De Onzichtbare Hand.
No, 19617.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 20 Februari.
Tweede Blad. Anno 1924.
EERSTE KAMER.
•is
^V&orkomt
TWEEDE KAMER.
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
P-
(Vergidering van Dinsdagavond).
Overlijden mr. Kolkman.
Ingekomen is een missive, houdende ken-
nisgeving van het overlijden van het lid der
Jïvjü'Ic Kamer mr. M. C. J. M. Kolkman.
De VOORZITTER zegt ongeveer het vol
gende Mijne heeren I Met wee "moed zal de
ycxgadering zeker kennis nemen van hel
overlijden van den heer Kolkman. Als men
Oc-n ruim 40-jarige parlementaire loopbaan
fcchtcr zich heeft en als men zelf lid der
Kamer is, dan gevoelt men, wat het zeggen
dril, wanneer een man als Kolkman ons ver
laat. Als lid der Tweede Kamer en als lid
gijner Partij heeft mr. Kolkman in hel ver
leden voor de gemeenschap veel goeds ge
drocht. Wat mij betreft, hij was een goed
Vriend van mij en in de korte spanne tijds,
iie het mij wellicht vergund zal zijn nog
te leven, zal zijn beeld mij nog dikwijls ooi
pogen komen en ik denk, dat het den heeren
ook zoo zcl gaan. Ik heb gemeend do nage
dachtenis van den lieer Kolkman met deze
jcorle woorden te moeien memoreeren.
Regeling van werkzaamheden.
De VOORZITTER deelt roede, dat morgen
ochtend elf uur verschittende wetsontwer
pen, die reeds in do afdeelingen zijn onder
zocht, in openbare vergadering zullen wor
den behandeld en dat daarna, ingevolge be
sluit der centrale sectie, onmiddellijk een
gianvang zal worden gemaakt mol het afdee-
lingsonderzoek van de Indische bcgrooting
en de wijziging der Indische Tariefwet ei»
daarna van de wetsontwerpen, bij dc Kamer
Ingekomen onder dagleekening van 11 Fe
bruari 1.1.
De vergadering wordt verdaagd tot Woens
dagochtend elf uur.
RECLAME.
jhet inwateren van!
het houtwerk Uwer
gebouwen doorjaar-
Vf-~ lijks bij te schilderen.
«tVES
S^fi^'«r'gV<,FT°rTll Tl min c—
WSSmS»7. WBifal
7828
(Zitting van gisteren).
STAATSBEGROOTING VOOR 1924.
Algemeene Beschouwingen.
Dc algemeene beschouwingen over de
JSlaaisbegrooting voor 1924 worden voort
gezet. Thans is het woord aan de Regeering.
De Minister van Bmnenlandsche Zaken
'en Landbouw, de heer RUYS DE BEEREN-
J5R0UCK, voorzitter van den Ministerraad
is het eerst aan het woord.
Met groote belangstelling heeft de Regec-
ring vernomen wat is gezegd over de verla
ging der ambtenaarssalarissen, over art. 40,
net staatsrechtelijk monstrum, en over het
georganiseerd overleg op dezo punten.
Dc Regeering is er van overtuigd dat
zender noodzaak niet lot salarisverminde-
ring moet worden overgegaan, ook al daalt
het peil der duurte. Het is een pijnlijke
noodzakelijkheid die de Regeering daartoe
'dwingt De Regeering is volkomen bevoegd
om de salarissen te verlagen. Art. 40 slaat
haar schijnbaar in den weg. De Regeering
betreurt dat dit artikel in het Bezoldigings
besluit is opgenomen. Een paceavi laat spr.
niet achterwege. Een wettelijk voorschrift
als dit is niet van contractueelen aard. Vele
leden zien dit in en achten dit artikel een
voorschrift van publiekreotitelijken aard dat
als ieder voorschrift kan worden ingetrok
ken. De Regeering verlaagt niet willekeurig
on uit een gril, maar uit overwegend ge-
jvicht en uit noodzaak.
