De OnziclÉare Hand. f: BINNENLAND. FEUILLETON. LEIDSCH DAGBLAD, Dintsday 4 Maar!. Tweede Qlad. Am i> 19241 No. 19628. jPerhooging van den accijns op bier en van het invoerrecht op bier en op thee. Bjjjkeua do Memorie van Antwoord op het Yoorloopig Verslas van de Tweede tKtuner betreftende het wetsontwerp tot yorhoogüig van den accijns op bier en van het invoerrecht op bier en op thee is het ondenkbaar, dat met een krachtige be snoeiing der Staatsuitgaven zou kannen worden volstaan ter bevordering van het boo noodigo herstel van 's lands financiën. 'Aanneming van difc wetsontwerp is een dringende eisch geworden, die niet kan wachten tot een inkrimping der Staatsbe moeiing van voldoende bcteekenis, op welk gebied dan ook, zal zijn tob stand gebracht, 'daar deze sleclils geleidelijk mogelijk is en inmiddels de vlottende schuld snel aan groeit. Do mcening van de leden, die oor- dcelon, dat het gebruik van thee veel meer algemeen is dan het gebruik van bier en die bier en thee tot dc levensbehoeften re kenen, maakt de Minister van Financiën itiefc tot de zijné. Er zijn streken van ons land, waar thee weinig, bier daarentegen veel wordt verbruikt, en in ieder geval zijn bier en thee geen eigenlijke voedings- 1 maar genotmiddelen. Zuivere genotmidde len kan men bezwaarlijk tot de levensbe- Jhoefton rekenen. Dab heb hooger belasten van do thee nu juist het gebruik van ster kedrank zou bevorderen, schijnt den Minis ter w-at gezocht, waar thee meer in den Imiselijken kring, sterkedrank meer daar buiten pleegt te worden gebruikt, en bo- rendien tal van goedkoope alcoholvrije dranken ter beschikking blijven. Voor hen, wier inkomsten meer zijn ge daald dan in overeenstemming is met dc vermindering der kosten van levensonder houd, brengt de belasting althans deze goe^e zjjdc mode, dat men, door het gebruik te beperken, zich aan den druk der belas ting kan onttrekken. Geleidelijke invoering der verhocgingen •ou den handel en het brouwbedrijf in on rust houden en oorzaak zijn, dat dc schat kist nog later do volle besohikking kreeg over do uit deze maatregel te verwachten gelden, dan nu reeds ten gevolge van de Ilegeeringsci isis het geval is. Dat het thecverbruik gevoelig is voor prijswissciingen. wordt tot op zekere hoog te toegegevenniettemin blijkt, dal, terwijl <lö gemiddelde prijs in den groothandel per I K.G. in 1921 f 0.33, tegen f 0.62 in 1922- bedrocg, dc bruto-hoe veelheid, welke ten invoer tot verbruik werd aangegeven, in 1921 12.000.000 K.G. en in 1922 11.896.000 E.G. beliep. De belangrijke prijsverhooging heeft hier dus slechts een betrekkelijk ge ringen ach teruitgang van dc ingevoerde hoeveelheid msdegehracht. En terwijl de groothandels- prijs bleef oploopcn, zoodat deze over 1923 gemiddeld f 0.85 per 4 K.G. bedroeg, was dc invoer tot verbruik over de eerste 8 maanden van 1923 (de latere maanden zijn buiten beschouwing gelaten, omdat daar in, in verband met- het tegenwoordig wets ontwerp, extra greoto hoeveelheden ten ïtvwoer werden aangegeven) een hoeveelheid van 78.000 K.G. bruto meer dan in de over eenkomstige maanden van 1922. Hoe dit ook zij, de Minister is, bij na- 'dero overweging, bereid eenigszins tege moet to komen aam het bezwaar der leden, hier aan heb woord. De dubbele invloed van rcrbocjging van het recht tot f 100 per 100 K.G. en van stijging der groothandels- prijzen zou