geneeskundige brieven. fio. 1SÖ84. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 10 Mei. Derde Blad. Anno 1924 Mods voor (ie Bruid. ]fc kroeg- es,-. aardig verzoek van een Jonres uit do provincie of ik misschien jen paar wenken voor een bruid en haar toilet wil geven. Zoo'n vraag is eigenlijk heerlijk, want iiocwei het op het moment, dat ik dit schrijf, nog akelig guur en nat is en wij alleen aan den kalender bemerken, jat het al lang lente is, loovcrt die vraag me opeens al de bloesemende vreugde-be loften van den Mei-maand voor oogen Ik ji? in gedachlen het stralend jonge bruidje, blond naluurlijk, zooals de meeslc Holland- schen zijn, lachend, vroolijk en gelukkig, en legelijkcrlijd met dat innig-lieve, wat rerlegen en overgevoelige trekje op het ge licht, hetwelk al do bruidjes hebben, die jrreezen en hopen en veel verlangen, veel TKwachter: van het nieuwe leven, dat Tóór haar ligt. Bruidjes met bloesems en witte sluiers als droomen ik weet niets t; bedenken, dat reiner, liever en mooier is. Helaas heeft de beschaving ook hier al weer kwaad gedaan. Tegenwoordig bestaan er zooveel vaste gebruiken en voorschrif ten, dat het bruidspaar in óén agilalie leeft, uit angst onhandige flalers te begaan p! in vormen te kort te schieten. Stoor u daar toch niet te veel aan! Denk vóór alles, dat hel voor u tweetjes id e dag der dagen is en dat in allen, die u omringen deze gedachle den hoofd toon voert: „God zegene hen beiden!" Een van do eerste vereischlen voor liet Uiterlijk is, dat het bruidje er friscli. ge zond en fleurig uitziet. Hoe u dat bereiken kunt, behalve door uw stemming van inner- tcren af Ie hangen tol over den sleep. Des noods hecht u hem aan de taille, want an ders trekt hi] bij het loopen of bewegen aan het hoofd. De sluier moet afgewerkt worden met een picolrandje of een open zoom. De sleep is niet noodzakelijk; veel bruidjes prefereeren rondom een voetvrijen rok, in dat geval moet naluurlijk ook de sluier kort zijn. Maar wie een sleep draagt, moet dezen op de beide schouders hechten; een rechthoe kige, lange, smalle lap, die dus als een los pand over het bruidsloilet afhangt. Hel is aan te raden om in dat geval een soort bretels van zijde onder do japon te dragen; u hecht ze van voren en van achteren in de taille; wanneer de sleep daarop vastgezet wordt, loopt u geen kans, dat uw toilet bij het gaan scheeftrekl door den zwaren sleep. Sommige bruidjes vinden het leuk een sleep op zij te dragen, beginnend op de lin kerheup. Ik voel daar echter niets voor; het is excentriek en hoogst onpracliseh bij het voorwaarts gaan in Kerk of Stadhuis. Vóór ik van deze toilet-kwestie afstap, nog een kleine raad. Als u baby-pages heeft, om uw sleep te dragen, zet dan twee lussen van wit koord onder aan uw sleep; de peuters welen nooit goed, hoe zij met zoo'n ding moeten omgaan, wair zij het beet moeten pakken en zoo. Die koord-lussen helpen de klein handjes en sparen meteen uw sluier en sleep voor al te gauw vuil worden en kreuken. Draag geen juweelcn of schitterende slee- non. Alleen, wanneer uw bruigom u een halssieraad of ander kleinood schonk, mag u dat op uw trouwdag dragen. Hoe minder opvallende opschik, des tc beter; u zelf moet do hoofdzaak blijven. lijk geluk? Wel, door óén dag vóór het huwelijk absolute rust 1c nemen! Dan zijn tr gewoonlijk tocli geen feesten; de liuis- tenoolen hebben het druk met preparatio ns voor den groolcn dag; het bruidje zelf fan gemist worden! Ik vind