WAARSCHUWING MARION. 15332. LEIOSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 Maart, Derde Blad. Anno 1924. GLAZBï? FL&COHS met GEEL ETIKET VOOR DE HUISVROUW. FEUILLETON. P BUITENL. WEEKOVERZICHT. De briefwisseling tusacïien 5ïc Donald *n Poincaré de mi litaire controle Duitschland de tcingkcer Theanis de afzetting van den kalief. Ons laatst© overzicht konden wij eindi gen in een hoopvolle stemming. Er was verbetering in do algemeene politiek te bespeuren. Slechts nog flauw en langzaam, maar het was tooh zoo. En thans durven wij deze verzekering ietwat driester te her halen, dauk zij de gebeurlijkheden, heden door ons te overzichten"-. De atmosfeer wordt meer en meer gemiverd van alle donkere wolken en zoo wordt voorbereid de mogelijkheid van een bespreking van allo Europeesohe vraagstukken over de ge- heelo linie. Uiterst merkwaardig bij dit zuiveringsproces is ongetwijfeld, hoe juist do nieuwe Engelsohe premier Ramsay Mao Donald daarbij de eerste viool spcedt. Merk waardig, omdat in dezen premier toch is opgetreden ©en outsider"wel met in de politiek in algemecnon zin, integendeel, maar toch in de practisehe biiitenlandscho politiek der wereld. Uiterst vlug heeft liij zich aangepast mot alieen, maar zich zelfs opgeworpen tot leider, zooals het een En- golsch eerste-minister past te zijn. En hot is een gelukkig verschijnsel der Eiigelscho politiek, dat ook van die zijden, die niet tot de Labour-partij bohooren, onomwon den wordt eTkend, dat McDonald bezig is te sturen in een goede richting een rich ting van nieuw overleg, waarbij van tc voren allerlei belemmerende gcvooligheden aan den kant zijn gezet. En dit niet met een gevaarlijken sneltreinvaart, waarbij slochts weinig oog kan zijn voor den toe stand van den weg etc,, maar weloverwo gen en uiterst voorzichtig. Ongetwijfeld zouden velen liever zien, dat het sneller ging, maar gezien de groot-e dingen, die op bet spel staan, is de meest secure weg, al gaat dat dan veel langzamer, verre te vcr- faiezeii. Een nieuwe, belangrijke fact-or hierbij is ontegenzeggelijk het door McDo nald vervolgen van de briefwisseling met Poincaré, begonnen bij zijn komst aan het roer van het. Britscho schip van staat. De tweodo brief van dep Engelsohen premier is woderom van grooto beleefdheid, bevat nergens onaangename passages of zet te n", edoch geeft hij con, zij hofc globaal, overzicht van het standpunt, dat zoo zoet jes aan het standpunt is geworden van het redelijk verstand. Geen wonder daarom, ebt algemeen, Frankrijk niet meegerekend >2 dit geval, hoewel zelis daar de indruk gunstig was, deze brief een gunstig onthaal vond. Poincaré's antwoord was even wel levend, maar hield als altijd eenige slagen om den arm, zoadat de Fransche premier door niets is gebonden. Het is de reden, waarom het Fransch© antwoord heel wat minder is beoordeeld en aangeslagen, uiter sten uitgezonderd. Hoe men echter de brief wisseling ook bezien- wil, zij hoeft ten ge volge gehad, dat de spanning tussoben En geland er Frankrijk er door is afgonomen, dat do r peeringen weer in een niet tevo ren vermftigde sfeer met elkaar kunnen praten. En nu is het juist, dat do briefwis seling dus op zich zelve geen tastbaar re sultaat nog heeft gehad, zij heeft de gele genheid daarvoor mee geschapen, en als eoodanig heeft zij volkomen aan het doel beantwoord. Of zelfs een eerste daadwerkelijk gevolg 'daaraan niet is te danken? Wc bedoelen bet herstellen der geallieerde eenheid in take de militaire controle in Duitschland, een van die he etc hangijzers, die geregeld do atmosfeer hebben bedorven. Frankrijk, zeer beducht voor veiligheid of