inderdaad tot gmoter beperking van het gebruik kunnen leiden. dan hij r\ch aanvankelijk heeft voorgesteld en hij heeft daarom gemeend het invoerrecht- tc moeten terugbrengen tot f75 per 100 K.G. •*flDe heffing van een invoerrecht op koffie nog in het stadium van overweging. Ook dc Minister verwacht, dab de voor gestelde verhooging van don bieraccijns K&t bier verbruik cenigsains zal doen afne men. Men behoeft zich daarvan echter ge«n grocte voorstelling te maken. Dc voorgenomen accijns verhooging is tot haar volle bedrag onvermijdelijk, omdat bij dc veelheid der reeds bestaande heffingen, weinig andere geschikte middelen open blijven, om aan de schatkist Tiet benoodifede gold te doen toevloeien. Waarom het klein bedrijf den accijns voortaan niet op den verb mik er zou kunnen verhalen, vermag de Minister niet in te zien. Vermeerdering van het gebruik van gedistilleerd, als ge volg van de verhooging van den bieraccijns, zou stellig te vreezen zijn, ware het niet, dat de gedistilleerd-accijns reeds eerder zeer belangrijk is verhoogd. De Minister meent zich zijn oordeel over verhooring van den wijnaccijns op dat oogenblik te mogen voorbehouden. Verhoo ging van den gedistilleerd-accijns is niet mogelijk, zoolang geen middelen zijn gevon den om de thans zeer uitgebreide fraude den kop in tc drukken, en is ook niet noo- dig tor voorkoming van verschuiving van het verbruik van bier naar dat van jenever. Voorzieningen legen besmettelijke ziekten. Een wetsontwerp is ingediend, houdende voorzieningen legen besmettelijke ziekten. In de memorie van toelichting wordt er aan herinnerd, dat drieërlei wetten dienen om het Nederlandsche volk te beschermen tegen besmettelijke ziekten, n.I. die van 1872 houdende voorzieningen tegen besmettelijke ziekten die van 188houdende buitenge wone maatregelen lot afwending van eenige besmettelijke ziekten en tot wering barer uitbreiding en gevolgen, en die van 1877, in 1915 gemoderniseerd, lot wering van be smetting door uit zee aankomende schepen. Dc onzekerheid, die met betrekking tot den plicht lol aangifte bestaat, moet worden opgeheven, door bij wettelijk voorschrift te doen vaststellen, welke ziekten alc besmet telijk worden beschouwd. Het k e n t e c k c n. Het voorschrift, dal aan iedere woning, waar een geval van besmettelijke ziekte voorkomt, een kentecken moet worden gehecht, moet als zeer onvol doende worden beschouwd.. Het kenleeken g-^eft geen enkele zekerheid, dat in het huis de noodige maatregelen worden genomen, dc geproduceerde ziektekiemen onschadelijk te maken. Het kentecken moet dan ook als ondeugdelijk en verouderd middel worden losgelaten. Bij de wel dient te worden vastgesteld, dal lijders aan pest, cholera, vlektyphus en pok ken terstond dienen te worden afgezon derd. Ontsmetting cnverni e ti g i ng van goederen heeft dikwijls veel te onoor deelkundig plaats, zoodat er dan veel te veel geld aan wordt besteed. Voor vervoer van 1 ij d c rs en lij- k e n zijn voorschriften noodig, doch zij kunnen veel eenvoudiger zijn dan de be slaande. Vaccinatie. De voorschriften no pens vaccinatie behoeven niet tc worden ge wijzigd, behoudens een poging om tegemoet te komen aan eerlijke gewetensbezwaren. Dc epidemisc h-v erkla ri n g moet ook als verouderd worden beschouwd. Zij brengt onrust onder de bevolking en ver hoogt door vrees de vatbaarheid. In het onderhavige