hel altijd een ellendig gezicht, als de hoofdpersoon van de trouwerij óp is van moeheid, omdat zl] zich in de laalsle weken haast geen rust keelt gegund, en nu met blauwzwarte krin- fen onder de fletse oogen op haar beenen jt«al te trillen, een kleine flauwte nabij. Es loch zie je dat al dikwijls, vooral in »en legcnwoordigen. jachligen tijd. t'erder: hoe eenvoudiger de bruid zich tooit, des le liever zal zij er uilzien. Geen Mrade-kapsel, doch gewoon, zooals u het haar iederen dag draagt, want dat slaat u het allerliefst! Kap u met zorg, neem er d'-n lijd voor en arrangeer vooral ook uw j-iuor met geduld. Die wolk van witte -Ie met een klein kransje witte bloesem, o-n uw lioold ge'.cgd, is licl voornaamste en n.oeilijkslo deel van uw bruidsloilet. 'b: nieuwste is het kort geknipte, kroe- zenne haar; maar och! Oifer uw mooie lok ten loeli niet aan zoo'n modegril op. Ik sprak er at zoovelen, die spijl hadden - haren op haar hoofd, dat de boel er was geknipt, liet onderhoud is vreeselij IMilg en, nu ja, liet slaat ieulc. jong en on- tteugond, maar lange haren zijn en blijven bepaalde charme van de vrouw. De sluier behoort als een klein, rond - °m hel hoofd le passen en van ach- De bruid dient er vooral bijtijds om (e den ken, dat zij den handschoen uit moet heb ben, wanneer zij haar a.s. man voor den ambtenaar haar rechterhand reikt. Tegen woordig wordt dal nogal eens vergelen on liet geeft den omstanders geen preltigen in druk. Het moderne trouwdejeuner is tamelijk ccn\ oudig en vrij van overdreven sentimen taliteit. Bruilofts-toasten raken gelukkig uit do mode, con paar opwekkende, korte wen- schcn, maar niet meer! Góén ophalen van encrvccrende souvenirs en géén danbaar- hoidswoorden gesproken met een „door lia nen verstikte stem". Het bruidspaar is geluk kig; vergal of verdrink hun vreugde niet! afaak het kort met de plechtigheden. Maak vooral ook het afscheid vlug eri kort; al was het alleen maar om de bruidsouders. Het achlcrna-gooien mol oude schoenen of met rijst, is tegenwoordig ook niet meer gebruikelijk. Maar als u nu per so iois gooien wilt, maak dan hoefijzertjes van zilverpapier en beslrooi mei die geluks- emblemen hel jonge, pas gehuwde paar. En als de bruiloft lot het verleden behoort dan kunt u er de volgende verjaardagen van vieren: .Na een jaar de katoenen, na Iwoe de pa pieren, na drie de leeren; de vijfde is de houten bruiloft; de 7de de wollen; de tiende van tin; na I21/» jaar de koperen; na vijf tien de crislallen, na twintig de linnen; 23 brengt het zilveren feest; vijftig het gouden, GO dal van diamanf. Good luck lo you alt! Ongeval en ziekte. '1.U f^aas? cc.n halve eeuw is het geleden, b'Vrille.n inzien, dat een groot deel der bed* 'lclvc^' in normale omstandig- j, 'p..ln staat geacht mocht worden, in de e -ijksche behoeften van zichzelf en hun *e voorzien, met één slag hulploos ?e'j1 .c staan, wanneer ziekte of een on- iö0'1. ,"n. tr°f *n dientengevolge met de e- 'Jkheid oni te werken ook die van te t(fne? vcryiel. Als een normale ziekte, t0c "k ,°^c voor ecn ieder geldt, kan hier- ,;ra j °ndcrdom gerekend worden, zoo- !