liever niet- veiligheid, heeft steeds aan die controle Vastgehouden, zelfs tijdens de ergste pe riode van Roerbozetting als anderszins. Duitschland was eohter dat toezicht meer dan moe en zag het liever overgedragen aan den Volkenbond. McDonald schijnt ons in dezen een aardigen tusschenweg te heb ben gevonden, die Frankrijk reeds aan vaard heeft. Nog eenmaal zal als het ware Duitschland aan een volledig ondeivoe-k worden onderworpen, waarop Frankrijk zoo beslist staat, bang dat Duitschland in 1923, toen de contrólc heeft ontbroken, te boven is gegaan, waarop het rechten kan doen gelden. Is dat onderzoek bevredigend, dan ral de huidige contrölo verdwijnen en plaats maken voor een toezicht, vanwege den Volkenbond, dio daarmee een moeilijk baantje op zijn hals z.ct geschoven, zoo tus- schen twee haakjes. Het is nog volslagen onbekend, wat. Duitschland op dit voorstel, in een nota beliohaamd, zal antwocaden, maar het wil ons voorkomen, dat eon aan nemen geheel in de lijn ligt. De Duitsohe regeering toont dan een onderzoek niet te vreezen en bevordert tevens het streven der Engelsohe regeering naar verzoening. Saboteert Frankrijk op een of andere wijze het onderzoek, Engeland zal ongetwijfeld niet nalaten, daar het volle licht op te doen vallen en tevoren mag men dat ook niet aannemen. Er zou trouwens weinig reden voor Frankrijk zijn om hierop, wat toch een punt van bijkomstigen aard blijft, al raakt bet Frankrijk's veiligheid, op nieuw de verhouding tot Engeland in ge vaar te brengen, gezien de positie, waarin Marianne steeds meer wordt gedrongen. De franc blijft dalen, is het dubbeltje al genaderd, staat er morgen misschien al onder. Dit trots do met zooveel moeite door Poincaré in de Kanier doorgezette fi nancieel© voorstellen, wier leven thans in den Senaat wordt bedreigd, een bedreiging, die de Fra-nsche premier door het stollen der eeuwige portefeuille-kwestie wederom denkt te overwinnen. En waar is nog het einde? Het vertrouwen is hopeloos weg. Dit zal alleen teiugkeeren, zoo er wordt voortgebouwd op den ingeslagen weg der deskundigen-commissies, wier rapporten nu eerlang tegemoet zijn te zien, den weg der practisehe oplossing, d.w.z. naar een zich herstellend Europa, waaronder ook Duitsch land begrepen is. De Belgische franc deelt natuurlijk het lot der Fransohe als altijd. En de oplossing van de regeeringscrisis lijkt weinig ge schikt om verbetering te brengen. Niette genstaande allo verzekeringen van niet te zullen terugkecren, is Theunis toch weer premier tout com me chez nous. Dat wil zeggen, gezien ook de nieuwe titularis voor buitenl. zaken, n.J. de liberaal Hymans dat de poging van België, om tot een eigen, zelfstandige politiek terug te komen, reeds bij voorbaat halverwege mislukt mag hee- ten en in ieder geval zwaar wordt gehandi capt. Nog is zeer twijfelachtig of Theunis' terugkomst van langen duur zal zijn, daar oen meerderheid voor hem in de Kamer niet is verzekerd. Of zou hij in staat zijn, om zijn politiek jasje geheel te keeren Maar in 't algemeen blijft vooir Europa de verwachting voorloopig gunstig. Wat voor de wereld van het Mohammedanisme niet is te zeggen. De Turicsohe regeering van Angora, die hot buis Osman had ge- stooten van den troon, hetgeen per slot van rekening een zuiver Turksohe zaak was, heeft nu ook den KaJief afgezet uit dat huis en in ballingschap gedreven, daar mee een daad doende, die ver boven baar competentie uitgaat. Do kwestie van hoofd der leer van liet Mohammedanisme raakt, niet alleen do Turkscho regeenng, raakt de ganschc Mokammedaansche wereld en protesten konden niet uitblijven, daar de Kalief in velor oog toch nog een zekere luister geniet. Die protesten hebben zaeh trouwens reeds gemanifesteerd in het uit roepen van Hussein tot Kalief. Waarmede de Turksohe regeeriug verder van huis is dan ooit., daar ze over den nieuwen KalieF, wordt die erkend en de kans daarop is niet uitgesloten, niets heeft te vertellen, terwijl do verdrevene een willig werktuig wag in haar handen (Vervolg van gisteren). Begrooting van Onderwijs. Do heer RUTGERS VAN ROZENBURG (C.