Prijs 55
De Onzichtbare Hand.
No. 19573.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 29 December.
Tweede Blad. Anno 1923.
FEUILLETON.
UIT DE PERS.
UIT DE RIJNSTREEK.
RECLAMS.
5611
Recal Zeep
Een zuivere zeep als de
Recal-Zeepisonontbeerlijk
voor de verzorging van de
huid. Daar zij bovendien
tot het laatste snippertje
hard blijft is de Recal-Zeep
zeer voordeeiig in het ge»
bruik. Men heeft er twee
maal zoo lang aan als a%n
iedere andere zeep.
ets
n BUITENL. WEEKOVERZICHT.
Zooais bijkans ieder jaar om dazen tyd
if bet erg ruatdg op bet groote politieke
werelcl-sabaakbord. 'fc Is alsof men voelt,
(dab met Kerstmis en met Oude- on Nieu-
jirejaar er stemmingen rondwaren over de
Aarde, die niet bepaald in overeenstemming
■ijn met betgeen do leidende personen be
ng zijn te wrochten. Ook daaraan meenen
wij te mogen toeschrijven de stilte, die er
alom heersebt
Toch zijn er nog een paar dingen, die
het memoree ren waard zijn. Benoemd zijn
door de Oommissie van Herstel do deskun
digen in de beide oommissies, die een on
derzoek rullen instellen naar Dultschland'j
draagkracht of liever onvermogen toe-
kenend is in dit verband wel de officieel®
oproep der Roode Kruuorganisatio tot het
buitenland! en naar het gevluchte ka
pitaal. Half Januari zullen zij haar taak
aanvangen. En vermoedelijk zil alles ge
daan worden om het onderzoek zoo breed
mogelijk op te zetten, althans voor zoover
Frankrijk daaraan zal willen meewerken.
Marianne ral daarbij, gelooven we, den voet
(wel niet al te strak meer durven houden,
mede gelet op de daling der franc tot een
nog niet bereikt laagte-niveau. De Fran-
eohe minister van financiën de Lasteyrie,
heeft wel geprobeerd om die daling voor
bet land zelf te camoufleeren, maar voor
bet buitenland ral hem dat niet gelukt zijn.
Een munt-eebheid valt nu eenmaal niet
alleen door psychologische redenen", zoo-
als hij dat beliefde uit te drukken. De
Franschen ondervinden, zij het nog slechts
zwak, nu ook aan den lijve de gevolgen
van waarde-daling van de Fransche valuta
on dat zal Poinoaré meer murw maken om
te luisteren naar eenig voorstel, dan wat
ook. Yooral nu het hard loopt naar nieuwe
Kamecrveikiezingen in Frankrijk, waarin
de premier zijn kansen zal verdedigen.
Nieta zal hij verzuimen, om zijn beleid zo#
schoon mogelijk te doen schijnen in uit
komst en om daartoe te geraken, zal hij
ongetwijfeld nog wel het een en ander heb
ben toe te voegen aan zijn staat van dienst,
die, zoaals deze nu er uitziet, het Fran-
Boho volk toch wel eens niet langer zou
kunnen overtuigen.
Met groote belangstelling volgen we
daarom de verdere besprekingen tusschen
Parijs en Brussel eenerzijds en Berlijn an
derzijds. Een nieuwe stap is van Duitsche
zijdie gedaan, maar de omvang daarvan is
nog te weinig bekend om te durven oor-
deelen. Parijs en Brussel zijn er nog over
in onderlinge bespreking. Het schijnt ech
ter, dat Duitsohland meer en meer duide
lijk uitspreekt, dat liet bezette gebied moet
worden teruggebracht onder rechtstreeks
Duitsch beheer, wil er iets terecht komen
van een leaning of wat ook.
Engeland slaapt neg voort, zooals moei
lijk anders te verwachten was onder het
huidig bewind van Baldwin, die blijkbaar
er nog aan denkt, o:n bij zijn zwanenzang
in hot parlement een heel program over
te leggen. Waar achter alleen partij-belang
kan schuilen. Over het parlementarisme
van tegenwoordig gesproken, zelfs in een
land waar het zich over 't algemeen nog
niet zoo kwaad handhaafdeBedoeling kan
slechts zijn bij voorbaat de kiezers te lok
kon, wanneer het spoedig eens weer tot
Lagerhuis-verkiezingen zou komen, wan
neer do regeering der Labour-partij vast
loopt op een of ander punt. Of het echter
kans op succes heeft?
