit voorstel werd met 22 legen L stemmen aangenomen. De rekening en verantwoording van den penningmeester sloot met een ba(ig saldo van f 992. Tot lid van liet hoofdbestuur werd geko zen de heer M. den Hollander. Tot bestuurs leden van den Zuid-Hollandschen Bond werd herkozen de neer J. Verhoog; gekozen werden de heeren M. Drievoet en A. Schip pers. RECLAME. OPGERICHT 1871 AALMARKT 16 TELEF. 861 7797 (Vervolg van Woensdag). Kasvooischotten aas den Eon. Holl Lloyd. Voortgegaan wordt met het wetsontwerp toekenning kasvoorschollen aan den Kon. Holl. Lloyd. Dc Minister van Arbeid, de heer AAL - BERSE, vervolgt zijn afgebroken rede, en bespreekt de aangevoerde bezwaren. Wan neer door malige bescherming een goed work wordt verricht, dan slapt spr. over het prolecliebezwaar heen. Spr. herinnert aan de Navigatie-act van Cromwell, die de Engel- sche scheepvaart heeft opgevoerd. De VTaag voor spr. Is alleen of deze maatregel in het belang van het land is. Spr. ontkent, dat liet voorgestelde een maatregel van protectie is, want liet is alleen iets, wat iedere bankier kan doen. Wat de Lloyd deed, is bijzaak als vast staat dat behoud van de Lloyd een nationaal belang is. Wanneer men vertrouwen heeftin de toekomst, dan is van een gecamoufleerde subsidie geen sprake. Het bedrijf is altijd kerngezond geweest en de ziekte is gevolg van omstandigheden, groolendeels buiten de schuld van den Lloyd. Bankiers zijn begonnen met bijsloppen, maar er komt een moment dat zij daarmede moeten ophouden, hoe ook hun inzicht in de zaken is. Zij zijn dat verplicht aan hun eigen zaak. Gevaar voor consequenties ziet spr. in dit ontwerp niet. Hij wijst op het Schoenenwetje waarbij ook op dat gevaar werd gewezen. Er is sinds dat wetje geen enkel voorslel van dien aard gedaan. Spr. heeft de scheepvaart- experts gevraagd of er meer noodlijdende maatschappijen zijn en zij hebben gezegd, dat er geen andere was die in dezelfde po sitie verkeerde als de Lloyd. Verkoop.van de effecten is geadviseerd. Zij zijn één ton waard en dat beteekent niet .veel voor den Lloyd. Op de 2700 personen, die in dienst zijn van den Lloyd, let spr. wel ter dege. Sleun en instandhouding van den Lloyd voorkomt werkeloosheid. De Regeering springt met de aandeelhouders bij, maar helpt' mede een nationale lijn in sland te houden. Daarom heeft spr. zich onthouden van kritiek op het beleid der directie. Deze directie is aange vuld door twee eerste krachten, Krotter cn v. d. Hengel. Spr. heeft daarin alle vertrou wen. Vervolgens beantwoordt spr. verschillen de detailvragen. Het verlies van den Lloyd over 1923 is G Ion geweest en niet gelijk do Telegraaf mededeelde één millioen. De com missarissen van den Lloyd waren alle vóór deze aanvrage. (Geroep: Niet waar!) De MINISTER: Noemt u dan de namenl Spr. zondert mr. van Gijn uit van wien hij niet weet hoe hij er over denkt. Vermindering van het aantal lijnen op Zuid-Amerika zal niet leiden tot verlaging der vrachtprijzen want alle lijnen zijn aan gesloten bij de Conference. Eer zal vergroo ting van het aanlal lijnen dc vrachtprijzen doen dalen. Trouwens, de Regeering heeft medezeggenschap over de vraag of de Lloyd bij de Conference aangesloten blijft. Dc crediteuren verlagen hun rente tot 4 pet. en leggen hun vorderingen die zij bij liquidatie aanstonds hadden kunnen krijgen thans voor vijf jaar vast. Aan den lieer Boon zegt spr. dat na be gin 1923 geen nieuwo hypotheken zijn ge geven. Vrees voor nieuwe hypotheken be hoeft niet te beslaan, want art. G geeft den Minisler de bevoegdheid dit punt te beoor- deelcn. Ten slotte dringt spr. op aanneming aan en wijst op den zeer slechten induik dien verwerping daarvan in binnen- en builen - land zal maken. Dc lieer OUD (V.D.) houdt vol dat een be langrijke minderheid van do commissarissen tegen liet ontwerp was. De MINISTER: Aanvankelijk. De heer OUD (V.D.): Dal is mogelijk. Na nog cenigc discussie kwam liet ont werp in stemming en werd aangenomen met 48 tegen 28 stemmen. Vóór stemden do clirist.