De Onzisiitlare Hand.
No. 19622.
LEIOSCH DAGBLAD1, Dinsdag 26 Februari.
Tweede Blad. Anno 1924.
Gemeenteraad van Leiden.
FEUILLETON.
(Vervolg van gisteren.)
ilo. V oorslcl
i|i. om niet in Ic gaan op liet verzoek van
de Hoofdbesturen van den Kcdcrlafacl-
ïw" schen Bond vay Werklieden in Over-
lieidsdienst en van den Cenlralcn Ne-
derlandscben Amblenaarsbond, lot re-
organisatie van 't georganiseerd over
ig leg i
tot vaststelling van de verordening,
houdende reglement voor de Commis-
3*»-. siön yan Advies betreffende de ar-
bcids- en dienstvoorwaarden van het
<=v personeei in dienst van de gemeente
Leid-n. (35)
De VOORZITTER telst voor do algc-
Bacciio beschouwingen t% beperken tot sub
A en tot de motie Baart luidende:
De Raad, van oordeel, dat het gewenscht
lu het Georganiseerd overleg te regelen op
ide wijze als zulks te Amsterdam bet geval
ie, besluit, het ontwerp door Burgemeester
«o Wethouders aan den Raad voorgelegd,
terug tc zenden naar het O. O. teneiudc
|ict ontwerp in dezen zin te wijzigen.
De voorzitter geeft nog ccn redactie-wij-
kigiug in overweging, waar de heer Baart
xich mee kan vcveenigen.
1 Do categorale bonden kunnen dan bij art.
fi worden behandeld. I
Aldus wordt besloten.
y
Algemeens beschouwingen.
De heer BAAltT meent, dat het prue-
advics van B. en W. over bet Georgani
seerd Overleg niet beantwoordt aan de
wcnscben der landelijke federaties. Natuur
lijk stond men coret wat vreemd tegenover
bot Georganiseerd Overleg, maar met de
gevolgde wijze van behandelen kan men
zich toch niet vereenigen. Deze gaf al heel
weinig, de voorzitter kon nimmer eenig be
sluit nemen, slechts B. en W. adviseeïen.
In andere plaatsen is bel gelukt tot andere
Itoeslauden te komen. B. en W. uoemen de
regeling van Amsterdam niet wettig, maar
dan zou z.i. van lioogerhand wel zijn inge-
grepen als niet-toelaatbaar.
B. en W. stellen slecbts prijs op zooveel
mogelijk advies zonder eenige medezeggen-'
schap te willen geven. Maar waarom dit
niet gegeven, terwijl betrokkenen toch ge
heel op de hoogte zijn van hun tak van
f idienst Spr. meent dat in aller belang zoo
wel van dc arbeiders als van de gemeente,
een regeling moet worden getroffen als te
'Amsterdam. Alleen dan is er in do toe
komst z.i. sprake van een goed Georgani-
soerd Overleg. De raad kan, wanneer het
groote principieel© kwesties betreft, toch
ben standpunt er tegen innemen en de rege
ling verwerpen.
De heer ELKERBOÜT kan zich over
?t algemeen wel met het prac-advies van
B. en W. vercenigen. Van hot Amsterdam-
Kche systeem is hij geen bewonderaar, dat
levert* z.i. ireer schade dan voordeel op.
'Mag de raad iets uit handen geven wat ten
zijnen compelcntio is 1 Hij verwijst naar
'de uitspraak der diverse professoren. Dc
raad heeft iedere regeling tc sanctionnee-
cen, het Georganiseerd Overleg moet z.i.
.dienen cm den raad zoo breed mogelijk
ivan inlichtingen te dienen on hij verheugt
'zich. dat leden van den raad door B. en
&V. 'in het G. O. zijn opgenomen.
Bij de art. zal hij zijn amendementen be
spreken.
De heer WILMER wil het Amsterdam-
Bche systeem bespreken. Hij acht het onlo
gisch dat democraten daarvoor kunnen zijn.
'JHet volk kiest toch zijn vcrtcgenwoordi-
gera die de verordeningen hebben te ma
ken, zoo wil het de democratie.
