PU ROL
?!o. 19838.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag l5 Maart.
Derde Blad. Anno 29-:?
'gr BUITENL. WEEKOVERZICHT.
TWEFHF KAWFR.
V
FEUILLETON.
IViAÜION.
De stijging dei franc Rijks-
dagontbrnriiao en nisnwe vei-
x kiearingen Venizelo* veilaat
Griekenland het Kalifaat.
Do Fransdie franc beneden het dubbeltje,
Bclgiscne naar ratol Dat was begin
tleser weck wel de alarmeerer.de tijding
voor beide betrokken lanoen. Van langen
duur is de»-e plof echter niet geweesttoen
de nood zoo hoog was gestegen, zijn En-
£ds©ho aoowel als Anicnkaanscho ban
kiers met VIij belangrijke bedragen tc hulp
fc schoten en dit betaalmiddel beeft zich
Hersteld tot de hoogte, dio „vrij normaal"
h'cct. Het feit toch, dat nog aan Frankrijk
wordt geleend, is vertrouwenwekkend.
Maar wij vragen oas af of deze leeningcn,
die zooveel waarde hebben op dit oogen-
blik voor Frankrijk, niet aan bijzondere
voorwaarden zijn verbonden, waar ook hot
rente-typ© aan den lagen kant is. Zou dc
Fianscbe regeering soms ctn of andero
toezegging hebben moeten geven, die ge
heim wordt gehouden? Het zal wel spoedig
moeten blijken, naar bet ons wil voorko
men, want het werk der Commissies van
Deskundigen schiet hard op en wanneet
dat gereed is, dan is de tijd immers daar
om spijker» met koppen te slaan in de
Europpcscbe vraagstukken, het alles be-
hoerschcnde sehadevergoedingsvraagstuk
vooraan
De franc is dus rijzende, om daarop teru^
tc komen cn dat lijkt natuurlijk heel mooi.
Voor Poinoaré is hst trouwens een bof,
dat dit nu gebeurt, want li ij is juist bezig
met den Senaat een nieuw robbertje te
boksen, waarvan de uitslag weder cm een
dubbeltje op zijn kant is. In de kieswet-
kwestio won Poincaré den strijd, zal hij
'dat herhalen? Men geeft licm kans, omdat
ook de Senaat- op zou zien voer cc» ciisis
Op dit oogenblik, nu het rapport der Des-
kundigen aanstaande is, maar men moet
niet vergeten, dat or bij dc financieel©
voorstellen, waarover do stiijd loopt, oen
heginsclkwestie Is».l. of d© Senaat ccn
'deel van zijn bevoegdheid aan de regeering
fds noodmaatregel wil afstaan, gelijk de
Kamer deed en dat- is iets zeer zwaar wc-
gends voor den Fransolien Senaat. Is
rijzing van dc franc in wezen echter wel
«>o boel mooi? Daaraan is twijfel gerecht
vaardigd. In wezen is immeis de Fransche
Schuld door do nieuwe leeningen, die in
elk geval niet vallen ouder de oorlogsloc-
Tlingen. waarvan MariaDnc z-cl» niet veri
aantrekt, vergroot cn is er feitelijk niets
anders gebourd, dan dat een gat gestopt
is met een ander gat, zooals men dat wel
eens noemt. Dal daarom het herstel van
de franc bestendig is, duiven wij geenszins
beweren.
Dat zal malgré tout eerst het geval kun
non zijn, wanneer de Fransohe regeenng
baar houding grondig herziet en terugkeert
uit hot land der begeerten tot het domein
der mogelijkheden. Do loeningen werpen
als het waro een dam op in d© wassende
rivier, maar het water is r> >g niet tot staan
gebracht. Zoo lijkt ons do situatie.
In leder geval i9 aan Frankrijk nog eens
proefondervindelijk bowezen, hoezeer het
niet geïsoleerd kan staan zonder te vallen
cn dat- hoeft een direct voordeel. Het zal
de Fransche regeering cr loc moeten bren
gen, hetzij dan Poincarc of wellicht spoedig
reeds een ander, meer rekening te houden
ïnet de wonschen der bondgenooten. Met
die van Duitsohland durven wc nog niet.
neggen, zoo ver zijn wc nog lang niet, dat
9 wél gebleken uit do jongste offieiccJo
uitlatingen, die ten aanzien van Duitscli-
land drnzclfden toon van altijd doen bo
luisteren.
