No. 19671.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 25 April.
Tweede Blad. Anno 1924.
EERSTE KAMER.
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
HET PLEEGKIND VAN DE
DRIE CELIBATAIRS.
(Vorvolg van gisteren).
Begrooting 1924.
AJgemeene beschouwingen.
De beer RINK (Y.-B.) betoogt, dat het
bezuiniginjsvraagstiik alles overheerscht.
gpr. rekent daaronder ook de vereenvoudi
ging van de rijksdienst, de salarissen, de
fiscale politiek en de belastingwetgeving.
De Staat heeft jarenlang op te groeten
(toet geleefd en moet zichzelf nu herzien.
j)e tekorten moeten steeds kleiner worden
Opdat inflatie uitblijft en de belastingen
kunnen dalen. Geschiedt dit niet, dan daalt
3e volkswelvaart Eendrachtiglijk wil spr.
(amenwcrken om het heil des lands te be
vorderen. Er zijn wel partijmannen die dit
gjlet inzien, maar spr. houdt niet van die
Opvatting. Do partijstrijd moet tot de ge
ringste proporties teruggebracht worden,
Jrant het nationaal belang eischt zulks Het
gevaar voor inflatie bedreigt ook de klei
Cere luyden, hetgeen zelfs de heer .Wijn
koop toegeeft. Het sluitend maken der be-
Krooting is een zaak van nationale betee-
fcenis. Daarom had spr. graag een nationaal
kabinet willen zien optreden. Spr. twijfelt
rniet aan of dit Kabinet ziet het nationale
slang in, maar spr. wenscht bewindslieden
j zien opgenomen, die uit andere partijen
^an links zijn voortgekomen.
Er wordt wel eens geklaagd over daling
pan het peil van het Parlement; spr. vraagt
(f een nationaal Kabinet niet juist geschikt
Sire geweest om dit peil te verhoogen, om-
it eendrachtig samenwerken het aanzien
lou hebben versterkt. Er is verschil van g«-
leelen bij de bezuiniging, maar juist daar
na was overleg no -dig geweest tuBschen
idle partijen. De reg tering zegt, dat geen
Ipder Kabinet mogelijk was. Spr. vraagt
Iraarop die bewering berust. De regeering
la toch terdege aansprakelijk voor den gang
fan zaken, maar zij geeft geen opening
*an zaken, zelfs niet als daarvoor alle ge
legenheid bestaat. In October kon do re-
rerlng de verantwoordelijkheid riet meer
agen. Toch zit zij er nog. Hoe is dit mo
gelijk 1 Alleen als ieder ander Kabinet on-
iiogelijk was, mocht dit teiugkeeren en
fniat daarom moest het volledig duidelijk
paken, dat geen ander Kabinet mogelijk
fas. Zijn eigen aanzien zou hot daardoor
hrbeteren.
Sluit dit nu samenwerking met het Ka
binet uitl Allerminst, meent spr. hij wil
pet zelfs indien eenigszius mogelijk steu
nen. De regeering kan spr/a steun afwijzen.
Umdat zij meerderheid genoeg heeft, maar
0is opvatting zou hem grieven.
Spr. gelooft en neemt aan, dat dit Kabi-
Jet op oen breeder standpunt staat en
kraag steun ontvangt, zelfs van zijn tegen
Standers. In die veronderstelling zal spr.
lijn meening uiten. Waarom neemt de re
geering allerlei onderwerpen ter band, die
biet nationaal zijn 1 Afschaffing der Staats
loterij, verbod van crematie, Zondagswet,
Yokkenwet, vallen buiten het nationale ka-
ïakter en waarom zou de regeering ze en-
Jtameercn, terwijl ze toch genoeg te doen
liesft I Zet de regeering haar zin door, dan
graait zij de schroef van den partijstrijd
fcoodeloos aan. Minister Heemskerk heeft
pslangs gezegd, dat voor herinvoering der
Doodstraf geen algemecne opinie beBtoud
In 'dat was juist. Hetzelfde geldt b.v. voor
Do afschaffing der Staatsloterij. Een rofe-
lendum zou uitmaken dat een verplette-
lende meerderheid daar tegen is. Schaft de
IPgeering ze af, dan verrijzen de clande
stiene loterijen ais paddestoelen u-t den
grond.