wetsontwerp worden de inspecteurs van de volksgezondheid als deskundigen aangewezen op het gebied der epidemiologie. liet gewetensbezwaar tegen inenting is een gevolg van een godsdien stige overtuiging. Aan den wetgever komt daarover een oordeel nieL toe. Het systeem, in dit ontwerp neergelegd, komt neer op liet volgende De burgemeester kan een bewijs van be zwaar geven, dat recht geelt lot schoolbe zoek zonder inenting zoolang niet dat be zoek op grond van hel voorkomen van ziek tegevallen bedenkelijk moet worden geacht. Dat bewijs wordt afgegeven op grond van een verzoek van den bezwaarde. De bezwa ren moeten mondeling voor den burgemees ter worden medegedeeld en moeien twee ge tuigen, meerderjarigen, te goeder naam en den verzoeker bekende ingezetenen de ge- j loof waardigheid van de verklaring bevesti gen. Dit moet éénmaal herhaald worden. Het bewijs zal gedurende één jaar van kracht zijn o'mdat de kans bestaat dat het bezwaar na eenigen tijd is vervallen. Artikel 6 bepaalt, dat de burgemeester op advies van den inspecteur lean verbieden, dat een persoon, van wieïj door onderzoek is komen vast te staan, dal hij gevaren op levert voor verspreiding van een, bij alge- meenen maatregel van bestuur voor de toe passing van dit artikel genoemde besmette lijke ziekte, werkzaam is of blijft in een be roep op bedrijf, dat bevorderlijk is aan ae verspreiding van die ziekte. De burgemeester geeft in geval van vertrek naar een andere gemeente van het verbod kei/nis aan den burgemeester van die ge meente. Het wordt opgeheven op advies van^ den inspecteur, binnen wiens ambtsgebied de persoon woont. Verder bepaalt het artikel, dat de belanghebbendo bij den Minister in beroep kan komen tegen het verbod, terwijl voorts de inspecteur van de beschikking van den burgemeester (of indien de burgemees ter kennelijk een beschikking op het advies van den inspecteur nalaat) bij den minister in beroep kan komen. Dit artikel zegt dc Memorie van Toe lichting zal voorzien in een leemte, die de laatste jaren sterk gevoeld is. Een melk- slijter, typhusbacillendrager niet eenige le den van zijn gezin, bleek oorzaak te zijn van ettelijke lyphusgevallen te Amsterdam. Diptherie bleek eenige malen in Tn school uitgebroken, doordat een onderwijzer of on derwijzeres drager was van diphtheriebacil- ten. In dergelijke gevallen moet op wette- lijken grondslag kunnen worden ingegrepen. Het verbod, dat dit artikel mogelijk zal ma ken, zal niet blijvend behoeven lo zijn. Zoo dra de persoon vrij is van virulente ziekte kiemen, moet het worden opgeheven. Besmettelijke veeziekte in Drente. Met ingang van 4 dezer is het vervoeren of doen vervoeren van rundvee verboden binnen een kring, omvallende de provincie Drente. Wanneer bijzondere redenen afwij king van het verbod noodzakelijk maken, kan zoodanige afwijking wordc-n toegestaan door den Commissaris der Koningin in de provincie Drente, onder de door den inspec teur van den vceartsenijkundigen dienst aan te geven voorwaarden. H. M. de Koningin zal Vrijdag ten Paicize Koordeinde in Den Haag, een soi- róo geven in boperktcn kring. „De Ncd." deelt mee, dat de toestand van jlir. mr. A. F. de Savornin Lobman langzaam achteruit gaat. In Den Haag is in den ouderdom van 36 jaar overleden jhr. mr. W. G. Fcith, com mies chartermeester van het algemeen Rijks archief en bibliothecaris' van het Genoot schap „De Nederlandsche Leeuw". Aan ds. P. Ileering, gedurende 27 jaar voorganger van de Rem.