-historischen en de R.-Katliolieken, behalve de heeren v. Vuu- ren, Kooien en Stulemeyer; de anli-revolu- lionnaircn, behalve de heeren Van den Heu vel, De Wilde, Visser, Beumer en Schouten; de Vrijheidsbond, behalve do heeren De Groot, Ter Halt en Van ltappard. Tegen stemden de S.D.A.P., behalve dc heeren Vliegen, IC. ter Laan, Kiecrekoper, v. Braambeek, Iliemslra en Brautigam; voorts de 2 plattelanders, mej. van Dorp er. de lieer Van Ravesteyn. De correspondentie tusschen Mac Donald en Poincaré. De onlaags bussohea McDonald en Poin- oaró gevoerdo oor respondent io is in vrien delijke termen vervat. Poincaré deelt er jn mode, dab bij voornemens is met MoDo- nald van gedaohten tc blijven wisselen tot bij den eersten Juni aftreedt, ten eindo op die wijzo de oplossing van bet sobadevor- goe dings vraagt? tule te bevorderen. Na, de mededeeling, dat Poincaré bad besloten, niet naar Engeland te komen zoo- als was afgesproken, heeft McDonald in een persoonlijken brief d.d. 14 Mei zijn groot' leedwezen uitgedrukt over bet foir, dat bem bet genoegen ontnomen werd den' Fransóhen eorsten-minister te zijnen huize te ontvangen ten einde daar te beraadsla gen over de vraagstukken ten aanzien waarvan men in bet belang van Europa tot een algemeen aannemelijke overeenstem ming moet komen. MoDonald stelt Poin caré de vraag, of bet mogelijk is, zonder do Fransohie parlementaire of constitution ncele practijk geweld aan to doco, om in elk geval met de voofrloopigo besprekingen voort te gaan, ten oindo tijd tc kunnen bo- sparen, wanneer de formeele en ofilcieoi* besprekingen zullen beginnen, opdat over eenstemming spoediger zal kunnen worden beroikt. In een brief van dcnzelfden datum, welke blijkbaar dien van MoDonald heeft po- kruisd, betreurt Poinoaró het, dat hij niet in staat is aan de vriendelijke uitnoodiging van den Engclscben eersten-minister gevolg te geven cn betuigt hij MoDonald zijn dank voor de openhartig^hcid en de vriendelijke hoffelijkheid, welke deze van zijn optreden af jegens dc Fransobe regeering heeft bc; toond. Verder merkt Poincaré op, dat het ver slag, dat de Belgisohe ministers hem had den gegeven van hun besprekingon met McDonald bij hem hoopvolle venvaohlin- gen had opgeroepen omtrent do resultaten van do besprekingen tussohen hem en Mc Donald. 0 Poincaré vorklaart dat zijn rcgcea-ing het rapport der deskundigen, zooals het door do Commissie van Herstel is geratificeerd, zonder restitutie of voorbehoud heeft aan vaard en ziob bereid beeft verklaard de economische eenheid van Duitscbland te herstellen zoodra Duilsahland het door do commissie vastgesteldo program zal hebben toegepast. Ten aanzien van dit punt be staat er dus vollodige overeenstemming tussohen dc Fransobe rogeering en McDo nald, aangezien dezo aan Thcunis en Hy- mans heeft verklaard, dat de economische bezetting dient op tc houden, zoodra bet plan der deskundigen in werking zal zijn getreden, hetgeen natuurlijk eerst het ge val zal zijm, wanneer dc Duit-schers de voorstellen der rogie ©ringen in hun geheel ten uitvoer zullen hebben gebracht. Poin caré heeft niet uit het rapport der deskun digen begrepen dat het herstel der econo mische eenheid het opgeven van do mili taire bezetting van het Roergebied insluit. Hij is zeor getroffen door dc kicschhcid, waarmede McDonald dezo kwestie met Thcunis en Hymans heeft bcsprokcu. Hoewel hij vasthoudt aan het vaststel len van garanties voior het geval Duitsoh- land opnieuw te kort schiet in liet vol doen aan zijn vcrpliohtingcn, is Poincaré van meening, dat MoDonald een slap ge daan heeft in dc richting eener aanneme lijke oplossing door aan do Bolgisobe mb nisters te verklaren dat Duitscbland bij 'een eventucele breuk van do door dit land aanvaarde