In verkeerde Schoenen. No> 19553. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 4 December. Tweede Blad. Anno 1923 Schetsen uit Marokko. "rMENGD NIEUWS. FEUILLETON. toen hij een recept schreef, aangevallen en met een stuk ijzer op het hoofd geslagen. Bij de worsteling gehikte het den dokter den man, met behulp van zijn personeel' te overmeesteren. De politie heeft daarna den man gearresteerd. De dader is een werk* looze uit Rotterdam, v. VI., die tijdelijk bij zijn familie te Tilburg vertoefde. De dokter beeft door de hevige slagen ©enig© tanden verloren. De aanvaller bleek nog in het bezit te zijn van messen en een boks beugel. Te Koude kerke (W a 1 o h e r e n) is ingebroken in de consistorie van de Ned.» Herv. Kerk, waar de pot van do knapen- verocniging werd geledigd. Verder is de kerk bezocht; daar is uit de offerbussen vermoedelijk f 70 ontvreemd. Naar het'huis'van bewaring te Middelburg is thans ook overgebracht de 53-jarige D. v. D., uit Utrecht, vroe ger directeur van het bijkantoor der Brus- selscke Bank te Bergen-op-Zoom. Men meldt uit Maastricht, dat de sergeant-majoor S.? die vóór het front gerehabiliteerd was, niet opnieuw in hechtenis is genomen, maar zichzelf in de kazerne bij zijn overste gemeld heeft. Thans zit hij in de gevangenis. De man schijnt zich het geval sterk aangetrokken te heb ben. Hij is overspannen. Someren en omstreken zijn de laatste dagen bezocht door een als priester gekleed persoon, die onder voor wendsel, geld bijeen te brengen voor een klooster te Heerlen, dat voor f 60.000 een boerderij zou hebben aangekocht, die da delijk moest betaald worden, van verschil lende "ingezetenen bedragKUi van f5 tot f40 heeft weten los te krijgen. Te Roggel isaangehouden die arbeider P. K., verdacht van inbraak met diefstal ten gemeentehuize aldaar. Hij is naar Roermond overgebracht. Na het uitsnijden van een ruit heeft men zich toegang verschaft tot een huis aan den Klinkenbeltsweg te De venter, - bewoond door de dames Ypes en Hoekstra. Er wordt ongeveer f 700 ver mist. Ui t Emmenmeldtmen: Gis te r- ochtend zijn bijna duizend arbeiders te werk gesteld bij de weikverschaffing aan het kanaal BeilenNieuweroord on Oran jekanaal, naar Sleen getrokken. Men vroeg daar den burgemeester den heer A. Jong bloed, inspecteur van de werkverschaffing voor Drente, te spreken, ten einde hem do grieven der arbeiders bekend te ma ken, welke voornamelijk zijn het naar hun oordeel te lage loon (voor gehuwden f 12 per week) en de ni et-betaling van loo-n bij regenweer. Men kon den beer Jongbloed evenwel tniet to spreken krijgen. Ongeveer 400 inan zijn daarop naar bier gegaan en hebben voor hotel Boer, waar juist de Raad vergaderde, gedemonstreerd. Een commissie uit de arbeiders heeft een on derhoud gehad mét den burgemeester, die toezegde naroens het gemeentebestuur, in Den Haag de grieven van de arbeiders te zullen uiteenzetten. Het (v.-d.) Raadslid Meulenberg hield een rede en zegde toe namens de arbeiders een onderhoud met de Regeering te zullen aanvragen. De „Corriers del la Sera" meldt, dat te Napels e>eu Nederlandsoh matroos, Brasser genaamd, door eenige fascisten is vermoord. Het onderzoek heeft uitgemaakt*, dat Brusser, die den vorig en avond de haven was binnengekomen, twist had gekregen met een troepje fascisten, dat bem en zijn kameraden wilde beletten vrouwen naar boord van hun schip te bren- gen. De moordenaar is nog niet gevat. Men meldt uit Praag: Juist toen zij op het punt stondien van daar te vertrekken, arresteerde de politie te Eger F. H. Schramm en zijn verloof de Hilda Hermann nit Saksen, die bij een aantal Banken en wisselbureaux Neder- landsohe bankbiljetten van 25 gulden ter inwisseling hadden aangeboden, welke la ter bleken