De Onzichtbare Hand.
No 19571,
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 27 December.
Tweede Blad. Anno 1923.
VIT DE PERS.
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
—Jhum
be nieuwe oyclraohL
De meeste bladen, die commentaar geren
pp bet communiqué van het Haagsche Corr.
Bur., waarin de opdracht tot een kabinets-
yorming aar de rechterzijde der Tweede
Kamer vermeld wordt, wijzen op het ongo-
jrende in onze parlementaire geschiedenis,
'flat een combinatie van politieke groepen
met het samenstellen van een ministerie
belast wordt.
De „Nieuwe Rott. Ct." (lib.) verklaart,
flat de constitutioneele betrekkingen tus-
pchen Regeering en Kamer door dit „nieuwe
procédé" ondersteboven worden gekeerd.
Jn een artikel, getiteld„Op z'n kop",
2é'gt het blad o.a. het volgende
I Een groep uit de Kamer een politiek be
grip, waarvan men niet eens precies weet,
boever het zich uitstrekt, met name of het
pok den staatkundig gereformeerden afge
vaardigde omvateene, nadat mr. Kooien
beeft moeten verklaren, dat het onmogelijk
Jvas, een kabinet uit de rechterzijde te vor
mt,!, zelfs tamelijk willekeurig gekozen col
lectiviteit, die toevalligerwijs een meerder
heid vormt in de Kamereen denkbeeldige
fenheid zonder organisatie, is tot kabinets
formateur uitgeroepen.
Een premier zal het nieuwe kabinet niet
kunnen hebben. Tot nu toe placht de forma
teur van een kabinet bij een afzonderlijk be
sluit te worden benoemd, dat door hem zelf
(Werd gecontrasigneerd. En door het contra
seign onder het benoemingsbesluit van zijn
mode-ministers droeg hij de verantwoorde
lijkheid voor zijn keus. Wie zal hel besluit
yan benoeming nu moeten contrasigneeren
En wat zal de heteekenis van dit contra
seign zijn
Het blad betoogt verder, dat het te vor
men kabinet niet voor de Kamer treedt als
(een zelfstandig orgaan in den staat, dat eene
eigen functie heeft te vervullen, en zijn ge-
pag van 't gezag der Kroon afleidt, doch al3
pene commissie van lasthebbers, terwijl de
lastgevers aan de overzijde van de groene
fafel gezeten zijn.
Van zelfstandigheid of eigen verantwoor-
flelijkheid der Regeering zal geen spraak
kunnen zijn. Geen afwijking van den door
„de rechterzijde" bij de formatie uitgetee-
kenden weg zal mogelijk zijn, of de regee
ring zal eerst aan „de rechterzijde" moeten
gaan vragen, of het geoorloofd is. Loopt
'elands bestuur in het honderd, maar heeft
üe regeering zich aan de aanwijzingen van
„de rechterzijde" gehouden, dan zal niet de
regeering, doch „de rechterzijde" verant
woordelijk zijn. Al wat de regeering zal kun
nen, is waarschuwen „de zaken gaan mis
Bleekt de hoofden nog eens bij elkaar, of gij
pns niet eene andere volmacht kunt geven".
Critiek kan van „de rechterzijde" niet
meer "worden verwacht, want door critiek
Ecu de kamermeerderheid haar eigen werk
afbreken. Haar recht van controle wordt
Bchijn, want wat zij controleert, zijn niet
eigen regeeringshanuelingen, doch de bewe
gingen van de marionetten, waarvan „de
rechterzijde" de touwtjes vasthoudt.
De „N. R. Ctkomt dan tot de conclusie,
üat de ministers de onzelfstandige uilvoer-
flers van den „wil der rechterzijde".
