No. *9658. fcj LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 8 April. Tweede Blad. Anno 1924. j Gemp°nfo,"33fJ van Leiden. FEUILLETON, HET PLEEGKIND VAN DE DRIE CELIBATAIRS. (Vervolg van gisteren). I. 9o. Voorstel: a. tot verhuring van het pakhuis Joden- kerksteeg No. 2, aan L. van Dam; b. tot verhuring van het pakhuis Joden- kerksteeg No 4, aan G. Kuperus. (95) De heer BERGERS vreest, dat bij verhu ring van 't pakhuis het daar er niet mooier op wordt en hij geelt een andere regeling in overweging. J De heer SÏTSMA acht verhuring van pak- fcuis op dit oogenblik niet zoo slecht, maar hij heelt bezwaar tegen de drie jaar, ook al kan men er eerder al. Ook zou hij liever ver hoop willen oi zoo iets. f Wethouder MULDER erkent, dat er wel vrat goeds i3 in heigeen de heeren zeggen, maar de regeling van B. en W. lijkt hem thans meer gewenscht. Tusschentijds kun nen B. en W. de huur immers opzeggen en ioo slecht is het er nog niet. Komt er een goede gelegenheid om te verkoopen ol zoo, welaan, dan kan men zien. De heer BERGERS vraagt ol aanhouden tot de volgende vergadering niet dienstig is, teneinde B. en W. in de gelegenheid te stel len, de kwestie nog eens onder de oogen te tóen. I De heer SPLINTER zegt, dat het er nu nog een ruine is, vooral aan de overzijals dat In orde is, kan men verder zien en zal er wel iets op te vinden zijn. De VOORZITTER raadt ook len sterkste aannemen aan. 't Zal nog wel een jaar ol drie dureD, eer de ruine, die er nu is, weg is en de pakhuizen zijn zoo leelijk niet. Is de andere ruine weg dan kan men weer zien. I De heer SYTSMA kan zich er wel mee ver- tonigen, nu B. en W. de kwestie onder de Jogen zullen blijven zien. Het voorsie! wordt z. h. st. aangenomen. 't lOo. Praeadvies op het verzoek van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland, om het gebruik van de Stads- Gehoorzaal tegen verminderden prijs ten behoeve van de op te richten Aigemecne -^Handelsbeurs. (90) De heer v. ECK staat niet onsympathiek tegenover een handelsbeurs, waardoor toch jpok meer werkgelegenheid komt. Wilden B. en W. daarom cenige tegemoetkoming geven hij zou geen bezwaar maken. Maar met deze voorwaarden van verhuring der Sladszaal kan hij niet meegaan. Het lijkt hem niet rechtvaardig voor 16 per week de groote zaal te geven. Een handelsbeurs valt ol staat niet me t de uitgaaf van c-en paar honderd gulden meer. Tegen het minimum zou hij geen he rwaar hebben. Hij vraagt ol ook de receplie- ^iamers beschikbaar komen, dat lijkt hem ook keer bezwaarlijk en slecht voor deze zalen. Bovendien lijkt hem deze verhuring vaor dit geld onbillijk tegenover den pachter der Graanbeurs, die bij den inhuur deze verplaat sing niet kon voorzien. ledoren Vrijdag zal de zaal toch niet be schikbaar zijn. B.v. 1 Mei volgend jaar valt op Vrijdag en dan is den gansehen dag de |£aal noodig. Spr. is echter niet geheel gerust pp de maatregelen van B. en W. in dit geval. De heer W1TMANS zegt, dat de heer v. Eek hem liet gras voor de voeten heelt wegge maaid. Alleen wijst hij er nog op, dat de K. jr. K. wat voorbarig was door de advertentie, waardoor al tevoren werd aangenomen, dat het voorstel van B. en W. zon worden aan vaard. Hij zou wilen voorstellen vast te leggen, 3at van 1 Mei 1921'25 de minimum-liuur Wordt betaald, f Do VOORZITTER: De verhuring is een zaak van B. en W. Gaan beneden het mini mum-tarief raakt alleen den raad. De lieer HEEMSKERK acht de houding Van B. en W. in dezen volkomen consequent .Voor ieder, die liet belang van een handels beurs inziet. - De VOORZITTER zegt dat hot alleen een proefneming is voor een jaar. B. en W. kun nen dan later zien. Slaagt het, dan is mede- Werking niet meer noodig maar de proef mag men toch wol