Prijs 55 De Onzichtbare Hand. No. 19573. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 29 December. Tweede Blad. Anno 1923. FEUILLETON. UIT DE PERS. UIT DE RIJNSTREEK. RECLAMS. 5611 Recal Zeep Een zuivere zeep als de Recal-Zeepisonontbeerlijk voor de verzorging van de huid. Daar zij bovendien tot het laatste snippertje hard blijft is de Recal-Zeep zeer voordeeiig in het ge» bruik. Men heeft er twee maal zoo lang aan als a%n iedere andere zeep. ets n BUITENL. WEEKOVERZICHT. Zooais bijkans ieder jaar om dazen tyd if bet erg ruatdg op bet groote politieke werelcl-sabaakbord. 'fc Is alsof men voelt, (dab met Kerstmis en met Oude- on Nieu- jirejaar er stemmingen rondwaren over de Aarde, die niet bepaald in overeenstemming ■ijn met betgeen do leidende personen be ng zijn te wrochten. Ook daaraan meenen wij te mogen toeschrijven de stilte, die er alom heersebt Toch zijn er nog een paar dingen, die het memoree ren waard zijn. Benoemd zijn door de Oommissie van Herstel do deskun digen in de beide oommissies, die een on derzoek rullen instellen naar Dultschland'j draagkracht of liever onvermogen toe- kenend is in dit verband wel de officieel® oproep der Roode Kruuorganisatio tot het buitenland! en naar het gevluchte ka pitaal. Half Januari zullen zij haar taak aanvangen. En vermoedelijk zil alles ge daan worden om het onderzoek zoo breed mogelijk op te zetten, althans voor zoover Frankrijk daaraan zal willen meewerken. Marianne ral daarbij, gelooven we, den voet (wel niet al te strak meer durven houden, mede gelet op de daling der franc tot een nog niet bereikt laagte-niveau. De Fran- eohe minister van financiën de Lasteyrie, heeft wel geprobeerd om die daling voor bet land zelf te camoufleeren, maar voor bet buitenland ral hem dat niet gelukt zijn. Een munt-eebheid valt nu eenmaal niet alleen door psychologische redenen", zoo- als hij dat beliefde uit te drukken. De Franschen ondervinden, zij het nog slechts zwak, nu ook aan den lijve de gevolgen van waarde-daling van de Fransche valuta on dat zal Poinoaré meer murw maken om te luisteren naar eenig voorstel, dan wat ook. Yooral nu het hard loopt naar nieuwe Kamecrveikiezingen in Frankrijk, waarin de premier zijn kansen zal verdedigen. Nieta zal hij verzuimen, om zijn beleid zo# schoon mogelijk te doen schijnen in uit komst en om daartoe te geraken, zal hij ongetwijfeld nog wel het een en ander heb ben toe te voegen aan zijn staat van dienst, die, zoaals deze nu er uitziet, het Fran- Boho volk toch wel eens niet langer zou kunnen overtuigen. Met groote belangstelling volgen we daarom de verdere besprekingen tusschen Parijs en Brussel eenerzijds en Berlijn an derzijds. Een nieuwe stap is van Duitsche zijdie gedaan, maar de omvang daarvan is nog te weinig bekend om te durven oor- deelen. Parijs en Brussel zijn er nog over in onderlinge bespreking. Het schijnt ech ter, dat Duitsohland meer en meer duide lijk uitspreekt, dat liet bezette gebied moet worden teruggebracht onder rechtstreeks Duitsch beheer, wil er iets terecht komen van een leaning of wat ook. Engeland slaapt neg voort, zooals moei lijk anders te verwachten was onder het huidig bewind van Baldwin, die blijkbaar er nog aan denkt, o:n bij zijn zwanenzang in hot parlement een heel program over te leggen. Waar achter alleen partij-belang kan schuilen. Over het parlementarisme van tegenwoordig gesproken, zelfs in een land waar het zich over 't algemeen nog niet zoo kwaad handhaafdeBedoeling kan slechts zijn bij voorbaat