De Onzisiitlare Hand. No. 19622. LEIOSCH DAGBLAD1, Dinsdag 26 Februari. Tweede Blad. Anno 1924. Gemeenteraad van Leiden. FEUILLETON. (Vervolg van gisteren.) ilo. V oorslcl i|i. om niet in Ic gaan op liet verzoek van de Hoofdbesturen van den Kcdcrlafacl- ïw" schen Bond vay Werklieden in Over- lieidsdienst en van den Cenlralcn Ne- derlandscben Amblenaarsbond, lot re- organisatie van 't georganiseerd over ig leg i tot vaststelling van de verordening, houdende reglement voor de Commis- 3*»-. siön yan Advies betreffende de ar- bcids- en dienstvoorwaarden van het <=v personeei in dienst van de gemeente Leid-n. (35) De VOORZITTER telst voor do algc- Bacciio beschouwingen t% beperken tot sub A en tot de motie Baart luidende: De Raad, van oordeel, dat het gewenscht lu het Georganiseerd overleg te regelen op ide wijze als zulks te Amsterdam bet geval ie, besluit, het ontwerp door Burgemeester «o Wethouders aan den Raad voorgelegd, terug tc zenden naar het O. O. teneiudc |ict ontwerp in dezen zin te wijzigen. De voorzitter geeft nog ccn redactie-wij- kigiug in overweging, waar de heer Baart xich mee kan vcveenigen. 1 Do categorale bonden kunnen dan bij art. fi worden behandeld. I Aldus wordt besloten. y Algemeens beschouwingen. De heer BAAltT meent, dat het prue- advics van B. en W. over bet Georgani seerd Overleg niet beantwoordt aan de wcnscben der landelijke federaties. Natuur lijk stond men coret wat vreemd tegenover bot Georganiseerd Overleg, maar met de gevolgde wijze van behandelen kan men zich toch niet vereenigen. Deze gaf al heel weinig, de voorzitter kon nimmer eenig be sluit nemen, slechts B. en W. adviseeïen. In andere plaatsen is bel gelukt tot andere Itoeslauden te komen. B. en W. uoemen de regeling van Amsterdam niet wettig, maar dan zou z.i. van lioogerhand wel zijn inge- grepen als niet-toelaatbaar. B. en W. stellen slecbts prijs op zooveel mogelijk advies zonder eenige medezeggen-' schap te willen geven. Maar waarom dit niet gegeven, terwijl betrokkenen toch ge heel op de hoogte zijn van hun tak van f idienst Spr. meent dat in aller belang zoo wel van dc arbeiders als van de gemeente, een regeling moet worden getroffen als te 'Amsterdam. Alleen dan is er in do toe komst z.i. sprake van een goed Georgani- soerd Overleg. De raad kan, wanneer het groote principieel© kwesties betreft, toch ben standpunt er tegen innemen en de rege ling verwerpen. De heer ELKERBOÜT kan zich over ?t algemeen wel met het prac-advies van B. en W. vercenigen. Van hot Amsterdam- Kche systeem is hij geen bewonderaar, dat levert* z.i. ireer schade dan voordeel op. 'Mag de raad iets uit handen geven wat ten zijnen compelcntio is 1 Hij verwijst naar 'de uitspraak der diverse professoren. Dc raad heeft iedere regeling tc sanctionnee- cen, het Georganiseerd Overleg moet z.i. .dienen cm den raad zoo breed mogelijk ivan inlichtingen te dienen on hij verheugt 'zich. dat leden van den raad door B. en &V. 'in het G. O. zijn opgenomen. Bij de art. zal hij zijn amendementen be spreken. De heer WILMER wil het Amsterdam- Bche systeem bespreken. Hij acht het onlo gisch dat democraten daarvoor kunnen zijn. 