Wo. 19676.
DONDERDAG 1 MEI
Anno 1924
Officieels Kennisgeving.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER AD VER TENTEN!
80 Cts. per regel Bij regelabonnemenl belangrijk (ageren prijs.
Kleine Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling. Woensdags en
Zaterdags 50 Cts., bij een maximum aantal woorden van 80.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordelndspleln Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 175 Redactie 1507.
Postchëque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT»
Voor Lelden per 8 maanden ƒ2.85, per week" I0.1V
Buiten Lelden, waar agenlen gevestigd zijn, per week «0.13,
Franco per post ƒ2.85 4" portokosten.
Oit nummer bestaat uit TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
gemeentelijke vischverkoop.
'Aan den gemeentelijken vischwinkel,
Vischmarkt 18 (tel. 1233) is VRIJDAG ver
krijgbaar SCHELVISCH a f 0.21f 0 40-
f 0.50, SCHOL a f 0.24—f 0.50, KABEL
JAUW a f 0.35—0.40 en CARBONADE-
.VIS03 a 0.32 per pond.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgem.
Leiden, 1 Mei 1924.
25-jarig jnbiienm van den heer W. Brakel.
Aan den vooravond van hel 25-jarig jubi
leum van den zoo poputairen concierge van
het Raadhuis heeft Gr. in ons Blad in dicht
maat reeds den heer Brakel op treffende
wijze gekarakteriseerd, en daardoor wist heel
de gemeente vanmorgen waarom de vlaggen
aan het Stadhuis waren uitgestoken.
Brakel vierde zijn 25-jarig amblsleest.
Heden voormiddag hield het College van
B en W. een buitengewone vergadering, dit
maal eens niet met gesloten deuren, maar in
tegenwoordigheid van den jubilaris en zijn
familie benevens van een groot aantal ambte
naren en beambten der gemeente. De Ka
mer van B. en W. was vrijwel geheel ge
vuld.
De burgemeester, jhr. mr. dr. N. C. de Gij-
srtaar, die allereerst het woord nam, zeide,
dat deze zitting van B. en W. staatsrechter
lijk eigenlijk niet door den beugel kon, omdat
er publiek bij toegelaten is. 't Was dan ook
een buitengewone vergadering, zooals het
vandaag een buitengewone dag is, wat wel
1 lijkt uit de vlaggen, die van het Raadhuis
wapperen. Brakel jubileert vandaag en het
was B. en W. een groot genoegen hem met
vrouw en dochter hier te mogen gelukwen-
sehen. De gemeente heeft verscheidene
ambtenaren en verreweg de meesten vervul
len hun taak met ijver en toewijding, doch
niemand met meer toewijding en lust dan
do lieer Brakel. Hij is niet alleen in dienst
van de gemeente, maar van alle ingezetenen,
een vraagbaak en sl'eun voor zijn medebur
gers.
Met bijzondere instemming heeft spr. gis
teravond gelezen de wijze waarop een hard
V°m In het „Leidsch Dagblad" heeft bezon-
Vn. 't Is waar, dat het Raadhuis maar één
Brakel kent en dat hij daar onmisbaar is. Er
kan, bi) wijze van spreken, geen bokje wor
den geslacht, of Brakel komt er bij te pas.
En altijd heeft hij een goed humeur en weet
hij, gezegend met humor, met een kwinkslag
dc- menschen in goede stemming te brengen.
En wat hij doet en regelt is steeds in orde.
Was hij vroeger eigenlijk niet het Burgerlijk
Armbestuur en regelde hij ook deze zaken
niet op een wijze, dat iedereen tevreden was?
Meer dan veertig jaar heeft hij voor de ge
meenschap gewerkt, 30 jaar in dienst der ge
meente, maar het meest is hij op den voor
grond gekomen als concierge, waarbij hij
6teeds tot buitengewoon genoegen van zijn
opvolgende superieuren werkzaam was. Hij is
een ware ambtenaar, een medewerker, die
zijn ambt met autoriteit weet te bekleeden
en gebruikte om er de gemeenschap mee te
dienen.
