De Onzichtbare Hand. No 19571, LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 27 December. Tweede Blad. Anno 1923. VIT DE PERS. GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. —Jhum be nieuwe oyclraohL De meeste bladen, die commentaar geren pp bet communiqué van het Haagsche Corr. Bur., waarin de opdracht tot een kabinets- yorming aar de rechterzijde der Tweede Kamer vermeld wordt, wijzen op het ongo- jrende in onze parlementaire geschiedenis, 'flat een combinatie van politieke groepen met het samenstellen van een ministerie belast wordt. De „Nieuwe Rott. Ct." (lib.) verklaart, flat de constitutioneele betrekkingen tus- pchen Regeering en Kamer door dit „nieuwe procédé" ondersteboven worden gekeerd. Jn een artikel, getiteld„Op z'n kop", 2é'gt het blad o.a. het volgende I Een groep uit de Kamer een politiek be grip, waarvan men niet eens precies weet, boever het zich uitstrekt, met name of het pok den staatkundig gereformeerden afge vaardigde omvateene, nadat mr. Kooien beeft moeten verklaren, dat het onmogelijk Jvas, een kabinet uit de rechterzijde te vor mt,!, zelfs tamelijk willekeurig gekozen col lectiviteit, die toevalligerwijs een meerder heid vormt in de Kamereen denkbeeldige fenheid zonder organisatie, is tot kabinets formateur uitgeroepen. Een premier zal het nieuwe kabinet niet kunnen hebben. Tot nu toe placht de forma teur van een kabinet bij een afzonderlijk be sluit te worden benoemd, dat door hem zelf (Werd gecontrasigneerd. En door het contra seign onder het benoemingsbesluit van zijn mode-ministers droeg hij de verantwoorde lijkheid voor zijn keus. Wie zal hel besluit yan benoeming nu moeten contrasigneeren En wat zal de heteekenis van dit contra seign zijn Het blad betoogt verder, dat het te vor men kabinet niet voor de Kamer treedt als (een zelfstandig orgaan in den staat, dat eene eigen functie heeft te vervullen, en zijn ge- pag van 't gezag der Kroon afleidt, doch al3 pene commissie van lasthebbers, terwijl de lastgevers aan de overzijde van de groene fafel gezeten zijn. Van zelfstandigheid of eigen verantwoor- flelijkheid der Regeering zal geen spraak kunnen zijn. Geen afwijking van den door „de rechterzijde" bij de formatie uitgetee- kenden weg zal mogelijk zijn, of de regee ring zal eerst aan „de rechterzijde" moeten gaan vragen, of het geoorloofd is. Loopt 'elands bestuur in het honderd, maar heeft üe regeering zich aan de aanwijzingen van „de rechterzijde" gehouden, dan zal niet de regeering, doch „de rechterzijde" verant woordelijk zijn. Al wat de regeering zal kun nen, is waarschuwen „de zaken gaan mis Bleekt de hoofden nog eens bij elkaar, of gij pns niet eene andere volmacht kunt geven". Critiek kan van „de rechterzijde" niet meer "worden verwacht, want door critiek Ecu de kamermeerderheid haar eigen werk afbreken. Haar recht van controle wordt Bchijn, want wat zij controleert, zijn niet eigen regeeringshanuelingen, doch de bewe gingen van de marionetten, waarvan „de rechterzijde" de touwtjes vasthoudt. De „N. R. Ctkomt dan tot de conclusie, üat de ministers de onzelfstandige uilvoer- flers van den „wil der rechterzijde". Welke de positie van de Kroon in dit sa- gnenslel werden zal, is te eenenmaie onbe grijpelijk. Zullen de ministers in het overleg met de Kroon niet telkens eenig respijt moe ien vragen „Ja, Majesteit, het is alles heel mooi, maar ik moet eerst eens gaan vragen, pf het mag Ot zal de nieuwe „formateur" ■1 ol niet met „bemiddeling" in geregeld §onlact met de Kroon blijven, om het aan- eel der Kroon in de regeering niet gansch gn al fictief te doen zijn Laten we maar hopen, zoo besluit hel fclad, dat de opdracht mislukt „II e t H a n d c 1 s b 1 a d" (lib.), er op wij zende, dat „het eenige nog openlijk waar deerbare deel van de macht der kroon, dat bij kabinetsformaties tijdelijk door een ko ninklijken mandataris wordt uitgeoefend, nu