De Onzichtbare Hand. fro. 19606. LEiDSCH J&AGBLAD, Donderdag 7 Februari. Tweede Bfad, Anno 1924 GEMEENTEZAKEN. FEUILLETON. Benoemingen. F" ,Voor de benoeming van een onderwijze- fes, hoofd der Meisjesopleidingssehool voor i'. L. O., ter vervulling van de vacature, Welke is ontslaan door het met ingang van 81 December j.l. verleend eervol ontslag San mej. G. Bruintjes, bieden B en W., in overeenstemming met het gevoelen van den Inspecteur van het Lager Onderwijs in de Inspectie Leiden, de navolgende voordracht San lo. mej. F. Bakker, hoofd eener O. L. School, opleidende voor U. L. OH. B. S. en j&ymnasium te Gorinchem 2o. mej. A. M. fe. de Leeuw, onderwijzeres aan de Meisjes- ppleidingsschool voor U. L. 0., te Leiden 8* mej. H. de Wilde, onderwijzeres aan de Meisjesschool voor U. L. O. te Leiden. Ter benoeming van een lid der commissie »oor de bewaarscholen ter voorziening in ifle vacature, ontstaan door de periodieke af treding van den heer J. Baak, worden aan bevolen lo. J. Baak, Schoolopziener bij het L. O. en de Inspectie Leiden 2o. A. Uitten- broek, hoofd der 0. L. school aan de Paul- Krugerstraat. Tot secretaris van het College van Cura |oren van het Gymnasium wordt ter benoe- jning voorgedragen mr. E. Schotman, refe rendaris der gemeente-secretarie alhier. Ter vervulling in de vacature in het Col lege van Regenten van het H. G of Arme iWees- en Kinderhuis, ter vervulling in do yacature in dit College, ontstaan door het pan prof. dr. A. J. Wensinck verleend eer- yol ontslag, worden aanbevolen lo. prof. jpjr. N. J. Krom 2o. de heer J. Heringa. Het voorstel Van Eek bstraiiende Arbeidscommissies. r Door B. en W. is prae-advies uitgebracbl fiver het voorstel van den heer Van Eek tot instelling van rechtstreeks door en uit het personeel gekozen arbeidscommissiën bij fclle gemeentebedrijven en diensten, welke commissiën een adviseerende bevoegdheid gouden hebben inzake het gansche beheer J[an het bedrijf o^ den dienst. Na hunne uitvoerige beschouwingen over 'flo reorganisatie van het georganiseerd over leg, kunnen B. en W. over dit voorstel kort Zijn. Het behoeft immers weinig betoog, dat er naast de door hun College voorgestelde dienstcommissies voor cominissiën, als door den heer Van Eek bedoeld, eigenlijk geen plaats is, zeggen zij. In overeenstemming toch met het advies Van de Algemeene Ambtenaren- en de Al- gemeene Werkliedencommissie van 28 De cember j.l. hebben zij de bevoegdheid der dienstcommissiën omschreven als te be slaan in het dienen van voorlichting betref fende de biizondere arbeids- en dienstvoor- Wnarden in den ruimsten zin des woords derhalve zijn ook do vertegenwoordigers van de organisaties van oordeel, dat voor be- tandeling in de dienstcommissiën alleen ir» aanmerking komen die zaken, welke recht streeks of zijdelings verband houden met de bijzondere arbeids- cn ilior,stvoorwaarden yan het personeel. Tegen de instelling van commissiën, welke yan advies zouden hebben te dienen om trent het gansche beheer van het bedrijf of den dienst, hebben B. en W. ernstig bezwaar terwijl ook de hoofden van dienst, op de sa menstelling daarvan geen prijs stellen. Zoo- pis zij mededeelen plegen zij reeds geregeld pverleg met die ambtenaren en werklieden yan hun bedrijf of dienst, die zij hetzij op technisch, hetzij op administratief, hetzij op commercieel gebied als deskundigen be schouwen en in wier adviezen zij uit erva ring weten vertrouwen te kunnen stellen, liet behoeft daarom niet te verwonderen, dat zij niet zoo spoedig vertrouwen zullen schenken aan adviezen van een hun als het Ware opgedrongen commissie, welker samen stelling geenszins waarborgen biedt voor de deskundigheid harer leden. En mocht men de instelling van zulke commissiën willen bepleiten ats middel om hol personeel die deskundigheid bij te bren gen, dan stellen B. en W. daartegenover, dat h.i. de bedrijven en diensten