No. 19544. VRIJDAG 23 NOVEMBER Anno 1923 Officieels Kennisnevmg. Bioleeringsplan Mare Levendaal. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER AD VERTE NTIEN 80 ets. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine AdvertentiEn, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cis. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts. Bureau Noordeindspleln Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175 Redactie 1507. Postchêque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT! Voor Leiden per 8 maanden 2.35, per week 0.18, Buiten Leiden, waar agenten gevestigd rijn, per week„0.18, Franco per post 2.36 portokosten. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. Aan den gemeentelijken vischwinkel, Vischmarkt -28, tel. 1225 is ZATERDAG en .voorzoover voorradig ook Zaterdagavond verkrijgbaar SCHAR k f 0.17, TARBOT a i 0.60 per pond en INMAAK- en VOLLE HARING a 0.04>/3 per stuk. N. O. DE GLJSELAAIt, Burgemeester. Leiden, 23 November 1923. fr Ten aanzien van bovenstaande alle drie ieder voor zich vormend een belang rijke materie schijnen we thans in een beslissend stadium te zijn gekomen en het is daarom dat ook wij daarover hier nog het een en ander willen opmerken. Het rioleeringsplan, om te beginnen, lijkt ons na het uitvoerige en gedocumenteerde rapport van den heer Van den Steen van Ommeren, door ons vrij uitvoerig vermeld, zeer goed toe voor wat betreft het begin van uitvoering daarvan, gelijk B. en W. nu voorstellen. Het plan Van Ommeren heeft .trouwens dit aantrekkelijke, dat het zoo is samengesteld, dat altijd te beoordeelen blijft, wat men later niet wil uitvoeren en wat wel, daar naar behoefte kan worden ge werkt. Na hetgeen de heer Krantz daarover schreef in ons blad van Dinsdag 30 Oct. j.l. kunnen we hierover kort zijn, daar we ons daarmee geheel kunnen vereenigen. Tegen aanvaarden van het gansche plan in prin cipe zien wij evenwel geen bezwaar, waar immers bij iedere begrooting het bedrag zal worden vastgelegd, telken jare voor het plan te besteden cn dus van zelf en al of niet noodzakelijkheid van doorgaan met de .uitvoering ter sprake komt. Volgt de Mare-demping en de Levendaal- kwestie. Het is bekend, hoe wij ten aan zien ean deze beide punten staan. Leven daal-demping verre de voorkeur gevend bo ven demping van de Mare. Er is nu echter een nieuw gezichtspunt in het geding ge bracht en wel juist: het rioleeringsplan. Het heet mogelijk, de stinksloot, die het Levendaal thans is, te reinigen en zelfs af doende. Waarover jaren zullen verloopen, want het opnemen van het complex Leven- daal-Steenschuur-Rapenburg in het riolee ringsplan is pas van later orde. Gezien, wat B. en W. daarvan zeggen in de Stukken (No. 315) is er zelfs alle kans, dat het heel wat jaartjes zal duren, tevens gelet op de gemeente-financiën en wat daaraan vastzit. Was nu echter de toestand aan het Leven- daal zelf de eerste factor voor het dempen van deze stinkgracht, dan zouden we wel licht zonder meer kunnen raden: hebben we maar geduld, er is beterschap in 't ver schiet, zij het in nog vrij ver verwijderd verschiet. De eerste factor is en blijft voor ons evenwel: het verkeer over de Hooge- woerd dient afdoende te worden afgeleid En het treft ons nu wel bijzonder hoe B. en W. deze materie opnieuw afdoen in één volzin, zij het dan daarin tevens er kennend, dat daarom demping op den duur onvermijdelijk zal zijn. O. i. is thans dem ping met het oog op dit verkeer reeds direct geboden en het is slechts noode, dat wij ons pleidooi voor directe demping op dit mo ment meenen te moeten opschorten. Alles, wat B. en W. aanvoeren, overtuigt ons aller minst, behalve slechts dit eeno, dat het voor Steenschuur en Rapenburg verderfelijk zou zijn het Levendaal te dempen, voor en aleer deze in het Rioleeringsplan opgenomen zijn. Alle deskundigen zijn het daarover wel eens, dat voor Steenschuur en Rapenburg de situatie heel wat slechter zou worden, zoo het Levendaal te voren werd gedempt en wij