een chineesche feestpartij. FEUILLETON. «lat roo'n duif schatten kost, veel meer dan wij ooit kunnen betalen? Bovendien was het t«n ongeluk en ik ben niet van plan mijn geld daarvoor op te sparen." „Ik dacht, dat het het beste was, als wij er eerlijk voor uitkwamen." „Ooh, onzin! Ik ben niet van plan mijn geld daarvoor uit te geven of bet Vader te zeggen," zei Leonard weer. ,,We zon den in allerlei moeilijkheden komen cn we deden het immers niet met opzet, Hoe kon ik weten, dat die nar© duif van plan was weg te vüegenfi Daan, <$re zich boe langer hoe ongelukkig t<ger voelde, liep naast Leonard voort. „Maar waar is Elly?!77 riep hij plot- -seting ontsteld uit. „Ik heb heelemaal niet t<meer aa© baar gedacht!" En hij begon luid te roepen. Er kwam echter geen antwoord. ,,Ik wou, dat we nooit naar die ellendige -duiven waren gaan kijken!" begon Leo» nard weer. ,.En wat moeten we met die fóéoe doen? Wacht, ik weet wat! We *ul-» len haar boven in don Ouden Toren zetten. Bijna nooit komt daar iemand en we vinj den er misschien wel iets, dat aio kooi dienst- kan doen. Dan kunnen wc morgen jmet wat brood en graan en een dooeje te» •rugkomen om baar te halen en ongemerkt Jop bet dak van Ouwen Jaap's schuur zet ten. Het is zoo eenvoudig als bet ei van Oolumbus. Kom maar meel" De jongens gingen nu naar den Ouden Toren Behoedzaam keken rij naar binnen. tDaar was echter niemand. Zij liepen nu de trap op en waren in den donkeren en -apooêcaebtigen toren al be el wei-rag op bun 'gemak. Toch kwamen ze eindelijk boven. Hun stemmen klonken akelig bol. i Nu moeesten rij, zoo goed en zoo kwaad dit in de duisternis ging, iets zoeken, dat <ate kooi dSenet kon doen. Snoedig vonden <rij ©en paar stukken bout.^Het éénc zetten •rij aóó in een boek, dat rij een langwerpi- ïgen driehoek kregen. Het ander© stuk werd |or bovenop gelegd. Voorzichtig 15©t Daan ^de dnü er nu in los. „Nu maar gauw naar buis!" zei Leonard Ie bier kil en akelig V' 4 En de beide jongens gingen de trap weer af. Na nog eenigen tijd Elly tevergeefs gen 'aocht e»n baar naam meermalen geroepen fte hefciben. liepen zij zonder veel te spre ien naar buis. „W© moeten maar door de achterdeur /■naar binnen sluipen", zei Leonard, toen |rij bet buis naderden. „Maar wat moeten 'we zeggen, als Eïly nog niet thuis ist Ze beeft natnurlfik eerst op ons gewacht, maar (zal daarna weggegaan zijn. Als ze maar /-niet verdwaald is! Er zijn zocweel wegen '-eat ze loopt nooit, alleen in 7t boer?'! 4) „Dua je verraadt ons niet bij rader en iaoeder?" vroeg de toovenaar dringend. „Neen. daar kunt u stellig van op aan", Witwoordd© Jo vastberaden. „Goed, dam moog je blijven kijken," sprak hij met een zweempje hartelijkheid •in rijn toon. „Zeg, Kara-poetie," zei Molica vleiend, ;,,aou Jo niet met. ons mee kunnen fietsen?'17' ?,*t Is mij best", antwoordde de toove- >i\9Ar, „doch dan zullen we baar wat klei- .ner moeten maken, want zoo'n reurin krij- •gen wij met geen mogelijkheid op de fiets.'7 j „Vind jo bet aardig om een Chineesje te -Worden, zooals wij?" vroeg Tjila haar, „Ja, maar dan niet langer dan voor 7n cjpaar uurtjes77, bekende Jo, niet voor al tijd, «<*t u.