-H.) sluit zich aan bij den heer Tilanus. Vermindering der salarissen en vergrooting van het aantal kinderen op een klasse acht hij de beste middelen ter bezuiniging. De vi tale belangen worden z.i. daardoor niet ge schaad. De heer WINTERMANS (R.-K.) wil o.a. de administratie van het schooltoezicht ver eenvoudigen. Het formalistisch stelsel kan ongetwijfeld veel verzwakt worden zonder dal liet eigenlijke toezicht er onder lijdt. Ver mindering van dit toezicht zou indirect veel bezuiniging op het onderwijs geven. Do heer KETELAAR (V.-D.) betoogt, dat j de ambtenaren niet moeten vooruitloopcn op de beslissingen, die de minister nog moet nemen. Vervolgens wenschl. hij iets te zeg gen over het vervolg-onderwijs. Daaraan is de doodsteek toegebracht, gelijk spr. heeft voorzien. Het moge niet geheel dood zijn, maar het ligt* op vele plaatsen op sterven, vooral ten plaltelande. Reeds is in 55 pCt. der gemeen'en het vervolg-onderwijs afge schaft in 22 pCt. was nog niet beslist bij den aanvang van den winter, maar daarvan is stellig een deel thans 'beslist in den zin van opheffing. Spr, constateert dus, dat 3/4 van liet vervolg-onderwijs afgeschaft is se dert hc-t subsidie is ingetrokken. De heer RUTGERS (A.-R.) meent, dat de financicerir.g van het gewone onderwijs vol gens velen herziening behoeft. Spr. heeft daartegen geen bezwaar," mits liet stelsel in grondslagen onaangetast blijft. Vóórop stelt spr. de vrijheid van liet onderwijs. De Grond wet legde de gelijkstelling vast en dus mag de oprichting van een school-niet worden af hankelijk gemaakt van het bon plaisir van eenig college. Wat mej. Westerman dus wil, een beslissing van een commissie over den ernst der plannen tot oprichting eencr school kan spr. dus niet aanvaarden. Spr. erkent, dat de L. O.-wel een dure wet is, op elke 100 kinderen zijn hier 33 onder wijzers; in Engeland met zijn 8-jarige school maar 31 op iedere 1000 kinderen. Dat geeft een groot verschil. Begrijpelijk is het, dat men de oorzaak van de dure wet zoekt bij de kleine scholen het zijn vooral de open bare scholen, die het grootste getal kleintjes te zien geven. Het deed spr. dus genoegen van mej. Westerman te hooren, dat zij tegen die kleine scholen is. Vervolgens vraagt spr. den minister niet toe te staan, dat zijn ambtenaren in dagbla den polemiseeren en daarbij gebruik maken van de departementale archieven. De heer SNOECK HENKEMANS (C.-H.) maakt eenige opmerkingen over de tech nische regeling der subsidies, betoogend, dat hier een object van bezuiniging is te vinden. Do heer GERHARD (S.-D.) zegt, dat het systeem der regeering wel gericht is op al gemeene zuinigheid, maar tevens op neer drukken van het gansche peil van het onder wijs. En de Minister wil niet op de volksont wikkeling bezuinigen maar het resultaat van zijn streven zal dit juist zijn. Er is ver wezen naar Engeland, maar de toestand is daar slecht en de onderwijzers hebben ver leden jaar gestaakt juist om de toelating van ongediplomeerde krachten. Spr. handhaaft zijn grief, dat de bezuiniging in de eerste plaals een salarisvraagstuk is voor den Mi nister. De Minister meent, .dat hij het onder wijs niet schaadt als hij de salarissen drukt. De MINISTER Dat heb ik nooit gezegd. De heer GERHARD (S.