No. 19593. WOENSDAG 23 JANUARI Anno 1924 Offfrieele Kennis"pw5""??n. STADSNIEUWS. De verontreiniging van nnze stadsarachten. Het voornaamste nieuws van heden. BINNENLAND. SCH DAGBLAD PRIJS DER AD VERTE NTIEN: 80 Cis. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prij». Kleine Adverlenliên, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags EO Cts., bij een maximum aantal woorden van 80. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts. I Bureau Noordelndspleln Telefoonnummer* voor Olrectle en Administratie 175 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT» Voor Leiden per 8 maanden 2 AS, per week Bulten Lelden, waar agenten gevestigd tijn. per week Franco per post 2.86 4" portokosten. Ml lillMtS Ï0.18, .0.18, Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. 'Aan den gemeentelijken vischwinkel iVischmarkt 18 tel. 1225 is DOXDF.RDAG verkrijgbaar SCHELVISCH a f 0.270.?.1, SCHOL a 0.36—0.52, KABELJAUW a £0.15 en TONG a f 1.05 per pond. N. C. DE GIJSELAAR, Burgem. Leiden, 23 Januari 192-1. HONDENBELASTING. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter kennis van belanghebbenden, dat ingevolge art. 2 der Verordening, rege lende de invordering der plaatselijke di recte belasting op de bonden, iedere hou der van een of meer honden, die aan die belasting onderhevig zijn, verplicht is daarvan vóór of op den 31 en Januari a.s., bij den Gemeente-ontvanger aangift® te doen, door inlevering van ©en behoorlijk ingevuld en door den aangever ondertee- kend biljet en dat bedoelde insohrijvings- biljetten voor het dienstjaar 1924 koste loos ten kantore van den Gemeente-ont vanger verkrijgbaar zijn. N. C. DE GIJSELAAR, Burgem VAN STRIJEN. Secretaris. Leiden. 23 Januari 1924, DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen t-er algemeene kennis, dat J. J Philippo te Leiden een verzoek heeft in gediend ter bekoming van verlof voor den verkoop van alcoholvrijen drank voor ge bruik ter plaatse van verkoop in het per ceel Lammermarkt No. 13. N C. DE GIJSELAAR. Burgem. VAN STRIJEN. Secretaris. Leiden, den 23en Januari 1924. Over de verontreiniging onzer stadsgrach ten is in den laatsten tijd veel geschreven en gesproken mede in verband met dc door B. en W. voorgestelde en door den Raad aangenomen rioleeringsplannen. Over de vraag of de bevolking zelve van deze ver ontreiniging en vervuiling in meerdere of mindere mate schuld heeft, is ook toen, als dikwijls te voren, geredetwist. De meeningen daarover bleken nogal verdeeld te zijn. Voor hen, die van oordeel waren, dat de bewoners aan of nabij onze grachten en wateren zelf in hooge mate aan deze vervuiling mede werken, leveren de grachten, nu, na eenigen lijd van vorst en gesloten water, de dooi is ingevallen, een in het oog loopend bewijs. Met dezen invallenden dooi komt aan het licht wat in den korten tijd. dat het daar in geworpen afval en vuil van den meest uit eenloopenden aard, niet in de diepte kon verdwijnen of door het stroomend water worden medegevoerd, al zoo in onze open bare wateren wordt gedeponeerd. Wie zich de moeite getroost dezer dagen langs onze volksgrachten te wandelen, staat daarover verbaasd. Hier en daar lijkt het wet een vuilnisbelt in miniatuur. Een aange name wandeling is het dus niet, maar wel een leerzame. De vervuiling bepaalt zich ook niet enkel lot de grachten der meest bevolkte buurten. In het Rapenburg en onze Sing'elgrachten ligt eveneens heel veel afval van allerlei aard en verraadt het kwaad, dat de bevolking in alle lagen zichzelve brouwt. Hebben wij nu daarvoor onzen toch vrij goed functioneerenden ophaaldienst Is het nog te veel om hoogstens twee dagen het huisvuil te bewaren De bewoners moesten zich schamen voor dit laakbaar bedrijf, waarmede zij tevens in strijd handelen met dc desbetreffende verordening en een straf bare daad plegen. Wij zouden niet