PU ROL ?!o. 19838. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag l5 Maart. Derde Blad. Anno 29-:? 'gr BUITENL. WEEKOVERZICHT. TWEFHF KAWFR. V FEUILLETON. IViAÜION. De stijging dei franc Rijks- dagontbrnriiao en nisnwe vei- x kiearingen Venizelo* veilaat Griekenland het Kalifaat. Do Fransdie franc beneden het dubbeltje, Bclgiscne naar ratol Dat was begin tleser weck wel de alarmeerer.de tijding voor beide betrokken lanoen. Van langen duur is de»-e plof echter niet geweesttoen de nood zoo hoog was gestegen, zijn En- £ds©ho aoowel als Anicnkaanscho ban kiers met VIij belangrijke bedragen tc hulp fc schoten en dit betaalmiddel beeft zich Hersteld tot de hoogte, dio „vrij normaal" h'cct. Het feit toch, dat nog aan Frankrijk wordt geleend, is vertrouwenwekkend. Maar wij vragen oas af of deze leeningcn, die zooveel waarde hebben op dit oogen- blik voor Frankrijk, niet aan bijzondere voorwaarden zijn verbonden, waar ook hot rente-typ© aan den lagen kant is. Zou dc Fianscbe regeering soms ctn of andero toezegging hebben moeten geven, die ge heim wordt gehouden? Het zal wel spoedig moeten blijken, naar bet ons wil voorko men, want het werk der Commissies van Deskundigen schiet hard op en wanneet dat gereed is, dan is de tijd immers daar om spijker» met koppen te slaan in de Europpcscbe vraagstukken, het alles be- hoerschcnde sehadevergoedingsvraagstuk vooraan De franc is dus rijzende, om daarop teru^ tc komen cn dat lijkt natuurlijk heel mooi. Voor Poinoaré is hst trouwens een bof, dat dit nu gebeurt, want li ij is juist bezig met den Senaat een nieuw robbertje te boksen, waarvan de uitslag weder cm een dubbeltje op zijn kant is. In de kieswet- kwestio won Poincaré den strijd, zal hij 'dat herhalen? Men geeft licm kans, omdat ook de Senaat- op zou zien voer cc» ciisis Op dit oogenblik, nu het rapport der Des- kundigen aanstaande is, maar men moet niet vergeten, dat or bij dc financieel© voorstellen, waarover do stiijd loopt, oen heginsclkwestie Is».l. of d© Senaat ccn 'deel van zijn bevoegdheid aan de regeering fds noodmaatregel wil afstaan, gelijk de Kamer deed en dat- is iets zeer zwaar wc- gends voor den Fransolien Senaat. Is rijzing van dc franc in wezen echter wel «>o boel mooi? Daaraan is twijfel gerecht vaardigd. In wezen is immeis de Fransche Schuld door do nieuwe leeningen, die in elk geval niet vallen ouder de oorlogsloc- Tlingen. waarvan MariaDnc z-cl» niet veri aantrekt, vergroot cn is er feitelijk niets anders gebourd, dan dat een gat gestopt is met een ander gat, zooals men dat wel eens noemt. Dal daarom het herstel van de franc bestendig is, duiven wij geenszins beweren. Dat zal malgré tout eerst het geval kun non zijn, wanneer de Fransohe regeenng baar houding grondig herziet en terugkeert uit hot land der begeerten tot het domein der mogelijkheden. Do loeningen werpen als het waro een dam op in d© wassende rivier, maar het water is r> >g niet tot staan gebracht. Zoo lijkt ons do situatie. In leder geval i9 aan Frankrijk nog eens proefondervindelijk bowezen, hoezeer het niet geïsoleerd kan staan zonder te vallen cn dat- hoeft een direct voordeel. Het zal de Fransche regeering cr loc moeten bren gen, hetzij dan Poincarc of wellicht spoedig reeds een ander, meer rekening te houden ïnet de wonschen der bondgenooten. Met die van Duitsohland durven wc nog niet. neggen, zoo ver zijn wc nog lang niet, dat 9 wél gebleken uit do jongste offieiccJo uitlatingen, die ten aanzien van