De Onzichtbare Hand.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 22 Deoember.
Tweede Blad. Anno 192$
FEUILLETON.
Prov. Staten v. Zuid-Holland.
No. 19569.
Kunt gij „Neen" zeggen
Kannen ze ons niet als Minister gebruiken?
Door DOL'GLAS VALENTINE.
Schrijver van rrDe man met den Klompvoet".
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
(Nadruk verboden).
1)
HOOFDSTUK I.
Arthur Mackwayte sloop gcruiscliloos de
eetkamer binnen en nam zijn plaats aan ta
fel iu. Hij bewoog zich altijd rustig, met een
vriendelijk-smeekende uitdrukking op zijn
gelaat, die scheen te zeggen: „Heusch, ik kan
het niet helpen, dat ik hier ben; als je me
dezen keer maar over het hoofd wilt zien,
zul jo langzamerhand niet eens meer bemer
ken, dat ik hier ben!" Dat was de manier,
'waarop hij door hel leven ging, een schuwe,
kleine man, die zich altijd op den achter
grond hield, slil als een muis, zacht als een
duif, de bescheidenheid in eigen persoon.
Maar ééns in de week, dan schreeuwde hij
letterlijk tot het publiek van uit de adverten
tiekolommen van „The Reforee": „Mack
wayte, in zijn beroemde Kirbstone-sclietsenl
Geestig! HartstochtelijkI Tragisch! De meest
volkomen weergave van Londensche typen
sinds wijlen Charles Dickens. 23, Laleham
Villas, Swen Kings, Telefoon.enzoovoort.
Maar alleen in zijn beroep slak Mackwayte
lijn eigen loftrompet, en dan nog enkel maar
op papier. Voor het overige was er niets
groots aan hem dan zijn hart. Een lange,
moeilijke strijd om het bestaan had geen
hardheid op zijn gelaat gebracht, alleen
rimpels. Hij had grijze, doordringende, eer- 1
lijke oogen; zijn mond was fijn als die van
ten vrouw.
Zijn dochter Barbara was aan tafel bezig
thee te schenken: een uitgebreide tea i9 nog
gebruikelijk in music-hall-kringen. Mack
wayte keek altijd met bewondering naar zijn
slanke, mooie dochter, als naar het grootste
wonder in zijn leven. Hij keek naar haar met
groote teederheid en dacht, hoe gedistin
geerd zij er uit zag in haar eenvoudige blauw
serge japon, waarin zij naar haar dagelijksch
werk ging op het Departement van Oorlog.
„Had de impressario niets voor u, va
dertje?" vroeg zij, terwijl zij hem zijn kop
thee overreikte.
Mackwayte schudde het hoofd.
„Die revues zijn de dood voor ons beroep,
lieveling, dat is werkelijk waar. Er wordt
tegenwoordig niet gevraagd naar kunst, al
leen naar ragtimes en al dat gespring. En
wij worden er het slachtoffer van, dat is ze
ker. Wien denk je, dat ik vanmorgen tegen
't lijf liep bij Harris? Wel, Barney, die vroe
ger optrad met den grooten Charles, weet je
wel? In vroeger jaren verdiende hij geregeld
tien pond per week. Maar nu kwam hij daar
óók vragen, of er niets voor hem was, net als
wij allemaal. Arme kerel, hij was diep in
den put!"
Snel keek Barbara op.
„Vader, u heeft hem geld geleendw
Mackwayte voelde zich blijkbaar niets op
zijn gemak.
„Een kleinigheid maar, lieveling, niet meer
dan een paar shillings.... om hem deze
week uit te helpen.hij krijgt wel iets.
en dan betaalt hij 't mij terug, dat weet ik
zeker
,,'t Is heelemaal niet goed van jo, va
dertje," zei zijn dochter ernstig, „ik gaf u
die tien shillings om een flesch wiskey voor
zij zullen eenvoudig welwillend staan tegen
over de nieuwe regeering en meegaan, voor
zoover dat in overeenstemming is te bren
gen met hun program en uitleg daarvan.