In Puitschland zal ccn krachtproef «vor
mden eestreden, daar liet nu eindelijk toch
t-ot "Riiksdcaronlbinding is gekomen, nadat
daarover bijkans icderen dag een hcriciit
cn een tegenspraak werd -n gogoven. Niou-
vco verlciezincren zullen weldra plaats heb
ben en dc strijd zal fel, uiterst fel zijn.
dat is zonder gevaar tc voorsnellcn Op
pervlakkig geoordeeld zou men eencjgd ziin
tc ipeenoTi, dat het TTitlor-nrnces te Mfin-
ohon. dat zoo'n d-ocviir b"cM Epefl van den
inwendirren striid ccn herleving van de
kamn om dc Du1 t^che Ijcacmonie tuA^chen
•Rcrlijn en "Miinohen waarbij een van de
leidend© figuren totaal onzichtbaar blijft.
n.l. bet Beiersohc koningshuis WittclbacoJ
v-oor de nationalisten een nadoel oplevert-,
maar gezien do gretigheid, waarmeo bet
Duitsche publiek do kolommen cn nog eens
kolommen verslindt, zouden wc bijkans
durven aannemen, dat het eerder dc natio
nalistische golf, die orer Duitschland waait
dank zij vooral het optreden der Fran
sche n zal helpen co steunen.
Do regeoring van Mars was wel tot dc
ontbinding genoodzaakt, daar men niet al
wilde zien van aantasten der noodverorde
ningen, onder de machtigingswet afgekon
digd, maatregelen, die echter hebben doen
hereiken, dat de mark is gestabiliseerd,
aoodat aantasting direct dreigde te worden
een aanval op de mark. De politieke strijd
dor partijen cischto evenwel handhaving
van bet ingenomen standpunt en dan
weet- men het wel, tegenwoordig. Bieder»,
hooger bieden, hoogst bieden, het is het
volslagen alphabet, waarmee men in t al
gemeen voor dc kiezers treedt.
Het kabi net-Marx krijgt in ieder geval
eenigen tijd rust van inwendigen strijd,
maar of hot dit krachtiger zal doen staan
is nog twijfelachtig. Evenmin als Theunis
krachtiger staat met- zijn kabinet- in België.
Na veel getwist over de verdceüng der
eet els waarbij dc liberalen wel bijzon
der flink zijn afgekomen! is toch-een
derde ministerie-The unis gevormd, dat ech
ter door niemand met vreugde is begroet,
hoogstens is aanvaard, omdat er geen
ander was.
Met. zoo'n kabinet moet- België nu een
nieuwe politiek inluiden, een politiek van
zelfstandigheid I
Ondank is 's werelds loon, zal men zeg
gen. Ja, dat- heeft- Vcnizolos nog weer eens
ondervonden. Geroepen cn ingehaald als
redder des vaderlands, heeft hij thans Grie
kenland al weer verlaten en vermoedelijk
zal de Kretenzer nu wel voor goed van het
Gneksclio tooneel zijn verdwenen. Dc of
ficierencorpsen zijn tc kiaabtig gebleken
en hebben vastgehouden aan cl© afzetting
der monarchie zonder volksreferendura.
Dc officieel© onttroning zal vermoedelijk
spoedig afkomen. Venizclos beeft zijn poli
tiek van gematigdheid niet ten einde kun
nen voeren. Toch, al is zijn komst- dan mis
lukt to noemen, heeft hij kunnen dienon als
bliksemafleider in ccn zeer woelige periode
cn als zoodanig is hij het oude Hellas toch
ook nu weer van dienst geweest. Zijn eigen
gezondheid is daaronder echter niet onge
rept- gebleven.
Een ander, die in ongenade is gevallen,
do verdreven Kalief, die vooreerst in Zwit
serland blijft, denkt er niet .nan om zijn
afzetting te aanvaarden, een z.i. onwettige
daad. Trouwens, hij heeft in den boning
van den Hedzjas al een'rivaal cn wie weet,
of andere Moslimsbhe landen ook niet met
een pretendent voor den doa zullen komen.