Duitscli- land drnzclfden toon van altijd doen bo luisteren. In Puitschland zal ccn krachtproef «vor mden eestreden, daar liet nu eindelijk toch t-ot "Riiksdcaronlbinding is gekomen, nadat daarover bijkans icderen dag een hcriciit cn een tegenspraak werd -n gogoven. Niou- vco verlciezincren zullen weldra plaats heb ben en dc strijd zal fel, uiterst fel zijn. dat is zonder gevaar tc voorsnellcn Op pervlakkig geoordeeld zou men eencjgd ziin tc ipeenoTi, dat het TTitlor-nrnces te Mfin- ohon. dat zoo'n d-ocviir b"cM Epefl van den inwendirren striid ccn herleving van de kamn om dc Du1 t^che Ijcacmonie tuA^chen •Rcrlijn en "Miinohen waarbij een van de leidend© figuren totaal onzichtbaar blijft. n.l. bet Beiersohc koningshuis WittclbacoJ v-oor de nationalisten een nadoel oplevert-, maar gezien do gretigheid, waarmeo bet Duitsche publiek do kolommen cn nog eens kolommen verslindt, zouden wc bijkans durven aannemen, dat het eerder dc natio nalistische golf, die orer Duitschland waait dank zij vooral het optreden der Fran sche n zal helpen co steunen. Do regeoring van Mars was wel tot dc ontbinding genoodzaakt, daar men niet al wilde zien van aantasten der noodverorde ningen, onder de machtigingswet afgekon digd, maatregelen, die echter hebben doen hereiken, dat de mark is gestabiliseerd, aoodat aantasting direct dreigde te worden een aanval op de mark. De politieke strijd dor partijen cischto evenwel handhaving van bet ingenomen standpunt en dan weet- men het wel, tegenwoordig. Bieder», hooger bieden, hoogst bieden, het is het volslagen alphabet, waarmee men in t al gemeen voor dc kiezers treedt. Het kabi net-Marx krijgt in ieder geval eenigen tijd rust van inwendigen strijd, maar of hot dit krachtiger zal doen staan is nog twijfelachtig. Evenmin als Theunis krachtiger staat met- zijn kabinet- in België. Na veel getwist over de verdceüng der eet els waarbij dc liberalen wel bijzon der flink zijn afgekomen! is toch-een derde ministerie-The unis gevormd, dat ech ter door niemand met vreugde is begroet, hoogstens is aanvaard, omdat er geen ander was. Met. zoo'n kabinet moet- België nu een nieuwe politiek inluiden, een politiek van zelfstandigheid I Ondank is 's werelds loon, zal men zeg gen. Ja, dat- heeft- Vcnizolos nog weer eens ondervonden. Geroepen cn ingehaald als redder des vaderlands, heeft hij thans Grie kenland al weer verlaten en vermoedelijk zal de Kretenzer nu wel voor goed van het Gneksclio tooneel zijn verdwenen. Dc of ficierencorpsen zijn tc kiaabtig gebleken en hebben vastgehouden aan cl© afzetting der monarchie zonder volksreferendura. Dc officieel© onttroning zal vermoedelijk spoedig afkomen. Venizclos beeft zijn poli tiek van gematigdheid niet ten einde kun nen voeren. Toch, al is zijn komst- dan mis lukt to noemen, heeft hij kunnen dienon als bliksemafleider in ccn zeer woelige periode cn als zoodanig is hij het oude Hellas toch ook nu weer van dienst geweest. Zijn eigen gezondheid is daaronder echter niet onge rept- gebleven. Een ander, die in ongenade is gevallen, do verdreven Kalief, die vooreerst in Zwit serland blijft, denkt er niet .nan om zijn afzetting te aanvaarden, een z.i. onwettige daad. Trouwens, hij heeft in den boning van den Hedzjas al een'rivaal cn wie weet, of andere Moslimsbhe landen ook niet met een pretendent voor den doa zullen komen. Do Nationalo Vergadering to zingora heeft het Kalifaat nan zich getrokken, mnar dnt zal huiten Turkiip natuurlijk heeïo- maal