Oe bezuinigingsplannen der Regeering. Oe Onziciitbare Hand. No. 19597 LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 28 Januari. Tweede Blad. Anno 1924. NATUURLIJKE SCHOONHEID FEUILLETON. Verschenen is de Memorie van Antwoord in zake Hoofdstuk I der Staalsbegrooling 1924 (algemeene beschouwingen), waaraan het volgende is ontleend; De Regeering blijft op hel standpunt slaan dat thans vóór alles de aandacht op d e n financieelen toestands des lands behoort te worden samengetrokken en dat, nu de steeds stijgende tekorten der laat ste jaren allengs een hoogte dreigen te be reiken, welke de welvaart van de gansche Katie ernstig in gevaar brengt, voor op zich- zelve ingrijpende voorzieningen, welke het veel grootore onheil eener algemeene verar ming tijdig kunnen koeren, niet mag worden teruggedeinsd Toegegeven kon worden, dat er grond is voor de verwachting, dat de opbrengst over 1924 de aanvankelijke raming wel zal over treffen, mede in verband met da omstan digheid. dat in de Indische bedrijven, waar van hier te lande de dividenden worden ge noten, eenige opleving is ingetreden. Dien tengevolge schijnt het geoorloofd ook de zui vere opbrengst der Inkomstenbelasting over 4924 thans op f 80 millioen te ramen in plaats van op f 70 millioen. De koers van den gulden. De ltegcering blijft ook thans nog op het standpunt slaan, dat in het belang van de gehcele Natie het op-peil-houden van den gulden het beleid in de naaste toekomst zal moeten beheersehen. Dat een dergelijke po litiek negatief en eenzijdig genoemd zou mogen worden ,ackt zij onjuist, daar de herstelling van een gc-zonden economischcn toestand een noodzakelijke grondslag en een onmisbare voorwaarde is voor vooruitgang, onverschillig op welk gebied, zoodat de ver vulling van die voorwaarde noodzakelijker wijs behoort vooraf te gaan. De bezuiniging. Het te dekken tekort is intusschen zóó aanzienlijk, dat alleen door een verminde ring van de uilgaven over do g te ll e c 1 e linie een voldoend resultaat bereikbaar is. Bij de beoordeeling der voorgestelde maat regelen moet voorts in aanmerking worden genomen, dat elke vermindering van lasten binnen korten tijd illusoir wordt gemaakt, indien daarmede niet gepaard gaat een. Stopzetting van het regel matig accres der uitgaven. Daarop moest mitsdien de Regeering in de eerste plaats bedacht zijn. Immers, het tekort op de Staatshuishouding, dat voor 1924, met inbegrip van de Slaatsbijdrage aan liet Ouderdomsfonds tol dekking van het tekort, wegens de invoering der vrijwillige ouder- domsverzekering en de door consolideering te verlioogen rente en aflossing van Staats schuld, was geraamd op I 116 millioen, zou, indien niet tijdig werd ingegrepen, reeds in het volgend jaar tot ongeveer 140 millioen gulden zijn aangegroeid, welk laat ste bedrag intusschen thans, als een gevolg van de verhoogde raming der Inkomsten belasting, indien de raming der middelen voor 1925 althans gehandhaafd zal kunnen blijven, op f 130 millioen gesteld zou moe ien worden en vervolgens vermoedelijk nog verder zou stijgen In de Milliocnennota zijn als m a a t r e- gelenter opvanging van het accres in uitzicht gesteld: voor eerst een lijdelijke stopzetting van alle pe riodieke traklementsverhoogingen en voorts hc! afzien van de invoeriDg van het zevende leerjaar en van de uitbreiding van den leer plicht. Van deze maatregelen meent de Regeering bij hernieuwde overweging den eerst genoemde niet te moeten handhaven, voornamelijk omdat een nadere berekening deed inzien, dat bij een dergelijke stopzetting, waaraan bezwaarlijk terugwerkende kracht kan worden toege kend, het reeds verschenen gedeelte cencr verhoogingsperiode naar de methode die de Regeering de juiste voorkomt, billijkheids halve zou moeten worden