Het was den burgemeester aangenaam te
kunnen mededeclen, dat het H. M. dc
Koningin had behaagd om den heer Brakel
bij deze gelegenheid de gouden medaille
van de Oranje-Nassau-orde toe te kennen en
hij verheugde zich in, dat het hem gegeven
was, deze onderscheiding den jubilaris te
kunnen overhandigen.
De burgemeester hoopte, dal hij deze me
daille nog lang zal mogen dragen en dat hij
Vele jaren hier het bewind mee mag voeren,
„Nominaal ben ik wel burgemeester",
aldus spr. schetsend maar naar de
realiteit zijt gij het eigenlijk en ik verheug
er mij in, dat gij uw laak zoo goed begrijpt
(gelach).
Ten slolte drukten de burgemeester, de
Wethouders en de secretaris den jubilaris,
zijn vrouw en zij dochter de hand.
De heer Brakel dankte hartelijk voor de
vriendelijke woorden, hem toegesproken, en
betuigde zijn groote erkentelijkheid voor de
hem te beurt gevallen Koninklijke onder
scheiding, Hij meent wel den burgemeester
er ook voor te moeten danken, die daartoe
zeker wel den krachtigslen stoot heeft ge
geven. Ook betuigde hij nog zijn dank voor
het prachtige bloemstuk, hem hedenmorgen
namens het College aangeboden.
Hierop trad de heer F ,G. Rosier, referen
daris der gemeente-secretarie, naar voren,
om namens het personeel der gemeente aan
oen gelukwensch van den burgemeester nog
O-ruge woorden toe te voegen. Dat de dames
a ireeren ambtenaren hier in zoo grooten
j li z'in bijeengekomen, moet u wel tot
aakbaarheid stemmen, daaruit spreekt de
t-'rUlI.die men te uwen opzichte
teÜz "side ^k""- kVij allen hebben u iee-
er t™11*11 3,3 vo' 'jwerige, nauwgezette
r.i,^UWB,w^r' voordat u als con-
bplradt, wist men wat men aan u
i_' waamt gij als concierge meer op
voorgrond. Er kon hier op hel Stadhuis
niets gebeuren of gij verleent uw medewer
king en hebt het voorbereid, op een wijze,
boven allen lof verheven. Doch ook voor
ieder ambtenaar in het bijzonder zijt gij
dikwijls de vraagbaak geweest.
Daarom hebben de dames en heeren amb
tenaren gemeend u ook te moeten huldi
gen en in overleg met uw echtgenoote
hebben zij als huldeblijk gekozen een ma
honiehouten buifet. Tot spr.'s leedwezen
kon hij dit nog niet aanbieden, doch alvast
overhandigde hij den jubilaris de teekening
er van; ah het klaar is, zal het worden be
zorgd. Aan het souvernir deed hij verge
zeld gaan een album, bevallende de namen
van de deelnemers, met een prachtige bloe
menmand.
Ten slotte wenschle de heer Rosier den
heer Brakel geluk met de Koninklijke onder
scheiding, welke hij mede te danken heeft
aan de krachtige wijze, waarop de burge
meester de belangen van den jubilaris zal
hebben voorgestaan.
Ook hierop dankle de heer Brakel, mede
1 namens zijn echtgenoote en zijn dochter,
in eenvoudige, maar passende woorden,
waarna hij nog meedeelde, dat hij allen
verwachtte op een receplie, van drie toil
zes uur te zijnen huize te houden.
Leidsche Chr. Oranje-Vereeniging.
Op den vijftienden verjaardag van Prin
ses Juliana had de Leidsche Chr. Oranje-
Vereeniging een openbare feestelijke avond
bijeenkomst belegd in de Hooglandsche
kerk. Onder degenen, die haar bijwoonden,
bevonden zich ook onze burgemeester en
wethouder Meynen.
Ds. M. J. Punselie, de eerste der beide
sprekers van dezen avond, verzocht den
fcestgenooten te zingen den lOOslen Psalm
en ging daarna voor in gebed. Aangezien
de voorzitter der Vereeniging, ds. Thomas,
elders een Oranje-rede hield, rustte op ds.