de kiezers te lok kon, wanneer het spoedig eens weer tot Lagerhuis-verkiezingen zou komen, wan neer do regeering der Labour-partij vast loopt op een of ander punt. Of het echter kans op succes heeft? Meer succes hebben de pogingen gehad van diverse Grieksahe kringen om Vem- zelos te bewegen, zijn grooto rust in Fraok- rijk op te geven en óch nog eens te stollen aan het hoofd der Grieksche ja, is 'fc nog een koninkrijk of reeds een republiek? We zullen het maar hooiden op het laatste, al is het laatste woord noj niet gesproken. Yenizelos komt naar Athene, nogmaals zich opofferend voor zijn vaderland om te po gen het Grieksche schip van staat in rus tiger wateren to voeren, een goede toe komst tegemoet. Om, wanneer hij weder om mocht slagen, opnieuw ten offer te val len aan de blijkbaar nooit afstervende Grieksche gewoonte om de groote mannen na het- verrichten van hun reddingswerk te verguizen Wie zal 'fc zoggen. Het laat zich echter aanzion, dat Yenizelos zelf daar Door DOUGLAS VALENTINE. Schrijver van „De man met den Klompvoet". Geautoriseerde vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden). ft) De heeren verlieten de kamer en Barbara bleef alleen met de danseres. Het viel haar op, zoo moe als Nur-el-Din er uit zag. Haar aardige, kinderlijke manieren schenen met haar opgewondenheid verdwenen te zijn. Haar gelaat was slap en lusteloos. Zij had kringen onder de oogen en om haar mond lag een harde, strakke trek. „Kind", zei ze, „geef mij alsjeblieft even mijn peignoir aan'angt achter die deurdan zal ik al die verf van mijn gezicht af zien te krijgen 1" Barbara kreeg het gevraagde en ging naast de danseres zitten. Maar Nur-el-Din bewoog zich niet. Zij scheen in gedachten verdiept. Barbara zag weer dien opgejaag- den blik, welke zij denzelfden avond al eens had opgemerkt. ,,'t Is een moeilijk leven, dat leven van ons, een leven van verandering, ma petite 1 Een groot kunstenaar, 'eeft geen vaderland, geen tehuis, geen eigen 'aard! De laatste vijf jaren 'eb ik de wereld door gezworven! Dikwijls denk ik, dat ik ergens voorgoed zal blijven, maar het leven sleept mij voortI" Zij nam van haar toilettafel een ovaal, glad zilveren doosje. „Ik wou je iets vragen, ma peRte Bar- toe de kans niet zal bieden. Uitdrukkelijk verzekerde hij, dat rijn terugkeer slechts tijdelijk is, alleen om het ergste te helpen redderen en zich dun weer terug te trekken in de rust naast zijn Fransohe echtgenoote. Benijdenswaardig is zijn taak niet. Te meer niet, waar hij in Griekenland een kleine partij vindt, die hem doodelijk haat en daaraan niefc zal nalaten uiting te geven. Niet openlijk, maar in 'fc geheim. Wat de ergste en ergerlijkste bestrijding is, onge twijfeld. Besluiten willen we voor beden met nog even to wijzen op de zegeningen der jury rechtspraak, zooals die voor de zooveelste maal tot uiting zijn gekomen in de vrij spraak van de jeugdige anarchiste Ger main o Bertom to Parijs. Dat zij den roya list Plateau doodschoot, stond vast. Zelfs betreurde zij openlijk dozen te hebben „ge nomen" in plaats van dein leider Daudet, op wien rij het eigenlijk had voorzien. Toch sprak de jury haar vrij! En goed beschouwd, kon zij anders doen? De advo caat was zoo handig in het geding te bren gen de vrijspraak van den moordenaar van Jaurès en van nog enkele andere moorde naars. Gelijke monniken, gelijke kappen. Het optredon der royalisten was van zoo- danigen aard, dat zij zoker geen: ,,wij zijn beter" konden spelen. De consequentie lag voor