niet. worden erkend, daar dit een onderwerpen nan Turkije zou beteek^nen in geesteliikr- zaken En ef het dan wel nl- lèen geestelijke dingen alleen zou blijven raken (Vervolg van gisteren.) Art. 1 der hegrooting van Financiën wordt goedgekeurd met Cl legen 3 stemmen. STAAT3BEGROOTING VOOR 1924. Eoofdsiuk IX (Waterstaat). Voortgegaan wordt met de behandeling van hoofdstuk IX (Waterstaai). De discussie over de 111de afdeeling (Spoorwegen) wordt voort- gezel. Bij dezo afdeeling is tevens aan de orde de interpellatie van den heer Wijnkoop om trent: lc. de tien procent loonsverlaging van het spoorwegpersoneel. 2e. den halfslachli- gen toestand van den bedrijfsvorm bij de spoorwegen, waarbij Regeering cn Directie zich achter elkaar verschuilen, en die ten nadeele van het personeel gehandhaafd schijnt te blijven; 3e. de vernieling van het eenmaal ingesteldo georganiseerde overleg in den .Loonraad en 4e. liet beleid van de tegen woordige Directie, zoowel wat de bedrijfsin richting betreft, als ten opzichte van de be voorrechting der Directie zelf en der hooge ambtenaren. De lieer WIJNKOOP (C. fr.) dient een mo tie in,, waarin dc loonsverlaging voor het spoorwegpersoneel wordt afgekeurd en waar in dc Regeering wordt verzocht deze verla ging niet goed lc keuren, waarna het reeds ingehouden loon zal worden terugbetaald. De heer ZiJLSTRA (A R.) bepleit het recht van sommige gemeenten in Groningen om het door hen gestorte bedrag van den aanleg van tramwegen, die thans niet worden om gebouwd ip -stoomtramwegen, terug te ont vangen. Do heer SM EEN K. (A.1L) klaagt over ge brek aan goederenwagens cn de ophooping van goederen. Het 'gevolg is ongeregeld ver voer. Ook het personenvervoer laat veel te wenschen over: de uitsluiting van vele trei* nen voor maandkaarthouders is een groot ongerief. Sp!\ pleit ook gaarne voor meer Zondags*, rust. Herhaaldelijk hoort spr. klachten over den Zondagsdienst. Wal de arbeidsvoorwaarden betreft, erkent spr. dat het personeel zwaar wordt getroffen, liet is reeds eenige malen gekort in het loon door de invoering van liet pensioen. 1s daar voor nu een regeling spoedig te wachten Thans is de loonsverlaging aan de orde. Men begrijpt wel, dat de loonen niet gehandhaafd kunnen worden, maar hel komt hier aan op voorzichtig beleid, waarbij met allerlei fac toren dient te worden rekening gehouden. Het verband met het rijkspersoneel moet niet worden verbroken cn dat is geschied door de invoering der 4e klasse. Zoo iets ontstemt natuurlijk. De beteekenis van art. 36 wordt door liet personeel overschat. Men heeft ge streefd naar een compromis, dat echter is afgewezen. Er zal nu een nieuwe loonrege ling komen, die voor velen nadeèlig zal zijn en dc directie vraagt volledige opheffing van art. 36. Dit laatste gast tc ver en spr. vraagt d*n Minister te bewerken, dat het compromis alsnog tot 9tand wordt gebracht voor 1924. Voor 1925 kan men dan weer verder zien. Vervanging van don loonraad door een personcelsraad heeft haar bezwaren. In elk geval wenscht hij bij de samenstel ling geen evenredige vertegenwoordiging die de zwakkeren in den druk der sterkeren brengt. De heer OUD (Y.D.) acht de houding van de Regeering tegenover de loonsverlaging zonderling. Art. 36 heeft hier andere betee kenis dan art. 40 Bezoldigingsbesluit, want art. 36 is een deel van een contract tusschen een particulier werkgever en zijn personeel. De Minister mag daarin zeker geen verande ring brengen. Art. 36 is duidelijk