Waar op buitenlandsch terrein Laboor en
liberalen vrijwel hetzelfde voorstaan, we
wezen er reeds vaker op, kan juist daar
volle machteontplooiing plaats vinden. Kn
dat zal Frankrijk ondervinden. _Te meer,
waar de stand der Fransche financiën van
dergelijken aard is, dat het niet is uitge
sloten, dat een beroep op Amerika zal wor
den gedaan, die dan echter ongetwijfeld
zal uiteenzetten, waarop het neerkobit.
Want Amerika staat naast Engeland in de
zen. Gezien, hoe uit Amerika weer plannen
voor een ontwapeningsconferentie komen,
lijkt ons de waarschijnlijkheid van zoo'n
leening grooter geworden.
Frankrijk zal tot meer inschikkelijkheid
worden genoodzaakt, dat lijkt ons vast
staande, maar de vraag is slechts, of het
ver genoeg zal weten te gaan en dit te
durven.
Daarvan hangt af, of de ingetreden ver
betering van blijvenden aard zal zijn, of
de Kerstidee een stapje nader zal komen
tot ons oude Europa. Hopen we het beste.
Op den Balkan heeft zich in' oud-Hellat
de zooveelste revolutie afgespeeld. De revo
lutionaire beweging heeft den stormloop to
gen het koningschap in eerste instantie ge
wonnen en koning George II gedwongen,
zich te verwijderen. Nog is zijn afzetten
niet offioieel, daartoe zal de nieuw gekozen
Kamer moeten besluiten. Dat deze daartoe
echter zal overgaan, we meenen het met
gerust gewetetfdN mogen voorspellen, mits
Venizelos bereid blijkt in de politiek
teruE te keeren. Anders wordt het ietwat
minder zeker, daar dan een groote leider,
die na de-instelling van een nieuw bewind
altijd meer noodig is dan ooit ontbreekt.
Of Venizelos echter bereid zal zijn,
terug te keeren, is voor ons zoo'n uitge
maakte zaak niet. In Griekenland is weer
eens de constitutioneele weg verlaten en
dat doet het land geen goed bij de „groote
mogendheden", die over 't algemeen toch al
weinig Grieksch-gezind mogen heeten, En
geland dan wellicht uitgesloten. En boven
dien, op den Balkan zelf zullen Zuid-Slavie
en Roemenië, welker vorstenhuizen nauw
zijn verbonden met het Grieksche is ko
ning George ook niet op weg naar Boeka
rest 1 de jongste coup d' état niet met
welgevallen zien, zoodat Griekenland danig
geisoleerd staat na de vele debacles die
het heeft ondergaan. Voor Venizelos is het
niet erg aanlokkelijk
Zoo'n onttroning gaat in den huidigen
tijd anders wel eenvoudig en zonder veel
gerucht1
Bij de voortzetting van de behandeling
van het gewijzigd voorstel-Kersten tot wij
ziging van het Reglement van Orde in dier
voege, dat een bepaling wordt opgenomen,
volgens welke de aanvang der zittingen zou
moeten geschieden met gebed, dat door den
Voorzitter wordt voorgelezen, verklaarde
de heer CRENA DE JONGH (V.D.), dat
zijn fractie van oordeel is, dat eik Staten
lid voor zichzelf moet uitmaken of hij zich
vóór de vergadering tot God wil wenden
mof gebed, doch dat dit niet tot de werk- I
zaamheden der vergadering behoort.
De heer BRUNT (C.-H.) betreurde de in
diening van dit voorstel. De stemming over
dit voorstel raakt de levensbeschouwing
van spr. en de zijnen, aangezien hier de
vraag ter sprake komt van de erkenning van
Gods leiding, ook in het Provinciaal Be
stuur. De fractie van spr. zal dan ook haar
stem niet aan het voorstel mogen onthou
den.