'JHet volk kiest toch zijn vcrtcgenwoordi- gera die de verordeningen hebben te ma ken, zoo wil het de democratie. De heer KNUTTEL: daarmee ben ik het niet eens. De heer WILMER: De anderen toch wel. En nu zouden deze volksvertegenwoordi gers him recht afdragen aan niet door het volk afgevaardigden Maar spr., die ziph niet zoozeer op demo cratisch standpunt plaatst, kan zich ook niet met het systeem van Amsterdam ver- ccnigen. Spr. wil wel aan zeer trvarenen zijn taak afstaan als medelid, maar zijn de betrokkenen aangewezen om over eigen arbeidsvoorwaarden te beslissen? De raad kan do beslissing houden, zegt men, maar dit is als de Eersto Kamer, alleen aanne men of verwerpen, slechts een remmende macht, geen. besturende macht. Om geen enkele reden kan hij zich dus met een regeling als te Amsterdam ver eenigen, waar de liefde voor deze regeling ook al geducht bekoeld is. Dat het Overleg nog wel vatbaar is voor vervolmaking, dat wil spr. niet ontkennen en dat is ook best mogelijk. De heer KNUTTEL vindt beide voorstel len, door B. en W. zoo opgeblazen, dat zij zelfs morgenmiddag nog een zitting voor zagen, precies ccn storm in een glas water. Van toepassing lijkt hem de titel van Lan- gendijk's tooncelspel: „Het Wcderzijdseh Huwelijksbedrog". B. ca W. n.l. met de bedreiging van een zitting op morgen, cji dc andere zijde met gewichtig doen over iets wat niets is, gelijk de Amsterd. rege ling die slechts in schijn weer geeft, zoo als hij nader uiteenzet. In 't algemeen is spr. er geen voorstan der van, dat do arbeiders hun eigen ar beidsvoorwaarden regelen maar wel, dat ook deze arbeiders mede een beslissende stem hebben en dat is te Amsterdam niet hot geval. Ook in den Amsterd. vorm van het G. O. ziet spr. dus geen heil. Willen de arbeiders er echter aan, welaan, hij zal zich niet verzetten; laten zij ook deze il lusie dan maar in rook zien opgaan. De heer HHTMANS wijst op hot pro gram zijner partij als voorstander van het G. O. Hij voelt veel voor do motie Baart, ma:r toch is hij nog huiverig. Kunnen de art jiders al wel voldoende oordeeten 1 Dat is voor hem een groot vraagteeken, ook na het congres te Haarlem, waar de kopstuk ken tegenover elkaar stonden. De heer HEEMSKERK meent, dat men in de toekomst met het G. O. terdege re kening zal moeten houden en hij juicht liet toe, dat B. en \V. reeds eenige wijzi gingen hebben aangebracht, b.v. door op nemen van raadsleden in de commissie. Ddt de resultaten lot dusver niet schitte rend waren voor de arbeiders, zegt ni^A, 't gaat om aile partijen, d.w.z. de gemeen schap. Volkomen is hij liet eens daarmee, dat de raad de beslissende stern moet be houden zonder eenige restrictie. Amsterdam is dan ook nergens jiog gevolgd. Medezeggenschap in de bedrijven geldt toch alleen het technisch bedrijf, het G. O. behandelt veel meer. De dienstcommissies zouden z.i. dan nog eerder hier op haar plaats zijn. De heer YERWEY wijst er op. dat vroe ger de salarieering van het overheidsperso neel ccn chaos was. De VOORZITTER: Dat slaat niet op Leiden. De heer VER WE V blijft er bij, voorbeel den gevend in algemeenen 'zin. Wil bet G.O. met succes werken, dan moet z.i. het Am- slerdamsclic stelsel worden gekozen, (lat heelemaal niet het beslissend recht van den raad aantast. De heer EERDMANS verneemt met ver bazing de voorstanders der motie Baart. Ja renlang is de wet gevolgd en nu wordt van den raad gevraagd een deel van zijn be voegdheid af te staan. Daarvoor moeten dan wel zeer grondige