uitbetaald, ten gevolge waarvan in de toekomst wel is waar een besparing, doch voor het jaar 1924 een niet onbelangrijke verhooging van uitgaven van dezen maatregel het gevolg zou zijn. Daarom scheen het wenschelijk do kwestie der periodieke verhoogingen afzonder- l ij k te overwegen bij de herziening der jaarwedde-regeling, welke tevens een on derdeel van de plannen der Regeering vormt en waarop hieronder nader zal worden te ruggekomen. Intusschen is het afzien van de invoering van het zevende leerjaar alleen niet voldoende om het accres der uilgaven legen te gaan. Ook aan het aantal onderwijsinrichtingen zal behou dens zeer bijzondere gevallen, voorloopig geen verdere uitbreiding gegeven mogen worden. Herziening dei pensioenwetten. Ook dc pensioenlasten stijgen jaarlijks aanzienlijk, van 1923 op 1924 met niet min der dan 1.6 millioen voor zooveel de mili taire pensioenen betreft. Ten einde deze stij ging in te perken is een herziening van do pensioenwetten in voorbereiding, waarvan het ontwerp n a- genoeg gereed ligt en die op een aantal punten, waarop thans uit den aard der zaak niet nader kan worden ingegaan, de lasten van den Slaat zal verminderen. Eindelijk zal ook aan den ten gevolge van do inkrimping van den Staatsdienst sterk slijgendon druk de r wacht geld c n zooveel mogelijk paal en perk moeten worden gesteld. Reeds heeft de Re- geering maatregelen gelrotfen, om bij de afvloeiing van overcompleet personeel, die amblcnaren le doen voorgaan, die Èn met het oog op hun gezinsverhoudingen ón in het financieel belang van den Staat, het eerst voor ontslag in aanmerking moeten komen. Verdere stappen in die richting zul len worden gedaan door overal zooveel mogelijk l ij del ij k en los personeel door wachtgel ders te vervangen. Inkrimping van den Staatsdienst. Het staat echter wel vast, dat, ondanks de evengenoemde voorzieningen een accres van uitgaven zal blijven bestaan, en dat derhalve de maatregelen, noodig om het voor 1925 geraamde tekort van f 130.000.000 te dekken, tot het verkrijgen van een slui tende begrooting ook in do volgende jaren waarschijnlijk zelfs niet eens voldoende zullen zijn. Wat nu de opheffing van dit tekort be treft, zullen allereerst over de geheele linie besparingen moeten worden ingevoerd. Neemt men in aanmerking, dat de door voering van de wettelijke voorzieningen, dia getroffen zullen moeten worden, meerdere jaren vorderen zal, dan schijnt het raad zaam om voor de meer nabije toekomst, voor de eerstkomende jaren, het cijfer der besparingen uit reorganisatie en inkrimping niet liooger dan f 30 millioen te stellen. Daarbij komt dan het resultaat der alge meene salaris- en loonsverlaging, zoomede do dekking der bedrijfskosten en als sluit post tot dekking van het tekort ten siotte de heffing van nieuwe belastingen, die in to taal f 40 millioen zouden dienen op te leveren. De besparingsmaatregelen. De besparingsmaatregelen zijn in 3 groe pen te splitsen: A. Inkrimping cn bezuiniging van den Staatsdienst (30.000.000; B. Algemeene sa laris- en loonsverlaging f 35.000.000; C. Dekking van bedrijfskosten f 25.000.000, Totaal f 90.000.000. Onderwijs. Bezuiniging op de uitgaven voor onder wijs zal hoofdzakelijk kunnen worden ver kregen, vooreerst duor in de laagste twee klassen der lagere scholen de onderwijzers te vervangen door hulponderwijzeressen, met een eenvoudiger diploma en salaris van f 1000 i f 1300 per jaar. De nood der schatkist dwingt er voorts toe opnieuw in overweging le nemen het in dertijd door de Regeering ingediende voor stel, dat de strekking had tot bezuiniging op de kosten van het U. L. O. te geraken en waarvan toen een niet onbelangrijk deel te loor ging door overneming van het amende ment van mej. Westerman c.s. Ook het in den