-D.) Gij hebt het niet gezegd, maar uw gansche betoog berust op die gedachte. De heer VAN WIJNBERGEN (R.-K.) wenscht herziening van de schoolgelden, omdat deze tot onbillijkheden leiden. Hij sluit zich aan bij den heer Snoeck Henke- mans betreffende het niet toekennen van subsidies op grond van technische gebreken. Wat het algemeen beleid van den Minis ter betreft, stelt spr. voorop, dat de verwach tingen, die men had als de oorlog afgeloopen was, bedrogen zijn uitgekomen. liet gevolg is, dat men moet retireeren. Onbillijk is het dat te verwijlen aan de personen, die de taak hebben te vervullen om dit tot 9land te bren gen. Wie erkent, dat alles moet verlaagd worden, zal toegeven, dat het onderwijs ook het zijne heeft te missen. Bij de salarisregeling wenscht hij de on- gehuwden in een aparte groep te plaatsen, waaronder dan ook de religieuzen zouden vallen. Wil men op scholenbouw bezuinigen, dan moet men zich krachtig durven verzetten te gen de splitsing zonder te vragen uit welke oorzaak dit geschiedt. Spr. wenscht een al gemeene regeling van het verplichte aantal leerlingen voor oprichting en in-stand-hou- ding van een school. Wijziging van art. 28 der L. O.-wet acht spr. daarom noodig, op dat het getal leerlingen per klasse grooter worde en dus splitsing minder gemakkelijk. De heer BULTEN (R.-K.) sluit zich bij RECLAME. Teneinde volkomen zekerheid te hebben tegen bederf dei* FOSTER'S RUGPCJM NIEREN PILLEN door klimaatsinvloeden ais gevolg van de verpakking in houten doozen, besloten wij ons geneesmiddel in glas te verpakken. Weigert derhalve voortaan alle in houten koker* verpakte FOSTER'S RUGPIJN NIEREN PILLEN, doch eischt steeds dit geneesmiddel in WACHT U VOOR NAMAAK! Londen, 19 Januari 1924. 8031 FOSTER-Mc CLELLAN Co. den heer Van Wijnbergen aan wat de wijzi ging van art. 28 betreft. Voorts vraagt hij* den Minister het ver volg-onderwijs nog eens te beschouwen. No pens dc verlaging van de onderwijzerssala rissen maant hij den Minister tot voorzich tigheid, omdat die salarissen heusch niet zoo hoog zijn. De heer v. d. MOLEN (A.-R.) wenscht door gemeenschappelijk overleg die maatregelen te treffen, welke het minste schade zullen doen. Spr. betreurt het, dat cle Minister zon der overleg met de Staten-Generaal ingrij pende maatregelen nam, o.a. voor do ver hooging van den toelatingsleeftijd Spr. wenscht o.a. opheffing der commissies tot wering van schoolverzuim en een herziening van de Leerplichtwet, die tot gedeeltelijke opheffing zou leiden. Spr. begrijpt niet hoo de aanstelling van hul ponderwij zeressen voordeel oplevert voor de bezuiniging. Do MINISTER zegt kort te kunnen zijn. Hij ontkent te verwijten, dat hij alleen op kleine zaken let en de groole over het hoofd zag. De uitvoering van de L. O.-wet ver- cischte nu eenmaal vele circulaires precies als de wet-Kappeyne heeft gehad. Nopens de Christelijke Montessori-school in Den Haag zegt spr., dat de L. O.-wet een dergelijke school toelaat. Deze school begon in de eerste klasse met 27 kinderen en een voorbereidende klasse van 23 kinderen. Den Haag huurde een gebouw van 36 mille voor 42 kinderen voor een Montessorischool en de Christel, is tevreden met een paar vrijgeko men lokalen in een openbare school. Er is dus geen reden den Minister te verwijten, dat hij royaal was. Vervolgens behandelt spr. eenige kleinere aangeroerde punten over subsidieverleening enz. Op de kwestie van de vrijhoidsverruiming gaat spr. niet in, evenals op die van een tweede pacificatie-commissie, nu daartegen bezwaar wordt gemaakt. De heer SNOËCK HENKEMANS (C.