zijn ook geen voorstanders van een demping van het Rapenburg binnen korten termijn, wat daarvan wel eens het gevolg zou kunnen zijn. Kosten noch de dooddoener van lang durige voorbereiding zouden ons weerhou den. Doch in de gegeven omstandigheden treden we terug om gegeven reden, daarbij echter met den allergrootsten aandrang aan bevelend het inschakelen van het complex Levendaal-Steenschuur-Rapenburg in het rioleeringsplan zooveel mogelijk te bespoe digen, want deze verkeersregeling is urgent, zeer urgent. Aan de Hoogewoerd is het on houdbaar en wordt het steeds meer onhoud baar, gezien hoe het moderne verkeer zich uitzet. Behoud van het stadsschoon wordt zelfs tc-n aanzien van het Levendaal naar voren gebracht. Het schoon van het Levendaal is ons nimmer opgevallen misschien dat de slank etc. daartegen afdoende waren 1 maar ook al was het er, dan is dit voor ons geen doorslag-gevend argument. Behoud van stadsschoon is ongetwijfeld iels, dat recht heeft op alle aandacht, maar wanneer groote verkeerseischen het offer vragen van ver wijdering, dan moet daarvoor o.i. gebogen worden, al mag men het betreuren. De tijden veranderen en wij met hen geldt evenzeer .voor al het andere om ons heen. Wanneer B. en W. dan ook voor wat de Mare betreft geen aanleiding zien om zich te sloren aan de adressen, vele in getal en soms niet van overdrijving vrij te pleiten. 1 waarin uit sclioonheidsmolieven demping van deze gracht wordt ontraden, zouden wij hen daarover niet lastig vallen mits B. en W. voldoende hadden kunnen aantoonen, dat de demping noodig was. Maar daarin hebben zij o.i. gefaald en de adressen heb ben dientengevolge groote beteekenis. Buiten noodzaak dient men het stadsschoon en de Mare valt daaronder, zooals ook B. en W. erkennen te ontzien. B. en W. hebben wel hun best gedaan om de demping ingang te doen vinden. Tot zelfs kleine dingen toe zijn niet over het hoofd gezien, wanneer het maar voor kon pleiten. Noemen we als voorbeeld daarvan, dat de raming ad f 100.000 .terug kon worden ge bracht op f 96.000 1 Als hoofdmotief voor de demping beroepen B. en W. zich echter ten aanzien van de Mare op hun beurt op het verkeer. Dat het verkeer daar echter van een dergelijken aard is de Mare i9 immen geen transito-weg of iets dergelijks mee nen wij te mogen ontkennen. Veel gerij is er niet. En bovendien de Nieuwe Mare moet blijven evenals Stille Rijn, etc., zoodat we j zouden krijgen een wijde straat, begrensd aan de uiteinden door smalle, bijkans even 6malle straten als de ongedempte Mare is. Het nut van dempen vermogen wij daarom nog altijd niet te zien. Een klein plantsoentje aanplakborden en zuilen etc., wettigen de - ping ook geenszins. Voor het waterverkeer is demping boven= dien lastig, om niet te zeggen schadelijk en zonder invloed op den toestand der binnen grachten is de demping evenmin, zooals de heer Krantz in zijn artikel van 30 Oct. heeft uiteengezet. Demping zal een verkeerden in vloed oefenen. Wat B. en W. zeggen over de mogelijk heid van dubbel spoor in plaats van enkel voor de nieuwe tramlijn der Haagsche Tram weg-Mij. is voor ons eveneens eerder een re den tot tegen dan voor. Het liefst zagen wij, door de Haarlemmerstraat heelemaal geen tram, want komt daar een tram, dan wordt de Haarlemmerstraat tot een tweede Hooge woerd, vreezen we. Gezien hoe het autobus- verkeer door de stad toeneemt, achten we de tram daar ook volstrekt niet noodzakelijk. En louter en alleen voor werkverschaffing de Mare te dempen heeft toch zeker ook geen aanlokkelijks. Werkverschaffing wc zul len do laatslen zijn om deze niet toe te juichen is geen panacé voor alles. En voor werkverschaffing is heel wat beter en nuttiger werk te vinden, bovendien. Hoe we de zaak derhalve wenden of kee- ren, we zien geen argumenten voor dem pen. Alleen bij niet dempen zal men zit ten voor de kosten van verbetering' der St.