WAARSCHUWING
MARION.
15332.
LEIOSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 Maart,
Derde Blad. Anno 1924.
GLAZBï? FL&COHS met GEEL ETIKET
VOOR DE HUISVROUW.
FEUILLETON.
P BUITENL. WEEKOVERZICHT.
De briefwisseling tusacïien 5ïc
Donald *n Poincaré de mi
litaire controle Duitschland
de tcingkcer Theanis
de afzetting van den kalief.
Ons laatst© overzicht konden wij eindi
gen in een hoopvolle stemming. Er was
verbetering in do algemeene politiek te
bespeuren. Slechts nog flauw en langzaam,
maar het was tooh zoo. En thans durven
wij deze verzekering ietwat driester te her
halen, dauk zij de gebeurlijkheden, heden
door ons te overzichten"-. De atmosfeer
wordt meer en meer gemiverd van alle
donkere wolken en zoo wordt voorbereid
de mogelijkheid van een bespreking van
allo Europeesohe vraagstukken over de ge-
heelo linie. Uiterst merkwaardig bij dit
zuiveringsproces is ongetwijfeld, hoe juist
do nieuwe Engelsohe premier Ramsay Mao
Donald daarbij de eerste viool spcedt. Merk
waardig, omdat in dezen premier toch is
opgetreden ©en outsider"wel met in de
politiek in algemecnon zin, integendeel,
maar toch in de practisehe biiitenlandscho
politiek der wereld. Uiterst vlug heeft liij
zich aangepast mot alieen, maar zich zelfs
opgeworpen tot leider, zooals het een En-
golsch eerste-minister past te zijn. En hot
is een gelukkig verschijnsel der Eiigelscho
politiek, dat ook van die zijden, die niet
tot de Labour-partij bohooren, onomwon
den wordt eTkend, dat McDonald bezig is
te sturen in een goede richting een rich
ting van nieuw overleg, waarbij van tc
voren allerlei belemmerende gcvooligheden
aan den kant zijn gezet. En dit niet met
een gevaarlijken sneltreinvaart, waarbij
slochts weinig oog kan zijn voor den toe
stand van den weg etc,, maar weloverwo
gen en uiterst voorzichtig. Ongetwijfeld
zouden velen liever zien, dat het sneller
ging, maar gezien de groot-e dingen, die op
bet spel staan, is de meest secure weg, al
gaat dat dan veel langzamer, verre te vcr-
faiezeii. Een nieuwe, belangrijke fact-or
hierbij is ontegenzeggelijk het door McDo
nald vervolgen van de briefwisseling met
Poincaré, begonnen bij zijn komst aan het
roer van het. Britscho schip van staat. De
tweodo brief van dep Engelsohen premier
is woderom van grooto beleefdheid, bevat
nergens onaangename passages of zet
te n", edoch geeft hij con, zij hofc globaal,
overzicht van het standpunt, dat zoo zoet
jes aan het standpunt is geworden van het
redelijk verstand. Geen wonder daarom,
ebt algemeen, Frankrijk niet meegerekend
>2 dit geval, hoewel zelis daar de indruk
gunstig was, deze brief een gunstig onthaal
vond. Poincaré's antwoord was even wel
levend, maar hield als altijd eenige slagen
om den arm, zoadat de Fransche premier
door niets is gebonden. Het is de reden,
waarom het Fransch© antwoord heel wat
minder is beoordeeld en aangeslagen, uiter
sten uitgezonderd. Hoe men echter de brief
wisseling ook bezien- wil, zij hoeft ten ge
volge gehad, dat de spanning tussoben En
geland er Frankrijk er door is afgonomen,
dat do r peeringen weer in een niet tevo
ren vermftigde sfeer met elkaar kunnen
praten. En nu is het juist, dat do briefwis
seling dus op zich zelve geen tastbaar re
sultaat nog heeft gehad, zij heeft de gele
genheid daarvoor mee geschapen, en als
eoodanig heeft zij volkomen aan het doel
beantwoord.
Of zelfs een eerste daadwerkelijk gevolg
'daaraan niet is te danken? Wc bedoelen
bet herstellen der geallieerde eenheid in
take de militaire controle in Duitschland,
een van die he etc hangijzers, die geregeld
do atmosfeer hebben bedorven. Frankrijk,
zeer beducht voor veiligheid of liever niet-
veiligheid, heeft steeds aan die controle
Vastgehouden, zelfs tijdens de ergste pe
riode van Roerbozetting als anderszins.