Meer succes hebben de pogingen gehad
van diverse Grieksahe kringen om Vem-
zelos te bewegen, zijn grooto rust in Fraok-
rijk op te geven en óch nog eens te stollen
aan het hoofd der Grieksche ja, is 'fc
nog een koninkrijk of reeds een republiek?
We zullen het maar hooiden op het laatste,
al is het laatste woord noj niet gesproken.
Yenizelos komt naar Athene, nogmaals zich
opofferend voor zijn vaderland om te po
gen het Grieksche schip van staat in rus
tiger wateren to voeren, een goede toe
komst tegemoet. Om, wanneer hij weder
om mocht slagen, opnieuw ten offer te val
len aan de blijkbaar nooit afstervende
Grieksche gewoonte om de groote mannen
na het- verrichten van hun reddingswerk
te verguizen Wie zal 'fc zoggen. Het laat
zich echter aanzion, dat Yenizelos zelf daar
Door DOUGLAS VALENTINE.
Schrijver van „De man met den Klompvoet".
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
(Nadruk verboden).
ft)
De heeren verlieten de kamer en Barbara
bleef alleen met de danseres. Het viel haar
op, zoo moe als Nur-el-Din er uit zag. Haar
aardige, kinderlijke manieren schenen met
haar opgewondenheid verdwenen te zijn.
Haar gelaat was slap en lusteloos. Zij had
kringen onder de oogen en om haar mond
lag een harde, strakke trek.
„Kind", zei ze, „geef mij alsjeblieft even
mijn peignoir aan'angt achter die
deurdan zal ik al die verf van mijn
gezicht af zien te krijgen 1"
Barbara kreeg het gevraagde en ging
naast de danseres zitten. Maar Nur-el-Din
bewoog zich niet. Zij scheen in gedachten
verdiept. Barbara zag weer dien opgejaag-
den blik, welke zij denzelfden avond al eens
had opgemerkt.
,,'t Is een moeilijk leven, dat leven van
ons, een leven van verandering, ma petite 1
Een groot kunstenaar, 'eeft geen vaderland,
geen tehuis, geen eigen 'aard! De laatste
vijf jaren 'eb ik de wereld door gezworven!
Dikwijls denk ik, dat ik ergens voorgoed zal
blijven, maar het leven sleept mij voortI"
Zij nam van haar toilettafel een ovaal,
glad zilveren doosje.
„Ik wou je iets vragen, ma peRte Bar-
toe de kans niet zal bieden. Uitdrukkelijk
verzekerde hij, dat rijn terugkeer slechts
tijdelijk is, alleen om het ergste te helpen
redderen en zich dun weer terug te trekken
in de rust naast zijn Fransohe echtgenoote.
Benijdenswaardig is zijn taak niet. Te meer
niet, waar hij in Griekenland een kleine
partij vindt, die hem doodelijk haat en
daaraan niefc zal nalaten uiting te geven.
Niet openlijk, maar in 'fc geheim. Wat de
ergste en ergerlijkste bestrijding is, onge
twijfeld.
Besluiten willen we voor beden met nog
even to wijzen op de zegeningen der jury
rechtspraak, zooals die voor de zooveelste
maal tot uiting zijn gekomen in de vrij
spraak van de jeugdige anarchiste Ger
main o Bertom to Parijs. Dat zij den roya
list Plateau doodschoot, stond vast. Zelfs
betreurde zij openlijk dozen te hebben „ge
nomen" in plaats van dein leider Daudet,
op wien rij het eigenlijk had voorzien.
Toch sprak de jury haar vrij! En goed
beschouwd, kon zij anders doen? De advo
caat was zoo handig in het geding te bren
gen de vrijspraak van den moordenaar van
Jaurès en van nog enkele andere moorde
naars. Gelijke monniken, gelijke kappen.
Het optredon der royalisten was van zoo-
danigen aard, dat zij zoker geen: ,,wij zijn
beter" konden spelen. De consequentie lag
voor de hand. Wel rechtszekerheid onder
zoo'n rechtsspraak.