-at°dc act gewone werk niet langer toe- Vi, en ging tevens begrijpen, dat het r'r,olr°i-C Ulcnsc^en zoo goed als altijd on- kjkhcd w.as- om zelf voor deze gobeurfce- !"cn p' C? 1uc°digc voorzieningen te trcf- ^eiale -r i ^aaiom voor den Staat 'een 4t t« Jill was, om yoor het algemeen enrn*-.m'°en' wa^r-too de enkeling voor zich "Hg W£B„ z°o ontstond de sociale verzekering, in wetten vastgelegd. Duitschland en Oosten rijk gaven reeds omstreeks 1SS0 het goede voorbeeld. Het bedachtzame Holland kwam als zoo dikwijls achterna sukkelen en kon ook hierbij niet nalaten het vraagstuk door dc politiek te laten vertroebelen. Het merk waardige gevolg was, dat wij hier stukwerk in plaats van een algemeene, afdoende re geling kregen ,eri dat begonnen werd mot het dak in plaats van met de fundamenten. Het zal toch voor ieder duidelijk zijn, dat het meest voor do hand liggende en het eerst noodige is een verzekering tegen ziekte. Practische gronden pleiten er voor oin langdurige invaliditeit en de gevolgen van bedrijfsongevallen niet in één alge meene ziekteverzekering op tc nemen, doch deze liever afzonderlijk te regelen, terwijl ook de verzekering tegen den ouden dag beter afzonderlijk geregeld wordt. Intus- schen zullen deze laatste afzonderlijke wet ten verschillende aanknoopingspunten kun nen vipden in een reeds bestaande Ziekte wet; Niettemin heeft men hier het kunststuk uitgehaald, om te beginnen met een afzon derlijke verzekering tegen ongevallen, welke wet in 1901 tot stand kwam en in 1903 is ingevoerd. En de Ziektewet? Aan plannen geen gebrek 1 Er was een ontwerp-Kuyper, later een ontwerp-Veegens en eindelijk een ontwerp-Talma. Dat laatste is geen ont werp gebleven, doch is als wet aangeno men. Wie toen dacht, dat de zaak in orde was, heeft zich echter schromelijk vergist. Die wet is nooit ingevoerd en van de-invoe ring van eon Ziektewet, hetzij dan die van Talma, hetzij van een ander, zijn wij op dit oogenblik misschien verder verwijderd dan ooit te voren Wel zijn in den loop der jaren wetten ont staan ter verzekering tegen invaliditeit en ouderdom, maar ook deze hangen tot ze kere hoogte in de lucht: de basis! een alge meene Ziektewet, is en blijft ontbreken. Bovenstaande uiteenzetting is van be- teekenis voor de bespreking van een ac tueel onderwerp, dat berust op een der moeilijkheden, bij de uitvoering der Onge vallenwet ondervonden, juist omdat er geen Ziektewet is. Ik bedoel het vraagstuk der gedeeltelijke schadeloosstelling, wanneer iemand niet werken kan ten declo, omdat hij door een ongeval is getroffen, maar voor een ander deel, omdat er bij hem af wij kin gen worden gevonden, die met het ongeval niets hebben uit te staan. Het valt te begrijpen, dat het in den ge- dachtcngang van dezen invaliden werkman ecn vraagpunt van zeer ondergeschikt be lang is, waar zijn ongeschiktheid om te wer ken eigenlijk vandaan komt. Hij kan zijn werk niet doen, ontvangt daardoor geen loon cn het leven blijft zijn eischcn stellen Met dc techniek van het verzekeringswezen heeft hij zich niet ingelaten en wio zou dit in gemoedc van hem durven vergen Hij weet alleen, dat, als hem op het werk iets overkomt, dat hem daarna belet te werker., hij „voor do Ongevallenwet gaat loopen", dat hij dan recht heeft op geneeskundige behandeling en geldelijke uitkcering, welke hij door bemoeiing van dc Rijksverzeke ringsbank ontvangt. Als hem dan later be richt wordt, dat het spit in den rug, dat zich plotseling heeft geopenbaard, terwijl hij aan zijn werk was, niet voor uitkcering in aanmerking komt, omdat het niet be schouwd wordt een ongeval in den zin der wet te zijn, dan mag het ons niet verwonde ren, als hij dat bericht opvat als een onbil lijkheid en als ecn beknotting van zijn rech ten. En velen met hem zullen een gevoel van onvoldaanheid over een dergelijkcn