bevorderen. Een subsidie zou precies op hetzelfde neerkomen. Receptie- en slemzaal liooren bij de groote Zaalvoor bederven vreest hij niet daar komt toch de administratie. Dat de pachter der Graanbeurs benadeeld zou worden, gelooft hij niet, de Graanbeurs gaat er niet vandaan. Wat de l-Mei-.viering betreft, ook voor deze feestdag zal de K. v. K. worden U'ti esloten. Dat er geadverteerd is is logisch, die man nen houden van vooruitgang, daarom. An ders had de K. v. K. immers nog den mini mumprijs kunnen betalen, zoo het voorstel er eens niet kwam. B. en W. geven alleen een faciliteit, die niet zoo heel groot is, daar de brandwacht b.v. apart betaald zal worden etc. Z. i. moet de beurs een goede kans worden gegeven in het belang der geheele bevolking. Ten zeer- slo raadt hij aannemen aan. De heer v. ECK meent, dat de gemeente al moreelen steun geelt door iedereu Vrijdag de zaal te geven en voor minimum tarief. De VOORZITTER: het geven iederen Vrij dag gedurende de morgenuren is een voordeel voor de gemeente. net praeadvies van B. en W. wordt aan genomen met 257 stemmen. Tegen de heeren Baart, v. Eek, Verweij, Witmans, Kooistra. Knuttel en mevrouw Dietrich. llo. Voorstel: a. tol wijziging van de verordening, hou dende regeling van de jaarwedden der leeraren aan het Gymnasium, de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus en de Hoogere Burgerschool voor Meisjes; b .tot opnieuw vaststelling der gewijzigde verordening. (91) Conform besloten. 12o. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst, betreffende de levering van eteclriciteil aan de gemeente Moercapelle door de Stedelijke Eleclriciteitsfabriek te Leiden. (88) Conform besloten. lBo, Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de uitbreiding van het Volks- en Schoolbad aan de Van der Werfstraat, met 2 badcellen en 2 ketels. (92) Conform besloten. 14o. Voorstel: a. lot overneming in eigendom bij de ge meente van eenige slootgedeelten, tusschen den Heerensingel en de Kooilaan; b. tot overneming in eigendom bij de ge meente van eenige strooken grond en wa ter, Sectie K No. 2521 ged.; c. fot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de demping, rioieering en ver harding van de sub a bedoelde sloot (93) Conform besloten. 15o. Voorstel: a. tot overneming in eigendom en onder houd bij de gemeente van eenige gedeelten van de perceelen Hoogc Rijndijk. Sectie M nis. 1265, 1266, 1267, 126S en 1061; b. lot aankoop van eenige gedeelten der perceelen Sectie M nis. 1265, 1266, 1267, 1263 en 1060; c. tol aankoop van een gedeelte grond en water, Sectie M, not 1061 d. tot uitvoering van eenige werken ten Conform besloten 16o. Voor3tel lot verkoop aan J. Verhey van Wijk van een gedeelte grond aan de Burggravenlaan en de Fruinslraat, deel uit-, makende van de kadastrale perceelen Sec tie M Nis 3882 en 4098. (96)" De heer KNUTTEL heeft met genoegen gezien dat hier ook de eisch is gesteld van goedkeuring der bouwplannen maar liij is togen verkoop, van oordeel, dat de grond in erfpacht moet worden gegeven. De YOORZITTER zegt, dat deze princi- pieele kwestie reeds vaker is besproken. Hij ziet geen voordeel in erfpacht, integen deel, niemand zou den grond dan willen hebben. Z. h. st. wordt het voorstel aangenomen. 