Ofïicieeie Kennisgeving.
Ket voornaamste nieuws
van Siecien.
fco. 1SÖÖ0.
VRIJDAG 30 NOVEMBER
V
Anno 1923
LEIDSCH
DAGBLAD
PB IJS DER ADVERTENTIE!?!
80 Cis. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Zaterdags 50 Cts., bij een maximum aantal woorden van 80.
Incasso volgens postrecbt. Voor eventueele opzending van brieven
'10 Cts. porto te betalen, Bewijsnummer 6 Cts.
fi
Bureau Noordelntispiefn Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 175 Redactie 1507.
Postchèquo- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COtJRANTr
Voor Leiden per 8 maanden ƒ2.35, per weekƒ0.18,;
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week 0,18,
Franco per post 2.35 -f- portokosten.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
•Aan den gemeentelijken vischwinkel,
iViackmarkt 18, tel. 1225 is ZATERDAG en
yoorzoover voorradig ook Zaterdagavond
.verkrijgbaar SCHELV iSCH f 0.18 SCHOL
h f 0.22—0.31—0.35, TARBOT f 0.55, TONG
A f 0.90 per pond en ZEEUWSCHÉ MOS
SELEN £0.05 per K.G.
N. C. DE GIJSELA AR, Burgemeester.
Leiden, 30 November 1923.
STADSMUIS.
Verkiezing leden Kamer van Koophandel
jv en Fabrieken.
Bij de gisteren gehouden verkiezing zijn
bij enkele candidaatstelling tot leden der Ka
mer van Koophandel en Fabrieken voor
Rijnland alhier gekozen voor de afdeeling
Grootbedrijf de heeren: J. Heringa, Leiden;
P. Meerburg,"Katwijk-aan-Zeejhr. C. C.
Röell, Leiden; J. F. X. Sanders, Leiden; Th.
C. F. Stijnman, Leiden; P. A. Wernink,
Leiden, en H. van Zonneveld, Sassenheim.
De heer Tieléman had verklaard niet we
der voor een herbenoeming in aanmerking
te komen; in zijn plaats werd jhr. Röell be
noemd.
Voor de afd. Kleinbedrijf de heeren: Joh.
Dekker, Leiden; P. de Jong Czn,. Alkemade;
CL J. van der Kolk, Alphen a. d. Rijn; W.
yan der Laan, VoorhoutD. Raaphorst Czn.,
Alphen a. d. Rijn; H. M. Simonis, Leiden;
;en P. J. van der Zanden, Leiden.
De heeren Van der Boon, Creyghton en
i)e Wilde die ook bedankt hadden, werden
.Vervangen door de heeren Raaphorst, Simo
nis en Van der Zanden.
Boeddhistische Kunstgeschiedenis.
De reeks lezingen over Boeddhistische
kunstgeschiedenis is gisteren besloten met
een lezing van prof. dr. N. J. Krom over
Het Boeddhisme in de Hindoe-Javaansche
kunst.
Langen lijd, aldus spreker, heeft men ge
meend, dat het mogelijk was, van een be
haalde Boeddhistische kunst op Java te
ïpreken, te onderscheiden van de kunst,
waarvan de andere groote eeredienst van het
pude Java, het Ciwaisme, zich bediende. Bij
liader onderzoek is echter gebleken, dat de
Verschilpunten aan verkeerde opvattingen
te wijten waren, en ten rechte voor beide
^erediensten dezelfde kunst, de Hindoe-Ja-
Vaansche kunst, de vormen schiep. Het
.vraagstuk is dus niet: Hoe was de Boed
dhistische kunst van Java?. Doch wel: Hoe
heeft de Hindoe-Javaansche kunst toepas
sing gevonden bij de Boeddhisten?