-Cteref. Gemeente, wien bij zijn leven ook builen dien kring hoogachting werd toegedragen, i3 in het kerkgebouw aan de Laan te 's-Gravenhage. te zijner gedachtenis een eenvoudige, tref fende hulde gebracht. Uit de gemeenteleden had zich een commissie gevormd, die aan de beeldhouwster mej. F. C. Carbasius op droeg een medaillon-buste van ds. Ileering te vervaardigen. In den inliemen kring van de familie Heering en enkele genoodigdeii had de overdracht van hel gedenktecken aan hel kerkbestuur plaats. In het portaal van den hoofdingang, door de zorgen van liet kerkbestuur voor deze gelegenheid gerestaureerd, is de bron zen plaket in da mocie lichtgroene kleur van het metaal, in een der wanden gemetseld, met het eenvoudige onderschrift: „In Mc- moriam P. Ileering, 1838—1921, Predikant dezer gemeente 1887191 i." Gistermiddag is in „Tjvoli"; te Rotter dam, oen vergadering gehouden, belegd dool* de Rotterdamsche Verceniging van grossiers in rund- en kalfsvleeseh, de R.-K. Slagers- pahoonsvereeniging ..St.-Laurenlius" en de Slagerspalroor.sver- „De Vereenigde Roller- danisclie slager-," waarin de heer S. Cohen lz. gesproken heeft over de vraag: Is ver andering van methode in de veraccijnzing van slachtvee mogelijk en gewenscht? De voorzitter, de he r J. F. Th. van Hal, heette de talrijke aanwezigen welkom, in liet bijzonder den heer Jansma, hoofdin specteur der invoerrechten en accijnzen, dr. Dhont, directeur van het abattoir, den heer Stulemeyer, lid van de Tweede Kamer, en de vertegenwoordigers van den Bond van Dorpsslagers, den Bond van Veehandelaren, den Nederlandschen Slagershond en „De llanze". Na gedachtenwisseling werd met alge- nieene stemmen ds volgende motie aange nomen De Ho Herd Ver. van Grossiers in Rund en Kalfsvleeseh, de R.-K. Slagerspalroons- vereen „Sl.-Laurenlius" en de Slagcrspa- troonsvereeniging „Da Vereenigde Rotter damsche Slagers", in vergadering enz. bijeen mol lal van belanghebbenden en belangstel lenden uit het gehecle land gehoord dc in leiding van den heer S. Cohen Iz. cn de daarop volgende bespreking betreffende het rtoodige en wcnschelijke van de vervanging van de tegenwoordige wijze van accijnshef fing op het geslacht, mei de ernstige aan dit systeem verbonden nadoelen, door een uni forme rundvlecschbelasting; geven eenparig als hun meening te kennen, dal die vervan ging op zoo kort mogelijken termijn dient te geschieden, zoowel in liet belang van de Nederlandsche schatkist als van grossiers en slagers; en dringen er daarom eerbiedig en met nadruk bij Uwe Excellentie op aan, de noodige voorstellen lol de daartoe gevor derde wetswijziging tc doen. De 75ste verjaardag van den staatsraad prof. Oppenheim, is, hoewel de staatsman te kermen had gegeven, dat hij dezen dag ia eenvoud wenschte te vieren, toch niet geheel onopgemerkt voorbijge gaan. Met brieven of een persoonlijk be zoek in Den Haag gaven o.a. van hun be langstelling blijk de vice-president van dea Raad van State, mr. dr. W. F. van Leeu wen, de secretaris van dien Raad, mr. De Vries en onderscheidene Staatsraden. Men had den jubilaris voorts vereerd met veie bloemstukken. Een groote hoeveelheid tele grammen van burgemeesters, leden van Ged. Staten en rechterlijke autoriteiten was binnengekomen, alsmede tal van tele grammen en hartelijke brieven van hoog leeraren en oud-hoogleeraren van dc onder scheidene universiteiten in den lande. Zondag a.s. viert ds. Z. M. van Nop pen, dc nestor van Scheveningcns Ned.