De Onzichtbare Hand. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 22 Deoember. Tweede Blad. Anno 192$ FEUILLETON. Prov. Staten v. Zuid-Holland. No. 19569. Kunt gij „Neen" zeggen Kannen ze ons niet als Minister gebruiken? Door DOL'GLAS VALENTINE. Schrijver van rrDe man met den Klompvoet". Geautoriseerde vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden). 1) HOOFDSTUK I. Arthur Mackwayte sloop gcruiscliloos de eetkamer binnen en nam zijn plaats aan ta fel iu. Hij bewoog zich altijd rustig, met een vriendelijk-smeekende uitdrukking op zijn gelaat, die scheen te zeggen: „Heusch, ik kan het niet helpen, dat ik hier ben; als je me dezen keer maar over het hoofd wilt zien, zul jo langzamerhand niet eens meer bemer ken, dat ik hier ben!" Dat was de manier, 'waarop hij door hel leven ging, een schuwe, kleine man, die zich altijd op den achter grond hield, slil als een muis, zacht als een duif, de bescheidenheid in eigen persoon. Maar ééns in de week, dan schreeuwde hij letterlijk tot het publiek van uit de adverten tiekolommen van „The Reforee": „Mack wayte, in zijn beroemde Kirbstone-sclietsenl Geestig! HartstochtelijkI Tragisch! De meest volkomen weergave van Londensche typen sinds wijlen Charles Dickens. 23, Laleham Villas, Swen Kings, Telefoon.enzoovoort. Maar alleen in zijn beroep slak Mackwayte lijn eigen loftrompet, en dan nog enkel maar op papier. Voor het overige was er niets groots aan hem dan zijn hart. Een lange, moeilijke strijd om het bestaan had geen hardheid op zijn gelaat gebracht, alleen rimpels. Hij had grijze, doordringende, eer- 1 lijke oogen; zijn mond was fijn als die van ten vrouw. Zijn dochter Barbara was aan tafel bezig thee te schenken: een uitgebreide tea i9 nog gebruikelijk in music-hall-kringen. Mack wayte keek altijd met bewondering naar zijn slanke, mooie dochter, als naar het grootste wonder in zijn leven. Hij keek naar haar met groote teederheid en dacht, hoe gedistin geerd zij er uit zag in haar eenvoudige blauw serge japon, waarin zij naar haar dagelijksch werk ging op het Departement van Oorlog. „Had de impressario niets voor u, va dertje?" vroeg zij, terwijl zij hem zijn kop thee overreikte. Mackwayte schudde het hoofd. „Die revues zijn de dood voor ons beroep, lieveling, dat is werkelijk waar. Er wordt tegenwoordig niet gevraagd naar kunst, al leen naar ragtimes en al dat gespring. En wij worden er het slachtoffer van, dat is ze ker. Wien denk je, dat ik vanmorgen tegen 't lijf liep bij Harris? Wel, Barney, die vroe ger optrad met den grooten Charles, weet je wel? In vroeger jaren verdiende hij geregeld tien pond per week. Maar nu kwam hij daar óók vragen, of er niets voor hem was, net als wij allemaal. Arme kerel, hij was diep in den put!" Snel keek Barbara op. „Vader, u heeft hem geld geleendw Mackwayte voelde zich blijkbaar niets op zijn gemak. „Een kleinigheid maar, lieveling, niet meer dan een paar shillings.... om hem deze week uit te helpen.hij krijgt wel iets. en dan betaalt hij 't mij terug, dat weet ik zeker ,,'t Is heelemaal niet goed van jo, va dertje," zei zijn dochter ernstig, „ik gaf u die tien shillings om een flesch wiskey voor zij zullen eenvoudig welwillend staan tegen over de nieuwe regeering en meegaan, voor zoover dat in overeenstemming is te bren gen met hun program en uitleg daarvan. Waar op buitenlandsch terrein Laboor en liberalen vrijwel hetzelfde voorstaan, we