Rechtens is de overheid bevoegd tot ver
hooging en tot verlaging der salarissen over
to gaan. Art. 40 deed den scliijn ontstaan
alsof het anders is of anders kan zijn.
De intrekking moet geschieden om iedere
ondubbelzinnigheid in de rechten der Re
geering weg te nemen.
Wat het overleg belreft, de Regeering
stelt dat op hoogen prijs. Zij weet, dat het
zijn schaduwzijden heelt, maar er zit ook
een groot belang in. Het overleg beteekent
niet een onderhandeling over hetgeen tot
stand zal komen; hel is en blijft niets an
ders dan een advies, want het geldt publiek
rechtelijke aangelegenheden. De RegeeriDg
stelt veel prijs op dit advies. Het zal niet
meer loopen over art. 40, waartegenover de
Regeering haar standpunt reeds heeft bc-
j paald. Gevraagd is of intrekking van ark 40
niet bij de wet moet geschieden. Spr. ont
kent dit; de Regeering, die een begrooting
I maakt hij algemeenen maatregel van be-
I stuur, trekt dozen op dezelfde wijze in.
Omtrent het ontslag aan de huwende
I ambtenares zegt spr., dat de Regeering over
weegt dit ontslag te verleenen behoudens
eenige uitzonderingen, die reeds bekend
zijn. Advies is gevraagd aan de Cenlr. Com
missie van overleg. Het ontwerp is thans
bij den Raad van State. Voorts overweegt
de Regeering een wijziging der L. O.-wet,
waardoor aan do gemeentebesturen wordt
toegestaan huwende onderwijzeressen te
ontslaan. Dit is een principieele kwestie, die
los slaat van het ontslag aan de gehuwde
ambtenares. Nu het ontslag aan de gehuwde
ambtenaressen noodig was uit noodzake
lijke bezuiniging, meende de Regeering de
principieele kwestie niet meer te mogen la
ten rusten. De overheid wenscht het huwe-
lijksleven te eerbiedigen en het gaat bier
niet om een strijd tegen de cullureele ont
wikkeling der vrouw. Met ontslag aan hu
wende ambtenaressen wenscht de Regec-
ring de moeilijkheden, die uit het huwelijk
kunnen ontslaan in don dienst te ontgaan,
maar de Regeering wenscht niet kinderloos
heid aan het toelaten van do gehuwde
ambtenares als eisch le stellen.
Er kunnen conflicten tusschen huwelijk
en den dienst ontstaan en juist daar waar
uitgesloten is dat zij ontstaan, is de gele
genheid opengelaten om dc gehuwde ambte
nares in dienst te houden. De Regeering wil
juist geen invloed oefenen op het huwelijks
leven; voor concubinaat vreest spr. niet en
uit vrees daarvoor kan de Regeering zich
niet laten weerhouden. Een algemeen ver
bod van arbeid van de gehuwde vrouw slaat
buiten deze gansche kwestie en uit de maat
regel der Regeering tegenover de gehuwde
ambtenares volgen geen algemeene conse-
kwenties.
Aan den heer Rulgers anlwoordl spr., dat
de door hem genoemde ontwerpen hopelijk
zullen worden behandeld, als de tijd er voor
b. Voor de beginselen levende in de rech
terzijde blijft de Regeering opkomen (Ge
lach).
De Zondagsrust zal de Regeering gaarne
bevorderen. Of de Kamerzittingen met ge
bed zullen worden geopend, moet de Kamer
zelf beslissen.
De Regeering zal de vele nuttige wenken
van den heer Braat gaarne overwogen. (Ge
lach). Vele zullen bij de hoofdstukken wor
den ter sprake gebracht. (Gelach).