gaarne beweren, dat onze» politie in dezen in haar taak te kort schiet. Zij kan niet overal zijn en een hoop afval en vuil is o. zoo spoedig in het water geworpen. De overtreding te constateoren is niet ge makkelijk. Maar toch laat de politie steeds een wakend oog op onze grachten houden en, bij conslateering der overtreding, deze niet door de vingers zien want ook dit ge - beurt. En laat de rechter die overtredingen voorbeeldig straffen. En ten slotte laten wij ons allen door dringen van het besef, dat huis- en 9traat afval niet in onze wateren behooren te wor den geworpen. Om deze overtuiging bij onze stadgenoo- ten op te wekken en te versterken, daarvoor hebben wij, nu het kwaad zich in zoo sterke male openbaart, gemeend er de aandacht ®ens op te moeten vestigen. De dakloozen onder dak gebracht. In den tijd van woningnood en van hoelang dateert deze al niet kwam het meer dan Vroeger voor, dat geheele gezinnen in de gemeente dakloos- werden en op straat kwamen le staan. Vroeger, toen dit meer spo radisch voork#am, werd zoo'n gezin des nachts op het politiebureau geherbergd, overdag moesten zij hun heil op straat zoe ken, tot zij weer een woning hadden. Toen het aantal daklooze gezinnen grooter werd, was er bp het politiebureau geen plaats meer voor en van gemeentewege werd ingezien, dat het, al ware die er wel ge weest, ook niet aanging zulke gezinnen ge durende den dag aan weer en wind over to laten. Er moest raad geschaft worden. Tijdens het wethouderschap van mr. Van der Pot besloot de Gemeenteraad op diens advies. om een groot leegstaand pakhuis, behoorende bij de Stedelijke Werkinrichting, in de Ag nietenslraat, en dat niet meer gebruikt werd, voor de huisvesting van deze maatschappe lijke paria's in te richten. Een aantal vertrekken werden afgetim merd, primitief wel is waar, maar toch wel zoo, dat zij bewoonbaar waren. Beneden zijn cr twee, boven vier van zulke woningen ge maakt. Eleclrisch licht en duinwaterleiding werd aangelegd en boven werd één groote kachel vanwege de gemeente geplaatst en in den winter gestookt, terwijl in de woonver trekkon zelf de bewoners, zoo noodig voor verwarming hebben te zorgen. Het geheele complex dezer noodwoningen kwam le slaan onder toezicht van den com missaris van politie, die een der oudere hoofdagenten, den lieer Hartevelt, met de dagelijksche leiding belastte. Als er, hetzij door vertrek uit de gemeente, hetzij door het huren van een woning, plaats leeg kwam en er kwamen zich weder gegadigden aanmel den, werd een onderzoek ingesteld en wan neer er zich geen al te groote bezwaren ten opzichte der moraliteit of van onzindelijk heid voordeden tegen zulk een gezin, dan werd de sollicileerende huishouding opge nomen. In den laatsten tijd heeft er weinig mu tatie plaats, zoodat sommige gezinnen er al geruimen tijd wonen. Ideaal is daar de toestand zeker niet, dat heeft men zich trouwens ook nooit voorgo steld. Het is een noodmaatregel, die de ge^ meenle nogal eenig geld kost aan verwar ming, verlichting, duinwater en onderhoud maar waardoor dan toch ook wordt verkre gen, dat eenige daklooze gezinnen gratis on derdak vinden. De heer Witmans, die de geschiedenis van de zaak blijkbaar niet kende, heeft naar aanleiding van een anoniemen brief hem gezonden, er een bezoek gebracht en van zijn bevindingen Maandagavond aan het einde der lange zitting van den Gemeente raad een schril gekleurd tafereel opgehan gen, waaruit zou moeten blijken, dat hier onhoudbare toestanden heerschen; te meer laakbaar dan, omdat zij niet alleen van ge meentewege getolereerd, maar zelfs in stand gehouden worden. De Voorzitter wees cr den heer Witmans op, dat hij meer in het belang der zaak, waarom het ging, en van de gemeente had gehandeld, wanneer hij niet dadelijk in openbare Raadszitting, maar bij den burge meester persoonlijk met zijn grieven