wezen er reeds vaker op, kan juist daar volle machteontplooiing plaats vinden. Kn dat zal Frankrijk ondervinden. _Te meer, waar de stand der Fransche financiën van dergelijken aard is, dat het niet is uitge sloten, dat een beroep op Amerika zal wor den gedaan, die dan echter ongetwijfeld zal uiteenzetten, waarop het neerkobit. Want Amerika staat naast Engeland in de zen. Gezien, hoe uit Amerika weer plannen voor een ontwapeningsconferentie komen, lijkt ons de waarschijnlijkheid van zoo'n leening grooter geworden. Frankrijk zal tot meer inschikkelijkheid worden genoodzaakt, dat lijkt ons vast staande, maar de vraag is slechts, of het ver genoeg zal weten te gaan en dit te durven. Daarvan hangt af, of de ingetreden ver betering van blijvenden aard zal zijn, of de Kerstidee een stapje nader zal komen tot ons oude Europa. Hopen we het beste. Op den Balkan heeft zich in' oud-Hellat de zooveelste revolutie afgespeeld. De revo lutionaire beweging heeft den stormloop to gen het koningschap in eerste instantie ge wonnen en koning George II gedwongen, zich te verwijderen. Nog is zijn afzetten niet offioieel, daartoe zal de nieuw gekozen Kamer moeten besluiten. Dat deze daartoe echter zal overgaan, we meenen het met gerust gewetetfdN mogen voorspellen, mits Venizelos bereid blijkt in de politiek teruE te keeren. Anders wordt het ietwat minder zeker, daar dan een groote leider, die na de-instelling van een nieuw bewind altijd meer noodig is dan ooit ontbreekt. Of Venizelos echter bereid zal zijn, terug te keeren, is voor ons zoo'n uitge maakte zaak niet. In Griekenland is weer eens de constitutioneele weg verlaten en dat doet het land geen goed bij de „groote mogendheden", die over 't algemeen toch al weinig Grieksch-gezind mogen heeten, En geland dan wellicht uitgesloten. En boven dien, op den Balkan zelf zullen Zuid-Slavie en Roemenië, welker vorstenhuizen nauw zijn verbonden met het Grieksche is ko ning George ook niet op weg naar Boeka rest 1 de jongste coup d' état niet met welgevallen zien, zoodat Griekenland danig geisoleerd staat na de vele debacles die het heeft ondergaan. Voor Venizelos is het niet erg aanlokkelijk Zoo'n onttroning gaat in den huidigen tijd anders wel eenvoudig en zonder veel gerucht1 Bij de voortzetting van de behandeling van het gewijzigd voorstel-Kersten tot wij ziging van het Reglement van Orde in dier voege, dat een bepaling wordt opgenomen, volgens welke de aanvang der zittingen zou moeten geschieden met gebed, dat door den Voorzitter wordt voorgelezen, verklaarde de heer CRENA DE JONGH (V.D.), dat zijn fractie van oordeel is, dat eik Staten lid voor zichzelf moet uitmaken of hij zich vóór de vergadering tot God wil wenden mof gebed, doch dat dit niet tot de werk- I zaamheden der vergadering behoort. De heer BRUNT (C.-H.) betreurde de in diening van dit voorstel. De stemming over dit voorstel raakt de levensbeschouwing van spr. en de zijnen, aangezien hier de vraag ter sprake komt van de erkenning van Gods leiding, ook in het Provinciaal Be stuur. De fractie van spr. zal dan ook haar stem niet aan het voorstel mogen onthou den. De heer VAN SANDICK (V B.) betoogde, dat de rechterzijde die zelf sprak van de kloof tusschen links en rechts, deze klove ook had moeten eerbiedigen. Er is hoege naamd geen reden om de zienswijze, dat God de leiding heeft ook in het provinciaal bestuur, aan andersdenkenden op te drin