de hand. Wel rechtszekerheid onder zoo'n rechtsspraak. En hiermede nemen wij afscheid van 1923. Was het onze schuld, dat onze overzichten bijkans zonder uitzondering in pessimisti- schen geest waren gesteld? Gaarne hadden wij 't zelf anders gewild, maar Hopen we op 1924. De Postgiiodienst. In Eoononiisch-Statistisobe Berichten wijdt (prof.) B(ruins) een artikel aan den Postcheque en girodienst Hoe het aantal rekeninghouders moge toenemen, er zal steeds in het dago- lijksch leven een belangrijk aantal beta lingen overblijven, dat alleen met gereed geld geschieden kan. Een bedrijf van zeke ren omvang, dat ontvangsten van allerlei aard beeft en bovendien over een bankre kening beschikt, zal voor deze betalingen niet op den postdienst behoeven terug te vallen. Andj.rs staat bet echter met den partioulierrekeninghoude»r, die in de mees te gevallen geen bankrekening beeft en wiens ontvangsten dikwijls grootendeelfl zoo niefc geheel men denke aan den ambtenaar in den vorm van giro-Over schrijvingen tot hem komen. Voor hem heeft de girodienst de dubbele functie van ovorsclirijvingsi nstd buut en mid del om telkens een deel van zijn tegoed In geld vorm te rcaliseercn en moet de dienst deze dubbele functie hebben. Het verschil hierbij i3, dat, wanneer de overschrijvin gen één of twee dagen meer nemen, dit geen bezwaar is, doch, wanneer hij voor het krijgen van geld een paar dagen wach ten moet, do dienst in dit opzicht voor hora een groot deel van zijn beteekenis gaat ver liezen Wie do lijst van de aangeslotenen bij den girodienst eens ter hand neemt, ziet met één oogopslag, dat het aantal par ticuliere rekeninghouders van bovenge- roemde categorie zeer groot is. Dit is een uitermate gelukkig verschijnsel. Het is dit-, wat den girodienst populair heeft gemaakt, en berderen groei zal de dienst in hoofd zaak in dozo richting hebben te zoeken. Gaat het verkrijgen van gereed geld mot zwarigheden gepaard en moet men met name ©enige dagen op zijn geld wachten, dan Is te voorzien, dat niefc alleen deze verdere groei voor een belangrijk deel zal zij.n afgesneden, maar dot bovendien voor een groot deel der tegenwoordige rekening houders de dienst een veel geringer plaats in hun kasbeheer zal gaan innemen. In verband met dit alles is hefc dan ook zeer de vraag, of centralisatie niefc veeleer een ander misschien niet verwacht gevolg zou hebben. Cijfers omtrent do verhouding van overschrijvingen tusschen in deselfde plaats gevestigde personen en tusschen bara!" zei ze. „Dit doosje is een familie stuk; ik'eb het al eel lang. De wereld is tegenwoordig in zoo'n verwarring, dat het leven niet veilig is voor iemand die zooveel reist als ikl Jij hebt een thuis, een veilig thuis met je lieven vader! Hij 'eeft mij er van verteld! Wil je dit doosje meenemen en het veilig voor mij bewaren, totdat de oor log voorbij istotdat ik je er naar vraag?" „Ja, natuurlijk", zei Barbara, „als u dat graag heeft, hoewel met deze luchtaanval len ik weet niet of Londen ook wel heel veilig is." „Ja, dat is een verstandige opmerking van je", riep Nur-el-Din, „in ieder geval is 'et doosje veiliger bij jou dan bij mij. Zie, ik zal 'et inpakken en verzegelen, en dan wil jij 'et mee naar 'uis namen, n'est-ce pas?" Zij opende een lade, rommelde snel even in den inhoud, haalde een stuk wit papier en lak voor den dag .Zij pakte het doosje in en verzegelde het pakje met een eenvoudi- gen zegelring, dien zij van haar vinger trok. Toen overhandigde zij het pakje aan Bar bara. Er