- Nicolaas-brug, maar dat een nieuwe brug f -£0.000 zou kosten, zijn we zoo vrij te be twijfelen, gelet op de breedte, enz. Toekom stige uilgaven voor de Touwersbrug hebben ook slechts weinig meer waarde dan om dienst te doen voor pressie om finantieel demping aanlokkelijk te maken iets wat onnoodig is naar het ons voorkomt, want de som, die benoodigd is, is van dergelijken aard dat ieder die er gaarne voor over zou heb ben wanneer ieder maar overtuigd was van het nut en de noodzakelijkheid Het rioleeringsvraagstuk en de demping van de Mare. Zooals wij reeds eer mededeelden, vond de afd. Leiden van den V. D. B. den heer B. F. Krantz, fabrikant alhier, wiens studiën en publicaties over de watervervcrsching in de Leidsche grachten in en buiten Leiden de aandacht trokken, bereid om in een open bare vergadering zijn denkbeelden uiteen te zetten over het door B. en W. aanhangig gemaakte rioleeringsplan met het voorstel tot demping van de Mare. Deze vergadering had gisteravond plaats in de groote zaal van de sociëteit „Ami- citia", Breestraat. De zaal was geheel bezet. Onder de aan wezigen waren een aantal leden van den Gemeenteraad eenige hoofden van gemeen tedienst, ambtenaren van het Bureau van Gemeentewerken en van het Hoogheemraad schap van Rijnland en vele andere belang stel lenden. De presidente, mevrouw Van Itallie Van Embden, opende de bijeenkomst met de opmerking, dat het heden te bespreken on derwerp niet het minst in verband staat met de vrijzinnig-democratie, doch alleen het al gemeen belang der gemeente raakt. De af- deeling had den heer Krantz bereid bevon den, dezen avond zijn licht over de voorstel len aan B. en W. te doen schijnen, en daar op mag men prijs stellen. Het is niet de be doeling oppositie te voeren tegen de plannen van B. en W. en zich partij te stellen, maar om het aanhangig vraagstuk, dat buitenge woon belangrijk is, ook uit financieel oog punt om van alle kanten te worden bezien. Daarom zal er ruime gelegenheid zijn tot ge- dachtenwisseling, waartoe de heer Krantz zich gaarne bereid heeft verklaard. In de zaal hingen een groote wandkaart van Nederland en een groote kaart'van de gemeente Leiden, terwijl aan elk der aanwe zigen een statistische opgave aan de waler- loozing en de waterinlating van Rijnland over een reeks jaren werd verstrekt, waar mede ook volgens den heer Krantz 't vraag stuk der Leidsche grachten innig yerband houdt. i Aan de hand vgn deze gegevens en van het rapport van: den ingenieur Van den Steen van Ommeren heeft de heer Krantz de aanwezigen ruim twee uren bezig^ ge houden en van het begin tot het einde ge boeid, dank zij zijn groote waterstaatkun dige kennis van Rijnland en met name van de gemeente Leiden en de prettige wijze, waarop hij aan zijn denkbeelden uiting geeft. De heer Krantz ving aan met mede te deelen, hoe hij er toe was gekomen, om een bijzondere studie te maken van het aan hangige vraagstuk. Als wolfabrikant heeft hij veel te doen met de samenstelling van 't grachtwater te maken. Vooral was dit vroe ger het geval toen de fabrikant nog niet door tanks en watertorens zich min of meer onafhankelijkheid hadden gemaakt, van de samenstelling van het grachtwater. Sinds veertig jaar maakte zijn vader reeds studie van het watervraagstuk en hi] heeft daarin aanleiding gevonden deze studie voort te zetten. Uitvoerig en aan de hand van de kaart van Nederland ging spr. vervolgens den wa terloop van een deel van ons land na en schetste de groote beteekenis van Rijnland als het grootste waterschap in ons land. Voor zoover zijn denkbeelden afweken van de gangbare omtrent het boezemwater den weg dien het water volgt en de beteekenis van natuurlijke en kunstmatig loozing, enz., werd dit met een macht van bewijzen, be rustende op éigen onderzoekingen, ge staafd. Komende tot de Leidsche grachten, toon de hij met voorbeelden aan, dat brak water een zeer ongunstigen invloed op de Leid sche grachten uitoefent Dè belangwekkende studiën van mevrouw Wibaut, te Amster dam, bevestigen deze theorie, welke onze lezers reeds kennen daar al eerder door den heer Krantz hierover in