WATER-KRYG No. 19664. LEIDSCK DAGBLAD, Maandag 17 December. Tweede Blad. Anno 192& GEMEENTEZAKEN. BINNENLAND. FEUILLETON. MISSIVE, Jï" Aanbesteding Tan baggerwerk. Ingevolge besluit van 12 December 1912 werd aan ftn heer P. van Ulden, voor den tijd van 6 jaren, ingaande 1 Januari 1914, onderbande opgedragen het baggerwerk en de uitvoering van bijkomende werkzaam heden, zulks tegen een door de gemeente te bepalen pachtsom van f 650 per maand en een vergoeding van 0.50 per M' voor het vervoer van verschillende afvalstoffen In verband met het bepaalde bij art 19, 2e lid, der loopende overeenkomst, werd de pacht nog met 6 jaren verlengd, hetgeen krachtens art. 20 gepaard ging met een vermindering van de genoemde sommen met 5 pCt., zoodat de eigenlijke pachtprijs voor het tweede vijf jarig tijdvak zou bedragen 1617.50 per maand en de vergoeding voor het genoemde vervoer f 0.47'/» tl'. Evenwel werden deze prijzen nadorhand weder verhoogd en wel de pacht som hij raadsbesluit van 21 Juni 1920 tot f 802.76 per maand en de vergoeding voor het vervoer, laatstelijk bij raadsbesluit van 22 Januari 1923, tot 10.90 per Ms. In verband met den afloop van de over eenkomst met das» heer Van Ulden op 31 December a s., hebben B. en W. in October van dit jaar een openbare verpachting van het baggerwerk gehouden. Er werd echter Slechts één inschrijving ontvangen, n.l. van de heeren P. van Ulden Sr. (den tegenwoor- digen pachter) en J. P. van Ulden Pzn., die een pachtsom verlangden van f 1489 per maand en een vergoeding voor het vervoer Van f 1.15 per M*., d.i. dus resp. f 686.25 en f0.25 meer dan thans betaald wordt. Waar deze prijzen B. en W. zeer hoog voorkwamen Waren zij mei de Commissie van Fabricage yan oordeel, dat op deze aanbieding niet moest worden ingegaan, doch dat gepoogd moest worden op voor de gemeente voordee- liger voorwaarden een overeenkomst te sluiten. ZooaU bekend is wordt voor de uitvoering yan het baggerwerk een kostbare inventaris yereischt. Zoo moet men o.a. de beschik king hebben over een 30 ft 40-tal vaartuigen. Nu was het B. en W. bekend, dat er eenig» personen waren, die gaarne aan de open bare inschrijving zouden hebben deelge nomen en die ongetwijfeld ernstige reflec tanten zouden zijn geweest, zoo niet de aan schaffing van een zoo belangrijk aantal nieuwe schuiten, waarmede een uitgaaf van f 30.000 k f 40.000 was gemoeid, voor hen een onoverkomelijk beletsel had- gevormd. Zij meenden daarom de mogelijkheid te moe ten scheppen, bedoelde gegadigden in dit opzicht tegemoet te komen en deze mogelijk heid zagen zij in de toepassing van art 25 van het geldende contract, dat juist met het oog op gevallen als het onderhavige was op genomen. Dat artikel toch bepaalt, dat de pachter verplicht ie, voorzoover de verpach ters zulks wenschen, bij het einde van den pachttijd of bij het ontbinden van de pacht overeenkomst, zijn geheelen inventaris van vaartuigen, gereedschappen, enz., benoodigd yoor de uitoefening van zijn bedrijf, of een gedeelte van dien inventaris, aan de ge meente Leiden over te dragen tegen beta ling door deze van de waarde van dien in ventaris, volgens taxatie door drie deskun digen. Weder geheel in overeenstemming met de Commissie van Fabricage besloot het College daarom de openbare verpachting niet te gunnen, doch stappen te doen tot overne ming van een gedeelte van den inventaris volgens genoemd artikel en voorts den Di recteur der