ter uitoefening gegeven is aan eenstuk van üe parlementaire macht", verklaart Zulk een abdicatie van de allervoornaam ste functie, die de constitutioneele vorst nog kan verrichten in het parlementaire stelsel. Ware iets zóó bedenkelijks, dat men dan zou moeten zeggen na het prestige van het parlement ii nu ook al dat van de kroon om laag gatrokken door deze crisis wij h o 1- 1 n naar het fascisme. Maar wij kunnen vooralsnog niet geloo- ven, dat een der raadslieden van de kroon haar op zulk een noodlottigen weg zou heb ben gebracht De kabinetsformatie uit han den geven, bij wijze van leening, die moet worden geplaatst, aan een consortium van politieke bankiers, het ware ongehoord. Ons komt het voorshands ongelooflijk voor. „H e t Vaderland" (lib.) schrijft Deze opdracht, om een kabinet te formes- ren aan de rechterzijde, en niet aan een per soon, is een unicum op constitutioneel ge bied en een zeer bedenkelijk unicum ook. Zoo bedenkelijk, dat wij er niet voetstoots geloof aan kunnen schenken, en aan een on juistheid in de mededeeling gelooven. Denkelijk zal de Kroon aan de H.H. No- lens, Schokking en Rutgers verzocht hebben om advies over de opdracht tot formatie aan iemand, dien zij alle drie, na overleg ge pleegd to hebben met hunne respectieve clubs, als zoodanig begeeren, of wil men lie ver, waarbij zij alle drie zich hebben neer gelegd Maar als de Kroon de formatie had opgedragen aan de 60, zou zij daarmede van een rechl, dat Haar toekomt, afstand heb ben gedaan, en zouden onze constitutioneele instellingen een deuk major hebben gekre gen. Ware het communiqué van het Correspon dentiebureau juist, dan zou de heer Snoeck Henkemans alle reden hebben om te vragen, wie er in Nederland regeert. Nolens, Schak- king en Rutgers of Koningin Wilhelmina. En wij wenschen alleen door de laatste ge regeerd te worden. Eene Kabinetsformatie, opgedragen aan een politieke partij of aan een combinatie van politieke pqrtijen, wordt niet door ons bestreden als iels formeels, maar als een constitutioneele fout van be lang. Hoe de opdracht precies geluid heeft, nu komt uit wat wij van meet af aan gezegd hebben Tout chemin mène 6. Colijn. Of hij nu zelf formateur wordt, of dat hij zijn plaats door een strooman laat innemen, het kabi net zal een kabinet-Colijn wezen. De groole angst van Christelijk-Historischen en Katho lieken, dat uit deze crisis een andere partij- groepeering zou voortkomen, heeft de Anti- Revolutionairen zeer bijzonder sterk ge maakt. Zij hebben blijkbaar alles aangedurfd zelfs de onnoodigo verlenging van een cri sis, die op het allerongelegensle oogenblik uitbrak. De „Maasbod e" (R.-K.) verklaart nog eens, dat geen andere oplossing der crisis mogelijk mag worden geacht dan de vor ming van een nieuw rechlsch parlementair kabinet Want het is duidelijk, zegt het blad, dat ditmaal van een mislukken geen sprake mag zijn. Deze daad van Hare Majesteit wekt den indruk, alsof zij aan de groepen, die nog maar aldoor in oneenigheid den tijd verdoen, wil beteekenen dat er nu een eind aan dient te komen en zij met voorbijzien van persoonlijke gevoeligheden om 's lands belang hebben ie denken. Wij twijfelen er niet aan, ot de wenk zal begrepen worden, wij durven zeggen is reeds begrepen. „Een blijde Kerst-boodschap" noemt hel blad de mededeeling van j.l. Maandag. Ook de „Residentiebode" (r.