In verkeerde Schoenen.
No> 19553.
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 4 December.
Tweede Blad. Anno 1923
Schetsen uit Marokko.
"rMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
toen hij een recept schreef, aangevallen en
met een stuk ijzer op het hoofd geslagen.
Bij de worsteling gehikte het den dokter
den man, met behulp van zijn personeel' te
overmeesteren. De politie heeft daarna den
man gearresteerd. De dader is een werk*
looze uit Rotterdam, v. VI., die tijdelijk
bij zijn familie te Tilburg vertoefde. De
dokter beeft door de hevige slagen ©enig©
tanden verloren. De aanvaller bleek nog
in het bezit te zijn van messen en een boks
beugel.
Te Koude kerke (W a 1 o h e r e n)
is ingebroken in de consistorie van de Ned.»
Herv. Kerk, waar de pot van do knapen-
verocniging werd geledigd. Verder is de
kerk bezocht; daar is uit de offerbussen
vermoedelijk f 70 ontvreemd.
Naar het'huis'van bewaring
te Middelburg is thans ook overgebracht
de 53-jarige D. v. D., uit Utrecht, vroe
ger directeur van het bijkantoor der Brus-
selscke Bank te Bergen-op-Zoom.
Men meldt uit Maastricht,
dat de sergeant-majoor S.? die vóór het
front gerehabiliteerd was, niet opnieuw in
hechtenis is genomen, maar zichzelf in de
kazerne bij zijn overste gemeld heeft. Thans
zit hij in de gevangenis. De man schijnt
zich het geval sterk aangetrokken te heb
ben. Hij is overspannen.
Someren en omstreken zijn
de laatste dagen bezocht door een als
priester gekleed persoon, die onder voor
wendsel, geld bijeen te brengen voor een
klooster te Heerlen, dat voor f 60.000 een
boerderij zou hebben aangekocht, die da
delijk moest betaald worden, van verschil
lende "ingezetenen bedragKUi van f5 tot f40
heeft weten los te krijgen.
Te Roggel isaangehouden die
arbeider P. K., verdacht van inbraak met
diefstal ten gemeentehuize aldaar. Hij is
naar Roermond overgebracht.
Na het uitsnijden van een
ruit heeft men zich toegang verschaft tot
een huis aan den Klinkenbeltsweg te De
venter, - bewoond door de dames Ypes en
Hoekstra. Er wordt ongeveer f 700 ver
mist.
Ui t Emmenmeldtmen: Gis te r-
ochtend zijn bijna duizend arbeiders te
werk gesteld bij de weikverschaffing aan
het kanaal BeilenNieuweroord on Oran
jekanaal, naar Sleen getrokken. Men vroeg
daar den burgemeester den heer A. Jong
bloed, inspecteur van de werkverschaffing
voor Drente, te spreken, ten einde hem
do grieven der arbeiders bekend te ma
ken, welke voornamelijk zijn het naar hun
oordeel te lage loon (voor gehuwden f 12
per week) en de ni et-betaling van loo-n bij
regenweer. Men kon den beer Jongbloed
evenwel tniet to spreken krijgen. Ongeveer
400 inan zijn daarop naar bier gegaan en
hebben voor hotel Boer, waar juist de
Raad vergaderde, gedemonstreerd. Een
commissie uit de arbeiders heeft een on
derhoud gehad mét den burgemeester, die
toezegde naroens het gemeentebestuur, in
Den Haag de grieven van de arbeiders te
zullen uiteenzetten. Het (v.-d.) Raadslid
Meulenberg hield een rede en zegde toe
namens de arbeiders een onderhoud met
de Regeering te zullen aanvragen.
De „Corriers del la Sera"
meldt, dat te Napels e>eu Nederlandsoh
matroos, Brasser genaamd, door eenige
fascisten is vermoord. Het onderzoek heeft
uitgemaakt*, dat Brusser, die den vorig en
avond de haven was binnengekomen, twist
had gekregen met een troepje fascisten,
dat bem en zijn kameraden wilde beletten
vrouwen naar boord van hun schip te bren-
gen. De moordenaar is nog niet gevat.