Gemeentereiniging te machtigen, om inmiddels bij daarvoor in aanmerking komende personen onderhands prijsopgave voor het verrichten der baggerwerkzaam- heden enz. te vragen, op de basis, dat de be- noodigde vaartuigen door de gemeente ter beschikking van den pachter werden gesteld. De aan den Directeur verstrekte machti ging had tot gevolg, dat een drietal aanbie dingen inkwamen, van welke het laagst was die van den heer H. J. de Heijder. Deze wilde de verschillende werkzaamheden op zich nemen voor een som van f 1000 per maand, terwijl hij de vergoeding voor het vervoer wenschle te zien bepaald op f 0.85 per M\. ondervoorwaarde derhalve, dat de gemeente de benoodigde vaartuigen verschafte. In middels had ook de schatting plaats van de vaartuigen, die voor overneming in aanmer king kwamen. Het waren er een dertigtal de aan den heer Van Ulden uit te keeren waarde werd door de deskundigen op f 22165 bepaald. Wegens het aanbrengen van her stellingen wordt een bedrag van 1735 ver- eischt, terwijl 4 nieuwe vaartuigen zullen moeten worden aangeschaft, waarvan de prijs op f 1150 per stuk kan worden geraamd d.i. in totaal f 4600. De ingebruikgeving van de vaartuigen aan den toekomstigen pach ter zal derhalve een kapitaalsuitgave mee brengen van f 27500. De opdracht van het baggerwerk aan den heer De Heijder komt der gemeente mitsdien te staan op de pachtsom f 12000 het ver voer, berekend naar het aantal M\ afvul, dat in 1922 werd vervoerd, 6000 X f 0.85 15100 rente 6 pCt. van f 27500 11650 afschrijving op de vaartuigen (berekend naar 7 pCt. over den aanschaffingsprijs van alle vaartuigen) f 1925. Tezamen f 20675. Bij gunning van de pacht aan de heeren Van Ulden overeenkomstig hunne inschrij ving bij de openbare verpachting zou de ge meente daarentegen f 24768 hebben moeten betalen, zoodat ondershandsche opdracht in den aangegeven zin een voordeel van ruim 14000 per jaar dplevert. Zooals uit het voorgaande blijkt overtreft het bij ondershandsche gunning uit te kee ren bedrag de «om, die volgens de huidige overeenkomst moet worden betaald (voor 1923 moet gerekend worden op f 15033) doch het was wel te voorzien, dat in den vervolge met een dergelijk bedrag niet meer zou kunnen worden volstaan. Na ampele overweging zijn B. en W, tot de conclusie gekomen, dat het onder deze omstandigheden raadzaam is te achten de pacht ondershands aan den heer De Heijder op te dragen en tevens gebruik te maken van de aan de gemeente bij de loopende overeenkomst gegeven bevoegdheid inzake de naasting van den inventaris in den boven aangegeven omvang. Overneming van de vaartuige kan voor de gemeente geenerlei bezwaar meebrengen, daar deze haar, als verpachtster van hot baggerwerk, steeds te pas komen. Als duur der verpachting is met den heer De Heijder voorloopig overeenge komen een tijd van 3 jaren, met dien ver stande, dat de pacht geacht wordt onder ge lijke voorwaarden weder voor den tijd van 3 jaren te zijn verlengd, indien zij niet zes maanden te voren door een der partijen is opgezegd. Volgende voorstellen zijn nog aan den raad gedaan: De heer Van Eek stelt voor om bij de ont vangsten van de electriciteitsfabriek de pos ten retributie en winst te schrappen en in overeenstemming daarmede de verordening op de electricileitsprijzcn aldus te wijzigen, dat de niet-contractueel vastgestelde prijzen met 5 cent per eenheid worden verlaagd. Dezelfde stelt voor om bij de ontvangsten van de