gang van zaken moeilijk kunnen onderdruk ken. Die onvoldaanheid zon dan ook geen reden van bestaan hebben, indien het ge- hcelo gebouw der sociale verzekering m eens ware opgetrokken. Was do oorzaak dan al geen ongeval in den zin der wet. het zou voor den arbeider geen, verschil maken, hij zou zijn geneeskundige behandeling en geldelijke schadeloosstelling evengoed ont vangen, alleen kwam het dan uit een ander potje. Maar hij zou tegen ziekte even zoo goed als tegen dc gevolgen van een ongeval verzekerd zijn. Nu de Ongevallenwet alleen staat, is dat gariscli anders. Die wet geeft uitsluitend vergoeding voor de gevolgen van een on geval. En al heeft de wetgever er zich ook angstvallig van onthouden, om te bepalen, wat precies onder het begrip „ongeval" moet worden verstaan, zooveel staat wel vast, vooral door de jurisprudentie van heb hoogste rechtscollege te dezer zake, de Cen trale Raad van Beroep, dat bcdrijfszicktcn, zooals loodvergiftiging, niet als ongevallen mogen worden aangemerkt. En voor ecn ongeval wordt een of andere gebeurtenis, in ieder geval ecn betrekkelijk slechts kort durende oorzaak noodzakelijk geacht, zoo dat dc werkman, die door langdurig werk in een vochtige omgeving ten slotte rheuma- tische aandoening der spieren krijgt, die zich op een gegeven oogenblik onder het werk plotseling openbaart in den vorm van „spit", niet gerekend wordt dcor een on geval te zijn getroffen. Het kan eehtci voorkomen, dat de/.elfde verschijnselen op andere wijze ontstaan. Door bijzonder zwaar werk, waaraan de man niet gewend was, of door een betrek kelijk geringe bijkomstige omstandigheid^ uitschieten van gereedschap of van iiqt werkstuk, uitglijden, enz. kan de spier ver rekt worden, een kleine verscheuring in het spierweefsel treedt op. En hoewel het feitelijk een anderen toestand bet oft, dc verschijnselen zijn volkomen gelijk aan die van den eerst beschreven vorm vnn spit, zoodat. zelfs de dokter ze in vele gevallen niet van elkander kan onderscheiden. En toch is het verschil voor den betrokkene zeer groot. Want ui het tweede geval wordt wél een ongeval iD den zin der wet aan genomen. Het laat zich begrijpen, dat de dokters der Rijksverzekeringsbank, wier taak het is, de wet op de juiste wijze te helpen uitvoeren, op dit terrein voor dikwijls zcor moeilijke vragen komen te staan, des te moeilijker, omdat het menschelijke stand punt van gevoelde billijkheid niet steeds hetzelfde is als het door dc wet voorge schreven standpunt Zij hebben zic-h echter aan het laatste te houden. Lastiger wordt het, indien die wettelijke grens niet be staat, zooals bij partiouliere verzekering het geval is. Evenwel komt dan aanstonds een andero factor in het spel. Immers, zoodra er op ruimer schaal wnrdt uitgekeerd, dient ook de premie, welke voor de verze^ kering betaald wordt, verhoogd te worden. Het was een gelukkige gedachte van 'de 'directie der „Landbouw-Onderlinge", om in 1921 een prijsvraag uit te schrijven over "dit netelige vraagstuk, luidende: „Er wordt gevraagd een practische en" billijke regeling te ontwerpen voor de uli ke cring aan verzekerde arbeiders, wanuecr tijdelijke of blijvend© ongeschiktheid tot werken is ontstaan of wel de dood is inge treden ten gevolge van gebeurtenissen, waarbij minder de plotselinge werking vau uitwendige invloeden op het lichaam of een bepaalde krachtsinspanning, dan wal reeds voorafgaando bestaande ziekelijke afwijkingen of inwendige kraokten als oor