Wijziging der handelspolitiek wil spr.
liever behandelen bij het evenlueele wets
ontwerp in zake de tariefsherziening. Spr.
komt op tegen de bewering van mi'. Mar-
chant dat de Regeering de autonomie der
gemeenten aantast. Spr. ziet daarvan geen
bewijzen. Wanneer de gemeenten blijven
voorlgaan de salarissen volledig te hand
haven, zal de Regeering zeker overwegen
of zij de gemeente wel de volle uitkeerin-
gen zal kunnen blijven doen. (Beweging).
Spr. wijst er op dat mr. Marchant herhaal
delijk heeft gestemd voor verhoogingen, die
de Regc-ering afwees.
Spr. zet vcrvlogens uiteen dat bij het af
treden van Minister de Geer tal van voor-
loopige begrootingen voor 1924 waren ge
reedgemaakt. Met het oog op dat ontslag is
een definitieve beslissing over die voorstel
len uitgesteld tot een nieuwe Minister van
Financiën"was opgetreden. De vraag hoe de
Regeering tegenover het plan-De Geer stond
kan dus niet beantwoord worden.
Verbaasd heeft spr. de opvatting van mr.
Troelslra dat Minister Colijn niet had mo
gen terugkeeren. Logisch ware geweest te
eischen dat geen der leden van het Kabinet
ware teruggekeerd, want zij allen waren
homogeen met minister Colijn. (Rumoer).
Dat het besef van bezuiniging nog niet
genoeg bij de Regeering is doorgedrongen,
ontkent de Minister ten stelligste.
Wat bezuinigingen op het onderwijs be
treft, natuurlijk is daarop scherpe criliek
geoefend, maar geen andere middelen zijn
aan de hand gedaan.
De molie-Troelslra acht iedere bezuini
ging op het onderwijs onmogelijk zonder
een volledig onderzoek. Daardoor is de mo
tie een uitslel op zeer langen termijn en dat
kan de Regeering niet aanvaarden. Gaarne
wil do Regeering gedachten overnemen om
de zaken le onderzoeken, terwijl bezuini
gingen alreeds worden toegepast.
De Minister van Financiën, de heer CO
LIJN, is thans aan lat woord. Er zijn 3
punten le onderscheiden; de millioenen-
nota cn de Memorie van Antwoord, het be
zuinigingsplan en do vraag of cr een andere
wijze van dekking mogelijk is. Voorat zegt
spr. eenige woorden lol mr. Troelslra. Hij
sluit zich aan bij den Minister-President
omtrent spr.'s aanblijven.
Spr. acht het onjuist dat een tegenstelling
is gevormd tusschen Minister de Geer en
spreker. Beiden zouden onaangename maat
regelen moeten treffen en. het gaat niet aan
te denken dat die van spr. onaangenamer
zijn dan die van minister de Geer. Wanneer
men die meening heeft doen ontstaan, dan
heelt vooral Mr. Troelslra meegedaan aan
het doen ingang vinden van die opvatting.
Spr. ontzegt ieder het recht te denken dat
spr. onder den invloed van eenige groep
zou slaan. Ook hel verwijt van cijfer-dema-
gogie werpt spr. van zich af. Wat in De
Standaard is geschreven sedert spr. geen
hoofdredacteur meer is, wijst spr. af. Onjuist
Is de voorstelling omtrent de 112 millioen
die nog in het leeninglonds zouden aanwe
zig 'zijn. Het kasgeld uit dat tonds is alleen
gebruikt lot dekking van het tekort. Even
eens is onjuist dal do raming der inkomsten
opzettelijk te laag was gesteld. Die raming
was opgemaakt vóór spr. optrad; men voor
zag een daling der middelen, die trouwens
zich atteekende. Ten slotte de demagogie
van de vloot-cijfers. Uit vele strooibiljetten
der socialisten blijkt dat de demagogie aan
hun kant was. Spr. houdt vol wat hij altijd
heeft gezegd nl. dat de Marinebegrooling
met de Vlootwet niet hoogor zou zijn dan
thans het geval is. In de vergaderingen der
S. D. A. P. is een geheet andere voorstelling
gegeven en in strooibiljetten eveneens gelijk
spr. uit een strooibiljet citeert. Daarin slaat
dat Nederland nu 300 millioen gulden
'sjaars zal besleden aan een vloot. (Ru
moer).