als glas en het gaat niet aan te trachten er een anderen uitleg aan te geven. Waarom zet anders de directie alles op haren en snaren om het personeel te doen afzien van aanspraken krachtens art. 36, als zij meent dat dit artikel een uitleg heeft als de Minister gisteren aan gaf. Om art. 36 draait- het gansche geval cn juist hot verdraaien van dit artikel is een schandaal. Spr. stelt daarom een r notie voor, luidende: De Kamer van oordeel, dat de vrijheid van het spoorwegpersoneel om over geschilpunten betreffende hun rechtspositie een rechterlijke uitspraak te vragen niet mag worden-aangetast. noodigt den Minister uit zijn beslissing over de loonregeling hiervan afhankelijk te stellen, dat de directie der Ned. Spoorwegen geen enkele poging in het werk zal stellen om pressie uit te oefenen op het spoorwegper soneel om afstand te doen van rechten die het personeel meent te bezitten, gaal over tot de orde van den dag. Dc heer VAN VOORST TOT VOORST, (R.K.) bespreekt o.a. de onbewaakte overwe gen, die hij zeer gevaarlijk acht. Hij wenscht vooral duidelijke waarschuwingsborden en 's avonds behoorlijke lichten. De heer HERMANS (R.K.) meent, dat alle loonsverlagingen te snel na elkaar zijn ge komen, zoodat zij niet parallel gingen met de algemeene prijsdaling. Er zijn menschen, die in acht maanden 26 pet. aan^ salaris verlo ren. De voorstellen der organisaties waren in dit opzicht veel beter. Kon andere fout was de verbreking van het verband met de rijks regeling. De invoering der 4o klasse bijvoor beeld is een fout geweest, die het typische karakter der gelijkstelling aantastte. Gaarne zag spr. deze fout hersteld. Over het contact spreekt spr. met weinig lust na hetgeen in den laatslen tijd is ge beurd. De directie trachtte aan vele bezwaren tegemoet te komen maar zij stond tegenover Hoer in een winkel, waar voor de deur een bordje bang! „lei on parlo toutes los langues". „U moet hier wel veel tolken hebben „NeenWaarom „En men spreekt hier alio talen...." „O, ja, mijnheer, maar dat zijn wij niet» dat zijn do klanten". een hopeloos verdeeld personeel. Wil men door overleg iets bereiken, dan moet in prac- tische aangelegenheden eenheid bestaan bij hot personeel. Hot personeel moet eens na gaan of er aan zichzelf cn zijn samenwerking niet iets hapert. Thans heeft het zijn heil gezocht in georganiseerd verzet. Wat art. 3G betreft, vraagt hij ook den Minister de spoor wegdirectie van haar voornemen ten opzichte van dit artikel al te brongen. Ten slotte behandelt spr. eenige gevallen, waaruit blijkt, dat het publiek de dupe is van slechte treinregcling, vooral in die slreken waar geen concurrentie beslaat De heer VAN BRAAMBEEK (S. D.) zou gaarne wilïen, dat er oen ander orgaan was dat Spoorwegzaken heeft le behandelen elan deze ondeskundige Kamer. Er is een be stendig orgaan voor personeelsbelangen noodig. Dat orgaan i3 er nog niet, want de Loonraad was niet als goodanig le beschou wen, omdat de Minister zich altijd schaarde aan de zijde der directie, als dezo het niet eens was met den Loonraad. Op die manier beleekent zoo'n Raad niets. Spr. heelt in den Minister niet veel vertrouwen meer, maar hij erkent dat het foeh noodig is dat de Kamer den bewindsman op de vingers zal zien, zoolang er geen goed orgaan is voor de personeelsaangelegenheden. Onder een orgaan verstaat spr. een instituut waar in hel personeel medezeggenschap hoeft. Voor de loonen is als lichtsnoer aangeno men de salaricering van het