Punselie tevens een gedeelte van dc leiding
der groote vergadering en bracht dit voor
hom mede de taak een hartelijk welkom
toe le roepen aan allen, die hier waren
samen gekomen om le vieren den verjaar
dag van Prinses Juliana, die wij allen lief
hebben; een welkom inzonderheid aan den
burgemeester, die, naar spr. zeide. door zlin
aanwezigheid het karakter dezer feestvie
ring verhoogt en ook daardoor blijk geeft
mede te leven met het sjreven der Oranje-
Vereeniging, en ten slolte een welkom aan
de dames en de heeren, die zoo welwillend
waren te doen genieten van zang en mu
ziek. Spreker hoopte, dat ook deze bijeen
komst zou slagen, en dat zij voor het aan
gezicht des Ileeren zou worden een ware
feestavond.
Alvorens een verder inleidend woord te
spreken, las ds. Punselie den 113den Psalm
voor en uit den inhoud van dezen putte hij
de stof voor een vergelijking lusschen de
feesten van oud Israël en de onze en tot
het aantoonen van groote overeenkomst tus-
schen de geschiedenis van Israël en van
Nederland. Voor de Joden waren de feeslen
nationale én godsdienstige feesten. Den
gang der hislorie bekeken zij bij het licht
van den Eeuwige. In het karakter der Chr.
Oranje-Vereeniging vond spr. aanleiding
dezen Psalm vast le knoopen aan onze
feestviering. Niet alleen door het uilsteken
van vlaggen en het zich tooien met oranje
moeten wij vreugde bedrijven en feestvie
ren; wij moeten ook naar Boven zien. Elke
nationale feesldag zij ook bij ons de inzet
tot een groot hallel, waarvan ook de voor
gelezen Psalm, naar der rabbijnen getui
genis, sprcekl. En dan verder een parallel
trekkende tusschen Israël en ons land, wor
den wij gelrolfen door den wonderlijken
trek van Gods wonderlijke ontferming over
een nietig volk, dat werd een volk met
kracht. Beide volken en landen hebben
een merkwaardige historie, die van den
geringe, uit het stof opgericht; van den
nooddruftige, uit het slijk verhoogd. De
glanstijd onzer hislorie is, merkte spr.
verder op. wel voorbij; maar toch heeft
God niet opgehouden in de geschie
denis van ons volk wonderen te doen.
De tijd van den jongsten oorlog was er, om
liet te bewijzen, en ook onze tijd met zijn
malaise, zorgen en donkerheden getuigt er
van. En het past ons op den verjaardag
van onze Prinses den naam de3 Heeren te
verhoogen, en wij willen dat doen. trots
een meewarig schouderophalen van dezen
en genen; trots het uitschakelen van God
uit onze historie en een lachen om onze
nationale idee door hen, die met geestdrift
aanstemmen de Internationale, en zich
vroolijk maken met onze aandoenlijke
naïeve oppervlakkigheid. Onze Prinses Ju
liana is nog een kind ja, gelukkig nog een
kind, wij lezen Haar handschrift nog niet
op de bladzijde der historie en wij liepen,
dat Zij nog niet spoedig geroepen zal wor
den lot regeeren, want dan blijft onze Ko
ningin ons nog lang gespaard; maar wij
zien in Haar meer, wij zien in Haar een
gave Gods, een jonge loot aan den ouden
Oranjestam, in wiens schaduw zoovelen
zegen hebben genoten. Wij hoeren een
stem, die tot ons zegt: God ontfermt zich
nog over ons; Hij heeft Zijn hand nog niet
van ons teruggetrokken. Daarom is onze
Prinses ons dierbaar; daarom vieren wij
feest en rijzen onze beden voor haar heil
omhoog. Wij willen naar Boven zien en het
uitroepen: Loof den Heer, mijne zielI en
met liefde naar Haar zien en Haar wen-
sch.en: De Ileere zegene en behoede U.
Ds. H. J, Kouwenhoven, de tweede spre
ker, slelde allereerst de vraag waarom men
hier te zamen was en bij antwoordde: Om
dat er feestvreugde is in geheel ons land,
omdat er gebeden is in het Koninklijk Pa
leis en in gansch Nederland, en omdat onze
stad, waar weldra een monument zal wor
den opgericht, ook voor den eersten Oranje,
één is met allen, die Oranje lielhebben.