-k.) 13 verbaasd We willen ronduit erkennen, zelden voor een zóó moeilijke taak te hebben gestaan als bij de voorlichting onzer lezers bij dit be richt, dat ons zelf, ook na herhaaldelijke le zing, een onoplosbaar raadsel lijkt. Een opdracht tot formecring van een ka binet als hier gegeven wordt, is, zoover ons geheugen reikt, in de parlementaire geschie denis van ons land nog niet voorgekomen. Tot nu toe werd de formatie van een ka binet aan een bepaald persoon, hetzij hij een parlementair of extra-parlementair was, ge geven, maar een kabinetsopdracht aan een geheele politieke partij, of liever gezegd aan een groep van politieke partijen, is nog „niemals dagewesen". Wordt thans de allesbehalve aanbevelens waardige gewoonte ingevoerd, dat het parle ment zelf zijn ministers benoemt in plaats van de Kroon Of heeft H. M. de Koningin, nu voor Haar elke oplossing der crisis onmogelijk schijnt, de volle verantwoordelijkheid voor dezo si tuatie gelegd op de rechterzijde, die met een sterkte van 69 man niet in staat 1'. een ka binet te fonneeren Hoe dit zij, twee dingen zijn met stellig heid uit deze duistere opdracht te conclu- deeren Allereerst, dat deze derde opdracht van H. M. de Koningin ons geen oplossing" brengt yan de crisis, die, tot groote schade van het algemeen belang, reeds veel te lang duurt En ten tweede, dat de regeeringskaros zóó vast geloopen is, dat zelfs H. M. de Konin gin geen oplossing meer ziet. Dit zijn voor ons de twee «enige positieve feiten in deze allesbehalve prettige Kerst boodschap aan bet Nederlandseho volk. En die, voor de rechterzijde in het bijzon der, wel beschamend is. Terwijl al geruimen tijd de voorteekenen van den naderenden win ter zichtbaar en „voelbaar" waren, heeft de wintervorst zich onmiddellijk -op volle kracht -doen gelden vanaf het moment dat officieel zijn heerschappij was aangekondigd Nu prijkt de natuur in een zilverwit donzig kleed, dat echter aan het verkeer niet be paald ten goede komt. Er was geen oprui men aan gedurende de Kerstdagen en thans is de sneeuwlaag hard als ijs, zoodat zij zeer moeilijk zal zijn te verwijderen. In middels mogen wij ons thier in het Westen nog gelukkig prijzen, wanneer wij zien naar het Oosten en Noorden, waar op vele plaat sen de sneeuw ongeveer een halven meter hoog ligt. Npg gisteravond werd de avond- sneltrein uit Groningen nabij Assen over vallen door een geweldige sneeuwjacht, waardoor het treinverkeer zeer werd opge houden en het reizen, niet bepaald tot epn aangenaam iets werd gemaakt. Toch heeft ook het hooge Noorden in deze periode zijn voordeelen. Althans voor velen. Want ter wijl hier van schaatsenrijden nog geen sprake is voorloopig, liep men gistermiddag j daar reeds over vaarten en grachten en werd er op vele ijsbanen gereden, al waren deze dan ook nog niet officieel geopend. Het j ijs was slecht, maar een liefhebber van schaatsenrijden en welk Hollander i9 dat niet? geeft zich niet spoedig gewon nen. Zóó hard vroor het gisteravond in het Noorden van ons land ,dat bijvoorbeeld in den reeds genoemden avondsneltrein eenige raampjes, die natuurlijk dik met ijsbloemen waren gesierd, met luid gerinkel aan stuk ken sprongen. Het spreekt vanzelf, dat de ijsclubs gre tig de haar geboden kans hebben aange grepen. Maandagavond werden in de bla den al verschillende hardrijderijen gean- nanceerd en reeds heden zal het bijgevolg feest zijn op de wateren in Friesland, Gro ningen, Drente, en op vele plaatsen in het Oosten. Wanneer hier. Met betrekking tot het droevig ongeval bij de Sassenheimerpont, waarbij twee personen verdronken, ver nemen we nog nader: Zaterdagmiddag te ruim 12 uur was de pontwachtcr R. Roodenburg belast met de bediening van de Sassenheimerpont, varen de vanaf den Lisserdijk naar de overzijde van de ringvaart in deze gemeente. Een bloemenauto, die meermalen per week met de pont overgezet wordt, rijdende op den Lisserdijk hield nabij de pont stil, waarna de pontwachler met de pont, liggende aan de zijde der gemeente Lisse. naar de over zijde voer. Aan wal gekomen zijnde legde hij de pont met een ketting aan een daar voor bestemden paal vast, waarop hij tegen den autobestuurder riep: „ja" als teeken, dat hij de pont kon oprijden. De bestuurder reed met tamelijk snelle vaart de pont op, waarom de pontwachler een stopblok ge reed hield om voor een der wielen te leggen. De bestuurder, die nog maar enkele weken