Men meldt uit Praag:
Juist toen zij op het punt stondien van
daar te vertrekken, arresteerde de politie
te Eger F. H. Schramm en zijn verloof
de Hilda Hermann nit Saksen, die bij een
aantal Banken en wisselbureaux Neder-
landsohe bankbiljetten van 25 gulden ter
inwisseling hadden aangeboden, welke la
ter bleken valsoh te zijn. In heb geheel wis
selden zij f 675. De biljetten waren volgens
photogra.phisch procédé nagemaakt. Bij hun
arrestatie werd 10.400 Tsj echo-kronen en
51% billioen Duitscho mark op bet paar
gevonden.
Uit een schoenmaker s-reke-
^ïing. „Voo/r uw geripereert 1 paar pod©
suede moljers..."
Door Dr. MARTIAL.
De Moussem van Sidi Barnoussi.
Gehuld in een stofwolk, waarop de mor
genzon haar gouden stralen afzendt, klimt
een drukke menigte naar boven langs den
weg, die zich slingert van de vallei naar de
heuvels, van de heuvels Daar de rotsen, van
..de rotsen naar de bergen. De weg wordt
steeds minder gebaand en sleenachtiger en
eindigt in een smal, steil pad. De menschen
spoeden zich voort, vroolijk of ernstig, rijk
en arm, oud en jong; daartusschen bewegen
zich ezeltjes, muilezels en paarden als rij
en lastdieren, 't Is een witte menigtè met
hier en daar roode, gele, blauwe stippen. De
reizigers hebben een bruin gelaat, of bijna
blank, of zwart; men ziet gezichten met
dikke lippen en andere met aristocratische
fijne trekken, velen met tulbanden op, an
deren getatoueerd, gekleed in lompen, in
zware of in dunne zijde. Ontelbare menigte
van mannen, vrouwen en kindereD, al of
niet beladen, zich voortspoedend als de be
woners van een verstoord mierennest, naar
den top van den berg, waar de heilige Mara
bout begraven ligt. De steeds bewegende
kleurenplekken in die menschenmassa ge
ven iels vroolijks aan het voorjaarsland
schap, waarin zij sterk afsteken tegen het
sombere groen van brem en kurkeiken en
zilvergrijze olijven. Verderop verlevendigen
zij de grauwe torsen en heel op den top
maakt de kleurige menigte, door de zon be
schenen, den indruk van een reusachtige
tuil van bonte bloemen.
Die mènschenmassa 's morgens voor dag
en dauw uit Fès vertrokken, heeft zich on
derweg aangesloten bij andere menschen-
stroomen, komende van elders in den om
trek. Zij hebben voor deze dag allen het
zelfde doel, de Moussem van Sidi Barnoussi,
half-godsdienstig, half-landelijk feest. Het
aantal pelgrims, die van af zonsopgang tot
's middags vier uur den berg beklimmen,
wordt geschat op zestig duizend. Na vier
uur daalt diezelfde menigte weer snel af
langs de paadjes over de rotsen. De weg
slingert zich langs rijen agaven, verdwijnt in
cactusbosch jes en olijfgaarden en ver
schijnt weer volgens de grillen en luimen
van het bergpad, dat steeds breeder wordt
naarmate men do stad nadert. Aan den voet
van den laatsten heuvel, vóór de laatste
vallei, komt men weer op het breede spoor,
dat langs de hellingen loopt, die soms vrij
glad zijn, zoodat menig voetganger uitglijdt,
maar nooit een ezel of muildier of zelfs een
paard.