valsoh te zijn. In heb geheel wis selden zij f 675. De biljetten waren volgens photogra.phisch procédé nagemaakt. Bij hun arrestatie werd 10.400 Tsj echo-kronen en 51% billioen Duitscho mark op bet paar gevonden. Uit een schoenmaker s-reke- ^ïing. „Voo/r uw geripereert 1 paar pod© suede moljers..." Door Dr. MARTIAL. De Moussem van Sidi Barnoussi. Gehuld in een stofwolk, waarop de mor genzon haar gouden stralen afzendt, klimt een drukke menigte naar boven langs den weg, die zich slingert van de vallei naar de heuvels, van de heuvels Daar de rotsen, van ..de rotsen naar de bergen. De weg wordt steeds minder gebaand en sleenachtiger en eindigt in een smal, steil pad. De menschen spoeden zich voort, vroolijk of ernstig, rijk en arm, oud en jong; daartusschen bewegen zich ezeltjes, muilezels en paarden als rij en lastdieren, 't Is een witte menigtè met hier en daar roode, gele, blauwe stippen. De reizigers hebben een bruin gelaat, of bijna blank, of zwart; men ziet gezichten met dikke lippen en andere met aristocratische fijne trekken, velen met tulbanden op, an deren getatoueerd, gekleed in lompen, in zware of in dunne zijde. Ontelbare menigte van mannen, vrouwen en kindereD, al of niet beladen, zich voortspoedend als de be woners van een verstoord mierennest, naar den top van den berg, waar de heilige Mara bout begraven ligt. De steeds bewegende kleurenplekken in die menschenmassa ge ven iels vroolijks aan het voorjaarsland schap, waarin zij sterk afsteken tegen het sombere groen van brem en kurkeiken en zilvergrijze olijven. Verderop verlevendigen zij de grauwe torsen en heel op den top maakt de kleurige menigte, door de zon be schenen, den indruk van een reusachtige tuil van bonte bloemen. Die mènschenmassa 's morgens voor dag en dauw uit Fès vertrokken, heeft zich on derweg aangesloten bij andere menschen- stroomen, komende van elders in den om trek. Zij hebben voor deze dag allen het zelfde doel, de Moussem van Sidi Barnoussi, half-godsdienstig, half-landelijk feest. Het aantal pelgrims, die van af zonsopgang tot 's middags vier uur den berg beklimmen, wordt geschat op zestig duizend. Na vier uur daalt diezelfde menigte weer snel af langs de paadjes over de rotsen. De weg slingert zich langs rijen agaven, verdwijnt in cactusbosch jes en olijfgaarden en ver schijnt weer volgens de grillen en luimen van het bergpad, dat steeds breeder wordt naarmate men do stad nadert. Aan den voet van den laatsten heuvel, vóór de laatste vallei, komt men weer op het breede spoor, dat langs de hellingen loopt, die soms vrij glad zijn, zoodat menig voetganger uitglijdt, maar nooit een ezel of muildier of zelfs een paard. Boven op den berg staat de koubbah van den Marabout9) het einddoel van de bede vaart, overschaduwd door eeuwenoude olij ven. In een halven boog er omheen de rots achtige bergkam. Do helling tegenover die, waarlangs men den berg beklom, was 's mor gens nog bedekt met gras, waarvan nu geen spoor meer te ontdekken valt. De plooien in het terrein zijn tegen de felle zon beschut, door kurkeiken en olijfboomen. Daar ver dringt zich een ontelbare menigte, die ih het oog loopend verschilt van een Europee- sche menschenmassa, niet alleen door klee ding en kleureffecten, maar vooral door hun houding. Hier kan opgewondenheid samen gaan met uiterlijke kalmte. Hun liederen zijn droefgeestig of hartstochtelijk, begeleid door de eentonige, oorverdoovende muziek van tamboerijnen, fluiten, castagnetten en trommen. Op den berg kampeeren de stamhoofden; de paarden zijn vastgebonden; onder in het dal staan de rijdieren van minderen rang. Van af den top heeft men uitzicht over een panorama naar drie windstreken. Naar het Zuiden Fès, de wonderbare stad met haar eeuwenoude wallen en haar groenen gordel van tuinen met olijven en oranje- boomen, haar reusachtige poorten, nog niet 1) Bedevaart. 