werd op de deur geklopt. De kame nier, die zacht in een hoek van de kamer met Madames japonnen bezig was, deed open „Je zult er goed op passen, niet?" zei de danseres tol Barbara, en haar stem trilde van plotselingen hartstocht, „je zult 'et zorgvuldig bewaren, totdat ik er om vraag." Zij lachte en voegde er achteloos bij: „Omdat 'et een familiestuk is, een soort van talisman, hè?" Toe» klonk buitel de deur Strangwises diepe slem. Nur-el-Din sp op. „Le capitaine is daar, Madame", rei de personen in verschillende plaatsen bestaan belaas niefc, naar hefc schijnt. Ook zonder zoodanige cijfers eoJ men echter mogen aannemen, dat speciaal de bovenbedoelde particuliere rekeninghouders, die, met name in de groote steden, hun inkoop en voor de groote meerderheid in de plaats hunner inwoning doen, ook daar hun beta lingen hebben te bewerkstelligen. Ook om deae reden is <fus te verwachten, dat deze particulieren, wanneer rij boven dien over den gemeentelijken girodienst tevens van den interlocaJen rijksgiit) ge bruik kunnen maken, al spoedig aan een geraeontelijken girodienst de voorkeur zul len geven boven den gecentraliseerden rijksdienst. Yoor een girodienst zijn zij thans voldoende opgevoed. Aah den an deren kanfc weten de gemeenten uit hefc voorbeeld van Amsterdam, dat een gemeen telijke girodienst-, naaet kans op een bate voor den gewonen dienst, de zekerheid geeft van een zeer belangrijke "kasverster king. Zou het wonder zijn, als bij centra lisatie van den rijksgiro in de meeste ge meenten van beteekenis een plaatselijke girodienst werd opgericht en gedijde? Voor een dergelijken toeetand kunnen argumenten worden aangevoerd, vooral wanneer op deze wijze ook aan girodienst niet door de overheid, doch gelijk te Rotterdam door bestaande financieel© inriohfcingen opgericht, een plaats in het geheel kan worden gegeven. Aan den an deren kanfc is het echter een verbrokke ling, dio tot verdubbeling van werkzaam heden cn ander© nadoelen leidt, zoodat een dienst in één hand, die aan de aange slotenen dezelfde voor de-el en biedt en daar bij aan een ook plaatselijk zoo uitnemend voor dit doel bruikbare organisatie als den postdienst kan worden aangehecht, m.i. verre de voorkeur verdient. Uit een en ander volgt, dat wie tot do conclusie mocht komen, dat decentralisatie uit een oogpunt van organisatie en con trole zoodanige nadeel en biedt, dat om deze reden tot central is at Le behoort te worden besloten, niet vergeten moet, dat in dafc geval de kans zeer groot is, dat tóch een decentralisatie ontstaat, maar dan een verbrokkelde, die aan onze volksgemeen schap in haar geheel genomen stellig meer arbeid en moeite zal vragen dan een de centralisatie in dén hand. Schr. bespreekt vervolgens de opzet van den post-glrodiensfc, gelijk die in het ver slag van mr. Delprafc geschetst is. Men vraagt rioh af, of een dergelijke op. zet noodig was. Was dubbele berekening noodig bij decentralisatie, dan zou rij hefc bij oenbralisatie even zeer moeten rijn. Uit hefc voorstel der Rankdirecfcio blijkt intus- scben, dat men in den door haar aange geven opzet van den dienst met een groep a oontróle per 1000 rekeninghouders kan ge noegen nemen. Waarom kan. dit echter wel wanneer de te controle-eren ambtenaren in hetzelfde gebouw zitten, en niet, wan neer zij in Amsterdam of Rotterdam hun werk doen Men krijgt sterk den indruk, dat indertijd de oontróle veel te breed iB opgezet geworden. Had men dezelfde- con- tróle, die nu wordt voorgesteld, tevoren aan de