reed, was vermoedelijk geen meester over de remmen van het motorrijtuig en reed met denzelfden gang door met het gevolg, dat het voertuig gedeeltelijk van de pont afreed, waardoor de bestuurder en een jongen, die naast hem zat, met het vooreinde van de auto in de diepte van de ringvaart verdwe nen. De ponlwachter had nog getracht het blok voor een der wielen te gooien-, doch dit lukte niet. Op dat oogenblik was de pont- wachter geheel alleen op de pont, terwijl er zich ook niemand aan de oevers der ring vaart bevond. Nog heeft hij getracht met behulp van een ander persoon met een roei boot hel vooreinde van het motorrijtuig, dat onder water lag, even te lichten om de in zittenden te kunnen redden, doch hun po gingen waren vruchteloos. Met te hulp gekomen personen werd daarna een touw om het motorrijtuig ge daan en met een lier van de pont de auto op het droge gebracht Toen bleek, dat de twee inzittende personen van het motorrij tuig zich nog daarin bevonden, aangezien de stuurkast geheel was afgesloten. Inlus- schen was dr. Quant van Sassenheim ter plaatse gekomen, die, nadat de twee perso nen uit de stuurkast waren gehaald, slechts den dood kon constateeren. De lijken wer den voorloopig in het pakhuis van den heer C. de Breuk neergelegd. Toen de auto op den weg was gekomen, werd geconstateerd, dat de handrem niet gebruikt was; daarom wordt vermoed, dat de bestuurder niet tijdig genoeg geremd heeft of zijn voet van de voctrem is afgegleden. Naar schalling heeft het ongeveer een halfuur geduurd alvorens de twee inzittende personen nit hel water konden worden gehaald. De twee ongelukkigen zijn genaamd: Willem Eveleens, oud 36 jaren en onge huwd en Dirk Maarssen, oud H jaar, bei den wonende te Aalsmeer. De lijken zijn denzeliden avond nog naar Aalsmeer overgebracht Zooals begrijpelijk verwekte dit droevig ongeluk, zoowel te Aalsracer als ter plaatse waar het ongeluk gebeurde, groote con sternatie. Uit 's-Gravenhage wor d t a a n „De Tel." gemeld: Het vermoeden, dat de arrestatie van den expediteur en aannemer v. T. alhier, leiden zou tot de eindelijke ontwarring van hel kluwen van bedrog en knoeierij bij den bouw van het nieuwe Academisch Zieken huis te Leiden gepleegd, schijnt bewaarheid te zullen worden. Naar wij vernemen heeft v. T., die in de jaren, waarin hij voor den bouw materialen vervoerde, in goeden doen is gekomen, circa een ton aangeboden, als men hem met rust liet. Nu hij eenmaal in handen der justitie is, verwacht men, dat hij ook zijn vele me deplichtigen, zooals de menschen, aan wie bij de materialen, bestemd voor den bouw, tegen lagen prijs in handen speelde, en de leveranciers en opzichters, die voor een deel van den buit de malversaties door de vingers zagen, aan de justitie bekend zal maken. De opzichter De G. alhier, die tegelijk met hem in hechtenis werd genomen en later weder op vrije voeten werd gesteld, is zooals wij reeds mededeelden nu op zijn aanwijzing ook reeds weder aangehouden, evenals v. D., alhier. Eerstdaags worden nog meerdere arresta ties verwacht. Er komt, volgens „Het Vad.", 1 Jan. een belangrijke verlaging in het vervoer van bestel-, ijl- en vrachtgoed, zoowel stukgoed als wagonladingen op de lijnen der Nederlandsche Spoorwegen. Wij hebben, zegt het blad, oude en nieuwe tarieven eens vergeleken en kwamen toen tot de ervaring, dat de besparing zeer groot is. bijv. beslelgoed van Deventer naar Naaldwijk groot 10 K.G. kost nu nog f 1.66 en na 1 Jan maar f 1.15. Met vrachtgoed is het evenzoo. 