De heer KNUTTEL: daarmee ben ik het
niet eens.
De heer WILMER: De anderen toch wel.
En nu zouden deze volksvertegenwoordi
gers him recht afdragen aan niet door het
volk afgevaardigden
Maar spr., die ziph niet zoozeer op demo
cratisch standpunt plaatst, kan zich ook
niet met het systeem van Amsterdam ver-
ccnigen. Spr. wil wel aan zeer trvarenen
zijn taak afstaan als medelid, maar zijn
de betrokkenen aangewezen om over eigen
arbeidsvoorwaarden te beslissen? De raad
kan do beslissing houden, zegt men, maar
dit is als de Eersto Kamer, alleen aanne
men of verwerpen, slechts een remmende
macht, geen. besturende macht.
Om geen enkele reden kan hij zich dus
met een regeling als te Amsterdam ver
eenigen, waar de liefde voor deze regeling
ook al geducht bekoeld is.
Dat het Overleg nog wel vatbaar is voor
vervolmaking, dat wil spr. niet ontkennen
en dat is ook best mogelijk.
De heer KNUTTEL vindt beide voorstel
len, door B. en W. zoo opgeblazen, dat zij
zelfs morgenmiddag nog een zitting voor
zagen, precies ccn storm in een glas water.
Van toepassing lijkt hem de titel van Lan-
gendijk's tooncelspel: „Het Wcderzijdseh
Huwelijksbedrog". B. ca W. n.l. met de
bedreiging van een zitting op morgen, cji
dc andere zijde met gewichtig doen over
iets wat niets is, gelijk de Amsterd. rege
ling die slechts in schijn weer geeft, zoo
als hij nader uiteenzet.
In 't algemeen is spr. er geen voorstan
der van, dat do arbeiders hun eigen ar
beidsvoorwaarden regelen maar wel, dat
ook deze arbeiders mede een beslissende
stem hebben en dat is te Amsterdam niet
hot geval. Ook in den Amsterd. vorm van
het G. O. ziet spr. dus geen heil. Willen
de arbeiders er echter aan, welaan, hij zal
zich niet verzetten; laten zij ook deze il
lusie dan maar in rook zien opgaan.
De heer HHTMANS wijst op hot pro
gram zijner partij als voorstander van het
G. O. Hij voelt veel voor do motie Baart,
ma:r toch is hij nog huiverig. Kunnen de
art jiders al wel voldoende oordeeten 1 Dat
is voor hem een groot vraagteeken, ook na
het congres te Haarlem, waar de kopstuk
ken tegenover elkaar stonden.
De heer HEEMSKERK meent, dat men
in de toekomst met het G. O. terdege re
kening zal moeten houden en hij juicht
liet toe, dat B. en \V. reeds eenige wijzi
gingen hebben aangebracht, b.v. door op
nemen van raadsleden in de commissie.
Ddt de resultaten lot dusver niet schitte
rend waren voor de arbeiders, zegt ni^A,
't gaat om aile partijen, d.w.z. de gemeen
schap. Volkomen is hij liet eens daarmee,
dat de raad de beslissende stern moet be
houden zonder eenige restrictie. Amsterdam
is dan ook nergens jiog gevolgd.
Medezeggenschap in de bedrijven geldt
toch alleen het technisch bedrijf, het G. O.
behandelt veel meer. De dienstcommissies
zouden z.i. dan nog eerder hier op haar
plaats zijn.
De heer YERWEY wijst er op. dat vroe
ger de salarieering van het overheidsperso
neel ccn chaos was.
De VOORZITTER: Dat slaat niet op
Leiden.
De heer VER WE V blijft er bij, voorbeel
den gevend in algemeenen 'zin. Wil bet G.O.
met succes werken, dan moet z.i. het Am-
slerdamsclic stelsel worden gekozen, (lat
heelemaal niet het beslissend recht van den
raad aantast.