laatsten tijd uitermate sterk gegroeide n ij verheidsonde r-- w ij s zal moeten worden beperkt. Eindelijk zal oqk het s c h o o 1 l o é- zicht worden gereorganiseerd er niet on belangrijk ingekrompen. Ten slotte worden ook op bet gebied van het II o o g e r O n d e r w ij s verschil lende besparingen overwogen. Andere Departementen. Bij het cijfer der bezuiniging op de d e- lencieuit gaven is er reeds rekening mede gehouden, dat voor de completeering van de bewapening en de uitrusting van het leger bijzondere uitgaven noodig zulten zijn. Wat de overige Departementen betreft zullen de ter vermindering van het tekort te treffen voorzieningen ten spoedigste in af zonderlijke voorstellen worden uitgewerkt. Zij zijn na zorgvuldig onderzoek van alle voor vermindering in aanmerking komende posten verkregen. Dat de Regeering slechts noode tol sala risvermindering overgaat, zal wel geen uit voerig betoog behoeven. Intusschen is, gelijk reeds in de Millioenennota op den voorgrond is gesteld, een herstel van het evenwicht in de begrooting zonder aanmerkelijke verlaging van het totaal sa larisbedrag ten eenenmale onmo gelijk. Nu door den loop der omstandigheden de algemeene korting van 10 pet., welke de Regeering zich aanvankelijk als voorloopigen maatregel voor 1924 had voorgesteld, toch met 1 Januari zal kunnen in werking treden, is zij te rade ge worden om ten spoedigste ook het govoelen der Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in te winnen over de vraag, of een evenredig deel van het bedrag, dat de Re geering zich had voorgesteld over 1924 uit dien voorloopigen maatregel te vinden, wel licht door een andere verdeeling ware te verkrijgen dan door op alle salarissen een gelijke korling van 10 pet, toe te passeri Deze laatste maatregel (de salariskor ting), hoezeer slechts bestemd om voor oen jaar te gelden, werkt inderdaad door zijn uniform karakter op ongelijke wijze en kan dus, individueel, tol hardheid leiden, terwijl het voor de schatkist ten slotte vooral aan komt op hei totaal resultaat van den te treffen maatregel. Door de algemeene salarisverlaging, welke ook bij de bedrijven dient te worden door gevoerd, zullen ook hier in samenwerking met andere bezuinigingsmaatregelen, de te korten verdwijnen. Uit de vorenstaande beschouwingen volgt, dat, ondanks de rigoureuze maatregelen, waartoo moet worden overgegaan, in de eerstvolgende jaren zoolang de voorge nomen maatregelen van de besparingen, onder A bedoeld, nog niet uitgewerkt heb ben, nog een tekort zal blijven beslaan, dat echter geleidelijk kleiner zal worden. Neemt men aan, dat alle nieuwe heffin gen, tot een totaal van f 40 millioen, op 1 Ja nuari 1925 werken: hebben de bedrijven in 1925 een sluitend budget; is de salaris last met f 35 millioen verlaagd en zijn van de f 30 millioen geprojecteerde besparingen er 10 reëel geworden, dan zou van het ge raamde tekort van f 130 millioen een be drag van 40 25 30 10 110 mil lioen gevonden zijn en dus nog een tekort van f20 millioen overblijven. De Regeering ontveinst zich niet, dat er nog veel moet geschieden, eer het door haar gewenschle resultaat bereikt is, maar zij meent tevens te hebben aangetoond, dat geen der door haar geprojecteerde maatre gelen kan worden gemist, wil het doel in derdaad worden bereikt. De ambtenaarstraktementen. Ten aanzien van de door de Regcering in overweging genomen salarisvermindcring, geeft het terzake in het Voorloopig Verslag voorkomende, haar aanleiding tot de vol gende opmerkingen. In de eersle plaats wordt de formeel-juri dische bevoegdheid der Regeering lol sala risvermindering betwist. De aanstelling van een ambtenaar op een bepaalde wedde zou lusschen het betrokken gezag en den amb tenaar een rechtsverhouding vestigen, die althans in