2) Koepel van het heiligengraf. gesioopt, ondanks de Europeesche stad, dis wel ver af, maar toch nog te dichtbij ligt uitheemsche mededingster, die zich helaas zal uitbreiden. In de verte, achter Fès, de toppen van den Midden-Atlas. Naar het Noorden golvendo, groene vlakten, die zich uitstrekken tot aan de bergen van het Riff zichtbaar aan den horizon, en de grenzen van het Spaansche gebied. Aan den Oost kant de Fagah en een reeks van kleiner* bergen. Naar het Westen is de gezichteinder, begrensd door den indrukwekkenden Za* lagh, die met zijn steeds wisselende kleur* effecten op ieder uur van den dag een ge* liefkoosd onderwerp is voor alle schilders. Te midden van zooveel natuurschoon speelt zich de Moussem van Sidi Barnousd af, een der gewichtigste bedevaarten van Marokko, hoewel niet de meest aantrekken lijk. De helling, waar de bedevaartgangers zieft dien dag vereenigen, daalt trapsgewijze af aan weerszijden van de droge rivierbedding vol puntige steenen, waardoor het water van den bergkam in den regentijd naar de vlakte stroomt. Die trappen in het terrein zijn nu eens zandig, dan weer rotsachtig. Groote, overoude olijven beschaduwen met hun zil* vergroen loover deze zijde van den berg, did bedekt is met een smaragdgroen grastapijt. Heden verdringt er zich een dichte me* nigte, die uiterlijk rustig, maar toch zeer op* gewonden is. Overal hebben zich groepje* menschen genesteld lot zelfs op de noestige, sterke takken van de oude kurkeiken en olijf* boomen. Een Oostersche menigte is niet zwart, maar wit, grauw-wit als een oude muur, maar met helkleurige plekken: rood, blauw, groen, roserood, amarante. Dat is de. kleeding van de Fazi en van de gesluierde danseressen, die een vroolijke tegenstelling vormt met de steppenkleurige burnousèen der Berbers. Alle denkbare typen van den omtrek ontmoeten daar elkander en vermen* gen zich met de bewoners van de geleerde, heilige stad. Maar de landelijke pelgrims hebben toch de overhand. Men herkent ze aan hun door de zon gebruind gelaat geen donkere huid, soms zelfs zoo blank als de onze schitterende oogen, krachtig ge spierde houding. De vrouwen trekken de: aandacht door haar fiere, edele gestalte, be* wonderenswaardig veerkrachtigen gang, onafhankelijken blik, en zuivere gelaatstrek* ken, die dikwijls samengaan met werkelijke schoonheid. De jonge vrouwen hebben zwart haar, de oude hebben het rossig geverfd. Da hoofdtooi bestaat uit een bontgekleurd zij den doekje met franjes, Lyonsch fabrikaat, in heel Frankrijk niet te koop, maar men vindt ze bij groote hoeveelheden in de souk« van de Medina. Een weinig op zij af van het door de na tuur gevormde amphitheater kampeeren de Arabieren en bereiden er hun maaltijden. Boven op den top verheffen zich de witte muren van het graf van den heiligen Sidi Barnoussi, met zijn dak van geglazuurde groene pannen. Een ontelbare, voortdurend zich vernieu- werrde menigte vult het amphitheater. Da drukste uren zijn van 's morgens tien tot 's middags drie. Omstreeks twaalf uur heeft het feest zijn hoogtepunt bereikt. Het geheele schouwspel heeft iets duize lingwekkends voor den aandachtigen toe schouwer, die het van af den top gade*- slaat. Hij ziet aan zijn voeten de saamge- pakte menigte, die zich verdringt rondom kleinere of grootere, leeg© kringen. De bui tenste rij nieuwsgierigen van de eene groep vermengt zich met die van de naastbij- zijnde. Behalve in het midden van die groepei is er geen enkel open plekje te bekennen* in die menigte schijnt een voortdurende, go lijkmatig golvende beweging te zijn, als da kringen rondom een steen, dien men in hef* water