Boven op den berg staat de koubbah van
den Marabout9) het einddoel van de bede
vaart, overschaduwd door eeuwenoude olij
ven. In een halven boog er omheen de rots
achtige bergkam. Do helling tegenover die,
waarlangs men den berg beklom, was 's mor
gens nog bedekt met gras, waarvan nu geen
spoor meer te ontdekken valt. De plooien in
het terrein zijn tegen de felle zon beschut,
door kurkeiken en olijfboomen. Daar ver
dringt zich een ontelbare menigte, die ih
het oog loopend verschilt van een Europee-
sche menschenmassa, niet alleen door klee
ding en kleureffecten, maar vooral door hun
houding. Hier kan opgewondenheid samen
gaan met uiterlijke kalmte. Hun liederen
zijn droefgeestig of hartstochtelijk, begeleid
door de eentonige, oorverdoovende muziek
van tamboerijnen, fluiten, castagnetten en
trommen.
Op den berg kampeeren de stamhoofden;
de paarden zijn vastgebonden; onder in het
dal staan de rijdieren van minderen rang.
Van af den top heeft men uitzicht over
een panorama naar drie windstreken. Naar
het Zuiden Fès, de wonderbare stad met
haar eeuwenoude wallen en haar groenen
gordel van tuinen met olijven en oranje-
boomen, haar reusachtige poorten, nog niet
1) Bedevaart.
2) Koepel van het heiligengraf.
gesioopt, ondanks de Europeesche stad, dis
wel ver af, maar toch nog te dichtbij ligt
uitheemsche mededingster, die zich helaas
zal uitbreiden. In de verte, achter Fès, de
toppen van den Midden-Atlas. Naar het
Noorden golvendo, groene vlakten, die zich
uitstrekken tot aan de bergen van het Riff
zichtbaar aan den horizon, en de grenzen
van het Spaansche gebied. Aan den Oost
kant de Fagah en een reeks van kleiner*
bergen. Naar het Westen is de gezichteinder,
begrensd door den indrukwekkenden Za*
lagh, die met zijn steeds wisselende kleur*
effecten op ieder uur van den dag een ge*
liefkoosd onderwerp is voor alle schilders.
Te midden van zooveel natuurschoon
speelt zich de Moussem van Sidi Barnousd
af, een der gewichtigste bedevaarten van
Marokko, hoewel niet de meest aantrekken
lijk.
De helling, waar de bedevaartgangers zieft
dien dag vereenigen, daalt trapsgewijze af
aan weerszijden van de droge rivierbedding
vol puntige steenen, waardoor het water van
den bergkam in den regentijd naar de vlakte
stroomt. Die trappen in het terrein zijn nu
eens zandig, dan weer rotsachtig. Groote,
overoude olijven beschaduwen met hun zil*
vergroen loover deze zijde van den berg, did
bedekt is met een smaragdgroen grastapijt.
Heden verdringt er zich een dichte me*
nigte, die uiterlijk rustig, maar toch zeer op*
gewonden is. Overal hebben zich groepje*
menschen genesteld lot zelfs op de noestige,
sterke takken van de oude kurkeiken en olijf*
boomen. Een Oostersche menigte is niet
zwart, maar wit, grauw-wit als een oude
muur, maar met helkleurige plekken: rood,
blauw, groen, roserood, amarante. Dat is de.
kleeding van de Fazi en van de gesluierde
danseressen, die een vroolijke tegenstelling
vormt met de steppenkleurige burnousèen
der Berbers. Alle denkbare typen van den
omtrek ontmoeten daar elkander en vermen*
gen zich met de bewoners van de geleerde,
heilige stad. Maar de landelijke pelgrims
hebben toch de overhand. Men herkent ze
aan hun door de zon gebruind gelaat
geen donkere huid, soms zelfs zoo blank als
de onze schitterende oogen, krachtig ge
spierde houding. De vrouwen trekken de:
aandacht door haar fiere, edele gestalte, be*
wonderenswaardig veerkrachtigen gang,
onafhankelijken blik, en zuivere gelaatstrek*
ken, die dikwijls samengaan met werkelijke
schoonheid. De jonge vrouwen hebben zwart
haar, de oude hebben het rossig geverfd. Da
hoofdtooi bestaat uit een bontgekleurd zij
den doekje met franjes, Lyonsch fabrikaat,
in heel Frankrijk niet te koop, maar men
vindt ze bij groote hoeveelheden in de souk«
van de Medina.