Spr. merkt op d;ü wat de lootwet betreft,
gerwerping niet beteekent, dat alles voor de
floot was uitgesloten. Ze beteekende alleen,
1st de Kamer de parti] koos van minister De
Deer in het conflict (ussclien dezen en het
Kabinet. De regeering moet itu niet met een
Slootwet komen of zij moei er bij bepalen,
Dat later wordt bepaald wat het tijdstip van
uilvoering zal zijn. Alleen daardoor zou zij
het votum van 26 October verdedigen.
Met de politiek van de regeering ten aan-
ïien van de huwende ambtenares, is spr. het
plet eens. De regeering moet geen dwang
vindt. Bovendien had de regeering dit punt
niet bij algemeenen maatregel moeten rege
len.
Nopens art. 40 Pezoldigingsbesluit staat
hij grootendeels aan de zijde der Regeering.
De Kroon had, heeft en zal hebben de be
voegdheid om de salarissen vast te stellen.
Arlikel 40 is in aanhef overbodig en de
tweede helft is daarmede in strijd. De Kroon
kan haar eigen macht niet bij Kon. Besluit
beperken en dus was zij verplicht art. 40 in
te trekken. Van verkregen rechten kan z. i.
geen sprake zijn.
Spr. kan zich echter niet vereenigen met
het wetje dat den ambtenaren de gelegenheid
wil ontnemen om zich bij den rechter op art
40 le beroepen.
Ten slotte spreekt hij de hoop uit dat hij
gelegenheid zal hebben met dit Kabinet sa
men te werken.
De heer VAN LANSCHOT (R.K.) betoogt
dat bij de Vloolwet de Eerste Kamer is be
handeld gelijk het ging bij den vrede van
Utrecht; wij handelen over u, met u en zon
der u.
De heer VERKOUTEREN (C.H.): Den vrede
van Rijswijk bedoelt ul (Gelach.)
De heer VAN LANSCHOT R.K.) onlkent,
dal de regeering te korl is gescholen in re-
geertaak. Hij wijst samenwerking lusschen
S.D.A.P. en R.K. af. De R.K. arbeiders zul
len wel wijzer zijn. Gaarne blijft spr. met
andere groepen van rechts samenwerken.
Ten aanzien van de financieele vragen
constateert spr., dat niemand van de opposi
tie een algemeen plan heeft opgesteld voor
het sluitend maken der begrooting. Vol ver-
wachling hoopt hij op een uiteenzetting van
den heer Wibaut over diens vage plan.
De heer WIBAUT (S.D.) verwijt de Regee
ring dat zij een toestand liet ontstaan waarin
zoo n groot tekort ontstond. Tusschen den Mi
nister van Financiën en spr. bestaat geen
verschil van meening len aanzien van de
dekking der tekorten, maar wel over het tem
po en de wijze waarin verschil beslaat. De
Minister bezuinigde met het potlood en niet
met oordeel en hij wil te snel aan het eind
zijn. Ook gaf de Minister te weinig cijfers en
mag dus een ander niet vaagheid verwijlen.
Zoo was het len opzichte van de salarisver
laging beier geweest geen cijfer vóóraf te ge
ven, want dat lijkt op dicleeren van zijn wil.
Humoristisch acht spr. de uitdrukking
„kleine retouches" die de Minister hier en
daar wil aanbrengen. Wat de minister wil is
noch door noch builen georganiseerd overleg
te verkrijgen en spr. betwijfelt of hel den Mi
nister gelukt een sluilend budget te leveren,
indien hij bijv. niet verder gaat met bezuini
gingen op militaire uilgaven. Voor spr. staat
het vast, dat 't voor kleine stalen 'n onnoeme
lijke, een misdadige dwaasheid is om den
échijn aan le nemen van zich te kunnen ver
dedigen als hel op vechten aankomt. Neder
land moet niet het standpunt innemen dat
het alleen aan een internationale ontwape
ning kan deelnemen. Dat moet Engeland wel
doen, maar daarom zal Mac Donald ook wel
eer) ontwapeningsconferentie bijeen roepen.
