CORRESPONDENTIE. Inkoopen gedaan. Ingezonden door Jansje Jasperse. „Je ben een weetniet, Klaas", zei meester Klap, „jc leert niet." „Wel, dat ie .juist goed, zei Klaas, „want wat niet weet, wat niet deert." Ingezonden door Anton v. Brussel Het lièlrt „Zoo Wim", zei tante, „ik hoor, je gaat al naar school, "hè Wat doe je daar het liefst Wim „Naar huis gaan. Tante". „Hoe heet je nieuwe broertje, Lize Lize „Dal weet ik niet, juffrouw, want je kunt er nog niets van verstaan, van wat hij zegt". Ingezonden door Siebe de Roos. Jan „Moeder, mag ik naar de zonsver duistering gaan kijken op 't Koningsplein Moeder „Ja, jongen, maar pas op, kom er niet te dicht bij". Ingezonden door Gerrit van der Post. Een kastelein kwam een student tegen, die nog schuld bij hem had. Hij zei niet erg vriendelijk tegen den student „Mijnheer er staan nog 6 flesschen van je". De student antwoordde: „Laat ze dan maar thuisbrengen". Een boer (aan het plaatskaartenbureau van een schouwburg) „Mijnheer, ik wil mijn geld terug hebben, want-op het pro gramma staat, dat er twee maanden verloo- pen tusschen het tweede en derde bedrijf, en ik heb heusch geen tijd om over twee maanden terug te komen alleen voor dat derde bedrijf. Daar ik deze week niets bijzonders heb te bespreken met mijne geheele raadseljeugd allen te zamen, en er wel weer velen zijn, die graag een enkel woordje apart hebben, zal ik daar nu maar dadelijk mede beginnen Rika van Veen (Koudekerk) jou brief kwam het allereerste, namelijk Maandag avond al. dus dan aan jou ook maar eens het eerste antwoord. Heb je Vaders verjaardag prettig gevierd Ik verklap nooit geheimp jes als mij dan ook maar gezegd wordt in den brief, dat ik er niet op mag antwoorden vóór een zekeren datum bijvoorbeeld. Klazina Parlevliet, je brief over de post kwam „prachtig op tijd, Woensdagmorgen het is al bijzonder slecht weer geweest de laatste dagen, niet geschikt voor je om den brief zelf weg te brengen, dat is te begrij pen, noch op de fiets, noch te voet. Marie Zaalberg, jou brief ook Woensdags morgens je nieuwe raadsels liggen bij den voorraad in mijn bureau, die voorraad is nog lang niet uitgeput. Ik wil heel graag nog ©aas verhalen hooren over Hokkie met de apenootjes. Jo van Leeuwen, ja Neeltje en jij hebben met de kleineren meegeloot. Wat een aardig idee van die topverlantaarn, waarvoor alle schoolkinderen te zamen opsparen ik hoop dat jullie deze week ook mooie lichtbeelden Jiebt gezien. Neeltje van Leeuwen, neen gelukkig is er aog geen ijs gekomen, zooals jij de vorige week al hoopte. Maar-de winter begint pas, wie weet hoeveel heerlijke uurtjes je nog ©p schaatsen zult doorbrengen. Corry en Wim den Dopper, ik meende heusch, dat het Wim wa=, het kiekje in dat aardige costuum. Zoo is Sint-Nicolaas al bij jullie geweest Dat is al vroeg hoor l En Wim dezen Vrijdag jarig, wel gefeliciteerd hoor. Ik woon Frederik Hendriklaan, niet Prins Hendriklaan, zooals- op je couvert •tond. Jo Taffijn, je hebt groot gelijk, het is aller akeligst weer met telkens hagel, sneeuw of legen. Wietske Nolet, Wouter van der Berg en lohaona y. d. Gevel, willen jullie er all§ door C. H. Mijnheer, ik kom wat bij u koopen, Maar iets bijzonders moet het 'zijn. Met deze woorden komt Lies binnen In -broertje Antons magazijn. Lies ziet er net uit als een dame, Een groote doek dient haar tot hoed, Een mooie veer, er op gestoken, Staat daarbij elegant en goed* Het tafelkleed, dat moet haar sleep zijn, En met een mandje aan den arm Is zij nu deftig naar de stad toe, Wèt