redenen zijn, maar dio heeft hij niet gehoord. Van verschrikke lijk schreeuwend onrecht lieeft hij ook niets vernomen. Wanneer men bij een gedeelte der bevolking aanwakkert de idee, dat een deel der beslissing is bij de belanghebben den, dan ontketent men een strijd van be langen. die beleekent: de dood van de de mocratie. Dan loopt het uit op Ilaliaansche of Spaanschc toestanden. Het algemeen belang alleen mag de be slissing geven en daarom is hij tegen de Amsterdamse he regeling. Mevr. v. 1TALLIE motiveert haar slem tegen de motie omdat dan de bevoegdheden van den raad verminderen en dit lichaam wordt een Eerste Kamer, waarvan het nut twijfelachtig is, al erkent zij gaarne de ver diensten der leden daarvan. Spr. verwijst nog naar prof. v. d. Pot tot staving van haar meening. Zij zou v^n een regeling als te Amsterdam daarnevens' vreezen voor kie- zersbederf. Bovendien, B. en W. stellen reeds verbeteringen voor en daarmee kan men h. i. geleidelijk voortgaan. De heer WILBRINK meent, dat de lieer Wilmer met zijn vergelijking van Eerste Kamer te somber was. 't Gaat hem in hoofd zaak om den geest van het G. O. en daarom kan hij zicli met B. en W. in 't algemeen wel vereenigen. Spr. vraagt echter, nu ook raadsleden in liet G. O. komen, of voorzitter en raadsleden in 't college van B. en W. en in den raad dp genomen beslissingen mogen verdedigen. De lieer w STRALEN beeft zich erg ver baasd over de woorden der z.g. democraten, 't Gaat hier toch om medezeggenschap bij eigen arbeidsvoorwaarden en wat is natuur- lijkerlijker? En nu dit verzet tegen het Am- slerdamschc stelsel, dat toch niet zoover gaat als wcnschelijk is, zooals de lieer Knuttel dat noemde. Dat het Amslerdam- sclie stelsel etui paskwil is ontkent spr., het gaat in ieder geval verder dan wat we nu hebben. Invoering zou veel politieke kwes ties Waarop soms zoo wordt gehoond als in liet „Lcidsch Dagblad" uil den raad houden^ Spr. bestrijdt den heer Wilmer wat betreftv diens aanhalen van het jongste congres 1e Haarlem. Dat betrokkenen in.de eerste plaats niet eigen belangen zouden rekening houden, vindt hij natuurlijk, maar daartegenover staan dan toch de vertegenwoordigers van B. cn W.. den raad enz., die op zullen ko men voor het algemeen belang. Hij zet inl een hoe liij zlcli dat voorstelt. De VOORZITTER: Dat is builen de orde. De heer v. STRALEN geeft dit niet loc. maar hij zal er niet verder op ingaan. Mei den heer Eerduians is spr. het ook geheel oneens en nogmaals bepleit hij aannemen van de niolie-Baart. De heer PERA meent, dat er nog een ar gument is, van groot belang, dat niet is ge noemd Bij het GO. hangt alles ai van den geest der besprekingen: spr. citeert mr. v. Zanten. Het algemeen belang moest bij al len domineeren, maar dat is helaas niet zoo De arbeiders-komen volkomen geharnast cn gewapend, de gemeente-vertegenwoordigers staan met een gebroken zwaard en wel daarom, omdat de arbeiders sleckls hun wil willen doorzetten. De vertegenwoordigers der gemeente moeten echter rekening hou den met recht, mogelijkheden, bevolking etc Van Amsterdam begint de victorie is ge roepen, toen daar de regeling tot slancl kwam, waar echter tevens al verzekerd is, dat men zicli niet zou houden aan verbods bepalingen. staking enz., zooals hij cileevl. 