overeenkomst Engeland. Bclgiö en Frankrijk als een onrcrbrekelijko een heid tegenover zich aou "vinden ovcnals in don oorlog. Verder vreest Poincaré niet dat do kwes tie van do regie verdeeldheid kan bren gen tusschen de Engelsohe cn Fransobe re georingen aangezien dozo evenals do Bel gische het eeos zijn, dat de deskundigen een uitvoorbaro oplossing moeten zoeken. Ten aanzien van Frankrijks voiligucid merkt Poinoaré op, dat dozo kwestie een zeer ernstig karakter aanneemt, aangezien uit de inlichtingen van de generaals NoT- lel en Degoutto ondubbelzinnig blijkt, dat Duitschland bezig is zijn militaire forma ties te versterken. Het zou bem zeer aangenaam zijn ge weest met McDonald wiens ernstige en. absoluut vredelievend© gezindheid hij over tuigd is, to zoeken naar waarborgen, wclko pog niet in het verdrag van Versailles zijn voorzien, hetgeen noodlottig zou kunnen worden voor den wereldvrede, wanneer de geallieerden het bezette gebied mochten ontruimen. Ten slotte verklaart Poincaré aan zijn opvolger den diepon indruk van vertrou wen te zullen overbrengen welke McDonald op Thcunis cn Hymans beeft gemaakt. In den volgenden brief, van 15 Mei, deelde Poincaré MoDonald mee: „Met u kan deze onder zulke gunstige omstandigheden begonnen besproking door do bemiddeling onzer gemeenschap pel ijtfo vriendon, zeer goed worden voortgezet, ten minste in dozen voorloopigien vorm, zonder 'de volgende maand af te wachten, ten einde een grondslag van overeenkomst voor te bereiden om de Europeesohe aangelegen heden w"eer in het normale spoor te brem» gen." Poincaré betoogt, 'dat', grondwettig béa Echouwd, i'do volmacht van het Frapsofre parlement geldig is tot 1 Juni. Dé tcgeh-* wcc~dige regecring is dus bevoegd om met de Engelsebe regeering de bostudeering voort te zetten van vraagstukken zoo drin gend al3 de onderhavige, „opdat er geen tijd verloren zou worden om tot oplossin gen te komen, die ik in do gelegenheid zal zijn aan onzen opvolger aan te bieden." De besprekingen kunnen voortgezet wordeil door persoonlijke correspondentie of door bemiddeling van de gezanten. Poinoaré 'zegt verder: „Sedert gij aan bet bewind gekomen zijfc, heb ik zoovcol overeenstem ming ontdekt tusschen uwe gevoelens on de mijne, dat de gedachtenwisscling. dio tusschen ons zal plaats hebben tot 1 Juni, de zaak niet dan aanzienlijk nader bron gen kan bij dit resultaat, waarin wij bcido onze hoop en vertrouwen bobben gesteld." Do ontvangst bevestigend ran Cfczcn brief, botuigt McDonald zijn vrcugdo over hot feit, dat hij op do verdere medewerking van Poincaré rekenen kan, om den weg voor te bereiden voor con overeenkomst, dio de Europeescho aangelegenheden weor in het rechte spoor zal brengen cn door do sohepping eencr atmosfeer van vredo een begin van veiligheidswaarborg vormen to gen den oorlog. „Nooit, zegt bij, heb iiö voor u, nooh gij voor mij, de moeilijkheden verborgen, om sommige onzer wedorzij'JL- schc meonijigen te verzoenen, doch Ce wijze, waai>op gij mijn stappen hebt beant woord, beeft mij overtuigd, dat een eer lijke overweging van elkanders standpunt een eensgezindheid zou gesohapen hebben, zonder dat dc levensbelangen van Frank rijk of Engeland daaraan opgeofferd bo- hoefden to worden.'- McDonald zegt ver der, dat bij dc gedachtenwisscling met Poincaré's Opvolger in#denzelfdcn geest zal voortzetten. „Wij kunnen elkaar gelukwen- schen, besluit dc Engelsohe eeirsbclniinistcr, met den werkelijken .vooruitgang, die in de laatste paar maanden verwezenlijkt is in dc betrekkingen tussohen onzo bcido landen. En welke dc uitslag ook moge zijn, steeds zal ik met dankbaarheid terugden ken aan de edelmoedige wijze, waarop gij mijn corste poging beantwoord bobt om deze betrekkingen te vestigen op oen grond slag van wederzijdsobe overeenkomst col vertrouwen." RECLAME. Zwakken en z\j dio Iydcnde zyn aan bloedarmoede on