- Herv. predikanten, zijn 40-jarige ambtsbe diening. Bij Kon. besluit is aan A. Kooy, hoofd- bestcller bij den postdienst te Amsterdam, toegekend dc ceremedaille, verbonden aan do orde van Oranje-Nassau, in goud (bij bevordering); is de zilveren eeremedaille, verbonden aan de orde van Oranje-Nas sau, toegekend aan M. Sehocfnman, tuin man in diensfc bij de dames Grothe, tox Zeistis de zilveren, eeremcdaille, verbon den aan do orde van Oranjo-Nassau, toe gekend aan H. Dormans, klerk 1ste klasse ter gemeentesecretarie van Kerkradc is aan G. Ha zeihorst, adjunct-commies der directe belastingen, onz. ter inspectie Rot terdam 3cle afd., toegekend de zilveren eeremcdaille, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau; ds toegekend de aan de orde van Oranje-Nassau verbonden eore- medaillo, in zilver, aan A. M. F. Vosman, wonendo tc Deventer, bouwkundig op zich- ter-toeken aar in dienst van den lieer -W. A. Ar. te Riele Gen., architect, te Utrecht; is aan den Hohtwachter bii de kustverlich- ting te IJmuiden F. Retz do eeremedaille, in brons, verbonden aan dc orde van Oran je-Nassau, verleend. Tc Amsterdam is op verzoek van het Landelijk neutiaal comité van actie tegen do voortgezette verslechten ng van het on derwijs, op initiatief van de afdeelLngen ■««atarimwi nun\iir..Mj-jLauwMWMviJt»«stg;cE3pgfe Amsterdam van Volksonderwijs, N.O.G* cn Centrale Ouderraad een plaatselijk co mité gevormd uit afe.vaardigden van de volgende organisaties; Centrale Ouderraad (C.O.RN-O.G., Volksonderwijs, Veren ging van hoofden van scholen, Vereeniging van Staatsburgeressen, de Alg. Nederl. Ver. van onderwijzers bij M.UX.O. Het comité bestaat uit vijf personen: A. Smit (X.O.Gvoorzitter, i'h. van der Vos (Volksonderwijs) secretaris, mevrouw A. Philippi-Gorris (Ned. Ver, van Staatsbur geressen) penningqiecsteresse, mevrouw A Sehwier-Rutgers (A.N.V.O.), Hein do Vries Mzn., (Centrale Ouderraad). De bevordering van e n ambtenaar valt het Departement van Arbeid van hoofdcom mies lot referendaris geeft 't „Ubl." om twee redenen de vraag in de pen of deze bevor dering niet in strijd is met de bezuiniging, welke ook op het Dep. van Arbeid dient te worden in acht genomen. In de eerste plaats is eenigen lijd geleden een referen daris van dc Afd. Arbeid van dal Departe ment „afgevloeid" met het oog op de be zuiniging. Zijn plaats zou dus niet door een ander wórden ingenomen. Thans blijkt in- tusschen uit deze bevordering, dat men dit voornemen weer heeft laten varen. Eischic de dienst nu de werkzaamheid van twee referendarissen aan deze atdeeling? Of had de bevorderde hoofdcommies zich bijzondei: onderscheiden? Of kon hij door langduri- gen arbeid als hoofdcommies een zeker recht op bevordering doen gelden (overeen-, komstig de verderflijke beginselen, welke aan de werkzaamheid van onze ambtenaren helaas ten grondslag liggen)? Het lijkt het blad van niet, want in do tweede plaats wilde het wijzen op den slaat van dienst van den betrokkene, welke leert, dat hij (geboren in '92) van 1911 lot 1918 als klerk in Staatsdienst. Iieett gewerkt, in 1918 is benoemd tol adjunct-commies, in 1919 lot commies, in 1922 tot hoofdcommies en nu, in 