En hiermede nemen wij afscheid van 1923.
Was het onze schuld, dat onze overzichten
bijkans zonder uitzondering in pessimisti-
schen geest waren gesteld? Gaarne hadden
wij 't zelf anders gewild, maar
Hopen we op 1924.
De Postgiiodienst.
In Eoononiisch-Statistisobe Berichten
wijdt (prof.) B(ruins) een artikel aan den
Postcheque en girodienst
Hoe het aantal rekeninghouders
moge toenemen, er zal steeds in het dago-
lijksch leven een belangrijk aantal beta
lingen overblijven, dat alleen met gereed
geld geschieden kan. Een bedrijf van zeke
ren omvang, dat ontvangsten van allerlei
aard beeft en bovendien over een bankre
kening beschikt, zal voor deze betalingen
niet op den postdienst behoeven terug te
vallen. Andj.rs staat bet echter met den
partioulierrekeninghoude»r, die in de mees
te gevallen geen bankrekening beeft en
wiens ontvangsten dikwijls grootendeelfl
zoo niefc geheel men denke aan den
ambtenaar in den vorm van giro-Over
schrijvingen tot hem komen.
Voor hem heeft de girodienst de dubbele
functie van ovorsclirijvingsi nstd buut en mid
del om telkens een deel van zijn tegoed In
geld vorm te rcaliseercn en moet de dienst
deze dubbele functie hebben. Het verschil
hierbij i3, dat, wanneer de overschrijvin
gen één of twee dagen meer nemen, dit
geen bezwaar is, doch, wanneer hij voor
het krijgen van geld een paar dagen wach
ten moet, do dienst in dit opzicht voor hora
een groot deel van zijn beteekenis gaat ver
liezen
Wie do lijst van de aangeslotenen
bij den girodienst eens ter hand neemt,
ziet met één oogopslag, dat het aantal par
ticuliere rekeninghouders van bovenge-
roemde categorie zeer groot is. Dit is een
uitermate gelukkig verschijnsel. Het is dit-,
wat den girodienst populair heeft gemaakt,
en berderen groei zal de dienst in hoofd
zaak in dozo richting hebben te zoeken.
Gaat het verkrijgen van gereed geld mot
zwarigheden gepaard en moet men met
name ©enige dagen op zijn geld wachten,
dan Is te voorzien, dat niefc alleen deze
verdere groei voor een belangrijk deel zal
zij.n afgesneden, maar dot bovendien voor
een groot deel der tegenwoordige rekening
houders de dienst een veel geringer plaats
in hun kasbeheer zal gaan innemen.
In verband met dit alles is hefc dan ook
zeer de vraag, of centralisatie niefc veeleer
een ander misschien niet verwacht gevolg
zou hebben. Cijfers omtrent do verhouding
van overschrijvingen tusschen in deselfde
plaats gevestigde personen en tusschen
bara!" zei ze. „Dit doosje is een familie
stuk; ik'eb het al eel lang. De wereld is
tegenwoordig in zoo'n verwarring, dat het
leven niet veilig is voor iemand die zooveel
reist als ikl Jij hebt een thuis, een veilig
thuis met je lieven vader! Hij 'eeft mij er
van verteld! Wil je dit doosje meenemen en
het veilig voor mij bewaren, totdat de oor
log voorbij istotdat ik je er naar
vraag?"
„Ja, natuurlijk", zei Barbara, „als u dat
graag heeft, hoewel met deze luchtaanval
len ik weet niet of Londen ook wel
heel veilig is."
„Ja, dat is een verstandige opmerking van
je", riep Nur-el-Din, „in ieder geval is 'et
doosje veiliger bij jou dan bij mij. Zie, ik zal
'et inpakken en verzegelen, en dan wil jij
'et mee naar 'uis namen, n'est-ce pas?"
Zij opende een lade, rommelde snel even
in den inhoud, haalde een stuk wit papier
en lak voor den dag .Zij pakte het doosje in
en verzegelde het pakje met een eenvoudi-
gen zegelring, dien zij van haar vinger trok.
Toen overhandigde zij het pakje aan Bar
bara.