groote postkantóren onder verant woordelijkheid de-r plaatselijke leiders groot end eels ter plaatse doen geschieden en zich in Den Haag b.v. tot de rest van het land en verder tot een algemeen toe zicht beperkt, dan had de zaak zeer ver moedelijk zonder bezwaar geloopen. Uifc het- bovenstaande mag niefc zonder meer worden geconcludeerd, diat volledige decentralisatie cle beste en eemge oplos sing is. Yoor een dergelijke conclusie zijn de ter beschikking staande gegevens verre van voldoende. Wel echter, dat zij, die tot do beslissing geroep cn zijn, hun aandacht ook nog aan andere kanten van de zaak zullen hebben te geven en goed zullen heb ben te overwegen, wafc van hun beslissing de consequenties zullen zijn. Dat bij vol ledige centralisatie, vestiging van den dienst te Amsterdam uit verschillend1© hoof de d£ voorkeur verdient, is dezer dagen door de Kamer van Koop-handel aldaar met klem van redenen betoogd. Ook dit punt zal niet zonder meer kunnen worden vooihijgegaan. Fransche kamenier, „en zegt, dat Monsieur Mackwayte vraagt of Mademoiselle komt!" De danseres stak een klein handje te voor schijn van uit de plooien van haar zijden kimono. „Au revoir, ma petite", zeide zij, „we zien elkaar nog wel eens. Je komt mij eens op zoeken, n'est-ce pas? En zeg vooral niets van en zij wee9 op Barbara's taschje, waarin deze het kleine pakje had geborgen, „dat blijft 'n ge'eimpje tusschen ons, hé? Beloof mij dat, mon enfantI" „Natuurlijk, ik beloof het u, als u dat wiltl" zei Barbara verwonderd. Halfnegen den völgenden ochtend zat Des- mond Okewood in de spreekkamer van den chef van den geheimen spionnagedienst. Hij wist niet hoe hij het had. De telefoon naast zijn bed had hem om acht uur gewekt uit den eersten slaap, dien hij sinds twee maan den in een werkelijk bed had genoten. Met slaperige stem had hij geprotesteerd, dat hij om tien uur op het Departement ontboden was, maar een stem had hem kortaf ge vraagd zich te kleeden en dadelijk bij den chef te komen. En daar zat hij nu, zonder ontbeten te hebben, met een door het haas tige scheren pijnlijke lip. Wat ter wereld wou die chef nu van hem? Hij was toch niet bij den spionnagedienst, al was zijn broer Francis dat wel? Een stem schrikte hem op uit zijn nijdige overpeinzingen: „Kom binnen Okewood!" De chef stond in de deur van zijn kamer, een breedgeschouderde gestalte, in een een voudig colbertkostuum. Desmond had hem al eer ontmoet. Hij kende hem als een man van veel vragen, maar van weinig mede- deelen, toch had hij de herinnering van een vriendelijke, onverstoorbaar kalme pereoon- De opdracht aan de rechterzijde. M. (mr. H. P. Marchant) schrijft in de Vrijzinnig Democraat: In deze dagen beleven wij allerlei onge wone dingen, ook met monarchieën. In Italië onderwierp Mussolini het koninklijk gezag aan het zijne, en zond de volksverte genwoordiging naar huis. In Spanje maakte een militaire kliek zich meester van de re geering, en koos de koning met de zaak der generaals eieren voor zijn geld. In Nederland heeft thans, omgekeerd, de Kroon geabdiqueerd ten behoeve van „de rechterzijde van de Tweede Kamer der Sta- tcn-Generaal". Het verschil met Grieken land is dat hier de draagster der Kroon in ons midden blijft in plaats van naar Roe menië te verhuizen. De vorm? waarin dit drama zich afspeelt, is de opdracht van de kabinetsformatie. Een opdracht tot kabinetsformatie immers „aan de rechterzijde der Tweede Kamer", door wiens „bemiddeling" dan ook, heeft geen zin De vorm bedekt