De heer EERDMANS verneemt met ver
bazing de voorstanders der motie Baart. Ja
renlang is de wet gevolgd en nu wordt van
den raad gevraagd een deel van zijn be
voegdheid af te staan. Daarvoor moeten
dan wel zeer grondige redenen zijn, maar
dio heeft hij niet gehoord. Van verschrikke
lijk schreeuwend onrecht lieeft hij ook niets
vernomen. Wanneer men bij een gedeelte
der bevolking aanwakkert de idee, dat een
deel der beslissing is bij de belanghebben
den, dan ontketent men een strijd van be
langen. die beleekent: de dood van de de
mocratie. Dan loopt het uit op Ilaliaansche
of Spaanschc toestanden.
Het algemeen belang alleen mag de be
slissing geven en daarom is hij tegen de
Amsterdamse he regeling.
Mevr. v. 1TALLIE motiveert haar slem
tegen de motie omdat dan de bevoegdheden
van den raad verminderen en dit lichaam
wordt een Eerste Kamer, waarvan het nut
twijfelachtig is, al erkent zij gaarne de ver
diensten der leden daarvan. Spr. verwijst
nog naar prof. v. d. Pot tot staving van haar
meening. Zij zou v^n een regeling als te
Amsterdam daarnevens' vreezen voor kie-
zersbederf. Bovendien, B. en W. stellen
reeds verbeteringen voor en daarmee kan
men h. i. geleidelijk voortgaan.
De heer WILBRINK meent, dat de lieer
Wilmer met zijn vergelijking van Eerste
Kamer te somber was. 't Gaat hem in hoofd
zaak om den geest van het G. O. en daarom
kan hij zicli met B. en W. in 't algemeen
wel vereenigen. Spr. vraagt echter, nu ook
raadsleden in liet G. O. komen, of voorzitter
en raadsleden in 't college van B. en W. en
in den raad dp genomen beslissingen mogen
verdedigen.
De lieer w STRALEN beeft zich erg ver
baasd over de woorden der z.g. democraten,
't Gaat hier toch om medezeggenschap bij
eigen arbeidsvoorwaarden en wat is natuur-
lijkerlijker? En nu dit verzet tegen het Am-
slerdamschc stelsel, dat toch niet zoover
gaat als wcnschelijk is, zooals de lieer
Knuttel dat noemde. Dat het Amslerdam-
sclie stelsel etui paskwil is ontkent spr., het
gaat in ieder geval verder dan wat we nu
hebben. Invoering zou veel politieke kwes
ties Waarop soms zoo wordt gehoond als in
liet „Lcidsch Dagblad" uil den raad houden^
Spr. bestrijdt den heer Wilmer wat betreftv
diens aanhalen van het jongste congres 1e
Haarlem.
Dat betrokkenen in.de eerste plaats niet
eigen belangen zouden rekening houden,
vindt hij natuurlijk, maar daartegenover
staan dan toch de vertegenwoordigers van
B. cn W.. den raad enz., die op zullen ko
men voor het algemeen belang. Hij zet inl
een hoe liij zlcli dat voorstelt.
De VOORZITTER: Dat is builen de orde.
De heer v. STRALEN geeft dit niet loc.
maar hij zal er niet verder op ingaan. Mei
den heer Eerduians is spr. het ook geheel
oneens en nogmaals bepleit hij aannemen
van de niolie-Baart.
De heer PERA meent, dat er nog een ar
gument is, van groot belang, dat niet is ge
noemd Bij het GO. hangt alles ai van den
geest der besprekingen: spr. citeert mr. v.
Zanten. Het algemeen belang moest bij al
len domineeren, maar dat is helaas niet zoo
De arbeiders-komen volkomen geharnast cn
gewapend, de gemeente-vertegenwoordigers
staan met een gebroken zwaard en wel
daarom, omdat de arbeiders sleckls hun wil
willen doorzetten. De vertegenwoordigers
der gemeente moeten echter rekening hou
den met recht, mogelijkheden, bevolking etc
Van Amsterdam begint de victorie is ge
roepen, toen daar de regeling tot slancl
kwam, waar echter tevens al verzekerd is,
dat men zicli niet zou houden aan verbods
bepalingen. staking enz., zooals hij cileevl.
't Is en blijft feilen strijd en waarheen moet
dat oii9 allen leiden?