Do Nationalo Vergadering to zingora
heeft het Kalifaat nan zich getrokken, mnar
dnt zal huiten Turkiip natuurlijk heeïo-
maal niet. worden erkend, daar dit een
onderwerpen nan Turkije zou beteek^nen
in geesteliikr- zaken En ef het dan wel nl-
lèen geestelijke dingen alleen zou blijven
raken
(Vervolg van gisteren.)
Art. 1 der hegrooting van Financiën wordt
goedgekeurd met Cl legen 3 stemmen.
STAAT3BEGROOTING VOOR 1924.
Eoofdsiuk IX (Waterstaat).
Voortgegaan wordt met de behandeling van
hoofdstuk IX (Waterstaai). De discussie over
de 111de afdeeling (Spoorwegen) wordt voort-
gezel. Bij dezo afdeeling is tevens aan de orde
de interpellatie van den heer Wijnkoop om
trent: lc. de tien procent loonsverlaging van
het spoorwegpersoneel. 2e. den halfslachli-
gen toestand van den bedrijfsvorm bij de
spoorwegen, waarbij Regeering cn Directie
zich achter elkaar verschuilen, en die ten
nadeele van het personeel gehandhaafd
schijnt te blijven; 3e. de vernieling van het
eenmaal ingesteldo georganiseerde overleg in
den .Loonraad en 4e. liet beleid van de tegen
woordige Directie, zoowel wat de bedrijfsin
richting betreft, als ten opzichte van de be
voorrechting der Directie zelf en der hooge
ambtenaren.
De lieer WIJNKOOP (C. fr.) dient een mo
tie in,, waarin dc loonsverlaging voor het
spoorwegpersoneel wordt afgekeurd en waar
in dc Regeering wordt verzocht deze verla
ging niet goed lc keuren, waarna het reeds
ingehouden loon zal worden terugbetaald.
De heer ZiJLSTRA (A R.) bepleit het recht
van sommige gemeenten in Groningen om
het door hen gestorte bedrag van den aanleg
van tramwegen, die thans niet worden om
gebouwd ip -stoomtramwegen, terug te ont
vangen.
Do heer SM EEN K. (A.1L) klaagt over ge
brek aan goederenwagens cn de ophooping
van goederen. Het 'gevolg is ongeregeld ver
voer. Ook het personenvervoer laat veel te
wenschen over: de uitsluiting van vele trei*
nen voor maandkaarthouders is een groot
ongerief.
Sp!\ pleit ook gaarne voor meer Zondags*,
rust. Herhaaldelijk hoort spr. klachten over
den Zondagsdienst.
Wal de arbeidsvoorwaarden betreft, erkent
spr. dat het personeel zwaar wordt getroffen,
liet is reeds eenige malen gekort in het loon
door de invoering van liet pensioen. 1s daar
voor nu een regeling spoedig te wachten
Thans is de loonsverlaging aan de orde. Men
begrijpt wel, dat de loonen niet gehandhaafd
kunnen worden, maar hel komt hier aan op
voorzichtig beleid, waarbij met allerlei fac
toren dient te worden rekening gehouden.
Het verband met het rijkspersoneel moet niet
worden verbroken cn dat is geschied door de
invoering der 4e klasse. Zoo iets ontstemt
natuurlijk. De beteekenis van art. 36 wordt
door liet personeel overschat. Men heeft ge
streefd naar een compromis, dat echter is
afgewezen. Er zal nu een nieuwe loonrege
ling komen, die voor velen nadeèlig zal zijn
en dc directie vraagt volledige opheffing van
art. 36. Dit laatste gast tc ver en spr. vraagt
d*n Minister te bewerken, dat het compromis
alsnog tot 9tand wordt gebracht voor 1924.
Voor 1925 kan men dan weer verder zien.
Vervanging van don loonraad door een
personcelsraad heeft haar bezwaren.
In elk geval wenscht hij bij de samenstel
ling geen evenredige vertegenwoordiging die
de zwakkeren in den druk der sterkeren
brengt.
De heer OUD (Y.D.) acht de houding van
de Regeering tegenover de loonsverlaging
zonderling. Art. 36 heeft hier andere betee
kenis dan art. 40 Bezoldigingsbesluit, want
art. 36 is een deel van een contract tusschen
een particulier werkgever en zijn personeel.