Duitschland was eohter dat toezicht meer
dan moe en zag het liever overgedragen
aan den Volkenbond. McDonald schijnt ons
in dezen een aardigen tusschenweg te heb
ben gevonden, die Frankrijk reeds aan
vaard heeft. Nog eenmaal zal als het ware
Duitschland aan een volledig ondeivoe-k
worden onderworpen, waarop Frankrijk
zoo beslist staat, bang dat Duitschland in
1923, toen de contrólc heeft ontbroken, te
boven is gegaan, waarop het rechten kan
doen gelden. Is dat onderzoek bevredigend,
dan ral de huidige contrölo verdwijnen en
plaats maken voor een toezicht, vanwege
den Volkenbond, dio daarmee een moeilijk
baantje op zijn hals z.ct geschoven, zoo tus-
schen twee haakjes. Het is nog volslagen
onbekend, wat. Duitschland op dit voorstel,
in een nota beliohaamd, zal antwocaden,
maar het wil ons voorkomen, dat eon aan
nemen geheel in de lijn ligt. De Duitsohe
regeering toont dan een onderzoek niet te
vreezen en bevordert tevens het streven
der Engelsohe regeering naar verzoening.
Saboteert Frankrijk op een of andere wijze
het onderzoek, Engeland zal ongetwijfeld
niet nalaten, daar het volle licht op te doen
vallen en tevoren mag men dat ook
niet aannemen. Er zou trouwens weinig
reden voor Frankrijk zijn om hierop, wat
toch een punt van bijkomstigen aard blijft,
al raakt bet Frankrijk's veiligheid, op
nieuw de verhouding tot Engeland in ge
vaar te brengen, gezien de positie, waarin
Marianne steeds meer wordt gedrongen.
De franc blijft dalen, is het dubbeltje al
genaderd, staat er morgen misschien al
onder. Dit trots do met zooveel moeite
door Poincaré in de Kanier doorgezette fi
nancieel© voorstellen, wier leven thans in
den Senaat wordt bedreigd, een bedreiging,
die de Fra-nsche premier door het stollen
der eeuwige portefeuille-kwestie wederom
denkt te overwinnen. En waar is nog het
einde? Het vertrouwen is hopeloos weg.
Dit zal alleen teiugkeeren, zoo er wordt
voortgebouwd op den ingeslagen weg der
deskundigen-commissies, wier rapporten nu
eerlang tegemoet zijn te zien, den weg der
practisehe oplossing, d.w.z. naar een zich
herstellend Europa, waaronder ook Duitsch
land begrepen is.
De Belgische franc deelt natuurlijk het
lot der Fransohe als altijd. En de oplossing
van de regeeringscrisis lijkt weinig ge
schikt om verbetering te brengen. Niette
genstaande allo verzekeringen van niet te
zullen terugkecren, is Theunis toch weer
premier tout com me chez nous. Dat wil
zeggen, gezien ook de nieuwe titularis voor
buitenl. zaken, n.J. de liberaal Hymans
dat de poging van België, om tot een eigen,
zelfstandige politiek terug te komen, reeds
bij voorbaat halverwege mislukt mag hee-
ten en in ieder geval zwaar wordt gehandi
capt. Nog is zeer twijfelachtig of Theunis'
terugkomst van langen duur zal zijn, daar
oen meerderheid voor hem in de Kamer
niet is verzekerd. Of zou hij in staat zijn,
om zijn politiek jasje geheel te keeren
Maar in 't algemeen blijft vooir Europa
de verwachting voorloopig gunstig. Wat
voor de wereld van het Mohammedanisme
niet is te zeggen. De Turicsohe regeering
van Angora, die hot buis Osman had ge-
stooten van den troon, hetgeen per slot
van rekening een zuiver Turksohe zaak
was, heeft nu ook den KaJief afgezet uit
dat huis en in ballingschap gedreven, daar
mee een daad doende, die ver boven baar
competentie uitgaat. Do kwestie van hoofd
der leer van liet Mohammedanisme raakt,
niet alleen do Turkscho regeenng, raakt
de ganschc Mokammedaansche wereld en
protesten konden niet uitblijven, daar de
Kalief in velor oog toch nog een zekere
luister geniet. Die protesten hebben zaeh
trouwens reeds gemanifesteerd in het uit
roepen van Hussein tot Kalief. Waarmede
de Turksohe regeeriug verder van huis is
dan ooit., daar ze over den nieuwen KalieF,
wordt die erkend en de kans daarop is
niet uitgesloten, niets heeft te vertellen,
terwijl do verdrevene een willig werktuig
wag in haar handen
(Vervolg van gisteren).