gasfabriek de posten retributie en winst te schrappen en in overeenstemming daarmede den niet contractueel vastgestel- den gasprijs met 1 cent per kub. M. te ver lagen. Dezelfde stelt voor de volgende motie: De Raad spreekt de wenschelijkheid uit, dat voortaan ook in Leiden het houden van optochten en meetings met muziek en banie ren, op Zondag in den namiddag als regel zal worden toegestaan. Dezelfde stelt voor om de volgende wijzi gingen aan te brengen in de verordening op de Slraatpolitie lo. in art! 23a den tweeden regel aldus te doen luiden: „tenzij de door den optocht te volgen weg schriftelijk is goedgekeurd door den Burgemeester" en art. 23b na „deel te nemen" te doen luiden „tenzij de door den optocht te volgen weg schriftelijk is goedge keurd door den Burgemeester". 2o. in art. 50e te laten vervallen de woor den: „of liedjes te zingen". 3o. art. 51 te laten vervallen en in art 52 de woorden: „Onverminderd het bij het vo rig artikel bepaalde, zijn de venters ver plicht", te vervangen door: „De venters van gedrukte of geschreven stukken zijn ver plicht". Dezelfde stelt voor om het bedrag dat vol gens de verordening op de helling eener be lasting op tooneelverlooningen en andere openbare vermakelijkheden in art. 5 sub 1 dier verordening wordt geheven, algemeen te bepalen op 10 pet. en het bedrag dat geheven wordt volgens art. 5 sub 2 en 3 dier verorde ning, terug te brengen tot de helft Dezelfde stelt voor het aantal opcenten, dat van de vermogens-belasting wordt ge heven, te brengen van 15 op 100, Dezelfde stelt voor: De Raad verzoekt B. en W. zich te wen den tot de Regeering, zoo mogelijk gemeen schappelijk met de colleges van dagelijksch bestuur van de andere gemeenten tusschen de 50.000 en 100.000 inwoners, ten einde te bereiken, dat het dezen gemeenten wordt toegestaan om het bedrag, dat voor noodza kelijk levensonderhoud wordt afgetrokken bij den aanslag in de plaatselijke directe belas ting naar het inkomen, met f 200 te verhoo- gen. De heer Kooistra stelt 'volgende motie voor: Ondergeleekende stelt voor bij personeels voorziening in de Gemeentebedrijven die zich daartoe leenen alvorens oproepingen te plaatsen en in eventueele vacatures te voor zien de betreffende hoofden van takken van dienst op te dragen zich te wenden tot de Gemeentelijke arbeidsbeurs, ten einde na te gaan of zich daar personen hebben aan gemeld, die de te vervullen plaatsen zouden kunnen innemen. De heer Groeneveld 'stelt voor: uitgaaf no. 385, groot f 2800, aan de „Roomsch-Katholieke Vereeniging v. Kraam- verzorging" uit de Begrooting te schrappen en in plaats daarvan f 2500 beschikbaar te stellen, teneinde de kraamverzorging van armlastige ingezetenen in gemeentelijk be heer te nemen. Dezelfde stelt voor: te besluiten, dat tot het Schoolbad worden toegelaten alle leerlingen der Openbare en Bijzondere scholen voor gewoon lager onder wijs. De heer Verweij stelt de volgende motie voor: De raad besluit dat door het College van B. en W. pogingen worden aangewend, welke kunnen leiden tot vervanging van de thans bestaande twee particuliere vakscholen voor nijverheidsonderwijs door één gemeentelijke vakschool. Dezelfde stelt voor een jaarlijksch subsi die uit te trekken voor het maken van schoolreisjes door de leerlingen van de 5e en 6e klasse der lagere scholen. Dezelfde stelt voor dat de gemeente zoo spoedig mogelijk het aanleggen van meer dere speelterreinen ter hand neemt. Dezelfde