Er werd op de deur geklopt. De kame
nier, die zacht in een hoek van de kamer
met Madames japonnen bezig was, deed
open
„Je zult er goed op passen, niet?" zei de
danseres tol Barbara, en haar stem trilde
van plotselingen hartstocht, „je zult 'et
zorgvuldig bewaren, totdat ik er om vraag."
Zij lachte en voegde er achteloos bij:
„Omdat 'et een familiestuk is, een soort
van talisman, hè?"
Toe» klonk buitel de deur Strangwises
diepe slem.
Nur-el-Din sp op.
„Le capitaine is daar, Madame", rei de
personen in verschillende plaatsen bestaan
belaas niefc, naar hefc schijnt. Ook zonder
zoodanige cijfers eoJ men echter mogen
aannemen, dat speciaal de bovenbedoelde
particuliere rekeninghouders, die, met
name in de groote steden, hun inkoop en
voor de groote meerderheid in de plaats
hunner inwoning doen, ook daar hun beta
lingen hebben te bewerkstelligen.
Ook om deae reden is <fus te verwachten,
dat deze particulieren, wanneer rij boven
dien over den gemeentelijken girodienst
tevens van den interlocaJen rijksgiit) ge
bruik kunnen maken, al spoedig aan een
geraeontelijken girodienst de voorkeur zul
len geven boven den gecentraliseerden
rijksdienst. Yoor een girodienst zijn zij
thans voldoende opgevoed. Aah den an
deren kanfc weten de gemeenten uit hefc
voorbeeld van Amsterdam, dat een gemeen
telijke girodienst-, naaet kans op een bate
voor den gewonen dienst, de zekerheid
geeft van een zeer belangrijke "kasverster
king. Zou het wonder zijn, als bij centra
lisatie van den rijksgiro in de meeste ge
meenten van beteekenis een plaatselijke
girodienst werd opgericht en gedijde?
Voor een dergelijken toeetand kunnen
argumenten worden aangevoerd, vooral
wanneer op deze wijze ook aan girodienst
niet door de overheid, doch gelijk te
Rotterdam door bestaande financieel©
inriohfcingen opgericht, een plaats in het
geheel kan worden gegeven. Aan den an
deren kanfc is het echter een verbrokke
ling, dio tot verdubbeling van werkzaam
heden cn ander© nadoelen leidt, zoodat
een dienst in één hand, die aan de aange
slotenen dezelfde voor de-el en biedt en daar
bij aan een ook plaatselijk zoo uitnemend
voor dit doel bruikbare organisatie als den
postdienst kan worden aangehecht, m.i.
verre de voorkeur verdient.
Uit een en ander volgt, dat wie tot do
conclusie mocht komen, dat decentralisatie
uit een oogpunt van organisatie en con
trole zoodanige nadeel en biedt, dat om
deze reden tot central is at Le behoort te
worden besloten, niet vergeten moet, dat
in dafc geval de kans zeer groot is, dat tóch
een decentralisatie ontstaat, maar dan een
verbrokkelde, die aan onze volksgemeen
schap in haar geheel genomen stellig meer
arbeid en moeite zal vragen dan een de
centralisatie in dén hand.
Schr. bespreekt vervolgens de opzet van
den post-glrodiensfc, gelijk die in het ver
slag van mr. Delprafc geschetst is.
Men vraagt rioh af, of een dergelijke op.
zet noodig was. Was dubbele berekening
noodig bij decentralisatie, dan zou rij hefc
bij oenbralisatie even zeer moeten rijn. Uit
hefc voorstel der Rankdirecfcio blijkt intus-
scben, dat men in den door haar aange
geven opzet van den dienst met een groep a
oontróle per 1000 rekeninghouders kan ge
noegen nemen. Waarom kan. dit echter wel
wanneer de te controle-eren ambtenaren
in hetzelfde gebouw zitten, en niet, wan
neer zij in Amsterdam of Rotterdam hun
werk doen Men krijgt sterk den indruk,
dat indertijd de oontróle veel te breed iB
opgezet geworden. Had men dezelfde- con-
tróle, die nu wordt voorgesteld, tevoren
aan de groote postkantóren onder verant
woordelijkheid de-r plaatselijke leiders
groot end eels ter plaatse doen geschieden
en zich in Den Haag b.v. tot de rest van
het land en verder tot een algemeen toe
zicht beperkt, dan had de zaak zeer ver
moedelijk zonder bezwaar geloopen.