De Minister mag daarin zeker geen verande
ring brengen. Art. 36 is duidelijk als glas en
het gaat niet aan te trachten er een anderen
uitleg aan te geven. Waarom zet anders de
directie alles op haren en snaren om het
personeel te doen afzien van aanspraken
krachtens art. 36, als zij meent dat dit artikel
een uitleg heeft als de Minister gisteren aan
gaf. Om art. 36 draait- het gansche geval cn
juist hot verdraaien van dit artikel is een
schandaal.
Spr. stelt daarom een r notie voor, luidende:
De Kamer van oordeel,
dat de vrijheid van het spoorwegpersoneel
om over geschilpunten betreffende hun
rechtspositie een rechterlijke uitspraak te
vragen niet mag worden-aangetast.
noodigt den Minister uit zijn beslissing
over de loonregeling hiervan afhankelijk te
stellen, dat de directie der Ned. Spoorwegen
geen enkele poging in het werk zal stellen
om pressie uit te oefenen op het spoorwegper
soneel om afstand te doen van rechten die
het personeel meent te bezitten,
gaal over tot de orde van den dag.
Dc heer VAN VOORST TOT VOORST,
(R.K.) bespreekt o.a. de onbewaakte overwe
gen, die hij zeer gevaarlijk acht. Hij wenscht
vooral duidelijke waarschuwingsborden en
's avonds behoorlijke lichten.
De heer HERMANS (R.K.) meent, dat alle
loonsverlagingen te snel na elkaar zijn ge
komen, zoodat zij niet parallel gingen met de
algemeene prijsdaling. Er zijn menschen, die
in acht maanden 26 pet. aan^ salaris verlo
ren. De voorstellen der organisaties waren in
dit opzicht veel beter. Kon andere fout was
de verbreking van het verband met de rijks
regeling. De invoering der 4o klasse bijvoor
beeld is een fout geweest, die het typische
karakter der gelijkstelling aantastte. Gaarne
zag spr. deze fout hersteld.
Over het contact spreekt spr. met weinig
lust na hetgeen in den laatslen tijd is ge
beurd. De directie trachtte aan vele bezwaren
tegemoet te komen maar zij stond tegenover
Hoer in een winkel, waar voor de deur
een bordje bang! „lei on parlo toutes los
langues".
„U moet hier wel veel tolken hebben
„NeenWaarom
„En men spreekt hier alio talen...."
„O, ja, mijnheer, maar dat zijn wij niet»
dat zijn do klanten".
een hopeloos verdeeld personeel. Wil men
door overleg iets bereiken, dan moet in prac-
tische aangelegenheden eenheid bestaan bij
hot personeel. Hot personeel moet eens na
gaan of er aan zichzelf cn zijn samenwerking
niet iets hapert. Thans heeft het zijn heil
gezocht in georganiseerd verzet. Wat art. 3G
betreft, vraagt hij ook den Minister de spoor
wegdirectie van haar voornemen ten opzichte
van dit artikel al te brongen.
Ten slotte behandelt spr. eenige gevallen,
waaruit blijkt, dat het publiek de dupe is van
slechte treinregcling, vooral in die slreken
waar geen concurrentie beslaat
De heer VAN BRAAMBEEK (S. D.) zou
gaarne wilïen, dat er oen ander orgaan was
dat Spoorwegzaken heeft le behandelen elan
deze ondeskundige Kamer. Er is een be
stendig orgaan voor personeelsbelangen
noodig. Dat orgaan i3 er nog niet, want de
Loonraad was niet als goodanig le beschou
wen, omdat de Minister zich altijd schaarde
aan de zijde der directie, als dezo het niet
eens was met den Loonraad. Op die manier
beleekent zoo'n Raad niets. Spr. heelt in
den Minister niet veel vertrouwen meer,
maar hij erkent dat het foeh noodig is dat
de Kamer den bewindsman op de vingers
zal zien, zoolang er geen goed orgaan is
voor de personeelsaangelegenheden. Onder
een orgaan verstaat spr. een instituut waar
in hel personeel medezeggenschap hoeft.
Voor de loonen is als lichtsnoer aangeno
men de salaricering van het rijkspersoneel.