De heer VAN SANDICK (V B.) betoogde,
dat de rechterzijde die zelf sprak van de
kloof tusschen links en rechts, deze klove
ook had moeten eerbiedigen. Er is hoege
naamd geen reden om de zienswijze, dat
God de leiding heeft ook in het provinciaal
bestuur, aan andersdenkenden op te drin
gen. Spr. wees verder op de verdeeldheid
ónder de gcloovigen en op de agnostici, die
niet genoemd zijn. Als Gods zoon wordt aan
geroepen hoe moet het dan met de gcloo-
vige Israëlieten in deze vergadering? Voorts
hield spr. als waarschuwing aan de Staten
voor het gebed in den Amsterdamschen
Raad, dat onder veel gedruisch plaats vindt
en waaraan alle wijding en plechtigheid
ontbreekt. Het was spr. verder bekend, dat
verschillende leden der rechterzijde in hun
hart tegen het gebed in deze vergadering
zijn. doch uit partij-overwegingen zullen
voorstemman. Dit nu achtte spr. in een
consciëntie-zaak als deze niet anders dan
immoreel.
De heer VERAART (R.-K.) verklaarde te
gen het voorstel te zullen stemmen omdat
hij als katholiek geen behoefte gevoelt om
te bidden samen met niet-katholieken. De
katholieken vinden hun gebed in de rijke
liturgie van de H. Kerk. Bovendien is het
gebed in de openbare lichamen slechts een
overblijfsel uit tijden waaraan de katholie
ken slechts met huivering terugdenken. Met
een beroep op wijlen prof. Struycken betoog
de spr. dat een gebed als het onderwerpe-
tijke niets te maken heeft met de erken
ning Goda in het staatsbestel.
De heer von FISENNE (R.-K.) verklaar
de alleen als lid van de Staten te zullen
spreken. Hij was van oordeel, dat het voor
stel, zooale het luidt, het overgroote deel
der bezwaren doet vervallen. De voorzitter
leest het voor en niemand wordt gedwon
gen er aan deel te nemen Alleen zal de eer
bied voor de overtuiging van anderen, de
leden, die niet aan het gebed deelnemen, er
toe brengen eenigen eerbied te betoonen.
De heer HOFFMANN (R.K.) zou voor het
voorstel stemmen omdat God als eenige
noodzakelijkheid en onveranderlijke oor
zaken en gevolgen de bron van alle gezag,
recht en overheid is.
De heer DE WILDE verklaarde eveneens
niet als Gedeputeerde te spreken. De anti-
revolutionnairen erkennen het gezag Gods
in alle vormen der overheid, ook in de pro
vinciale. Dat spr. en de zijnen niet eerder
een voorstel als het onderwerpelijke hebben
gedaan vloeit hieruit voort, dat zij gevoeld
hebben, dat een bespreking van een heilige
zaak als deze tot onaangenaamheden en
moeilijkheden aanleiding moest geven. Nu
het voorstel er eenmaal is zullen spr. en de
zijnen, ter wille van het beginsel hun stem
er aan moeten geven.
De beer COLTOFF (comm.) wees op de
groote verdeeldheid onder de voorstanders
van het voorstel en stelde de vraag, welke
strekking men aan het gebed wilde toeken
nen. Laat men zich ook over den inhoud
van het gebed uitspreken. Spr. betoogde
verder, dat de indieners van het voorstel
door dat te wijzigen getransigeerd hebben
met hun heiligste gevoelens, zulks ter wille
van een politiek succesje.
De heer SCHAPER: De negotie in den
godsdienstl
De heer COLTOFF: Neen, meneer Scha
per, de negotie in de politiek, opgediend an
der een godsdienstig éliketl Spr. kwam ten
slotte op tegen de vereenzelviging van de
overheid met God. De arbeidersklasse ziet
in de overheid een onderdrukkende macht.
Door voort te gaan op den weg der vereen
zelviging van God met die overheid zal het
kunnen gebeuren, dat de arbeidersklasse
eenmaal deze overheid en dezen God zal
vergruizelen.
Na de pauze was het woord aan den
heer DE BRUIN (S.-D.), die Inzonderheid
getuigde van zijn leedwezen over de hou
ding der Christel ijk-Historische fractie.
Ook merkte hij op dat ter linkerzijde man.
nen ritten, die niet onder doen voor de
rechterzijde in eerbied voor het gebed, doch
die welgeron het gebod te verlagen door
het uitspreken van bet gebed in den poli
tieke» strijd. Voort® achtte apr. het ver
keerd den voorzitter dezer vergadering
ambtshalve te verplichten tot hot uitspre
ken van een gebod.