't Is en blijft feilen strijd en waarheen moet dat oii9 allen leiden? De heer KNUTTEL: Naar Veenhuizen! Wethouder REIMERINGKR kan na al het gesprokene kort zijn. Bij instelling van het G. O. heeft nooit iets anders voorgezeten don een adviseerend lichaam te scheppen. Tegen liet Amsterdamscbe stelsel stelt spr. allereerst dè juridische bezwaren. Praclisch geeft de raad voorts een deel van zijn be voegdheid kwijt. De heer v. STRALEN: Daar kunt u wel gerust om slapen. De VOORZITTER: Dat kun je wel om meer. Wethouder REIMERIXGER meent, dat het G O. reeds goede resultaten gaf en B. en W. komen nu toeli met goede verbete ringen. Dc VOORZITTER geeft in overweging geen repliek ta houden, zooals ook do Eerste Kamer dat nalaat, waarvoor dit lichaam nog wel eens wordt geprezen. De heer BAART geeft nog een uiteenzet ting van liet Amslerdamsche stelsel, maar de VOORZITTER corrigeert deze voorstel ling van zaken. De lieer BAART acht het niet le verdedi gen. dat do raad besluiten, in het G O. na. veel besprekingen genomen, kan wijzigen, beknibbelen of wat ook. zooals blijft vol gens het voorstel van B. en W. Nogmaals raadt hij zijn motie aan. De heer WITMANS zal, waar de looncn en de arbeidsduur hoofdzaak zullen zijn, met B. en W. meegaan, handhavend zijn vrees, dat de arbeiders nog niet rijp zijn voor zoo'n medezetrnenschap. De heer KNUTTEL replicecrend zegt den heer Eeriknans dal de raad niet is oen liöhaam, vertegenwoordigend de arbeiders en daarom moei de raad van zijn bevoegd heid afstand doen. Voorts merkt hij de-li heer E. op, dal het ook op Moskou uit kan loopen. Dc motie BAART wordt verwor pen met 227 stemmen. Voor de S. D. A. P. en de Acer Knuttel. Artikelsgewijze behandeling. Bij art .2 is het aaiend-ment Baart, om de aangegeven raadscommissies uit le scha kelen. De lu er BAART meent, dat de voorkeur verdient een eenvotodigo aanwijzing van 5 leden door den Raad die toeli rekening kan houden met geschiktheid enz. De heer HEEMSKERK steunt den heer BAART. De heer OOSTDAM kan zich niet zoo da delijk vereeiiigen met de opneming der raadsleden, die z. i. soms den wethouder eerder zullen beslrijden dan steunen. Is het wel juist, dat raadsleden deel nemen aan hel G. O., terwijl zij steaks in den raad mee moeten stemmen? Zijn ze voorzichtig, dan worden ze heftig aangovallen, leggen ze zich vast. dan krijgen we in den raad geor ganiseerd ongenoegen. De VOORZITTER vraagt, waarom de heer Oosldam dan geen amendement heeft inge diend. De heer OOSTDAM meende dit juist overbodig, door tegenstemming z. i. het zelfde kunnende bereiken. Dc lieer PERA wijst er op hoe vroeger al over deze opneming is gesproken, maar men kwam toen tot de slotsom: 't geeft niet voel. Bestrijden wil liij het voorstel niet maar da raad zal scherp moeten letten op de samenstelling. Zou de meerderheid der aangewezenen meegaan in principe met de arbeiders verlangens, dan brengen \vo bet algemeen belang in gevaar. De lieer WILBRINK niec-nt ook, dat de raad de grootst mogelijke vrijheid van keuze moet hebben, juist mede om hetgeen de lieer Pera opmerkte. Wethouder KEIMEHINGER zegt, dat het G. O. zoo goed mogelijk zou zijn wanneer leden der Commissie zitting namen, die bij uitstek op de hoogte zijn. Het amendement BAART wordt aangenomen met 1711 stemmen. Tegen de heeren Spendel, Eikerbout, Kerdman£, Splinter, Reimeringer .Mulder, Meynen, Sanders, Bergers, Pera, .Wilmer en Huurman. De hee> OOSTDAM dankt den wctliouder voor zijn niet gegeven antwoord en vraagt stemming per alinea. Z. h. st. wordt ieder alinea aangenomen, behoudens sub. 3, dat wordt aangenomen met 263 stemmen (die der heeren Oost- dam, v. Hamel en Pera). Ilicraa zilling met gesloten deuren. Na heropening der openbare zitling sprak de VOORZITTER den wcnsch uit dat in den toestand van liet medelid mevrouw Do Sloppelaar spoedig weder verbetering mocht komen. Naar hem was medegedeeld waren de verschijnselen van vrij cmsligen aard. Nog deelde hij mede dal het hem genoe gen deed dat de heer Knuttel er de aandacht op heeft gevestigd dat in den vorigen Raad do vrouwelijke raadsleden wèl hadden te kennen gegeven dat zij er geen bezwaar legen hadden dat in den avondziUingen door do hecren werd gerookt, doch dat dit de dames aan den huidigen Raad nog niet gevraagd is. Hij meent ook dat, indien de vrouwe lijke raadsleden of enkele barer bezwaar maken de heeren niet moeten rookon. Daar voor komen wij hier niet bij elkaar. Gelach en geroep: maar ik heb dikwijls last van do tocht ten gevolge der venti-. latisl Avondzitting. Bij de voortgezette beraadslagingen va a de genoemde verordening kwamen bij de behandeling van art 3 de amendementen van dc heeren ELKERBOÜT en BAART. Dc lieer ELKERBOÜT was niet ter verga dering aanwezig. Allereerst had hij voorgesteld art. 3 Le doen vervallen en te wijzigen in: Recht op vertegenwoordiging in de Algv- mecne Ambtenaren/werklieden Commissie hebben de plaatselijke afdeelingcn van ab gemccneTandelijka vakbonden van ambte naren/werklieden; welke ten minste 10/26 leden lellen in vasten of tijdelijken dienst der gemeente Leiden, en zich schriftelijk bc reid hebben verklaard telkenjare twee ver tegenwoordigers en tvree plaatsvervangende vertegenwoordigers ir. de Algemecnc Amb tenaren/Werklieden Commissie voor elk ka lenderjaar aan te wijzen, en telkeiijare, uiterlijk den loden Januari aan Burgemees ter en Wethouders opgave le doen van het aan lal aangesloten ambtenaren/werklieden in vasten of tijdelijken dienst der gemeente 9f> den len Januari daaraan voorafgaande. De in het eerste lid bedoelde Vakbonden moeten de Kon. goedkeuring op hun statuten hebben verkregen. De heer ROSMALEN had op zich geno men dit amendement toe te lichten. Hij deed dit slechts zeer kort, bestrijdende dat de ca tegorale Vereonigingen recht op verlegen-» woordigiDg zouden hebben. Hij wilde even-* als dc voorsteller daarom deze uitsluiten. Dc VOORZITTER merkte op dat het hief sleolits twee organisaties betreft. De heer BAART Kcblte daarop zijn amen dement loc om in artikel 3 onder A acliteü het woord ..betreft'' in le voegen do woor den: ven den aard en het karakter hebben van een algemeen landelijke bond van per soneel in Overheidsdienst; Sub c van art. 3 als volgt le lezen: zij moet zich schriftelijk bereid hebben ver klaard telken jare twee vaste vertegenwoor-» digers en twee plaatsvervangers in de Alge- meene Ambtenaren/Werklieden Commissie, voor elk kalenderjaar aan le wijzen, en tel ken jare, uiterlijk dm lóden Januari, aan Burgemeester en Wethouders opgave doen van het aantal bij haar aangesloten ambte naren/werklieden in vasten of tijdelijken dienst der gemeente op den lsten Januari daaraan voorafgaande. Hij