Een weinig op zij af van het door de na
tuur gevormde amphitheater kampeeren de
Arabieren en bereiden er hun maaltijden.
Boven op den top verheffen zich de witte
muren van het graf van den heiligen Sidi
Barnoussi, met zijn dak van geglazuurde
groene pannen.
Een ontelbare, voortdurend zich vernieu-
werrde menigte vult het amphitheater. Da
drukste uren zijn van 's morgens tien tot
's middags drie. Omstreeks twaalf uur heeft
het feest zijn hoogtepunt bereikt.
Het geheele schouwspel heeft iets duize
lingwekkends voor den aandachtigen toe
schouwer, die het van af den top gade*-
slaat. Hij ziet aan zijn voeten de saamge-
pakte menigte, die zich verdringt rondom
kleinere of grootere, leeg© kringen. De bui
tenste rij nieuwsgierigen van de eene groep
vermengt zich met die van de naastbij-
zijnde.
Behalve in het midden van die groepei
is er geen enkel open plekje te bekennen*
in die menigte schijnt een voortdurende, go
lijkmatig golvende beweging te zijn, als da
kringen rondom een steen, dien men in hef*
water werpt. Het geraas van tamboerijnen,
castagnetten en schelle fluiten, die een een*
tonig gezang op vier of vijf noten begelei
den houden de menschenmassa gedurende
uren en uren onafgebroken in de rhyth-
misch golvende beweging. Er is geen oogen-
blik van rust of verpoozing. De menigte en
de muzikanten zijn onvermoeibaar. Dat
duurt voort totdat de stier geofferd is en
nog langer. Ieder, die deel uitmaakt van die
menigte, komt onder den invloed van dat
rhythme. Hij begint zijn schouders te bewe
gen, en wordt meegesleept door zijn buren,
het opwindende rhyfchme overwint ten
Gelijk bekend i s, dient het
Contract hetwelk is aangegaan tusschen
jle georganiseerde werkgevers en werkne
mers in het bloembollenbedrijf per 30 No
vember van het loopende contractjaar te
Jsvorden opgezegd. Naar aanleiding hiervan
{werd aan de ,,N. Haaxl. Crt.'- medege
deeld, dat door de werknemers het con
tract niet is opgezegd en dat ook van de
fcfërkgevers tot nu toe geen bericht was
Ingekomen, dat zij het oontract wensohten
<pp te zeggen. Hieruit mag de gevolgtrek
king worden gemaakt, dat het loopende
'pontract stilzwijgend voor een jaar ver
lengd is,
Deontwijde Sint. Men schrijft
ft&n „Het Tad."
Woensdagmiddag, vrij van school en
fcneeuw. De eerst© sneeuw 1
Ik geef het u te doen, mooier combinatie
{voor de schooljeugd te bedenken. De Sint-
DSfioolaas-étalages mogen nog zulke, voor
de jeugd aantrekkelijke zaken uitstallen
ill den bazar een „echte" Sinterklaas tro-
J&en, die cadeautjes uitreikt: voor de school
jjeugd zinkt dat alles in het niet bij sneeuw,
/vooral bij de eerste sneeuw.
In de portiek van een der kleinere bios
cooptheaters in de Hoogstraat te Rotter
dam ia Woensdag een Sinterklaas opgesteld
(Er la blijkbaar op gerekend dat de jeugd
tdet zoo nauw kijkt, want die monteering
/van den Sint is zeer onbeholpen: hij is aan
gekleed op een koopje.
'De Goedheiligman wordt aangegaapt
goor eenige kleuters, nog juist jong genoeg
jbm te kunnen gelooven in bet mooie ver
taal van den goeden man uit Spanje. De
ibuderen, die van 10 tqt 14 jaar, hebben
E" Kshts belangstelling voor do sneeuw en
t sneeuwballen gooien eji een van hen
mt op de oneerbiedige gedachte, ook Sin
terklaas in de portiek op een sneeuwbal te
ifcraoteeren. Een heel klein en zacht gneeuw-
ïetje. De nog geloovende jeugd lacht en de
goed Sint lacht mee. Weldra volgen meer-
Öere balletjes, de 0 balletjes worden ballen
(Bh de aardigheid gaat er voor den kinder
vriend af.