In die toepassing weerspiegelt zich in den
aard der zaak de geschiedenis yan de Hin
doe-Javaansche kunst in het algemeen,
welke zich in den loop van acht eeuwen
ontwikkelt van een Hindoe-kunst, wortelend
in Voor-Indische tradities, tot een Javaan-
ache kunst met talrijke Indonesische eigen
aardigheden. In de oudere phase treedt het
systematische, de eenheid van artistieke op
vatting, op den voorgrondin de latere wordt
het onderdeel losgemaakt uit het geheel en
op zichzelf gezien. De harmonische samen
werking van architectuur en ornament wordt
gevolgd door het losraken van de versiering
ten opzichte van het monument. In de
sculptuur maakt de eenvoudige opzet der
beeldwerken en de breede compositie der
reliefs plaats voor innerlijk contrasteerende
stukken en episodische samenstelling der
relieftafreelen. Dat alles geldt voor de ge-
heele kunst en is du3 ook op te merken,
waar deze in dienst stond van het Boed
dhisme.
In de godsdienstige opvattingen zeiven is
een parallel verschijnen waar te nemen.
Ook daar valt het groote, als eenheid ge
dachte systeem, uiteen in een menigte af
zonderlijke handelingen. Bij de bijzonderhe
den van de Boeddhistische leer behoeft na
heigeen daarvan in de vorige lezingen is
medegedeeld, niet to worden stilgestaan
"Tien treft op Java uitsluitend het Mah&y&na
aan, met sterk ontwikkelde vereering van
Bodhisattwa's. Het Boeddhisme heeft vooral
in de lioogere kringen zijn aanhangers ge
vonden, terwijl de groote massa zich meer
aangetrokken gevoelde tot den dienst van
Ciwa. De hooge positie der aanhangers van
het Boeddhisme heeft een groot aantal Boed-
histische tempelstichtingen tot stand doen
komen,«grooter dan in overeenstemming met
het percentage Boeddhisten onder de bevol
king.
Als oudste Boeddhistische monument van
den Archipel kan de Sumalraansche stoepa
van Moeara Takocs gelden. In bijzonderhe-
den slaat spr. daarna stil bij Boroboedoer,
Waaruit het Boeddhisme als systeem zoo
duidelijk naar voren treedt, zoowel in den
bouwvorm als in de afgebeelde teksten. De
tempel van Mendoet met zijn prachtige beeld
werken geeft daarbij de noodzakelijke aan
vulling Te zamen vertegenwoordigen zij het
oude Hindoe-Javaansche Boeddhisme, dat in
alle opzichten aansluit bij dat van Voor-
Indië.
Ook uit de latere gejavaniscerde periode
is een heiligdom over den tempel van Djago
bij Malang. In het bouwwerk zelt geraakt het
Boeddhistisch karakter er zelfs in hoofdzaak
niet-Boeddhistisehe teksten aangebracht,
welke dan ook slechts om hun waarde als
versiering, niet om de religieuse strekking
werden genomen. Alleen de losse beelden
zijn zuiver Boeddhistisch. De tempel was
gewijd aan Amoghapaga, oorspronkelijk een
vorm van het Boliissatlwa Awalikitegwara,
doch hier de plaats innemend van een Op
perwezen. Eenzelfde voorstelling (reft men
ook weder op Sumatra aan.
Het Boeddhisme van dezen lijd, aldus be
sloot spreker zijn met groote belangstelling
gevolgde rede, heeft een sterke neiging tot
samensmelting met overeenkomstige Ciwaï-
tische opvattingen, een neiging welke haar
bekroning vindt in de vercering van een
hoogste godheid onder den naam van Ciwa-
boeddha. Ook in de kunst komt dit streven
tot uiting.
Spreker vertoonde hierna eenige Boed
dhistische bronzen.
Verain'n Groningen.
Geheel gevuld waren de bovenzaaltjes der
Harmonie gisteravond bij gelegenheid van
de eerste seizoen-avond van bovengenoemde
vereeniging. De voorzitter, de heer H. A.
Vriend, sprak een welkomstwoord om daar
na, nadat nog „Ons Laid" was gezongen,
het woord te geven aan den lieer K. ter
Laan, Tweede-Kamer-lid en burgemeester
van Zaandam, die een beschouwing hield
over: De riekdom van de Grönninger volis-
taol.