zennw- aekliglieid vinden in 7573 een krachtig cn afdoend geneesmiddel. Alom verkrijgbaar f2.50 |i. fl. Hiliegom. Gemeenteraad. In de raadsvergadering van Woensdag, middag was de heer Loerakker met kennis- gering afwezig. Dc heer J. C. Vermeer werd herbenoemd als lid van den raad van corn, tnissarisscn van liet Electricileilsbedrijf. Op verzoek werd aan den lieer J. J. A, van der Starre eervol ontslag verleend als onderwijzer aan do openbare sohool, mot dankbetuiging voor do aan do gcmeenlo be* wezen diensten. Do verzoeken van mej. Joh. de Nija en van den heer J. van de Beid om vergunning lot plaatsen van een hek aan don Stations* weg, werden ingewilligd. Ook werd ingewilligd do aanvrage om cea gemeentebijdrago voor den cursus Vervolg: onderwijs van het R.-K. Kerkbestuur van St. Marlinus, over het jaar 1921. In verband met de rekening en verant* woording dor gezondheidscommissie te Kali wijk herinnerde de heer Hoogmoed aan de plaatse!ijko gezondheidscommissie, dia nog niet geïnstalleerd is. De verordening lot aanwijzing van slem. lokalen werd goedgekeurd. Voorla werd aan< geboden liet verslag en de rekeningen yaw het gasbedrijf over 1923, - I C=aulhoriseerd9 verlaling naar het -felïch van E. PHILIPS—OPPENHEIM, Soor Mevrouw v, d. JV. (Nadruk verBoden). SLOT. *'j mij werkelijk voor een zie- ™epsel aan, steeds neerslachtig ,',5.Wieden verdriet? Geloofde zij Aal ik mijn oogen sloot voor l. "\5nsvrcugde. omdat liet grootste ontzegd was, dat ik de achting 11,!-' zou ver''0zen en een kcuken- 'i 'l™en? 'k, die van de bladzijden van 0inboek zoovele had gelezen! Ik. die gekend hadl 'iafl in kamer voor ecu oogen- 'ik in ,cn nam ra'ln G,aS °P cn rïirht Wdachten mijn toespraak uit. Ik in w,. Sroote liefde, waarvau ik gc- a: mr ^^wsl; ik herdacht den man, 'irdr.y0*! vrn m'i cc'i> richtsnoer was '"tit er.,, i11 foflachlen gingen verder. Ik flaecn uii °P do schoone, heer- i! tiod in^an ,7e'ceri 'k dronk op fsobel, 11 der,miJP. 00Kon was IsobeJ de we- binnengetreden, het denken daaraan gaf mij geen hartzeer. Ik bladerde niet in mijn papieren, om haar naam voor mij te zien. Ik had geleerd te berusten in het onvermijdelijke. ia(U) Lady Delaliaye beoordeelde mij verkeerd. Mij, levende te midden van kostbare schat ten. Gisteren, hij het opgaan van de zon, had ik de stille, sluimerende wereld zien ontwaken lot het bruisende leven. Ik had hel gordijn zien opgaan voor 'n nieuw bedrijf van do prachtigste aller (ooneelslukken. Over mijn bedauwd grasveld, waarvan de grijze, ragfijne mist werd opgenomen in dé zonneslralen, kwamen de lijsters aanhup pelen; mijn rozen hieven haar kopjes op cn de zachte westenwind voerde haar geur mede; de bijen zongen hun onafgebroken lied mei zoemende geluiden. Dan, des avonds, avonden, zooals ook deze beloofde te wor den zag ik de schaduwen over het land kruipen, nadat de zon was ondergegaan, en de maan over het landschap een fantastisch licht verspreidde. Dit was oen geheel andere schilderij. Het leven van den dag langzaam overgegaan in de oneindige stilte van den nacht. Buiten de grenzen van mijn landgoed lag de geheele wereld ruslig en vredig. Lenige slerren schenen in hun majesteuze onbeweeglijkheid (e spotten met de zwoegers op aarde, afgemat door hun dagtaak. Er was alteen die groole rust een vredige stilte en de schaduwen van vage omtrekken. Ik ziekelijk, met de oogen om dit nllea te genielen, met een k.amer vol wachtende vrienden, gereed- om mij, hij het omslaan der bladzijden, mede te voeren naar andere even schoon» werelden om met mij hergen te beklimmen ot te dwalen door bloemen rijke dalen! Lady Delahaye was een bekrompen vrouw. Zij had niets opgemerkt van de ge rieflijkheid, de luxe eenvoudig, doch ver fijnd van mijn woning. Zij begreep het leven niet, zooals ik dat voelde en zag, Een gevoelsleven, zonder hartstocht; het leven, dat door wilskracht onttrokken moest