stelt voor het onderwijs in het zevende leerjaar uit te breiden met het on derricht in één der moderne talen. Dezelfde stelt voor de vergaderingen van de plaatselijke schoolcommissie in het open baar te doen houden. De loonsverlaging bij de Spoorwegen. In de Zaterdag gehouden conferentie der directie van de Nederlandsche Spoorwegen rnet de vertegenwoordigers der organisaties heeft de directie meegedeeld, dat zij zich bij de beslissing van den Loonraad niet kan neerleggen. Over 1924 moet 10 millioeii bezuinigd worden. De directie zal zich tot den Minis ter van Waterstaat wenden met de mede- deeling, dat zij een geheel nieuw artikel 185 in het reglement dienstvoorwaarden wenscht waarin tot uitdrukking komt, dat met 1 Jan. 1924, alle loonen met 10 pCt. zullen worden verlaagd. De directie stelt zich wel beschikbaar om met de organisaties te onderhandelen of ook op andere wijze tot ongeveer 10 millioen be zuiniging kan worden gekomen, o.a. door wijziging van de verlofsregeling, dienst- en rusttijden, bevordering, periodieke verhoo gingen, enz. Het verkregen bedrag zal dan in mindering komen van de 10 pCt. loonkor- ting. Uitbetaling van bezoldiging bij overlijden. Het „Stsbl." bevat een Kon. besluit van 1 dezer, houdende een algemeene regeling ten aanzien van de uitbetaling van bezoldi ging bij overlijden van ambtenaren in vasten dienst en van de tegemoetkoming, die na h'et overlijden van ambtenaren zal worden uitgekeerd. Artikel 1 luidt: De bezoldiging van een ambtenaar wordt niet langer uitbetaald dan tot en met den dag van zijn overlijden. Artikel 2: Zoo spoedig mogelijk na het overlijden van een ambtenaar wordt aan zijn weduwe een bedrag uitgekeerd, gelijk staande met de bezoldiging van den overle dene over een tijdvak van zes weken. Laat de overledene geen weduwe na, dan geschiedt de uilkeering ten behoeve van de minderja rige wettige of erkende natuurlijke kinderen van den ambtenaar. Ontbreken ook zooda nige kinderen, dan geschiedt de uilkeering, indien de overledene kostwinner was van ouders, broeders, zusters of meerderjarige kinderen, ten behoeve van deze betrekkin gen. Artikel 3: Indien een overleden ambtenaar geen betrekkingen, als genoemd in artikel 2, nalaat, kan het daarbedoelde bedrag door het bevoegd gezag geheel of ten deele worden uitgekeerd voor de betaling van de kosten der laatste ziekte en der begrafenis, zoo de na latenschap van den overledene voor de be taling dier kosten ontoereikend is. Artikel 4: Bovengenoemde bepalingen gel den van af 1 Januari 1924 voor het vaste ambtenaren-personeel. Onder ambtenaren zijn werklieden begrepen. Artikel 5: Alle in andere besluiten voorko mende bepalingen worden, voor zooveel zij met het vorenstaande in strijd zijn, met dien datum buiten werking gesteld. De gehuwde ambtenares. Het volgend ontwerp Kon. Besluit is aan de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg voorgelegd: Art. 1. Vrouwelijke ambtenaren, die in het huwelijk treden, worden met ingang van den dag van haar huwelijk eervol uit 's lands dienst ontslagen. Art. 2. De in artikel 1 gestelde regel lijdt uitzondering a. wanneer do vrouw den vijf-en-veertig- jarigen leeftijd heeft bereikt; b. wanneer ambtelijke werkzaamheden kunnen worden verricht in de echtelijke woning of in eon localiteit welke binnens huis gemeenschap heeft met die woning; c. wanneer dit door Ons, uit hoofde van de omstandigheid dat het ambt als een bijbetrekking kan worden waargenomen, hetzij voor een speciaal geval, hetzij voor een bepaalde categorie van ambten, wordt bepaald. Dit ontwerp-K. B. is feitelijk een over druk van het in de zitting 1909/1910 door het toenmalige ministerie-Heemskerk bij de Tweede Kamer ingediende wetsontwerp tot regeling van de positie der gehuwde ambte nares. Bedoeld wetsontwerp, dat destijds ern stig bestreden werd o.m. van Chr.