Uifc het- bovenstaande mag niefc zonder
meer worden geconcludeerd, diat volledige
decentralisatie cle beste en eemge oplos
sing is. Yoor een dergelijke conclusie zijn
de ter beschikking staande gegevens verre
van voldoende. Wel echter, dat zij, die tot
do beslissing geroep cn zijn, hun aandacht
ook nog aan andere kanten van de zaak
zullen hebben te geven en goed zullen heb
ben te overwegen, wafc van hun beslissing
de consequenties zullen zijn. Dat bij vol
ledige centralisatie, vestiging van den
dienst te Amsterdam uit verschillend1© hoof
de d£ voorkeur verdient, is dezer dagen
door de Kamer van Koop-handel aldaar
met klem van redenen betoogd. Ook dit
punt zal niet zonder meer kunnen worden
vooihijgegaan.
Fransche kamenier, „en zegt, dat Monsieur
Mackwayte vraagt of Mademoiselle komt!"
De danseres stak een klein handje te voor
schijn van uit de plooien van haar zijden
kimono.
„Au revoir, ma petite", zeide zij, „we zien
elkaar nog wel eens. Je komt mij eens op
zoeken, n'est-ce pas? En zeg vooral niets
van en zij wee9 op Barbara's taschje,
waarin deze het kleine pakje had geborgen,
„dat blijft 'n ge'eimpje tusschen ons, hé?
Beloof mij dat, mon enfantI"
„Natuurlijk, ik beloof het u, als u dat
wiltl" zei Barbara verwonderd.
Halfnegen den völgenden ochtend zat Des-
mond Okewood in de spreekkamer van den
chef van den geheimen spionnagedienst. Hij
wist niet hoe hij het had. De telefoon naast
zijn bed had hem om acht uur gewekt uit
den eersten slaap, dien hij sinds twee maan
den in een werkelijk bed had genoten. Met
slaperige stem had hij geprotesteerd, dat hij
om tien uur op het Departement ontboden
was, maar een stem had hem kortaf ge
vraagd zich te kleeden en dadelijk bij den
chef te komen. En daar zat hij nu, zonder
ontbeten te hebben, met een door het haas
tige scheren pijnlijke lip. Wat ter wereld
wou die chef nu van hem? Hij was toch
niet bij den spionnagedienst, al was zijn
broer Francis dat wel?
Een stem schrikte hem op uit zijn nijdige
overpeinzingen:
„Kom binnen Okewood!"
De chef stond in de deur van zijn kamer,
een breedgeschouderde gestalte, in een een
voudig colbertkostuum. Desmond had hem
al eer ontmoet. Hij kende hem als een man
van veel vragen, maar van weinig mede-
deelen, toch had hij de herinnering van een
vriendelijke, onverstoorbaar kalme pereoon-
De opdracht aan de rechterzijde.
M. (mr. H. P. Marchant) schrijft in de
Vrijzinnig Democraat:
In deze dagen beleven wij allerlei onge
wone dingen, ook met monarchieën. In
Italië onderwierp Mussolini het koninklijk
gezag aan het zijne, en zond de volksverte
genwoordiging naar huis. In Spanje maakte
een militaire kliek zich meester van de re
geering, en koos de koning met de zaak der
generaals eieren voor zijn geld.
In Nederland heeft thans, omgekeerd, de
Kroon geabdiqueerd ten behoeve van „de
rechterzijde van de Tweede Kamer der Sta-
tcn-Generaal". Het verschil met Grieken
land is dat hier de draagster der Kroon in
ons midden blijft in plaats van naar Roe
menië te verhuizen.
De vorm? waarin dit drama zich afspeelt,
is de opdracht van de kabinetsformatie. Een
opdracht tot kabinetsformatie immers „aan
de rechterzijde der Tweede Kamer", door
wiens „bemiddeling" dan ook, heeft geen zin
De vorm bedekt de handeling, die hierin
bestaat, dat het grondwettelijk praerogatief
van de Kroon, om de hoofden der departe
menten van algemeen bestuur te benoemen
wordt overgedragen aan „de rechterzijde
der Tweede Kamer".