Welke de positie van de Kroon in dit sa-
gnenslel werden zal, is te eenenmaie onbe
grijpelijk. Zullen de ministers in het overleg
met de Kroon niet telkens eenig respijt moe
ien vragen „Ja, Majesteit, het is alles heel
mooi, maar ik moet eerst eens gaan vragen,
pf het mag Ot zal de nieuwe „formateur"
■1 ol niet met „bemiddeling" in geregeld
§onlact met de Kroon blijven, om het aan-
eel der Kroon in de regeering niet gansch
gn al fictief te doen zijn
Laten we maar hopen, zoo besluit hel
fclad, dat de opdracht mislukt
„II e t H a n d c 1 s b 1 a d" (lib.), er op wij
zende, dat „het eenige nog openlijk waar
deerbare deel van de macht der kroon, dat
bij kabinetsformaties tijdelijk door een ko
ninklijken mandataris wordt uitgeoefend, nu
ter uitoefening gegeven is aan eenstuk van
üe parlementaire macht", verklaart
Zulk een abdicatie van de allervoornaam
ste functie, die de constitutioneele vorst nog
kan verrichten in het parlementaire stelsel.
Ware iets zóó bedenkelijks, dat men dan zou
moeten zeggen na het prestige van het
parlement ii nu ook al dat van de kroon om
laag gatrokken door deze crisis wij h o 1-
1 n naar het fascisme.
Maar wij kunnen vooralsnog niet geloo-
ven, dat een der raadslieden van de kroon
haar op zulk een noodlottigen weg zou heb
ben gebracht De kabinetsformatie uit han
den geven, bij wijze van leening, die moet
worden geplaatst, aan een consortium van
politieke bankiers, het ware ongehoord.
Ons komt het voorshands ongelooflijk
voor.
„H e t Vaderland" (lib.) schrijft
Deze opdracht, om een kabinet te formes-
ren aan de rechterzijde, en niet aan een per
soon, is een unicum op constitutioneel ge
bied en een zeer bedenkelijk unicum ook.
Zoo bedenkelijk, dat wij er niet voetstoots
geloof aan kunnen schenken, en aan een on
juistheid in de mededeeling gelooven.
Denkelijk zal de Kroon aan de H.H. No-
lens, Schokking en Rutgers verzocht hebben
om advies over de opdracht tot formatie aan
iemand, dien zij alle drie, na overleg ge
pleegd to hebben met hunne respectieve
clubs, als zoodanig begeeren, of wil men lie
ver, waarbij zij alle drie zich hebben neer
gelegd Maar als de Kroon de formatie had
opgedragen aan de 60, zou zij daarmede van
een rechl, dat Haar toekomt, afstand heb
ben gedaan, en zouden onze constitutioneele
instellingen een deuk major hebben gekre
gen.
Ware het communiqué van het Correspon
dentiebureau juist, dan zou de heer Snoeck
Henkemans alle reden hebben om te vragen,
wie er in Nederland regeert. Nolens, Schak-
king en Rutgers of Koningin Wilhelmina.
En wij wenschen alleen door de laatste ge
regeerd te worden. Eene Kabinetsformatie,
opgedragen aan een politieke partij of aan
een combinatie van politieke pqrtijen, wordt
niet door ons bestreden als iels formeels,
maar als een constitutioneele fout van be
lang.
Hoe de opdracht precies geluid heeft, nu
komt uit wat wij van meet af aan gezegd
hebben Tout chemin mène 6. Colijn. Of hij
nu zelf formateur wordt, of dat hij zijn plaats
door een strooman laat innemen, het kabi
net zal een kabinet-Colijn wezen. De groole
angst van Christelijk-Historischen en Katho
lieken, dat uit deze crisis een andere partij-
groepeering zou voortkomen, heeft de Anti-
Revolutionairen zeer bijzonder sterk ge
maakt. Zij hebben blijkbaar alles aangedurfd
zelfs de onnoodigo verlenging van een cri
sis, die op het allerongelegensle oogenblik
uitbrak.
De „Maasbod e" (R.-K.) verklaart nog
eens, dat geen andere oplossing der crisis
mogelijk mag worden geacht dan de vor
ming van een nieuw rechlsch parlementair
kabinet
Want het is duidelijk, zegt het blad, dat
ditmaal van een mislukken geen sprake
mag zijn. Deze daad van Hare Majesteit
wekt den indruk, alsof zij aan de groepen,
die nog maar aldoor in oneenigheid den tijd
verdoen, wil beteekenen dat er nu een eind
aan dient te komen en zij met voorbijzien
van persoonlijke gevoeligheden om 's lands
belang hebben ie denken. Wij twijfelen er
niet aan, ot de wenk zal begrepen worden,
wij durven zeggen is reeds begrepen.