verzette zich ook legen opneming van de catogoralo organisaties, dio builen het eigenlijke organisatieleven slaan en deze meermalen in den weg treden bij het stre ven naar verbetering. Verder achtte hij het om verschillende reden ook niet wensche- lijk dat de besturen de namen der leden moeten opgeven, Z. i. zou het voldoende zijn om slechts het aantal leden op 1e geven. Ér kunnen uit dat meededen der namen aller lei moeilijkheden voortkomen voor belang hebbenden. Hel lid zijn eener bepaalde orga nisatie is de autoriteiten wel eens onaange naam en belanghebbende vreezen. dat er rancune maatregelen genomen worden. De heer HEEMSKERK voelt feitelijk ook niet voor categorale organisaties, doch waai* het hier slechts twee organisaties geldt heeft hij daartegen ook geen overwegend be zwaar. Hij stelt zidh meer principieel togen de opvatting van den hoor Baart dat het voldoende zou zijn alleen liet aantal leden te noemen. Daaruit kunnen allerlei bezwa ren voortvloeien welko hij hij name noemt. Bedrog is zelfs niet uitgesloten. Hij zal daar om tegen de amendementen stemmen en voor het artikel zoo ais dit door B. en \V. wordt voorgesteld. De heer PERA sluit zich bij den heer Heemskerk aan. Toen hij nog do leiding in het georganiseerd overleg had, heeft hij van de categorale organisaties volstrekt geon onaangename ervaringen opgedaan. Deze vercenigingen hebben toen hun be staansrecht zeer goed geloond. Wat betreft het opgeven van namen ook daarmee sluit hij zich volkomen aan bij den heer Heemskerk. De wethouder, de heer REIMERINGER, kan zich niet begrijpen waarom men wil dat B. en W. de categorale verecnigingen zouden aansluiten. B. en W. zijn onpartij dig. Maar daarom kunnen zij niet toelaten dat deze vereenigingen door middel van B. en W. worden gedupeerd. Het is ccn strijd voeren over den rug \an B. en W. heen, maar daarom willen zij geen parLij kiezen. M at de kwestie van het niet opgeven der namen betrefl, dit lijkt den wethouder een ondemocratische maatregel 1e zullen zijn, AY are democratie soliuwt openbaarheid niet. De VOORZITTER bestrijdt vervolgens de amendementen ook nog eens uitvoerig en toont met verschillende voorbeelden aan dat wat de heeren willen tot allerlei onaange naamheden aanleiding kan geven. De orga nisaties weten niet altijd tot welke catego rie van werklieden een of ander lid zou moeten worden gerekend. De heer BAART repliceerde nog eens uit voerig cn merkte op, dat in geen enkele aiir dere gemeente de bepaling is opgenomen, dat dc namen der leden eener organisatie worden verstrekt, wat ook dc heer Eiker bout in zijn schriftelijke loelichtutg had op gemerkt. SrjjNmigc leden interrunipecrcii druk bij bet beloog van den lieer Baart. Door DOUGLAS VALENTINE. Schrijver van „De man met den Klompvoet"., t Geautoriseerde vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden). 54) „Jou ellendige schurk", snauwde hij, „we zuilen je leeren je vuile streken legen ons uit le halen 1 Hij hiel zijn revolver op, inaar Strang- ■wise ging lussclien ham en zijn slachtoffer slaan. „Schiet hem dood!" riep Belhvard, ,,dan zijn we eens en voor altijd van hem af 1" „Wat?" zoi Straagwise. „Desmond dood schieten? O neen, vriend; ik denk er niet hanl" En droog voegde hij ar bij: „Ten minste nu nog niotl" „Maar je bent gek", riep Belleyard uit, on geduldig mat zijn wapen heen en weer zwaaiend„je laat hem eerst door je vingers glippen!