gen. Spr. wees verder op de verdeeldheid ónder de gcloovigen en op de agnostici, die niet genoemd zijn. Als Gods zoon wordt aan geroepen hoe moet het dan met de gcloo- vige Israëlieten in deze vergadering? Voorts hield spr. als waarschuwing aan de Staten voor het gebed in den Amsterdamschen Raad, dat onder veel gedruisch plaats vindt en waaraan alle wijding en plechtigheid ontbreekt. Het was spr. verder bekend, dat verschillende leden der rechterzijde in hun hart tegen het gebed in deze vergadering zijn. doch uit partij-overwegingen zullen voorstemman. Dit nu achtte spr. in een consciëntie-zaak als deze niet anders dan immoreel. De heer VERAART (R.-K.) verklaarde te gen het voorstel te zullen stemmen omdat hij als katholiek geen behoefte gevoelt om te bidden samen met niet-katholieken. De katholieken vinden hun gebed in de rijke liturgie van de H. Kerk. Bovendien is het gebed in de openbare lichamen slechts een overblijfsel uit tijden waaraan de katholie ken slechts met huivering terugdenken. Met een beroep op wijlen prof. Struycken betoog de spr. dat een gebed als het onderwerpe- tijke niets te maken heeft met de erken ning Goda in het staatsbestel. De heer von FISENNE (R.-K.) verklaar de alleen als lid van de Staten te zullen spreken. Hij was van oordeel, dat het voor stel, zooale het luidt, het overgroote deel der bezwaren doet vervallen. De voorzitter leest het voor en niemand wordt gedwon gen er aan deel te nemen Alleen zal de eer bied voor de overtuiging van anderen, de leden, die niet aan het gebed deelnemen, er toe brengen eenigen eerbied te betoonen. De heer HOFFMANN (R.K.) zou voor het voorstel stemmen omdat God als eenige noodzakelijkheid en onveranderlijke oor zaken en gevolgen de bron van alle gezag, recht en overheid is. De heer DE WILDE verklaarde eveneens niet als Gedeputeerde te spreken. De anti- revolutionnairen erkennen het gezag Gods in alle vormen der overheid, ook in de pro vinciale. Dat spr. en de zijnen niet eerder een voorstel als het onderwerpelijke hebben gedaan vloeit hieruit voort, dat zij gevoeld hebben, dat een bespreking van een heilige zaak als deze tot onaangenaamheden en moeilijkheden aanleiding moest geven. Nu het voorstel er eenmaal is zullen spr. en de zijnen, ter wille van het beginsel hun stem er aan moeten geven. De beer COLTOFF (comm.) wees op de groote verdeeldheid onder de voorstanders van het voorstel en stelde de vraag, welke strekking men aan het gebed wilde toeken nen. Laat men zich ook over den inhoud van het gebed uitspreken. Spr. betoogde verder, dat de indieners van het voorstel door dat te wijzigen getransigeerd hebben met hun heiligste gevoelens, zulks ter wille van een politiek succesje. De heer SCHAPER: De negotie in den godsdienstl De heer COLTOFF: Neen, meneer Scha per, de negotie in de politiek, opgediend an der een godsdienstig éliketl Spr. kwam ten slotte op tegen de vereenzelviging van de overheid met God. De arbeidersklasse ziet in de overheid een onderdrukkende macht. Door voort te gaan op den weg der vereen zelviging van God met die overheid zal het kunnen gebeuren, dat de arbeidersklasse eenmaal deze overheid en dezen God zal vergruizelen. Na de pauze was het woord aan den heer DE BRUIN (S.