Bij alle benamingen die spr. zijn toege
kend, hoopt hij gezond te blijven. (Gelach).
Thans de drie punten.
De Millioenen-nota en de Memorie van
Antwoord. Men heelt het voorgesteld of hij
in die nota een wondermcnsch was, in dc
memorie een stumperd. Spr. streeft naar sa
menwerking en harmonie in het Kabinet
en acht dat de beste methode. Het plan in de
Nota beoogde bestrijding van het accres en
dekking van het tekort. Geen nieuwe wetten
die geld kosten moeten worden ingevoerd.
Van de zes wetten die zijn opgesomd, zijn er
vijf gehandhaafd in de M. v. A. Alleen de
periodieke verhoogingen zijn er lijdelijk uit
terug genomen in verband met de alge
meene herziening van het salarisvraagstuk.
Nieuw zijn er bij gekomen de stopzetting
van den scholenbouw en van de pensioen
lasten.
De tweede soort maatregelen betreft dc
dekking der tekorten, in de Millioenen-nota
stelde de Regeering zich op het standpunt,
dat bezuiniging geheel de tekorten moet dek
ken.
Met dat standpunt gaan alle sprekers
mede en dus vonden zij dat van de Regee
ring juist.
Met ruwe gegevens die de Regeering be
zat bij het opstellen der Millioenen-nola
mocht zij op niet meer dan 50 millioen reke
nen uit versoberen en bezuinigen.
De salarisregeling lijdt aan de kardinale
fout van eindelooze nivelleering. Herziening
13 dringend noodzakelijk en de Regeering
hoopte uit revisie oen bedrag van 35 it 40
millioen gulden te vinden. In totaal en niet
als een egale korting op alle salarissen.
Er bleef ten slotte een bedrag van 30 mil
lioen gulden ter dekking met belastingen
over.
Wat zou de Regeering hebben le hooren
gekregen van Mr. Marchant als zij eens niet
een plan had gegeven? Cijfers heelen prae-
matuur maar wat zou men gezegd hebben
als zij geen cijfers had gegeven?
Van een besparing van 50 millioen op den
Staatsdienst in één jaar kan geen sprake
zijn. Dat begrijpt ieder; op de geleidelijkheid
van de besparing is herhaaldelijk gewezen.
De Regeering heeft nu ingezien uit de cij
fers dat er 40 millioen zal zijn to bezuini
gen. Een voorzichtig beleid heeft de Regee
ring er toe gebracht het cijfer le stellen op
30 millioen.
Er bleef dus 20 millioen over le dekken,
waarvan 10 millioen uit nieuwe belastingen.
De Regeering zal van den zomer zien of
deze 10 noodig zijn.
.Was het nu mogelijk een andere melhode
le volgen? Het plan heelle vaag te zijn. Spr.
begrijpt niet wat concrelers men weer
wenscht. Hij heeft vandaag een slaatje over
gelegd waaruit blijkt dat reeds 8.4 millioen
is bereikt.
Zonder salarisverlaging was het tekort
niet te dekken. De 35 millioen gulden zou
den nog gezocht moeten worden buiten het
geen nu reeds gezocht is.
Zou het anders gekund hebben? Er zijn
435 millioen gulden waarop bezuinigd kan
worden. Daarvan zijn 210 millioen voor sa
larissen. Bespaart men dus niet op de amb
tenaren-salarissen dan moet men op 225
millioen GO millioen bezuinigen en dat gaat
niet.