„Een blijde Kerst-boodschap" noemt hel
blad de mededeeling van j.l. Maandag.
Ook de „Residentiebode" (r.-k.) 13
verbaasd
We willen ronduit erkennen, zelden voor
een zóó moeilijke taak te hebben gestaan als
bij de voorlichting onzer lezers bij dit be
richt, dat ons zelf, ook na herhaaldelijke le
zing, een onoplosbaar raadsel lijkt.
Een opdracht tot formecring van een ka
binet als hier gegeven wordt, is, zoover ons
geheugen reikt, in de parlementaire geschie
denis van ons land nog niet voorgekomen.
Tot nu toe werd de formatie van een ka
binet aan een bepaald persoon, hetzij hij een
parlementair of extra-parlementair was, ge
geven, maar een kabinetsopdracht aan een
geheele politieke partij, of liever gezegd
aan een groep van politieke partijen, is nog
„niemals dagewesen".
Wordt thans de allesbehalve aanbevelens
waardige gewoonte ingevoerd, dat het parle
ment zelf zijn ministers benoemt in plaats
van de Kroon
Of heeft H. M. de Koningin, nu voor Haar
elke oplossing der crisis onmogelijk schijnt,
de volle verantwoordelijkheid voor dezo si
tuatie gelegd op de rechterzijde, die met een
sterkte van 69 man niet in staat 1'. een ka
binet te fonneeren
Hoe dit zij, twee dingen zijn met stellig
heid uit deze duistere opdracht te conclu-
deeren
Allereerst, dat deze derde opdracht van H.
M. de Koningin ons geen oplossing" brengt
yan de crisis, die, tot groote schade van het
algemeen belang, reeds veel te lang duurt
En ten tweede, dat de regeeringskaros zóó
vast geloopen is, dat zelfs H. M. de Konin
gin geen oplossing meer ziet.
Dit zijn voor ons de twee «enige positieve
feiten in deze allesbehalve prettige Kerst
boodschap aan bet Nederlandseho volk.
En die, voor de rechterzijde in het bijzon
der, wel beschamend is.
Terwijl al geruimen tijd
de voorteekenen van den naderenden win
ter zichtbaar en „voelbaar" waren, heeft de
wintervorst zich onmiddellijk -op volle
kracht -doen gelden vanaf het moment dat
officieel zijn heerschappij was aangekondigd
Nu prijkt de natuur in een zilverwit donzig
kleed, dat echter aan het verkeer niet be
paald ten goede komt. Er was geen oprui
men aan gedurende de Kerstdagen en thans
is de sneeuwlaag hard als ijs, zoodat zij
zeer moeilijk zal zijn te verwijderen. In
middels mogen wij ons thier in het Westen
nog gelukkig prijzen, wanneer wij zien naar
het Oosten en Noorden, waar op vele plaat
sen de sneeuw ongeveer een halven meter
hoog ligt. Npg gisteravond werd de avond-
sneltrein uit Groningen nabij Assen over
vallen door een geweldige sneeuwjacht,
waardoor het treinverkeer zeer werd opge
houden en het reizen, niet bepaald tot epn
aangenaam iets werd gemaakt. Toch heeft
ook het hooge Noorden in deze periode zijn
voordeelen. Althans voor velen. Want ter
wijl hier van schaatsenrijden nog geen
sprake is voorloopig, liep men gistermiddag
j daar reeds over vaarten en grachten en
werd er op vele ijsbanen gereden, al waren
deze dan ook nog niet officieel geopend. Het
j ijs was slecht, maar een liefhebber van
schaatsenrijden en welk Hollander i9
dat niet? geeft zich niet spoedig gewon
nen. Zóó hard vroor het gisteravond in het
Noorden van ons land ,dat bijvoorbeeld in
den reeds genoemden avondsneltrein eenige
raampjes, die natuurlijk dik met ijsbloemen
waren gesierd, met luid gerinkel aan stuk
ken sprongen.