-D.), die Inzonderheid getuigde van zijn leedwezen over de hou ding der Christel ijk-Historische fractie. Ook merkte hij op dat ter linkerzijde man. nen ritten, die niet onder doen voor de rechterzijde in eerbied voor het gebed, doch die welgeron het gebod te verlagen door het uitspreken van bet gebed in den poli tieke» strijd. Voort® achtte apr. het ver keerd den voorzitter dezer vergadering ambtshalve te verplichten tot hot uitspre ken van een gebod. De beer LIMBURG (V.-D.) wilde in dik stadium een woord richten tot de heeren van de reohterzijde. Spr. achtte het een ver betering in het politieke leven van de laat ste twintig jaar, dat men meer en mees eikaars Intieme oon/soientae-gevoelens re specteert. Nu moeten de heeren va» de rechterzijde, die dit debat hebben aange boord, thans toch wel tot de zienswijze zijn gekomen, dat rij bet bestaan van consoiontic-bozwareii, zooals dit tot uiting is gekomen uit do redevoeringen der lin kerzijde, niet hadden kunnen vermoeden. Uit dien gemoedstoestand spreekt een <fi*" pe eeibied voor hot gebod Daarom wilde spr. vragen of de reohterzijde ter wille van deze conscientie-bazwaren niet voor de minderheid zou willen wijken. Hij beriep zioh op do uitspraak van Tborbecke: ,,het heilige voor een ander is mij heilig in mijn ziel I" en betoogde vervolgons, dat de le den der reohterzijde, noah theologisch, noch staatsreahteüjk genoopt worden vóór hek „Hoe prachtig I" riep zij uit, „hel Pala. ceum, vader I.U heeft nog nooit zóó'u en gagement gehad IDe grootste zaal in Londen „Voor één avond maar, lieveling", zei Mackwayte bescheiden. „Maar als ze u nu bewonderen, vadertje, als het inslaat. wat gaat u geven Mackwayte wreef zich de kin. „Het is het grootste theater van Londen", peinsde hij „het zal iets moeten zijn, dat effect maakt, en ik denk, dat ze iets aardigs, moderns willen hebben. „Neen, neen, vader", viel zijn dochter hem heftig in de rede. „ze moeten het aller beste hebben. Bedenk dat dit een Londensch publiek is, niet zoo'n halfbakken provincie voorstelling. Dit is Londen, Mac, niet Wiganl En Londenaars houden van hun stad Geef hun „De oude Londensche omnibuskoetsier", „Het paard van het huurrijtuig", en mis schien heeft u wel tijd om er „De man, die heete aardappelen verkoopt", tusschen door te geven „Wel, ik denk, dat jij, net als je arme lieve moeder, weet, wat het beste is. dat ik heb", antwoordde Mackwayte „maar het zal wel lastig zijn met zoo'n vreemde ora mij aan te kleeden.Ik kan Potter niet te pakken krijgen op dit uur en een vreemde zal natuurlijk met mijn pruiken en kleeren in de war komen „Wel, vader, ik ga natuurlijk mee om u uw dingen aan te trekken „Maareen vrouwelijke klerk bij het Departement van Oorlog, Barbara een Rijksbeambte, zooals jij zeggen zoudt, moet die nu in een variété theater achter de schermen dat lijkt mc niet zooals hel be- hoort, lieveling!" (Wordt vervolgd.) Door AMY VORSTMAN—TEN HAVE. Wat is het krachtigste woord van onze Knooie taal? Weet u het niet Dan zal ik het u vertellen. Het krachtigste, hoewel niet het kortste *roord is: „Neen". „Neen" is een brevet .▼an onafhankelijkheid voor de menschelijke kiel. Kunt gij „Neen" zeggen? Niet zóó inaar zoo even terloops, terwijl ge aan iets anders denkt; maar werkelijk met klem en kracht 1 Hoe velen van ons of liever hoe weinigen van ons kunnen het 1 Het is niet moeilijk, wanneer ons een eenvoudige vraag gedaan wordt, om daarop Ontkennend te antwoorden. Dat heeft niets te beteekenen. Maar wanneer er aangedron* gen wordtwanneer er een aanhoudend beroep -gedaan wordt op onze vriendschap, .