In 1913 kostte de algemeene diensl 180
millioen. Rekent men de verminderde waar
de van hel geld mee dan zou de begrooling
op dit moment bedragen moeten 360 mil
lioen. En de algemeene diensl kost op dit
moment 525 millioen, dus 165 millioen gul
den meer. De salarisverlaging is veel hoo-
ger geweest dan correspondeert met de in-
dex-cijfcrs en de kosten van bet onderwijs
zijn veel hooger. Daardoor is het niet anders
dan door beperking van den Staatsdienst
mogelijk te bezuinigen.
Do legende dat spr. 10 pet. op alle sala
rissen wilde korlen, is onjuist. Er staat geen
woord van in de Millioenen nota. Hel is al
leen bedoeld als voorldopige maatregel zoo
dat na de definitieve regeling een afreke
ning plaats zou hebben.
Salarissen bij de Grondwel geregeld zijn
niet te herzien zonder grondwetsherziening.
Men wil liever geen nieuwe belastingen.
De Regeering ook niet; maar zij kan niet
zonder deze. Ons tegenwoordig belasting
stelsel gaat tegen de kapitaalvorming in. De
Regeering wenscht daarvan iets af te wij
ken. In 1913 waren er 41 pet directe belas
tingen en 59 indirect; in 1921 was het
66l/j en 33*/>. Dc voorgestelde belastingen
raken geen onmiddellijke levensbehoeften.
De stopzetting van de stortingen in het
Invaliditeilsfonds acht spr. begrijpelijk. De
vraag is of het fonds ze kan missen en de
berekening heeft geleerd van wel.
Gevraagd is: kan het niet anders? Spr.
heeft reeds gezegd W3t hij daarvan denkt.
Een methode zonder cijlers le geven is wel
te verzinnen, maar dat helpt niet veel. Het
plan-Wibaul? De éëne helft heft de andere
op en het tekort blijft.
Ten slotte gaat spr. na wat cr verder aan
plannen is opgeworpen. Ilij meent dal men
er niet verder mee koml. De economische
reconstructie die de heer Dresselhuys
wenscht, wenschl de Regeering ook. De pro
ductie dienl verhoogd le worden en dus
moet er langer gewerkt worden, maar dat
beteekent niet dat alle grendels van de deur
moeien. Er is soepelheid genoeg in de wet
geving om zich bij de loeslanden aan te
passen. Een wetswijziging werkt eer ten
kwade dan ten goede op het algemeen over
leg tusschen werkgever en werknemers. De
Regeering kan alleen doen wal mogelijk is
om de welvaart te bevorderen en te steunen.
Wijziging en herziening van het tarief acht
spr. dringend noodig omdal de regeling zeer
gelukkig is op lal van punten
Spr. resumeert nog eens hel gansche be
zuinigingsplan. Hij is niet blind voor de
lichtpunten in de naaste loekomst cn eenige
hoop op uitkomst is or. Maar al die ver
schijnselen zijn voor het oogenblik niet van
belang van het bestaande tekort. En daarom
doet de Regeering een beroep op de mede
werking der Kamer om haar le steunen in
haar wensch om die tekorten te dekken.
Spr. vreest geen kritiek maar men moet zich
eens indenken in de moeilijke positie waar
in de Regeering verkeert, ook tegenover dt
ambtenaren.
Spreker heeft Mars en Mercurius mei eer*
gediend. De zinspreuk die Mr. Troelslra aan
bood ,zal spr. niet aanvaarden. De zijne zal
zijn Christus mea petra. Spr. zal ten einde
doorgaan: fais ce que doit advienne qua
pourra.
De vergadering wordt Verdaagd lot heden
één uur.