der ge meente een te kostbaar bezit zijn, dan dat Zij ze aan dergelijke niet ongevaarlijke proef nemingen zouden willen blootstellen. Ten slotte heeft naar de meening van B. en W. de heer Van Eek door de toelichting, welke hij bij de indiening van zijn voorstel, door hem als revolulionnair betiteld, heeft gegeven, aanneming van zijn voorstel den Raad vrijwel onmogelijk gemaakt. Immers niet de behartiging van de belangen der be drijven en diensten staat hem bij de instel ling van zijn arbeidscommissies voor oogen, maar in de eerste plaats het behartigen van de belangen van het daarbij werkzaam per soneel. Voor een College als het hunne, dat zich ten doel slelt de gemeentelijke bedrijven en diensten te exptoileeren ten bate van alle ingezetenen zonder onderscheid en niet ten behoeve van één bepaalde groep, is het voor stel van den heer Van Eek, afgezien van andere redenen, reeds door zijn toslichting daarom alleen onaannemelijk. Wat de instelling van arbeidscommissies bij de politie aangaat, daaromtrent mist de Raad wettelijke bevoegdheid. Op grond van het bovenstaande geven B. en W. den Raad alsnu in overweging het voorstel van den heer Van Eek niet aan te nemen. Overneming van grond. In verband met den voorgenomen bouw vau woningen aan het verlengde van de Wasstraat, is het noodig, dat deze straat in Zuid-Oostelijke richting over een lengte van ongeveer BO M. wordt doorgetrokken. Deze verlenging zal ingevolge de verordening op den aanleg van straten en wegen moeten geschieden door de gemeente, waartoe niet eerder wordt overgegaan dan nadat de be langhebbende de voor den slraataanleg be- noodigde gelden geraamd op f 7500 ter nadere verrekening in de gemeentekas heeft gestort. Bovendien dient aan den slraataanleg de kostelooze overdracht van den voor straat bestemden grond aan de ge meente vooraf te gaan. B. en W. doen een voorstel in dezen geest. Scholen aan het telefoonnet. Bij de begrooting hebben B. en W. de wenschelijkheid uitgesproken van de aan sluiting van alle gemeentelijke scholen op het plaatselijk telephoonnet. Nu de hoofden van scholen niet meer am bulant zijn en zij derhalve in geval van ziekte of andere verhindering van onderwij zend personeel, niet meer voor een afwezige leerkracht kunnen Invallen, wordt in die ge vallen een kweekeling belast met het onder wijs in de klasse van de afwezige leerkracht Is aan de betrokken school geen kweekeling verbonden of is de aan de school verbonden kweekeling lijdelijk niet beschikbaar, en die gevallen komen bijna dagelijks voor, dan wendt het hoofd zich tot de afdeeling Onder wijs, welke onmiddellijk een andere kwee keling naar die school verwijst. Het spreekt wel vanzelf, dat daarbij spoed gewenscht is wordt niet zeer spoedig hulp verleend, dan komt er stagnatie in den goeden gang van het onderwijs. Verdient vooral om die reden aansluiting van alle scholen op het tele phoonnet aanbeveling, dringend gewenscht is dat voor de het verst van het Raadhuis gelegen scholen. Bovendien is gebleken.dat een andere behandeling van deze zaken op de afdeeling Onderwijs tot groote moeilijk heden leidt. Thans zijn nog niet telepho- nisch aangesloten de scholen in de Medusa straat, dc Duivenbodcstraat, de Paul Kruger- slraat, de van der Werffstraat, de Vrouwen kerksteeg en de Ilaverstraat Met het oog op de vrij aanzienlijke kosten verbonden aan de aansluiting van alle scho len, meenen B. en W. voor het oogenblik slechts .gelden te mogen aanvragen voor aansluiting op het plaatselijk telephoonnet van drie scholen en wel die in de Medusa straat, de Duivenbodestraat en de Paul Krugerslraal, met welke aansluiting het eer ste jaar een bedrag van f 360 en de volgen de jaren telkens een bedrag van f 210 ge moeid zal zijn. Overneming straaigedeelte. De eigenaresse van twee gedeelten der Rodenburgerstraat, gelegen ter weerszijden j van do Thorbeckeslraat, heeft zich lot