Onze wensch.en onze bode is dan ook; Leve
Prinses Juliana nog vele vijftientallen van
jaren. En wanneer wij zoo spreken, dan
geven teedere snaren in ons binnenste ge
luid.
Over die teedere snaren of liever over het
mystieke element in onze liefde tot onze
Prinses wilde spreker in 't bijzonder dezen
avond handelen.
Onze liefde voor Oranje, ons van jongsaf
bijgebracht, is allengs, verdiept en steviger
geworden. Zij is als geworden tot een zicht
bare eik met onzichtbare wortels en ve
zelen.
In onze Prinses zien wij nog geen helden
figuur; niet iemand .beroemd door oorlogs
daden, geen baanbreker, geen voorvechter
als in haar voorvaderen, geen machtige,
geen groote. Wij zien in Haar de Dochter
van Oranje in de lieflijke lente Haars le
vens. Wij hoeren nu nog betrekkelijk wei
nig van Haar. Maar toch ontgaat zij niet
aan het oog des volks. Marken en Apeldoorn
kunnen er van getuigen, hun bewoners er
Van vertellen. En zien wij Haar en hooren
wij van Haar verhalen en spreken, dan trilt
er iets in ons: dat zijn de teedere wortel-
vezelen van onze liefde voor Oranje, opdat
de eik steeds hooger worde en meer kracht
ontvange.
Wij wachten niet met onze liefde tot la
ter, totdat de Prinses volwassen zal zijn;
maar wij toonen Haar die vóór dien tijd,
wij bewijzen Haar die nu reeds. Ja, die
liefde was er bij ons al bij Haar geboorte.
Dat is gezien, gehoord. Toen reeds trilde de
mystiek der liefde voor Haar in ons. Wij
welen met ons feestvieren wat wij doen;
die eik der liefde heeft diepe wortelen. Wij
aanvaarden bij vernieuwing het trouwver
bond met Oranje. Wij heffen onze harte
lijke heilwenschen voor PrinseB Juliana
aan en wij roepen uit: „Leve Prinses Ju-
lianal" onzen tegenstanders, met welken
naam zij zich dan ook noemen, ten spijt.
Wij wensclien, bidden, vragen uit de hand
van onzen God voor Haar heil, zegen, wel
vaart en genade. En wij weten het: onze
Koningin en Haar Kind bidden mee en zij
zoeken Haar toevlucht bij den Almachtige.
Na bet samen zingen van Psalm 98 8
ging deze spreker in dankgebed voor, waar
na gemeenschappelijk, begeleid door hel
kerkorgel, staande gezongen weiden twee
coupletten van het „Wilhelmus".
Ter afwisseling van het gesprokene had
den zich welwillend doen hooren het Leid
sche orkest „Per Aspera ad Astra" en de
Rijnslnirgsche Chr. gem. zangvereeniging
„Deo Volente", beide onder leiding van den
lieer J. Noordanus. Het orkest bracht eenige
welluidende nummers ten gehoore, w.o. ook
het oude „Wilhelmus", slaande beluisterd,
en de zangvereeniging deed o.a. genieten
van Psalm 103 van E. Mobach, begeleid
door het orkest.
1-Mei-feesI van de S. D. A. P., den L. B. B.
en „Vooinit".
Bovengenoemde organisaties hebben de
1-Mei-vioring ditmaal groolsch opgezet en
de voorbereiding er toe heeft ongetwijfeld
veel werk en zorg gekost. Maar ook hier
geldt de spreuk, dat vele handen het werk
licht maken. De medewerking, die de be
sturen van vele kanten ondervonden, slem-
de hun dankbaar.
De viering is begonnen met een groot
kinderfeest in de Sladszaal. Vanmorgen was
het aantreden op de Heerengracht in en
vóór het Volksgebouw, vanwaar honderden
kinderen zich opstelden en zich met mu
ziek en banieren langs Heerengracht, Haar
lemmerstraat, Prinsessekade en Breesiraat
naar de groote Sladszaal begaven, welke
weldra geheel gevuld was. Zoowel de galerij
als de benedenzaal was met bloemen en
groen versierd. Natuurlijk predomineerde
daarbij rood.