rijkspersoneel. Voor de slandplaalsregeling, de wachtgelden pensioenen, is sheds dezelfde grondslag go- nomen als bij het Rijk Wat met hel rijks personeel werd aangevangen, werd ook op het spoorwegpersoneel toegepast. Echter is men daarvan nu plotseling gaan afwijken, nl. door de invoering der klasse, de rege ling der verblijlkosten en door de loonsver laging. Dit nu acht spr. ontoelaatbaar. Art. 36 is een contract met een burgerrechtelijke beteekenis, waarin niet c nzijdig kan wor den veranderd. Er is zelfs geen gelegenheid geweest om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Met het personeel is omgesprongen als met oude trekhonden. Spr. stelt daarom een motie voor, waarin wordt uitgesproken dat de positie van het spoorwegpersoneel niet achter gesteld mag worden bij die van het rijkspersoneel. De heer DRESSELHUYS (V. B.) meent, dat de loonen van het rijkspersoneel niet moeien uilslelcen boven die in do particu liere bedrijven Voor hel spoorwegpersoneel dient diezelfde maatstaf fe worden aange legd. Nu zijn er echter besluiten genomen, die van deze gelijkheid alwijken. Is dal nu geschied in verhand nipt gelijke plannen ten aanzien van het rijkspersoneel? De beslis sing van een 10 pCt. verlaging is niet on wettig. Is dit besluit definitief genomen door de directie? 01 is het. niet definitief geno men? Spr. vraagt de Regeering daarover nauwkeurige mededeclingen le doen. De heer VAN BRAAMREEK (S. D): Het is een regeling op afbelalingl De heer 1>RESSELHUYS"(V. B.): Dia kent het Arbeidsconstract niet en dus moej do Minister species zeggen hoe d:ze zaak staat. Art. 36 R V D. achl hij niet zoo belang rijk. Do poging om het personeel individucel to lalen afzien van da rechten, in dit arti kel vastgelegd, acht hij beneden dc waar digheid dor directie. Een rechterlijke uit spraak kan daarbij niet uitblijven. Het systeem van do directie, om ark 30 weg la werken, begrijpt hij niet. Als er reeds e n salarisverlaging is, dan is het duidelijk daÉ het personeel op dit artikel ook een beroep kan doen om die toiling terug te krijgen. De heer VAN BRAAMBEEK (S. D.): Dan' was de diensttijd verlengd en was men nog verdtr van den wrg. De heer DRESSELIIUYS (V. B.) zegt, het niet te begrijpen, dat men geen beroep op dc rechten heelt gedaan in verband mei art. 30, Georganiseerd overleg heeft spr. altijd ge wild, maar hij ziet niet in wat de heer Van Braambeek zieh voorstelt. Hij kan zijn stem aan dien9 motie niet geven, evenmin als aan die van den lieer Wijnkoop. De motie-Oud is spr. sjpipathieb. Meer beperking van den Zondagsdienst acht spr. niet gewenscht, ook niet met het oog op de inkomsten voor het bedrijf. De heer SCHAPER (S Dwenscht geen uitbreiding van de beperking op Zondag, Voorls vraagt hij verlaging der tarieven en invoering van kilometerka <rlon. De heer BOON CV. B.) klaagt over de on bewaakte overwegen en slechte treinverbin dingen in Friesland, vooral mst Schier monnikoog. De heer FRUYTIER (R. K.) klaagt oveg de slochlo sneltrc-inverbinding-n met Vlis- singen. De heer WIJNKOOP (C. Fr.) repliceert. Hij meent dat het antwoord van den Minister geheel onvoldoende is geweest en dat de Mi nister meestal geen antwoord heeft gegeven. Hij wacht nu het tweede antwoord van den Minister af. Hij dient andermaal een motie in, waarin hij thans intrekking der sla.