Het spreekt vanzelf, dat de ijsclubs gre
tig de haar geboden kans hebben aange
grepen. Maandagavond werden in de bla
den al verschillende hardrijderijen gean-
nanceerd en reeds heden zal het bijgevolg
feest zijn op de wateren in Friesland, Gro
ningen, Drente, en op vele plaatsen in het
Oosten.
Wanneer hier.
Met betrekking tot het
droevig ongeval bij de Sassenheimerpont,
waarbij twee personen verdronken, ver
nemen we nog nader:
Zaterdagmiddag te ruim 12 uur was de
pontwachtcr R. Roodenburg belast met de
bediening van de Sassenheimerpont, varen
de vanaf den Lisserdijk naar de overzijde
van de ringvaart in deze gemeente. Een
bloemenauto, die meermalen per week met
de pont overgezet wordt, rijdende op den
Lisserdijk hield nabij de pont stil, waarna
de pontwachler met de pont, liggende aan
de zijde der gemeente Lisse. naar de over
zijde voer. Aan wal gekomen zijnde legde
hij de pont met een ketting aan een daar
voor bestemden paal vast, waarop hij tegen
den autobestuurder riep: „ja" als teeken,
dat hij de pont kon oprijden. De bestuurder
reed met tamelijk snelle vaart de pont op,
waarom de pontwachler een stopblok ge
reed hield om voor een der wielen te leggen.
De bestuurder, die nog maar enkele weken
reed, was vermoedelijk geen meester over
de remmen van het motorrijtuig en reed met
denzelfden gang door met het gevolg, dat
het voertuig gedeeltelijk van de pont afreed,
waardoor de bestuurder en een jongen, die
naast hem zat, met het vooreinde van de
auto in de diepte van de ringvaart verdwe
nen. De ponlwachter had nog getracht het
blok voor een der wielen te gooien-, doch dit
lukte niet. Op dat oogenblik was de pont-
wachter geheel alleen op de pont, terwijl er
zich ook niemand aan de oevers der ring
vaart bevond. Nog heeft hij getracht met
behulp van een ander persoon met een roei
boot hel vooreinde van het motorrijtuig, dat
onder water lag, even te lichten om de in
zittenden te kunnen redden, doch hun po
gingen waren vruchteloos.
Met te hulp gekomen personen werd
daarna een touw om het motorrijtuig ge
daan en met een lier van de pont de auto
op het droge gebracht Toen bleek, dat de
twee inzittende personen van het motorrij
tuig zich nog daarin bevonden, aangezien
de stuurkast geheel was afgesloten. Inlus-
schen was dr. Quant van Sassenheim ter
plaatse gekomen, die, nadat de twee perso
nen uit de stuurkast waren gehaald, slechts
den dood kon constateeren. De lijken wer
den voorloopig in het pakhuis van den heer
C. de Breuk neergelegd. Toen de auto op
den weg was gekomen, werd geconstateerd,
dat de handrem niet gebruikt was; daarom
wordt vermoed, dat de bestuurder niet tijdig
genoeg geremd heeft of zijn voet van de
voctrem is afgegleden. Naar schalling heeft
het ongeveer een halfuur geduurd alvorens
de twee inzittende personen nit hel water
konden worden gehaald.
De twee ongelukkigen zijn genaamd:
Willem Eveleens, oud 36 jaren en onge
huwd en Dirk Maarssen, oud H jaar, bei
den wonende te Aalsmeer.
De lijken zijn denzeliden avond nog naar
Aalsmeer overgebracht
Zooals begrijpelijk verwekte dit droevig
ongeluk, zoowel te Aalsracer als ter plaatse
waar het ongeluk gebeurde, groote con
sternatie.