De Voorzitter van den L. B. B., de heer
Baart, opende de bijeenkomst met een
forsch gestemde rede, waarin hij o.m. ge
waagde van het „100de" zonnelje, dat den
1-Mei-vierders ook eens Ier wille was.
De kinderen hadden nu eens vrijaf, en
waar sommige onderwijzers bezwaar had
den gemaakt, dat de jongens en meisje»
den gelieelen dag vrijaf zouden hebben,
daar zeide spr., dat zij zich daaraan niet
behoefden te storen. De 1-Mel-dag is ook
voor de jonge proletaren een feestdag.
Het programma was zeer afwisselend.
Ons troffen vooral de spelen en dansen,
keurig uitgevoerd door de leden der Cen
trale Jeugdorganisatie, jongens en meisje»
van 15 tot 21 jaar. Verder werd er gezon
gen en muziek gemaakt; er trad een goo
chelaar op, terwijl lusschen de bedrijven
krentenbrood.
Het was een welgeslaagde bijeenkomst
Inlusschen maakten ouderen In de voor-,
middaguren een propaganda-fiotetochl voor
Leiden en omgeving ter opwekking tol
deelneming aan het Mei-feest, terwijl van
2 tot 4 uur een concert werd gegeven in j
Volksgebouw.
En dan volgt de optocht, welke te half-,
.vijf opgesleld wordt aan de Doezaslraat,
afloop waarvan een feeslavQH<J in de
Sladszaal het {«eat zal besluiten, j
Geestelijke hulp aan Rnsland.
Vanwege de afdeeling Leiden van het
Advent-Zendings-Genootschap was gister
avond in de groote Nutszaal een openbare
samenkomst uitgeschreven, waarvoor als
sprekers waren aangekondigd de heeren J.
Eelsing, uit Rotterdam, W. Betram en H.
Turijnslra. beiden uit Den Haag, met het
onderwerp: De gevolgen van on- en bijge
loof en Russische toestanden in hel licht
van den Bijbel.
De vergadering, welke slechts matig be
zocht was, werd met gebed geopend, waarna
eerst de heer Eelsing een toespraak hield,
die in het algemeen de gevolgen van on- en
bijgeloof besprak, zoowel voor het tijdelijk
leven als voor de eeuwigheid. Het ongeloof
was vooral een vrucht van bijgeloof. Zoo
was dan ook zijn ervaring, dat de Dage
raadsmannen veelal afvallige R.-Kath. wa
ren. In Rusland heerschte vroeger hel bij
geloof ook en ook daar is het omgeslagen
in ongeloof, hoewel er een kentering
gaande is.
De heer Betram besprak vervolgens meer
in bijzonderheden de toestanden in R"
land. De Roomsche Kerk, die het einde
de Sovjetheerschappij voorziet, heelt het
oog op Rusland gevestigd. Spr. waar
schuwde daartegen en deelde mede, dat de
Advenl-zending in dit groote land ook vas
ten voet heeft verkregen, en reeds goed werk
heeft gedaan en er het ware Christendom
wil brengen. Daarvoor is toewijding noo-
dig, maar ook geld, en daarom wekte hij do
aanwezigen op er een gave voor te offeren.
Dit laatste deed ten slolte ook de heer
Twijnslra, die nog enkele mededeelingen
deed omtrent den ontvangst, hun in andere
plaatsen bereid, waar bij voor hetzelfdo
doel "optraden en veel sympathie en mede
werking ondervonden.
De heer Sporry, opera-zanger, le 's-Gra-
venhage, wisselde de sprekers af met solo-
zang- u 1
Bij den uilgang werd op een open schaal
gecollecteerd.
Bolercontrólesiation.