werpt. Het geraas van tamboerijnen, castagnetten en schelle fluiten, die een een* tonig gezang op vier of vijf noten begelei den houden de menschenmassa gedurende uren en uren onafgebroken in de rhyth- misch golvende beweging. Er is geen oogen- blik van rust of verpoozing. De menigte en de muzikanten zijn onvermoeibaar. Dat duurt voort totdat de stier geofferd is en nog langer. Ieder, die deel uitmaakt van die menigte, komt onder den invloed van dat rhythme. Hij begint zijn schouders te bewe gen, en wordt meegesleept door zijn buren, het opwindende rhyfchme overwint ten Gelijk bekend i s, dient het Contract hetwelk is aangegaan tusschen jle georganiseerde werkgevers en werkne mers in het bloembollenbedrijf per 30 No vember van het loopende contractjaar te Jsvorden opgezegd. Naar aanleiding hiervan {werd aan de ,,N. Haaxl. Crt.'- medege deeld, dat door de werknemers het con tract niet is opgezegd en dat ook van de fcfërkgevers tot nu toe geen bericht was Ingekomen, dat zij het oontract wensohten <pp te zeggen. Hieruit mag de gevolgtrek king worden gemaakt, dat het loopende 'pontract stilzwijgend voor een jaar ver lengd is, Deontwijde Sint. Men schrijft ft&n „Het Tad." Woensdagmiddag, vrij van school en fcneeuw. De eerst© sneeuw 1 Ik geef het u te doen, mooier combinatie {voor de schooljeugd te bedenken. De Sint- DSfioolaas-étalages mogen nog zulke, voor de jeugd aantrekkelijke zaken uitstallen ill den bazar een „echte" Sinterklaas tro- J&en, die cadeautjes uitreikt: voor de school jjeugd zinkt dat alles in het niet bij sneeuw, /vooral bij de eerste sneeuw. In de portiek van een der kleinere bios cooptheaters in de Hoogstraat te Rotter dam ia Woensdag een Sinterklaas opgesteld (Er la blijkbaar op gerekend dat de jeugd tdet zoo nauw kijkt, want die monteering /van den Sint is zeer onbeholpen: hij is aan gekleed op een koopje. 'De Goedheiligman wordt aangegaapt goor eenige kleuters, nog juist jong genoeg jbm te kunnen gelooven in bet mooie ver taal van den goeden man uit Spanje. De ibuderen, die van 10 tqt 14 jaar, hebben E" Kshts belangstelling voor do sneeuw en t sneeuwballen gooien eji een van hen mt op de oneerbiedige gedachte, ook Sin terklaas in de portiek op een sneeuwbal te ifcraoteeren. Een heel klein en zacht gneeuw- ïetje. De nog geloovende jeugd lacht en de goed Sint lacht mee. Weldra volgen meer- Öere balletjes, de 0 balletjes worden ballen (Bh de aardigheid gaat er voor den kinder vriend af. Niettemin begrijpt hij, 't decorum te inoeten bewaren en met zijn staf geeft bij Pen teeken aan den biosccoopportier, die tnet de juffrouw aan het loketje (het is ma- iinée) een praatje maakt. Deze functionaris heeft helaas weinig jeugdkennis; zijn sommatie. Sinterklaas met rust te laten, heeft do uitwerking van |>li© op het vuur: steeds meer sneeuwpro- |ectielen komen aansuizen en het percen tage treffers is buitensporig hoog. De portier begeeft zich naar den bios- öoopdirecteur, ten einde dezen te verzoe ken, Sinterklaas tijdelijk binnen to halen. Doch nu is eerst reclifc het hek van den Sam. Een waar snelvuur van sneeuwballen breekt los en een voltreffer" met een kei harde sneeuwgranaat brengt onherstelbare Bohade toe aan het papieren masker en Soet den mijter overhellen. Hiermede is het- laatste restje geduld Van don bootwerker, due voor Sint Nicolaas fungeert, verdwenen en hij rent het portiek uit, eenige bengels na, waarvan hij er plra, 30 meter verder een te pakken krijgt,, die het natuurlijk juist niet gedaan heeft, doch j&i© niettemin eon ferm pak slaag krijgt. Op dergelijke lichaamsbewegingen is de monteering van dezen Sinterklaas in het: geheel niet berekendin den 30-meter-ren EÏjn tabberd, mijter en staf al in de Hoog straat terechtgekomen