fijn gekleed en lekker warm. Baas Anton uit den grooten winkel Laat haar het allernieuwste zien; Wacht, plots'ling heeft hij iets bijzonders: Een tijger soms 1 Bedoelt u dien 1 Het dier kijkt naar de groote dame, Die vindt hem mooi: een tijgervel! Ja, Lies moet eerlijk zelf bekennen, Dat dier bevalt haar wonderwel. De koop is dan ook gauw gesloten: Lies zegt: De reek'ning stuurt u web Parmantig staptz ij nu naar huis toe. Met ;t ingepakte, mooie veL Vlug loopt zij naar 'de kinderkamer; Marie het meisje past' op Roos, Terwijl haar moedertje naar stad was, Vertelde uit de Oude Doos. Roos ligt al in haar wieg te peinzen, Wat Moeder wel heeft meegebracht, Want altijd, als haar Moes naar stad gaat, Heeft z' aan haar poppekind gedacht. Een tijgervel! Dat vindt zij griezTig, Maar Poppe-Roos is niet gauw bang. Als Moeder 't meebrengt zal 't wel goed zijn, Dat weet zij immers al zoo langl En weldra ligt Pop Roos te slapen Op 't mooie, lekker-zachte vel Lies gaat zich nu ook gauw verkleeden En uit is voor vandaag het spel drie aan denken om mijn naam of „Raad sels" op het coucert te zetten. Marietje de Haas, dus voortaan geen drie tal meer en jullie alle drie apart, mij best hoor. Mijntje heb jij een eigen hond Houdt je zooveel van dieren Dat vind ik aardig ik hoor het zoo graag, dat kinderen goed zijn voor dieren. Groeten aan Lena. Lottie den Blaauwen en Sisca Giesen, dat is goed, gaat voortaan maar samen de raad sels zoeken en een briefje aan mij schrijven, dat is gezellig zoo twee vriendinnetjes met elkaar. Lottie hoe is het met je kleine broer tje, dat ik toen ook eens heb gezien Wim van der Horst, vele jaren geleden ben ik dikwijls op het Kerstfeest in de Ge hoorzaal geweest, niet als leerling dor Zon dagsschool, maar om een dame tc helpen, die een klasse had, en is dat nief toevallig, die dame heet net zoo ils jou moeder van zich zelf heet. dus die naam is mij heel goed bekend. Op dat Kerstfeest kan je möid'er rtïij dus .best hebben gezien. Jan en Bram Hemerik, je zag zekef al, dat ik vermeldde dat ik deze week twee brieven van jullie ontving, dus opk~di© der vorige week jammer, dat jullie "de 'prijs- raadseloplossingen te laat hebben bezorgd. Catrien Zandbergen, dat is juist Jieel aar dig. een tórejjBjye.tusschen ons beiden, dat gebeurt wel meer, dat ik geheimen heb met mijn raadsel jeugd; ik kan o zoo best zwij gen, als ik het maar weet, dat ik er niet over spreken mag. Na 5 December moet j® er mij maar over schrijven, hoor. Betsie Hooftman, wat heb jij mooi© ca- deaux gehad op je verjaardag. En ook veel plezier gehad dien dag? Vriendinnetjes bij je geweest om te spelen? Louis Hartkamp je hebt, merk ik uit j© brief, allerlei pretjes deze weak gehad en naar ik hoop Vaders verjaardag vroolijk ge vierd. Je viervoetige speelkameraad is toch, hoop ik, weer heelemaal beter. Anton van Brussel, het spijt mij, dat je het niet met mij eens bent, maar ik blijf er toch bij. ik vind het mooi. Ina en Tonnie Houpt, wat heeft kleine broer al gauw lezen geleerd. Heerlijk hè al9 5 December zoo nadert. Hebben jullie een groote verlanglijst opgeschreven Clazina van Venetie, zeker vind ik dat een aardig idee dat de kindercourant heele maal naar Budapest wordt gezonden, zoodat Margit Pittner kan lezen wat ik haar als af scheidsgroet had geschreven. Alida Verbiest, ik hoop. dat je veel plezier zult hebben van je voordracht, en je moet je zeker ook verkleeden daarvoor, vertel mij eens wat je zult aantrekken*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 19