17o. Voorstel inzake het treffen van een regeling met de Haagsche Tramwegmaat- sohappij, betreffende de uitvoering van wer ken aan en bij der, Rijnsburgerweg, in ver band met den aanleg van de tramlijn Den HaagWassenaarLeiden en met de plan nen tot verbetering van dien weg. (87) De heer KNUTTEL kwam lot de con clusie dat de verbeteringsplannen niet meer in overeenstemming zijn met de destijds door den raad aangenomen plannen. Was het niet beter eerst dc raad te raadplegen over het geheele plan, alvorens met stuk ken te komen gelijk nu? De VOORZITTER zegt, dal B. en W. tot hun spijt den raad niet konden raadplegen gezien de langdurige besprekingen, die nog voortduren. Alleen hiermee komen B. en W. nu om op te kunnen schieten. Hij ziet geen anderen weg men kan de tram toch ook niet traineeren. Trouwens hinderen doet het niet, zooals hi; nad»r uiteenzet. Mevr. v. ITALLIE dringt aan op demping der 3loot rechts van den weg. De VOORZI1TER zegt dal dit ook de be doeling is. maar dat moet als onderdeel van het heele plan gebeuren, anders komt het veel te duur. De-heer EERDMANS vraagt of B. en W. den walkant niet in orde willen brengen waar het verkeer drukker zal worden door de tram; hij bedoelt het stuk van den over weg tot Posthof De VOORZITTER meent, dat daar geen gevaar ia, de weg is er zeer breed. Men spreekt hier direct van drukte en gevaar. De heer EERDMANS acht het voor voet gangers en fietsers daar wel degelijk ge vaarlijk, naar hij nader uiteenzet. Dè VOORZITTER zegt, dat B. en W. zui len overwegen, ai is dit feitelijk niet hierbij aan de orde. Z. h. st. wordt het voorstel hierop aange nomen. 18o. Voorstel: a. tot intrekking van het Raadsbesluit van 26 November 1923, in zake den ver koop aan de Woningbouwvereeniging „Ons Belang", van een perceel bouwterrein ten zuiden van den Haagweg, Sectie O, nis 842, 845 en 847. groot 1177 M2; b. tot verkoop aan die vereen iging van een terrein ten zuiden van den Haagweg, Sectie O, nis 842, 845 en 817, groot 1291 M2., ten behoeve van den bouw van 11 be nedenwoningen, waarvan 1 met winkel en 11 bovenwoningen; c. tot wijziging van de Raadsbesluiten van 26 November 1923, in 2ake het aan vragen en aanvaarden van een voorschot en een bijdrage uit 's Rijks kas, en het ver strekken van dat voorschot en die bijdrage aan de sub a genoemde vereeniging. (97) Conform besloten. 19o. Praeadvies op het verzoek van de Woningbouwvereeniging „de Eendracht", inzake het verleenen van een voorschot en een bouwcrediet voor den bouw van 12 wo ningen en 2 winkels met pakhuizen op een terrein aan den Lagen Rijndijk. (98) De heer KOOISTRA meent, dat B. en TV. zich niet op een royaal standpunt hebben geplaatst. Het terrein was toch de vereeni ging vroeger toegewezen en nu opeens ko men B. en W. met bezwaren, als argument aangewend, dat de huur niet door de arbei ders zou kunnen worden betaald Hij is het er mee eer.s, dat f 7 voor arbeiders te duur is, maar gezien Tuinsladwijk, behoeft er geen vrees te zijn voor niet-verhuren. Zoo mag de premie z. i. niet verloren gaan. Mogelijk is dal particulieren daar willen u cv e uil. -'ci i u fc> i -1 o 1i - ii c. 11 w. u .1 behoeve van de verbreeding van den IIocw- -houwen, zeggen B.;.en \\-.-die er aan, willen gen Rijndijk lot nabij de CobetslraaT. (8.(30 enen, m:lar gedurende yr jaaT heeft n i rr n.artip.iciprr. inil .lipf Inch mei ppnilrfn. hét particuliere initiatief toch niet gedurfd. Zoo'n spoedig: verandering ziet hij nu nog niet. De vrees voor te groote huizen deelt spr. jigook niet, dozc woningep. niet te groot ach- (ebd om te breken met ;de traditie: kleino gezinnen beneden, groots hoven. De door B. en TV. genoemde redenen acht hij dus onvoldoende. Hij vraagt of B. en TV. nog andere redenen hebben voor weigering. Zoo niet, dan zal hij niel met hen mede kunnen gaan. De heer SPLINTER acht ook uitvoering van het plan zeer te wenschen, gelijk hij ook van de Commissie van Fabricage deed uitkomen. Aan de hand van cijfers berekent hij, dat de gemeente geen groote offers be hoeft te brengen. Niet verhuren is uilge- sloien. Verkoopen aan particulieren acht hij ver keerd, dat zou de eenheid verbreken. Hij raadt aan het voorstel niet aan te nemen en nieuwe