de handeling, die hierin bestaat, dat het grondwettelijk praerogatief van de Kroon, om de hoofden der departe menten van algemeen bestuur te benoemen wordt overgedragen aan „de rechterzijde der Tweede Kamer". Verantwoordelijk voor deze handeling, aan de Staten-Generaal, zal zijn een deel van een der beide takken dier Staten-Gene raal. Dit is het tweede punt, waarop de schending der Grondwet uitkomt. Het zetministerie ontdoet zich van het laatste kleedingstuk, strekkende om zijn constitutioneel fatsoen te bewaren. Wij schamen ons ,dat zoo iets in Neder land kan geschieden. Maar het verheugt ons, dat dit geschiedt onder de vlag van hel „christelijk" staats recht, en dat de vaan van Thorbeckc door deze smetten niet wordt bezoedeld. Wij zijn niet moede geworden, de bewe ringen van de rechterzijde, als zou ons his torisch ontwikkeld staatsrecht alleen onder hare hoede veilig zijn, als aanmatiging te brandmerken. In dit opzicht heeft rechts tegenover links niets te beschermen. Het is uit do linkerzijde geweest, dat telkens weder de waarschuwende slem is opgeklonken. De consequentie van hel wanbeleid ligt thans vóór ons. Wie had kunnen denken, dat de praclijk van het christelijk staatsrecht hierop zou uitloopen! „Nederland en Oranje"! Het eischt van „Oranje", dat het „door bemid deling van de heeren Nolens, Rutgers en Schokking", zijn regeermacht gewillig de poneert in den schoot van „de rechterzijde dor Tweede Kamer", met of zonder ds. Kersten Men beroemt er zich op, dat men de No- vemberbeweging van 1918 alleen kon on derdrukken en men effent den weg voor nieuwe experimenten. De vraag is, wat indien deze staatsgreep mocht gelukken en het spel zal wel reeds geheel zijn voorbereid dan verder moet gebeuren. lijkheid. Vandaag scheen de chef echter iets te hebben, dat hem geheel in beslag nam. Er lag een diepe rimpel tusschen zijn borste lige wenkbrauwen, toen hij zich tot Des- mond wendde en hem een stoel aanwees. Toen hij sprak, was het zeer kortaf. „Hoe laat heeft u van de Mackwayles af scheid genomen bij het theater, gister avond?" Desmond stond paf. Hoe ter wereld wist de chef, dat hij gisteravond in het Palaceum geweest was? Maar toch gewend als hij was aan de alwetendheid van den Engelschen spionnagedienst, antwoordde hij dadelijk: „Het was vrij laat, ik geloof, zoo om en bij twaalf uur!" „Gingen zij alleen naar huis, naaT Seven Kings?" „Ja, mijnheer, in een taxi!" antwoordde Desmond met onthutste slem. Het feit, dat de chef zoo volkomen op de hoogte was van zijn onderwerp, verbaasde hem steeds meer. De chef staarde somber op zijn vloeidruk- ker. Desmond wist, dat dit een vaste ge woonte was, wanneer hij over iets pie kerde. „Hebt u een goeden nacht gehad?" vroeg Hij plotseling aan Desmond. „Ja", antwoordde deze, het doel van deze vraag in het minst niet begrijpendv hoe wel ik niet van plan was zoo vroeg op jte staan 1" De chef negeerde deze opmerking. „Er gebeurde dus niets buitengewoons vannacht?" vroeg hij weer. Desmond schudde ontkennend. „Niet dat ik weet, mijnheer", zeide hij, „Strangwise al gezien vanmorgen?"