en klachten ware gekomen. Deze zal in de vol gende zitting zeker wel nadere inlichtingen verstrekken. In afwachting daarvan hebben wij echter ook een onderzoek Ier plaatse ingesteld. Wanneer inderdaad de toestanden zóó ern stig waren, als de heer Witmans het wilde doen gelooven, ware uitstel in voorziening maar hoe? spoediger gewenscht. Wij zullen nu ook onze bevindingen me- dedeelen. De inderdaad zeer groote ruimte herbergt in de zes daarin aangebrachte wo ningen in het geheel 32 personen, waaron der 18 kinderen, als de ons verstrekte op gaven juist zijn. Sommige woningen waren gesloten; de bewoners, die in straalnegotie doen, waren den boer op, zoo werd ons gezegd. Het grootste gezin bestaat uit man, vrouw en vier kinderen, waarbij een kind van enkele maanden. In twee gevallen ont brak de huisvader, die, zooals men ons zeide, de vrouw had verlaten. De gemeen schappelijke kachel brandde heerlijk; de af gesloten privaten zijn ruim en worden elec lrisch verlicht. In de meeste woningen was nog eenige versiering aangebracht: schilde rijen en portretten en snuisterijen. Het meubilair was over 't algemeen zeer primi tief; het beddegoed zag er evenwel vrij zin delijk uil en van groote slordigheid kon niet worden gesproken, al was het bij den een beter opgeruimd dan bij den ander. De onderlinge harmonie scheen er heel goed. Een der buren vertelde ons, dat men den vorigen avond er nogal gefuifd had. Bij informatie bleek ons, dat er iemand jarig was geweest, en dat dit aanleiding had ge geven tot een gemeenschappelijk feestje. Een andere huismoeder, die kort geleden c-en kind door den dood had verloren, roem de de hartelijke deelneming der buren in haar leed. Eon enkele vroeg ons of wij van den Ver- li uurdersbond waren, dan wilde zij beleefd in de gunst staan voor een kleino goedkoope woning, anderen verzochten alsjeblieft niet tot ontruiming over te gaan. Een huur van f 3 konden zij niet betalen en goedkooper kwam men niet beter terecht. Naar bnze mecning hebben als noodmaat regel deze woningen zeker recht van beslaan en zou men den toestand van het sfag men- schen, dat er een onderdak vindt, zeer veel minder maken als men dit gebouw ging ont ruimen. tenzij men zou willen, dat deze ge zinnen op kosten der gemeente in dc nieuw gebouwde gemeenlewoningen werden onder gebracht Van particuliere huiseigenaren is niet le verwachten, dat zij in dezen tijd van woningschaarschfe een woning aan deze lieden zullen verhuren. En door hen geheel aan hun lot over te laten, zou men noch in stoffelijken, noch in geestelijken zin een dienst bewijzen. „Krebustlipo" en „Amicitia". Met een woord van hulde aan hen, die de regeling van het gisteravond in de groote Sladszaal gegeven concert door twee Leid- schc Vereenigingen in handen hadden, moe ten wij beginnen. Immers, zelden wordt zoo precies op tijd aangevangen als hier het ge val was. En ook de geheele organisatie was puik in orde. Voorbeelden ter navolging in derdaad. De zaal was zeer goed bezet en die er waren, kwamen om de muziek en den zang; hun onverdeelde aandacht den ganschen avond was daarvan het bewijs. Op het podium stonden flinke planten groepen. Voor een er van verhief zich het fraaie vaandel van „Krebustlipo"; voor het andere was plaats geweest voor zulk een vereenigingssymbool van „Amicitia", maar dat bezit er nog geen. Wij vergaten evenwel de beide Veree nigingen, welke hier zoo zusterlijk samen- werkten, met andere woorden, welke met haar tweeën hel concert gaven, aan onze lezers voor te stellen. Daarom haasten wij on9 nu het le doen. „Krebustlipo", de eene kunstzuster, wier vreemde naam onvertaalbaar is, werd 4 Juli 1905 geboren, beoefent de mandoline-mu- ziek en heeft pas weer, wegen9 vertrek naar elders van haar directeur, haar eersten lei der, den heer L. G. Veerman, als zoodanig I terug. „Amicitia", een neutraal gemengd