onderhandelingen te openen. Wethouder MULDER wijst er op, hoe de heer Kooistra schoorvoetend erkent, dat de huren te hoog worden. Dat B. en TV. er iets op willen verdienen, is alleen dan niet te verdedigen, wanneer de woningbouw voor de arbeiders zou worden tegengehou den en dat is toch onjuist. De grond is aanvankelijk gekocht voor gymnasliekterrein, maar B. en TV. geven nu royaal toestemming voor andere bestem ming Betere huizen daar maken juist de gansehe buurt aantrekkelijker. Tuinstadwijk gaat niet te mooi; waren de huizen wat goedkooper, dat zou heel wat beter zijn. De heer KOOISTRA repliceert, nogmaals er op wijzend hoe uil de huren van Tuin sladwijk toch wel blijkt, dat voor niet-ver huren geen vreee behoeft te zijn. Ook de grootte is z. i geen bezwaar, zij zijn noodig voor de arbeidersgezinnen die grooter zijn. De premip blijft maar lol 1 Juni gehand haafd Mag die worden geofferd? Hij stelt per motie voor om het punt van de agenda af te voeren en B. en W. het bouwplaD te doen uitvoeren. De heer DUBBELDEMAN acht juist, dat bij den ingang der gemeente wel betere wo ningen kunnen komen, maar moet dat juist door particulieren? Kan „De Eendracht" dat niet? Op particulieren hebben B en TV. niet zooveel toezicht bovendien. Hij acht voort gaan door „De Eendracht" gewenscht. De heer KNUTTEL begrijpt niet, waarom daar woningen van ander type moeten ko men. De grootheid der woningen doet er niet toe, alleen de bouw. Een 2de hypotheek acht hij voor de gemeente niet erg be zwaarlijk. De heer WILBRINK acht het moeilijk, dit terrein aan parliculieren te verkoopen en daarom acht hij het ook het beste met do bouwvereeniging tot overeenstemming te komen. De VOORZITTER ontkent ten stelligste, dat er eenige toezegging is gegeven, de ge schiedenis nog een3 nagaande. Juist de strook lang3 den Lage-Rijndijk zou voor andere woningen blijven. Het volgend punt schakelt deze strook ook uil. De vraag is: ligt het op den weg der gemeente ook duurdere woningen te bou wen met gemeente-risic"? Dat is altijd ont kennend beantwoord en nu opeens toch? De vereeniging, die altijd zoozeer is be vorderd, slaat op dit punt gelijk met ieder ander. B. en W. willen er winst opmaken, maar niet van de vereeniging, zooals hij aantoont. Wat de premie betreft, die geeft de regeo- ring aan ieder. Laai „De Eendracht" nu zelf eens het geld zien te krijgen voor zulke woningen. Voor de gemeente is de risico te groot. De heer KOOISTRA meent, dat de ge meente niet voldoende doet voor den bouw van arbeiderswoningen, wanneer dat plan gewijzigd wordt, nogmaals zijn voorstel verdedigend. De VOORZITTER zegt. dat B en W. juist legen dal plan zijn om het geld te bewaren voor den bouw van arbeiderswoningen. De m o t i e-K o o i a t r a wordt v e r - worpen met 219 stemmen. V56r de S. D. A. P., uilgezonderd de heer Dubbeldeman. en de heeren Witmans, Splinler en Knuttel en mevr. Dietrich. Hdt praeadviesvan B. en W. wordt aingenoinen met 237 stem men. Tegen de S. D. A. P. en de heer Knut tel. 20o. Voorstel: tot verkoop aan de Woningbouwver eniging „de Eendracht" van een terrein gelegen ten noorden van den Lagen Rijn dijk, Sectie N, No. 219; b. tot het verleenen van voorschotten aan die vereeniging ten behoeve van de uitvoe ring van haar plan voor den bouw van 53 beneden- en 58 bovenwoningen op het sub a bedoeld terrein c. tot vaststelling van den deshelreffen- den begrootingsstaat. (99) Conform besloten. 2lo. Praeadvies op het verzoek van de afd. Leiden van den Alg. Ned. Bouwarbei- dc-rsbond, in zake het treffen van een rege ling, waardoor aan danr.