het College van B. en W. gewend met het ver- j zoek te willen bevorderen, dat de haar toe- i behoorende straalgedeellen door de ge meente kosteloos in eigendom en onder- houd worden overgenomen. Tegen zoodanige overneming van een ge deelte bestaat geen bezwaar; het is bestraat, gerioleerd en verkeert in behoorlijken toe stand, terwijl het aan beide kanten aan sluit aan andere straatvlakken, welke mede reeds aan de gemeente toebehooren. Ten opzichte van het gedeelte, dat noch bestraat, noch gerioleerd "is, rijzen tegen kcstelooze overneming wel bedenkingen. Immers zouden de kosten van de latere be- straling en rioleering dan geheel ten laste van de gemeente komen, terwijl zij voor de helft door den eigenaar of den exploitant van een ander terrein behooren te worden gedragen. Aan de Noordoostzijde van het eene terrein is reeds bebouwing aanwezig, zoodat de slraataanleg van de daaraan gren zende helft mettertijd voor rekening van de gemeente komt. Tenzij reeds thans de kosten, verbonden aan de bestraling en rioleering van de zuid westelijke helft van dit terrein in de ge meentekas worden gestort, zal overneming van dezen grond zich mitsdien moeien be palen tot de noordoostelijke helft van hel terrein Het storten van een bijdrage in de bestratings -en rioleeringskosten is in hel laatste geva lnatuurlijk niet noodig, daar die kosten te zijner tijd voor zooveel noodig voor rekening komen van hem, die het laat ste terrein bebouwt. Nog zij medegedeeld, dat de eigenaresse verklaard heeft bereid te zijn tot kostcloozen afstand. Verhuring van hnizen. Ultimo April a s. eindigt de huur van de hieronder genoemde woningen B. en W. achten huurverhooging noodig en de belang hebbenden vereenigden zich daarmede. Daarom stellen zij nu voor de onderstaande perceelen mot de daarachter genoemde be dragen weder voor den lijd van een jaar te verhuren: Perceel Aalmarkt No 5, huur der P. C. M. Borrani tegenwoordige huur f -f00, vorige huur f 350; Utrechtsche Veer No. 9, H L. Boter, f 350 (f300); Vliet No. 43 II. G. v. Ewijk f 275, (f250); Langegracht No. 226. J van Polanen f 475 (f450); Ter- weepark No. 8. Dr. J. C. Schalkwijk f 800 (f700); Aalmarkt 6. A. Wiggers f400 (f350) Ontbinding huurovereenkomst. Door B. en W. wordt voorgesteld te be sluiten tot ontbinding van de met J. Ver boom gesloten overeenkomst inzake de ver huring van de perceelen weiland in de Bosch- en Gaslhuizerpolder en om aan II. J. den Haan te Rijnsburg voor den lijd van drie jaren gerekend te zijn ingegaan den len Januari 1924 en eindigende 31 Decem ber 1926 genoemde perceelen te verhuren voor f 1950. Besteksbepalingen inzake timmerwerk. Door het Bestuur der Nederlandsche Ver- eeniging van Fabrikanten van Timmerwer ken is bij den Raad ingediend een adres in verband met dc toepassing van de in het bestek betreffende het 4de bouwplan (pre- miebouw) van de vereeniging „de Een dracht" voorkomende bepaling: „Alle tim merwerken moeten binnen de gemeente Lei den worden gemaakt, behoudens dispensatie van B. en W." Bij de door den aannemer van dezen wo ningbouw gehouden aanbesteding van de levering der benoodigde kozijnen, ramen en buitendeuren werd het laagst ingeschreven door de N V. Stoomtimmer- en Meubelfa briek v.h. G. P J. Beccarie te Haarlem voor f 18.990, terwijl de te Leiden gevestigde lirma Van den Ende daarop volgde met j f 20.225. Waar hel hier een omvangrijke leverantie betrof en het verschil tusschen beide inschrijfsters slechts f 1235 bedroeg, kon door B en W hoewel de vereeniging 1 „de Eendracht" verklaarde tegen gunning aan de Haarlemsche firma geen bezwaar te hebben, geen vrijheid vinden algeheele af wijking toe te slaan van de aangehaalde bestekbepaling Slechts ten aanzien van de buitendeuren meenden zij de gevraagde dis pensatie te mogen verleenen, aangezien zich in deze gemeente geen inrichtingen bevin den, die deze naar eisch kunnen vervaar