RECLAME,
veroorzaakt door branden, snijden of fioOi
ten, moeien dadelijk met Akkèr's Klooster-
balsem behandeld worden. Deze voortreffe
lijke balsem is niet alleen bloedstelpend eiï
pijnstillend, maar zijn zuiverende en anti
septische werking voorkomt zweren, terwijl
zijn geneeskrachl verrassend is. Zorg sleed*
Akker's Kloosterbalsem in huis tg. hebben,
het kan U dagelijks te pas komen. 7824
Gisteravond to vijfisbrand
uitgetrokken in het gebouw, waar gevestigd
is de etsdrukkerij van de firma Mouton, aan
den Luthersche Burgwal hoek Iferderslraaf,
te 's-Gravenliage. De brand liet zich aan
vankelijk zeer ernstig aanzien, zoodal d«
brandweer uilrukle mei twee molorspuiteQ;
Het vuur, dal zijn haard, had in de cUin-.
richting op den beganen grond, was echter
spoedig met drie stralen op de waterleiding
geblusclil. Op dc eersle élago bevond zich
'n groote voorraad gicllood, zoodat do brand-.
weer met groote voorzichtigheid manoevrce.
ren moest, om le voorkomen, dal deze last
door het plafond, lielwelk op sommige plaat,
sen zeer van hel vuur geleden had, naar be
neden zou komen. Zéér veel materiaal ver
brandde of leed door waterschade, waar
onder zeer kostbare cisplaten. Dc etsdruk
kerij brandde geheel uit.
De slaking van de stuka-
doors aan de gemeentewoniugen in don Wip 1
polder te Delft, welke tot gevolg had, dat
ook op andere werken van de firma Kncle-.
mann in Den Itaag en elders de stukadoors
hel werk slaakten, is beëindigd. Dc wethou
der van openbare werken, dc heer Baart,
verklaarde zich op verzoek van heide par.
lijen bereid, als arbiler op te treden, onder
voorwaarde, dal men in afwachting van zijij
uitspraak, een einde zou makcn'aan dc sta.
king. Alzoo is geschied. De beslissing van
den arbiler in het geschil zal spoedig worden
meegedeeld.
Gisternacht isin he t N o o r 4
zeekanaal te IJmuiden gezonken het kust-
visschcrsvaartuig Z. D. 4 uit Zaandam. Daar
vanwege het slechte weer do vissclierij toch
niet uitgeoefend kon worden, hadden dc vis-
scher II. de J. en zijn knechlje zich de*
avonds naar huis begeven. Vermoedelijk i»
het scheepje door ijsgang lek geworden.
In het loongescliil, dat
te Haarlem is uitgebroken.plaatsen de werk
nemersorganisaties zich op liet startpunt,
dat daar in 1922 10 pCt. verlaging is aan
vaard en in 1923 (weemaal 5 pCt., do nu
aangekondigde verlaging niet gerechtvaar
digd is. De werkgevers hebben nu de toe
zegging gedaan, dat het loopende conlracf
wordt verlengd lot 1 Maart a.s.
Bij 13 werkgevers ligt het werk stil, waar
door 94 menschen zonder werk zijn.
Een autobus van den
dienst AmsterdamHoorn is gistermiddag
te vijf uur door het kwijtraken van het
stuur tusschen llpendam en Purmerend om
gekanteld. In dé autobus waren gezeten 12
passagiers, waarvan 4- zwaar gewond wer
den. Dezo konden niet worden vervoerd.
Acht personen werden licht gewond. Deze
konden hun reis later vervolgen. De doc
toren Jelgersina en Rozenkrans uit Pur-
morend verleenden de eerste hulp.
Door DOUGLAS VALENTINE.
Schrijver van „De man met den Klompvoet".
Geautoriseerde vertaling van W. E. P,
(Nadruk verboden).
49)
„Die neem ik 111 goed vertrouwen", ant
woordde Desmond, „en hier", voegde hij er
bij, zijn portefeuilte voor den dag balend,
„is de huur voor een week vooruil. Ik zal
nu mijn bagage gaan halen. Dat is waar
ook", ging bij voort, „ik ken enkele men
schen hier in Sa.opden IIill, maar. dom ge
noeg, ben ik hun adressen kwijtgeraakt.
Malplaquet.mevrouw Malplaquc-t. Weet
u misschien, waar die woont?"