-IL) dient een motie in, waarin de Kamer kor ting op rijkssubsidie niet billijk acht ah do lesrooster geteekend is door inspecteurs en later blijkt, dat deze rooster niet juist is. De vergadering wordt verdaagd tot Dins dag één uur. Een baby op komst? Ik bedoel niet bij u, maar bij één van uw vriendinnen? Het is genoeglijk haar dan iets aparts te geven, waar zij werkelijk wat aan heeft. Want de meeste a.s. moedertjes worden bekogeld met truitjes en broekjes van wit zijden tricot, muisjes, jasjes, sokje9, schoentjes, terwijl Opa en Gromoe altijd met zilveren lepels, bordjes en bekertjes aan komen zetten. Op zichzelf zijn dat natuurlijk prettige en wel kome geschenken, maar het moedertje heeft genoeg aan een stukje zilver van elk, en zij zal het zeker leuk vinden, als er uit uw pakje nu eens geen truitje of zoo iets komt. Weet u wat u voor haar moet maken? Een groote, vierkante eenvoudig maar héél los gebreide lap van het zachtste breika toen, dat u krijgen kunt. Maak den lap niet grooter dan één Meter in het vierkant en brei hem recht. Ik weet van een moeder, die dit veel liever gebruikte orn baby 'smorgen9 in tc wikkelen na liet bad dan een gewonen badhanddoek, omdat de lap zachter en warmer is en het water bclei- opzuigt. Jets anders is een steuntje voor hel kleine bolletje, dat u van Shetlandsche wol kunt maken. U heeft voor een vierkant lapje on geveer tweehonderd gram wol noodig; u moet no. 6 van breipennen hebben en 173 steken opzetten. U kunt óf gewoon ree lit breien en er ten slotte een gehaakt picot-. randje om heen zetten als het lapje vierkant is of het zóó breien; 20 pennen recht. De 21ste tien steken recht, draad om do pen slaan, twee steken samen breien, tweo steken recht, dan weer draad om de pen, enz.; dit herhalen lot cr nog tien stekeri gebreid moeten worden ea dan deze tien recht afbreien. Dc 22ste tien steken recht; daarna alles averecht tot de tien laatste, welke weer recht worden gebreid. De 23sle rechtbreien. De 24ste net als de 21sle enz., enz. Ga hiermee voort deze vier pennen le herha len totdat u nog twintig pennen breien moet en doe die als dc eerste; dus recht. Als u nog veel overschotjes van zij heeft moet u daar kleine vierkante lapjes van breien. Die zijn heerlijk zacht om baby's snuitje mee te wasschen. Maak er zes van precies even groot, strijk ze op en bind ze samen met een smal gekleurd lint. Het is een pracht-presentje! De zachtste doeken om het kleine ge zichtje mee af te drogen maakt u van oude, groote handdoeken van fijn linnen. Snijd daar do goede gedeelten af, zoom die en borduur er Baby's naam of initialen op. Dit zijn allemaal dingen welke de meeste moeders niet cadeau krijgen en die haar daardoor juist dubbel welkom zijn. Ook kunt u zelf nog een aardig kleed voor over den kinderwagen maken. Overtrek een lap gebleekt katoen, wol of molton, met witte Japanscho zijde of cröpe de Chine. Spier wit moet het zijn, als sneeuw. Strooi daar dan losjes wat bloemetjes over uit, d. w. z. borduur ze luchtig, alleen de lijn aangeven. Desnoods hecht u op één van de hoeken een groolen strik van gekleurde zijde. Voor als baby al wat ouder is, moet u van zijde of mousseline een kort, wijd jasje voor hem maken. Die kunnen bij de komende warme dagen goed dienst doen. Desnoods schuift u er eerst nog een flanellen voering in, dan heeft hij er ook al wat eerder iels aan. Jongensbabies dragen eenvoudige man- -> - feitjes, alleen maar wat geborduurd. Voor meisjes moeten er kantjes, strikje», strookjes en rozetjes op zitten. De vrouwe lijke ijdelheid behoort al jong te worden aangekweekt!! Oorspronkelijke novelle