De heer KNUTTEL: Naar Veenhuizen!
Wethouder REIMERINGKR kan na al het
gesprokene kort zijn. Bij instelling van het
G. O. heeft nooit iets anders voorgezeten
don een adviseerend lichaam te scheppen.
Tegen liet Amsterdamscbe stelsel stelt spr.
allereerst dè juridische bezwaren. Praclisch
geeft de raad voorts een deel van zijn be
voegdheid kwijt.
De heer v. STRALEN: Daar kunt u wel
gerust om slapen.
De VOORZITTER: Dat kun je wel om
meer.
Wethouder REIMERIXGER meent, dat
het G O. reeds goede resultaten gaf en B.
en W. komen nu toeli met goede verbete
ringen.
Dc VOORZITTER geeft in overweging
geen repliek ta houden, zooals ook do Eerste
Kamer dat nalaat, waarvoor dit lichaam
nog wel eens wordt geprezen.
De heer BAART geeft nog een uiteenzet
ting van liet Amslerdamsche stelsel, maar
de VOORZITTER corrigeert deze voorstel
ling van zaken.
De lieer BAART acht het niet le verdedi
gen. dat do raad besluiten, in het G O. na.
veel besprekingen genomen, kan wijzigen,
beknibbelen of wat ook. zooals blijft vol
gens het voorstel van B. en W. Nogmaals
raadt hij zijn motie aan.
De heer WITMANS zal, waar de looncn
en de arbeidsduur hoofdzaak zullen zijn,
met B. en W. meegaan, handhavend zijn
vrees, dat de arbeiders nog niet rijp zijn
voor zoo'n medezetrnenschap.
De heer KNUTTEL replicecrend zegt den
heer Eeriknans dal de raad niet is oen
liöhaam, vertegenwoordigend de arbeiders
en daarom moei de raad van zijn bevoegd
heid afstand doen. Voorts merkt hij de-li
heer E. op, dal het ook op Moskou uit kan
loopen.
Dc motie BAART wordt verwor
pen met 227 stemmen.
Voor de S. D. A. P. en de Acer Knuttel.
Artikelsgewijze behandeling.
Bij art .2 is het aaiend-ment Baart, om de
aangegeven raadscommissies uit le scha
kelen.
De lu er BAART meent, dat de voorkeur
verdient een eenvotodigo aanwijzing van
5 leden door den Raad die toeli rekening
kan houden met geschiktheid enz.
De heer HEEMSKERK steunt den heer
BAART.
De heer OOSTDAM kan zich niet zoo da
delijk vereeiiigen met de opneming der
raadsleden, die z. i. soms den wethouder
eerder zullen beslrijden dan steunen. Is het
wel juist, dat raadsleden deel nemen aan
hel G. O., terwijl zij steaks in den raad mee
moeten stemmen? Zijn ze voorzichtig, dan
worden ze heftig aangovallen, leggen ze
zich vast. dan krijgen we in den raad geor
ganiseerd ongenoegen.
De VOORZITTER vraagt, waarom de heer
Oosldam dan geen amendement heeft inge
diend.
De heer OOSTDAM meende dit juist
overbodig, door tegenstemming z. i. het
zelfde kunnende bereiken.
Dc lieer PERA wijst er op hoe vroeger
al over deze opneming is gesproken, maar
men kwam toen tot de slotsom: 't geeft niet
voel. Bestrijden wil liij het voorstel niet
maar da raad zal scherp moeten letten op
de samenstelling. Zou de meerderheid der
aangewezenen meegaan in principe met de
arbeiders verlangens, dan brengen \vo bet
algemeen belang in gevaar.
De lieer WILBRINK niec-nt ook, dat de
raad de grootst mogelijke vrijheid van keuze
moet hebben, juist mede om hetgeen de lieer
Pera opmerkte.
Wethouder KEIMEHINGER zegt, dat het
G. O. zoo goed mogelijk zou zijn wanneer
leden der Commissie zitting namen, die bij
uitstek op de hoogte zijn.
Het amendement BAART wordt
aangenomen met 1711 stemmen.