koor, de jongste der twee, werd opgericht 1 Maart 1922, ontstond uit het vroegere Vrij zinnig Zangkoor, hetwelk, als wij ons niet vergissen, langen tijd den reeds genoemden heer Veerman tot gids had. Nu i9 haar di recteur de heer P. de Rook, zeer bekend in de Leidsche muziekwereld. De groote taak, welke beide Vereenigin gen op zich genomen hadden werd al heel eerlijk gedeeld, want elk harer nam de helft voor haar rekening, en het geschiedde om beurten: nu een nummer, onderverdeeld in drieön, voor mandoline-orkest, dan een num mer, onderverdeeld in drieën, voor zang. In 1 't geheel elk negen nummers. De werkende leden van beide Vereenigin- 1 gen hebben hun best gedaan en met goed resultaat. De toejuichingen waren verdiend. Zoowel de mandolines als de menschen gaven een zuiver geluid en er zat kleur in hetgeen wij uit hen en van hen te hooren kregen. Die „Krebustlipo-marsch" van Veerman blijft het nog altijd goed doen en deed ver langen naar méér, dat dan ook gegeven werd. Dan noemen wij, zonder de overige nummers gering te schatten, de aardige, echt Spaansche melodie van Stuman, en het I moeilijkste, maar goed gespeelde „Schu bert", van Mario Maciocchi. „Amicitia", voor welker sopranen wij in- zonderheid een woord van lof hebben, zong bijzonder goed „Salve Regina" van II. Ober- 1 boffer-, „De Uitverkorene", compositie van den directeur, den heer De Rook, dat wij gaarne nog eens hadden gehoord; „Goeden nacht!" van J. Stroomberg en „Serenade van een Landsknecht", van Orlando Lasso. Alles bij elkaar een uitvoering, welke tot tevredenheid stemde. ders ongeveer 550 (dit is hel grootste aantal, dat ooit hier le lande op een nationale ten toonstelling was vertegenwoordigd), sierdui- ven 500, postduiven -125 (waarvan 250 van Leidsche vereenigingen), konijnen 150, di versen 100. De twaalfjarige clarinel-blazer Hen. drik Riebeek, medewerker o.a. in het Stede lijk Muziekcorps, moet wegens studie af stand doen van medewerking in alle muziek- vereenigingen, en is geplaatst als leerling bij het Koninklijk Conservatorium te 's-Graven- hage. De echtgenoole van den rijksveldwach ter P., die Zondag zoo ongelukkig door een revolverschot werd getroffen, is aan de be komen verwondingen overleden. Toen de bloemist J. de L., aan de Schelpenkade, hedenmorgen bezig was met het oprollen van een rietmat, had hij het ongeluk uit te glijden en voorover te vallen met den rechterarm door een broeikas. Hi) bekwam aan dezen arm een diepe snijwonde en ook een slagader werd getroffen. Nadat eerst de politie hulp had verleend, is hij spoedig door den Eerste-Hulpdienst verder verbonden. Gisteravond ruim zes uur is 'n schoor steenbrand gebluscht in de bakkerij van S., F. en Co. in de Willemslraat en hedenmor gen een bij P. K., in de Nannieslraat. Door de N. Z. II. T. Mij. en de M. E. T, werden in de afgeloopen maand December vervoerd op de lijnen van Leiden naar Kat- eSj??mWiik T2^"6 PerSH(ilü^ dat de Regeering door haar maatregelen de IfL "1T3'± veehouders dikwijls in opstand brengt. Hij BINNENLAND. De interpellatie-Westeiman in de Tweedt Kamer inzake het verleenen van ontslag aan gehuwde ambtenaressen. Er wordt een wetsvoorstel voorbereid om de forensenbelasting te scheiden van ds gemeentelijke inkomstenbelasting. BUITENLAND. Lenin is overleden. De directie der Dnitsche Rentebank dringt er op aan geen bezettingskosten meer te betalen. De samenstelling van het nienwe Engel- sche kabinet Mc. Donald. De bijeenkomst der Commissie van Des- kondigen. 