Spr. begon met een brokje geschiedenis,
n.l. hoe komt het, dat het Friesch de laat
ste 4 £l 5 eeuwen geheel uit Groningen, waar
liet Friesch tevoren was de landstaal, geheel
is verdrongen. Hij slipte hierbij aan het ar
tikel vail prof. Huizinga in Driemaandelijk-
sclie Bladen van 1914, dat hij niet geheel
kon onderschrijven. Maar een feit is 't, liet
Friesch is verdwenen in Groningen en ook
vrijwel in de Groningsche taal. Er is zoo
goed als niets van overgebleven nog wel
enkele woorden, maar die zijn geheel naar
beneden gehaald feitelijk alleen maar
een heele reeks voornamen gan mannen als
Tjakke, Remke, Here, Egge, Gerke, Nane, ol
volgens de nieuwe mode Tjapko, Frikko,
Hero, enz. Zoo ook vrouwennamen als Baike
Blefke, Witske, Sapke. Deze namen zullen
wel nooit geheel weggaan, al staat het tegen
woordig fijner een Hollandsche of zelfs een
Fransclie of Engelsche naam te hebben.
Is de Groninger taal dus nog een betrek
kelijk jong dialect waarmee men echter
terecht lean over Oost-Friesland verder Oost
waarts tot Dantzig en Koningsbergen toe
toch is het een rijk dialect. Er is een enorme
schat van woorden en uitdrukkingen zij
heeft een heel eigenaardig, uitgesproken ka
rakter kort van stof, zwaar van inhoud en
vol van humor.
Spr. gaf het eerst van dien humor een
aantal voorbeelden, ontleend aan Groninger
spreekwoorden, die aan het Hollandsch
vreemd zijn. Zoo zijn er honderden bij hon
derden, die zijn opgenomen in zijn nieuw
Groninger Woordenboek, dat binnenkort met
subsidie van de Staten van Groningen zal
worden uitgegeven. Die humor openbaart
zich ook in de Wijze, waarop de eene stand
oordeelt over den anderen. Op tal van be
roepen zijn versjes gemaakt of er zijn daar
omtrent schertsende uitdrukkingen in om
loop. Wat moet een snieder niet liooren en
een koster. Wat de boer en de landbouw in
de provincie beteekenen, blijkt wel uit de
geheele Groninger taal. Er is misschien
geen een enkele taal ter wereld, waarin zoo
veel uitdrukkingen aan het landbouwbedrijf
zijn ontleend. Het Hollandsch is beleend om
den grooten rijkdom aan spreuken eij zegs
wijzen van de zee en de scheepvaart af
komstig; het Grónnens is nog veel rijker
aan spreekwaarden en vergelijkingen, be
trekking hebbende op landbouw en vee
teelt. Spr. gat daarvan tal van voorbeelden.
Hij ontleende: 'k Ken 't haile mensken-
leven wel oetbeelden insprekwoorden oet 't
boerenbedrief.
Eveneens is er een groole rijkdom aan
poesie, waarvan spr. voorbeelden gaf: gele
genheidsversjes. kinderversjes, teerlaidjes,
scliendliedjes, wat niet al.
Spr. eindigde zijn interessante en van
nauw contact met zijn groot gehoor getui
gende rede vol humor met de uitspraak, dat
hij zich niet verbeeld dat het Gi'oningsch
dialect liet rijkste is, maar toch ook weet,
dat liet niet de minste is onder de dialecten.
,De voorzitter was aller lolk, toen hij na
een daverend applaus den heer Ter Laan
een tot weerziens toeriep, den zoo bij uit
stek deskundige, zooals wel zal blijken uit
het spoedig te verschijnen woordenboek,
waarop zich staande de vergadering 25
leden al abonneerden, 't zal in afleveringen
uitkomen.
Het hier alom Bekende muziekgezelschap
Sappho, dat zich ook in het begin van den
avond had doen hooren, gaf nog eenige
prachtige nummers ten beste, eveneens har
telijk toegejuicht en daarmee was het „of-
ficieele" gedeelte afgeloopen. Maar: nait
naor hoes tougaon etc., en zoo bleef men
gezellig nog een heelen lijd bij elkaar onder
gezang, de bainen van de vlour, enkele
voordrachten, moppen, wat niet al. De
„molleboonen" ontbraken niet.