Tegen de heeren Spendel, Eikerbout,
Kerdman£, Splinter, Reimeringer .Mulder,
Meynen, Sanders, Bergers, Pera, .Wilmer en
Huurman.
De hee> OOSTDAM dankt den wctliouder
voor zijn niet gegeven antwoord en vraagt
stemming per alinea.
Z. h. st. wordt ieder alinea aangenomen,
behoudens sub. 3, dat wordt aangenomen
met 263 stemmen (die der heeren Oost-
dam, v. Hamel en Pera).
Ilicraa zilling met gesloten deuren.
Na heropening der openbare zitling sprak
de VOORZITTER den wcnsch uit dat in den
toestand van liet medelid mevrouw Do
Sloppelaar spoedig weder verbetering mocht
komen. Naar hem was medegedeeld waren
de verschijnselen van vrij cmsligen aard.
Nog deelde hij mede dal het hem genoe
gen deed dat de heer Knuttel er de aandacht
op heeft gevestigd dat in den vorigen Raad
do vrouwelijke raadsleden wèl hadden te
kennen gegeven dat zij er geen bezwaar
legen hadden dat in den avondziUingen
door do hecren werd gerookt, doch dat dit
de dames aan den huidigen Raad nog niet
gevraagd is.
Hij meent ook dat, indien de vrouwe
lijke raadsleden of enkele barer bezwaar
maken de heeren niet moeten rookon. Daar
voor komen wij hier niet bij elkaar.
Gelach en geroep: maar ik heb dikwijls
last van do tocht ten gevolge der venti-.
latisl
Avondzitting.
Bij de voortgezette beraadslagingen va a
de genoemde verordening kwamen bij de
behandeling van art 3 de amendementen
van dc heeren ELKERBOÜT en BAART.
Dc lieer ELKERBOÜT was niet ter verga
dering aanwezig.
Allereerst had hij voorgesteld art. 3 Le
doen vervallen en te wijzigen in:
Recht op vertegenwoordiging in de Algv-
mecne Ambtenaren/werklieden Commissie
hebben de plaatselijke afdeelingcn van ab
gemccneTandelijka vakbonden van ambte
naren/werklieden; welke ten minste 10/26
leden lellen in vasten of tijdelijken dienst
der gemeente Leiden, en zich schriftelijk bc
reid hebben verklaard telkenjare twee ver
tegenwoordigers en tvree plaatsvervangende
vertegenwoordigers ir. de Algemecnc Amb
tenaren/Werklieden Commissie voor elk ka
lenderjaar aan te wijzen, en telkeiijare,
uiterlijk den loden Januari aan Burgemees
ter en Wethouders opgave le doen van het
aan lal aangesloten ambtenaren/werklieden
in vasten of tijdelijken dienst der gemeente
9f> den len Januari daaraan voorafgaande.
De in het eerste lid bedoelde Vakbonden
moeten de Kon. goedkeuring op hun statuten
hebben verkregen.
De heer ROSMALEN had op zich geno
men dit amendement toe te lichten. Hij deed
dit slechts zeer kort, bestrijdende dat de ca
tegorale Vereonigingen recht op verlegen-»
woordigiDg zouden hebben. Hij wilde even-*
als dc voorsteller daarom deze uitsluiten.
Dc VOORZITTER merkte op dat het hief
sleolits twee organisaties betreft.
De heer BAART Kcblte daarop zijn amen
dement loc om in artikel 3 onder A acliteü
het woord ..betreft'' in le voegen do woor
den: ven den aard en het karakter hebben
van een algemeen landelijke bond van per
soneel in Overheidsdienst;
Sub c van art. 3 als volgt le lezen: zij
moet zich schriftelijk bereid hebben ver
klaard telken jare twee vaste vertegenwoor-»
digers en twee plaatsvervangers in de Alge-
meene Ambtenaren/Werklieden Commissie,
voor elk kalenderjaar aan le wijzen, en tel
ken jare, uiterlijk dm lóden Januari, aan
Burgemeester en Wethouders opgave doen
van het aantal bij haar aangesloten ambte
naren/werklieden in vasten of tijdelijken
dienst der gemeente op den lsten Januari
daaraan voorafgaande.