Indien spr. niet de hoop kan koesteren dat
eenmaal de oorlog zal verdwijnen, dan zou
hij wanhopen aan de beschaving en haar uit
bouw.
Wat de inflatie belreft, spr. betreurt het dat
het antwoord van den Minister op spr.'s vra
gen in het Voorloopig Verslag meer leuk dan
ernstig was. Gaat het wel aan dat de Regee
ring haar souvereine taak overdraagt aan de
Nederlandsche Bank. Dit leidt lot financieele
dictatuur, waartegen spr. zich verzet, gelijk
legen elke dictatuur, die juist de democratie
dringt naar hel parlementaire stelsel. Infla
tie is een ramp voor de niet-rijken, en ze
dient dus geweerd. Maar men mag niet met
het gevaar voor inflatie schermen om aller
lei sociale verbeteringen tegen te gaan. Dat is
ook een gevaar voor den Staat. Een finan
cieele gestie die het economisch leven drukt
of de ontwikkeling daarvan tegengaal. is ook
nadeelig. Leeningen voor kapitaalsuitgaven
zijn onvermijdelijk.
Een winstbelasting is niel hetzelfde als een
dividendbelasting. De winstbelasting moet
drukken op de werkelijke winst en niet wat
de vennootschappen als zoodanig aanwijzen.
Tal van trucs worden nog steeds gebezigd
om aan een winstbelasting (e ontkomen en
daaraan wil spr. een eind maken. Hoeveel
maatregelen in het leven roepen; zij heeft ,zoo'n belasting zal opbrengen kan spr. niet
Ëleen met het dienstbelang le rekenen en schatten maar dal het veel zal zijn is wel ze-
id kunnen nagaan of het dienstbelang na- ker. Het is geen diefstal of roof als men van
deel van het huwelijk der ambtenares onder- een conjunctuurwinst een deel tot zich neemt
voor den Staat Als deze belasting is inge,-
voerd is ze evengoed een recht als een eigen
domsrecht
De heer VAN LANSCHOT (R.K.): Dat is
een natuurrecht.
Dc heer WIBAUT (S.D.): Een natuur recht
Wie heeft het ooit gehoord.
Spr. wil geen wijziging der forensen-be
lasting, die pas is vastgesteld. Er zijn onrede
lijkheden, maar die zijn le herstellen zonder
wetswijziging.
Ten slotte behandelt hij de financieele ver
houding tusschen rijk en gemeente; die hij
dringend wenscht te wijzigen. Met het in
trekken der nood-uitkeering 1923 heeft de
Regeering de gemeenten gedupeerd. Spreker
dient een motie in waarin nooduitkeering
oyer 1923 alsnog wordt gevraagd op grond
van de toezegging van minister De Geer.
De heer H. FRANSSE (A.R.) betreurt het
dal de Eerste Kamer niets afweet van en
niet gekend is in de gebeurtenissen der cri
sis. Dat neemt niet weg dat spr. zijn steun
aan dit Kabinet geeft. Vdor overleg tusschen
alle partijen is spr. wel le vinden.
De vergadering wordt verdaagd tol heden
elf uur.
Het weer, dat langzaam
aan zachter wordt, en de zon, die af en loe
schijnt, bevorderen den bloei van narcis
sen en hyacinten. De bloemenvelden staan
thans aardig in bloei en wie genieten wil
van deze lenleweelde, kome nul Op werk
dagen is er een rustige gelegenheid om te
wandelen en te fietsen. Bij gunstig weer
mag er Zondag een groote drukte verwacht
worden. Aan den straatweg is veel te zien
(builen de kom der gemeenten in de bollen
streek vanzelf), maar het meeste natuurlijk
aan de zijwegen en bij voorkeur dis ten
westen van den straatweg Leiden-Haarlem.