ons blad is geschre ven. Wanneer in samenwerking met Rijnland maar altijd goed water, zooals die uit de Lek en de IJssel bij Gouda binnenkomt, in genoegzamen voonaad kon binnen laten, 1 dan waren wij groolendeels van den stank der grachten af. Nu is Rijnland Leiden niet onwelwillend, doch het heeft in de eerste plaats de belangen van zijn ingelanden te bevorderen. De verschillende factoren, die de meer of mindere zuiverheid van de Stadswateren beheerschen, werden door spr. uitvoerig na gegaan: inlating, loozing, opwaaiing, enz. Over de vervuiling sprekend, was hij het met den heer Van Ommeren eens, dat het vooral het manege-water is, dat tot den on- aangenamen reuk der grachten bij draagt; niet in de eerste plaats verontreinigen de faecaliën het water. Ook de fabrieken wor den door het publiek met een te zwarte kool geteekend. Overigens he.eft de typisch Leidsche ge woonte, om hetgeen men kwijt wil wezen, in de openbare wateren te deponeeren, ook veel tot de vervuiling bijgedragen. Komende tot het rioleeringsplan van den heer Van den Steen van Ommeren, prees hij dit zeer. Leiden is met dezen op water staat kundig gebied bekwamen ingenieur gelukkig geweest. Hij gaat grotendeels met de opvattingen van den heer Van Ommeren mee. Ook hij acht het beslist noodig, dat de rioleering van het noordelijk gedeelte der stad, met het Ziekenhuiscomplex inbegrepen, onder han den wordt genomen. Wanneer dit niet ge schiedt, zal het daar hopeloos vast loopen. Dit deel van het plan moet de Raad aan nemen. Echter zou hij den Gemeenteraad van latere jaren niet willen binden met ook i het plan voor de oude stad in principe reeds vast te leggen. Eindelijk wraakte hij het in B. en W., dat zij liet plan tot demping van de Mare aan dit plan hebben vastgekoppeld. Dit heeft er niets mee te maken. Alleen zal door deze demping de toestand in de oude stad nog ver ergeren, daar de Mare altijd nog iets mede werkt tot afstrooming in de richting van de Haarlemmervaart. Uit het oogpunt van werkverschaffing be hoeft men de demping niet te ondernemen. Het is in hoofdzaak grondwerk en daaraan kan men toch niet ieder werklooze zetten. Het plan-Van Ommeren laat de Mare dan ook geheel buiten beschouwing. Wat de beteekenis van de Mare als ver keersweg aangaat, men had dan zeker veel eer het oog moeten richten naar het Leven daal, hoewel ook aan de demping of over- wulving daarvan groote bezwaren kleven. Het is aan de Mare wel eens druk, doch dit legt veel meer aan de uniformiteit van onze sociale wetgeving, die het verkeer vooral op bepaalde tijden druk doet zijn. Over het schoonheidsargument sprekende, zeide de heer Krantz, dat juist door demping der Mare de mooie onderlinge verhoudin gen van de straat en de gebouwen zal wor den verbroken. Daardoor zal de Mare leelij- ker worden. Spr.'s betoog, waarvan wij hier slechts een schematisch overzicht kunnen geven, werd ten slotte warm toegejuicht. Van de gelegenheid tot gedachtenwisse- ling werd gebruik gemaakt door de heeren Alt, Planjer, Splinter, Koets, De Goederen, Schots, prof Eerdmans en mevrouw Alings van Mels, die allen enkele opmerkingen maakten of bedenkingen tegen bepaalde on- derdeelen aanvoerden. De meesten voegden daaraan echter een dankbetuiging toe aan de Vereeniging, die deze vergadering had uitgeschreven, en aan den spreker, die op zoo uitnemende wijze en met groote kennis van het vraagstuk in het algemeen en van de détails het onderwerp had behandeld. Spr.'s détailkennis kwam vooral uit bij het debat, waarbij hij elk, ook min of meer builen het onderwerp slaande punt, bleek te kennen en in staat te zijn daarover bevre digende verklaringen te geven. Er volgde een ware ovatie, toen ten slotte de voorzitter den heer Krantz dank bracht voor zijn lezing en daarbij er aan herinnerde hoe eens de heer Krantz Sr. op eigen kosten een plan Ier verbetering der stadsgrachten aanbood, dat de Raad destijds tot zijn eigen schade en schande afwees. Democratische Partij. De afdeeling Leiden van de