1924, op den ongewoon-jeugdigen leeftijd van 32 jaren, tol referendaris. Er is zeker niets legen, dat jonge, geschikte amb tenaren bij keuze snel extra-promotie ma-» ken, maar het is toch opmerkelijk, dat dc betrokkene, blijkens dezen slaat van dienst, zooveel jaren als klerk „onopgemerkt" is gebleven en daarentegen de laatste jaren met snelle sprongen dc omblenaarsladder opklom. Er zijn menschen hier in Den Haag. die de cuisine kennen en zich afvragen, of dezo bevordering wel gerechtvaardigd was. Dr. J. C. de Moor schrijft in „Dc He-» raut": Uit Ede meldt men mij, dal de Hervormde predikant Japchen aldaar in den middag- dienst van 17 Febr. 1.1. o.a. heeft beweerd: lo. dat het een bewijs er van is, dat men een onderdaan van den vorst der duisternis is, wanneer men omgeslagen broekspijpen draagt; 2o. dat dr. A. Kuyper het tooneel- bezoek heeft verdedigd en aanbevolen; 3o» dat èn de antirevolutionaire, én de Christ.- Historische, en de Ger. Staalkundige cn d? Ilervormd-Slaatkundigc partij uit den booz# zijn. Men vraagt zich af. of dit bediening de» Woords is, en hoe bijv. de eerste stelling uit de Schrift bewezen zou kunnen worden, Intusschen schijnen zulke predikanten het met de waarheid en de handhaving van den goeden naam van hun medechristenen niet zoo nauw te nemen. Als hot maar kras ge zegd wordt en als men maar veel cn velerlei misprijst, is men gauw dierbaar. Doch hoe men zulke kanselkanonades Yoor God ver» antwoord, is mij een raadsel. Beroepen is bij de Evang.-Lulhcrsche Gem. te Leeuwarden ds. G. T. Scharten, Le Doesburg. Betreffende liet Koninklijk bezoek aan Zeeland, dal zal plaats hebben in de week van 3 lot 8 Augustus, wordt gemeld, dat het aanvankelijke plan is, dat de Koninklijke familie van Bergen-op-Zooni naar Tholen zal gaan en na dat eiland te hebben bezocht, gal oversteken rtaar Schouwen en Duiveland Van daar gaat het over Kalsche Veer naar. Zuid-Beveland voor een bezoek aan Goes. Door DOUGLAS VALENTINE. Schrijver van „De man met den Klompvoet". 1 Geautoriseerde vertaling van W, E. P. (Nadruk verboden). 60 '.SLOT.) I „En wat zei de clvef daarop?" „Dat weet ik niet, maar hij zal wel heel Jfortaf tegen hem geweest zijn, veronder stel ik." „En hoe was Strangwise's ware naam?" „Toen hij ons verleide, dat Nur-el-Din Zijn vrouw was, wist ik ineens wie hij was. Zijn naam is Hans von Schornbcck. Hij was hij de Pruisische Garde, \vcrd.cr 0111 de een p' andere reden uitgezet cn ging naar Ame- rd;a. waar hij. ra een moeilijken tijd, aan genomen werd bij den Duilseheii Inhchlin- dendiensl. Daarvoor werkte Lij, toen hij Nur-e!-Din ontmoette. Zij trouwden daar en toen hij d; mogelijkheid inzag haar in ge- -edmen duinït als lokvogel te gebruiken, zond hij haar naar JJrussc!, waar ds moffen druk Lraig waren alles voor te bereiden met het ooj cp een oorlog. Hij behandelde haar onhehijeii;;;maar het goeie kind was dol dp hem op haar manier en zelfs toen haar leven door dien man bedreigd werd, heeft roij neoii 'aten merken dat hij Hans von poaornbeck was an haar man." Buvrra /vt e\ a ogenblik fe peinzen; r.acr agar, awaalden de ruslclcr.ze zoc. jHoa rreeaid ij hef, zei z:, denken. <Ut e» an al'oa verstrooid zijnr; da! ce transporten vc-üig naar Fr ,j.; £[o0. *w>. fw« Wördau gedood in Mil! House, r^ns'id pleegde zelfmoord in de g-var.