-oor in aanmer king komenden, een bijslag wordt verleend op de uitkeering, uit de bondswerkloozen- kas genoten, tot een maximum van liet be drag door hen ie voren als ondersteuning genoten van de Gemeentelijke Sleuncoin- missie. (85) De heer v. STRAAT,EN acht liet verzoek billijk en de motiveering van het praeadvies oppervlakkig. Een dergelijk voorstel van hem is b.v. niet verworpen, gelijk B. en W. zeg gen, zooals hij nader uiteenzet. De tegen zijn voorstel aangevoerde bezwaren bestaan niet legen liet verzoek om een bijslag te geven, waur het noodig is Elders worden krachtens de Armenwet ook wel toeslagen gegeven D VOORZITTER ontkent, dat er in de stukken staat, dat een dergelijk voorstel-Van Stralen is verworpen. Deze is dus opper vlakkig. De Imer v. STRALEN kan dit niet aan- toonen, maar het lijkt hem van niet veel gewicht. Dat toelagen noodig zijn. daarvan geeft hij voorbeelden, releveerend, hoe deze sleun- kas lagere uilieeringen geeft Dat de re geering er door zou komen de uitkeering te brengen op gelijk peil als van de uitkeering uit de kas, betwist hij. De ongeorganiseerde, die immers nooit trekkend wordt, zou bevoordeeld worden Geroep: Van het Burg Armbestuur zijn da uilkecringen toch slechteri De heer HEEMSKERK begrijpt, dat min der ontvangen onaangenaam is. maar hij kan ook niet inzien, dat er iets aan te doen vi^t. De minister staat geen toeslagen toe, wel kan een beroep gedaan worden op da Armenwet in bijzondere gevallen Een ander standpunt kunnen B. en W. niel innemen, zooals z. i. ook wel blijkt daaruit, dat geen andere vereeniging zich bij dezen bond heeft aangesloten. De heer BAART zegt, dat ook van andere zijde wel is aangedrongen op iets dergelijks in de steuncommissio. Z. L is er wel een weg te vinden, zie ook naar Rotterdam Hij sleunt het verzoek. De heer EERDMANS acht de wending der zaak zeer wonderlijk. Vroeger mocht men niet bij het B. A. komen, nu opeens wel de ongeorganiseerden zouden b.v. bevoordeeld zijn. TVij kunnen het B. A. geen houding voorschrijven, hij begrijpt de logica dus niet. Do VOORZITTER zegt. dat bet request vraagt aanvulling van de kasuilkeering tot die der crisiscommissie. Dat is heel iets anders dan de heer v. Stralen nu zei. De heer Eerdmans had gelijk in zijn laatste opmerkingen. Do heer W1LMER meent ook, dat men zieh niet aansluit bij het request, dit als onmogelijk erkennend en ziob alleen bo- roepend op bijzondere gevallen, zoodat het B. A. zou kunnen helpen. Nu, die moge lijkheid is er toeh altijd, dat gaat den raad niet aan, alleen het B. A. De beer KNUTTEL meent, dat de vak organisaties wel verkeerd bobbon gedaan, zich neer te leggen bij bet standpunt van den minister. Hij voor zich sluit zich ge heel aan bij het requestde regeering moet dan maar retireeren. Wethouder SANDERS kan zioh aanslui ten bij den heer TVilmer, het betreurend nogmaals de toeslagen-kwestie te moeten aanroeren, 't Is genoeg bekend, boe toe- slagen door de regeering worden vernietigd, hij geeft recente voorbeelden. Een toe slag op de kasuitkeeringen zou dan ook nutteloos zijn. Trouwens do heeren zien dat ook wel in, maar hetgeen zij wel wil len is niet mogelijk groepsgewijs, alleen individueel, voor zoover het B. A. dat noodig oordeelt, gelijk hij uit de Armen wet aantoont. Laat men zich wenden tot het B. A., welk lichaam dan iedere aan- VTaag op zichzelf kan bcoordeoien. Dc heer v. STRALEN wijst er op, dat het request met opzet zoo is gesteld, om B. en TV. alle ruimte te laten om op een ol andere wijze er aan tegemoet te komen. Met zijn aanwijzing ging spr. dus niet langr het request heen. Alleen de Armenwet kan hier heipen. Willen B. en W. daaraan mee helpen? Zoo ja, dan kunnen zij z.i. toob wel iets doen. dit stavend met een voor beeld. Het B. A. zal alleen niots doen, zonder pressie. TVenden de personen zich zonder meer tot het B. A. dan volgt vrp unaniem afwijzing. Hij