300 K.G. van Rotterdam naar Poeldijk kost nu nog f 5.65, na 1 Jan. f 5.20. De brandsloffenhandclaars vooral zullen er van profiteeren. Wagonladingen steen kolen van 1045 en 100 ton van Simpel- veld, dus van de mijnen, naar Loosduinen kost nu resp. f 56.50, f 238.50 en f -197.50, maar na Nieuwjaar f 46.50, f 193.50 en f 387.50. Een wagon tomaten van 10 dui zend kilo van Poeldijk of Naaldwijk naar Rotterdam kostte nu aan spoor- en tram- vracht f31.20 en na 1 Januari f20.50. Moord met roof te Culem- borg. Te Culemborg is in den nacht van Zondag op Maandag de 78-jarige landbou wer T. van Wiggen, die met zijn zuster al leen aan den Achterweg aldaar woonde, overvallen en met spadeslagen gedood. Zijn 69-jarige zuster, werd, eveneens door spade- slagen eriistig verwond, naar het ziekenhuis te Culemborg overgebracht. Ongeveer een kwartier büiten het dorp, aan den Achterweg, woonde Van Wiggen met zijn zuster in een eigen huisje, dat op ongeveer 100 meter van de naburige boeren woningen verwijderd staat. Gedurende den morgen waren verschillende personen, on-* der wie de postbode en eenige leveranciers, aan de deur geweest, doch zij hadden do woning gesloten gevonden. Toen, tegen den middag het huis gesloten bleef, stelden de omwonenden de politie van het zonderlinge geval In kennis, daar men de zaak geens zins vertrouwde. Tegen drie uur is de politie toen het huig binnengedrongen. In de woning vond zij het lijk van den ouden man, terwijl diens zuster ernstig gewond bleek te zijn. Bij nader on derzoek kwam aan het licht, dat vermoede lijk twee personen 's avonds omstreeks elf uur, toen de bewoners zich nog niet tor ruste hadden begeven, het huisje zijn bini nengedrongen. Zij hebben met een spadq den ouden man drie ernstige wonden aan het hoofd toegebracht, aan de gevolgen waarvan hij overleed. De vrouw werd ver-s moedelijk met een ander voorwerp ernstig aan het hoofd verwond. De indringers hebben zich meester ge« maakt van al het aanwezige geld, waarvan het bedrag echter nog niet bekend Is. De. politie weet nog niet hoe de moorde naars de woning zijn binnengekomen. Geen enkel spoor van braak werd gevonden. Het was bekend, dat de oude lieden een spaar potje hadden. De justitie is onmiddellijk van dézen roofmoord in kennis gesteld. Van de daders is tot nu toe geen spoor ontdekt Eenigen lijd geleden is in dezelfde wo* ning een poging tot inbraak gedaan, die evenwel mislukte. Het parket van Tiel is Maandagavond naar Culemborg gekomen. Het onderzoek duurde dien nacht tot halfdrie. De sectie van het lijk, dat vreeselijk verminkt was, geschiedde door dr. Hulst, uit Leiden, en dr. Hocke Hoogeboom, uit Culemborg. De heer Van Ledden Hulsebo9 uit Amsterdam is tot Dinsdagmiddag halfvier met het schei kundig onderzoek bezig geweest Met behulp van een politiehond heeft m<?n een belangrijke aanwijzing gekregen. In een bed zijn geldswaardige papieren en sieraden gevonden en op de theelafel In de huiskamer een doosje met f 1820. Toch meent men dat er een flink bedrag is ge stolen Gerritje van Wiggen is in het ziekenhuis te Culemborg overleden, zonder het bewust zijn herkregen te hebben. De voornaamste getuige is hiermede heengegaan. De commissaris Blok ontving eenige ano nieme brieven, die blijkens het poststempel uit Culemborg afkomstig zijn. Een oproep om inlichtingen voor het bureau aangeplakt heeft tot dusverre weinig succe9 gehad. Drie personen zijn wel reeds in verhoor genomen. Een nieuw bankbiljet van f 100. De directie van De Neder landsche Bank maakt, overeenkomstig art. 17, lid 1, der Bankwet 1919 bekend, dat zij na 27 dezer een nieuw model bankbiljet van f 100 in omloop Zal brengen. De voorzijde van dit biljet verioont den volgenden tekst: DE NEDERLANDSCHE BANK betaalt aan Toonder HONDERD GULDEN. Amsterdam, dagteekening. De Secretaris De President Serieiet Iers en nummers, welke donker-* bruin zijn gedrukt, komen boven dezen tekst tweemaal voor. Op den voorgrond van het biljet bevindt zich ter linkerzijde van den tekst een zit tende vrouwenfiguur, die de rechterhand onder de kin houdt, terwijl haar hoofd naar den toeschouwer is gekeerd. De linkerhand rust op het linkerdijbeen, dat over hel rech terbeen is geslagen. De figuur is geplaatst op een donkeren achtergrond, waarin de Nederlandsche Leeuw als motief voorkomt. Het overige gedeeite vertoont een uit lijnen samengestelde oranjeappel-versiering, boven den tekst overgaande in een afbeelding van eene rijzende zon. In den linker benedenhoek van het biljet Hoor DOUGLAS VALENTINE, jichrijver van „De man met den Klompvoet". Geautoriseerde vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden). 