De eerste avond van bet seizoen was wel
geslaagd, ook waar nog eenige nieuwe le
den waren „gevangen",
Zij ten slotte nog vermeld, dat een col
lecte werd gehouden voor het herstel de
fresco's, onlangs in de Marloftkerk te Gro
ningen ontdekt, die f12 opbracht, welk be
drag zal worden overgemaakt,
Alg. Ned. Bouwvakarbeiders-Bond.
In de Concertzaal van het Volksgebouw
hield de afdeeling Leiden van -bovenge-
noemden bond gisteravond een openbare
vergadering, welke vrij goed was bezocht.
Na een openingswoord van den voorzitter
sprak de heer F. Ilariot, lid van het hoofd
bestuur over „De schandelijke patroonsvoor-
stellen inzake contractvernieuwing". Deze
ving aan met te wijzen op de heerschende
reactie, welke allerwegen tracht de sociale
maatregelen af te breken, die in den loop
der tijden zijn tot stand gekomen. De werk
tijd moet verlengd, het loon verlaagd wor
den. Is die bezuiniging echter zoo beslist
noodzakelijk?
Met citaten uit jaarverslagen van diverse
maatschappijen en vennootschappen toont
spreker aan, dat ondanks den slechten eco-
nomischen toestand toch nog winsten van
vele honderdduizenden guldens tegelijk wor
den gemaakt. Zoo'n vaart loopt het dus niet
met den toesland der bedrijven, ook niet in
de bouwwereld, en daarom is het noodig
stelling te nemen tegen de agitatie van den
Aannemersbond, die in 1920 den arbeiders
tegen ban zin, aangezien zij niet accoord
gingen met de loon- en werktijdcijfers, een
landelijk contract opdrong.
Aangevoerd werd toen van arbeiderszijde,
dat dit landelijk contract onmogelijk ineens
behoorlijk zou kunnen werken, gezien de
toestanden bijvoorbeeld in Brabant en Lim
burg, waar veel en veel langer werd ge
werkt tegen veel lagere loonen. 't Was lo
gisch, dat die ommekeer niet in één slag
kon worden bereikt Doch de Aannemers-
bond wist haar zin door te voeren, en wat
is het gevolg? Dat er in genoemde provin
cies niets ,maar dan ook niels van is terecht
gekomen.
Men vraagt zich nu af: wat willen de
palroons? Willen zij-geheel en al de macht
aan zich hebben? De thans gedane voor
stellen wijzen daar inderdaad op. De aan
nemers willen vrij zijn, zich niet gebonden
voelen aan landelijke voorschriften, welke
concurrentie ,enz. tegenwerken. Helaas is
ook onder de arbeiders een geest van laat-
maar waaien ontstaan. Dat dit fnuikend zal
zijn voor hun belangen ligt voor de hand.
De voorstellen der patroons houden nu in
des zomers langer te werken, eigenlijk zoo
lang het licht is. Als dat nu ook in den win
ter gebeurt, aldus redeneeren zij, dan blijft
het over het algemeen dus vrijwel gelijk. De
Zaterdag van 57« uur zal behouden blijven,
verklaart de memorie van toelichting, ten
zij de overheid overwerkvergunning ver
leent. De opzet is duidelijk, en de arbeiders
kunneD daartoe onmogelijk medewerken om
niet in de val te loopen, welke door bedoeld
voorbehoud is opengezet. Hebben ook de pa
troons niet reeds aangedrongen bij de over
heid tot invoering van den 10-urigen ar
beidsdag, of gevraagd anders daartoe over
werkvergunning ie verleenen? En willen zij
tegelijkertijd de loonen niet verlagen, als re
den aanvoerend, dat er daardoor meer werk
zal komen en aldus de werkloosheid zal
minderen? Die laatsle redeneering is on
juist. Internationale malaise is oorzaak ten
deele, dat er weinig wordt gebouwd. Het
loon der arbeiders heeft daarmede niets te
maken. Grondspeculaties, enz., werken mede
dat het bouwen zoo duur is. Daarom ook
kunnen wij, aldus spreker, niet goedkeuren,
dat verschillende feestdagen niet meer wor
den uitbetaald. De patroons willen allerlei
vergoedingen voor militieplicht, enz., welke
in het oude contract zijn voorgeschreven,
doen vervallen en daarvoor twee cent per
uur meer betalen. Daaruit zouden dan de
arbeiders een potje kunnen maken. Een zon
derlinge tactiek. Eerst haalt men de arbei
ders 10 cent af, en geeft er dan twee terug,
zoodat men er nog acht over houdt. Dit is
schandelijk I Haalt men al deze dingen er
uit dan is het contract vrijwel waardeloos.