Niettemin begrijpt hij, 't decorum te
inoeten bewaren en met zijn staf geeft bij
Pen teeken aan den biosccoopportier, die
tnet de juffrouw aan het loketje (het is ma-
iinée) een praatje maakt.
Deze functionaris heeft helaas weinig
jeugdkennis; zijn sommatie. Sinterklaas
met rust te laten, heeft do uitwerking van
|>li© op het vuur: steeds meer sneeuwpro-
|ectielen komen aansuizen en het percen
tage treffers is buitensporig hoog.
De portier begeeft zich naar den bios-
öoopdirecteur, ten einde dezen te verzoe
ken, Sinterklaas tijdelijk binnen to halen.
Doch nu is eerst reclifc het hek van den
Sam.
Een waar snelvuur van sneeuwballen
breekt los en een voltreffer" met een kei
harde sneeuwgranaat brengt onherstelbare
Bohade toe aan het papieren masker en
Soet den mijter overhellen.
Hiermede is het- laatste restje geduld
Van don bootwerker, due voor Sint Nicolaas
fungeert, verdwenen en hij rent het portiek
uit, eenige bengels na, waarvan hij er plra,
30 meter verder een te pakken krijgt,, die
het natuurlijk juist niet gedaan heeft, doch
j&i© niettemin eon ferm pak slaag krijgt.
Op dergelijke lichaamsbewegingen is de
monteering van dezen Sinterklaas in het:
geheel niet berekendin den 30-meter-ren
EÏjn tabberd, mijter en staf al in de Hoog
straat terechtgekomen en door een paar
van die brutaalste bengels weggegrist.
Slechts het masker, of wat daarvan over
is, brengt met een stuk van den uitgeplo-
Sen-touw-baard zielig in 's mans nek en
van de lippen van den bootwerker rolt con
Serie scheldwoorden en ver w enschingen
idie geen courant ter wereld zou durven
laten drukken.
Den inmiddels verschenen bioscoopdirec
teur geklikt het, den nazenden kerel bin
nen t-e loodsen.
Uit het pubÜpk stijgt een homerisch ge
lach op.
Gisternacht is brand o n t -
'dekt in liet op de Veemarkt te Rotterdam
staande hippodroom, van P. J. van der
Naar het Engelsch, door BERTA RUCK.
(Nadruk verboden)).
M)
Waarom d-uen zij dat-, Rose? Mannen van
onzen stand met 'n stem en manieren als
^George? Zij trouwen allemaal met zulk
Moorfe menschen. En zij hebben er allemaal
later spijt van. En toch betreurt hij. haar
misschien nog!"
„Wkt zeg je?"
,,Ach, je weet noodt wat een man be
treuren zal, ais het e&ns goed en wel bui
ten zijn bereik is... Wil je hier soins uit
stappen? Dan moet je mij telegrafoeren,
kind, wanneer je morgen wilt a.omeü om
mij te spreken... Dag, Rose!"
})Wacht, wacht..." Ik hield den koetsier
even op Daar stond ik met mijn hand op
het portier. ,,Nog één ding, Philippa,
voordat je heen gaat. Je bent gelukkig,
nietwaar? Je bent heel gelukkig, omdat
hij nu in staat zal wezen met je te trou
wen?"
Zij leunde uit het raampje naar mij toe.
Zij sprak heel luchtig: „Wat praat je nu
Weer voor nonsens?"
„Nonsens? Wel! Maar..."
„Maar het is zooals je weet", zei Phi
lippa duidelijk. ,,Er is niets veranderd
tusschen George en mij. Ik doe het beste
van ons allemaal. De man, waar ik me©
ga trouwen, is de man, die van mij houdt.