* Desmond gaapte letterlijk van verbazing. Dus de*chef was er ook al van op de hoog te, dat hij Strangwise kende. Wij zijn afkeerig van alles wat naar ob structie zweemt. Maar indien de zestig mee- nen. dat zij, in dezen tijd, waarin de mede* werking van allen onafwijsbaar noodzake lijk is, alléén èn regeering moeten zijn, èo volksvertegenwoordiging; dat de regeering verantwoordelijk moet zijn aan de lastge* vers, die haar in het aanzijn riepen, en dut van verantwoordelijkheid volgens de Grond* wet geen sprake meer zal zijn, welnu, dan moeten zij regeeren en wetgeven op hun wijze. Dan zullen allen, die niet tot „de rechter zijde der Tweede Kamer" behooren, hebben te overwegen, of zij, als figuranten, aac deze verkrachting der Grondwet niet zullen geacht worden hun medewerking te geven, wanneer zij het bedrijf in hun tegenwoor digheid laten voltrekken. ALKEMADE. Burger 1. Stand. Geboren: Johanna Cornelia Helena» d. van Adrianus Cornells van Grieken ea van Anna Cornelia Penning de Vries. Simon, z. van Simon de Boer en van Neeltj* Gommandeur. Johanna Maria, d. van Adrianus van der Meer en van Maria Hoo* geveen. Overleden Levenloos kind van Pe trus Jacobus van Emmerik en van Adrian* Loos. Leonardus van der Aar, oud 79 jaar Antje Slot, oud 69 jaar. Ondertrouwd: Marinus Ilendrikuï Spring in 't Veld met Hendrika Bax. ALPHEN. Kerkel. bericht. Ned.-IIerv. Kerk, JulianaslraatZondag, v.m. halftien uur, ds. De Bruin en n.m. halfc zeven uur, ds. Veldhoen. Geref. Kerk, Raadhuisstraat Zondag» v.m. tien uur, en n.m. zes uur, ds. Schouten, Een uit de richting Leiden komend^ auto reed bij den spoorbrug alhier, door da wilde vaart, waarmede deze reed, in den al daar hoogen berm van den weg, waarin hij bleef steken. Geruiraen lijd duurde het eet hel vehikel zijn loclit kon voortzetten. Per. soonlijke ongelukken kwamen niet voor. KOUDEKERK. Bij de gehouden in. schrijving voor een te houwen woonhuis ah hier voor den hoor Joh. van Leeuwen, te *Alphen-aan-den-Rijn, was als volgtper\ ceel I: J. v. Beek 14370; D. Leenheer f4320 G. de Graat f4223 perceel IIH, Boer 15000 J. Jongencel 13899 J. v. cl Sterre f3815; wed. II. v. Driel 13580 G, Sepers 13249. LEIDERDORP. Gemeenteraad. Afwezig met kennisgeving de heer J. Boot De vergadering wordt geopend met gebed, waarna de notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeuru. Naar aanleiding van een vraag van den lieer Klaver in de vorige vergadering om d. „Neen, mijnheer!'' Een klerk stak zijn hoofd om da deur, „Wat is er, Matthews?" „Kapitein Strangwise zaj zoo dadelijk hier komen, mijnheer", zei hij. De chef keek snel op. „O, dan kun je hem hier laten. In orde.™ „En dan was er een telefoon van Scot, land Yard, voegde Matthews er bij, „om le zeggen, dat de dokter nu bij lliss Mack wayte is". Desmond schrikte op. „Is Miss Mackwayte ziek?" riep hij uit. De chef antwoordde langzaam, terwijl Matthews verdween: „De oude Mackwayte werd vanmorgeD vroeg vermoord in zijd huis gevonden!" HOOFDSTUK IV. Majoor Okewood ontmoet een nieuw typ» Het woord „moord" heelt een sinisteren klank, die zelfs op de meest geharde ge. moederen inwerkt. Edgar Allan Poe, die een meester was in het suggestief gebruiken van woorden, heeft de waarheid hiervan ge. voeld, toen hij het grootste detective-ver. haal, dat ooit geschreven is, noemde „De moordenaars van de Rue Morgue". Van af het begin van den oorlog had Desmond den dood gezien in al zijn vormen, maar dat woord „vermoord", zooals het met langza. men indruk in die stille kamer werd uiige, sproken, gaf hem een naar, kil gevoel, dat hij op het slagveld nooit had ondervonden. „Vermoordt' herhaalde hij dof en ging weer zitten. Hij was dipp onder den indruk van de vreemde beschikking van het lot, waardoor hij uit de verschrikkingen van Vlaanderen was gehaald, alleen om hier in een geheel ander soort tragiek gewikkeld M worden. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5