Derhalve zijn wij niet van plan het te slik
ken, zoolang de patroons niet kunnen be
wijzen, dat bezuiniging noodzakelijk is.
Tot nog toe kregen de arbeiders bij regen
weer enz. als er niet gewerkt kon worden
wel niet het volle loon, doch tenminste nog
70 pCt. daarvan gedurende 15 dagen over
een tijdperk van drie maanden. Ook dat
moet nu vervallen. Meenen de patroons nu
inderdaad den toesland hunner bedrijven
daardoor te kunnen verbeteren?
Een fel protest is op zijn plaats tegen der
gelijke schandelijke voorstellen. Voorstellen,
die des te meer vallen af te keuren, omdat
geen enkele patroon het aandurft uit zijn
boeken de noodzakelijkheid er van aan te
toonen.
Moet er bezuinigd worden, dan zijn er
heusch wel andere punten waarop zulks
kan geschieden. Wat willen wij?
Wij willen behouden wat wij hebben, óm
dat wij overtuigd zijn van ons recht en den
noodzaak der huidige loonen in dezen duren
tijd, waarin de waarde van het geld slechts
betrekkelijk is. Als wij deze bepalingen
slikken, dan valt te voorspellen, dat de pa
lroons het volgend jaar weer wat nieuws
gaan probeeren ten koste der arbeiders. Mo
menteel reeds wil men voor Leiden bijvoor
beeld de loonen der opperlieden, welke het
hoogste zijn, doen dalen van f 36 tot f 31
?.n de rest naar verhouding. De voorstelling
van zaken door de patroons is er op bere
kend het contract geheel op losse schroeven
te zetten, wat spreker met voorbeelden aan
toont.
Zijn de loonen nu werkelijk ie hoog? Deze
vraag mag worden gesteld. Waar is, dat de
loonen wel eens in sommige gevallen zoo
hoog zijn geweest ,dat zij niet meer reëel
waren, doch vele patroons hebben daartoe
medegewerkt! En bovendien was er geen
sprake van een „te" hoog loon. Er zijn naar
verhouding wel heel wat grootere oorlogs
winsten gemaakt!
Men vergete ook niet, dat een bouwvak
arbeider, die 45 weken per jaar kan wer
ken, in een zeer gunstige positie verkeert.
In totaal daalt daardoor dus het loon. En
bovendien: in den loop der laatsle jaren zijn
de loonen enorm gedaald, te Amsterdam bij
voorbeeld met f 20 en meer per week, maar
is de redeneering der patroons nu opgegaan?
Zijn de huizen nu goedkooper dan toen?
Geen kwestie vanl Derhalve is die bewe
ring geheel gelogenstraft. Van welken -kant
men het ook bekijkt, steeds komt men tot
de conclusie, dat loonsverlaging in geen en
kel opzicht, noodig en gerechtvaardigd is.
Spreker deelt nog mede, dat voorstellen
zijn gedaan aan de patroons om gekend te
worden bij de richtige naleving van het con
tract, terwijl aangedrongen is op het verlee
nen van vacantie en wekt tenslotte de bouw
vakarbeiders op zich stork te maken in de
organisatie omdat alleen op die manier ver
kregen kan worden waar men recht op heeft.
Bet winterweer en de Vogels.
Nu de natuur het winlerkleed heeft aan
getrokken en velden en slruiken met een
dikke sneeuwlaag zijn bedekt, zoodat het
laatste zaadje voor onze gevederde zangers
onbereikbaar is, is voor ons de tijd gekomen
de blijde vogelschaar tegen hongerdood te
behoeden.
Ieder, die iets voelt Voor onze dappere
diertjes, welke de strenge koude van onze
lage landen trotseeren, kan nu wat doen om
hun lot te verzachten.
Zet een bakje drinkwater builen.
Strooit wat kruimpjes.
Hangt in do boomen nootjes en stukjes
spek.