Begrooting van Onderwijs.
Do heer RUTGERS VAN ROZENBURG
(C.-H.) sluit zich aan bij den heer Tilanus.
Vermindering der salarissen en vergrooting
van het aantal kinderen op een klasse acht
hij de beste middelen ter bezuiniging. De vi
tale belangen worden z.i. daardoor niet ge
schaad.
De heer WINTERMANS (R.-K.) wil o.a.
de administratie van het schooltoezicht ver
eenvoudigen. Het formalistisch stelsel kan
ongetwijfeld veel verzwakt worden zonder
dal liet eigenlijke toezicht er onder lijdt. Ver
mindering van dit toezicht zou indirect veel
bezuiniging op het onderwijs geven.
Do heer KETELAAR (V.-D.) betoogt, dat
j de ambtenaren niet moeten vooruitloopcn op
de beslissingen, die de minister nog moet
nemen. Vervolgens wenschl. hij iets te zeg
gen over het vervolg-onderwijs. Daaraan is
de doodsteek toegebracht, gelijk spr. heeft
voorzien. Het moge niet geheel dood zijn,
maar het ligt* op vele plaatsen op sterven,
vooral ten plaltelande. Reeds is in 55 pCt.
der gemeen'en het vervolg-onderwijs afge
schaft in 22 pCt. was nog niet beslist bij
den aanvang van den winter, maar daarvan
is stellig een deel thans 'beslist in den zin
van opheffing. Spr, constateert dus, dat 3/4
van liet vervolg-onderwijs afgeschaft is se
dert hc-t subsidie is ingetrokken.
De heer RUTGERS (A.-R.) meent, dat de
financicerir.g van het gewone onderwijs vol
gens velen herziening behoeft. Spr. heeft
daartegen geen bezwaar," mits liet stelsel in
grondslagen onaangetast blijft. Vóórop stelt
spr. de vrijheid van liet onderwijs. De Grond
wet legde de gelijkstelling vast en dus mag
de oprichting van een school-niet worden af
hankelijk gemaakt van het bon plaisir van
eenig college. Wat mej. Westerman dus wil,
een beslissing van een commissie over den
ernst der plannen tot oprichting eencr school
kan spr. dus niet aanvaarden.
Spr. erkent, dat de L. O.-wel een dure wet
is, op elke 100 kinderen zijn hier 33 onder
wijzers; in Engeland met zijn 8-jarige school
maar 31 op iedere 1000 kinderen. Dat geeft
een groot verschil. Begrijpelijk is het, dat
men de oorzaak van de dure wet zoekt bij
de kleine scholen het zijn vooral de open
bare scholen, die het grootste getal kleintjes
te zien geven. Het deed spr. dus genoegen
van mej. Westerman te hooren, dat zij tegen
die kleine scholen is.
Vervolgens vraagt spr. den minister niet
toe te staan, dat zijn ambtenaren in dagbla
den polemiseeren en daarbij gebruik maken
van de departementale archieven.
De heer SNOECK HENKEMANS (C.-H.)
maakt eenige opmerkingen over de tech
nische regeling der subsidies, betoogend, dat
hier een object van bezuiniging is te vinden.
Do heer GERHARD (S.-D.) zegt, dat het
systeem der regeering wel gericht is op al
gemeene zuinigheid, maar tevens op neer
drukken van het gansche peil van het onder
wijs. En de Minister wil niet op de volksont
wikkeling bezuinigen maar het resultaat
van zijn streven zal dit juist zijn. Er is ver
wezen naar Engeland, maar de toestand is
daar slecht en de onderwijzers hebben ver
leden jaar gestaakt juist om de toelating van
ongediplomeerde krachten. Spr. handhaaft
zijn grief, dat de bezuiniging in de eerste
plaals een salarisvraagstuk is voor den Mi
nister. De Minister meent, .dat hij het onder
wijs niet schaadt als hij de salarissen drukt.
De MINISTER Dat heb ik nooit gezegd.
De heer GERHARD (S.-D.) Gij hebt het
niet gezegd, maar uw gansche betoog berust
op die gedachte.