8) „Misschien verlel ik die wel eens later", antwoordde hij op zijn gewone kalme ma nier, „hoewel er, eerlijk gezegd, al heel wei nig te vertellen is. Desmond bemerkte zijn verlegenheid en had er eerbied voor. Hij kwam dadelijk te huip en zei opeens: „Spencer, wat is er de moeite waard om Je gaan zien in Londen? Ik wil mij arau- eecroii, zie je, niet iets al te vc-rhevens!" „Nur-el-Din in het Palaceum". antwoord de de journalist ,Ja, werkelijk, daar moeten we heen gaan", zei Desmond, zich tot Maurice wen dend. „Heb je haar ooit gezien? Er is mij ycrteld, dat zij eeavoudig schitterend is.." „Het i3 een buitengewoon artistieke voor stelling", zei Spencer, „en het Palaceum maakt goede zaken. Maar-dan doet u het best er gauw heen te gaan, want er wordt gezegd, dat zij al gauw nietmeer op het pro gramma komt. „Neen!" riep Strangwise uit, zoo plotse ling. dal Desmond zich omdraaide en hem aanstaarde. „Ik dacht, dat zij daar nog maanden bleef „Maar zij zijn 't ook niet, die haar willen laten gaan", antwoordde Spencer, „zij is een goudmijntje voor hen; maar ik denk, dal zij niet gemakkelijk isom het maar een3 ronduit te zeggen, zij maakt het iedereen zóó lastig met haar kunstenaars-tempera ment, dat niemand met haar overweg kan." „Ken jij die dame toet dat kunstenaars- temperament, Maurice?" vroeg Desmond. Strangwise aarzelde een oogenblik. „Ik ontmoette haar een paar jaar geleden in Canada." zei hij langzaam, „toen was zij nog maar een ster van de zooveelste grootte. Zij is een buitengewoon mooi en aantrekke lijk meisje, ondanks het ongunstige oordeel van onzen vriend. Er is iets eigenaardigs in haar manier van dansen, dat je in den regel niet in dit soort van voorstellingen vindt." Hij zweeg een oogenblik en voegde er toen kort bij: „Wij zullen vanavond naar het Palaceum gaan ,als je er lust in hebt, Desmond." En Desmond stemde opgewekt toe. Iemand, die wekenlang in een slecht geventileerd soort van hok tusschen de Passchendaele-heuvels heeft geleefd, vindt het iicht en de muziek en de kleuren van een variété-theater een voorproef van het paradijs. Dat dacht Desmond Okewood ten minste, toen hij een paar uur later met Maurice Strangwise in de stalles van de ruime Pala- ceum-zaal zat. In de ongewone weelde van avondldeeding voelde hij zich keurig en be haaglijk, en de sigaar, die hij rookte, was een hoogtepunt van een van Juliens ver borgen talenten. De opschriften aan beido zijden vóór het tooneel vermeldden de woorden: Invallers- voorslelling. Op het tooneel stond een knoestig man netje met blozende wangen en een bouffante om, een kalen, ouden hoed op zijn hoofd, een zweep in de hand, de oude Loadensche omnibus koetsier, juist zooals die er vroeger altijd uitzag. Desmond, die zelf een geboren Londenaar was. was dadelijk onder de be koring van het spel van den acteur, en ver gat alle herinneringen aan het front, terwijl de Londensche straattypen elkaar op het tooneel opvolgden. Toen viel het orkest in, het gordijn viel en de heele zaal barstte los in een luid applaus. Desmond, die genoot van zijn behaaglijke plaats, trok aan zijn sigaar en verviel in een prettige droomstemming. Hij voelde de tegenstelling tusschen die spookachtige nachtmerrie van modder en gruwelen, waar hij juist vandaan kwam, en de elegante, fijn-beschaafde omgeving rondom hem. Plotseling bepaalde Sijn aandacht zich bij het tooneel. De atmosfeer van het theater was veranderd. Desmond, die meestal gauw „invloeden" bemerkte, voelde onmiddellijk een andere stemming