haar rechtsgevolgen gelijk te stellen zou zijn aan een burgerrechtelijke overeenkomst, waarvan dan die bepaalde wedde een der voorwaarden zou zijn, die dus door hel betrokken gezag niet zou kun nen worden gewijzigd. Naar het oordeel der Regeering wordt al dus het karakter der amhtenaarsverhouding miskend. Voor hen, die een ambtelijko func tie vervullen, gelden toch do regelingen len aanzien van die functie, ook ten aanzien van liet salaris, door de overheid gesteld. Het eigenaardige van deze regelingen is, dat zij door de overheid, krachtens haar gezag, dat zij met niemand deelt, niet anders dan eenzijdig kunnen worden vastgesteld en ge wijzigd. Da aanvaarding van een ambt is dus niet hel aangaan van een overeenkomst met onveranderlijke termen, maar een daad waardoor men komt le staan, onder vlgueur der regelingen, die voor het ambt gelden en die steeds voor wijziging vatbaar zijn. Wor den zij gewijzigd, dan slaat de ambtenaar onder de gewijzigde regeling. Zoo is liet met de instructies, zoo is het met de werktijd regeling, zoo is het ook mot de wedderege- ling. Alleen deze opvatting doet aan den aard der verhoudingen recht wedervaren. Men wordt anders ook verstrikt in onhoud bare consequenties. Art. 40. De voorgedragen beschouwing schijnt ook het oordeel van de formeel-juridische belee- kenis van artikel 40 van het Bezoldi gingsbesluit te moeten beheersehen. Wijzi ging of intrekking ook van dat artikel is juridisch niet onmogelijk en zoodanige intrekking heelt dan liet gevolg, dat van af het óogenblik dier intrekking aan het artikel geen verdere aanspraken kunnen worden ontleend. Intusschen, daargelaten do formeel-juridische vraag, wordt de moreelo kwestie opgeworpen: moreel zou eon wijzi ging van eenmaal toegekende wedden, in het bijzonder builen de termen van artikel 40 van het Bezoldigingsbesluit, ontoelaatbaar zijn. - Men kan ook hier wederom de consequen tie doen spreken. Zelfs indien toestanden in treden, waarbij handhaving van het peil der eenmaal vastgestelde salarissen niet alleen in strijd zou zijn met liet algemeen belang, maar zelfs de ambtenaren zou schaden in veel ernstiger male dan door een verlaging geschiedt, zou de Staat moreel gebonden zijn? Als men dit staande houdt, vervalt men in de in het Voorloopig Verslag voorko mende contradictio van de moreelo verplich ting tot het immoreele! Neen, onder derge lijke omslandigheden wordt juist verlaging een weliswaar moeilijke, doch morecle plicht Het is de harde noodzaak van 's lands financiën, die dwingt en welke mede in verband met de evengenoem de factoren een vermindering moreel verant woord doet zijn. De weililoozensteun. Sedert het voornemen der Regeering om de ondersteuning van w o r k 1 o o zen voorlaan onder de toepassing der Armen- w e t te brengen, is aangekondigd, zijn ge wichtige bezwaren van praclischon aard te harer kennis gobracht. Dit heeft geleid tot de noodzaak om nopens het gewicht daarvan een nader onderzoek in te stellen, In afwachting daarvan wordt de toepassing van den voorgenomen maatregel opge schort. Ten einde den druk der directe belastin gen te kunnen verlichten zal vooreerst een technische herziening van het tarief worden voorbereid, terwijl voorts een omzet- en luxe-belasting in bewerking is. Ten einde den minder gegoeden bij de ver hooging van indirecte heffingen legemoet te komen, ligt liet tevens in het voornemen een wijzigingaandewet op de Rijks inkomstenbelasting te be vorderen, waarbij de grens van liet belast baar inkomen, die thans bij f 800 ligt, te verhoogen. Een rijwielbelasting is reeds inge diend en een belasting voor liet ge- bruik van kunstwegen, met bepaald aan te geven voertuigen, is in bewerking, mede om daaruit de middelen te vinden om de kunstwegen beter aan de hoogerc eischen van het moderne verkeer te doen beant. woorden, heigeen ook uit een oogpunt van werkverruiming van beteekenis is. Handelspolitiek. 