öp onze liefde, op onze hulpvaardigheid, om iets t© doen, waarvan wij heimelijk over tuigd zijn, dat het ten koste van ons betere zelf gaat, om dan een waardig „Neen" te kunnen spreken, zie, dat vereischt een mo- reelen moed, waarvan het gemis, helaas, maar al te vaak door fraaie drogredenen yerbloemd wordt. „Neen" ib de barometer van uw tempe rament en het veiligheidsdevies van menig wankel bestaan. „Neen" heeft meer vrou wen gered, dan alle ridders zonder vrees of blaam te zamen. Voor ons gevoel komen wij meestal veel eervoller uit den strijd met een ellenlange redenatie vol doorslaan de argumenten. Ia er ooit een vrouw, die geen „door-slaande" argumenten weet te vinden en te gebruiken Wie lacht daar 1) dan met een simpel en onomwonden „Neen". Er zijn vrouwen (en mannen 11), die hun „Neen" weten in te kleeden in een fluweel-zachten, zoet-vloeienden vorm; dezulken, die u bijwijze van spreken op- hangen-aan-een-zijden koordje! Gij kunt een gesuikerde weigering krijgen, die u bitterder 6maakt dan het meest ongezouten „Neen"! Het is in ieder geval verre te verkiezen boven het glibberige gedaas van de gladde tongen, die aan hun halve „Neen" van heden wellicht morgen een half „Ja" vast- knoopen. „Neen" is het eenige antwoord, dat aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat. Durft het te zeggen, maar meen het dan Ook r-n aarzelt niet. De waarde van uw „J~ 'langt af van de kracht van uw i,Neen". Vv ,j leven m de eeuw van de Half-heid, en in de onverbiddelijke keten van oorzaak en gevolg heet de schakel, die aan de half heid vooraf gaat: Haast. Haast, haast, haast! Alles moet gauw, want cr wacht steeds alweer iets anders. „Wij doen gauw nog dit", een „eventjes vlug nog dat" en die haast-gewoonto begint al bedenkelijk door te dringen in on.°, gedachte- en gevoels leven. Wij zijn er geheel op ingesteld, we Weten eigenlijk niet beter of het hoort zóó. En juist door dat vluchtige, dat haastige komt het vaak, dat we gauw oven iets be sluiten en nietwaar „Ja" zeggen is dikwijls zooveel korter, zooveel minder inspannend; het bespaart ons een hoop uitlegging en: doortastendheid Nietwaar, het is zooveel gemakkelijker, en bovenal, het gaat zóóveel gauwer; wij kunnen weer dadelijk aan iets anders onze aandacht schenken, maar dat er met al die slappe „Ja's" uit gemakzucht telkens een stukje van onze persoonlijkheid afbrokkelt en dat vrij langzamerhand onder invloed van anderen komen en eindelijk niet meer in staat blijken onze eigen besluiten te nemen, onze eigen gedragslijn to bepalen, of ons doel zelfstandig te kiezen, dat wordt meestal voorbij gezien, tot wij zulke on persoonlijke nullen zijn geworden, dat wij blij zijn als de een of ander ons op sleep touw neemt. Neen, ik bedoel natuurlijk niet, dat het aanbevelenswaardig is, als weerspannige dochterkcns en koppige, eigenzinnige zoons een bot „Neen" laten hooren bij alles, wat Öe ouders durven beweren (heusch geen zeldzaamheid tegenwoordig, sinds de Eeuw 'van het Kind zijn aandeelen Ouders sterk gedaald), maar ieder weldenkend mensch (let wel, ik zeg niet: ieder onmondig, eigen wijs kind), weet heel goed, wanneer voor hem of haar het oogenblik is aangebroken om „Neen" te leggen. Laat het echter niet bij het weten blijven. Hij, die „Neen" kan zeggen, zeilt zijn eigen boot en vaart onder eigen vlag. Laten we nu niet zeggen: „Ja", dat ia eigenlijk wel allemaal zoo, daar steekt heusch wel