Getrouwd of niet, George is dat niet. Dat
sou niet kunnen. Ik ben nu evenmin een
Mars, te Nijmegen gevestigd. De paarden
waren na afloop van de laatste voorstel
ling n$ar him stal in de Boezemstraat ge
bracht, ©n vaai het personeel, dat in een
woonwagen overnacht, was niemand meer
in het hippodroom aanwezig. De brand is
aan de achterzijd© in het hippodroom ont
staan en heeft zich bepaald tot ©en groort
orgel, een gedeelte van de linnen kap en
eenig houtwerk. De eigenaar van het hip
podroom, dat- op beurspolis verzekerd is,
heeft met zijn mannen, zocdra de brand
ontdekt werd, den woonwagen een eind
weggereden, waardoor" deze geen gevaar
liop.
Ook is er brand uitgebroken ten huizo
vnn den heer H. J. Penn, in de Mathenes-
serlaan. De brand ontstond op de slaap
kamer van diens 18-jarige dochter, welke
op de tweede verdieping ach ter is gele
gen, vermoedelijk dacvr het achteloos weg
werpen van een brandende lucifer. De
slaapkamer is nagenoeg uitgebrand.
In het huis is belangrijke waterschade
aangericht.
Yanwege het hoofdbestuur
der Posterijen en Telegrafie wordt gemeld,
dat er over bet algemeen groot© vertra
ging bestaat in het telegrafisch verkeer
met Duitsöhland, Frankrijk ©n België. De
telegrammen voor Frankrijk en, voor een
groot deel, ook die voor België worden,
daar er geen gemeenschap is wat Frank
rijk betreft en onvoldoende gemeenschap
wat België betreft, over Londen verzonden.
Daar door het treinperso-
neel aan reizigers geen plaatsbewijzen
meer afgegeven kunnen worden, strekt dit
tot groot ongerief, vooral voor reizigers,
die verder wensohen te reizen als hun
plaatsbewijs geldig is. Daarom zal dioor de
Nederlandsche Spoorwegen met ingang
van heden, Dinsdag, 4 December, een
nieuw soort plaatsbeweijzen worden afgege
ven, genaamddoorreiskaarten. Een rei
ziger bijv. met een biljet RotterdamLei
den, wil doorreizen, naar Amsterdam. Dan
kan hij of in Rotterdlam of Den Haag
aan de loketten reeds een doorreiskaart
koopen, tegen de gewone reisvraoht Lei
denAmsterdam.
Men meldt ons, dat de door
den heer Toorop ontworpen postzegels,
waarvan de opbrengst boven de frankee-
ringswaard© zal strekken tot steun van
noodlijdende kunstenaars, met Kerstmis
verkrijgbaar worden gesteld.
Opl November 1923 werden 2769
weduwenrenten etn 4S22 weezenrenten
krachtens de Invaliditeitswet genoten, ter
wijl op genoemden datum krachtens arti
kel 373 cider wet 31.309 personen verzeke
ring verkregen Ouderdomsrente van drie
gulden per week,voorts 3938 personen een
invaliditeitsrente, als bedoeld in artikel
71 dier wet. Krachtens de vrijwillige ver
zekering, geregeld! in de Ouderdomswet
1919, waren op vorengenoemden datum
69.726. personen in het genot van oen als
vrucht hunner verzekering verkregen Ouder
domsrente van drie gulden per week.
In de week van 24 November
tot en met 1 dezer is bij het Hoofdbestuur
van „Het Nederlandsch© Roode Kruis"
aan giften ingekomen, met bestemming
voor: Japan f 226; Nederlanders in Duitsch-
land f 969.66 Duitoobland f 17436.67 Geld-
bons f 128-40benevens talrijke fondsen en
coupons voor Oostenrijk en Hongarije.
TeYolendamkomt in ver-
schillende eendenhoudersbedrijven weer een
ernstige sterft© voor, vermoedelijk ten ge
volge van de vogelcholera. Men hoorde van
eendenhouders, die in één week 10 h 15
eenden verloren.