en door een paar van die brutaalste bengels weggegrist. Slechts het masker, of wat daarvan over is, brengt met een stuk van den uitgeplo- Sen-touw-baard zielig in 's mans nek en van de lippen van den bootwerker rolt con Serie scheldwoorden en ver w enschingen idie geen courant ter wereld zou durven laten drukken. Den inmiddels verschenen bioscoopdirec teur geklikt het, den nazenden kerel bin nen t-e loodsen. Uit het pubÜpk stijgt een homerisch ge lach op. Gisternacht is brand o n t - 'dekt in liet op de Veemarkt te Rotterdam staande hippodroom, van P. J. van der Naar het Engelsch, door BERTA RUCK. (Nadruk verboden)). M) Waarom d-uen zij dat-, Rose? Mannen van onzen stand met 'n stem en manieren als ^George? Zij trouwen allemaal met zulk Moorfe menschen. En zij hebben er allemaal later spijt van. En toch betreurt hij. haar misschien nog!" „Wkt zeg je?" ,,Ach, je weet noodt wat een man be treuren zal, ais het e&ns goed en wel bui ten zijn bereik is... Wil je hier soins uit stappen? Dan moet je mij telegrafoeren, kind, wanneer je morgen wilt a.omeü om mij te spreken... Dag, Rose!" })Wacht, wacht..." Ik hield den koetsier even op Daar stond ik met mijn hand op het portier. ,,Nog één ding, Philippa, voordat je heen gaat. Je bent gelukkig, nietwaar? Je bent heel gelukkig, omdat hij nu in staat zal wezen met je te trou wen?" Zij leunde uit het raampje naar mij toe. Zij sprak heel luchtig: „Wat praat je nu Weer voor nonsens?" „Nonsens? Wel! Maar..." „Maar het is zooals je weet", zei Phi lippa duidelijk. ,,Er is niets veranderd tusschen George en mij. Ik doe het beste van ons allemaal. De man, waar ik me© ga trouwen, is de man, die van mij houdt. Getrouwd of niet, George is dat niet. Dat sou niet kunnen. Ik ben nu evenmin een Mars, te Nijmegen gevestigd. De paarden waren na afloop van de laatste voorstel ling n$ar him stal in de Boezemstraat ge bracht, ©n vaai het personeel, dat in een woonwagen overnacht, was niemand meer in het hippodroom aanwezig. De brand is aan de achterzijd© in het hippodroom ont staan en heeft zich bepaald tot ©en groort orgel, een gedeelte van de linnen kap en eenig houtwerk. De eigenaar van het hip podroom, dat- op beurspolis verzekerd is, heeft met zijn mannen, zocdra de brand ontdekt werd, den woonwagen een eind weggereden, waardoor" deze geen gevaar liop. Ook is er brand uitgebroken ten huizo vnn den heer H. J. Penn, in de Mathenes- serlaan. De brand ontstond op de slaap kamer van diens 18-jarige dochter, welke op de tweede verdieping ach ter is gele gen, vermoedelijk dacvr het achteloos weg werpen van een brandende lucifer. De slaapkamer is nagenoeg uitgebrand. In het huis is belangrijke waterschade aangericht. Yanwege het hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie wordt gemeld, dat er over bet algemeen groot© vertra ging bestaat in het telegrafisch verkeer met Duitsöhland, Frankrijk ©n België. De telegrammen voor Frankrijk en, voor een groot deel, ook die voor België worden, daar er geen gemeenschap is wat Frank rijk betreft en onvoldoende gemeenschap wat België betreft, over Londen verzonden. Daar door het treinperso- neel aan reizigers geen plaatsbewijzen meer afgegeven kunnen worden, strekt dit tot groot ongerief, vooral voor reizigers, die verder wensohen te reizen als hun plaatsbewijs geldig is. Daarom zal dioor de Nederlandsche Spoorwegen met ingang van heden, Dinsdag, 4 December, een nieuw soort plaatsbeweijzen worden afgege ven, genaamddoorreiskaarten. Een rei ziger bijv. met een biljet RotterdamLei den, wil doorreizen, naar Amsterdam. Dan kan hij of in Rotterdlam of Den Haag aan de loketten reeds een doorreiskaart koopen, tegen de gewone reisvraoht Lei denAmsterdam. Men meldt ons, dat de door den heer Toorop