digen. Wat nu de herkomst van hel betrokken voorschrift aangaat, zij opgemerkt, dat een dergelijke bepaling sinds tal van jaren ook in de bestekken voor gemeentewerken wordt opgenomen, zulks als uitvloeisel van art. 11 der bepalingen omtrent minimum-loon en maximum-arbeidsduur. De practische toe passing van dat artikel kwam steeds daarop neer, dat in de bestekken, die daarvoor in aanmerking kwamen, mede op aandrang van den Raad, behalve lijstwerken en deu ren binnen dc- gemeente Leiden moeten wor den vervaardigd." Het lag voor de hand, dat, toen de bouw- vereenigingen lot den woningbouw op groo te schaal overgingen, deze in haar aan de goedkeuring van B. en W. onderworpen be stekken een overeenkomstige bepaling op namen en ook andere gemeentelijke besteks bepalingen, die een gelijke strekking had den b.v, dat uitsluitend Leidsche arbei ders mogen worden gebezigd overnamen. Het doel van al dergelijke voorschriften is duidelijk: het geven van zooveel moge lijk werkgelegenheid aan de eigen ingeze tenen. B. en W. kunnen de vraag, of, van alge meen standpunt bezien, deze vorm van pro tectie wel aanbeveling verdient, gevoegelijk laten rusten. De voorschriften zijn toch met instemming van den Raad in het leven ge roepen, omdat men meende daarmede de belangen van de gemeente zelf le dienen en het i9 begrijpelijk, dat vooral thans, in het streven om de zware lasten der werkloos heid voor da gemeente zooveel mogelijk te verlichten, weinig geneigdheid bestaat die regelen in te trekken, doch dat integendeel meermalen de wensch tot een strenge toe passing dier bepalingen lot uiting kwam, ook in den Raad Het was dan ook in dezen gedachtengang alleszins logisch, dat in het bovenvermelde geval het College het tim merwerk voor de gemeente Leiden wenschte te behouden. Inlusschen ontmoet het bij den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, die na tuurlijk slechts met het algemeen landsbe lang heeft rekening te houden, bezwaar, dat in den vervolge voorschriften als bedoeld worden opgenomen in de bestekken voor bouw van waningen met voorschot inge- volge_ de woningwet. Ten opzichte van den premiebouw behouden de vereenigingen en de gemeente derhalve haar vrijheid in dezen. Onder deze omstandigheden beslaat er voor B. en W. vooralsnog geen aanleiding in de bestekbepalingen hetzij van gemeente werken, hetzij van premiebouwplanncn van bouwvereenigingen verandering te brengen en blijft daarom, tenzij den Raad wel verandering mocht wensehen, de be slaande toestand gehandhaafd. Overname van grond aan den Warmonderweg. De N.V. „Leidsohe Exploitatie-Maat schappij van Onroerende Goederen" al- hier, heeft tot B. en W. het verzoete ge richt, om in verband met toekomstigen woningbouw tor plaatse, medewerking te willen verleenen tot den aanleg van enkele straten tussahen den Rijnsburgerweg en den Warmonderweg. B. en W. hebben Daar aanleiding daarvan aan genoemde maatsohappij medegedeeld, dat, hoewel het College in beginsel tot medewerking bereid is, het aanleggen van straten volgens de desbetreffende verordening uitsluitend van gemeentewege kan gesohieden en unt door de gemeente straten slechts worden aangelegd op aan haar toebehoorenden grond, zoodat de voor straat bestemde grond tevoren aan de gemeente moet wor den overgedragen. Zij voegden daaraan toe, dat bovendien die overdracht niet kan plaats vinden, dan nadat door den belang hebbende vooraf de gelden, benoodigd ter bestrijding van de volledige kosten van den straataanfeg, ter nadere verrekening in de gemeentekas zijn gestort. De daarop gevolgde onderhandelingen hebben er boe geleid dat B. cn W. den Raad thans in overweging geven a. to besluiten den grond, gelegen ten Noord-Oosten van den Rijnsburgerweg, al hier, kadastraal bekend als de perceelen Leiden, Sectio P Nos. 732 (ged.) en 045, ter grootte van ongeveer 3300 vierk. M., zonder eenige kosten voor