De beer LIMBURG (V.-D.) wilde in dik
stadium een woord richten tot de heeren
van de reohterzijde. Spr. achtte het een ver
betering in het politieke leven van de laat
ste twintig jaar, dat men meer en mees
eikaars Intieme oon/soientae-gevoelens re
specteert. Nu moeten de heeren va» de
rechterzijde, die dit debat hebben aange
boord, thans toch wel tot de zienswijze
zijn gekomen, dat rij bet bestaan van
consoiontic-bozwareii, zooals dit tot uiting
is gekomen uit do redevoeringen der lin
kerzijde, niet hadden kunnen vermoeden.
Uit dien gemoedstoestand spreekt een <fi*"
pe eeibied voor hot gebod Daarom wilde
spr. vragen of de reohterzijde ter wille
van deze conscientie-bazwaren niet voor de
minderheid zou willen wijken. Hij beriep
zioh op do uitspraak van Tborbecke: ,,het
heilige voor een ander is mij heilig in mijn
ziel I" en betoogde vervolgons, dat de le
den der reohterzijde, noah theologisch, noch
staatsreahteüjk genoopt worden vóór hek
„Hoe prachtig I" riep zij uit, „hel Pala.
ceum, vader I.U heeft nog nooit zóó'u en
gagement gehad IDe grootste zaal in
Londen
„Voor één avond maar, lieveling", zei
Mackwayte bescheiden.
„Maar als ze u nu bewonderen, vadertje,
als het inslaat. wat gaat u geven
Mackwayte wreef zich de kin.
„Het is het grootste theater van Londen",
peinsde hij „het zal iets moeten zijn, dat
effect maakt, en ik denk, dat ze iets aardigs,
moderns willen hebben.
„Neen, neen, vader", viel zijn dochter
hem heftig in de rede. „ze moeten het aller
beste hebben. Bedenk dat dit een Londensch
publiek is, niet zoo'n halfbakken provincie
voorstelling. Dit is Londen, Mac, niet Wiganl
En Londenaars houden van hun stad Geef
hun „De oude Londensche omnibuskoetsier",
„Het paard van het huurrijtuig", en mis
schien heeft u wel tijd om er „De man, die
heete aardappelen verkoopt", tusschen door
te geven
„Wel, ik denk, dat jij, net als je arme
lieve moeder, weet, wat het beste is. dat ik
heb", antwoordde Mackwayte „maar het
zal wel lastig zijn met zoo'n vreemde ora
mij aan te kleeden.Ik kan Potter niet te
pakken krijgen op dit uur en een vreemde
zal natuurlijk met mijn pruiken en kleeren
in de war komen
„Wel, vader, ik ga natuurlijk mee om u
uw dingen aan te trekken
„Maareen vrouwelijke klerk bij het
Departement van Oorlog, Barbara een
Rijksbeambte, zooals jij zeggen zoudt, moet
die nu in een variété theater achter de
schermen dat lijkt mc niet zooals hel be-
hoort, lieveling!" (Wordt vervolgd.)
Door AMY VORSTMAN—TEN HAVE.
Wat is het krachtigste woord van onze
Knooie taal?
Weet u het niet
Dan zal ik het u vertellen.
Het krachtigste, hoewel niet het kortste
*roord is: „Neen". „Neen" is een brevet
.▼an onafhankelijkheid voor de menschelijke
kiel.
Kunt gij „Neen" zeggen? Niet zóó
inaar zoo even terloops, terwijl ge aan
iets anders denkt; maar werkelijk met klem
en kracht 1 Hoe velen van ons of liever
hoe weinigen van ons kunnen het 1
Het is niet moeilijk, wanneer ons een
eenvoudige vraag gedaan wordt, om daarop
Ontkennend te antwoorden. Dat heeft niets
te beteekenen. Maar wanneer er aangedron*
gen wordtwanneer er een aanhoudend
beroep -gedaan wordt op onze vriendschap,
.öp onze liefde, op onze hulpvaardigheid,
om iets t© doen, waarvan wij heimelijk over
tuigd zijn, dat het ten koste van ons betere
zelf gaat, om dan een waardig „Neen" te
kunnen spreken, zie, dat vereischt een mo-
reelen moed, waarvan het gemis, helaas,
maar al te vaak door fraaie drogredenen
yerbloemd wordt.