Uit 's-Gravenhage wor d t a a n
„De Tel." gemeld:
Het vermoeden, dat de arrestatie van den
expediteur en aannemer v. T. alhier, leiden
zou tot de eindelijke ontwarring van hel
kluwen van bedrog en knoeierij bij den
bouw van het nieuwe Academisch Zieken
huis te Leiden gepleegd, schijnt bewaarheid
te zullen worden.
Naar wij vernemen heeft v. T., die in de
jaren, waarin hij voor den bouw materialen
vervoerde, in goeden doen is gekomen, circa
een ton aangeboden, als men hem met rust
liet. Nu hij eenmaal in handen der justitie
is, verwacht men, dat hij ook zijn vele me
deplichtigen, zooals de menschen, aan wie
bij de materialen, bestemd voor den bouw,
tegen lagen prijs in handen speelde, en de
leveranciers en opzichters, die voor een deel
van den buit de malversaties door de vingers
zagen, aan de justitie bekend zal maken.
De opzichter De G. alhier, die tegelijk met
hem in hechtenis werd genomen en later
weder op vrije voeten werd gesteld, is
zooals wij reeds mededeelden nu op zijn
aanwijzing ook reeds weder aangehouden,
evenals v. D., alhier.
Eerstdaags worden nog meerdere arresta
ties verwacht.
Er komt, volgens „Het
Vad.", 1 Jan. een belangrijke verlaging in
het vervoer van bestel-, ijl- en vrachtgoed,
zoowel stukgoed als wagonladingen op de
lijnen der Nederlandsche Spoorwegen.
Wij hebben, zegt het blad, oude en nieuwe
tarieven eens vergeleken en kwamen toen
tot de ervaring, dat de besparing zeer groot
is. bijv. beslelgoed van Deventer naar
Naaldwijk groot 10 K.G. kost nu nog f 1.66
en na 1 Jan maar f 1.15.
Met vrachtgoed is het evenzoo. 300 K.G.
van Rotterdam naar Poeldijk kost nu nog
f 5.65, na 1 Jan. f 5.20.
De brandsloffenhandclaars vooral zullen
er van profiteeren. Wagonladingen steen
kolen van 1045 en 100 ton van Simpel-
veld, dus van de mijnen, naar Loosduinen
kost nu resp. f 56.50, f 238.50 en f -197.50,
maar na Nieuwjaar f 46.50, f 193.50 en
f 387.50. Een wagon tomaten van 10 dui
zend kilo van Poeldijk of Naaldwijk naar
Rotterdam kostte nu aan spoor- en tram-
vracht f31.20 en na 1 Januari f20.50.
Moord met roof te Culem-
borg. Te Culemborg is in den nacht van
Zondag op Maandag de 78-jarige landbou
wer T. van Wiggen, die met zijn zuster al
leen aan den Achterweg aldaar woonde,
overvallen en met spadeslagen gedood. Zijn
69-jarige zuster, werd, eveneens door spade-
slagen eriistig verwond, naar het ziekenhuis
te Culemborg overgebracht.
Ongeveer een kwartier büiten het dorp,
aan den Achterweg, woonde Van Wiggen
met zijn zuster in een eigen huisje, dat op
ongeveer 100 meter van de naburige boeren
woningen verwijderd staat. Gedurende den
morgen waren verschillende personen, on-*
der wie de postbode en eenige leveranciers,
aan de deur geweest, doch zij hadden do
woning gesloten gevonden. Toen, tegen den
middag het huis gesloten bleef, stelden de
omwonenden de politie van het zonderlinge
geval In kennis, daar men de zaak geens
zins vertrouwde.
Tegen drie uur is de politie toen het huig
binnengedrongen. In de woning vond zij het
lijk van den ouden man, terwijl diens zuster
ernstig gewond bleek te zijn. Bij nader on
derzoek kwam aan het licht, dat vermoede
lijk twee personen 's avonds omstreeks elf
uur, toen de bewoners zich nog niet tor
ruste hadden begeven, het huisje zijn bini
nengedrongen. Zij hebben met een spadq
den ouden man drie ernstige wonden aan
het hoofd toegebracht, aan de gevolgen
waarvan hij overleed. De vrouw werd ver-s
moedelijk met een ander voorwerp ernstig
aan het hoofd verwond.