_ fk ken dat soort. Voor een man als '.hij ben je alleen veilig, wanneer hij dood is, (En als je hem niet wilt. ..Kom, kom, Bellward", zei Slrangwise, zonder een slap op zij le gaan, maar den nader kalm in de oogen kijkend, „je wordt Wat te opgewonden, hoor!" Maar Bellward gremde met heesche stem: „Dood lieml Dat is al, wal ik vraag En laten we hier vandaan gaan. Ik zeg je, dat Ve hier niet veilig zijn! Minna kan wel ivoor zichzelf zorgeni" voegde hij er ïowch bij, - - Vv -• O „Zooals zij aliijd gedaan heeft!" zei een stem bij de deur. Daar stond mevrouw Mai- plaquel, een keurige verschijning in zwart mantelkostuum, met een mooi bont over de schouders. „Maar wie is dat?" vroeg zij, toen zij Des- mond in het oog kreeg en beurtelings keek ze met haar zwarte kraler.oogen de drie mannen aan. Van Barbara nam zij niet de minste notitie. Desmond merkte het en haar onverschilligheid maakte hem inwendig razend. „Natuurlijk herken je hem nietzei Slrangwise. „Het is majoor Desmond Oke- wood, onlangs bekend als- mr. Basil Bell- word 1" De vrouw liet geen verwondering blijken. „Zoo zei zo, „ik dacht wel, dat wc hem ten slotte te pakken zouden krijgen. Wel, Slrangwise, waar wachten we nog op Moet onze vriend dan eeuwig blijven leven?" „Dat wou ik ook wel eens weten 1" bul derde Bellward woest „I k heb nog niet mot hem afgerekend 1" zei Slrangwise. „Neen, noen", riep mevrouw Malplaquet dadelijk, „Strangwise, jij hebt nu al één les gehad. Je hebt liet juweel verloren en je hebt weinig kans het terug te krijgen, tenzij je denkt, dat deze man het bij zich heeft. Wil je je eigen leven verliezen en dat van ons allemaal er bij Kom, vooruit nou van dezen kerel is niets voor ons te balen I En hij is een gevaar voor ons allemaal, zoolang hij in leven is 1" „Minna", zei Strangwise, „je moet me ver trouwen. Bovendienhij boog zich voorover en fluisterde haar iels in het oor. ..Nu", hernam hij hardop, „neem jij nu Bell ward mee naar buiten en laat mij even on-. der vier oogen mot onzen vriend hier spre ken". Tot Bellward voegde hij er bij „Minna zal je vertellen wat ik zei. Maar", en hij wees op Barbara, dio als levenloos in haar stoel zat. „breng baar eerst weg. En dan gelooi ik, dat ge .liever naar bed moest gaan". „Maar de behandeling vannacht dan yroeg mevrouw Malplaquet. StTangwise glimlachte geheimzinnig. „Ik weet niet, of verdere behandeling nog wel noodig zal zijn", zei hij. Ondcrtusschen had Bellward zich over 't meisje gebogen en haar. door >eeu paar maal met de hand over haai- gezicht te strijken, weer tot bewustzijn gebracht. Zij zat over eind, met één hand tegen het gezicht, en keek wezenloos- om zich heen. Toen zij Des- mond herkende, gaf zij een gil. ..Neem haar mee 1" beval Strangwise. Bellward had de touwen losgemaakt, waarmee haar voelen gebonden waren, cn hij en mevrouw Malplaquet namen 't meisje tussclien zich in en sleepten en droegen deels het arme ding (want zij was nauwe lijks in staat te loopen) dc kamer uit. Toen de deur achter hen gesloten was, wees Strangwise Desmond een stoel aan en haalde zijn sigarettenkoker voor don dag. „Ga zitten, Desmond", zei hij, „en laten we eens praten. Wil je rooken Hij slak hem zijn sigarettenkoker toe. Een sigaret was hel