1 Tegenover do leden, die pleitten voor wij'-, ziging onzer bestaande handelspo litiek, werd er reeds door andere leden de aandacht op gevestigd, dat niel in de plannen der Regeering ligt een radicale over weging van vrijhandel tot bescherming. Herziening van het tarief van invoerrechten is in overweging, deze herziening zal ongetwijfeld voor de schalkist ook wel eenige meerdere bate medebrengen.. Verder zegt de Regcering in antwoord op gestelde vragen, o.a. dal' zij belasting van goederen in dc doodc band niet wenschelijk acht. Wpningbouw. Oinlrenl den Woningbouw is do Regcering van oordeel, dat zoo spoedig mogelijk moet worden teruggekeerd naar den toestand, wel ken dc Woningwetgever zich oorspronkelijk heett gedacht, n.l. dat overheidssteun alleen wordt verleend, daar waar dit ter v e r b o tc- ring van woningtoestanden onvermijdelijk is te achten. Do gewone woning prod uc. I i o dient zoo snol mogelijk wederom aan het particulier bedrijf le worden overgelaten In de M. v. A. op hoofdstuk X (Arbeid) zal do woningpoliliek voor de eerstvolgende jaren nader worden uiteengezet. Beperking op do uitgaven voor de II u u r- commissiowet en do Warenwet zal zoover mogelijk worden doorgevoerd en tot uitdrukking komen in nadere voorstellen, welke ter verkrijging van een bedrag van 5 millioen, dat op de uitgaven voor de ver schillende Departementen alsnog moet wor den bespaard in uilziclit zijn gesteld. Diversen. Gestreeld zal worden zoo min mogelijk extra-treinen op Zondag lo doen loopen. Met het oog op de urgentie van andere aangelegenheden zal zijn af le wachten of tot spoedige behandeling van de Z o nd a g s- wet en van do Begrafeniswet kan worden overgegaan. Ten aanzien van de S t a a t s 1 o t c r ij en den vaccincdwang zijn maatregelen in voor bereiding, terwijl aangaande de werking van den stemplicht een onderzoek is ingesteld, dat thans beëindigd is. Zoodra do resultaten hiervan zijn verwerkt, zal de Regeering haar gedragslijn bepalen. Do Staatscommissie tot onderzoek, door welke wettelijko maatregelen de voortbren ging cn verdeeling van goederen meer dienst baar kunnen worden gemaakt aan het alge meen belang, heeft haar arbeid nagenoeg be ëindigd. Verwacht mag worden, dat zij in het begin van dit jaar haar rapport zal uit brengen. De Regeering heeft ten slotte, met het oog op de steeds verder gaande econo mische malaise en onzekerheid in het maat schappelijk teven, gemeend van de indiening van het wetsvoorstel tot toekenning van het enquêterecht aan dc commissie te moeten afzien. De Regeering is van mecning, dat zij zich zoover mogelijk dient te houden van het in grijpen in het v r ij o h a n d e 1 s v e r k e e r; vraag en aanbod regelen ten slotte toch steeds den prijs. De Regeering is dan ook niet voornemens om opnieuw een z.g. duurte, wet in te dienen. Do positie van do gepensionneerdc Indi sche militairen heeft steeds de ernstige aan dacht der Indische Regcering. RECLAME. De menschelijkc opperhuid wordt in nor male gevallen regelmatig vernieuwd, en een gezonde huid en een frissche kleur zijn van dezo vernieuwing direct afhankelijk. Zijn evenwel de poriën door huidschilferljes of anderszins verstopt geraakt, dan boet do huid aan levenskracht in. Raadzaam is het daarom door herhaalde afwasschingen met oen absoluut zuivere zeep gelijk de Rccal- zeep, de poriën van allo onreinheden le zuiveren. Itet overvloedige en roomachtige schuim der Reeal-zeep neemt alle onzuiver heden weg en prikkelt tegelijkertijd de po riën tot verhoogde werkzaamheid. 35 cents. 6811 Door DOUGLAS VALENTINE. Schrijver van „De man met den Klompvoet". Geautoriseerde vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden). 