Wij kunnen nog meedeelen, dat het Secre
tariaat van Dierenbescherming „Ouderzorg"
Leiderdorp, tel. 1135, vetballen in voorraad
heeft genomen, die bestaan uit een samen
stelling van vogelzaden en zuiver rundvet,
welke vetbollen aldaar kunnen worden be
trokken.
Gisteravond hield prof. J. P. Verhaar,
van Warmond, in het Universiteitsgebouw
te Leiden (Kloksteeg 23) zijn vierde voor
dracht over: „Onfeibaarheid en Dogma".
In een inleidend deed werd eerst een
kort resumé geger'en van de vorige lezingen
en sterk naar voren geschoven de noodza
kelijke eindcondusie: wat God zelf ons,
vooral door zijn Goddelijken Zoon Jezus
Christus, geopenbaard heeft, moet de waar
heid zijn, en derhalve door iedereen onvoor
waardelijk worden aanvaard, ook al kun
nen wij niet altijd Gods openbaringen met
ons eindig menschenverstand begrijpen;
vooral in dit laatste geval wordt van den
mensoh waarachtige nederigheid gevraagd.
Welnu, onder Gods openbaringen be
hoort, volgens de Katholieken, ook, dat
Christus aan zijn kerk een onfeilbaar leer
gezag heeft gegeven. Ergo zijn wij verplicht
dit onfeilbaar leergezag te erkennen en er
óns aan te onderwerpen.
Logisch sluit zich dus hierbij de vraag
aan: Heeft Christus inderdaad een onfeil
baar leergezag aan zijn kerk -gegeven Al
lereerst werd in het kort uiteengezet, waar
in de gezagsleer der R.-K. kerk bestaai.
Spreker bepaalde zich tot deze stelling, dat
de Paus van Rome drager is van het onfeil
baar opperleergezag in Christus' Kerk. Ver
volgens werd aangegeven op welke bewijzen
de R.-K. Kerk zich voor de waarheid dezer
stelling beroept
a. Het onfeilbaar opperleergezag is door
Christus zelf gewild en ingesteld. Ten eerste
werd in het algemeen aangetoond, dat Ohis-
tus in zijn kerk een gezag heeft ingesteld,
hetwelk onfeilbaar is in de geloofs en zeden
leer. Ten tweede in het hijzonder, dat Chris
tus aan den apo9tel Petrus het onfeilbaar
leergezag heeft willen geven.- Ten derde
werd betoogd, dat uit het voorafgaande
blijkt, dat hot de wil van Christus is ge
weest dat dit onfeilbaar opper-leengezag zou
blijven voortbestaan, in zijn kerk, en ver
volgens dat dit alleen gevonden wordt in
den Paus van Rome.
'b. Deze opvatting wordt bekrachtigd door
de geheele geschiedenis van het Christen
dom en door de oudste getuigenissen van af
de allereerste eeuwen.
c. Ten slotte blijkt een dergelijke instel
ling géheel in overeenstemming met de
rede. Geen organisatie kan haar eenheid
bewaren zonder gezag. De ervaring leert
dit eveneens, daar alle organisaties zonder
gezag in verdeeldheid ten onder gaan. Van
daar, dat iedere (ook kerkelijke) organisatie,
dio op haar eenheid prijs stelt, ook op een
of andere wijze practisch weer tracht bin
nen -te halen. Vandaar dat In verschillende
niet-Katholieke Kerkgenootschappen stem
men op gaan voor herstel yan een beslis
send centraal leergezag.
Ten laatste werd nog uiteengezet, wan
neer en waarin de Paus volgens de Katho
lieke leer onfeilbaar is. Drie voorwaarden
moeten vervuld zijn: hii moet optreden als
BINNENLAND.
Verkiezing leden Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor Rijnland te Leiden.
Een verklaring van landbouwers en In*
dnstrieelen inzake den spoorweg Alphen—
GoudaW addinxveen,
Voorloopig verslag van de Tweede Kamer
op de begrootmg van Ned.-Indië voor 1924,
Vliegtuig op de Friesche kust gedaald.