Verantwoordelijk voor deze handeling,
aan de Staten-Generaal, zal zijn een deel
van een der beide takken dier Staten-Gene
raal. Dit is het tweede punt, waarop de
schending der Grondwet uitkomt.
Het zetministerie ontdoet zich van het
laatste kleedingstuk, strekkende om zijn
constitutioneel fatsoen te bewaren.
Wij schamen ons ,dat zoo iets in Neder
land kan geschieden.
Maar het verheugt ons, dat dit geschiedt
onder de vlag van hel „christelijk" staats
recht, en dat de vaan van Thorbeckc door
deze smetten niet wordt bezoedeld.
Wij zijn niet moede geworden, de bewe
ringen van de rechterzijde, als zou ons his
torisch ontwikkeld staatsrecht alleen onder
hare hoede veilig zijn, als aanmatiging te
brandmerken. In dit opzicht heeft rechts
tegenover links niets te beschermen. Het is
uit do linkerzijde geweest, dat telkens weder
de waarschuwende slem is opgeklonken.
De consequentie van hel wanbeleid ligt
thans vóór ons.
Wie had kunnen denken, dat de praclijk
van het christelijk staatsrecht hierop zou
uitloopen! „Nederland en Oranje"! Het
eischt van „Oranje", dat het „door bemid
deling van de heeren Nolens, Rutgers en
Schokking", zijn regeermacht gewillig de
poneert in den schoot van „de rechterzijde
dor Tweede Kamer", met of zonder ds.
Kersten
Men beroemt er zich op, dat men de No-
vemberbeweging van 1918 alleen kon on
derdrukken en men effent den weg voor
nieuwe experimenten.
De vraag is, wat indien deze staatsgreep
mocht gelukken en het spel zal wel reeds
geheel zijn voorbereid dan verder moet
gebeuren.
lijkheid. Vandaag scheen de chef echter iets
te hebben, dat hem geheel in beslag nam.
Er lag een diepe rimpel tusschen zijn borste
lige wenkbrauwen, toen hij zich tot Des-
mond wendde en hem een stoel aanwees.
Toen hij sprak, was het zeer kortaf.
„Hoe laat heeft u van de Mackwayles af
scheid genomen bij het theater, gister
avond?"
Desmond stond paf. Hoe ter wereld wist
de chef, dat hij gisteravond in het Palaceum
geweest was? Maar toch gewend als hij was
aan de alwetendheid van den Engelschen
spionnagedienst, antwoordde hij dadelijk:
„Het was vrij laat, ik geloof, zoo om en
bij twaalf uur!"
„Gingen zij alleen naar huis, naaT Seven
Kings?"
„Ja, mijnheer, in een taxi!" antwoordde
Desmond met onthutste slem. Het feit, dat
de chef zoo volkomen op de hoogte was van
zijn onderwerp, verbaasde hem steeds meer.
De chef staarde somber op zijn vloeidruk-
ker. Desmond wist, dat dit een vaste ge
woonte was, wanneer hij over iets pie
kerde.
„Hebt u een goeden nacht gehad?" vroeg
Hij plotseling aan Desmond.
„Ja", antwoordde deze, het doel van deze
vraag in het minst niet begrijpendv hoe
wel ik niet van plan was zoo vroeg op jte
staan 1"
De chef negeerde deze opmerking.
„Er gebeurde dus niets buitengewoons
vannacht?" vroeg hij weer.
Desmond schudde ontkennend.
„Niet dat ik weet, mijnheer", zeide hij,
„Strangwise al gezien vanmorgen?"*
Desmond gaapte letterlijk van verbazing.
Dus de*chef was er ook al van op de hoog
te, dat hij Strangwise kende.
Wij zijn afkeerig van alles wat naar ob
structie zweemt. Maar indien de zestig mee-
nen. dat zij, in dezen tijd, waarin de mede*
werking van allen onafwijsbaar noodzake
lijk is, alléén èn regeering moeten zijn, èo
volksvertegenwoordiging; dat de regeering
verantwoordelijk moet zijn aan de lastge*
vers, die haar in het aanzijn riepen, en dut
van verantwoordelijkheid volgens de Grond*
wet geen sprake meer zal zijn, welnu, dan
moeten zij regeeren en wetgeven op hun
wijze.