29) „Ah!" riep het meisje uit, cn zij klapte in haar handen en zag hem met verrukking in de oogen aan; „ik zie, dat u het begrijptI Beste vriend, ik ben creneigd u tot mijn ver trouweling te maken!" Desmond keek naar haar, maar sprak niet. Weer voelde hij, dat zwijgen nu zijn eenige rol kon zijn. Hij deed zijn best zijn gedachten bij zijn plicht to bepalen; maai de man in lvem was bezig met de vrouw, die hem zoo smeekend. aankeek. maar als ik dat doe", ging zij voort en haar stem was nu gejaagd en ang stig, „dan moet u mij zweren, dat u geen misbruik van mijn vertrouwen zult maken, 'dat u mij niet aan do anderen zult verra den, en dat u mij. als het noodig is, zult be schermen." Ziende, dat Desmond bleef zwijgen, [naastte zii zich er bij te voegen: „Geloof mij, wat ik u vraag is niet in Strijd met uw plicht. Beste vriend, ondanks inijn heefe omgeving, ben ik niet wat ik schijn. Hot lot heeft mij in de organisatie gestoept, waarvan u ook deel uitmaakt; maar jaioof mij, ik weet niets van dien dienst, waartoe u in Mortimer en de rest pefmcmnr' Zij sprak met pijnlijken ernst en op zulk een droevigen loon, dat Desmond diep ge troffen was. „Als zij nu alleen maar niet co- rnedie speelt 1 dacht hij, en trachtte zich Le bevrijden van de betoovering, die deze vrouw scheen le kunnen uitoefenen, wan neer zij dat wilde. „Beloof mij, dal u geen misbruik zult ma ken van mijn vertrouwen en help mijl" zei ze, hom haar hand toestekend. Desmonds groole hand sloot zich om de hare en hij voelde een eigenaardige trilling van sympathie voor haar. „Ik beloof het!" zei hij. en mompelde in zichzelf iels als oen gebed, dat hij niet ge dwongen zou worden zijn woord terug te nemen. Zij liet haar blik een oogenblik op hem ruslen. „Denk er aanl' drong zij waarschuwend, terwijl een flauwe glimlach over haar ge laat trok, „heel spoedig zal ik u misschien aan uw belofte komen herinneren." „Ik beloof het", herhaalde hij en zijn oogen verlieten de hare niet. „Dan moet u". riep zij hartstochtelijk uit, „voor mij uitvinden wie voor den Kroon prins de Ster van Polen lieoft gestolen ten koste van het leven van een onschuldigen ouden man!" „De Ster van Polen 1" herhaalde Des- mond. „Wat is dat, do Sier van Polen?" Trotsch richtte het meisje zich op en haar houding had iets indrukwekkends, toen zij antwoordde: „Ik ben een Poolsclie, en voor ons, Polen, is de Ster van Polen al de eeuwen door een onderpand geweest van het herstel van ons langverloren koninkrijk. Die Ster was het Voornaamste juweel van het Poolsclie kro ningszwaard, dat vele honderden jaren ge leden verdween in de 13de eeuw vertelde een van mijn landgenooten het mij eens en zij was een van de meest belangrijke schatten in het kasteel van onzen grooten koning Johan Sobieski in Villanoff, buiten Warschau. Beste vriend, ik ben niet gods dienstig en in mijn jeugd heb ik het oude geloof van mijn voorvaderen op zij gezet; maar wanneer ik denk aan de buitengewone reeks van omstandigheden, waardoor deze schat in mijn bezit kwam, dan moet ik bijna gelooven ,dat God mij uitverkoren heeft om dit juweel terug ie geven aan den koning van een onafhankelijk Polen. Vier jaar geleden was ik in de Vereenïgdo Staten; ik was een simpel danseresje in een variété-theater van den derden of vierden rang. Toen ik in Columbus, in Ohio, optrad, ontmoette ik een Duitscher; een man. die officier was geweest van de Pruisische Gar de, maar die zijn vingers had gebrand en ge dwongen was geweest te emigreeren. Die man heette Ilans von Schornbeek. Zooals zooveel Duilsche officieren, die naar Amerika gaan, had hij van allerlei baantjes bij de hand gehad, kellner, liftbediende, chauffeur en de Hemel weet wat nog meer maar toen ik