Uit Roelotarendsveen
meldt men ons: Donderdagmiddag ont
spoorde alhier de locomotief van den goe
derentrein De oorzaak van het ongeval
was, dat de arbeider-lelegralist v. V. ver
zuimde den wissel over te zetten, waardoor
de trein op het stootblok reed. De locomo
tief ontspoorde geheet en kwam in het
mulle zand terecht. Het stootblok werd bijna
geheel vernield. Eenige materieele schade
werd aangericht. Onmiddellijk werd tele
grafisch om een andere locomolief ge
vraagd. Persoonlijke ongelukken kwamen
gelukkig niet voor.
Gisterochtend, omstreeks elf
uur, is op de Prins Hendrikkade, te Amster
dam een 16-jarige wielrijdster door een
vrachtauto overreden en gedood.
Te B r 0 e k 0 p-L angendijk ia uit
een sloot bij baar woning het lijk opge
haald van Geertje Borsten, die vermist
werd.
De uitvoervergunningen
voor don verkootp van paarden naar Duitsch
land zijn geëindigd. In Nederland kan tot
ongeveer half Mei nog pp Duitsche aankoo.
pen worden gerekend.
Uit Amersfoort is dezer da
gen aan een vorrekcniDgshurean te Am
sterdam een brief verzonden, aangeieekend,
maar zonder aangifte van waarde. De
brief, welke ruim f 210 moest bevatten,
bleek bij aankomst geen geldswaarde in te
houden. Het ondorzock heeft geleid tot ar
restatie van den afzender, J. F. G., te
Amersfoort. De2e heeft bekend, den brief
zonder geldefijken inhoud te hebben ver
zonden.
Naar „De Ne'd." verneemt zul-
lon de plannen der directie vaD de Gel-
dersoh-Overijselsohe Stoomtram-Maatschap
pij lot loonsverlaging van f 1 per week
voor de werklieden en f 50 per jaar voor
de ambtenaren niet tot uitvoering komen.
De politie te Wij kb ij-D u u r -
stede heeft gisteravond doodo kalveren
van den koopman. Van R. in beslag geno
men, welke waarschijnlijk bestemd waren
voor een worstfabriek.
Op last van de justitie is te
Veenendaal opgegraven het lijk van bak
ker Van der B., die den loden dezer 's mor
gens vroeg dood in zijn bakkerij is gevon
den. Er loopen gefuchten, dat hij niet zijn
natuurlijken dood zou zijn gestorven.
In Erp, bjj .Veghel, beersoht
in hevige mate mond- en klauwzeer. Op
niet minder dan is stallen is deze ziekte
geconstateerd. De groote uitbreiding schijnt
te wijten aan het feit, dat landbouwers
verzuimd hebben, tijdig aangifte te doen.
Eerst op 16 April, toen de politie en de
veeartsenijkundige dienst er keDnis van
hadden gekregen begonnen de aangiften.
In bet gehucht Éeidonk staat een stoom-
zuivellabriekje met plm. 60 leveranciers.
Vermoedelijk zijn nu de eerste aangetaste
veestallen bun melk blijven leveren on daar
er op deze fabriok niet gepasteuriseerd
werd, had de ziekte spoedig een grooton
omvang aangenomen.
Reeds de helft van de koeien der lovo-
ranoiors moet aangetast zijn, terwijl het
niet onmogelijk is, dat de ziekte spoedig
algemeon wordt.
Nu reeds heeft zij onder het jonge vee
en ook onder 'de biggen danig huisgehou
den.
Omstreeks zes uur gister'
avond is brand uitgebroken in bet perceel
Pelstorstraat, te Groningen, waarin do fir
ma Gebrs, Fleurke een kaashandel dreef.
De brand is ontstaan, doordat een ketel,
waarin parafine, bestemd voor het para-
fineeren van kaas, verwarmd werd, omviel
en in een petroleumtoestel tereoht kwam.
De vlammen bepaalden zioh tot bet inwen
dige van het gebouw, doch er ontwikkel
de zioh een geweldige, kwalijk riekendo
rookmassn, die hot blitssehingawerk be
moeilijkte. De waterschade is grooter dan
de door het vuur veroorzaakte sohade.