Met de restauratie van do
Ned.-Herv. kerk te Maiden, een. der oud
ste bouwwerken in het Yechtgebicd, kan
voorloopig begonnen worden; de totaio
herstellingskosten beJoopen plm. f 100.000
behalve de gelden uit het plaatselijk her-
stellingsfonds, is ook een provinciale sub
sidie van f 17.500 verzekerd.
Gistermiddagisdr. D-, wonen
do in de Stationstraat, te Tilburg, in zijn
spreekkamer door een patiënt onverhoeds
soort meisje voor George als vroeger.
Minder, lieve Ros©. Minder^.
Ik zette groote oogen op en riep: „Wat?
Meen je, dat je hem niet hebben wilt na
al wat er gebeurd is?"
„Hij zou bet mij nooit vragen", zei Phi
lippa, en zij leunde achterover in het rij
tuig, met dat vreemde lachje over haar.
„Dat zal je zien."
En toen was zij weg.
HOOFDSTUK XXXI.
Hei Noodlot en de Marionetten.
Hij (kapitein Meredith) wachtte al op
mij in het hotel, toen ik terugkwam, of
schoon het nog niet precies tien minuten
voor vieren was. Hij scheeta verlangend
te zijn, alles achter den rug te hebben,
waarover hij nog met mij wenschte te pra
ten. Ik had reeds begrepen wat het zijn
moest. Iets over zijn moeder. Een afspraak
hoe het haar verteld moest worden. Ik
dacht bij mijzelf; „En Belle-mère houdt
niet van Philippa! O, maar ze moet wel
van haar houden en zij zal ook wel."
Ik merkte op, dat al de lachbuien en
opgewondenheid van den zoon over waren.
Hij was ernstig; hij was bezorgd. Hij
kwam dadelijk naar mij toe en vroeg:
,,Hebt u getelefoneerd?"
„Wat zegt u?" zei ik een weinig ver
baasd. Want in de opgewondenheid van
mijn laatste gesprek met Philippa was ik
geheel vergeten hoe ik haar had moeten
roepen.
„O ja", zei ik, „ik heb getelefoneerd."
„Heeft u kapitein Penmore dan gespro
ken?" zei hij met een vreemde, Btrakke
stem.
Ik keek hem verwonderd aan, toen wij
daar stonden in d© bal, die het tooneel ge
weest is van wat mij toescheen een onein
dig aantal ontmoetingen en afscheid-neanen
tusschen ons beiden, gesprekke^ en. afspra
ken van wat wij nu weer zouden doen.
Nu, dacht ik, dit zal nu wel voor 't laatst
zijn.
„Ik heb niet getelefoneerd mefc kapitein
Penmore", zei ik. „Ja, dat had ik moe
ten doenik moest het hem dadelijk laten
weten. Ik heb al zoo lang plan gehad hem
te schrijven... Het was Philippa, die ik heb
opgebeld. Ik wou er u wat van vertel
len..."
„Neen, neen! Vertel mij dat nu maar
niet", zei kapitein Meredith en zijn stem
was plotseling ernstig. „Ik dacht zeker,
dat u dien man had opgebeld, dien vriend
van u, Penmore."
„Neen", zei ik mistroostig. „Het spijt
mij, dat ik heelemaal niet aan hem ge
dacht heb."
„Wat?" zei kapitein Meredith dadelijk.
„Is hij dan niet eem he-el goede vriend
van u?"
„Een goed© vriend! O neen! Ik meeai
ach ja! Hij is een heel goede vriend van
mij. Ik lioud werkelijk he-el veel van he>m,
werkelijk."
Kapitein Meredith vroeg: „Vindt u het
onbescheiden als ik u vraag: wat meent u
met „werkelijk."
Ik lacht© een beetje onzeker. Reggie's
gezicht was erg verouderd) en onduidelijk
geworden bij al de buitengewone dingen,
die den oumiddellijken voorgrond van mijn
geest 'bezig hielden.