De indringers hebben zich meester ge«
maakt van al het aanwezige geld, waarvan
het bedrag echter nog niet bekend Is.
De. politie weet nog niet hoe de moorde
naars de woning zijn binnengekomen. Geen
enkel spoor van braak werd gevonden. Het
was bekend, dat de oude lieden een spaar
potje hadden. De justitie is onmiddellijk van
dézen roofmoord in kennis gesteld. Van de
daders is tot nu toe geen spoor ontdekt
Eenigen lijd geleden is in dezelfde wo*
ning een poging tot inbraak gedaan, die
evenwel mislukte.
Het parket van Tiel is Maandagavond
naar Culemborg gekomen. Het onderzoek
duurde dien nacht tot halfdrie. De sectie
van het lijk, dat vreeselijk verminkt was,
geschiedde door dr. Hulst, uit Leiden, en
dr. Hocke Hoogeboom, uit Culemborg. De
heer Van Ledden Hulsebo9 uit Amsterdam
is tot Dinsdagmiddag halfvier met het schei
kundig onderzoek bezig geweest
Met behulp van een politiehond heeft
m<?n een belangrijke aanwijzing gekregen.
In een bed zijn geldswaardige papieren en
sieraden gevonden en op de theelafel In de
huiskamer een doosje met f 1820. Toch
meent men dat er een flink bedrag is ge
stolen
Gerritje van Wiggen is in het ziekenhuis
te Culemborg overleden, zonder het bewust
zijn herkregen te hebben. De voornaamste
getuige is hiermede heengegaan.
De commissaris Blok ontving eenige ano
nieme brieven, die blijkens het poststempel
uit Culemborg afkomstig zijn. Een oproep
om inlichtingen voor het bureau aangeplakt
heeft tot dusverre weinig succe9 gehad.
Drie personen zijn wel reeds in verhoor
genomen.
Een nieuw bankbiljet
van f 100. De directie van De Neder
landsche Bank maakt, overeenkomstig
art. 17, lid 1, der Bankwet 1919 bekend, dat
zij na 27 dezer een nieuw model bankbiljet
van f 100 in omloop Zal brengen.
De voorzijde van dit biljet verioont den
volgenden tekst:
DE NEDERLANDSCHE BANK
betaalt aan Toonder
HONDERD GULDEN.
Amsterdam, dagteekening.
De Secretaris De President
Serieiet Iers en nummers, welke donker-*
bruin zijn gedrukt, komen boven dezen
tekst tweemaal voor.
Op den voorgrond van het biljet bevindt
zich ter linkerzijde van den tekst een zit
tende vrouwenfiguur, die de rechterhand
onder de kin houdt, terwijl haar hoofd naar
den toeschouwer is gekeerd. De linkerhand
rust op het linkerdijbeen, dat over hel rech
terbeen is geslagen. De figuur is geplaatst
op een donkeren achtergrond, waarin de
Nederlandsche Leeuw als motief voorkomt.
Het overige gedeeite vertoont een uit lijnen
samengestelde oranjeappel-versiering, boven
den tekst overgaande in een afbeelding van
eene rijzende zon.
In den linker benedenhoek van het biljet
Hoor DOUGLAS VALENTINE,
jichrijver van „De man met den Klompvoet".
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
(Nadruk verboden).
8)
„Misschien verlel ik die wel eens later",
antwoordde hij op zijn gewone kalme ma
nier, „hoewel er, eerlijk gezegd, al heel wei
nig te vertellen is.
Desmond bemerkte zijn verlegenheid en
had er eerbied voor. Hij kwam dadelijk te
huip en zei opeens:
„Spencer, wat is er de moeite waard om
Je gaan zien in Londen? Ik wil mij arau-
eecroii, zie je, niet iets al te vc-rhevens!"
„Nur-el-Din in het Palaceum". antwoord
de de journalist
,Ja, werkelijk, daar moeten we heen
gaan", zei Desmond, zich tot Maurice wen
dend. „Heb je haar ooit gezien? Er is mij
ycrteld, dat zij eeavoudig schitterend is.."