Uit Flnsterwolde wordt ge-
meld, dat de arbeiders, een kleine dui
zend, werkzaam bij de indijking van den
Carel-Coenraad-poldor den arbeid neer
legden. Zij vragen loonuitkeering voor ver-
ïoopen uren.
Men meldt aan de „N. R. Cl. u i t
Zeeland: Er werden weer oesters ontdekt in
den mond der Wester-Schelde; maar het is
gebleken dat de waarde niet groot is, hoewel
de gevonden schelpdieren groot van stuk wa
ren. In 1910 werd ook zoo'n groote oeslerbank
ontdekt en gingen korsloomboolen van Icr-
seke, een treiler van IJmuiden en een van
Ostende er heen. De korboot bracht 300 man
den mee de eerste maal. De Ireiler uit IJmui
den ving in eenige uren 70,000 stuks, maar
die te Ostende slechts 100 manden. Deze in
de Noordzee gevangen oesters werden eerst
op verschillende banken in de Oosler-Schelde
en de Grevelingen uitgezet, doch omdat zij
zeer vuil waren en aangetast door boorspons,
werd dat uitzaaien op die banken verboden.
Het geldelijk voordeel was ten slotte in 1910
niet groot, al waren de oesters groot, goed van
visch enz. In de eerste plaats werd over den
smaak afwisselend geoordeeld; veel waren
bezet met boorspons, wat natuurlijk de ver
koopwaarde deed verminderen, Men was ook
bang het opgekorde goed uit diep water ge-
vischt, pl.m. 14 vadem, over te brengen op
ondiep waier, omdat men bang was, dat dit
nadeelig zou werken. Feitelijk dus weinig
succes, wal ook nu wel het geval zal zijn.
Hoe was dat m 0 g e 1 ij k?
Rechter: „Hoeveel malen kuste hij u?"
Aanklaagster: ,,lk was zoo beduusd, dal
ik me dat niet kan herinneren."
Rechter: „Wal? Terwijl de overtreding
vlak onder uw neus plaals had''"
BUITENLANDSCH GEMENGD.
Te Chicago za! een nieuw holel worden
gebouwd, dat het grootste ter wereld moet
worden. De aankondiging, op zijn Amcri-
kaansch, luidt als volgt:
Het hotel zal koslen zeventien millioen
dollars, de inrichting drie millioen. Hel land
waarop hel hotel gebouwd worden zal, kost
Iwinlig millioen. Het liulel zal 2268 kamers
tellen, wat 63 kamers meer is dan het holel,
dal op het oogenblik de eer geniet hel groot
ste le Koelen (het hotel Pennsylvania te New,
York). W^'veer het een gast behagen zou,
iederen racht in een andere kamer te sla
pen, zou hij zes jaar ouder zijn, voor hij van
alle kamers had gebruik gemaakt. De geza-»
menlijke lengte van de gangen bedraagt vier
mijlen (6 kilometer), en voor het gebouw zal
een oppervlakte van 3acre aan venster"
glas noodig zijn.
De Amerikaansche president Coolidgd
heeft gebroken met het gebruik van den»
handruk-aan-iedereen, die anders bij popu»
laire recepties tol de lasten van het pres!"
dentschap behoorde en die voor de bezon-»
kers een feest, voor den president altijd oen
marteling was. Er is nu iets nieuws bedachts
minder laslig voor den president, maar oolj
minder w aardig. Thans wandelen de bezoe-»
kers door de werkkamer van den president,
die aan zijn schrijftafel zit te arbeiden. D«|
President kijkt niet eens op; en de bezoe-»
kers bekijken hem oens va® terzij en zijn
dan weer het vertrek uit vóór zij het weten,
maar praktisch is het toch ook wel weer.
Bij Roqueforl werd op den spoorwegovei»
gang een aulo, waarin zich een cchlpaad
mei twee kinderen bevonden, door den snel-»
trein gegrepen, en totaal verpletterd.
De vrouw en één kind werden gedood, d4
vader en het andere kind kregen levens-»
gevaarlijke verwondingen.