«- „Wel ja, ?t is maar voor een poosje", '■.csi de toorvenaar, „als vader en moeder f thuis komen, dan ben jij bun Jo weer, ^boor „Dan vind ik 'fc leukErgv leuk'!72 be sloot Jo grif. „En welke naain wil je dan draden?'7 vroeg Molica, kies maar do mooist© die jo vinden kunt.72 Jo dacht even na: „Moily... Dolly... JobTv» <r,y... Tonny... Minny... Winnie... Ja Winnie tüjoest ze. be-eteiu Morgenochtend zouden we met Vader Daar de markt in Lorton gaan, maar 's middags of 's avonds moeten wc in elk geval de duif terugbrengen, want het zal maar al t© gauw in het dorp bekend rijn, dat Ouwe Jaap een paar duiven kwijt is. 'k Wou, dat hij op de Mookerbei zat met zijn dui ven?" „Och, 7t is allemaal onze eigen schuld F' zuebtto Daan. „7t Zou heusch het beste zijn. als we alles eerlijk bekenden 1" „Onzm!" zei Leonard weer. „Denk aan, dat je je mond houdt boor, of w© zijn voor altijd kwaje vriendenHet was ©en ongeluk. Vader zou heel boos rijn, als bij hot boorde en rich verplicht rekenen Jaap zijn verlies te vergoeden.77 Hij zei er niet bij, dat bij bang was, dat zijn vader voor dit doel rijn Leonard7s zakgeld gedurende eenigeD tijd zou in houden, al was dit eigenlijk op het oogen- bïik hetgone, wiar hij hot meest bang voor was. Toen do jongens door d© achterdeur bin nenkwamen, zei Mina, het keukenmeisje, verbaasd „Waar hebben jullie gezeten? Mevrouw beeft duizend angsten uitgestaan, totdat Elly eindelijk doodmoe thuiskwam. Och, och en wat zien jullie er uit: je goed ge scheurd ©n vol vlekken! Wat zal mevrouw wel zeggen Iteonard en Daan ontdekten nu ook, dat hun klceren erg gehavend waren, iets waar op rij tot nu toe nog niet gelet hadden. jjO, we rijn in een boom geklommen," zei Leonard, terwijl bij en Daan rich haas tig uit d© voeten maakten. Zij slopen nu voorbij de deur der eetka mer de trappen op om rich vlug te ver bloeden. daar zij in hun gehavende phen- j« mijnheer en mevrouw Willis liever niet onder de oogen wilden komen. Even later kwamen rij weer beneden. „Zoo!" zei mijnheer Willis boos, „waar zijn jullie zoo lang geweest? Je bent ver over je tijdEn boe kwam je er toe, Elly aan baar lot over te laten? Jij, Leonard, weet toch, dat ze niet sterk is en welke vreeselijk© gevolgeD bet bad kunnen heb ben, als rij den weg naar buis niet gevon den bad. Ze kwam geheel ontdaan cn dood moe thuis eD je moeder heeft baar dade lijk naar bed gebracht. Je valt me bitter tegen, Leonard! Ik dacht, dat je te veel van haar hield om baar in den steek te la ten. Wat heeft je daartoe gebracht?77 „Niets Vader. We gingen do beek een eind verkennen en bleven langer weg dan wij plan hadden Tc^n we op onzen terug weg bij den Ouden Toren kwamen, wag rij ©r niet meer." „Wronie", zei Jo. „Best,77 sprak de toovenaar: „Eén twee .hocus-pocu6. Jo was verdwenen en in haar plaats stond daar nu een aardig Chineesch vrouw tje in een witte japon met grooto gouden sterren en 7n liebt-blauwe mantel er over. Zo was iü sjoo ongeveer een vierde el lang, net als do anderen. „Hoera voor Winnie!77 juióhte Tjïla. „Lang zal ze leven!77 riepen de anderen door elkaar. KaTa-poetio voegde aan bet rijwiel nog twee wielen, een stuur ©n de benoodigdo trappers toe. Daar zaten de dametjes weer, nu met Winnie er bij, cn reden in dolle vaart rond, totdat 7t bet nieuwe Chineesje begon tG schemeren voor de oogen, en zc vroeg om wat langzamer te willen rijden. „Hè, 7t ging juist zoo fijn," zei Tjila spijtig, „maar natuurlijk, als jij er niet tegen kunt. zullen we het wat kalmer aan leggen, of weet jo wat? We gaan varen!77 „Ja, ja, varen7', riep Jolo. die al va-n de fiets sprong, wï© gaat cr mee?" „Varen?" herhaalde Winnie verbaasd, „en ik zie geen enkele boot..." .,Dat7s mijn boot", lachte Jolo, en nam plaats op den rug van één der zwanen, welko