„Neen" ib de barometer van uw tempe
rament en het veiligheidsdevies van menig
wankel bestaan. „Neen" heeft meer vrou
wen gered, dan alle ridders zonder vrees
of blaam te zamen. Voor ons gevoel komen
wij meestal veel eervoller uit den strijd
met een ellenlange redenatie vol doorslaan
de argumenten. Ia er ooit een vrouw, die
geen „door-slaande" argumenten weet te
vinden en te gebruiken Wie lacht
daar 1) dan met een simpel en onomwonden
„Neen". Er zijn vrouwen (en mannen 11),
die hun „Neen" weten in te kleeden in
een fluweel-zachten, zoet-vloeienden vorm;
dezulken, die u bijwijze van spreken op-
hangen-aan-een-zijden koordje! Gij kunt een
gesuikerde weigering krijgen, die u bitterder
6maakt dan het meest ongezouten „Neen"!
Het is in ieder geval verre te verkiezen
boven het glibberige gedaas van de gladde
tongen, die aan hun halve „Neen" van
heden wellicht morgen een half „Ja" vast-
knoopen.
„Neen" is het eenige antwoord, dat aan
duidelijkheid niets te wenschen overlaat.
Durft het te zeggen, maar meen het dan
Ook r-n aarzelt niet. De waarde van uw
„J~ 'langt af van de kracht van uw
i,Neen".
Vv ,j leven m de eeuw van de Half-heid,
en in de onverbiddelijke keten van oorzaak
en gevolg heet de schakel, die aan de half
heid vooraf gaat: Haast.
Haast, haast, haast!
Alles moet gauw, want cr wacht steeds
alweer iets anders. „Wij doen gauw nog
dit", een „eventjes vlug nog dat" en die
haast-gewoonto begint al bedenkelijk door
te dringen in on.°, gedachte- en gevoels
leven. Wij zijn er geheel op ingesteld, we
Weten eigenlijk niet beter of het hoort zóó.
En juist door dat vluchtige, dat haastige
komt het vaak, dat we gauw oven iets be
sluiten en nietwaar „Ja" zeggen is dikwijls
zooveel korter, zooveel minder inspannend;
het bespaart ons een hoop uitlegging en:
doortastendheid
Nietwaar, het is zooveel gemakkelijker,
en bovenal, het gaat zóóveel gauwer; wij
kunnen weer dadelijk aan iets anders onze
aandacht schenken, maar dat er met al die
slappe „Ja's" uit gemakzucht telkens een
stukje van onze persoonlijkheid afbrokkelt
en dat vrij langzamerhand onder invloed
van anderen komen en eindelijk niet meer
in staat blijken onze eigen besluiten te
nemen, onze eigen gedragslijn to bepalen,
of ons doel zelfstandig te kiezen, dat wordt
meestal voorbij gezien, tot wij zulke on
persoonlijke nullen zijn geworden, dat wij
blij zijn als de een of ander ons op sleep
touw neemt.
Neen, ik bedoel natuurlijk niet, dat het
aanbevelenswaardig is, als weerspannige
dochterkcns en koppige, eigenzinnige zoons
een bot „Neen" laten hooren bij alles, wat
Öe ouders durven beweren (heusch geen
zeldzaamheid tegenwoordig, sinds de Eeuw
'van het Kind zijn aandeelen Ouders sterk
gedaald), maar ieder weldenkend mensch
(let wel, ik zeg niet: ieder onmondig, eigen
wijs kind), weet heel goed, wanneer voor
hem of haar het oogenblik is aangebroken
om „Neen" te leggen.
Laat het echter niet bij het weten blijven.