De heer VAN WIJNBERGEN (R.-K.)
wenscht herziening van de schoolgelden,
omdat deze tot onbillijkheden leiden. Hij
sluit zich aan bij den heer Snoeck Henke-
mans betreffende het niet toekennen van
subsidies op grond van technische gebreken.
Wat het algemeen beleid van den Minis
ter betreft, stelt spr. voorop, dat de verwach
tingen, die men had als de oorlog afgeloopen
was, bedrogen zijn uitgekomen. liet gevolg
is, dat men moet retireeren. Onbillijk is het
dat te verwijlen aan de personen, die de taak
hebben te vervullen om dit tot 9land te bren
gen. Wie erkent, dat alles moet verlaagd
worden, zal toegeven, dat het onderwijs ook
het zijne heeft te missen.
Bij de salarisregeling wenscht hij de on-
gehuwden in een aparte groep te plaatsen,
waaronder dan ook de religieuzen zouden
vallen.
Wil men op scholenbouw bezuinigen, dan
moet men zich krachtig durven verzetten te
gen de splitsing zonder te vragen uit welke
oorzaak dit geschiedt. Spr. wenscht een al
gemeene regeling van het verplichte aantal
leerlingen voor oprichting en in-stand-hou-
ding van een school. Wijziging van art. 28
der L. O.-wet acht spr. daarom noodig, op
dat het getal leerlingen per klasse grooter
worde en dus splitsing minder gemakkelijk.
De heer BULTEN (R.-K.) sluit zich bij
RECLAME.
Teneinde volkomen zekerheid te hebben tegen bederf dei*
FOSTER'S RUGPCJM NIEREN PILLEN door klimaatsinvloeden
ais gevolg van de verpakking in houten doozen, besloten
wij ons geneesmiddel in glas te verpakken.
Weigert derhalve voortaan alle in houten koker* verpakte
FOSTER'S RUGPIJN NIEREN PILLEN, doch eischt steeds dit
geneesmiddel in
WACHT U VOOR NAMAAK!
Londen, 19 Januari 1924. 8031 FOSTER-Mc CLELLAN Co.
den heer Van Wijnbergen aan wat de wijzi
ging van art. 28 betreft.
Voorts vraagt hij* den Minister het ver
volg-onderwijs nog eens te beschouwen. No
pens dc verlaging van de onderwijzerssala
rissen maant hij den Minister tot voorzich
tigheid, omdat die salarissen heusch niet
zoo hoog zijn.
De heer v. d. MOLEN (A.-R.) wenscht door
gemeenschappelijk overleg die maatregelen
te treffen, welke het minste schade zullen
doen. Spr. betreurt het, dat cle Minister zon
der overleg met de Staten-Generaal ingrij
pende maatregelen nam, o.a. voor do ver
hooging van den toelatingsleeftijd Spr.
wenscht o.a. opheffing der commissies tot
wering van schoolverzuim en een herziening
van de Leerplichtwet, die tot gedeeltelijke
opheffing zou leiden. Spr. begrijpt niet hoo
de aanstelling van hul ponderwij zeressen
voordeel oplevert voor de bezuiniging.
Do MINISTER zegt kort te kunnen zijn.
Hij ontkent te verwijten, dat hij alleen op
kleine zaken let en de groole over het hoofd
zag. De uitvoering van de L. O.-wet ver-
cischte nu eenmaal vele circulaires precies
als de wet-Kappeyne heeft gehad.
Nopens de Christelijke Montessori-school
in Den Haag zegt spr., dat de L. O.-wet een
dergelijke school toelaat. Deze school begon
in de eerste klasse met 27 kinderen en een
voorbereidende klasse van 23 kinderen. Den
Haag huurde een gebouw van 36 mille voor
42 kinderen voor een Montessorischool en de
Christel, is tevreden met een paar vrijgeko
men lokalen in een openbare school. Er is
dus geen reden den Minister te verwijten,
dat hij royaal was.
Vervolgens behandelt spr. eenige kleinere
aangeroerde punten over subsidieverleening
enz.
Op de kwestie van de vrijhoidsverruiming
gaat spr. niet in, evenals op die van een
tweede pacificatie-commissie, nu daartegen
bezwaar wordt gemaakt.