zakelijke momenten in aanmerking komen. „In 'het bijzonder worde die regeling toepasselijk gemaakt op gevallen van hum- bago (spit), van ingewandsbreuken, van beenbreuken bij beengezwellen cn van hart verlamming." Het antwoord, ingezonden door dr. Mct% te Dordreoht, werd door de jury eenstem mig ter bekroning voorgedragen en is door bovengenoemde directie in druk uitgege ven. Aan de behandeling dor in de prijs vraag afzonderlijk genoemde afwijkingen gaat een zeer belangrijk algemeon gedeel te vooraf, waaruit duidelijk valt af te lei den, met boe groote moeilijkheden de be oordeelaars van dergelijke gevallen te kampen hebben. Zoo noemt dc schrijver tal van afwijkin gen, die bij ccnige ziekte ook zonder do minste krachtsinspanning worden waarge nomen:^ bloedspuwing bij zieke longen, maagbloeding bij kanker van de maag, be roerte (hersenbloeding) bij ziekten der hor- 6envatcn. Dit alles kan gebeuren, terwijl de patiënt zit te lezen of tc eten, zelfs in den slaap. Wanneer het nu gedurende het werk gebeurt, dan rijst do vraag of hier van een ongeval gesproken mag worden. Het sprcokt wel van zelf, dat, zelfs indien er bij het werk iets bijzonder was gebeurd, of een buitengewone krachtsinspanning bad plaats gehad, dit „ongeval" door niemand als de eonigc oorzaak van dc afwijking zal worden beschouwd. Maar dan komt de tweede vraagIs de bestaande ziekte door het ongeval verergerd? Na uitvoerige be schouwingen, die hior niet alle kunnen worden overgenomen, maakt de schrijver de volgende vcrdeeling. Het ongeval kan zijn1. de eenige oorzaak2. ecn der hoofdoorzaken; 3. een belangrijke bijoor zaak 4. een toovallige, gelegenheids- of aanleidende oorzaak, en 5. dc schijnbare oorzaak. Terwijl ïodcr liet er over eens zal zijn, dat bij 1. de gevolgen geheel voor re kening van het ongeval komen cn bij 6. het ongeval kan worden uitgeschakeld, ont staan bij do tusschengelegen nummers zoo moeilijke vragen, dab zij dikwijls nog niet met wetenschappelijke zekerheid zijn op le lossen. Dc verzekerde kan er echter niet op wachten, totdat dc wetenschap zoovcei gevorderd zal zijn en dus moet ecn prac tische weg gezocht worden om aan de cischen der billijkheid te kunnen voldoen. Zoo stelt schr. voor om bij spit in alle gevallen gedurende veertien dagen behan deling en nitkeering voor rekening van bet ongeval te nemen, omdat dc gevallen, die inderdaad door een bepaalde gebeur tenis zijn hot stand gekomen, als regel binnen dat tijdsverloop genezen zijn. De rheumatisohe gevallen moeten dan maar in den koop mee genomen worden op grond van do onmogelijkheid om een zuivere schifting te maken. Bij ingewandsbreu'ken wil sohr. alleen betalen, indien er duidelijke tcokenen ter plaatse van uitwendig geweld worden ge constateerd. Beenbreuken bij beengezwellen wil hij slcolits vergoeden zcolang dc behandeling van dc breuk zelf duurt. Bij hartverlamming onderscheidt sclir. drie .omstandigheden: a. is het ongeval van overwegende lie- teekenis, dan vol betalenb. waren er reeds belangrijke afwijkingen, maar is het onge val toch bepaald schadelijk geweest, dan halve schadeloosstelling; c. was het bart al erg ziek en heb ongeval van niet veel betookenis, dan wordt geen nitkeering ver leend. In zijn geschrift wijst schr. cr op, 'dat in dc Zwitserseihe „ongevallenwet ecn bepa ling voorkomt, waardoor daar gedeelte lijke schadeloosstelling mogelijk is. In ver band daarmede werd door den Minister van Arbeid, in overleg met het bestuur der