Voor de slandplaalsregeling, de wachtgelden
pensioenen, is sheds dezelfde grondslag go-
nomen als bij het Rijk Wat met hel rijks
personeel werd aangevangen, werd ook op
het spoorwegpersoneel toegepast. Echter is
men daarvan nu plotseling gaan afwijken,
nl. door de invoering der klasse, de rege
ling der verblijlkosten en door de loonsver
laging. Dit nu acht spr. ontoelaatbaar. Art.
36 is een contract met een burgerrechtelijke
beteekenis, waarin niet c nzijdig kan wor
den veranderd. Er is zelfs geen gelegenheid
geweest om de arbeidsovereenkomst op te
zeggen. Met het personeel is omgesprongen
als met oude trekhonden.
Spr. stelt daarom een motie voor, waarin
wordt uitgesproken dat de positie van het
spoorwegpersoneel niet achter gesteld mag
worden bij die van het rijkspersoneel.
De heer DRESSELHUYS (V. B.) meent,
dat de loonen van het rijkspersoneel niet
moeien uilslelcen boven die in do particu
liere bedrijven Voor hel spoorwegpersoneel
dient diezelfde maatstaf fe worden aange
legd. Nu zijn er echter besluiten genomen,
die van deze gelijkheid alwijken. Is dal nu
geschied in verhand nipt gelijke plannen ten
aanzien van het rijkspersoneel? De beslis
sing van een 10 pCt. verlaging is niet on
wettig. Is dit besluit definitief genomen door
de directie? 01 is het. niet definitief geno
men? Spr. vraagt de Regeering daarover
nauwkeurige mededeclingen le doen.
De heer VAN BRAAMREEK (S. D): Het
is een regeling op afbelalingl
De heer 1>RESSELHUYS"(V. B.): Dia
kent het Arbeidsconstract niet en dus moej
do Minister species zeggen hoe d:ze zaak
staat.
Art. 36 R V D. achl hij niet zoo belang
rijk. Do poging om het personeel individucel
to lalen afzien van da rechten, in dit arti
kel vastgelegd, acht hij beneden dc waar
digheid dor directie. Een rechterlijke uit
spraak kan daarbij niet uitblijven. Het
systeem van do directie, om ark 30 weg la
werken, begrijpt hij niet. Als er reeds e n
salarisverlaging is, dan is het duidelijk daÉ
het personeel op dit artikel ook een beroep
kan doen om die toiling terug te krijgen.
De heer VAN BRAAMBEEK (S. D.): Dan'
was de diensttijd verlengd en was men nog
verdtr van den wrg.
De heer DRESSELIIUYS (V. B.) zegt, het
niet te begrijpen, dat men geen beroep op dc
rechten heelt gedaan in verband mei art. 30,
Georganiseerd overleg heeft spr. altijd ge
wild, maar hij ziet niet in wat de heer Van
Braambeek zieh voorstelt. Hij kan zijn stem
aan dien9 motie niet geven, evenmin als
aan die van den lieer Wijnkoop.
De motie-Oud is spr. sjpipathieb.
Meer beperking van den Zondagsdienst
acht spr. niet gewenscht, ook niet met het
oog op de inkomsten voor het bedrijf.
De heer SCHAPER (S Dwenscht geen
uitbreiding van de beperking op Zondag,
Voorls vraagt hij verlaging der tarieven en
invoering van kilometerka <rlon.
De heer BOON CV. B.) klaagt over de on
bewaakte overwegen en slechte treinverbin
dingen in Friesland, vooral mst Schier
monnikoog.
De heer FRUYTIER (R. K.) klaagt oveg
de slochlo sneltrc-inverbinding-n met Vlis-
singen.
De heer WIJNKOOP (C. Fr.) repliceert. Hij
meent dat het antwoord van den Minister
geheel onvoldoende is geweest en dat de Mi
nister meestal geen antwoord heeft gegeven.
Hij wacht nu het tweede antwoord van den
Minister af. Hij dient andermaal een motie
in, waarin hij thans intrekking der sla.-
kingswotlen vraagt.
Da MINISTER is aan het woord.
Deze discussie zal echler Dinsdagavond
a s. worden voortgezet.
De vergadering wordt verdaagd lot Dins
dag C-ón uur.
RECLAME.
Ruwe enSchraleHuid
OOOS 30, 60.90 Cent.
Bij Apotli. cn Drogisten.
Pha/m.Kobr A.Miinhordi
Zciit
Oorspronkelijke novelle van J. C. L B. PET.