De heer SNOËCK HENKEMANS (C.-IL)
dient een motie in, waarin de Kamer kor
ting op rijkssubsidie niet billijk acht ah do
lesrooster geteekend is door inspecteurs en
later blijkt, dat deze rooster niet juist is.
De vergadering wordt verdaagd tot Dins
dag één uur.
Een baby op komst? Ik bedoel niet bij u,
maar bij één van uw vriendinnen? Het is
genoeglijk haar dan iets aparts te geven,
waar zij werkelijk wat aan heeft. Want de
meeste a.s. moedertjes worden bekogeld met
truitjes en broekjes van wit zijden tricot,
muisjes, jasjes, sokje9, schoentjes, terwijl
Opa en Gromoe altijd met zilveren lepels,
bordjes en bekertjes aan komen zetten. Op
zichzelf zijn dat natuurlijk prettige en wel
kome geschenken, maar het moedertje heeft
genoeg aan een stukje zilver van elk, en
zij zal het zeker leuk vinden, als er uit uw
pakje nu eens geen truitje of zoo iets komt.
Weet u wat u voor haar moet maken?
Een groote, vierkante eenvoudig maar héél
los gebreide lap van het zachtste breika
toen, dat u krijgen kunt. Maak den lap niet
grooter dan één Meter in het vierkant en
brei hem recht. Ik weet van een moeder,
die dit veel liever gebruikte orn baby
'smorgen9 in tc wikkelen na liet bad dan
een gewonen badhanddoek, omdat de lap
zachter en warmer is en het water bclei-
opzuigt.
Jets anders is een steuntje voor hel kleine
bolletje, dat u van Shetlandsche wol kunt
maken. U heeft voor een vierkant lapje on
geveer tweehonderd gram wol noodig; u
moet no. 6 van breipennen hebben en 173
steken opzetten. U kunt óf gewoon ree lit
breien en er ten slotte een gehaakt picot-.
randje om heen zetten als het lapje vierkant
is of het zóó breien; 20 pennen recht.
De 21ste tien steken recht, draad om do
pen slaan, twee steken samen breien, tweo
steken recht, dan weer draad om de pen,
enz.; dit herhalen lot cr nog tien stekeri
gebreid moeten worden ea dan deze tien
recht afbreien.
Dc 22ste tien steken recht; daarna alles
averecht tot de tien laatste, welke weer
recht worden gebreid.
De 23sle rechtbreien.
De 24ste net als de 21sle enz., enz. Ga
hiermee voort deze vier pennen le herha
len totdat u nog twintig pennen breien moet
en doe die als dc eerste; dus recht.
Als u nog veel overschotjes van zij heeft
moet u daar kleine vierkante lapjes van
breien. Die zijn heerlijk zacht om baby's
snuitje mee te wasschen. Maak er zes van
precies even groot, strijk ze op en bind ze
samen met een smal gekleurd lint. Het is
een pracht-presentje!
De zachtste doeken om het kleine ge
zichtje mee af te drogen maakt u van oude,
groote handdoeken van fijn linnen. Snijd
daar do goede gedeelten af, zoom die en
borduur er Baby's naam of initialen op.
Dit zijn allemaal dingen welke de meeste
moeders niet cadeau krijgen en die haar
daardoor juist dubbel welkom zijn. Ook
kunt u zelf nog een aardig kleed voor over
den kinderwagen maken. Overtrek een lap
gebleekt katoen, wol of molton, met witte
Japanscho zijde of cröpe de Chine. Spier
wit moet het zijn, als sneeuw. Strooi daar
dan losjes wat bloemetjes over uit, d. w. z.
borduur ze luchtig, alleen de lijn aangeven.
Desnoods hecht u op één van de hoeken een
groolen strik van gekleurde zijde.
Voor als baby al wat ouder is, moet u van
zijde of mousseline een kort, wijd jasje voor
hem maken. Die kunnen bij de komende
warme dagen goed dienst doen. Desnoods
schuift u er eerst nog een flanellen voering
in, dan heeft hij er ook al wat eerder iels
aan. Jongensbabies dragen eenvoudige man-
-> -
feitjes, alleen maar wat geborduurd.
Voor meisjes moeten er kantjes, strikje»,
strookjes en rozetjes op zitten. De vrouwe
lijke ijdelheid behoort al jong te worden
aangekweekt!!
Oorspronkelijke novelle van J. C L. B. PF.T.
(Nadruk verboden),
2)
Ik ging weer terug naar mijn kamer.