Rijksverzekeringsbank aan ecn com missie, waarvan oak dr. Metz deel uit maakte, opgedragen om in Zwitserland do werking van dab stelsel na tc gaan ter be- oordeeiing van de vraag, of het stelsel der gedeeltelijke schadeloosstelling ook wel licht in do Ongevallenwet hier te lando toepassing zou kunnen vinden. Over het door die commissie uitgebrach te rapport nog iets in mijn volgenden Brief. H. A. S. Een Nederlandsch oud student werkman in Amerika. als i. (Teneinde c-en leidende positie bij een der groote Amcrikaansehe industrieën te kunnen krijgen, was aan schrijver dezes de raad gegeven eerst geruimen tijd onder do arbeiders als arbeider tc leven, om zoo hen tc lccren kennen, die hij later zou hebben tc leiden). Nu het arbeidersbestaan dan voor goed voorbij is cn ik geniet van een paar vrije dagen buiten, wil ik ecn begin maken met een verslag van mijn ervaringen, ecn plan, dat ik onder het werk vaak overdacht heb. Het zal misschien een beter idee geven van do feiten, waarom ik niemand, tenzij hij heel hard wil aanpakken, kun aanra den om naar Amerika tc gaan, hoewel ik er zelf geen moment spijt van heb, inte gendeel Vergeet dit vooral niet dat als ik melding maak van moeilijkheden ik dat niet doe om me te beklagen, dat had ik 'dan wel eerder gedaan, cn dat ik ondanks allo moeilijkheden van uur tot uur, vau week tot week meer vertrouwen in de toe komst begon tc krijgen. Bedenk ook wel dat het zware werk niet altijd onaangenaam is. Er is een zeker Pallicter-aohtig genoe gen in het banteeren van een zwaren ha mer, of in heb snijden van een zware trek zaag door een grooten balk, terwijl het lekker ruikende zaagsel overal rondstuift. Laat ik clan bij het begin beginnen: Eon vriend cn ik hadden in een tweede- handsoh-winkel wat spullen gekócht, die er niet nieuw uitzagen, om het geval waar schijnlijker te maken. Zoo stapte ik dan Maandagmorgen 7 uur op den trein, in een oud blauw hemff, mijn oude wollen zcilbroek, een pet wat scheef op, en een oud jasje. In de fabrieksplaats voor het employ ment-bureau stond eon lange file. Het was in het drukke seizoen en zoo was er een groote toevloed van werklui. In het voor portaal hangen bekendmakingen in alle Europeesohe talen en zoo voel je jo di- reob onder het internationalo arbeidersle- gcr van Amerika. Na een tijdje was het mijn beurt om binnen te komen. Ik voelde me alsof ik examen moest doen. Daar stond ik achten een balie: „Is er werk voor me?" „Wat voor soort, wat beD je van je vakI'S „Timmerman." Hij vulde ecn formulier io. „Eerste straat links, vraag den baas vaa den timmerwinkel, mr. Zobofski." Zoo gezegd zoo gedaan. Ik scharrelde al mijn moed bij elkaar. In het kantoortje, in de werkplaats vol snorrende maohincs, waarvan men me juist dien morgen verteld had, dat zo zoo go- vaarlijk waren, dat men in de fabrieken in Duitschland cr niet komen mocht, zafc do boss. Een Pool-Amcrikaan, meer het eerste dan het laatsto. Niet ongeschikt op het eerste gezicht, maar absoluut werkman' zonder boord etc. Na ecn paar vragen: „Waar kom jo vandaan?" „Van Canada" (dit om mijn Engelsch fd verklaren). „Wat voor werk deed je daar?" „Ik werkte aan huizen." „Waar zijn jc gereedschappen?" „Zoek geraakt op reis." „All right, jc kunt werk krijgen, i£ rif je wat gereedschap leencn. Wanneer kun' je beginnen?' „Nu meteen." „All right." Toen naar den dokter. Ik kreeg mijn peren munt met een nummer, stempelde, en om 9 uur was ik klaar om aan het werk te gaan. De boss gaf me