Het totaal der verduisteringen door den
hoofdcommissaris Van Rossen te Batavia be*
draagt honderd tien dnizend gulden,
BUITENLAND, i 1
Dd leider van het Centrum Mars I* lln tl
Dnitschland belast met de vorming van een
kabinet
De Dnitscbe minister van iinanciën
Lnther maakt bezwaar aan te blijven onder
de hnidige omstandigheden.
Een plan voor de linancieele reconstruct:',
van Hongarije.
De toenadering tnsschen Spanje en ItaliS
veroorzaakt onrust in Frankrijk.
Opperhoofd der geheele Kerk; hij moet da
hoogste volheid van zijn opperleergezag
willen gebruiken; hij moet een uitspraak
doen in de geloofs of zedenleer. Dit werd
breedvoerig geëxpliceerd.
In het derde deel werd gesproken' over
het Katholieke dogma in verband met da
onfeilbaarheid.
Allereerst werd uiteengezet, dat men in
het algemeen onder dogma's verstaat; vast
staande waarheden. En in dien zin heeft
iedere wetenschap en iedere godsdienst of
godsdienstige strooming eigen dogma's.
Ook de R.-K. Kerk heeft haar dogma's of
vaststaande waarheden, maar dio waar
heden slaan vast, omdat God Zelf ze ge*
openbaard heeft. Wanneer nu het onfeil
baar leergezag dt-r Kerk verklaart, dat een
of andere waarheid inderdaad door God ge
openbaard is, dan noemen de Katholieken
een dergelijke door God geopenbaarde waar
heid een dogma.
Daaruit volgt, dat iedere objectieve dog
ma-ontwikkeling is uitgesloten, maar tevens
dat de dogma's der R.-K. Kerk (wijl ze door
God geopenbaarde waarheden zijn) ook on
veranderlijk zijn.
In het vierde deel werden nog enkele op
werpingen behandeld. In verband hiermede,
zal de volgende voordracht gehouden wor
den over: „Geloof en Wetenschap".
In een der zalen van het Nulsgebouw
had wederom een bijeenkomst plaats van
de Jeugdgroep van de Afdeeling Leiden en
Omslreken der Nederlandsche Vereeniging
tot Bescherming van Dieren. De opkomst
was zeer bevredigend te noemen, waarover
de leider dan ook bij de opening zijn genoe
gen uitsprak. Nadat eenige huishoudelijks
besprekingen waren gehouden, werd door
den leider der Groep het woord gegeven aan
den dierenarts dr. Holsheimer, die dezen
avond zich welwillend bad beschikbaar ge
steld een lezing te houden over hondenras
sen.
Een verrassing voor de jongelui was, dat
deze leerrijke lezing werd opgeluisterd door
fraaie lichtbeelden der verschillende hon
dentypen, waardoor het geheel gemakkelij
ker door de jeugd kon worden gevolgd. Door
den spreker werd op duidelijke wijze het zoo
omvangrijke onderwerp behandeld en werd
deze voordracht dan ook met voldoende aan
dacht gevolgd.
Nadat tegen halfelf door den leider uit
naam der Jeugdgroep een hartelijk woord
van dank was gebracht aan dr. Holsheimer
voor het gesprokene en in verband met den
onverwachten sneeuwval nog eens extra op
het hart werd gedrukt de vogels vooral niet
te vergelen, werd deze buitengewoon leer
rijke bijeenkomst gesloten.
Sinds eenige weken vertoeft, zooals wij
reeds eerder meedeelden, alhier prof. dr,
Lars Vegard, hoogleeraar aan de Ilooge-
school te Chrisliania. Het doel van dit be
zoek is, om, in samenwerking met prof. Ka-
merlingh Onnes en prof. Kecsom, in het
cyogeen-laboratorium optische proeven bij
lage temperaturen te nemen, in verband met
prof. Vegards onderzoekingen aangaande liet
Noorderlicht.
De 2e luit. J. Danrëls van het reg. kusf-
art., wordt overgeplaatst naar het 6de reg,
veld-art. alhier,
Bij de laalst gehouden examens slaag
de voor het diploma van de Vereeniging van
Directeuren van Ponlscliolen in Stenografie"
voor de Ned. taal flSO lettergrepen per mi
nuut) de heer C. .Wassenaar, alhier. „Ji