Bij een mijngasonlplofiing le Marcinelleh
nabij Charleroi zijn 2 personen gewond en 7,
personen gedood, onder wie een ingeniem
die gisteren juist van zijD huwelijksreis le,
ruggekeerd was.
Een tachtigtal jonge communisten, zooge>
naamde freie Zunftgenossen die Zaterdag»
avond bij Buchow in de Zwilsersche Marken
kampeerden, hebben drie padvinders, di<
blijkbaar tot rechtscho vereenigingen behoor.,
den, overvallen. Een hebben zij gedood dook
een dolksteek in de longen; de tweede hcefi
een messteek in den rug gekregen maar zal
waarschijnlijk gered worden; de derde werij
slechts duchtig afgeranseld. De jeugdige corm
munisten hadden alles goed overlegd. ZIJ
verdeelden zich in twee groepen en richtten;
een soort van klopjacht in op de padvinders.
Wat hen hiertoe heeft doen besluiten is hel
feit, dal het hun sinds cenigen tijd verboden
was in het bosch van Buchow te kampeeren.
Daar haden de rechlsche padvinders voof
gezorgd, zoo meenden de Zunflgenossen.
Na den moord kwamen or een paar bosch'-»
wachters Ier plaalse die er nog in slaagden
Iwee van de jonge moordenaars in hechtenis
(e nemen. Zij werden naar het politiebureau
van Buchow gebracht, maar moesten week
op vrije voelen gesteld worden toen de jeug,
dige gezellen naar het dorp kwamen en
dreigden het bureau te bestormen. Er waf
niel voldoende politie beschikbaar om de ke»
relljes in bedwang te houden. De „Bórsen'
Courier" schrijft naar aanleiding van dia
moordpartij:
„Deze lage en lafte moord bewijst lol welk*
resultaten de nietsontziende ophitsende pro-»
paganda in deze verkiezingsperiode, waarbij
de felste haat tegen de eigen volksgenootcD
gepredikt en alle gevoel van samenhoorig-»
heid onderdrukt wordt, reeds geleid heeft. Dis
agitatoren wenden zich bij voorkeur tot d»
jeugd... Het is zeer te betreuren dat d»
jeugd, welke nog niet in slaat is zich een zelf
standig oordeel te vormen over de politiek,
toch in den strijd der parlijen betrokken
wordt en juist door de ultra's van rechts en
van links hef slerksle beïnvloed wordt."
De politie te Marseille is een internatio
nale dievenbende op liet spoor gekomen, die
er haar werk van maakte de poslstoomsche-
pen van Marseille naar Buenos Ayres te be
stelen. Men schat, dat de bende tot dusver
zes millioen frank gestolen heett.
Dinsdag a.s. zal een zekere majoor For
bes Leilh in een 14 pk. reisaulo. uitgerust
met een filmtoestel en een aantal kleine wa
penen, uil Londen vertrekken voor een reis
van 5000 mijl naar Qiiella, een buitenpost
in Noord-West-Indic. Forbes Leilh neemt,
behalve een filmman. een persoon mede, die
een dagboek zal houden. Hij wil een poging
doen om de plaals zijner bestemming door
woestijnen en langs de meest verlaten plaat
sen der wereld te bereiken, -zonder andero
hulp dan zijn auto en zijn eigen vernuft.
Bc-hatvc dc overtocht over hel Kanaal en
Ceauthoriseerde vertaling naar het
Engelsch van E. PHILIPS—OPPENHEIM,
door Mevrouw v. d, W,
(Nadruk verboden)
22)
>,lk bemerk," zeide hij, „dat ik niet ver
telen 'en. Dal is zeer vleiend. Mijn vrien
den buitenslands hebben mij verteld, dat ik
iedurendr de iaatsle twaalf maanden veel
leranderd ben."