-His- fcorische zijde is onder het Kabinet-Cort van der Linden ingetrokken. De Koningin-Moeder en de Prinses van Erbaoh-Sohönberg kebbep Zaterdag avond hot Mengelbergconcert in het Ge bouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag bijgewoond. In de omstandigheid, dat het lid van de Gedeputeerde Staten, de heer H. de Wilde, in Don Haag, Za terdag, zijn 70sten verjaardag herdacht, hadden een aantal vrienden en belangstel- leivden aanleiding gevonden, hem een hul diging te bereiden. Met dit doel vormde ziöh een commissie. Het resultaat van de bemoeiingen dezer commissie was, dat de beer De Wilde in ,,De Twee Steden" een receptie heeft ge houden, waar ciroa 200 belangstellenden hem zijn komen oompIimentoeren. Togen half vier trad de jubilaris de ont vangzaal binnen, waar hij naast vele vrien den, ook een aantal zijner naast familie loden bijeen vond. Achtereenvolgens voerden het woord de heeren Kessler, baron Sweerts de Landos Wybongh, mr. Verbroek, mr. Bijloveld, de beer Duymaer van Twist en de heer Hans. De heer De Wilde, zeer getroffen door de toespraken, bedankte met een kort woord voor de hem gebrachte hulde. Een lange rij van bezoekers kwam hierop den jubilari* de hand drukken. Bij Kon. besluit is benoemd tot com mandeur in do orde van Oranje-Nassau F. M. A. Sohaeok Mathon, burgemeester van Nijmegenis benoemd tot burgemees ter van Ridderkerk, J. W. Kleinis aan IK Teyïnck, op zijn verzoek, met ingang van 1 Januari 1924, eervol ontslag verleend uit» zijn betrekking van notaris te Schoonho« venis aan L. A. Butot, op zijn verzoek? met ingang van 1 Januari 1024, eervol ont slag verleend uit zijn betrekking van no* taris te Amsterdam. Te Utrecht is gehouden de jaarlijkse ha vergadering van het Nationaal Verban<t van Uemeente-ambtenaren in Nederland. Uit het jaarverslag van den secretaris- penningmeester, den heer H. B. Borghuy»^ bleek, dat het ledental met 596 terugliep, en daardoor einde 1922 4193 bedroeg, doch! dat daarna weer eonige stijging viel waan te nemen. De ontvangsten bedroegen f S0.918 en de uitgaven f 80.609, zoodat «C een saldo von f 10? was. De voorzitter drong aan op steun van do textielarbeiders. Een collecte daartoe brachtt f ÏJO op, terwijl Haarlem een gift van f 50 eü Groningen een extra-bijdrage toezegden. Het volgend voorstel werd aangenomens I ,,Het Verbond streve er naar, dat bij nood zakelijke afvloeiing van personeel, deze af vloeiing geschiede naar dc volgende be ginselen: a. Zij, die den dienst wenseben te ver* laten b. Ambtenaren, die den pensioengerech tigden leeftijd hebben bereikt. Voor amb tenaren ingedeeld in groepen, waarop van toepassing zijn de bepalingen betreffen dei het verleenen van vervroegd ouderdoms pensioen, kan hot tijdstip van pension* neering later gesteld worden clan 55 jaren, wanneer zij bij het bereiken van dien leef tijd niet het volle aantal dienstjaren heb ben bereikt, reehtgevend op het maximum pensioen. c. Zij, die 62 jaar oud of oiidcr zijn, oA jonger dan 62 jaar zijnde, niettemin aan spraak