Dan zullen allen, die niet tot „de rechter
zijde der Tweede Kamer" behooren, hebben
te overwegen, of zij, als figuranten, aac
deze verkrachting der Grondwet niet zullen
geacht worden hun medewerking te geven,
wanneer zij het bedrijf in hun tegenwoor
digheid laten voltrekken.
ALKEMADE. Burger 1. Stand.
Geboren: Johanna Cornelia Helena»
d. van Adrianus Cornells van Grieken ea
van Anna Cornelia Penning de Vries.
Simon, z. van Simon de Boer en van Neeltj*
Gommandeur. Johanna Maria, d. van
Adrianus van der Meer en van Maria Hoo*
geveen.
Overleden Levenloos kind van Pe
trus Jacobus van Emmerik en van Adrian*
Loos. Leonardus van der Aar, oud 79 jaar
Antje Slot, oud 69 jaar.
Ondertrouwd: Marinus Ilendrikuï
Spring in 't Veld met Hendrika Bax.
ALPHEN. Kerkel. bericht.
Ned.-IIerv. Kerk, JulianaslraatZondag,
v.m. halftien uur, ds. De Bruin en n.m. halfc
zeven uur, ds. Veldhoen.
Geref. Kerk, Raadhuisstraat Zondag»
v.m. tien uur, en n.m. zes uur, ds. Schouten,
Een uit de richting Leiden komend^
auto reed bij den spoorbrug alhier, door da
wilde vaart, waarmede deze reed, in den al
daar hoogen berm van den weg, waarin hij
bleef steken. Geruiraen lijd duurde het eet
hel vehikel zijn loclit kon voortzetten. Per.
soonlijke ongelukken kwamen niet voor.
KOUDEKERK. Bij de gehouden in.
schrijving voor een te houwen woonhuis ah
hier voor den hoor Joh. van Leeuwen, te
*Alphen-aan-den-Rijn, was als volgtper\
ceel I: J. v. Beek 14370; D. Leenheer
f4320 G. de Graat f4223 perceel IIH,
Boer 15000 J. Jongencel 13899 J. v. cl
Sterre f3815; wed. II. v. Driel 13580 G,
Sepers 13249.
LEIDERDORP.
Gemeenteraad.
Afwezig met kennisgeving de heer J. Boot
De vergadering wordt geopend met gebed,
waarna de notulen der vorige vergadering
worden gelezen en goedgekeuru.
Naar aanleiding van een vraag van den
lieer Klaver in de vorige vergadering om d.
„Neen, mijnheer!''
Een klerk stak zijn hoofd om da deur,
„Wat is er, Matthews?"
„Kapitein Strangwise zaj zoo dadelijk
hier komen, mijnheer", zei hij.
De chef keek snel op.
„O, dan kun je hem hier laten. In orde.™
„En dan was er een telefoon van Scot,
land Yard, voegde Matthews er bij, „om le
zeggen, dat de dokter nu bij lliss Mack
wayte is".
Desmond schrikte op.
„Is Miss Mackwayte ziek?" riep hij uit.
De chef antwoordde langzaam, terwijl
Matthews verdween: „De oude Mackwayte
werd vanmorgeD vroeg vermoord in zijd
huis gevonden!"
HOOFDSTUK IV.
Majoor Okewood ontmoet een nieuw typ»
Het woord „moord" heelt een sinisteren
klank, die zelfs op de meest geharde ge.
moederen inwerkt. Edgar Allan Poe, die een
meester was in het suggestief gebruiken
van woorden, heeft de waarheid hiervan ge.
voeld, toen hij het grootste detective-ver.
haal, dat ooit geschreven is, noemde „De
moordenaars van de Rue Morgue". Van af
het begin van den oorlog had Desmond den
dood gezien in al zijn vormen, maar dat
woord „vermoord", zooals het met langza.
men indruk in die stille kamer werd uiige,
sproken, gaf hem een naar, kil gevoel, dat
hij op het slagveld nooit had ondervonden.
„Vermoordt' herhaalde hij dof en ging
weer zitten. Hij was dipp onder den indruk
van de vreemde beschikking van het lot,
waardoor hij uit de verschrikkingen van
Vlaanderen was gehaald, alleen om hier in
een geheel ander soort tragiek gewikkeld M
worden. (Wordt vervolgd).