."O&Wlwijfeld, u is veranderd," gaf ik
„Df omstandigheden, waaronder wij
zaaj' voor liet eorsl ontmoetten, waren niet
p? z.°°d?.nig;n aard, om die te vergeten.
lan ll"1'1'"' '}-Ca mi'n vr'end» d-n heer Al-
liifc^r zer'r." gaf hij loe mei een hofle-
h("i»a „Ik ben zeer ver-
Een L 'k u 'ocva'bg weer ontmoette,
land r a»00 gsleden kwam ik in Enga-
ten i,miMr lk n'el gedacht eer dan mor-
hadl 1 2ei;oeS"i hebben u le zien. U
b'ooremr r We' vcnvacllt eer ic,s van mij le I
Mwr1lk?n,.'k nie' 2a«gen," antwoordde ik.
3a; wil 1 -?E u Verzekering geven,
ïëel htii f*"1 verschillende redenen,
ben di- ^'er le z'en- *-r z'Jn vele za-
feesprek üclgaarae met u wenschen le j
snitnheUoei?"dan Wederl£eeriS' Met J
Icel *°edl" antwoordde ik, I
„U helpt haar om haar lijd nuttig te be
steden; het doel mij genoegen dat le heb
ben onldekt. Ik zag gisteren in de Mordaunt"
Rooms Iwee van haar miniaturen."
„Isobel heeft gaven," zeide ik. „Wij doen
ons best, om haar te helpen die te ontwik
kelen.'
De lieer Grooien wendde zich tot mij.
„Waarom heeft u geweigerd gebruik te
maken van het geld, dat ik voor haar be
schikbaar stelde bij de London en .West
minster Bank?"
„Omdat wij Diet wisttn, met welk recht u
voor haar zorgt."
De heer Grooten glimlachte als een
sphinx zou geglimlacht hebben. De uilwer-
kïng daarvan op ons was, dat wij ons heel
jong en onervaren voelden.
„Mijn recht zal wel even groot zijn als het
uwe."
„Misschien," zeide ik. „In ieder geval
blijft het geld daar op haar naam staan.
Later heeft zij het wellicht meer noodig
dan nu."
De heer Grooien scheen die gedachte
eenigszins vermakelijk le vinden.
„Neen," zeide hij, „ik acht dat niet waar
schijnlijk. U hadt dat geld gerust kunnen ge
bruiken nu gij dat echter niet hebt gedaan
nu, het is van weinig belang Ik ver
onderstel. dat er pogingen zijn gedaan, om
het kind aan uw zorgen te onttrekken?"
„Verschillende. Madame Richard en lady
Delahaye waren beiden even volhardend."
Grooten knikte.
„U heeft een zeer groot beleid getoond,
door le weigeren haar aan één van de iwee
af te staan."
„En vandaag." vervolgde ik, „is er een
derde persoon bijgekomen, die de zorg op
zich wil nemen. De Aartshertogin van Brist-
law zelve heefl aangeboden ons te ontlasten
van onze voogdij."
De heer Grooien liet zijn sigaret vallen en
scheen zich dat niel bewust te zijn. Hij deed
len minste geen poging om haar op le ra
pen. Hij trilde, alsof iemand hem een klap
had gegeven. Hij was, voor iemand, die ove
rigens zoo kalm was, blijkbaar diep onder
den indruk.
„De Aartshertogin heeft Isobel ge-
zienl" mompelde hij.
„Zij ontmoetten elkaar toevallig eenige
dagen geleden in Mordaunt Rooms. De
Aartshertogin was vergezeld van een jong
meisje van ongeveer Isobels leeftijd. Wij
stonden plotseling tegenover elkaar en de
gelijkenis lusschen de twee meisjes was zóó
treffend/ dat wij allen verbaasd waren. Het
was een1 zeer bijzonder oogenblik. Wij ver
lieten de tentoonstelling onmiddellijk. De
Aartshertogin zond iemand van haar gevolg
achter ons aan. Ik heb loen met haar een
en ander omtrent Isobel besproken."
„Kunt u dat gesprek weergeven?"
„In 't kort, ja," antwoordde ik. „De Aarts
hertogin zinspeelde er ronduit op, dal zij
gelooide, dat Isobel morganatisch aan haar
familie was geparenteerd. Zij wenschte haar
onder haar eigen hoede te nemen en voor
haar te zorgen."
„En u?"