„Het i3 een buitengewoon artistieke voor
stelling", zei Spencer, „en het Palaceum
maakt goede zaken. Maar-dan doet u het
best er gauw heen te gaan, want er wordt
gezegd, dat zij al gauw nietmeer op het pro
gramma komt.
„Neen!" riep Strangwise uit, zoo plotse
ling. dal Desmond zich omdraaide en hem
aanstaarde. „Ik dacht, dat zij daar nog
maanden bleef
„Maar zij zijn 't ook niet, die haar willen
laten gaan", antwoordde Spencer, „zij is een
goudmijntje voor hen; maar ik denk, dal zij
niet gemakkelijk isom het maar een3
ronduit te zeggen, zij maakt het iedereen
zóó lastig met haar kunstenaars-tempera
ment, dat niemand met haar overweg kan."
„Ken jij die dame toet dat kunstenaars-
temperament, Maurice?" vroeg Desmond.
Strangwise aarzelde een oogenblik.
„Ik ontmoette haar een paar jaar geleden
in Canada." zei hij langzaam, „toen was zij
nog maar een ster van de zooveelste grootte.
Zij is een buitengewoon mooi en aantrekke
lijk meisje, ondanks het ongunstige oordeel
van onzen vriend. Er is iets eigenaardigs in
haar manier van dansen, dat je in den regel
niet in dit soort van voorstellingen vindt."
Hij zweeg een oogenblik en voegde er
toen kort bij:
„Wij zullen vanavond naar het Palaceum
gaan ,als je er lust in hebt, Desmond." En
Desmond stemde opgewekt toe. Iemand, die
wekenlang in een slecht geventileerd soort
van hok tusschen de Passchendaele-heuvels
heeft geleefd, vindt het iicht en de muziek
en de kleuren van een variété-theater een
voorproef van het paradijs.
Dat dacht Desmond Okewood ten minste,
toen hij een paar uur later met Maurice
Strangwise in de stalles van de ruime Pala-
ceum-zaal zat. In de ongewone weelde van
avondldeeding voelde hij zich keurig en be
haaglijk, en de sigaar, die hij rookte, was
een hoogtepunt van een van Juliens ver
borgen talenten.
De opschriften aan beido zijden vóór het
tooneel vermeldden de woorden: Invallers-
voorslelling.
Op het tooneel stond een knoestig man
netje met blozende wangen en een bouffante
om, een kalen, ouden hoed op zijn hoofd,
een zweep in de hand, de oude Loadensche
omnibus koetsier, juist zooals die er vroeger
altijd uitzag. Desmond, die zelf een geboren
Londenaar was. was dadelijk onder de be
koring van het spel van den acteur, en ver
gat alle herinneringen aan het front, terwijl
de Londensche straattypen elkaar op het
tooneel opvolgden.
Toen viel het orkest in, het gordijn viel
en de heele zaal barstte los in een luid
applaus.
Desmond, die genoot van zijn behaaglijke
plaats, trok aan zijn sigaar en verviel in
een prettige droomstemming. Hij voelde de
tegenstelling tusschen die spookachtige
nachtmerrie van modder en gruwelen, waar
hij juist vandaan kwam, en de elegante,
fijn-beschaafde omgeving rondom hem.
Plotseling bepaalde Sijn aandacht zich bij
het tooneel. De atmosfeer van het theater
was veranderd. Desmond, die meestal gauw
„invloeden" bemerkte, voelde onmiddellijk
een andere stemming in de menigte rondom
hem. Men voelde duidelijk de tegenwoordig
heid in het theater van een persoonlijkheid,
die een tastbaren invloed had.
Het talrijke auditorium was plotseling tot
zv/ijgen gebracht. De lucht was zwaar van
wierookgeuren. De strijkinstrumenten en de
hobo's van het orkest schenen in een rhylh-
mischen strijd te geraken.
Maurice stootte hem aan met zijn elle
boog.
„Daar is zij" zei hij.