Hij verzette zich ook legen opneming van
de catogoralo organisaties, dio builen het
eigenlijke organisatieleven slaan en deze
meermalen in den weg treden bij het stre
ven naar verbetering. Verder achtte hij het
om verschillende reden ook niet wensche-
lijk dat de besturen de namen der leden
moeten opgeven, Z. i. zou het voldoende zijn
om slechts het aantal leden op 1e geven. Ér
kunnen uit dat meededen der namen aller
lei moeilijkheden voortkomen voor belang
hebbenden. Hel lid zijn eener bepaalde orga
nisatie is de autoriteiten wel eens onaange
naam en belanghebbende vreezen. dat er
rancune maatregelen genomen worden.
De heer HEEMSKERK voelt feitelijk ook
niet voor categorale organisaties, doch waai*
het hier slechts twee organisaties geldt heeft
hij daartegen ook geen overwegend be
zwaar. Hij stelt zidh meer principieel togen
de opvatting van den hoor Baart dat het
voldoende zou zijn alleen liet aantal leden
te noemen. Daaruit kunnen allerlei bezwa
ren voortvloeien welko hij hij name noemt.
Bedrog is zelfs niet uitgesloten. Hij zal daar
om tegen de amendementen stemmen en
voor het artikel zoo ais dit door B. en \V.
wordt voorgesteld.
De heer PERA sluit zich bij den heer
Heemskerk aan. Toen hij nog do leiding
in het georganiseerd overleg had, heeft hij
van de categorale organisaties volstrekt
geon onaangename ervaringen opgedaan.
Deze vercenigingen hebben toen hun be
staansrecht zeer goed geloond.
Wat betreft het opgeven van namen ook
daarmee sluit hij zich volkomen aan bij den
heer Heemskerk.
De wethouder, de heer REIMERINGER,
kan zich niet begrijpen waarom men wil
dat B. en W. de categorale verecnigingen
zouden aansluiten. B. en W. zijn onpartij
dig. Maar daarom kunnen zij niet toelaten
dat deze vereenigingen door middel van B.
en W. worden gedupeerd. Het is ccn strijd
voeren over den rug \an B. en W. heen,
maar daarom willen zij geen parLij kiezen.
M at de kwestie van het niet opgeven der
namen betrefl, dit lijkt den wethouder een
ondemocratische maatregel 1e zullen zijn,
AY are democratie soliuwt openbaarheid niet.
De VOORZITTER bestrijdt vervolgens de
amendementen ook nog eens uitvoerig en
toont met verschillende voorbeelden aan dat
wat de heeren willen tot allerlei onaange
naamheden aanleiding kan geven. De orga
nisaties weten niet altijd tot welke catego
rie van werklieden een of ander lid zou
moeten worden gerekend.
De heer BAART repliceerde nog eens uit
voerig cn merkte op, dat in geen enkele aiir
dere gemeente de bepaling is opgenomen,
dat dc namen der leden eener organisatie
worden verstrekt, wat ook dc heer Eiker
bout in zijn schriftelijke loelichtutg had op
gemerkt.
SrjjNmigc leden interrunipecrcii druk bij
bet beloog van den lieer Baart.
Door DOUGLAS VALENTINE.
Schrijver van „De man met den Klompvoet".,
t Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
(Nadruk verboden).
54)
„Jou ellendige schurk", snauwde hij, „we
zuilen je leeren je vuile streken legen ons
uit le halen 1
Hij hiel zijn revolver op, inaar Strang-
■wise ging lussclien ham en zijn slachtoffer
slaan.
„Schiet hem dood!" riep Belhvard, ,,dan
zijn we eens en voor altijd van hem af 1"
„Wat?" zoi Straagwise. „Desmond dood
schieten? O neen, vriend; ik denk er niet
hanl"
En droog voegde hij ar bij:
„Ten minste nu nog niotl"
„Maar je bent gek", riep Belleyard uit, on
geduldig mat zijn wapen heen en weer
zwaaiend„je laat hem eerst door je vingers
glippen!_ fk ken dat soort. Voor een man als
'.hij ben je alleen veilig, wanneer hij dood is,
(En als je hem niet wilt.