Hij, die „Neen" kan zeggen, zeilt zijn eigen
boot en vaart onder eigen vlag. Laten we nu
niet zeggen: „Ja", dat ia eigenlijk wel
allemaal zoo, daar steekt heusch wel iets
in en bij de eerstvolgende gelegenheid uit
pure laksheid toch maar dadelijk weer „Ja
en amen" zeggen 1
Wees zachtmoedig en vriendelijk in uw
uiterlijke vormen; maar laat de kern van
uw wezen zijn een „Neen", onbuigzaam als
staal.
H BUITENL. WEEKOVERZICHT.
Kerstmis is weer in zicht met de gedach
ten aan „Vrede op aarde". Jammer helaas,
dat het altijd nog maar gedachten blijven
en de werkelijkheid nog steeds weinig over
eenkomst betoont met deze heerlijke vredea-
idee. Op het alles overheerschend tooneel
der tegenwoordige politiek is weliswaar,
we wezen er reeds eerder op, verbetering
merkbaar, maar het staat niet vast. dat
die verbetering van blijvenden aard zal zijn.
Men mag het hopen, doch zeker is nog
niets.
't Is Duitschland n.L gelukt om met
Frankrijk en België weer in rechtstreeksche
relatie te komen, waartoe alle pogingen tot
dusver schipbreuk leden op de Fransohe
halsstarrigheid, maar verder is men nog
niet. 't Is een bescheiden begin van iets,
waarvan het verdere verloop niet is te over
zien. Met alle insohikkelijkheid waarvan
Duitschland thans blijk geeft 't zelfde
geldt in mindere mate van Frankrijk,
dat toch wederom restricties opwierp, waar
langs het altijd een terugtocht heeft!
komt men er o.i. toch niet af om de koe
bij de horens te vatten. Een schuilevinkje
6pelen met en over het Roergebied gaat
niet, de onzalige Roerbezetting moet ter
tafel komen en worden opgelost Daaraan
is geen ontkomen, hoe men zich ook in
allerlei bochten wringt. Zonder oplossing of
beter genezing van deze wonde-plek in Eu
ropa's centrum valt er niets te bereiken,
't is nu eenmaal niet andere. Een Duitsch
land zonder het bezette gebied is een van
zijn grootste bron beroofde badplaats, maar
zal Frankrijk, eenmaal zittend aan die broa.
daarvan willen aflaten Daarom draait
het.
Duifcsohland, dat met zijn lijdelijk verzet
geen succes heeft behaald, integendeel zich
zelf aan den rand van den afgrond heeft
gebracht, zal niets onbeproefd laten om nu
langs een andere manier nog het pleit te
winnen. Voor Frankrijk is daarbij direct
deze onaangenaamheid, dat een neerstorten
van Duitschland het zelf brengt aan den
rand van het verderf, zoo niet verder mee
sleurt in de diepte. En het treft wel, dat in
Frankrijk de eerste symptomen van achter
uitgang thans juist voelbaar worden. De
franc heeft nu ook zooveel aan waarde in
geboet, dat de prijzen een toenemende stij
ging vertoonen en gaan boven de betaal-
kracht uit van het volk, dat natuurlijk in
beweging komt en toeslagen of loonsverhoo
gingen vraagt. Wat altijd met botsingen ge
paard gaat, zooals zelfs bij de politie het
geval is geweest. Poincaré's regeering kan
daar niet onverschillig voor blijven, want
zoo langzamerhand begint in Frankrijk de
verkiezings campagne. Bij tusschen tij dsche
verkiezing bleek de wind der regeering reeds
niet al te gunstig
't Is voor Poincaré een reden te meer,
om te trachten tot een regeling te komen,
die althans in schijn nog voldoet aan het
geen hij altijd als zijn doel heeft voorge
steld. Bijzonder gelukkig zijn de omstandig
heden andera niet voor hem. In Engeland
is thans beslist door de liberale partij, dat
zij mede zal werken om Baldwin ten val
te brengen. Nog een drietal weken heeft
deze daarom nog ministerieel te leven, dan
is zijn premierschap gedaan en vermoedelijk
voor altijd, waar hij Engeland niet de plaats
in de zon heeft weten te verschaffen, waarop
Johü Buil meent recht te hebben. Opvolger
wordt, ook dat mag men thans als zeker
aannemen, Ramsay MacDonald, de leider
dor Labour-partij, die om te kunnen slagen
noodig heeft den steun der liberalen. Deze
zitten op de wip en lijken van plan uit deze
positie te halen, wat er uit te halen is. In
geen geval zullen zij een verbond aangaao,
uzelf te koopen. U weet best, dat hij *t u niet
terugbetaalt. Die Barney is een deugniet 1"
„Het gaat slecht met ons beroep," ant
woordde Mackwayte. Zij schijnen ons, oude
tooneelspelers, niet meer noodig te hebben
tegenwoordig, Barbara."