van J. C L. B. PF.T. (Nadruk verboden), 2) Ik ging weer terug naar mijn kamer. Toen ik de trap opging, wist ik al, dat zij 'er niet zou zijr.anders was zij mij zeker te gemool gekomen. Een drukkende stilte Jveersehte in bet kamertje, liet briefje lag nog sleeds op de tafel Het geluid van de klok deed mij opschrik ken; het was tien uur. Marion was niet teruggekomen. Een oogenblik was ik radeloos. Ik daclit er over om nog te wachten; maar voelde, dat ik hiertoe niet in staat zou zijn. Weer inocst ik iets doen. Dan besloot ik, het huis van mr. Ilanote op te zceken, en te vragen of Marion daar w /s gewcesl, en of zij er misschien nóg was. HfOFDSTUK II. Opgewonden spoedde ik nnj voort; dui zend angstige gedachten warrelden daareen in mijn hooid. Ik wist niet wat ik zou zeg gen en hoe ik zou handelenik had maar één doel. Marion terug le vinden. Ik dacht er nu niet aan, of zij werk voor mij zou heb ben gevonden ot niet; het eenige, wat ik ver langde, was, mijn lieveling weer veilig bij mij te hebben. In de straten was de stoffige warmte van don Septemberdag nog blijven hangen; het zu eet liep van mijn voorhoofd, enkele voor- *3ers keken mij na, terwijl ik in haas tige vaart voortsnelde. Ik merkte het nau welijks op, ik wilde vooruit, vooruit. Een maal botste ik tegen een man op, ik nam er geen notitie van en zag niet om, toen ik achter mij hoorde vloeken. Ik was in Mile End Road, en liep op liet trottoir langs de oneven genummerde hui zen. Ik was hij no. 291. Nog ruim honderd huizen had ik te loopen vóór ik bij no. 73 zou zijn. De nummers flitsten voorhij mijn oogen; een enkele maal kon ik er een onderschei den. Hijgende hield ik stil hij no. 73. Het was één uit een lange rij gelijkvormige, Ieelijke huizen, die één gelijke kleur schonen to hebben door het grijze stol, dat deuren en kozijnen bedekte. Ik belde en wachtte. Geen geluid klonk uit het huis. Driftig trok ik voor de tweede maal aan de bel, dia luid en vinnig rinkelde in de gang. Nog bleek er van geen leven in het huis. Een oogenblik stond ik besluiteloos. Toen had ik het onaangename gevoel, alsof iemand mij van achteren strak aanzag. Plotseling wendde ik mijn hoofd om. Eenige meters verder stond een huur auto. De chauffeur hing uit zijn voertuig en keek mij met intense belangstelling aan. In mijn radeloosheid stompte ik op de voordeur, toen di?, tot mijn verbazing, van zelf openging. Al den lijd, dat ik had staan bellen, had de deur op een kier gestaan. Mijn hart klopte lievig, toen ik de deur binnenstapte. Even stond ik stil. Toen werd ÏDeens een kamerdeur open geworpen, het volle licht scheen in de gang, en uit de deur opening, geruischloos langs mij heen, vloog een vrouwengestalte. Het was Marion! „Marion!" schreeuwde ik, zoa h»rd ik kon, maar zij had reeds de deur bereikt. Ik wilde haar achterna rennen, maar, toen ik bij de voordeur was, zag ik plotseling het gezicht van den chauffeur voor mij, ik kreeg een hevigen stoot in mijn borst, die mij terug deed wankelen. De voordeur werd voor mijn neus dicht geslagen, ik hoorde het geraas van den mo tor, en het wegrijden van de auto. Ik was alleen. Plotseling begon het le suizen in mijn ooren, ik kreeg 'een gevoel of alles om mij heen draaide Ik begreep, dat ik moest gaan zitten, zoo ik niet wilde flauw vallen. Ik wankelde do kamer in en viel op een sloel, die bij de deur stond. Eenige oogenblikken later opende ik mijn oogen en 'zag de kamer rond. Mijn haren rezen tc berge, want liet eer ste, wat ik zag, was het lijk van een man, dat voorover op den grond lag. Ik sloot mijn oogen, om niets meer te kun nen zien; maai liet beeld, dat de kamer