„Ik ken de moesten van de meer gegoede
menschen, die hier wonen", antwoordde
mevrouw Viljohn-Smythe, „maar op het
oogenblik kan ik mij niet herinneren
was bet een van de grooterc huizen op den
heuvel, of u weet?"
„Ik vrees, dat ik 't niet weet", zei Des-
mond. ..Ziet u, ik ben hel adres heelemaal
kwijt!
„Ja, als u 't heelemaal kwijt isIk
ken den naam niet!" antwoordde zij.
Maar loch stemde zij cr in toe het kamer
meisje, dat antwoordde op den naam Gla
dys, te vragen, ol die* so ais hét adres van
mevrouw Malplaquet wist. Maar die was
even weinig op de hoogte als haar mees
teres.
Desmond beloofde in den loop van den
avond terug le komen met zijn bagage en
nam afscheid, na zich eerst nauwkeurig
aanwijzingen te hebben laten geven, hoe hij
het gauwst Holland Park Avenue kon berei
ken. Hij had het gevoel, dat hij op een wil
de ganzenjacht was uitgetrokken, want zelfs
wanneer de voorivluchtigen naar het huis
van mevrouw Malplaquet waren gegaan
(wat meer dan twijfelachtig was), dan zou
den zij zich, dacht hij, wel heel koest hou
den, zoodat zijn kansen, om één van hen
tegen te komen, uiterst gering waren.
De aanwijzingen volgend, die hij had ge
kregen, kwam hij zonder moeile weer op
den hoofdweg terecht. Hij bleef sfaan onder
een straatlantaarn, om zoo beter in het ge
zicht le zijn van een of andere voorbijko
mende taxi, die toevallig vrij was. Een man
met een vuil gezicht in een vies, oud pak,
met een gespilckelden zakdoek om zijn hals
geknoopt, kwam langs het trottoir aanslen
teren. dicht langs den muur. Toen hij Des
monds gezicht zag bij het licht van de
straatlantaarn, bleef hij besluiteloos stil
staan en ging toen langzaam op hem af.
„Neemt u mij niet kwalijk, mijnheer!" zei
hij stamelend.
Desmond keek op bij hel geluid van die
slem en, een gewonen bedelaar ziende,
vroeg hij den man of hij geen laxi voor hem
kon opdiepen.
„Het is werkelijk kapitein Okewood", zei
de bedelaar; „kent u mij niet meer, mijn-
hoer?"
Desmond keek naar het vuile, verwilder
de gezicht met de ongeschoren kin en
schudde het hoofd.
„Ik geloof van niet",, antwoordde hij,
„maar jij schijnt m ij n naam wel te ken
nen I"
De schooier frommelde een oogenblik in
zijn zak, haalde er een vodje papier uil,
vouwde het open en hield het Desmond
voor.
„Dat hen ik, mijnheer!" zei hij, „en o,
mijnheer, als u zoo vriendelijk zoudt willen
zijn mij goeien raad te geven, al was 't maar
terwille van vroeger, dan zou ik zoo dank
baar zijnl"
Desmond nam hel vodje, dat de man hem
toereikte, en hield het bi) het schijnsel van
de lantaarn. Hel was een stukje van een
krant.
Nauwelijks had hij het gelezen of hij slak
den schooier de hand toe.
„Wel, kanonnier Barling", riep hij uit,
„ik herkende je zoo gauw niet! Hoe ter we
reld kom je er zoo uit té zien?"
De man keek beschaamd naar den grond.
„Ik ben een deserteur, mijnheerl" zei hij
met zachte stom.
„Ben je dat?" antwoordde Desmond;
wel, nu ik er goed over denk, sapperloot,
ben ik dat ook!"
HOOFDSTUK XXV.
Naar hel huis van mevrouw Malplaquet.