„Neen, pappie u weet wel, dal ik niet
wil, dat u zoo spreekt U heeft warempel net
die heele tournee met Samuel achter den
rug r
Snel keek Barbara den ouden man aan.
„Maar vier weken op proef, lieveling
Zij wilden mij niet hebben, anders hadden
zij me de volle veertig weken wel gegeven.
Neen, ik denk, dat ik te oud ben voor mijn
werk. Maar het is hard voor jou, kindlief".
Barbara sprong op en legde haar hand op
den mond van haar vader.
„Ik wil niet, dat je zoo spreekt, Mac",
dat was haar lievelingsnaam voor hem
Je hebt hard gewerkt je heele leven lang
en nu is het mijn beurt. De mannen hebben
hot altijd alleen gedaan, voordat deze oorlog
uitbrak nu zullen de vrouwen ook een
handje meehelpen. Wanneer over een poosje
mijn salaris weer verhoogd wordt, kunt u
alle aanbiedingen voor werk van de hand
wijzen. Dan kunt u naar Harris gaan met
een sigaar in uw mond en den mijnheer
tegenover hem uithangen, vadertje
De telefoon op de schrijftafel in den hoek
van de eenvoudige, kleine kamer belde vin-
nig. Barbara stond op en ging naar het toe
stel. Mackwayte dacht hoe buitengewoon
gracieus zij was, zooals zij daar stond, heel
slank, hem met schitterende oogen aankij
kend over de tafel heen, met den hoorn in de
hand.
Toen gebeurde er iets onverwachts. Bar
bar* legde snel de telefoon op het bureau en
sloeg de handen in elkaar, met oogen wiid
van verbazing.
„Vader", riep zij, „het is het Palaceum.
het bureau van den directeur.Ze hebben
je dadelijk noodig I O, vadertje, ik geloof,
dat ze je engageeren willen I"
Mackwayte stond op in groote zenuwach
tigheid zijn grauwe wangen krezen wat
kleur.
„Onzin, kleintjeI 't Is immers over ach
ten.. hun eerste voorstelling is juist af-
geloopenZe gaan toch geen menschen
engageeren op dit uur van den dagZe
hebben nu wel andere dingen aan hun
hoofd
Hij liep naar de schrijftafel en nam de
telefoon op.
„Hier, Mackwayte I" zei hij met een likje
tooneelmajesteit in zijn stem.
Dadelijk kwam van het andere eind van
den draad een heele stortvloed van woorden.
„Mackwayte Ha, ik ben blij, dat ik je
thuis tref. Heb je je tooneel spullen daar
Goed. Hickie, van nickie en Flanagan, heeft
zijn enkel gebroken bij de eerste voorstelling
en nu wilde ik graag, dat jij in hun plaats
optrad bij de tweede voorstelling. Jij komt
om 9.40 aan de beurthet is nu kwart over
achten, ik zal je precies tien minuten voor
negenen een auto sturen. Breng je partituren
en de instructies voor de verlichting mee.
niet vergeten 1 Je hebt twintig minuten den
tijd 1 Goed 1 Goeden avond 1"
„Het Palaceum wil, dat ik zal optreden
in de plaats van Hickie en Flanagan, lieve
ling", zei hij een beetje beverig. „9 uur 40.
de tweede voorstellinghet ishet ls wsi
heel onverwacht I"
Barbara vloog op, sloeg de armen
baars vaders hals en omhelsde hem,