- kingswotlen vraagt. Da MINISTER is aan het woord. Deze discussie zal echler Dinsdagavond a s. worden voortgezet. De vergadering wordt verdaagd lot Dins dag C-ón uur. RECLAME. Ruwe enSchraleHuid OOOS 30, 60.90 Cent. Bij Apotli. cn Drogisten. Pha/m.Kobr A.Miinhordi Zciit Oorspronkelijke novelle van J. C. L B. PET. (Nadruk verboden). 7) Toen zij mij voorbij kwamen, demplen zij hun stemmen bijna onwillekeurig, want zij namen geen notitie van mij; maar zagen elkaar aan, mét een zorgloozen, overmoedi- gen glimlach. Met vlugge stappen gingen zij verder, en in mijn ellende wenschle ik, dat hun geluk verstoord mocht worden, evenals het mijne. liet etensuur was voorbij en hel park v; rd weer levendiger. Telkens passeerden mij groepjes menschen; enkelen ernstig, maar de meeslen opgewekt. Ik nam het hun bijna kwalijk, dat zij mij kwamen storen, cn ging wrevelig naar een stiller gedeelte van het park. De schemering begon te vallen, en ik ging zitten in het gras naast den vijver. Ik trachtte mijzelf te overreden, terug le gaan naar mijn kamers, maar ik zag er zoo tegen op, dat ik het telkens weer uitstelde. Het werd duisler en do Oclobc-ravond werd koel. Vóór mij klonk het eentonige ge- kabbel van het water, dat door een frisschen wind werd gerimpeld teger. den oever. 'k bleef stil kijken naar het zwarle wa- ter, en heel langzaam en geleidelijk kwam hij mij het denkbeeld op, dat liet beter ware Pust te zoeken, dan den hopeloozen strijd o:n het bestaan te blijven voeren. Het stille, koele water verleidde mij; het tr.mij naar zich toe. Schichtig keek om mij heen of ik werd brspied, en toen, steeds rondkijkende, liep ik zachtjes naar den vijver, het zacht hel lende gazon af. Een oogenblik weifelde ik, maar in mij fluisterde hc-t: „Daar is de rust, daar is alle strijd gestreden Toen hoorde ik een zacht geritsel achter mij. Mijn adem stokte in mijn keel; met een schok zag ik om. Ernstig, en zonder een woord te spreken, stond daar de lange, zwarte gestalte van advocaat fiolins. Ik zag hem aan, maar wendde onmiddel lijk mijn rmgen af vol schaamte, dat ik was betrapt. Ik wist niet wat le zeggen en zoo stonden wij daar eenige oogenblikken tegen over elkaar zonder een woord te spreken. Toen sprak hij: „Kom", en zwijgend volg de ik hem do.ir do duistere lanen. Hij riep een taxi aan en liet mij instap pen, den chauffeur een adres opgevend. Het licht van de straten drong door in dc-n wagen en ik trachtte zijn gezicht le zien, maar hij hield het afgewend en keek strak naar buiten. De taxi stopte en nadat Bolins mot den chauffeur had afgerekend, opende hij een deur. Ik volgde hem naar een gezellige, helder verlichte kantor, waar eon houtvuur brand de in den haard. Hij wees naar de gedekte tafel: „Daar is eten", sprak hij; „eet." Zijn grijze oogen hielden rnij geheel onder hun invloed cn als ik ia c;n droom at ik wat mij werd voorgezet. Toon het maal was afgetoopon, ging hij mij voor naar een studeerkamer, waar hij mij deed neerzitten in een gemakkelijker, fauteuil, „Dorrir.g", zei hij, „je bent een lafaard." Voordat ik kon antwoorden, ging hij door: „le hebt werk te doen; je taak is nog niet algeloopen." „Ik kan niet moer", zei ik; „ik heb geen werk." „Je kunt het krijgen, ik kan je gebruiken als typiste. Ik betaal niet veel, maar hel is genoeg .Vijftien pond per maand. Maar dit is r.iot het work, dat ik bedoel. Heb je niet gedacht aan Marion?" „Wat moet ik doen?" vroeg ik deemoedig. „Dat is van later zorg. Morgen zullen wij vorder zien. Het is nu tijd, dat je gaat sla pen." „O", zei ik, „hoe kan ik u bedanken?" „Door te doen wat ik zeg", antwoordde hij droog; „maar