worden aan den chaos van de vernietigende hoop en onbevredigende verlangens. Het leven.... Ik zette mijn glas neer. De laatste drup pels smaakten bitter. Steeds moet er gestre den worden, om mijn kostbaarste schatten te beschermen. Mijn handen grepen de stoelleuningen, mijn oogen werden aangetrokken door een flikkerend licht op den verwijderde heuvel rug. Ik slond op, nam een sigaret en ging naar buiten. Op het grasveld onder de ceder boom vond ik lady Delahaye's parasol. De gedachte kwam bij mij op, dat zij op zettelijk was achtergelaten ï- haar laatste kans Eastford House was slechts een mijl verwijderd en voor mij een aangename wan deling na mijn maaltijd. Ik riep echter JVal- lace. „Breng deze parasol naar Eastford House, nadat je mij koffie hebt gebracht. Lady De lahaye moei die hier achtergelaten hebben." „Zeer goed, mijnheer," antwoordde .Wal lace. Daarna begon ik mijn gewone avondwan deling. Ik trad den bloementuin binnen cn wandelde te midden mijner rozen. De lucht was vervuld van heerlijke geuren; sterke lavendel, welriekende reseda eenvoudige muurbloemen. De struiken namen spookach tige vormen aanhet pad, smal en begroeid, was moeilijk te vinden. Ik plukte een hand vol bloemen en wandelde langzaam terug naar den cederboom. Dc schaduwen waren nu scherper. Ik wierp mij in een lagen stoel en legde de bloemen op een anderen sloel naast mij. O, groote Feurgères, die mij de heerlijkheid van zulke oogcnblikken had doen kennenI Zij kwam altijd langs denzelfden weg. Haar zwevend naderen was dezen avond duido- lijker dan gewoonlijk. Ik zou gezworen hebben, dat de kleine poort werkelijk geopend en gesloten was geworden; dat werkelijk voetstappen zachtjes, maar hoorbaar het grindpad druklen; dat ik liet zachte ruischen hoorde van het kleed der slanke, witte ge stalte, die aarzelend nader kwam. O, Feur gères, welk een groot man waart gijl Mijn polsen klopten in verbeidende vreugde. De werkelijkheid kon niet werkelijker zijn, Zij droeg een langen, witten reismantel, een sluier was teruggeslagen over haar hoed. Ik begreep het niet. Mijn verbeelding had haar nooit zoo voor mij gezien. Die zwakke kreet, dat wachten Had ik in waarheid iets groots tot sland gebracht, grooter dan Feur-, gères, en werkelijk vleesch en bloed tot mij geroepen? „Arnold!" Ik klample mij vast aan mijn stoei. Mijn adem stokte Ik gaf och gil. Het was mij niet mogelijk dien in (e houden, „Isobell" Ik kon mij niet verroereneen groote angst bekroop mij. Wat had ik gedaan? Zij knielde naast mij neer en werkelijke armen voeldo ik om mijn hals, werkelijk kussen op mijn lippen. Toen was mijn angst verdwenen. Ik trok haar tot mij, hield haar hartstochtelijk vast, in het besef, dat dit geen schepping van mijn geesl was, maar een levend wezen, wier hart onstuimig tegen legen hel mijmJ klopte. „Het is alles het werk van Adelaide." sta< melde zij. „Zij bracht mij je boek en daam® spraken wij langen tijd te zamen en vertelden zij mij, dat zij met grootvader over mij had gesproken. Hij liet mij roepen. Dit gebeurd» eenigo dagen vóór zijn dood. Zal ik je ver» tellen, wat hij zeide, Arnold?" „Ja," antwoordde ik, „vertel mij alles." „Hij nam mijn handen in de zijne en iï wist toen dat ik niets te vreezen had. „rso- bel," zeide hij, „men zegt, dat jij je moe< ders bloed in de aderen hebf, dat je boven alles vrouw en dan eerst een Waldenburg bent. Is dat waar?" Toen ik mijn liarl voor hem had uitgestort kuslo hij mij. „Ga je eigen weg, Isobcl,'-' zeidc hij, „maar blijf hij mij geduronde den' korten tijd, dien ik nog te leven heb." Hij bet zijn notaris komen en onterfde mij. IÉ ben nu te arm om langer een prinses te zijd; tenzij ik jou prinses mag wezen." De tuin der droomen, waarin Fcurgèreg mij geleid had, verdween voor mijn oogen en hot aardsclie paradijs word voor mij geopend^, -tg-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5