dc gemeente iii eigendom en onderhoud bij dc gemeente over te nemen, onder voorwaarde, dat ten behoeve van de kosten van het doen van opmetingon en hot maken van bestekken en teekeningen, door of vanwege de eige naresse van den voor straat bestemden grond vooraf een bedrag van f 1200 tec nadero verrekening in de gemeentekas wordt gestort; dat, ter bestrijding van de volledige kosten van den straat-aanleg en de verder daarmede verband houdende werken, binnen den 6ub b vermelden ter mijn door of vanwege voornoemde eige naresse een bedrag van f 35000 ter nadere verrekening in de gemeentekas gestorti wordt, en dat do vastgestelde of r.ader vast te stellen rooilijnen in acht worded genomen b. goed te keuren, dat aan do N.V, „Leidsohe Exploitatie-Maatschappij van Onroerende Goederen", alhier, uitstel wordt verleend van de betaling van do sub a genoemde, op f 35000 goraamde kos ten, vorbonden aan den hierboven om- sobrevon straataanleg en daarmede ver band houdonde werken, mits do naamlooss vennootschap, tot meerdere zekerheid voor het nakomen van haar verplichting tof) storting van meergemeld bedrag vatt f 35000, ten behoeve van de gemeente Lei den hypotheek vestigt tot een bedrag van f 35000 op de haar tocbehoorondo torren nen, gelogen tusschen don Rijnsburgerwog en den Warmonderweg te Leiden, kad.. bekend Sectie P No. 732, ter grootte van ongeveer 2Vi H.A., zoomede op haar per ceelen teelland, met daarop staand woon huis, schuur en stal, staande en gelegen aan de Ajaxlaan te Leiden, kad, bekend Sectie P Nos. 163 en 169, ter grootte van' 1.3561 H.A., zullende bij de akte, waar bij deze hypotheek wordt verloend, worden bepaald dat de hypotheek zal moeten zijn afgelost binnen 6 maand na voltooiing van den bovenvermelden 6traataanleg en dat van meergenoemd bedrag van f 35000 een rente zal worden betaald, berekend naaf zes ten honderd 'sjaars, welke rento ver schuldigd zal zijn van den dag, waarop do akte van overdracht van den sub a vermel den grond wordt gepasseerd tot en met den dag, waarop de hypothecaire sohuld zal zijn afgelost, een en ander onverminderd do overige, bij het verleenen van hypo theek gebruikelijke, voorwaarden en bepa lingen e. De genoemde f 35000 ter hunner be schikking te stellen ten behoeve van den aanleg van straten tussohen den Rijnsbur gerweg en den Warmonderweg. B. en W. willen geen Woning'oenrs. De Federatie van te Leiden en Omstreken gevestigde woningbouwvereenigingen ver zoekt B. en W. stappen te doen tot de instel ling van een woningbeurs. B. en W. brengen den Raad in herinne ring, dat in de zitting van 21 November 1921, overeenkomstig hun voorstel met overgroots meerderheid van stemmen werd besloten aan H. M. de Koningin te verzoe ken do gemeente vrij le stellen van de bij art. 11 der woningwet opgelegde verplich ting tot het oprichten van een zoodanig in stituut en dat die ophefling werd verleend ingevolge Koninklijk besluit van 12 April 1922, no. 22. Nu zijn de omstandigheden, die er inder tijd toe geleid hebben voorloopig niet tot de instelling van een woningbeurs over te gaan, nog steeds in dezelfde, zoo niet in grootere mate aanwezig. Zeer terecht wordt door de Federatie waarbij slechts enkele vereenigingen zijn aangesloten in haai adres opgemerkt, dat te dezer zake geen nieuwe gezichtspunten kunnen worden ge opend. Inderdaad zijn, gelijk B. en W. zei den, alle argumenten, die voor het verkrij gen de bedoelde vrijstelling golden, nog on verminderd van kracht. Hoewel door een gestadigen aanbouw ge lukkig kan worden geconstateerd, dat da woningnood afneemt, i3 toch de toestand nog altijd zóó, dat van een aanbod van wo ningen, dat de vraag overtreft, geen sprako is. En dit zal ongetwijfeld enkele jaren zoo blijven, zoodat, mede in aanmerking nemen de, dat le dezer stede reeds een drietal ver huurkantoren werkzaam zijn, een woning beurs in dit opzicht voorloopig geen taak