ccnfge, waar Desmond letterlijk naar snakte. Ilij nam er een on slak op. Strangwise zat aan den anderen kant van een eigenaardig gesneden ebben houten tafel-, zijn groote revolver lag voor hem. „Ik denk, dat je wei slim genoeg bent om te begrijpen, dat je het scrioren hebt, Des mond", zei hij. „Je hebt een zwaar gevecht moeten leveren en tot vanmiddag toe was je me de baas, dat wil ik je toegeven. En ik wil óók wel erkennen, dat je mijn organi satie in dc war hebt geschopt, ten minste voor het oogenblik. Maar nu trêu ik de over winnende parlij en jij bent in onze macht, man." „Wel',, antwoordde Desmond droogjes, „wat denk je nu -tc doen?" „tk ben van plan van mijn voordeel zoo veel mogelijk partij te trekken", zei Strang wise; „dat is goede tactiek, is hel niet, Des- mond? Dat leert immers Haniley ook en al de andere schrijvers op militair gebied, is het niet? En ik zal open kaart mot je spe len. ik veronderstel, dat je je wel hewusi bent geweest, dal jo leven aan een draad heeft gehangen, in deze kamer, een paar minuten geleden. Weet je waarom ik lus- sehenbeide kwam om je te redden?" Desmond glimlachte. Zijn gewone opge wektheid kwam terug. Hij vond het moei lijk zich in te denken, dat deze vroegere kameraad, dio daar tegenover hem 'aan de tafel kringetjes rook zat te blazen, oen Vijand was. „Ik veronderstel niet uit pure. liefde voor mij", antwoordde Desmond, en hij wreef den bult op zijn hoofd. Strangwise zag de beweging en glim lachte. „Luister eens", hernam hij, beide handen op tafel leggend en voorover leunend, „ik verlang er naar dit gespionneer tc laten varen. Het was bovendien niet mijn recht- streeksche bezigheid. Het eigenlijke doel, waarmee ik in dit land kwam. was die dia manten ster weer in bezit te krijgen. Wan neer ik die eenmaal licb, heb ik piet Enge land afgedaan...." „Maar niet mot hot leger", viel Desmond hem in de rode; „we hebben Goddank een goede gewoonte in Engeland om snel met verraders at te rekenen „Ja zeker", antwoordde de ander, „maar zie je, beste vriend, liet leger heeft mij nog niet. En ik heb jout Maar laten we nu met dien flauwcn praat ophouden", ging hij voorl. „tk ben g..-en meester in liet onder handelen, Desmond dat zijn weinig mili tairen, dat weet ie dus zal dc zelfs niet probecren met je te sjacheren. Ik zal je rond uit vertellen wat ik bereid,ben tc aan le bieden. Jij hebt opdracht' gekregen deze organisatie te verbreken, is het niet?" Desmond zweeg. Hij begon zicli verwon derd al te vragen, waar Strangwise heen wilde. „O, je beiioefl je niet de moeite tc geven het le ontkennan. Ik heb je nooit gesnapt, dal geef ik toe; zelfs niet, toon de werkelijke Bellward opdaagde-. die gedachle, om je naam op de verlïczonlii-1 tejdaatscn ond o de „gesneuveld-n" was geniaal; want ik dacht er nooit aan, dat jo wocr levend zoudt kunnen opduiken om mij te dwnrsbqqmoii. Maar om terug te komen op wat ik zei: je opdracht was mijn gedoe omver te gooien, en wanneer je het klaar speelt, is het een pluim op je hoed. Nu, je hebt twee van mijn menschen gedood en de hoofdpersoon ge vangengenomen „Bedoel je Behrend?" vroeg Desmond „Belu eifd! Laat naar je kijkenIk bedoel Nur-el-Din!" „Nur-el-Din was niet de lioofdper.oon", zei Desmond; „dat weet je evengoed als ik, Strangwise'"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5