ontworpen postzegels, waarvan de opbrengst boven de frankee- ringswaard© zal strekken tot steun van noodlijdende kunstenaars, met Kerstmis verkrijgbaar worden gesteld. Opl November 1923 werden 2769 weduwenrenten etn 4S22 weezenrenten krachtens de Invaliditeitswet genoten, ter wijl op genoemden datum krachtens arti kel 373 cider wet 31.309 personen verzeke ring verkregen Ouderdomsrente van drie gulden per week,voorts 3938 personen een invaliditeitsrente, als bedoeld in artikel 71 dier wet. Krachtens de vrijwillige ver zekering, geregeld! in de Ouderdomswet 1919, waren op vorengenoemden datum 69.726. personen in het genot van oen als vrucht hunner verzekering verkregen Ouder domsrente van drie gulden per week. In de week van 24 November tot en met 1 dezer is bij het Hoofdbestuur van „Het Nederlandsch© Roode Kruis" aan giften ingekomen, met bestemming voor: Japan f 226; Nederlanders in Duitsch- land f 969.66 Duitoobland f 17436.67 Geld- bons f 128-40benevens talrijke fondsen en coupons voor Oostenrijk en Hongarije. TeYolendamkomt in ver- schillende eendenhoudersbedrijven weer een ernstige sterft© voor, vermoedelijk ten ge volge van de vogelcholera. Men hoorde van eendenhouders, die in één week 10 h 15 eenden verloren. Met de restauratie van do Ned.-Herv. kerk te Maiden, een. der oud ste bouwwerken in het Yechtgebicd, kan voorloopig begonnen worden; de totaio herstellingskosten beJoopen plm. f 100.000 behalve de gelden uit het plaatselijk her- stellingsfonds, is ook een provinciale sub sidie van f 17.500 verzekerd. Gistermiddagisdr. D-, wonen do in de Stationstraat, te Tilburg, in zijn spreekkamer door een patiënt onverhoeds soort meisje voor George als vroeger. Minder, lieve Ros©. Minder^. Ik zette groote oogen op en riep: „Wat? Meen je, dat je hem niet hebben wilt na al wat er gebeurd is?" „Hij zou bet mij nooit vragen", zei Phi lippa, en zij leunde achterover in het rij tuig, met dat vreemde lachje over haar. „Dat zal je zien." En toen was zij weg. HOOFDSTUK XXXI. Hei Noodlot en de Marionetten. Hij (kapitein Meredith) wachtte al op mij in het hotel, toen ik terugkwam, of schoon het nog niet precies tien minuten voor vieren was. Hij scheeta verlangend te zijn, alles achter den rug te hebben, waarover hij nog met mij wenschte te pra ten. Ik had reeds begrepen wat het zijn moest. Iets over zijn moeder. Een afspraak hoe het haar verteld moest worden. Ik dacht bij mijzelf; „En Belle-mère houdt niet van Philippa! O, maar ze moet wel van haar houden en zij zal ook wel." Ik merkte op, dat al de lachbuien en opgewondenheid van den zoon over waren. Hij was ernstig; hij was bezorgd. Hij kwam dadelijk naar mij toe en vroeg: ,,Hebt u getelefoneerd?" „Wat zegt u?" zei ik een weinig ver baasd. Want in de opgewondenheid van mijn laatste gesprek met Philippa was ik geheel vergeten hoe ik haar had moeten roepen. „O ja", zei ik, „ik heb getelefoneerd." „Heeft u kapitein Penmore dan gespro ken?" zei hij met een vreemde, Btrakke stem. Ik keek hem verwonderd aan, toen wij daar stonden in d© bal, die het tooneel ge weest is van wat mij toescheen een onein dig aantal ontmoetingen en afscheid-neanen tusschen ons beiden, gesprekke^ en. afspra ken van wat wij nu weer zouden doen. Nu, dacht ik, dit zal nu wel voor 't laatst zijn. „Ik heb niet getelefoneerd mefc kapitein Penmore", zei ik. „Ja, dat had ik moe ten doenik moest het hem dadelijk laten weten. Ik heb al zoo lang plan gehad hem te schrijven... Het was Philippa, die ik heb opgebeld. Ik wou er u wat van vertel len..." „Neen, neen! Vertel mij dat nu maar niet", zei kapitein Meredith en zijn stem was plotseling ernstig. „Ik dacht zeker, dat u dien man had opgebeld, dien vriend van u, Penmore." „Neen", zei ik mistroostig. „Het