Blijkens het jaarverslag van hel Boler-
conlrólestalion Leiden over 1923 kwamen
in dal jaar negen aanvragen in om toela
ting als aangeslotene en wel vier van han
delaren, twee van zuivelfabrieken, een van
een margarincfabriok, tevens boterprodu-
cent, staande onder het hijzonder toezicht
bedoeld in art. 9 der Boterwet, en twee van
melkinrichtingen. Van de handelaren wer
den twee toegelaten, doch één wenschte van
de toelating geen gebruik le maken wegens
bezwaren tegen de hem op te leggen en
contractueel na te komen verplichtingen;
op verzoek van één handelaar werd afwij
zend beschikt terwijl de vierde zijn ver
zoek introk nog voordat dit in overweging
was genomen, eveneens wegens bezwaren
tegen de na le komen verplichtingen. De
beide fabrieken werden als aangesloten toe-
gelalen, doch ook een van hen kon op grond
van het feit, dat zij aan één der verplich
tingen niet zou kunnen voldoen, van het
recht tot aansluiting geen gebruik maken.
De margarinefabriek, tevens bolerprodu-
cent gaf later aan hel bestuur van het sta
tion te kennen, dat zij op toelating geen
prijs meer stolde, aangezien de aan de aan
sluiting verbonden finaneieele verplichtin
gen niet zouden opwegen tegen de voor
deden, welke daardoor eventueel door haar
te behalen zouden zijn.
De directeuren der melkinrichtingen, die
om toelating verzochten verkeerden in de
(onjuiste) meening, dat zij als aangeslote
nen toch gerechtigd zouden zijn, om naast
verpakte contróleboter ook margarine, me
langes en andere vetten en détail te ver-
koopen. Hun verzoeken konden door hel be
stuur niet in overweging genomen worden,
aangezien hunne toelating in slrijd zou zijn
geweest met do voor het Botercontróle-
station Leiden geldende Rijksvoorschriften
en bovendien met de ongereptheid van dc
Nederlandschc bolercontróle in het alge
meen.
Op 31 December 1923 waren tot aanslui
ting bij het Station toegelaten twee hande
laren en één producent, van welke één de
aan zijn toetreding verbonden verplichtin
gen alle had nagekomen en dus gerechtigd
was lot het voeren van het Rijksbotermcrk.
Voor de beide overige waren de voorberei
dende werkzaamheden nog niet volbracht.
Het aantal controlebezoeken van den met
de controle belasten ambtenaar, waarover
door dezen rapport werd uilgebracht, be
droeg 40. Uit deze uitgebrachte rapporten
viel af te leiden, dat door den ambtenaar
gedurende het geheele jaar in het bedrijf
der gecontroleerde firma niets abnormaals
werd aangetroffen.
Naast het gewone onderzoek werd ook
naar de juistheid van de wijze, waarop
door de bij het Bolercontrólesiation Leiden
aangesloten handelaren de bedrijfsboek-
houidng moet worden gevoerd, eenige ma
len en op ongeregelde tijdstippen een on
derzoek ingesfeld. Het resultaat biervan
was bevredigend; uit de inkomslen kon
worden geconcludeerd, dat in het bedrijf
inderdaad was geschied, hetgeen bij de
contróle der boeken aangegeven bleek.
„Le Chant ds la Cloche".
De uitvoering van „Le Chant de la
Cloche", légende dramalique van Vincent
d'Indy, gisteravond ln de Stadszaal, zal tot
een der meert geslaagde der Leidsche Toon-
kunst-afdeeling gerekend mogen worden.
BINNENLAND.
Zilveren jubileum van den heer W.
Brakel te Leiden.
H. M. de Koningin heeft het huldeblijk van
de Nederland-Amerika-stichting, een kostbaaz
gedenkraam voor de Nienwe Kerk te Delft,
aanvaard.
Memorie van Antwoord op het voorloopig
verslag der Tweede Kamer betreliende het
wetsontwerp tot wijziging en aanvnlling der
Nijverheideonderwijswet.
De heer J. Lazonder directeur van het
postkantoor te Rotterdam, wordt benoemd tot
directenr van den postchiqne- en giro-dienst.
Het hnweUjk geen reden tot ontslag eene»
onderwijzeres.
BUITENLAND.
Verdere stappen van de Commissie van
Herstel.
De Engelsche liberalen steunen de be
groeting, door Snowden ingediend.
Gaat België ook onderhandelingen openen
met sovjet-Rusland?
Het is een werk vol muzikale schoonheden
en onder de knappe en bezielende leiding
van den dirigent Anion Tierie is het geheel
tot een zeer levende vertolking geworden.