Toen ik de trap opging, wist ik al, dat zij
'er niet zou zijr.anders was zij mij zeker te
gemool gekomen. Een drukkende stilte
Jveersehte in bet kamertje, liet briefje lag
nog sleeds op de tafel
Het geluid van de klok deed mij opschrik
ken; het was tien uur.
Marion was niet teruggekomen.
Een oogenblik was ik radeloos. Ik daclit
er over om nog te wachten; maar voelde,
dat ik hiertoe niet in staat zou zijn. Weer
inocst ik iets doen. Dan besloot ik, het huis
van mr. Ilanote op te zceken, en te vragen
of Marion daar w /s gewcesl, en of zij er
misschien nóg was.
HfOFDSTUK II.
Opgewonden spoedde ik nnj voort; dui
zend angstige gedachten warrelden daareen
in mijn hooid. Ik wist niet wat ik zou zeg
gen en hoe ik zou handelenik had maar
één doel. Marion terug le vinden. Ik dacht
er nu niet aan, of zij werk voor mij zou heb
ben gevonden ot niet; het eenige, wat ik ver
langde, was, mijn lieveling weer veilig bij
mij te hebben.
In de straten was de stoffige warmte van
don Septemberdag nog blijven hangen; het
zu eet liep van mijn voorhoofd, enkele voor-
*3ers keken mij na, terwijl ik in haas
tige vaart voortsnelde. Ik merkte het nau
welijks op, ik wilde vooruit, vooruit. Een
maal botste ik tegen een man op, ik nam er
geen notitie van en zag niet om, toen ik
achter mij hoorde vloeken.
Ik was in Mile End Road, en liep op liet
trottoir langs de oneven genummerde hui
zen. Ik was hij no. 291. Nog ruim honderd
huizen had ik te loopen vóór ik bij no. 73
zou zijn.
De nummers flitsten voorhij mijn oogen;
een enkele maal kon ik er een onderschei
den.
Hijgende hield ik stil hij no. 73. Het was
één uit een lange rij gelijkvormige, Ieelijke
huizen, die één gelijke kleur schonen to
hebben door het grijze stol, dat deuren en
kozijnen bedekte.
Ik belde en wachtte. Geen geluid klonk
uit het huis. Driftig trok ik voor de tweede
maal aan de bel, dia luid en vinnig rinkelde
in de gang.
Nog bleek er van geen leven in het huis.
Een oogenblik stond ik besluiteloos. Toen
had ik het onaangename gevoel, alsof
iemand mij van achteren strak aanzag.
Plotseling wendde ik mijn hoofd om.
Eenige meters verder stond een huur
auto. De chauffeur hing uit zijn voertuig en
keek mij met intense belangstelling aan.
In mijn radeloosheid stompte ik op de
voordeur, toen di?, tot mijn verbazing, van
zelf openging. Al den lijd, dat ik had staan
bellen, had de deur op een kier gestaan.
Mijn hart klopte lievig, toen ik de deur
binnenstapte. Even stond ik stil. Toen werd
ÏDeens een kamerdeur open geworpen, het
volle licht scheen in de gang, en uit de deur
opening, geruischloos langs mij heen, vloog
een vrouwengestalte. Het was Marion!
„Marion!" schreeuwde ik, zoa h»rd ik kon,
maar zij had reeds de deur bereikt.
Ik wilde haar achterna rennen, maar,
toen ik bij de voordeur was, zag ik plotseling
het gezicht van den chauffeur voor mij, ik
kreeg een hevigen stoot in mijn borst, die
mij terug deed wankelen.
De voordeur werd voor mijn neus dicht
geslagen, ik hoorde het geraas van den mo
tor, en het wegrijden van de auto. Ik was
alleen.
Plotseling begon het le suizen in mijn
ooren, ik kreeg 'een gevoel of alles om mij
heen draaide Ik begreep, dat ik moest gaan
zitten, zoo ik niet wilde flauw vallen.
Ik wankelde do kamer in en viel op een
sloel, die bij de deur stond.
Eenige oogenblikken later opende ik mijn
oogen en 'zag de kamer rond.
Mijn haren rezen tc berge, want liet eer
ste, wat ik zag, was het lijk van een man,
dat voorover op den grond lag.
Ik sloot mijn oogen, om niets meer te kun
nen zien; maai liet beeld, dat de kamer
bood, lag zoo duidelijk in mijn geheugen, of
het een photografie was.