zou vinden. Alleen voor het aanleggen van een sta tistiek inzake de woningbehoefte daarge laten dat dit niet het eigenlijke doel van een woningbeurs is mag h. i. niet een derge lijke kostbar- instelling in het leven worden geroepen. Afgezien van de betrekkelijks Door DOUGLAS VALENTINE. Schrijver van „De man met den Klompvoet", Geautoriseerde vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden). BS) Zijn eenige kans was door grootdoenerij Zich uit deze situatie le redden en bo- yenal tot icderen prijs Mortimer, wat er ook gebeurde, in het oog te houden; dit Was wel het voornaamste, dat hij, daarvan Was hij overtuigd, niet uit de gedachten gnoest verliezen. Bellwards stem, en de klank bewees Desmond welk een volmaakt acteur Crook Was geweest verbrak de stilte. „Ik heb niets uit le loggen", zei hij, zich 'afwendend van de canapé, waar hij, op fluisterenden toon enkele woorden met me vrouw Malplaquet gewisseld had; „dit is mijn huis Dal is voldoende uitlegging voor mijn tegenwoordigheid hier, zou ik denken. Maar ik beken, dat ik nieuwsgierig ben te welen, dat dit h erschap" hij wees op Desmond „hier doet in mijn klecron, als ik mij niet vergis, en hoe hij pr toe komt om een zoo uitstekende uitbeelding van mijn persoon te geven." Toen stapte Desmond stoutmoedig uit de schaduw in liet licht vin de lamp. „Ik weet niet, wat jullie allemaal denkt", zei hij op vasten toon, „maar ik vind het wij dwaas, dat we hier allen slaan te pra ten, wanneer er een vreemde bij ons is. Ik begrijp niet, met welke bedoeling deze me neer ip mijn huis koiAl binnendringen, door mijn speciale deur, met mijn kleeren aan, wanneer ik ten minste goed zie; maar wat ik wél begrijp is, dat het gevaarlijk is, vreemden toe te laten tot een vergadering als de onze.' „Heel juist", stemde Behrend toe, instem mend knikkend „Jullie hebt al één eigenaardige verras sing gehad vanavond", hernam Desmond, „toen onze geëerbiedigde leider, ons dat ju weel zou laten zien: als je je goed herin nert, werd onze vriend verhinderd ons de uitlegging te geven, die hij ons zeker wel verschuldigd was voor deze voor-den-gek- houderij, door de aankomst, net op het goede oogenblik, van zijn medeplichtige...." „Medeplichtige?" schreeuwde Mortimer; „wat, verduiveld, meen je daarmee?" „Ja zeker, medeplichtige", herhaalde Des- mond. „Max, Behrend, mevrouw Malpla quet, jullie allemaal, kijk me nu dien ellen- digen kerel eens aan", hij wees toornig naar Bellward „die daar staat te beven bij do rol, die hij spelen moei, om zich in ons midden le kunnen indringen, ten einde zijn medeplichtige een wenk le geven, dat hij moet zorgen weg te komen eer de poli tie er is." „Houd opt" riep Mortimer, dreigend met zijn pistool. Behrend hield zijn hand terug. „Wij zullen u dadelijk hoorenl" zei hij. „Laat hem uitspreken!" zei mevrouw Mal plaquet, en in haar stem lag een onheilspel lende kalmte, die Desmond schrik aan joeg. Wat Bellward betreft, die bleef kalm staan, met de armen over elkaar gekruist, scherp luisterend. „Ongetwijfeld heeft deze dubbelganger van mij", ging Desmond voort, met spot tende slem, „de Ster van Polen in zijn be zit, het prachtige juweel, dat onzen gelief den leider zooveel van zijn lijd aan zekere charmante jongedame deed wijden. Baht Zullen jullie toelaten, dat een man als hij", en hierbij wees hij met verachting op Mortimer „een man, die jullie in de vuur linie zet, terwijl hijzelf zich achter de linie amuseert, een valsche vriend, een nage maakte spiondat die je op deze manier beetneemt? Vrienden, als jullie niet nog meer en nog onaangenamer verrassingen wilt beleven, dan zou ik je den raad willen geven, er voor le zorgen, dat deze brutale indringer hier de kans niet krijgt ons alle maal te verkoopen!" Hij sprak met verheffing van stem, zoo dat zijn woorden luid door de kamer weer klonken, en keek tegelijkertijd de verschil lende gezichten