Waar bij muziek als deze door het innig
beschaafde van een fijnen Franschen geest,
ook in de meest dramatische gedeelten,
nooit wordt gezondigd door het gebruiken
van een buitensporig gezwollen stijl, zou
men spoedig gevaar loopen, dat de vertol
king der koren in fijnheid van nuanceering
te kort zou schieten. Doch het moet met
voldoening gezegd worden, dat wij juist
gisteravond de gevoelige tonaliteit, die do
koren hebben welen te vatten, bijzonder
hebben kunnen waardeeren. Ook het Resi
dentie-orkest heelt, hoewel ons somtijds de
begeleiding der solisten wat le sterk was,
over het algemeen ook zijn laak in deze
sfeer zeer lofwaardig welen te volbrengen.
Doch alvorens verder uit te weiden over
de prestaties der uitvoerenden, nóg iets over
het werk zelf. De rijk muzikale geest van
d'Indy komt op vele plaatsen heerlijk tot
uiting. D'Indy is leerling van César Franck
en hoewel zijn werk ook wel min of meer
gekenmerkt is door invloeden van dezen
grooten meester, heeft deze légende drama-
tique toch zeker niet die innerlijke vergees
telijking, die Franeks monumentale werken
kenmerken. Doch laten wij de qualiteiten
van mecsler cn leerling, die toch in elk
geval beiden tot de grootmeesters der mu
ziek gerekend mogen worden, niet te veel
met elkaar vergelijken en tegen elkaar uit
meten; doch liever thans het werk van
d'Indy op zichzelf bekijken.
Er waren gedeelten, die ons buitengewoon
troffen door den ongekenden gloed, die er
uit oplaaide. Zoo in hel tweede tafercel,
„de Liefde", cn vooral aan het slot van „het
Gildefeest". Ilet slot van het zevende tafe
reel, „de Verheerlijking" is inderdaad de
kroon op het werk. Zulke gedeelten zijn on
getwijfeld bijzonder geïnspireerd te noemen
cn worden voortdurend door een groote in
spanning gedragen. Doch anderzijds zijn
ook minder sterke passages aan te wijzen.
Zoo is ons bijvoorbeeld hel eerste tafereel,
„de Doop", hoewel rijk aan klank en kleur,
toch te zoelig en te slap. Doch over het ge
heel genomen is dit werk er ongetwijfeld
een, dal nog lang zal blijven hekoren.
Van de solo partijen kornt wel het belang
rijkste aandeel toe aan Wilhelm en Elco-
norc, welke partijen respectievelijk vertolkt
werden door den heer Gabriel Paulel, tenor,
en mevr. Joy Mac Arden, sopraan. De lieer
Paulet lieeit zeer vee! wijding aan zijn voor
dracht welen le geven. liet edele van Wit-
lielms geesl en karakter kwam goed tol uit
drukking. Het ontbrak soms echter wat aan
gloed en warmte. Dit waren nu juist weer
hoedanigheden, die sterk de vertolking van
Leonores partij door mevr. Mac Arden ken
merkten. Ileeds onmiddellijk bij baar op
treden in het tweede tafereel „de Liefde"
ontplooide zij deze qualiteiten in hoogs
male. Het was een genot voor de toehoor
ders, zooals zij in dil werk haar talent heeft
weten ten toon te spreiden. Het aandeel van
den heer Caro omv.itle de partij van den
Deken bij „hei Gildefeesl" en die van Mees
ter Diederik bij „de Verheerlijking". Wij
zouden zeggen; helaas du3 niel zon prg om
vangrijk, want het gevoelige geluid, ge
paard aan zoo edele, ontroerende voor
dracht, lieert ons wederom sterk bekoord.
Mej. Jo Vincent, sopraan, bad slechts ren
zeer bescheiden rol, die zij verdienstelijk
vervuld heeft.
Waar wij ons in den aanvang reeds heb-
ben uitgelaten over de prestaties van koren
en orkest, willen wij besluiten met voor liet
zoo welslagen dezer uitvoering onze hulds
te brengen aan dengeon, die zoo voorlreltei
lijk leiding heeft gegeven aan het geheel,
den dirigent Anton Tierie.