- ewta. Brfiwaed itierf in het ziekenhuis, a-... Ma.placet U vordwetiM en nu is ook Slrangwise heengegaan. Nu blijft alleen nog over Zij wierp een snellen blik op Desmond, maar hij staarde naar den rook van de transportschepen, die zich grijs tegen den horizont aflecker.den. ..Wat zijn ze van plan met Nur-el-Din le doen?" vroeg zij vrij plolseling. „Heeft de chef je dat niet verteld?" vroeg Desmond. „Hij vroeg mij alleen, wal ik er in le zeg- -gen wilde hebben, aangezien ik door haar had moeien lijden. Haar ik heb hem ge zegd, dat ik de zaak geheel aan hem over liet. Ik zei ook, dal ik jouw meoning doolde, dat Nnr-elrPin het slachtoffer van haar ■man was. „Dat was edelmoedig van je, Barbara", zei Desmond vriendelijk. Zij zuchlle. „Vadert!-; heeft haar als klein meisje ge kend", antwoordde zij, „en hij vond hei dien avond zoo prettig haar weer te zien. Zij heeft nooit een kans gehad. Ik hoop, dat zij er nu een zal krijgen I" „Ze zu'ien hrar inlemcercn, geloof ik", zei Desmo: d, „lot het eind van den oor log; ze koudeil nlels anders met haar doen, weet je. Maar er zr.i goed voor haar gezorgd worden, en ik denk, dat zij veiliger ;s onder onze hoede dan w.mneer.zij in vrijheid ge laten werd. De Duilsche spionnagedien?' heeft con 1:e!ijken knauw gehad, hoor' Iemand moet daar natuurlijk voor betalen!" „Dat begrijp ik", fluisterde het meisje en het mank' mij bar.g!" „Arm klein ding!" zal Desmond, „je Eehl eer. r.varen tijd gehad. Maar het is nu voor bij. Dat i. waar 6ak, Barney moet vandaag voorkomen; r-; hebben hem oerst van moordaanslag bepchu'digd, maar Marigold stond er op, dat hij in preventieve hechtenis gehouden ward b.tdat z j de aanklacht kon den verar.dereu in een van inbraak. Hij zal waarschijnlijk twee jaar dwangarbeid krij gen, zegt Marigold." „Arme Barney!" zei Barbara, „ik wou. dat ze hem vrijlieten. Al deze weken heeft hel geheimzinnige van vaders dood zoo loodzwaar op mij gedrukt, dal, nu liet ein delijk opgehelderd is, ik het gevoel heb, dat ik nog weer eens gelukkig zal kunnen zijn. E11 ik zou graag iedereen gelukkig zien!" „Barbara", zei Desmond cn hij nam haar hand. Kalm trok Barbara haar hand terug en veegde een krul, die slechts in haar verbeel ding bestond, uit de oogen. „Heb je nieuws over je valies van hon derd duizend pond waarde?" vroeg zij, om het gesprek op een ander onderwerp le brengen. „Gunst, dat is waar 00!;". zei Desmond, „er was een brief van Cox op de club van morgen, maar ik had zoo'n haast oin mijn trein nog te halen, dat ik hem in mijn porte feuille heb geslokcn, en verder heb ik er heelemaal niet meer aan gedacht. Ik schreel hem al weken geleden om mijn valies uit Frankrijk hier le sluren. Ilicr heb' ik hem." Ilij haaide een brie! uit zijn portefeuille, sneed de enveloppe open en haalde een ge drukt formulic le voorschijn. Barbara, die zich met Cén hand op zijn schouder over eind hcesch, leunde over hem been om de mededeeling le zien. Zij las hel volgende: „Er wordt ons medegedeeld, dat een lec- ren valies, dat u op den lGdcn dezer van uit Frankrijk werd toegezonden, door rle actie van den vijand is Verloren gegaan. Wij slui ten een formulier in „Naar den kelder is liet, stel je voorl" riep Desmond. „Maar is het niet eigenaar dig", ging hij voort, „tc denken, dat die Ster van l'olen daar r.u op den bodem van het Kanaal ligt? Nu. ik woel niet or dat niet de beate plaats et voor is. Die zal ten minste gc-cn strubbeling