(Nadruk verboden).
7)
Toen zij mij voorbij kwamen, demplen zij
hun stemmen bijna onwillekeurig, want zij
namen geen notitie van mij; maar zagen
elkaar aan, mét een zorgloozen, overmoedi-
gen glimlach.
Met vlugge stappen gingen zij verder, en
in mijn ellende wenschle ik, dat hun geluk
verstoord mocht worden, evenals het mijne.
liet etensuur was voorbij en hel park
v; rd weer levendiger. Telkens passeerden
mij groepjes menschen; enkelen ernstig,
maar de meeslen opgewekt.
Ik nam het hun bijna kwalijk, dat zij mij
kwamen storen, cn ging wrevelig naar een
stiller gedeelte van het park.
De schemering begon te vallen, en ik ging
zitten in het gras naast den vijver.
Ik trachtte mijzelf te overreden, terug le
gaan naar mijn kamers, maar ik zag er zoo
tegen op, dat ik het telkens weer uitstelde.
Het werd duisler en do Oclobc-ravond
werd koel. Vóór mij klonk het eentonige ge-
kabbel van het water, dat door een frisschen
wind werd gerimpeld teger. den oever.
'k bleef stil kijken naar het zwarle wa-
ter, en heel langzaam en geleidelijk kwam
hij mij het denkbeeld op, dat liet beter ware
Pust te zoeken, dan den hopeloozen strijd
o:n het bestaan te blijven voeren.
Het stille, koele water verleidde mij; het
tr.mij naar zich toe.
Schichtig keek om mij heen of ik werd
brspied, en toen, steeds rondkijkende, liep
ik zachtjes naar den vijver, het zacht hel
lende gazon af.
Een oogenblik weifelde ik, maar in mij
fluisterde hc-t: „Daar is de rust, daar is alle
strijd gestreden Toen hoorde ik een zacht
geritsel achter mij.
Mijn adem stokte in mijn keel; met een
schok zag ik om.
Ernstig, en zonder een woord te spreken,
stond daar de lange, zwarte gestalte van
advocaat fiolins.
Ik zag hem aan, maar wendde onmiddel
lijk mijn rmgen af vol schaamte, dat ik was
betrapt. Ik wist niet wat le zeggen en zoo
stonden wij daar eenige oogenblikken tegen
over elkaar zonder een woord te spreken.
Toen sprak hij: „Kom", en zwijgend volg
de ik hem do.ir do duistere lanen.
Hij riep een taxi aan en liet mij instap
pen, den chauffeur een adres opgevend.
Het licht van de straten drong door in dc-n
wagen en ik trachtte zijn gezicht le zien,
maar hij hield het afgewend en keek strak
naar buiten.
De taxi stopte en nadat Bolins mot den
chauffeur had afgerekend, opende hij een
deur.
Ik volgde hem naar een gezellige, helder
verlichte kantor, waar eon houtvuur brand
de in den haard.
Hij wees naar de gedekte tafel:
„Daar is eten", sprak hij; „eet."
Zijn grijze oogen hielden rnij geheel onder
hun invloed cn als ik ia c;n droom at ik
wat mij werd voorgezet.
Toon het maal was afgetoopon, ging hij
mij voor naar een studeerkamer, waar hij
mij deed neerzitten in een gemakkelijker,
fauteuil,
„Dorrir.g", zei hij, „je bent een lafaard."
Voordat ik kon antwoorden, ging hij door:
„le hebt werk te doen; je taak is nog niet
algeloopen."
„Ik kan niet moer", zei ik; „ik heb geen
werk."
„Je kunt het krijgen, ik kan je gebruiken
als typiste. Ik betaal niet veel, maar hel is
genoeg .Vijftien pond per maand. Maar dit
is r.iot het work, dat ik bedoel. Heb je niet
gedacht aan Marion?"
„Wat moet ik doen?" vroeg ik deemoedig.
„Dat is van later zorg. Morgen zullen wij
vorder zien. Het is nu tijd, dat je gaat sla
pen."
„O", zei ik, „hoe kan ik u bedanken?"
„Door te doen wat ik zeg", antwoordde hij
droog; „maar je bent moe, je kunt gaan
slapen. Ik heb eon kamer voor je in orde
laten brengen."