kunnen doen gelden op dadelijk in gaand vol pensioen. d. De gehuwde vrouw, indien do echtge noot kostwinner is van het gezin. e. Zij, die den leeftijd van 25 jaar nog niet hebben overschreden cn ongehuwd zijn. f. Zij, die de minste dienstjaren hebben» Van de regelen, neergelegd in punt kan, ter beoordoeling van de overheid, nal iLgewonnen advies van do commissie vap georganiseerd overleg worden afgeweken als overwegende dienstbelangen deze afe wijking wettigen. Besloten werd, dat het Verbond zal blij ven ijveren voor premiovrij-pensioen. Een voorstel van de afdeoling Amster» dam om uitbreiding te geven aan de groe» pen, die vallen onder de z.g.n. gevaren* klasse, waarvan de leden gepensionneerd worden op 65-jarigen leeftijd, werd in lian* don geat-eld van den vakgroepsraad. Aangenomen werd een voorstel om ia samenwerking met zusterorganisaties in woord en daad actie to voeren tegen allei aanslagen op het levenspeil van het over heidspersoneel, zoolang bij de overheid niet de ernstige wil kan worden geconsta teerd, do eenzijdige bczuinigangspolitiek, welke zij tot dusverre voerde, te vervan gen door een doelbewust streven naar ver sobering in don ga neck en overheidsdienst. Eon vobr8tol van heb hoofdbestuur toti verruiming van het stemmenaantal deti groote afdeelingen, nu tot een maximum van 5 en uit te breiden tot 10, werd aange» nomen. Zoomede een voorstel Amsterdam van ambtenaren van het Verhond te doem deelen in- de fondsen op een vc&b als vooiï de leden is bepaald. De burgemeester van Nijmegen, dé, heer F. M. A. van Schaeck Mathon heeft onder veel belangstelling zijn 25-iarige ambtsvervulling herdacht. De dag ving aan met een huldiging tem Raadhuize namens de burgerij door een co* mité. De burgerij had f 18.216 bijeenge-j, bracht. Spr. verzocht den burgemeester daar van een fonds te stichten tot steun van ouden van dagen en aan dat fonds den naam te geven Van-Schaeck-Malhon-fonds. Om elf uur Ying een buitengewone Raads vergadering aan, belegd op verzoek van de wethoucbrs en de voorzitters van alle frao tie3 uit den Gemeenteraad. Toen het collega van B. en W. de zaal binnentraden verhie ven alle leden zich van hun zetels. OF Beschreven aen een particulier Vriendt; pver het sluylen van het Water na de Haerlammer-Meeren, het Dammen van de Drecht en Goutse Vaert in 't Jaer 1670. I. GOEDE VR1ENDT, Om uw te dienen op u versoeck, om te schrijven watier onder 't gemeene volck wordt gesproocken vande Leytse Waler- krijgh, dat »y gewapent zijnde met Solda ten, die Vaer-waters hehben gestopt, die eeuwen langh bij yeder, des noodigh zijnde, onverhindert zijn bevaren. Soo weet, dat ick onlanghs ben geweest op een plaets, daer luyden van alderley staet bij malkander waren; daer van die faeck wijtlopigh wiert gesproocken. Daer was een Turf-Schipper die klaeghde, dat sijn Schip was besloten omtrent den Korteraerssen hoeck, daer hy door geen vaerten uyt kon komen, ver- vloeckte de aenleggers van dat werek, datse op so lossen fondament, hem tot sijn ruïne brachten. Daer op een Leyenaer met groote yver uytvoer: dattot niet was gedaen tot be derf van de Huysluy, die maer by accident dit onheyl lijden, maer dat die van Amster dam de oorsaeck daer van waren. Dat sy door het inlaten van 't soute water, de wa teren soo hadden vergiftight, en noch dage lijks vergiftigden, dat de stadt van Leyden was overgegeven tot een proye aen de Doc toren, en aen de Doodt. En wat versoeck