Democratische Partij heeft gisteravond in Zomerlust onder voorzitterschap van den heer A. I. Witmans Mzn. haar tweede jaarvergadering gehouden. Na lezing der notulen heeft de secretaris, de heer L. Weijl het jaarverslag uitgebracht, waaruit bleek dat in de afdeeling een opge wekt politiek leven heerscht, alsmede dat het ledental steeds blijft toenemen. Uit het financieel verslag bleek, dat on danks de groote onkosten ter zake van de gehouden verkiezingen er een batig saldo was. Het jaarverslag en het financieel verslag werden beide goedgekeurd, waarna de com missie voor het nazien der boeken en be scheiden van den penningmeester verslag uitbracht en voorstelde den penningmeester tc dechargeeren, waartoe werd besloten. Hierna had een herziening der statuten plaats in dezen zin, dat de abonnementsprijs van het orgaan der partij voortaan in de con tributie zal worden opgenomen en daarover dus niet als tot dusver, afzonderlijk zal wor den beschikt. De prijs van het orgaan zal dan tevens goedkooper zijn. Tot bestuursleden werden herkozen de hee ren: A. I. Witmans Mzn; L. Weijl; J. Eb- bink en mevr. DietrichDe Rooy. Gekozen werd tot lid van het bestuur de heer C. A. Milikan. Bij de rondvraag werd medegedeeld, dat in dezen winter vermoedelijk nog een open bare vergadering zal worden belegd, waarin prof. Heeres als spreker zal optreden. Gevraagd werd verder hoe de beide raads leden van de Democratische Partij denken over de zakelijke belasting op het bedrijf. De heer Witmans antwoordde, dat hij van oordeel is, dat deze belasting zoo spoedig mogelijk behoort te worden afgeschaft. Zij doet denken aan de patentbelasting, die in 1819 door minister Gogel is ingevoerd, doch waarvan deze 2 jaar later verklaarde dat het een monster was. Evenals mevr. Dietrich zal hij elk voorstel tot afschaffing of vermin dering dier belasting krachtig steunen. Hierna werd de vergadering gesloten. Het Academisch Ziekenhuis. Het „Handelsblad" verneemt, dat de Mi nister van Financiën, de heer Colijn, aan den chef der afdeeling Rijksgebouwen van zijn Departement ,J. G. E. baron van Lijn den, opdracht heeft gegeven, om hem binnen dertig dagen van advies te dienen over de mogelijkheid het nieuwe Leidsche zieken huis althans gedurende eenige jaren niet af te bouwen. De heer Van Lijnden is, naar het Blad meent te weten, sinds 1 November met de uitwerking van die opdracht zelf bezig. Zijn rapport zal, indien de gestelde mogelijkheid ontkennend moet worden beantwoord, te vens aangeven de wijze, waarop afbouw, ook wat indeeling en benutting van de be staande ruimten aangaat, wel zal moeten plaats hebben. Aangezien niet alleen het Departement van Financiën bij het zieken- huisvraagstuk te Leiden betrokken is, maar ook het Departement van O., K. en W. zich moet kunnen vereenigen met de te vinden oplossing, is een hoofdambtenaar van laatst genoemd Departement aan den heer Van Lijnden toegevoegd. Zijn wij wèl ingelicht, dan mag worden verwacht, dat deze Regeering nog een beslis sing zal nemen, wanneer de heer Van Lijn den op tijd gereed komt met de hem ver strekte opdracht, waarvan men de moeilijk heid pas kan schatten, als men weet, hoe veel rapporten en adviezen de laatste jaren al niet aan het vraagstuk zijn gewiji De Regeering zal haar beslissing ook kunnen nemen, omdat geen wettelijke voorzieningen er voor behoeven te worden getroffen. Het is duidelijk, dat zij nu op een snelle afdoe ning heeft aangestuurd, om een einde te ma ken aan de onzekerheid, die reeds zoolang ten opzichte van den bouw van het Leid sche ziekenhuis bestond, zeer ten nadeele van de schatkist* Gids voor Leiden. In bewerking is een Gids voor Leiden, welke zal uitgegeven worden door de firma D. Y. Alta, te Amsterdam. Deze rijk geïllu streerde uitgave belooft, naar hetgeen wij er van zagen zeer goed te zullen worden. Behalve een voorwoord, zal deze Gids be vatten bijzonderheden over de slichting, de geschiedenis en de ontwikkeling van Lei den voorts alles, wat op het gebied