door d° beken zwommen. De andeï'o Chineesjes volgden baar voor beeld cn zetten zieb elk op den rug vao een zwaan. „Ai, ho© griezelig", huiverde Winnie. „Beu j© bang?'2 merkt© Tjila op., „dant „Maar waar hebben jullie zoo lang ge seten „In het bcsch." Hebben jullie geen k&tfcckwaad uitge haald?'7 Daan kreeg ©en vuurrood e kleur en was doodsbang, dat rijn oom in rijn richting *k ijken zou. Dit was echter niet het ge vak mijnheer Willis keek Leonard strak aan, terwij] deze „Nee Vader 1" zei. Als de laatste nu maar den moed gehad had voor de waarheid uit te komen, hoen veel onaangenaamheden zouden er dan voorkomen zijn Maar helaas ontbrak het Leonard, die toch zooveel goede eigenschappen bezat, aan zedelijken moed. Nu hij eenmaal ont kend bad, was bet hem onmogelijk hierop terug te komen en na ecnige opmerkingen over bun ondoordachtheid zond mijnbeer Willis de bei do jongens naar bun kamer. Hoewel Leonard angstige oogenblikken beleefd bad, toen hij vóór zijn vader stond, deed hij boven gekomen weer vrij onverschillig. „Wat moeten wc doen,7' zei Daan, „als Oom argwaan krijgt bij bet booren van Jaap's vermiste duiven? Wc spraken gis teren nog met hem over duiven en jij zei, dat je er vraag c©n paar als Jaap had, zo a willen hebben." „Hou^ jc toch stil!'7 viel Leonard uif. „Denk jo, dat Vader gelooven zou. dat we als een paar gewone dieven met opzet in Jaap7e duivenscbuur incebroken hadden? Wees toch niet zoo dwaas !'2 Dien avond duurde liet heel lang, vóór Daan den slaap kon vatten en toen hij ein delijk insliep, was het nog verre van nu>j tig. HOOFDSTUK IV. Marktdag in Lorton. Toen Daan den volgendon monren wakV Iter werd, scheen de zon in de kamer. ..O Leonard!" zei hij. ferwii! hij uit zijn' hed sprong. .Waf een heerlijk weer! We zouden vandaag immers met Oom naar Lorfon riiden?" Plotseling kwam de herinnering aan het- seen er den voritren dag gebeurd was ech ter biï hom boven. Zijn gezicht betrok cn hij werd bleek. De beide jongens kleedden zich du aai? en gingen naar de eetkamer. Daar vonden zij nog niemand en Leonard stelde voor, Kitty een bezoek te brengen Even later lie pen zij den stal in. waar Kilty door een luid cn vroolijk gehinnik haar vreugde t« kennen gaf. (Wordt vervolgd). zullen we aan één der zwanen vragen of w© bij elkaar mogen ritten. Die oud© daar, dat. is een goeierd.77 Zij spr ig op den kant, vestigde betoog op een bijzonder grooto zwaan, en riep :l „Zwaantje-lief. toe, zeg eens vlug; Mogen wij samen op je Tug?" De oud© zwaan schudde vriendelijk met den kop eD schetterde. „Ja, hoor, bomen jelui maar. Want je bent een aardig paar!" Winnie klom voorop, cn Tiila zett© zïch beschermend achter haar neer... Allo rwanen stelden rich in beweging, doch ge'ukkig voor Winnie, 't s-ing niet zoo snel als het fïetsrijden van daareven. Zij begon zich erg op haar gemak te ge voelen en vond het prettig om zoo eens «■•en poosje rond te drijven boven op de koele waterstroom. Plots riep Woeli© als in schrik: „Zeg ereis kinderen, weet je wel dat er vandaag feest wordt gevierd op Satumus?" „Hoe weet jij dat?" vroeg Jolo, „ik heb er niets van gehoord!77 „Ik ook niet!" riepen de anderen in koor. Kara-poetie vertelde bet straks77, her nam Woeli©, „hij kan ze bier booren rin gen, nietwaar baasje?" „Ja,77 zei do toovenaar, terwijl hij de reed© nan het oor legde. ,,ik vermoed dat koning Piewnvado bruiloft viert.77 (Wordt -yerrolsd.J j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 18