Ik zei; „O, ik meen, dat ik hem graag
mag. Hij heeft altijd getracht heel vrien
delijk voor mij te zijn."
Kapitein Meredith keerde zich een wei
nig om en toen hij dit deed*, meende ik een
buitengewone en zeer weinig toepasselijke
opmerking van bem te hooren. Het klonk
als: Arme vent! Dus dat is uit!" Ik be
greep niet goed wat hij meendo.
Toen keek bij mij weer aan en jujst
toen ik zeggen wou:_ „Maar nu Philippa",
viel hij mij in de rede„Nu wou ik zoo
graag iet© met u bespreken. Kunt u nu
dadelijk met mij me© uitgaan?"
„Uit? Waar naar toe?"
„O iets te koopen", antwoordde de jon-
ge man, wiens gezicht bijna onherkenbaar
was opgehelderd. „Ik wou een huwelijks
cadeau koopen voor... u weet wel wie?"
De rij gielijk© witte tanden kwam precies
t© voorschijn in zijn ovaal, bleek gezicht,
in ©en verheugden lach, toen hij zei: „Een
huwelijkscadeau, dat met de nachtschuit
komt, voor Mevrouw Arthur Harrison 1"
„Ozei ik flauw.
„Ik wou haar toonen, dat er geen wrok
ia van mijn kant I" ging hij voort, zijn si
garettenkoker uithalende. Ik had gehoord,
dat hij daar een reserve-voorraad bank
briefjes in bewaarde, en ik geloof, dat hij
met vreugde zijn laatsten cent had uitge
geven om een dankoffer t© brengen. Het
waa duidelijk een. dankoffer, dat hij van
plan was neer te leggen voor de opzichtig©
laarsjes van het Visioen, uit pur© dank
baarheid aan haak, omdat haar pad en
het zijne voortaan verre, verre uit elkaar
liepen
„Wat zal ik voor haar koopen?" vroeg
hij als een schooljongen. „U moet mee
gaan on mij helpen kiezen. Als een soort
liquidatie!"
Wat een geschikte liquidatie. Ik, die
zoo langen tijd baar plaats had bekleed;
ik, „de invallende" kameraad, moest een
herinnering kiezen, om aan to duiden, dat
de plaats niet langer beschikbaar was. Het
zou mij benieuwen Wat hij van plan was
te koopen, dacht ik. Iets groots en schit
terends.
„Ja en dan kan ik u dat andere onder
weg wel vertellen", zei hij vroolijk. „Ga
maar mee!"
Wanneer men een huwelijkscadeau gaat
koopen, dan kiest men gewoonlijk niet
voor centrum van zijn inkcopen een kolos
saal park of plein, hoog© gebouwen, zon
nig© ruimten met fonteinen, die vrij uit
opspringen naar het ruime hemelgewelf,
maar zonder winkels. Zoo iets als de Plac©
de la Concorde.
Want het was naar de Place de la Con
corde, dat kapitein Meredith mij meevoer
de, zooals wij nogmaals uitgingen op dien
frissohen, vroolijken namiddag.
Na zooveel Opgewondenheid was ik zeer
gedeprimeerd, waar geen reden voor tvas.
Ik had eën gevoel, alsof er iets kouds en
drukkeaida van ik weet niet waar op mij
neergedrukt was. Iedereen kent die oogen-
blikken van reactie na uren, wanneer men
veel beleefd heeft
Er waren mij de laatste zes weken dan
ook overstelpend veel dingen overkomen 1
Het was natuurlijk, dat daar ten langen
lesto een eind aan zou komen. Nu. dit was
het einde. Een gelukkiger eindo dan ik had
voorzien, aangezien twee menschen (Georg©
en Philippa) zeer gelukkig zouden worden
In ieder geval, het was het begin van
het eind. Dit was do laatst© keer, dat ik
boodschappen zou doen to Parijs. Dit waa
een afscheid.
„Adieu, charmant pays de France."
(Wordt vervolgd).