een zaag, een winkel haak en ecn bijltje dat erg gehavend was. Dat moest ik slijpen. Dat was (ie eerste maal dab ik mijn „big bluff" noodig had, wat de volgende maanden voortdurend hot geval was. Ik had geen notie boe een goed timmerman het zou doen, dwars op den steen, tegen dc draairichting in, met den steen mee? Enfin ik deed het, op wat Ia* ter bleek de juiste manier tc zijn. Toen moest ik met andere lui planken onder een' soha&Üniaoliino doortrekken, dat was ge makkelijk maar na, een half uur riep de boss me weg„Ga met dezen man mee en doe wat hij je zegt." Dab was mijn intro ductie bij „Mikc" den voorman. Mike is tweemaal zoo breed als ik cn een voet lan ger, ilc voelde me als ecn joDgetje dat met zijn vader op stap is. Wc liepen door dc fabriek. Ik in de stemmingziezoo, dab Js mo gelukt, maar nu Buiten aan cle kade lagen drie ertsschö* pen te lossen. We gingen aan boord van" eon ervan, ik dacht: „aan booa*d van een' schip, dat lijkt me gunstig." Beneden diep in het ruim waren twee man aan het werk. „Ga naar beneden en help die lui." Ik liet mijn gereedschappen aan een lijn af en klom zelf het sportenladdcrljo naar beneden. Do ontvangst bij de kameraden was niefi hartelijk. Zij werkten kalm door en zcidoiï niets. Die vijandelijkheid of liever dat toon nen van: „Och man, denk je dat jij belang-» rijk bent, wij zijn hier al eeuwen" is m3 later ook vaak opgevallen. Na een tijdje: „Wat zal ik doen, zal ik dit in orde maken?" „All right, als jc er zin in hebt!" In de schuin oploopepdc zijdo van het schip was ecn plank gekraakt door een van de groote grijpci-3 cn dus mat ik cent van de lange dcelon, dio op den vloer la gen. Bijna durfde ik cr mijn zaag niet irf te zetten, verbeeld jo dat ik een bcelef plank zou bederven(Ik wist toen nog niofc dat we later soms 10 en meer pionken een voudig ik het schip zouden laten, omdat het te veel moeite was ze cv uit te nemen;. Ik was net lclaaa* toen Mike boven mijn" hooifd verscheen cn me riep boven te ko men. Ik moest in een ander ruim. Daar werkte Pete. Ik had al wat geleerd rn toonde dus geenerlei tegemoetkomendheid. Er was nog maar één plank uit te nemen. Pete gaf me een beitel cn ik begon die plank halverwege op tc hakken. Ongeluk kig zei Petc me juist het te doen op d<3 plaat-s waar een kwast was. Hel was in den wand van het schip, zoodat ik legert een helling aanzat cn steeds naar bcncy» den gleed. Petc stond to wachten cn Mike stond boven over de opening. Ik kon die plank maar niet door krijgen. Toen sprong een hard stukje hout in mijn oog cn ik moest stoppen. „Maak liet af!", riep Mike van boven tegen Pete. Verslagen 1 Toen 't karwei op het schip af was, gin* gen we naar een viaduct, waaronder een houten helling werd gemaakt om waggons kolen te lossen. Dc planken waren zwaar, maar mijn spij kers inslaan was voldoende. We zaagden blokken van zware balken' met een groote trekzaag, waarbij ik ruzie kreeg met den man aan het andere eind, omdat hij beweerde, dat ik 't niet goed deed (wat heel waarschijnlijk was), maar ik hield, om mezelf niet weg tc gooien, vol, dat hij scheef zaagde. Later ging 't beter. Onder lunoh-time zetten Petc en ik onze kennismaking als „buddies" (d.w.z. 2 man 'clio samen werken) voort Pete's vocabu* laire was niet groot. „Hcro live?" „No Baltimore". Na een tijdje „Married?" (ge- tiouwd?) „No" ca met con brecden grijns „Good." De eerste dagen gingen voorbij met sea

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 9