53.479 pers. (65.128) en van Leiden naar Den Haag 101.981 pers. (128.645). De op brengst bedroeg respectievelijk f 39.171.48 (f41.596.08) f15.410,72 (f17.712,231/») en f 16.123,87 (f22.995,63). De totaal-opbrengst van genoemde lijnen over 1923 was f562.670,97 (vorig jaar f 617.358.9lV2) I f207.502,21 (f230.902,33); en f 242.519,93V» I (f 297.226,797»). Exprestrein 208, welke alhier om half tien anders doorgaat, stopte heden aan het station wegens het defect raken der locomo tief. Nadat er op het station een andere loco motief was voor geplaatst, vertrok de trein met 15 minuten vertraging. Bij de Gemeentelijke Arbeidsbeurs zijn thans ingeschreven 1604 werkzoekenden Het concert, dat Zondagmiddag gegeven zou worden voor den Bazar tën bate van het Leidsche Volkshuis is naar den avond verzet moeten worden, daar op grond van de Zondagswet van 1815 toestemming is ge weigerd. De heer Max Obersladt, wiens medewer king op dit concert was gevraagd, zendt ons dienaangaande een Ingezonden Stuk, waar van wij plaatsing overbodig achten, daar het gericht is tot den Raad, die in dezen, zooal9 men weet, geen zeggenschap heeft, 't Is trouwens een der struikelblokken in Leiden, waartegen geregeld verzet komt, maar-zon der eenig resultaat. Een beroep op andere plaatsen zegt hier niets Voor het Leidsche Kantongerecht zijn in het afgeloopen jaar behandeld 834 gewone civiele zaken en 66 zaken betreffende het arbeidscontract, 62 requesten krachtens do Huurcommissiewet, 92 requesten krachtens de Huuropzeggingswet, 3 requesten krachtens de Huuraanzeggingswet, 1 request krachtens de arlt. 5 en 6 van de Wet op den Handels naam en 384-1 strafzaken. De inschrijving voor de binnenkort in de groote Stadszaal te houden pluimvee tentoonstelling is thans gesloten. Men deelt ons mede, dat de tentoonstelling in totaal 2200 nummers zal omvatten, hetgeen 800 meer is dan ter vorige tentoonstelling. Dg inschrijvingen omvatten verder de volgende numnaew groote hoenders 500, krielhoen- Mond- en klanwzeerbestrijding. In de bovenzaal van café Pschorr, te Rot terdam ,is een zeer druk bezochte buiten gewone vergadering gehouden van den Zuid- Hollandschen Bond van Veehandelaren. De voorzitter van den Z. II. Bond van Veehandelaren, de heer M. de Haas, uit Sommelsdijk, leidde de vergadering. De heer Hoefnagel, directeur van het abattoir te Utrecht, sprak vervolgens over het al of niet gewenscht zijn om het mond en klauwzeer van de lijst der besmettelijke veeziekten geschrapt te krijgen. Volgens spr .is thans de toestand zoo geworden, dat onafgebroken het mond- en klauwzeer heerscht. Reeds geruimen lijd geleden heeft hij ingezien, dat alle tegenwoordige pogin gen om deze ziekte te bestrijden, vruchte loos zijn. Daarom moet het mond- en klauwzeer op den duur uit de wet gelicht worden, daar de bestrijding van deze ziekte aan den Staat schatten gelds kost, die beter voor andere doeleinden aangewend kunnen worden. De vraag of deze ziekte thans af doende wordt bestreden, moet ontkennend worden beantwoord. Hiervan kan echter den ambtenaren van den veeartnenijkun- digen dienst geen verwijt worden gemaakt. De dierartsen hebben soms onbewust schuld aan de verbreiding van de ziekte. Door dc contróle op de markten worden nl. dikwijls andere dieren besmet. Ook de veehandelaars en veehouders dragen er ongetwijfeld toe bij dat het mond en klauwzeer zich snel ver spreid. Herhaaldelijk is geconstateerd, dat I veehouders dikwijls dieren op de markt brengen, afkomstig uit een besmetten stal. De heer Hoefnagel merkte verder op, dat thans, nu getracht wordt door allerlei mid delen de ziekte tegen te gaan, we van de eene epidemie in de andere sukkelen. Ook vindt hij onbegrijpelijk, dat thann in Enge land nog groote veestapels worden afge maakt. Met alle macht moet getracht wor den de oorzaken van deze uiekte te onder zooken, om de dieren door inspuiting, zoo als bijv. de varkens tegen vlekziekte, voor het mond- en klauwzeer te vrijwaren, In Duilschland werd reeds in 1870 een insti tuut opgericht, ter bestudeering van het mond- en klauwzeer. Nu heeft prof. Pfeiler beweerd de samenstelling van de smetstof te hebben ontdekt. Met dr. Overbosch heeft spr. een bezoek aan dezen hoogleeraar te