..Kom, kom, Bellward", zei Slrangwise,
zonder een slap op zij le gaan, maar den
nader kalm in de oogen kijkend, „je wordt
Wat te opgewonden, hoor!"
Maar Bellward gremde met heesche stem:
„Dood lieml Dat is al, wal ik vraag En
laten we hier vandaan gaan. Ik zeg je, dat
Ve hier niet veilig zijn! Minna kan wel
ivoor zichzelf zorgeni" voegde hij er
ïowch bij, - - Vv -• O
„Zooals zij aliijd gedaan heeft!" zei een
stem bij de deur. Daar stond mevrouw Mai-
plaquel, een keurige verschijning in zwart
mantelkostuum, met een mooi bont over de
schouders.
„Maar wie is dat?" vroeg zij, toen zij Des-
mond in het oog kreeg en beurtelings keek
ze met haar zwarte kraler.oogen de drie
mannen aan. Van Barbara nam zij niet de
minste notitie. Desmond merkte het en haar
onverschilligheid maakte hem inwendig
razend.
„Natuurlijk herken je hem nietzei
Slrangwise. „Het is majoor Desmond Oke-
wood, onlangs bekend als- mr. Basil Bell-
word 1"
De vrouw liet geen verwondering blijken.
„Zoo zei zo, „ik dacht wel, dat wc hem
ten slotte te pakken zouden krijgen. Wel,
Slrangwise, waar wachten we nog op
Moet onze vriend dan eeuwig blijven leven?"
„Dat wou ik ook wel eens weten 1" bul
derde Bellward woest
„I k heb nog niet mot hem afgerekend 1"
zei Slrangwise.
„Neen, noen", riep mevrouw Malplaquet
dadelijk, „Strangwise, jij hebt nu al één les
gehad. Je hebt liet juweel verloren en je
hebt weinig kans het terug te krijgen, tenzij
je denkt, dat deze man het bij zich heeft.
Wil je je eigen leven verliezen en dat van
ons allemaal er bij Kom, vooruit nou van
dezen kerel is niets voor ons te balen I En
hij is een gevaar voor ons allemaal, zoolang
hij in leven is 1"
„Minna", zei Strangwise, „je moet me ver
trouwen. Bovendienhij boog zich
voorover en fluisterde haar iels in het oor.
..Nu", hernam hij hardop, „neem jij nu Bell
ward mee naar buiten en laat mij even on-.
der vier oogen mot onzen vriend hier spre
ken".
Tot Bellward voegde hij er bij
„Minna zal je vertellen wat ik zei. Maar",
en hij wees op Barbara, dio als levenloos in
haar stoel zat. „breng baar eerst weg. En
dan gelooi ik, dat ge .liever naar bed moest
gaan".
„Maar de behandeling vannacht dan
yroeg mevrouw Malplaquet.
StTangwise glimlachte geheimzinnig.
„Ik weet niet, of verdere behandeling nog
wel noodig zal zijn", zei hij.
Ondcrtusschen had Bellward zich over 't
meisje gebogen en haar. door >eeu paar maal
met de hand over haai- gezicht te strijken,
weer tot bewustzijn gebracht. Zij zat over
eind, met één hand tegen het gezicht, en
keek wezenloos- om zich heen. Toen zij Des-
mond herkende, gaf zij een gil.
..Neem haar mee 1" beval Strangwise.
Bellward had de touwen losgemaakt,
waarmee haar voelen gebonden waren, cn
hij en mevrouw Malplaquet namen 't meisje
tussclien zich in en sleepten en droegen
deels het arme ding (want zij was nauwe
lijks in staat te loopen) dc kamer uit.
Toen de deur achter hen gesloten was,
wees Strangwise Desmond een stoel aan en
haalde zijn sigarettenkoker voor don dag.
„Ga zitten, Desmond", zei hij, „en laten
we eens praten. Wil je rooken
Hij slak hem zijn sigarettenkoker toe.