Barbara's pols vast omklemmend, zat me
vrouw Malplaquet naast liet meisje achter
in de groote auto, terwijl Bellward tegen
over haar plaats nam liet was een auto van
een groot aantal P K. en toen zij eenmaal
hel karrespoor vóór de herberg at waren
en de groote weg was bereikt, zette Strang-
wise dc auto op volle snelheid. Bij dit karre
spoor, dat naar de herberg voerde, maakte
de groote weg een rechten hoek naar
rechts. Dezen draai sloegen zij in, lieten
Mill House in de vcrlc links van zich liggen
en kwamen na een tijdlang den rand van
het ven gevolgd en een netwerk van zijwe
gen gekruist te hebben, eindelijk op een
rechten, breeden weg.
Verward en geschokt door alles, wat zij
had doorgemaakt, nad Barbara alle begrip
van tijd verloren. Nadat zij cenigen tijd ge
reden hadden in ds frissche buitenlucht, be
reikten zij de eerste rijen van huizen, een
tonige samenvoegingen van sleenen en kalk
die Londen rondom ziel» uitslrekt als groole,
lange vangarmen. De buitenste randen der
wereldstad waren nog in slaap, loen de
groote auto voorbij snorde. De gezellige
„High Slreels", dc „Parades" met hun roode
klinkersteenljes, er de „Broadway" met de
lange rijen huizen lagen daar als met geslo
ten oogen, slapend, in de grauwe morgen
schemering.
Met de lichten op gleden de eerste trams
voort, den nieuwen dag beginnend, toen dc
groote auto door de oostelijke voorsteden
van Londen suisde. Voor Barbara, die in
Seven Kings woonde, hadden de straten,
waar zij doorheen snorden, iels bekends;
maar haar opmerkingsvermogen was als het
ware verlamd en een gevoel van groole hulp
loosheid drukte zwaar op haar.
Toen de auto langs Mansion IIouso naar
Poultry en Cheapside reed .waren straatrei
nigers in hun hooge baggerlaarzen bezig
met groote slangen, die op kleine karretjes
gewonden waren, liet asfalt le spuiten. Het
werd nu helder dag; de stations van den
ondcrgrondschcn sooorweg werden geopend
en nu en dan snorde een motorbus voorbij.
Barbara bewoog zich onrustig en de hand
van mevrouw Malplaquet omklemde haar
met vasloren greep.
„Waar brengt u me heen vroeg het
meisje.
Mevrouw Malplaquet zei maar één woord;
„Bellward I" Zij zcide het vriendelijk, maai
gebiedend.
Bellward boog zich voorover.
„Kijk mij aan, Miss Mackwayto 1" zei hij.
Zijn stom had iets eigenaardig gebiedends,
dat Barbara deed gehoorzamen. Een oogen
blik worstelde zij tegen de neiging, om tq
doen wat hij vroeg wanl een inwendig ge
voel waarschuwde haar niet toe te geven.
Maar een onweerstaanbare macht scheen
haar oogen naar de zijne toe le trekken. Bell
ward bewoog zich niet. Hij boog alleen wat
voorover mei do handen op do knieën cn
keek haar aan. Barbara kon zijn oogen niet
zien, want het was nog schemerig licht in
do aulo, doch langzaam, maar zeker werden
haar oogen vastgehouden door do zijno.
Zij keek naar zijn gezicht en was zich
dadelijk bewust, dat een magnetische kracht
zijn wil op haar overbracht. Zij had willen
schreeuwen, zich willen verzetten, willen
ontkomen maar die onzichtbare oogen hiel
den haar als in een schroef gekneld. Een
korlc snik kwam haar over de lippen, maar
dat was alles.
„Ziezoo 1" zei Bellward met een zucht
van iemand, die een sterke lichamelijke in
spanning heeft volbracht„ziezoo, nu zul
je wel kalm blijven en doen wat ik je zeg".
Het meisje anlwoordde niet Zij hield haar
hoofd naar voren en staarde den man strak
aan.
Bellward boog zich voorover naar Bar
bara totdat zijn stoppelige haar de zacht»
bruine krullen van het meisje aanraakte Hif
staarde haar strak in de oogen.
(Wordt vervolgd),