rond, om te zien, wat de uit werking van zijn toespraak was. Max en Behrend, dat zag hij dadelijk, waren op zijn hand; no. 13 was blijkbaar in tweestrijd. Mortimer en Bellward waren natuurlijk tegen hem; mevrouw Malplaquet zat met de handen in den schoot, de oogen neergesla gen; zij gaf geen enkel teeken. „Hel is hoog tijd begon Mortimer hef tig. maar mevrouw Malplaquet bracht hem tot zwijgen met een beweging van haar hand. „Hoor liever wat Bellward le zeggen beefll" zei ze zaehl. „Ik weet niets van wat er gebeurd i3 in mijn afwezigheid", zei deze „noch hier noch ergens anders. Ik weet alleen, dal ik ont snapt ben aan de bewakers, die mij van Scotland Yard naar de Brixlon-gevangenis moesten brengen vanavond en dat de politie mij achterna zit. Ik heb al te lang mijn tijd verpraat. Ieder van ons in deze kamer, be halve de verrader onder ons, en zijn vinger klaagde Desmond aan „is in het grootste gevaar zoolang wij hier blijven. Jullie kunt doen wat je wilt, ik ga er van door!" Hij draaide zich om en drukte op den knop. De boekenkast zwaaide open. Behrend sprong naar voren. „Niet zoo haa9tigl" riep hij. „.Je komf de kamer niet uit, voordat we weten wie je bentl" m En hij dreigde met zijn pistool „Gek!" riep Bellward uit, stilstaand op den drempel van de geheime deur, „wil je ons dan allemaal in de val laten loopen?" Vertel jij het hem, Minna", zei hij tot me vrouw Malplaquet, „en lalen we in 's He melsnaam gaan!" Mevrouw Malplaquet stond op. „Dit is Basil Bellward" zei ze; „kijk maar, hij draagt den ring, dien ik hem gege ven heb: een gouden slang met esmerald oogen 1" En met schrille stem gilde zij: „En voordat we weggaan, dood me dien man daarl" Zij wees op Desmond. Bellward had haar bij den arm gegrepen en sleurde haar mee door de opening in den wand, toen een schel gefluit uit den tuin klonk. Zonder eenige waarschuwing draaide Mortimer zich om en vuurde gladweg op Desmond, maar Desmond had zich gebukt om op den ander af le springen en de kogel vloog over zijn hoofd heen. Terwijl zijn ooren suisden van den luiden knal van liet scliot in de beperkte ruimte, en de scherpe lucht van buskruit hem in dc neusgaten drong, sprong Desmond Mortimer naar de keel, in de hoop hem op den grond te krij gen, eer hij voor de tweede maal kon schie ten. Toen hoorde hij het geluid van barstend glas en een oorverdoovenden knal. Iemand riep luid: „Oo!" en viel voorover tus schen hem cn zijn prooi inloen struikelde hij en kreeg op hetzelfde oogenblik een ge weldigen slag op zijn hoofd. Zonder een go- luid te geven, viel hij op den grond, bovenop een lichaam, dat even sidderde en toen roer loos bleef liggen. Ergens op een afsland, heel ver weg, hoor de Desmond een vrouw schreien; langge rekte jammerkreten, hoog en beverig. Hij bad een zware, doffe pijn in zijn hoofd. Suffig luisterde hij een oogenblik naar het gesnik van dc vrouw, met zóó'n moe. zóó'n vreemd flauw gevoel, dat hij nauwelijks de moeite nam zich af te vragen wat er aan de hand was. Maar loen het geluid onophoude lijk voortging, werd toch zijn aandacht ge prikkeld en hij opende de oogen om te zien wat het was. Zijn ontstelde blik viel op iels, dat hem een reusachtig, boemansgezicht toescheen, groot en vreemd als een pantomime-masker. Daarnaast zag hij een licht, een schel licht, dal zijn oogen pijn deed. Toen hoorde hij een stem, zoo flauw alsof liet een stem door een telefoon was op een geweldigen afstand: „Wel, hoe voel je je?" De stem was zóó ver af, dat Desmond er verder niet op lette. Maar hij was verbaasd, dat hij een andere stem, die van zijn eigen lippen kwam, hoorde antwoorden, dwaas genoeg: „Uitstekend I" Toen opende hij do oogen weer, om te zien wat dit rare verschijnsel beduidde. Nu kwam het reuzcngozicht vlak bij hem en Desmond zag een man met een glas in de hand, die zich over hem heen boog. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5