iets in en bij de eerstvolgende gelegenheid uit pure laksheid toch maar dadelijk weer „Ja en amen" zeggen 1 Wees zachtmoedig en vriendelijk in uw uiterlijke vormen; maar laat de kern van uw wezen zijn een „Neen", onbuigzaam als staal. H BUITENL. WEEKOVERZICHT. Kerstmis is weer in zicht met de gedach ten aan „Vrede op aarde". Jammer helaas, dat het altijd nog maar gedachten blijven en de werkelijkheid nog steeds weinig over eenkomst betoont met deze heerlijke vredea- idee. Op het alles overheerschend tooneel der tegenwoordige politiek is weliswaar, we wezen er reeds eerder op, verbetering merkbaar, maar het staat niet vast. dat die verbetering van blijvenden aard zal zijn. Men mag het hopen, doch zeker is nog niets. 't Is Duitschland n.L gelukt om met Frankrijk en België weer in rechtstreeksche relatie te komen, waartoe alle pogingen tot dusver schipbreuk leden op de Fransohe halsstarrigheid, maar verder is men nog niet. 't Is een bescheiden begin van iets, waarvan het verdere verloop niet is te over zien. Met alle insohikkelijkheid waarvan Duitschland thans blijk geeft 't zelfde geldt in mindere mate van Frankrijk, dat toch wederom restricties opwierp, waar langs het altijd een terugtocht heeft! komt men er o.i. toch niet af om de koe bij de horens te vatten. Een schuilevinkje 6pelen met en over het Roergebied gaat niet, de onzalige Roerbezetting moet ter tafel komen en worden opgelost Daaraan is geen ontkomen, hoe men zich ook in allerlei bochten wringt. Zonder oplossing of beter genezing van deze wonde-plek in Eu ropa's centrum valt er niets te bereiken, 't is nu eenmaal niet andere. Een Duitsch land zonder het bezette gebied is een van zijn grootste bron beroofde badplaats, maar zal Frankrijk, eenmaal zittend aan die broa. daarvan willen aflaten Daarom draait het. Duifcsohland, dat met zijn lijdelijk verzet geen succes heeft behaald, integendeel zich zelf aan den rand van den afgrond heeft gebracht, zal niets onbeproefd laten om nu langs een andere manier nog het pleit te winnen. Voor Frankrijk is daarbij direct deze onaangenaamheid, dat een neerstorten van Duitschland het zelf brengt aan den rand van het verderf, zoo niet verder mee sleurt in de diepte. En het treft wel, dat in Frankrijk de eerste symptomen van achter uitgang thans juist voelbaar worden. De franc heeft nu ook zooveel aan waarde in geboet, dat de prijzen een toenemende stij ging vertoonen en gaan boven de betaal- kracht uit van het volk, dat natuurlijk in beweging komt en toeslagen of loonsverhoo gingen vraagt. Wat altijd met botsingen ge paard gaat, zooals zelfs bij de politie het geval is geweest. Poincaré's regeering kan daar niet onverschillig voor blijven, want zoo langzamerhand begint in Frankrijk de verkiezings campagne. Bij tusschen tij dsche verkiezing bleek de wind der regeering reeds niet al te gunstig 't Is voor Poincaré een reden te meer, om te trachten tot een regeling te komen, die althans in schijn nog voldoet aan het geen hij altijd als zijn doel heeft voorge steld. Bijzonder gelukkig zijn de omstandig heden andera niet voor hem. In Engeland is thans beslist door de liberale partij, dat zij mede zal werken om Baldwin ten val te brengen. Nog een drietal weken heeft deze daarom nog ministerieel te leven, dan is zijn premierschap gedaan en vermoedelijk voor altijd, waar hij Engeland niet de plaats in de zon heeft weten te verschaffen, waarop Johü