van handel, industrie, gemeentelijke en particu liere bedrijven, verkeersmiddelen, onderwijs, kunsten en wetenschappen, gezondheidszorg volkshuisvesting en alles, wat van eenig be lang worde geacht en in een goeden gids als voorlichter thuis behoort. De gemeente zal de beschikking krijgen BINNENLAND. Opzienwebkende arrestaties van mili* tairen. Adres van het Kon. Ned. Landbouw* comité aan H. M. de Koningin over de! Staatszorg voor den Landbonw. De meerderheid der te Gonda gehouden vergadering van den Bond van Kaasprodu* centen heeft zich tegen het ontwerp Boter* en Kaaswet uitgesproken. Bind van dit jaar of begin van het vol* gende zal de postchêque- en giro-dienst her* opend worden. Het Staatstoezicht op de mijnen en da arbeidsinspectie. Met ingang van 1 December is yogx Zweden geen visum meer noodig. V buitenland. 1 De rede van Stresemann in den Dnüschen Rijksdag. Moties van wantrouwen in de Duitsché regeering. De Belgische Kamer geeft de regeering een votum van vertrouwen. over 2500 exemplaren, welke op door B. en W. te bepalen wijze zullen worden ver spreid. Het gemeentebestuur heeft dan ook, evenals de Vereeniging lot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer, volle medewer king toegezegd tot het welslagen dezer uit-, gave. Door de uitgifte van dezen Gids zal onge twijfeld de belangstelling voor Leiden wor den gewekt. Daar hij in veler handen komen zal, zullen zeer zeker tal van firma's ge-, bruik maken van de gelegenheid tot reclame Bij Kon. besluit is benoemd lot ridder in de orde van Oranje-Nassau de heer H. J« Molema, landmeter van het kadaster, alhier, wien met ingang van 1 Januari a.s. op zijn verzoek eervol ontslag is verleend, met dankbetuiging. Voorts is, mede met dankbetuiging, tegen dien datum eervol ontslag verleend aan de heer J. J. Blom, alhier, en aan den heer A. van Maaren, alhier, boekhouder van het kadaster, Geslaagd zijn voor het examen boek" houden, handelsrekenen en handelsrecht, afgenomen door de Federatie van Accoun tants te Utrecht, de dames Stine van Noord en N. Pel. alhier. Het bestuur van de kort te voren op gerichte afdeeling Leiden van het Dietsch' Studenten-Verbond is als volgt samenge steld: de heeren Th. van der Laan, voorzit ter; C. J. H. Verhoeff, onder-voorzitter; A< J. G. Belinfante, secretaris; J. G. W. Lek- kerkerker, penningmeester, en mej. N. van Mastenbroek, commissaresse. De gisteren alhier langs de huizen ge houden collecte vanwege het R.-K. Huis vestingscomité voor den nood in Duitsch- land heeft f 759.84 opgebracht. Van 26 November tot en met 6 Decem ber zullen de winkels van vijf uur 's morgens tot elf uur 's avonds geopend mogen zijn. - Met vele andere genoodigden hebben wij gistermiddag een voorstelling bijge woond van do twee-weekschc seriefilm „Sodom en Gomorrha", welke vanaf heden avond wordt vertoond in het Casino-theater. Deze geheel moderne geschiedenis is be werkt naar het motief van de verwoesting van Sodom en Gomorrha. Mary Conway, de hoofdpersoon uit het drama, is na een leven van overdadige luxe tot armoede geraakt, doch kan van het vroe gere milieu geen afstand doen. Een jongd beeldhouwer, Harry Lighton, dien zij lief heeft en die wederkeerig ook haar bemint, wordt in den steek gelaten, waarna zij zich gaat verloven met een ouden financier, oud, doch schatrijk. Geweldig van omvang, verbijsterend van weelde en glans zijn de feesten die ter gelegenheid daarvan wor den gevierd, en de zoon van den financier, opgevoed door een jong priester, die juist naar huis is teruggekeerd, raakt er door in de war. Die champagne-fuiven, die wereld van lichtzinnige vreugde zijn voor hem iets ongekends en maar al te spoedig vliegt hij in het net van intriges, dat door de verloofde van zijn vader is uitgezet. Een rendez-vous wordt vastgesteld.... Dan echter komt dö priester. Hij weet dat de beeldhouwer zicli ernstig heeft verwond uit wanhoop, hij weet dat Mary Conway slechts eigen belang

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 1