Een sigaret was hel ccnfge, waar Desmond
letterlijk naar snakte. Ilij nam er een on
slak op. Strangwise zat aan den anderen
kant van een eigenaardig gesneden ebben
houten tafel-, zijn groote revolver lag voor
hem.
„Ik denk, dat je wei slim genoeg bent om
te begrijpen, dat je het scrioren hebt, Des
mond", zei hij. „Je hebt een zwaar gevecht
moeten leveren en tot vanmiddag toe was
je me de baas, dat wil ik je toegeven. En ik
wil óók wel erkennen, dat je mijn organi
satie in dc war hebt geschopt, ten minste
voor het oogenblik. Maar nu trêu ik de over
winnende parlij en jij bent in onze macht,
man."
„Wel',, antwoordde Desmond droogjes,
„wat denk je nu -tc doen?"
„tk ben van plan van mijn voordeel zoo
veel mogelijk partij te trekken", zei Strang
wise; „dat is goede tactiek, is hel niet, Des-
mond? Dat leert immers Haniley ook en al
de andere schrijvers op militair gebied, is
het niet? En ik zal open kaart mot je spe
len. ik veronderstel, dat je je wel hewusi
bent geweest, dal jo leven aan een draad
heeft gehangen, in deze kamer, een paar
minuten geleden. Weet je waarom ik lus-
sehenbeide kwam om je te redden?"
Desmond glimlachte. Zijn gewone opge
wektheid kwam terug. Hij vond het moei
lijk zich in te denken, dat deze vroegere
kameraad, dio daar tegenover hem 'aan de
tafel kringetjes rook zat te blazen, oen
Vijand was.
„Ik veronderstel niet uit pure. liefde voor
mij", antwoordde Desmond, en hij wreef
den bult op zijn hoofd.
Strangwise zag de beweging en glim
lachte.
„Luister eens", hernam hij, beide handen
op tafel leggend en voorover leunend, „ik
verlang er naar dit gespionneer tc laten
varen. Het was bovendien niet mijn recht-
streeksche bezigheid. Het eigenlijke doel,
waarmee ik in dit land kwam. was die dia
manten ster weer in bezit te krijgen. Wan
neer ik die eenmaal licb, heb ik piet Enge
land afgedaan...."
„Maar niet mot hot leger", viel Desmond
hem in de rode; „we hebben Goddank een
goede gewoonte in Engeland om snel met
verraders at te rekenen
„Ja zeker", antwoordde de ander, „maar
zie je, beste vriend, liet leger heeft mij nog
niet. En ik heb jout Maar laten we nu met
dien flauwcn praat ophouden", ging hij
voorl. „tk ben g..-en meester in liet onder
handelen, Desmond dat zijn weinig mili
tairen, dat weet ie dus zal dc zelfs niet
probecren met je te sjacheren. Ik zal je rond
uit vertellen wat ik bereid,ben tc aan le
bieden. Jij hebt opdracht' gekregen deze
organisatie te verbreken, is het niet?"
Desmond zweeg. Hij begon zicli verwon
derd al te vragen, waar Strangwise heen
wilde.
„O, je beiioefl je niet de moeite tc geven
het le ontkennan. Ik heb je nooit gesnapt,
dal geef ik toe; zelfs niet, toon de werkelijke
Bellward opdaagde-. die gedachle, om je
naam op de verlïczonlii-1 tejdaatscn ond o
de „gesneuveld-n" was geniaal; want ik
dacht er nooit aan, dat jo wocr levend zoudt
kunnen opduiken om mij te dwnrsbqqmoii.
Maar om terug te komen op wat ik zei: je
opdracht was mijn gedoe omver te gooien,
en wanneer je het klaar speelt, is het een
pluim op je hoed. Nu, je hebt twee van mijn
menschen gedood en de hoofdpersoon ge
vangengenomen
„Bedoel je Behrend?" vroeg Desmond
„Belu eifd! Laat naar je kijkenIk bedoel
Nur-el-Din!"
„Nur-el-Din was niet de lioofdper.oon",
zei Desmond; „dat weet je evengoed als ik,
Strangwise'"