hem ontmoette, zat hij er blijkbaar goed bij. Ik ben pas later te weten gekomen, dat hij een van uw voornaamste spionnen in Amerika was. Hij roemde mijn talenten zeer en bood aan het kapitaal te verschaffen, om mij als Oostersche danseres te laten optreden met een grooten troep. Er was maar één voor waarde aan verbonden, wanneer ik zijn aanbod aannam, en die voorwaarde was, mai foi, mij niet onaangenaam; ik moest namelijk, na gedurende zes maanden een lournée te hebben- gemaakt door de Ver- cenigde Stalen en Canada, naar Brussel gaan en mij daar vestigen in een huis, dat Ilerr von Schornbeek mij cadeau zou doen. Mon ami, in die dagen wist ik nog niets af vae diplomatie. Ik wist alleen, dal ik dik wijls honger leed, en dat ik oen beetje ta lent had, dat mij, als ik er de kans voor kreeg, voor armoede kon vrijwaren. Herr van Schornbeek vervulde de beloften, die hij mij gedaan had. Ik kreeg mijn troep, ik maakte mijn lournée door Amerika en Ca nada met groot succes en kwam ten slotte in Europa, waar ik mijn eerste optreden hield te Brussel. Ik kende Brussel al van vroeger. Als een half-uitgehongcrd, ongelukkig kind was ik daar met een troep acrobaten dikwijls opge treden. Maar nu kwam ik naar Brussel als een veroveraarster. Een prachtige villa in de voorstad LaekeD wa3 in gereedheid ge bracht voor mijn ontvangst en er was een ruim crediet op mijn naam geopend bij een van de voornaamste Banken, zoodat ik ont vangen kon en soirées geven zooveel ik wilde. Ik geloof, dat ik mij toen nauwelijks be wust was van de rol, die ik bestemd was voor den Duitscben Spionnagedieiis'. te spe len. In mijn heele vroegere leven was ik nooit gelukkig geweest; ik had altijd moeten vechten voor mijn armoedig bestaan; ik had nooit, mooie kleeren gehad en auto's en bedienden." Zij zweeg en keek om zich heen. De ka mer was bijna donker; buiten hing de mist als één sluier voor het raam. „Steek de lamp aanl" smeekte zij. „Ik houd niet van de duisternis 1" Desmond stak een lucifer aan en bewerk te daarmee een petroleumlamp, die op het buffet stond. „Och, beste vriendI" vervolgde de dan seres, „ik nam dat nieuwe leven met bcido handen aan. Het was in 1913. Nu weet ik, dat ik een van de werktuigen in Duilsche handen was, die den inval van de Duit- sohers in Belgié moesten voorbereiden. Mijn opdracht was vrienden te maken onder do Belgen en Franschen en de cosmopoücli- sohc „society" van Brussel in het algemeen en die uit le noodigen in mijn huis, waar uw mensohen wachtten om met hen te on derhandelen. Mijn mooie villa werd het rendez-vous van alle mogelijke schurken uit heel Europa; mannen en vrouwen, die daar al lerlei geheimzinnige Duilschers ontmoetten. Soms was cr een schandaal. Eens werd een Belgisch officier doodgeschoten in de biljart kamer; zij zeiden, dat het zelfmoord was ge weest en de heelc zaak werd gesmoord, maar nu ik weet wal ik weet Enfinl Ik deed mijn oogen rnaar dicht.. het ging mij niet aanen ik verheugde mij in mijn toiletten, mijn dansen cn mijn nieuwe leven van weelde I En toen kwam de oorlog. Ik was in Lae- ken, om uit te rusten van een reis naar Rome. Er werd veel gesproken over den oorlog door dc menschen, die in mijn huis kwamen; maar ik zag niet in, dat het mij iels kon aangaan, een artiste, en ik las nooit kranten. Mijn Duilsche vrienden verzeker den mij, dat in korten tijd het Duilsche leger in Brussel zou zijn, en dat alles in orde was, als ik maar ru3lig thuis bleef. Zij wa ren hoogmoedig en vol zelfvertrouwen, die Duilsche rrienden van mij. En terecht; want binnen een paar weken trokken de Duitschers de stad binnen en nam een ge neraal zijn intrek in mijn villa. Hij was het, die mij in aanraking met den Kroon prins bracht. ("Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5