dat de Heeren van Leyden hadden gedaen, aen de Heeren van Amsterdam, sy konden tot geen handelingh komen, maer worden op den tuyl gehouwen. Dat worde bottelyck van een onbedreven Gouwenaer bevestight, seggende, dat 't door de nieuw gegraven vaert, het water oock Dergou was bedurven. Daer andere haer weer tegen-stelden. Daer wasser een die toonden 't groot ongerijf dat meer andere steden daer by hadden, als Delft, Rotterdam, den Haegh, oock selfs die van der Gouw. Dat sy ongewoone en noyt by haer bevaren vaerten mosten soecken door do Veenen, ver buylen gewoonte. Soo dat het geheele geselschap, als door oen ver warrende geest door malkander raesden. Den Leyenaer 9eer yverig opsteeckende te gen die van Amsterdam, in dit gewoel so satter in een hoeck een oudt Huysman, gaende met een slockje, en riep mannen raest so niet, laet ick oock eens spreecken, de Heeren van Leyden syn wijse verstan dige luyden, (ick wil niemanU respect te na spreecken) maer sy sijn in dese saeck qualijck onderrecht, daer sou een verstandigen Boer haer beter hebben konnen dienen, als die geen die haer nu hier in heeft gedient, doen Prins Hendrick hoogh loff. Memorie 's Her- togen-bosch had belegert, liet hy een Boer halen uyt de Rijp, die hem de moerassen droogh maeckte: soo dat nu onder de Boeren oock al menschen zijn,, die verstant hebben van dijeken, dammen en waterlosingh. Ick ben daer in de Veenen opgevoedt, daer is nauwelijcks een Heere-wech, of gemeene vaert, of ick hebse te voet gegaen, of met de schuyt gevaren, soo dat ick kennis heb van al die Vaerwalers. Ten komt die van Ley den, of der Gou niet van Amsterdam, maer uyt de Haerlemmer-Meer. Den Leyenaer en Gouwenaer die raesden in 't wilde, ofse den Huysman met de tongh verscheurt souden hebben. Maer den Boer die seyde geeft ge hoor, ick sal mijn seggen met reden bewij- sen. Uw opstel is, dat Amsterdam uwe stee den quaet water heeft gegeven, en oorsaeck is van al die stanck en vuyligheyt, en ver volgens van de sieckte. Dit segh ick dat abuys is, en oock onmogelijck. De onmoge- lijckheyi blijekt in verscheyde reden. Want tusschen Amsterdam en Kostverlooren (dat maer een uur van Amsterdam is) daer ia niet eene plaets, die in tien jaren soo quaet water hebben gehadt, als-die van Leyden, aHe die jaren doorgaens hebben gehadl. En isser goet water tot Ouwerkerck, Uythoorn en Billerdam, daer het Amsterdamse water eerst moet passeren, eer 't tot Lamuyen kan komen, hoe kan dan mogelijck wesen, datiet vuyle Amsterdamse water, lot Leyden kan komen. Passeert die vuyligheyt alle die plaetsen, datse deselve niet en besmet, en loopt so tot Leyden, en vervult die stadt met stanck? Ick salje noch nader komen, den Binnen-Amstel binnen Amsterdam, heeft de meeste tijt van 't jaer beter water als die van Leyden immermeer hebben. Dit sullen my de slomme Vissen getuygen, want de Vis-koopers, komende met Revier-vis aen de Marckt, die varen met haer Vis-schuyten, en Vis-karen binnen de sthdt Amsterdam tot by de Beurs, en scheppen de Via uyt 't vis- bon, of vis-kaer, in een emmer, of tobbe, en dragen die soo levendigh op de Vismarckt. Nu gebeurt hel wel in de Somer bij groote drooghte, dat dc water-molens stil staen, en de wint is Noordt-oost, Noorden of Noord west, dalier geen afgaugh van water is, dat het water door de groote hitte der Sonne, be gint te stineken, en de Sonne treek de gront om hoogh, datter groote derrigen, uyt de gront opberstcn, gelijck