Jena gebracht. Daar is besloten de door prof. Pfeiler vervaardigde entstof krachtig in Ne derland te propageeren. Het is noodig, dat hier le lande een insti tuut wordt opgericht voor de bestudeering van deze veeziekte. Dc kosten, die het op richten van een dergelijke instelling met zich meebrengen, moeten niet door den Staat doch door de belanghebbenden gedra gen worden. De heer De Haas wijst er Vervolgens op, is er ook van overtuigd, dat er groote be dragen voor de bestrijding van het mond en klauwzeer worden besleed, die niet ge daan behoefden le worden. in tegenstelling met den heer Hoefnagel is hij echter van meening, dat deze ziekte zoo spoedig mogelijk van de lijst der be smettelijke veeziekten geschrapt behoort te worden. Wanneer in ons land bijv. een be paald gebied gesloten wordt verklaard, zal het buitenland des le eer tot sluiting van zijn grenzen voor llollandsch vee overgaan. De heer De Haas noemde verschillende cijfers, daaruit concludeerende, dat er juist in jaren, waarin de gevreesde ziekte in erge mate heerschte, een des te grooter uitvoer naar het buitenland plaats had. De heer Weit kamp, lid der Tweede Kamer, is het volkomen met den heer Hoef nagel eens, dal de ziekte niet afdoende kan worden tegengegaan. Ook de zelfzucht van veehouder cn handelaar draagt er toe bij dat de ziekte des te meer wordt verbreid. Om de kosten van bestrijding te dekken, acht hij het heffen van een z.g. hoorngeld niet gewenscht. Hoewel hel in beginsel eens met den heer De Haas, vreest spr., dat het schrap pen van deze ziekte voor ons land op een fiasco zal uitloopen, daar het buitenland on middellijk eigen veeteelt zal gaan bescher* men. De heer Vaandrager is van mee ning, dat wij ons niet aan het buitenland moeten storen, daar dit slechts ons vee zal betrekken, indien het dit noodig heeft. Doch een internationale conferentie over het mond- en klauwzeer vraagstuk acht hij zeer gewenscht. Eveneens een premie voor dfl spoedige aangifte van de ziekte. De heer Turkstra, afgevaardigde van de Friesche veehandelaars, merkte op, dal zijn afdeeüng in dezelfde richting wil werk zaam zijn als de heer Hoefnagel. Hij wil echter deze kwestie in de eerste plaats van veehandelaarsstandpunt bezien, daar de handelaars het meeste belamg er bij hebben. En dat is hel commercieele standpunt. Hij acht het eer gewenscht, het afmakings- sysleem toegepast te zien, daar dit voor de handelaars de min9te belemmeringen in den weg legt. De heer Schouten, lid der Tweede Kamer, kan als leek het vraagstuk niet uit deskundig standpunt bezien, doch hij kan het denkbeeld van het schrappen van het mond- en klauwzeer van de lijst der be smettelijke veeziekten hij zijn groep nog niet aanbevelen. Hij wil den heer Hoefnagel de volgende vragen stellen: lo. Kan door de bestaande inrichtingen het mond- en klauwzeer niet voldoende on derzocht worden? 2o. Indien neen, moet dan niet eerst vol doende onderzocht worden hoeveel de kos ten van een te stichten instituut zullen bedragen, alvorens over het al of niet wen- schelijke daarvan te discussieeren? De hesr Hoefnagel antwoordde den heer Schouten, dat inderdaad de stichting van een instituut voor het onderzoek van het mond- en klauwzeer noodzakelijk is, Alle aandacht moet hierop gevestigd zijn. Hij wil echter dit niet door den Slaat laten bekostigen. De heer De Haas verheugde zich er ovef dat in deze vergadering zooveel belangwek kends is besproken over de bestrijding van het mond- en klauwzeer. Al is men dan ook niet lot een besluit gekomen, wat trouwens vrijwel onmogelijk zou zijn, toch is er be langstelling gewekt door deze vergadering. Hij is er van overtuigd, dat deze bijeen komst den stool gegeven heeft tot een krach tige actie in ons geheele land. Hij dankte ten slotte de aanwezigen voor hun belangstelling.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 1