je bent moe, je kunt gaan slapen. Ik heb eon kamer voor je in orde laten brengen." Ik was overweldigd en wist niet wat te zeggen. Ik durlde hem nauwelijks aanzien. Toen drong het ineen3 tot mij door, hoe wonderlijk hot was, dat deze man mijn be doelingen had geraden. „Waarom bent u mij eigenlijk gevolgd?" vroeg ik. „Omdat ik wist wat je van plan was", antwoordde hij. „Hoe konbegon ik en uit angst, onbescheiden te worden, ging ik niet door. IIi) zag mij aan met een langen, peinzen- den blik en antwoordde zacht: „Omdat :k zelf ook eenmaal aan den rand van het water heb gestaan." HOOFDSTEK VIII. Ik viel dien avond bijna onmiddellijk in slaap en ontwaakte den volgenden ochtend opgeruimder dan ik in vele dagen had ge daan, —w— —n Toen ik in de eetkamer verscheen, was mr. Bolins al aanwezig. Hij had den gcslrengen toon van den vo- rigen avond laten varen cn v, as weer opge ruimd en vriendelijk als altijd. Over deze ontmoeting bij den vijver in Kensington Gardens sprak hij met geen woord. Hij in formeerde belangstellend hoe ik geslapen had en hel deed hem zichtbaar genoegen te hooren, dal ik een goeden nacht had gehad. Na het ontbijt begaven wij ops weer naar zijn werkkamer. Hij opende het gesprek door te zeggen: „U moet aan het werk, mr. Dorring, en het zal u niel meevallen. Nog altijd is de onschuld van miss Grened niet bewezen, sn dat is het eerste, wat ons le doen staat." „Gelooft u dan nog vroeg ik, opge wonden. „Ut hob u al meer gezegd, dat ik niets ge loof", antwoordde hij. „maar ik ben er. nog niet van overtuigd, dat uw verloofde wer kelijk de schuldige is in deze zaak." „Weet u ook, hoe het nu met haar is?" informeerde ik. „Zij is nog in observatie. Vandaag zal worden uitgemaakt of plaatsing in een zenuwinrichting noodzakelijk is." „Mag ik haar zien?" „Ik vrees van niet. Bovendien, u kunt u nuttiger maken door aan het werk te gaan. „Maar hoe kan ik iels doen?" vroeg ik wanhopig „Wij hebben immer3 reeds alles geprobeerd. „Wij kunnen nog meer doen", antwoord de hij; „er zijn misschien nog inlichtingen fe krijgen." Bij deze woorden overhandigde hij mij een velletje papier. Driftig vouwde ik open. r- Het was het briefje, dat Marion mij had V geloond, en dal haar het plan had doen op vatten naar het huis van mr. Hanote tei gaan Dit briefje was de oorzaak geweest van alle ellende, die den laatslen tijd over ons was gekomen. „Wat moet ik hiermee doen?" vroeg ik na eer.ig stilzwijgen. ..Wel", zei hij, „je moet A. Q. caan op zoeken in Scethwood en hem om inlichtin gen vragen." „Ik keek hem aan, zonder te begrijpen. „Sheotwood is oen klein plaalsje", zei hij, eenigszins ongeduldig, „en er zijn niet zoo heel veel namen, die met een Q. beginnen." „Maar", wierp ik hem tegen, „het kan loch best een pseudoniem zijn." „Dat moeten wc er op wagen. Je hebt al- lijd eens kar.s den man, of de vrouw lc vin den. Ik zeg niet, dat zij groot is, maar we moeien alles probeeren." „En als het niet gelukl?" „Dan zullen wij verder zien", anlvoord- de hij. „Maarbegon ik. „Je bedoelt, dat je geen geld licbl", zei hij; ik wist, dat dat zou komen. Je schijnt een vreeselijko pessimist te zijn, die altijd bezwaren ziet, die niet bestaan. fk zal je c-en voorschot geven op je sala ris. Je kunl hel per maand lerugb talen. Aan tien pond zul je voorloopig wel genoeg hebben." „Hoe kanzei ik aangedaan „Dat heb ik gisteravond al gezegd", sjwali hij kortaf. (Wordt vervolgd).,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 9