stelt voor B. en TV. te vragen zich te richten tot bet B. X. om te geraken tob een toeslag in gevallen, waarin dit In hot belang der gezinnen gewenscht is. Dc VOORZITTER en do WETHOUDER hebben niets geen 1>ezwaar en met alge- ineene stemmen wordt dc motio aanvaard. De heer KNUTTEL stelt voor om een voudig zonder meer aanvulling te geven. De VOORZITTER wijst er op dat <fo wet dit niet toelaat. De mot hc-K n u 11 e 1 wordt ver worpen met 23—8 stemmen. Geauthoriseerde verlating naar het Engelsch van E. PHILIPS—OPPENHEIM, door Mevrouw v. d. W. (Nadruk verboden). P) Groote slordigheid had plaals gemaakt voor cenige ordelijkheid. Uit alles sprak een grootere ingetogenheid. Mabane sloeg de asch uil zijn pijp. „Gedurende vijf jaren." zeide iiij afge trokken, ..hebben jij en Arthur en ik hier Samen geleefd. Ben jij tevreden over die Wijjaren? Wal vindt je?" Ik keek van mijn schrijftafel liet raam uil Over de daken in den zonneschijn en ook ik was ernslig. „Tevreden! Is iemand ook tevreden? Neen, dat ben ik niet,' gaf ik een weinig bitter toe. A „Zeg mij eens, wat denk jij over die vijf jaren, Arnold? Zeg mij de waarheid. Laat niij eens welen ot jouw gedachten dezelfde zijn als de mijne." hebben ons laten gaan," antwoord de ik; „wij hebben een weinig gewerkt en een weinig gedacht, maar onze voelen zijn veel meer op de aarde geweest dan onze Hooiaeii in ae wolken." „Ons laten' gaan." herhaalde Mahane „Dal is een waar woord. Wij hebben eenige pndervindjiig opgedaan van c-en minder •o.'wi: hebben geleerd hoe wij onze arme kleine begaafdheden moeten aanpassen aan de grillen van hel oogenblik. Zooals ons ta lent is geweest, hebben wij er een knecht van gemaakt, om het te gebruiken voor onze materieele behoeften. Wij hebben kleine levens geleefd, Arnold, zeer kleine levens." „Ga voort," mompelde ik. „Dat ts ten minste waarheid." Mabane hield op. Hij keek naar zijn pijp, maar hij stak haar niet aan. „Er komt verandering," zeide hij zacht, „wij zullen ons niet meer laten gaan. Wij zijn op weg om meegesleept te worden in den maalstroom van het leven. Wat dit moet beteekenen voor jou, voqr mij en voor den jongen weel ik niet. Het zat ons ver anderen, het moet wijziging brengen in ons werk. Ik zal niet langer schilderijen maken, die realistisch bedoeld zijn, maar niet mijn eigen impressie weergeven, en jij zult niet meer schrijven over prinsessen of trekken aan de touwljes van met klatergoud bedekte poppen, om ze hun weg te laten dansen door de bladzijden van je vroolijk aangekleede verhalen. En er is een eind gekomen aan deze dingen, Arnold. Neen, ik raadskal niet; ook is het geen grap. Wacht maar eens af." „Jij spreekt ais een profeet. Sinds wan neer heb jij de gave om de toekomst zoo goed te voorspellen, vriend?" Mabane keek mij ernstig aan. Er was geen schijn van wispelturigheid in zijn op treden. „Ik ben niel biigeloovic. Arnold; (och ge loof ik, dat er oogenblikken zijn, dat men de schaduw van komende dingen kan zien en voelen. Mijn grootvader wist den dag van zijn sterven en deelde ons dien mede; mijn vader maakte zijn laalsten wil, voor dat bij aan boord ging van den stoomer, die tusschen Dover en Oslende op een kal men dag verging. Jijzelf hebt mij te verstandig, te veel materialistisch genoemd voor een kunstenaar. Dat heb ik lot op dezen dag ook sleeds van mijzelf gedacht. Vandaag voel ik anders." „Is hel dan dit kind, dal de poorten van de wereld voor ons moeten openen?" „Bedenk, Arnold, dat zij binnen eenige. maanden een vrouw zal zijn." Ik bewoog mij een weinig onrustig in mijn stoel heen en weer. „Ik zou wel eens willen weten," zeide ik, gedeeltelijk tot mijzelf, „of ik goed deed met haar hier te brengen." -Mabane lachte even. „Jij was hel