Desmond voelde neiging om hem ruw van
zich af te schudden. Die storing deed hem
onaangenaam aan, want ai zijn aandacht
was gevestigd op dat wonderlijk mooie meisje
met' haar zilveren tiara-achtigen hoofdltcoi en
haar donkerbruine huid, die slcrk contrasteer
de met haar zilveren toilet met het stijf, wijd
uitstaande plooirokje. Zij zat, als een afgods
beeld, op een schitterenden, zwarten troon;
aan haar voeten, met de lange, gepolijste na
gels, lagen haar aanbidders in de meest fan
tastische kleeding. Het afgodsbeeld begon te
leven, de muziek van het orkest verstomde.
Toen begon een zware trom een nerveus-tril
lend geroffel, de schelle tonen van een dwars
fluit voegden zich erbij en de danseres hief
zich hoog op de leenen op haar troon, en be
gon een iangzamen, kwijnenden dans. Haar
slanke lichaam strekte cn boog zich, terwijl
de pauken steeds wilder dreunden, en nu en
dan een koperen bekkenslag de overprikkelde
zenuwen nog aanhitste.
De danseres was de gracie zelve. Haar
lichaam was lenig en soepel als dat van een
jongen. Zij had dat vurige, krachtige en le
vendige, hetwelk aan een panter deed den
ken, zooals zij daar uitkwam legen dien ach
tergrond van exotische kleuren. De gracie
van haar bewegingen, de verblindende pracht
van de kleuren op het' tooneel, de stijlvolle
groepcering van haar aanbidders, dit alle3
vormde een schouwspel, dat het publiek in
ademlcoze stilte hield, totdat het gordijn viel.
Toen Desmond zich omkeerde, zag hij, dat
Strangwise opstond.
„Ik dacht er over om even achter het too
neel te gaan," zei hij achteloos.
„Wat? Om Nur-ol-Din le zien? Duivels,
dan ga ik mee!" riep Desmond onmiddellijk.
Strangwise maakte bezwaar. Hij wist niet,
of hij iiem mee kon nemenhet zou wel eens
moeilijk kunnen gaaneen anderen keer.
Maar Desmond stond vaslberaden op.
„De drommel hale je, als je me hier ach
terlaat, Maurice," lachte hij; „natuurlijk ga
ik meel Zij is het prachtigste wezen, dat ik
ooit gezien heb!"
En dus gingen zij ten slotte samea. - j
HOOFDSTUK HL
Mackwayte ontmoet een onde kennis.
Dien avond liet Nur-el-Din het publiek vijf
minuten op zich wachten. Dit was het
hoogtepunt van een heele serie van derge-.
lijke onvergeeflijke misdaden tegen de regie,
menton van het theater. Het resultaat was,
dat Mackwaylc, na vier enlhusiaste terugroe
pingen, van het tooneel afstappend, in een
ontzettende herrie terecht kwam.
Fletcher, de regisseur, stond daar bleek
van woede, omringd door het grootste deel
van het gevolg, dat Madame op haar reizen
begeleidde. Dan was er Madames kamenier,
een keurig Francaisetje, Madames impressa-
rio, een dikke, woordenrijke Italiaan, Mada-
mes secretaris, een Zuid-Amcrikaansch jon
geling, met olijfkleurige gelaatstint, in een
smoking met fluweelen kraag cn Madames
eerste danser in een soort Egyptisch gewaad,
wiens gezicht zeer eigenaard!g geschminkt
was. Zij praatten allen door elkaar en tel
kens herbaalde Fletcher woedend: „En de
zen keer moet zij van het programma af, of ik
zet geen voet meer in het theater!"
Toen riep een heldere stem:
„Me volia!" en een bekoorlijke verschij
ning in een hermelijnen avondmantel kwam
tusschen de groep aangetrippeld, klopte den
regisseur even op den schouder cn zei-
„Allons! Ik ben klaar!"
Hackwaytos gezicht trok onder do laag
schmink in duizend plooien en rimpels. Want
toen zij hem in het oog kreeg, verhelderde een
glans van blijdschap hel gezicht van de dan
seres- r 1
(Wordt vervolgd).