„Ik vond het hel beste, daarover eerst
eenigen tijd na te denken. Ik was van plan
de geschiedenis van de familie der Aarts
hertogin eens na le slaan."
„U deedt geen belofte?"
„Zeker niet. Om u de waarheid le zeg
gen, maakte de tegenwoordigheid van lady
Delahaye bij de vorstelijke familie geen aan
genomen indruk op mij. Ik heb geen ver
trouwen in de goede bedoelingen van lady
Delahaye ten opzichte van Isobel."
De heer Grooien keek mij vluchtig aan.
„Toch," zeide hij zachtjes, „wordt er ver
teld, dat u en lady Delahaye zeer goede
vrienden zijn geweest."
„Dal doet hier niels Ier zake. Ik kende
haar vóór haar huwelijk, maar heb haar
sinds dien tijd zeer weinig gezien. Hel staal
vast, dat onze verhouding op het oogenblik
ternauwernood vriendschappelijk kan wor
den genoemd. Wij hebben een verschil van
inzicht betreffende onze voogdijschap over
Isobel. Lady Delahaye keurt haar tegen
woordigheid .hier niet goed."
De heer Grooten glimlachte
„Dat is begrijpelijk. Mag ik verder een
lipanigszin» onbescheiden vraag doen? U
waaTt hedenavond, geloof ik, de gasten van
baron von Leibingen, die, zooals ik begrijp,
een persona grata is bij de Aartshertogin. Ik
veronderstel, dat die samenkomst in ver
band slond met Isobel?"
„Isobel was daarvoor de eenige aanlei
ding," antwoordde ik. „De Aartshertogin is
een volhardende vrouw. Zij wilde niet aan
nemen, dat mijn antwoord op haar eerste
aanbod beslissend was. Zij gaf de zaak in
handen van den heer von Leibingen en on-
gelwijfeld was hij, lot op het laatst van ons
onderhoud, toen hij zijn bedaardheid ver
loor, een zeer flinke afgezant. Hij bewees
ons vrij duidelijk, dal het onze plicht was
Isobel af te staan aan hen, die meer rechl
hadden om de zorg voor haar op zich le
nemen, en bij besloot met on3 chóques te
overhandigen zij waren elk vijf duizend
pond groot, nietwaar, Allan?"
De |^er Grooien leunde in zijn sloel ach
terover en lachte in stille.
„Die arme von Leibingen," mompelde hij;
„hij doel zijn geheele leven niels anders
dan domliedenl Toch, vriend, ben ik bang.
dat deze zorg, die ik zoo gedachtenloo3 op
uw schouders legde, zal blijken zeer moei
lijk le zijn. En u ziet, dat ik u zelfs geen
chèques aanbied."
Allan slond plotseling op.
„U biedt ons geen chique aan, mijnheer
Grooien," zei hij rustig, „omdat u meer van
de zaak alweet. Er is echter een andere mry-
nier, waarop u ons kunt beloonen voor de
niet geringe onaangenaamheden, die wij
hebben ondervonden. U kunt onze taak
lichter maken en waardiger; u kunt ons een
vraagbeantwoorden, die, ik geloof dal te
mogen zeggen, wij het recht hebben te
doen."
De heer Grooten boog het hoofd een wei
nig voorover. Hij maakte geen opmerking.
Allan wendde zich tot mij.
„Arnold," zeide hij, „het is meer jouw
werk dan het mijne, want jij bent hel ge
weest, die den eersten stap hebt gedaan. Ik
wensch mij daarin niel ongepast te mengen.
IIoc dan ook, ik geloof, dal de lijd gekomen
is, dat, in ieder geval aan ons, het geheim
van Isobels verleden wordt geopenbaard.
Wij zouden zooveel slerker staan door de
waarheid le welen. Je vriend, mijnheer
Grooien, kan ons alles duidelijk maken, als
hij wil. Vraag hem om dat te doen. Ik ga
nog verder, ik durf zells zeggen, dat wij het
rechl hebben daarop aan le dringen."
De heer Grooten zat bewegingloos. Op
zijn gezicht was nauwelijks te lezen, of hij
een woord van Allan had gehoord
(Wordt vervolgd