bood, lag zoo duidelijk in mijn geheugen, of het een photografie was. Ik bevond mij in een eenvoudige slaap kamer. Het behangsel was van een effen roode kleur en tegen een der muren stond een wit ijzeren ledikant. In een hoek stond een klein bureautje, waarop een wanorde lijke massa papieren. Verder was er nog een waschtafel met een wit waschstel. Hel staken tegen het witte porselein kleine roode bloedvlekken af. En nog altijd lag op den vloer het lijk. Op het kleed leekende zich langzamerhand een vochtige, donkere viek. Toen, ineens, drong het lot mij door, dat Marion hier was geweest. Een wee gevoel van ontzetting bekroop mij. 'Wat alles te bet.eelcen.en? De man, die hier vermoord was, do vlucht van .Ma rion, toen ik binnenkwam, en do lusschen- komst van den chauffeur? Het was, ol mijn hersens verlamd waren; zij slompten zich af op dio eene a-raag: „Wat is er gebeurd met Marion?" Ik was onmachtig tc zoeken naar een op lossing; ik tobde enkel over deze kwestie. Ik dacht niet over de waarschijnlijkheid ol Marion den moord zou hebben gepleegd, of dat zij in relatie zou staan met den chauf feur; mija heelc onmachtige bewustzijn pij nigde zich met het vage idee; Marioni Eindelijk begreep ik, dat ik weg moes!. Ik kon hier niet blijven, ik moest naar Marion. Half versuft stond ik op om weg te gaan, toen mijn oog viel op een voorwerp, dat ik nog niet had gezien Achter den man lag een kort, breed mes, waarvan 't lemmet met bloed was bevlekt. Toen beving mij een wilde angst. Ik moest weg. Ik richtte mij op uit mijn gehukte houding, toen ik de voor deur hoorde openen. Eenige passen klonken in het gangetje toen trad een man de kamer binnen. Bij den aanblik van het lijk deinsde hij achteruit. Toen trad hij meer naar voren. Het was een oud man, mot een gezond, gebruind gezicht, en oen kaarsrechte hou ding. Bijzonder viel mij op het scherpe afsteken van zijn witte snor tegen het gebruinde ge laat. Plotseling zag ik, dat hij een revolver in zijn hand hield, die hij op mij richtte. „Hands upl" klonk een barsch bevel. Ik begreep hem niet. Dacht deze man, dat ik „Hands upl" klonk het weer, „of ik schiet." Onwillig en niet in slaat door te denken, stak ik mijn handen omhoog, Do man hield de revolver op mij gerichl, en keek do kamer door. Hij scheen alles scherp op le nemen, en wanneer hij niet nu en dan een blik op mij had geworpen, zou ik gedacht hebben, dat hij mij was vergeten. Mijn armen werden doodmoe, ik liet ze zakken. Onmiddellijk ging de revolver omhoog, en klonk het nijdig: „Hands upl" „Ik kan niet meer", zei ik uitgeput. „Handen hoog, of ik schiet", zei weer de ander. Ik bewoog mij niet. Een oogenblik werd zijn gezicht wit van woede; toen kwam hij, steeds do revolver voor zich houdend, op mij af, betastte al mijn zakken, en scheen tevre den, toen hij niets vond. „Ga mee", zei hij korf. „Waarheen?" vroeg ik. „Naar de politie." „Noen", antwoordde ik, „daarmee heli ik niets to maken." „Zoo", zei de .ander, „wat kom je hier dan doen Plotseling flitste het door mij heen, dat ik aan geen sterveling mocht vertellen, dat ik Marion was komen zoekendan zou direct de verdenking op haar vallen, een verden king, die, volgens mijn ervaringen, maar al le gegrond was. „Niels", antwoordde ik norsch. „Enfin", zei hij, „dat zal dc politie wel uitmaken. Vooruit Er zat niets ander3 op dan te gehoorza men. Ik trad de deur uit, gevolgd door den man. Ik wist, dat dc revolver nog steeds op mij was gericht. Wij waxen nu builen de deur. De man wenkte oen taxi, en gaf aan den chauffeur op., on? naar het politie-bureau le rijden. •- (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 9