in de menigte rondom hem. Men voelde duidelijk de tegenwoordig heid in het theater van een persoonlijkheid, die een tastbaren invloed had. Het talrijke auditorium was plotseling tot zv/ijgen gebracht. De lucht was zwaar van wierookgeuren. De strijkinstrumenten en de hobo's van het orkest schenen in een rhylh- mischen strijd te geraken. Maurice stootte hem aan met zijn elle boog. „Daar is zij" zei hij. Desmond voelde neiging om hem ruw van zich af te schudden. Die storing deed hem onaangenaam aan, want ai zijn aandacht was gevestigd op dat wonderlijk mooie meisje met' haar zilveren tiara-achtigen hoofdltcoi en haar donkerbruine huid, die slcrk contrasteer de met haar zilveren toilet met het stijf, wijd uitstaande plooirokje. Zij zat, als een afgods beeld, op een schitterenden, zwarten troon; aan haar voeten, met de lange, gepolijste na gels, lagen haar aanbidders in de meest fan tastische kleeding. Het afgodsbeeld begon te leven, de muziek van het orkest verstomde. Toen begon een zware trom een nerveus-tril lend geroffel, de schelle tonen van een dwars fluit voegden zich erbij en de danseres hief zich hoog op de leenen op haar troon, en be gon een iangzamen, kwijnenden dans. Haar slanke lichaam strekte cn boog zich, terwijl de pauken steeds wilder dreunden, en nu en dan een koperen bekkenslag de overprikkelde zenuwen nog aanhitste. De danseres was de gracie zelve. Haar lichaam was lenig en soepel als dat van een jongen. Zij had dat vurige, krachtige en le vendige, hetwelk aan een panter deed den ken, zooals zij daar uitkwam legen dien ach tergrond van exotische kleuren. De gracie van haar bewegingen, de verblindende pracht van de kleuren op het' tooneel, de stijlvolle groepcering van haar aanbidders, dit alle3 vormde een schouwspel, dat het publiek in ademlcoze stilte hield, totdat het gordijn viel. Toen Desmond zich omkeerde, zag hij, dat Strangwise opstond. „Ik dacht er over om even achter het too neel te gaan," zei hij achteloos. „Wat? Om Nur-ol-Din le zien? Duivels, dan ga ik mee!" riep Desmond onmiddellijk. Strangwise maakte bezwaar. Hij wist niet, of hij iiem mee kon nemenhet zou wel eens moeilijk kunnen gaaneen anderen keer. Maar Desmond stond vaslberaden op. „De drommel hale je, als je me hier ach terlaat, Maurice," lachte hij; „natuurlijk ga ik meel Zij is het prachtigste wezen, dat ik ooit gezien heb!" En dus gingen zij ten slotte samea. - j HOOFDSTUK HL Mackwayte ontmoet een onde kennis. Dien avond liet Nur-el-Din het publiek vijf minuten op zich wachten. Dit was het hoogtepunt van een heele serie van derge-. lijke onvergeeflijke misdaden tegen de regie, menton van het theater. Het resultaat was, dat Mackwaylc, na vier enlhusiaste terugroe pingen, van het tooneel afstappend, in een ontzettende herrie terecht kwam. Fletcher, de regisseur, stond daar bleek van woede, omringd door het grootste deel van het gevolg, dat Madame op haar reizen begeleidde. Dan was er Madames kamenier, een keurig Francaisetje, Madames impressa- rio, een dikke, woordenrijke Italiaan, Mada- mes secretaris, een Zuid-Amcrikaansch jon geling, met olijfkleurige gelaatstint, in een smoking met fluweelen kraag cn Madames eerste danser in een soort Egyptisch gewaad, wiens gezicht zeer eigenaard!g geschminkt was. Zij praatten allen door elkaar en tel kens herbaalde Fletcher woedend: „En de zen keer moet zij van het programma af, of ik zet geen voet meer in het theater!" Toen riep een heldere stem: „Me volia!" en een bekoorlijke verschij ning in een hermelijnen avondmantel kwam tusschen de groep aangetrippeld, klopte den regisseur even op den schouder cn zei- „Allons! Ik ben klaar!" Hackwaytos gezicht trok onder do laag schmink in duizend plooien en rimpels. Want toen zij hem in het oog kreeg, verhelderde een glans van blijdschap hel gezicht van de dan seres- r 1 (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5