ick menichmael heb gesien; en de gront is hier te lande uyt de natuur brack, en hoe ondieper water, hoe 't daer meer gebrek van heeft, en dan gebeurt het wel, dattet vuyle water in Amsterdam in de nauwe Burghwallcn begint te stineken, en treckt in den Amstel, en soo buyten de stadt, voorby de Diemermeer, tot in de Kruys-racken De Vis-koopers komende met haer vis-schuyten na Amsterdam, en ko mende in hel vuyle water, soo wort de Vis benauwt, en schiet met haer kop boven te gen het deck var 't Vis-bun: de Vis-kooper dit hoorende, vaert te rugh soo ras als mo gelijck is, soo ver dat de Vis weer stil is. Wat. doet hij? Hij schept sijn schuyt vol water, en schept de Vis uyt het kaer, of Vis-bun, in de schuyt, en vaert 300 ras mo gelijck is na Amsterdam, door S. Anlonius- sluys, en doet de Vis dan weer in 't vis-kaer of vis-bun, en brengt de Vis soo levend aen de Vismarckt. Dit hebben de Vis-koopers in geen vijf-en-twintigh jaren binnen Leyden konnen doen: die moeten haer Vishouwers leggen tot Leyerdorp in den Rijn, of in de Mare, tusschen Leyden en Warmont, een half uur van de sladt, en scheppen daer Pramen vol water, doen daer de Vis in, en voeren die aen de Vismarkt: Soo dat de stomme Vissen mijn seggen bewijsen, dat tet onmogelijck is, dattet vuyl water van Amsterdam tot Leyden kan komen. Den Leyenaar schoot daer op toe, en seyde, Am sterdam geeft ons sout water, en de Vis kan in sout water leven, maer de menschen en konnen 't niet drincken, en raesden in 't wilde, den Boer die seyde, sacht maet, ten is soo breet niet. Dit is even soo onmoge lijck, als het vuyle water, hebt ghy uw leven wel gesien? of van yemandt hooren seggen, dat sy 't gesien hebben, datter met een Ooste, Zuydt- ooste, Zuyde Zuydt-weste, ol We3te-wint water is gekomen door de Zijl- brugge, Does-brugge of Ifeyms-brugge, in den Rijn, of door de Mare in de sladt Ley den? Den Leyenaer op het hardt aenhouden van den Boer, seyde neen, maer 't komt ons uyt de Meer met een harde Noordt-ooste, Noorde of Noordlwcste Wint. Doen vraeghs de den Boer, weder ander Huysluy, die on trent de Vriese Drecht of Lamuijen woonden; hebt ghy uw leven wel gesien ol van yemant hooren seggen, dat sy 't gesien hadden? Dat het water met een harde Noordt-ooste, Noorde of Noordt-Weste Wint, komt loopen van Amsterdam door Lamuijen na de oude Weteringh? Daer op de Huysluy datelijck neen seyden. Maer soo haefi de Wint uyt den Noordt-oosten. Noorden, of Noordt-wes- ten begint te waeyen, dat de Meer daer be- wegingh van krijght, dan dringht hel water met kracht door Lamuyen na Amsterdam, want het water wil altijdt loopen daer het laegsle is. Daer een nieuwe Veender, date lijck zijn woorden byvoeghde, seggende, wij hebben daer-de proeven van gehadt. Dattet bracke water, door den Billerdam komende, met kracht is geloopen door de nieuwe Veensebrugge, en heeft het water in onse Veenen so bedurven, dattet is gelwipen, door Jaep Soeten-gat, tot aen Nieukoo* toe. Daer over dat wy nieuwe Veenders, zijn geaccor- deert, met die van Sevenhoven, Noorden, Nieukoop, Schoot en Korteraer, om al dat bracke waler, komende uyt de Haerltmnier- meer, af te sluytcn. En hebben gemaeckt drie Sluysen, een inde nieuwe Veense-vaert, een by den Korteraersen-hoeck, en een tot Korteraer, Nu loopt het water met een Zuydt-oosle, Zuye, ol Zuydt-Weste Wint, als de Meer water treckt, de Sluysen uyt. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5