spijt mij, dat ik heelemaal niet aan hem ge dacht heb." „Wat?" zei kapitein Meredith dadelijk. „Is hij dan niet eem he-el goede vriend van u?" „Een goed© vriend! O neen! Ik meeai ach ja! Hij is een heel goede vriend van mij. Ik lioud werkelijk he-el veel van he>m, werkelijk." Kapitein Meredith vroeg: „Vindt u het onbescheiden als ik u vraag: wat meent u met „werkelijk." Ik lacht© een beetje onzeker. Reggie's gezicht was erg verouderd) en onduidelijk geworden bij al de buitengewone dingen, die den oumiddellijken voorgrond van mijn geest 'bezig hielden. Ik zei; „O, ik meen, dat ik hem graag mag. Hij heeft altijd getracht heel vrien delijk voor mij te zijn." Kapitein Meredith keerde zich een wei nig om en toen hij dit deed*, meende ik een buitengewone en zeer weinig toepasselijke opmerking van bem te hooren. Het klonk als: Arme vent! Dus dat is uit!" Ik be greep niet goed wat hij meendo. Toen keek bij mij weer aan en jujst toen ik zeggen wou:_ „Maar nu Philippa", viel hij mij in de rede„Nu wou ik zoo graag iet© met u bespreken. Kunt u nu dadelijk met mij me© uitgaan?" „Uit? Waar naar toe?" „O iets te koopen", antwoordde de jon- ge man, wiens gezicht bijna onherkenbaar was opgehelderd. „Ik wou een huwelijks cadeau koopen voor... u weet wel wie?" De rij gielijk© witte tanden kwam precies t© voorschijn in zijn ovaal, bleek gezicht, in ©en verheugden lach, toen hij zei: „Een huwelijkscadeau, dat met de nachtschuit komt, voor Mevrouw Arthur Harrison 1" „Ozei ik flauw. „Ik wou haar toonen, dat er geen wrok ia van mijn kant I" ging hij voort, zijn si garettenkoker uithalende. Ik had gehoord, dat hij daar een reserve-voorraad bank briefjes in bewaarde, en ik geloof, dat hij met vreugde zijn laatsten cent had uitge geven om een dankoffer t© brengen. Het waa duidelijk een. dankoffer, dat hij van plan was neer te leggen voor de opzichtig© laarsjes van het Visioen, uit pur© dank baarheid aan haak, omdat haar pad en het zijne voortaan verre, verre uit elkaar liepen „Wat zal ik voor haar koopen?" vroeg hij als een schooljongen. „U moet mee gaan on mij helpen kiezen. Als een soort liquidatie!" Wat een geschikte liquidatie. Ik, die zoo langen tijd baar plaats had bekleed; ik, „de invallende" kameraad, moest een herinnering kiezen, om aan to duiden, dat de plaats niet langer beschikbaar was. Het zou mij benieuwen Wat hij van plan was te koopen, dacht ik. Iets groots en schit terends. „Ja en dan kan ik u dat andere onder weg wel vertellen", zei hij vroolijk. „Ga maar mee!" Wanneer men een huwelijkscadeau gaat koopen, dan kiest men gewoonlijk niet voor centrum van zijn inkcopen een kolos saal park of plein, hoog© gebouwen, zon nig© ruimten met fonteinen, die vrij uit opspringen naar het ruime hemelgewelf, maar zonder winkels. Zoo iets als de Plac© de la Concorde. Want het was naar de Place de la Con corde, dat kapitein Meredith mij meevoer de, zooals wij nogmaals uitgingen op dien frissohen, vroolijken namiddag. Na zooveel Opgewondenheid was ik zeer gedeprimeerd, waar geen reden voor tvas. Ik had eën gevoel, alsof er iets kouds en drukkeaida van ik weet niet waar op mij neergedrukt was. Iedereen kent die oogen- blikken van reactie na uren, wanneer men veel beleefd heeft Er waren mij de laatste zes weken dan ook overstelpend veel dingen overkomen 1 Het was natuurlijk, dat daar ten langen lesto een eind aan zou komen. Nu. dit was het einde. Een gelukkiger eindo dan ik had voorzien, aangezien twee menschen (Georg© en Philippa) zeer gelukkig zouden worden In ieder geval, het was het begin van het eind. Dit was do laatst© keer, dat ik boodschappen zou doen to Parijs. Dit waa een afscheid. „Adieu, charmant pays de France." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5