meer in de wereld veroor zaken!" „Arme Nur-el-Din", zuehllc hel meisje. Zij zaten een oogenblik zwijgend le kijken naar de meeuwen, die onrustig boven de branding rondvlogen. „Dus je gaat morgen liier vandaan.?" zei Desmond plolseling. Barbara knikte. „Weer terug naar je werk bij den chef?" Weer knikte Barbara. „Maar dat is niet goed genoeg voor je", riep Desmond uit. „Dat is geen werk voor een meisje als jij, Barbara. Hel is veel te inspannend; er is te veel gevaar aan ver bonden. Bovendien, ik wou je iels zeg gen Barbara weerhield hem. „Zeg het niet?' vroeg zij smeckend. „Maar je weel niet eens, wit ik wou zeg gen!" protesteerde hij. Een gelukkig laciije verhelderde Bar bara's gezicht. ..Barbara.begon Desmond. Haar hand rustte op zijn schouder en hij legde zijn band er overheen. Een kort oogen blik liet zij hem zijn gang gaan. Toen trok zij haar hand terug. „Desmond", zei ze, hem met vriende- lijircn blik aanziend, „wij beiden hebben werk le doen ,.I)at hebben wijantwoordde hij somber, „en het mijne is aan hel front!" Hei meisje schudde liet hoofd. „Neen!" zei ze, „van nu af aan is het daar, waarheen de chef je zendl." Desmond schudde koppig met liet hoofd. „Ik mag dan bij den Inlichtingendienst zijii geveesL voor diL geval", antwoordde hij, „maar ik ben soldaat van beroep. Mijn plaals is aan het Iron!." „D? Inlichtingendienst heeft bok zijn front", antwoordde Barbara, „hoewel dc oorlogscorrespondenten daar niet over seihrijven. In telegrammen wordt er nooit iets van vermeld cn het Viotoria-Kruis valt er niet mee Ie verdienrn De kranten ver melden daarvan geen lij van gesneuvelden en vermisten, hoewel jij en ik welen, dut het een lange lijst is. Een man gaal onge merkt heen en komt nooit terug on na een. zeker tijdsverloop schrappen we hem alleen uit de boeken er. daarmee is het afgoloopen. Maar er is iels groolsch in en jij hebt er je sporen in verdiend. Je zult er bij moeten blijven!" Desmond wilde iets zeggen, maar het meisje weerhield hem. „Wat komt het er voor ons Beiden op aan", vroeg zij, „wanneer de hcelc toekomst van Engeland op het spel slaat? Wanneer je je heelemaal aan dat geheime, weinig ge ziene werk van ons wilt wijden, moet je vrij zijn, zonder verantwoordelijkheid cn zonder banden en niets, dal je tegenhoudt, om, als liet noodig is, het uiterste te wagen. En ik heb nooit een man ontmoet, die meer durfde dan jij 1" i „Ach neen, zeg dat nu nielzei Des- mond opstaand. Een poos stond hij zwijgend in zee te slaren. Torn keek hij op zijn horloge. „Ik moet nu naar Londen terug", zei hij. „Ik moet om vier uur een bespreking heb ben met den clicf. En je weet waarovert" Het meisje knikte. „Wal zul je hom zeggen?" vroeg zij. „N'ccm je zijn aanbod aan om bij den In lichtingendienst (e blijven?" Desmond keek baar droevig aar.. „Je hebt het me zoo welsprekend voorge houden", zei hij langzaam, „dal ik het wel mo.el doen, geloof ik!" Glimlachend gal zij Iiern dc hand. Des- mond hield die een oogenblik in de zijne. Toen draaide hij zich om, zonder verder een woord tc zeggen, en ging met groolc pas sen den weg op naar het station. Barbara keek hem na totdal een bocht van den weg hem aan haar gezicht onttrok. Toen haalde zij een zakdoek le voorschijn. „Goede hemel, kind", zei ze bij zichzelf, „ik geloof, dat je slaat le huilen!." 0

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5