Buil meent recht te hebben. Opvolger wordt, ook dat mag men thans als zeker aannemen, Ramsay MacDonald, de leider dor Labour-partij, die om te kunnen slagen noodig heeft den steun der liberalen. Deze zitten op de wip en lijken van plan uit deze positie te halen, wat er uit te halen is. In geen geval zullen zij een verbond aangaao, uzelf te koopen. U weet best, dat hij *t u niet terugbetaalt. Die Barney is een deugniet 1" „Het gaat slecht met ons beroep," ant woordde Mackwayte. Zij schijnen ons, oude tooneelspelers, niet meer noodig te hebben tegenwoordig, Barbara." „Neen, pappie u weet wel, dal ik niet wil, dat u zoo spreekt U heeft warempel net die heele tournee met Samuel achter den rug r Snel keek Barbara den ouden man aan. „Maar vier weken op proef, lieveling Zij wilden mij niet hebben, anders hadden zij me de volle veertig weken wel gegeven. Neen, ik denk, dat ik te oud ben voor mijn werk. Maar het is hard voor jou, kindlief". Barbara sprong op en legde haar hand op den mond van haar vader. „Ik wil niet, dat je zoo spreekt, Mac", dat was haar lievelingsnaam voor hem Je hebt hard gewerkt je heele leven lang en nu is het mijn beurt. De mannen hebben hot altijd alleen gedaan, voordat deze oorlog uitbrak nu zullen de vrouwen ook een handje meehelpen. Wanneer over een poosje mijn salaris weer verhoogd wordt, kunt u alle aanbiedingen voor werk van de hand wijzen. Dan kunt u naar Harris gaan met een sigaar in uw mond en den mijnheer tegenover hem uithangen, vadertje De telefoon op de schrijftafel in den hoek van de eenvoudige, kleine kamer belde vin- nig. Barbara stond op en ging naar het toe stel. Mackwayte dacht hoe buitengewoon gracieus zij was, zooals zij daar stond, heel slank, hem met schitterende oogen aankij kend over de tafel heen, met den hoorn in de hand. Toen gebeurde er iets onverwachts. Bar bar* legde snel de telefoon op het bureau en sloeg de handen in elkaar, met oogen wiid van verbazing. „Vader", riep zij, „het is het Palaceum. het bureau van den directeur.Ze hebben je dadelijk noodig I O, vadertje, ik geloof, dat ze je engageeren willen I" Mackwayte stond op in groote zenuwach tigheid zijn grauwe wangen krezen wat kleur. „Onzin, kleintjeI 't Is immers over ach ten.. hun eerste voorstelling is juist af- geloopenZe gaan toch geen menschen engageeren op dit uur van den dagZe hebben nu wel andere dingen aan hun hoofd Hij liep naar de schrijftafel en nam de telefoon op. „Hier, Mackwayte I" zei hij met een likje tooneelmajesteit in zijn stem. Dadelijk kwam van het andere eind van den draad een heele stortvloed van woorden. „Mackwayte Ha, ik ben blij, dat ik je thuis tref. Heb je je tooneel spullen daar Goed. Hickie, van nickie en Flanagan, heeft zijn enkel gebroken bij de eerste voorstelling en nu wilde ik graag, dat jij in hun plaats optrad bij de tweede voorstelling. Jij komt om 9.40 aan de beurthet is nu kwart over achten, ik zal je precies tien minuten voor negenen een auto sturen. Breng je partituren en de instructies voor de verlichting mee. niet vergeten 1 Je hebt twintig minuten den tijd 1 Goed 1 Goeden avond 1" „Het Palaceum wil, dat ik zal optreden in de plaats van Hickie en Flanagan, lieve ling", zei hij een beetje beverig. „9 uur 40. de tweede voorstellinghet ishet ls wsi heel onverwacht I" Barbara vloog op, sloeg de armen baars vaders hals en omhelsde hem,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5