Ik was overweldigd en wist niet wat te
zeggen. Ik durlde hem nauwelijks aanzien.
Toen drong het ineen3 tot mij door, hoe
wonderlijk hot was, dat deze man mijn be
doelingen had geraden.
„Waarom bent u mij eigenlijk gevolgd?"
vroeg ik.
„Omdat ik wist wat je van plan was",
antwoordde hij.
„Hoe konbegon ik en uit angst,
onbescheiden te worden, ging ik niet door.
IIi) zag mij aan met een langen, peinzen-
den blik en antwoordde zacht:
„Omdat :k zelf ook eenmaal aan den rand
van het water heb gestaan."
HOOFDSTEK VIII.
Ik viel dien avond bijna onmiddellijk in
slaap en ontwaakte den volgenden ochtend
opgeruimder dan ik in vele dagen had ge
daan, —w— —n
Toen ik in de eetkamer verscheen, was
mr. Bolins al aanwezig.
Hij had den gcslrengen toon van den vo-
rigen avond laten varen cn v, as weer opge
ruimd en vriendelijk als altijd. Over deze
ontmoeting bij den vijver in Kensington
Gardens sprak hij met geen woord. Hij in
formeerde belangstellend hoe ik geslapen
had en hel deed hem zichtbaar genoegen te
hooren, dal ik een goeden nacht had gehad.
Na het ontbijt begaven wij ops weer naar
zijn werkkamer. Hij opende het gesprek door
te zeggen:
„U moet aan het werk, mr. Dorring, en
het zal u niel meevallen. Nog altijd is de
onschuld van miss Grened niet bewezen,
sn dat is het eerste, wat ons le doen staat."
„Gelooft u dan nog vroeg ik, opge
wonden.
„Ut hob u al meer gezegd, dat ik niets ge
loof", antwoordde hij. „maar ik ben er. nog
niet van overtuigd, dat uw verloofde wer
kelijk de schuldige is in deze zaak."
„Weet u ook, hoe het nu met haar is?"
informeerde ik.
„Zij is nog in observatie. Vandaag zal
worden uitgemaakt of plaatsing in een
zenuwinrichting noodzakelijk is."
„Mag ik haar zien?"
„Ik vrees van niet. Bovendien, u kunt u
nuttiger maken door aan het werk te gaan.
„Maar hoe kan ik iels doen?" vroeg ik
wanhopig „Wij hebben immer3 reeds alles
geprobeerd.
„Wij kunnen nog meer doen", antwoord
de hij; „er zijn misschien nog inlichtingen
fe krijgen."
Bij deze woorden overhandigde hij mij
een velletje papier. Driftig vouwde ik
open. r-
Het was het briefje, dat Marion mij had V
geloond, en dal haar het plan had doen op
vatten naar het huis van mr. Hanote tei
gaan
Dit briefje was de oorzaak geweest van
alle ellende, die den laatslen tijd over ons
was gekomen.
„Wat moet ik hiermee doen?" vroeg ik na
eer.ig stilzwijgen.
..Wel", zei hij, „je moet A. Q. caan op
zoeken in Scethwood en hem om inlichtin
gen vragen."
„Ik keek hem aan, zonder te begrijpen.
„Sheotwood is oen klein plaalsje", zei hij,
eenigszins ongeduldig, „en er zijn niet zoo
heel veel namen, die met een Q. beginnen."
„Maar", wierp ik hem tegen, „het kan
loch best een pseudoniem zijn."
„Dat moeten wc er op wagen. Je hebt al-
lijd eens kar.s den man, of de vrouw lc vin
den. Ik zeg niet, dat zij groot is, maar we
moeien alles probeeren."
„En als het niet gelukl?"
„Dan zullen wij verder zien", anlvoord-
de hij.
„Maarbegon ik.
„Je bedoelt, dat je geen geld licbl", zei
hij; ik wist, dat dat zou komen. Je schijnt
een vreeselijko pessimist te zijn, die altijd
bezwaren ziet, die niet bestaan.
fk zal je c-en voorschot geven op je sala
ris. Je kunl hel per maand lerugb talen.
Aan tien pond zul je voorloopig wel genoeg
hebben."
„Hoe kanzei ik aangedaan
„Dat heb ik gisteravond al gezegd", sjwali
hij kortaf.
(Wordt vervolgd).,