Ik bevond mij in een eenvoudige slaap
kamer. Het behangsel was van een effen
roode kleur en tegen een der muren stond
een wit ijzeren ledikant. In een hoek stond
een klein bureautje, waarop een wanorde
lijke massa papieren.
Verder was er nog een waschtafel met
een wit waschstel. Hel staken tegen het
witte porselein kleine roode bloedvlekken af.
En nog altijd lag op den vloer het lijk. Op
het kleed leekende zich langzamerhand een
vochtige, donkere viek.
Toen, ineens, drong het lot mij door, dat
Marion hier was geweest. Een wee gevoel
van ontzetting bekroop mij.
'Wat alles te bet.eelcen.en? De man,
die hier vermoord was, do vlucht van .Ma
rion, toen ik binnenkwam, en do lusschen-
komst van den chauffeur?
Het was, ol mijn hersens verlamd waren;
zij slompten zich af op dio eene a-raag:
„Wat is er gebeurd met Marion?"
Ik was onmachtig tc zoeken naar een op
lossing; ik tobde enkel over deze kwestie.
Ik dacht niet over de waarschijnlijkheid ol
Marion den moord zou hebben gepleegd, of
dat zij in relatie zou staan met den chauf
feur; mija heelc onmachtige bewustzijn pij
nigde zich met het vage idee; Marioni
Eindelijk begreep ik, dat ik weg moes!. Ik
kon hier niet blijven, ik moest naar Marion.
Half versuft stond ik op om weg te gaan,
toen mijn oog viel op een voorwerp, dat ik
nog niet had gezien Achter den man lag
een kort, breed mes, waarvan 't lemmet met
bloed was bevlekt. Toen beving mij een
wilde angst. Ik moest weg. Ik richtte mij op
uit mijn gehukte houding, toen ik de voor
deur hoorde openen.
Eenige passen klonken in het gangetje
toen trad een man de kamer binnen.
Bij den aanblik van het lijk deinsde hij
achteruit. Toen trad hij meer naar voren.
Het was een oud man, mot een gezond,
gebruind gezicht, en oen kaarsrechte hou
ding.
Bijzonder viel mij op het scherpe afsteken
van zijn witte snor tegen het gebruinde ge
laat. Plotseling zag ik, dat hij een revolver
in zijn hand hield, die hij op mij richtte.
„Hands upl" klonk een barsch bevel. Ik
begreep hem niet. Dacht deze man,
dat ik
„Hands upl" klonk het weer, „of ik
schiet."
Onwillig en niet in slaat door te denken,
stak ik mijn handen omhoog,
Do man hield de revolver op mij gerichl,
en keek do kamer door. Hij scheen alles
scherp op le nemen, en wanneer hij niet nu
en dan een blik op mij had geworpen, zou
ik gedacht hebben, dat hij mij was vergeten.
Mijn armen werden doodmoe, ik liet ze
zakken.
Onmiddellijk ging de revolver omhoog, en
klonk het nijdig: „Hands upl"
„Ik kan niet meer", zei ik uitgeput.
„Handen hoog, of ik schiet", zei weer de
ander.
Ik bewoog mij niet. Een oogenblik werd
zijn gezicht wit van woede; toen kwam hij,
steeds do revolver voor zich houdend, op mij
af, betastte al mijn zakken, en scheen tevre
den, toen hij niets vond.
„Ga mee", zei hij korf.
„Waarheen?" vroeg ik.
„Naar de politie."
„Noen", antwoordde ik, „daarmee heli ik
niets to maken."
„Zoo", zei de .ander, „wat kom je hier dan
doen
Plotseling flitste het door mij heen, dat ik
aan geen sterveling mocht vertellen, dat ik
Marion was komen zoekendan zou direct
de verdenking op haar vallen, een verden
king, die, volgens mijn ervaringen, maar al
le gegrond was.
„Niels", antwoordde ik norsch.
„Enfin", zei hij, „dat zal dc politie wel
uitmaken. Vooruit
Er zat niets ander3 op dan te gehoorza
men. Ik trad de deur uit, gevolgd door den
man. Ik wist, dat dc revolver nog steeds op
mij was gericht.
Wij waxen nu builen de deur. De man
wenkte oen taxi, en gaf aan den chauffeur
op., on? naar het politie-bureau le rijden.
•- (Wordt vervolgd).