niet, die haar hier bracht," zeide hij; „zij werd gezonden." „Gezonden?" „Ja, wij heblien de2e dingen niel voor het kiezen, Arnold. Er is iets geheimzinnigs, dat de groolo wereld doet draaien. Je kunt het Noodlot of God noemen, al naar je philosofie is. Zij is er altijd, die c-ene, eeuwige kracht." Jk keek Mabane flink aan. Hij was on verstoord. „Psychologisch, mijn waarde Allan, schijn je nu in een zeer eigenaardigen toe stand te zijn." Mabane haalde zijn schouders op. Hij liep de kamer door om wat tabak tcjialen, en begon zijn pijp te vullen. „Nu," zei hij, „ik ben klaar. Morgen, ge loof ik dat ik het land aan mijzelf zal heb ben, dat ik zoo veel gezegd heb. Luister! Daar komen ze." Isobel kwam de kamer binnen, gevolgd door Arlhur in een leeren jas en broek. Zijn wangen warm blozend, zijn oogen schitter den. Zij nam tiaar muls van het hoofd en maakte heel handig haar verwilderden haren weer in orde. „Heerlijk," riep zij uit. „O, het was heer- lijkl Mijnheer Arthur, hoe moet ik u bedan ken! Ik heb nooit in mijn leven zoo geno ten. Ais de Moeder mij eens gezien had en de meisjesl" „Motorrijden, veronderstel ik," merkle Mabane op, „behoort tot de genoegens, die aan die jongedames zijn ontzegd." Zij laohie vroolijk. „Genoegens! Waarom zijn er geen genoe gens voor die arme meisjes? Je mag niel eens lachen en wat spelletjes betreft, die zijn zelfs verboden. Men mag en kan daar niet gelukkig zijn. Dat mag niet." Zij ving den blik op, dieri Mahane en ik elkaar toewierpen, en draaide zich tegelij kertijd om „O, mijnheer Arnold." riep zij ademloos uit, u denkt toch niet, dat ik daar weer heen moet?" „Waarschijnlijk niet." Arthur kwain heftig lusschenb'eide. „Als iemand je daar weer opsluit, haal ik je er weer uill" Zij wierp hem een dankbaren blik toe, maar daarna keek zij mij weer 3a n. Zij wachlle nieuwsgierig op hetgeen ik zou zeggen. „Als wij er iets legen kunnen doen," zeide ik zachljes, „ga je er nooit weer heen. Maar je moet niet vergelen, dat wij, bij slot van rekening, menschen zijn zonder eenige macht of invloed. Vandaag ot morgen zou er iemand kunnen komen, die volgens de wel het recht had je op te eischen. en wij zouden er niets tegen kunnen doen." De kleur van haar wangen verdween. Haar oogen begonnen onnatuurlijk en ang stig Ie schitteren. „Er is niemand." stamelde zij, „behalve die man; hij noemde zich mijn voogd," „Iladl je Jicm wel eens gezien, voordat hij je kwam halen?" vroeg ik. „Maar één keer. Hij kwam ongeveer een jaar geleden te SI -Argueil. Ik haatte hem toen. Ik heb hem daarna altijd gehaat. Ik geloof, dat, als alle mensehen zoo waren, ik mijn geheele leven düér zou willen blij ven." „Jij herinnert je niet, onder welke om standigheden hij je daar bracht, veronder stel ik?" vroeg Mabane ernslig. Zij schudde het hoofd. „Ik herinner mij hcelemaal niet, dat ik daar gebracht werd. Ik geloof dat ik niet ouder was dan vijf of zes jaar." „En heeft gedurende al dien lijd niemand je bezocht of aan je geschreven?" vroeg ik. „Niemand!" Zij onderdrukte een lichten snik, toen zij mij antwoordde. liet was alsot mijn vragen en die van Mahane, olsclioon zij zoo voor zichtig mogelijk gesleld waren, haar plot seling haar groote eenzaaipheid hadden doen gevoelen. Haar oogen waren vol tra nen. Zij hield zich fiink en zij beheerschle zich met.alle kracht. Arthur keek ons beiden verontwaardigd aan. Hij was echter zoo verstandig te zwij- Sen' i„ „Er zijn nog een paar vragen, Isobel, zei ik, „die ik je den een of anderen dag moe', doen." „En dal zijn?" „Heeft majoor Detahaye ooit tegen p over zijn vrouw gesproken?" „Nooit." „Je wist dus zelfs niet, toen je te Londen kwam, waarbeen hij je zou brengen?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5