In verkeerde Schoenen. November. Tweede Blad. Anno 1923. No. 19542. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 21 filNNENLAND. FEUILLETON. TWEEDE KAMER. RECLAME. 8927 f Se Kabinetscrisis. Kaar het „Hbld." meent te mogen mede- cleelen. is de Kabinetsformateur, mr. dr. D. A. P. N. Kooien, nadat hij de opdracht der Koningin in overweging had genomen, be gonnen een grondslag te zoeken, waarop de yorming van een rechtsch Kabinet mogelijk zou wezen. Is het blad wèl ingelicht, dan was hij gisteren nog niet tot het inzicht ge komen, dat een dergelijk Kabinet geheel en gl onmogelijk is. Donderdag heeft hij gesproken met den voorzitter der Roomsch-Katholieke fractie der Tweede Kamer, mgr. dr. Nolens, Vrijdag met dien der anti-revolutionaire fractie, mr. y. H. Rutgers, en Zaterdag met dien der Christelijk-Historische fractie, dr. J. Schok king. Volgens inlichtingen uit alleszins be trouwbare bron is de heer Kooien het sta dium van het zoeken naar een grondslag yoor de vorming van 'n nieuw rechtsch Ka binet nog niet voorbij. Op zijn besprekingen met de leiders der rechtsche fracties zullen namelijk nog volgen vergaderingen dezer fracties, elk afzonderlijk. Eerst daarna zal kunnen blijken, of 'n nieuw rechtsch Kabi net, uitgangspunt van den heer Kooien al of niet mogelijk is. De Haagsche red. van „De Rott." schrijft: Mr. Kooien schijnt in de meening ver keerd te hebben, dat, met eenig toegeven aan beide zijden der coalitie, het mogelijk zou zijn om een Kabinet te formeeren, dat slechts een weinig zou afwijken van het gninisterie-Ruys. De Christ.-Hist. fractie zou zakelijk ge heel aan de zijeft van het kabinet-Ruys »taan. maar schijnt toch wel geneigd te zijn pm een eventueel kabinet-Kooien te steunen - Bij de anti-rev. fractie echter zou mr. looien heelemaal geen succes gehad Jlebben. Op grond van een en ander mag de con- Slusie dan ook wel gebouwd worden, dat pil'. Kooien niet zal slagen in zijn plannen jpm een coalitie-kabinet te formeeren. In „De Rotterdammer" (a.-r.l wordt In een driestar over „de houding der Chrisle- lijk-PIistorischen" o. m. het volgende ge schreven „Men ziet in het opnieuw optreden van een Roomsch-Katholieken formateur blijk baar weinig bezwaar. Wat dit laatste betreft, stellen wij ons niet op het standpunt van do Amsterdam- sche predikanten, die in „De Nederlander" .wegens het protestantsch karakter der natie, pm een protestantsch premier vroegen; maar wel zijn wij van meening, dat bij de politieke verzwakking der roomsch-katho- ïieke fractie, die op 26 October aan het licht trad, er aanleiding is om te bevorderen, dat thans, indien de heer Ruys aftreedt, een Kabinetsformateur uit een der andere recht sche groepen optrede. Ook, afgezien van het gebeurde van 26 October zou dit niet wen- schelijk zijn; de gedachte mag niet post yatten. dat de Kabinetsformateur per sé uit de roomsch-katholieke fractie, als de sterk ste der drie rechtsche fracties, moet voort komen. Deze opvatting zou hervatting der samaeiwerking onmogelijk maken". Invoerrecht op thee. De Ned. Vereeniging van Huisvrouwen beeft zich lot de beide Kamers gewend met een adres naar aanleiding van een door de Regeering ingediend ontwerp van wet, Waarbij het invoerrecht op thee verhoogd wordt van f 25 tot f 100 per 100 K.G., zoo dat van ieder ons thee 10 cents invoerrecht Zal worden geheven. Dit beteekent voor de gewone thee, die .als dagelijksehe drank in de huishouding Wordt gebruikt, wordt in dat adres gezegd, een prij3vermeerdering met een derde van den thans geldenden prijs; wat de goed- koope Indische thee betreft, is de prijsver- meerdering door de verhoogde invoerrechten er zelfs een van 30 pCt. In de laatste tientallen jaren is de thee pen volksdrank geworden, die vooral voor de stadsbevolking tot de eerste dagelijksehe levensbehoeften behoort. Het vermeerderd gebruik van thee is een uitnemende factor geweest bij den strijd legen de gewoonte om alcoholische dranken bij voorkeur als ge notmiddel te bezigen. De thee-invoer is in Naar hel Engelsch, door BERTA RUCK, (Nadruk verboden)). 63) De dreigende klank werd dreigender. „Maar als hij ongelukkig dreigt te wor den met jou, dan had hij evengoed bij mij kunnen blijven 1 Ik had hem kunnen be houden l" Ik denk, dat mijn antwoord op deze woorden Philippa evenzeer verbaasde als iets, dat ik gezegd bad gedurende deze nachtmerrie van een gesprek, want, met een vlugge beweging sprong ik overeind van niijn kussen, terwijl mijn haren los over mijn gezicht vielen. Ik zat kaarsreoht I overeind op het bed, met mijn handen om mijn knieën gevouwen. Ik keek op tot haar. Op een toon van de oprechtste en wanho pigste overtuiging antwoordde ik: „Je moest hem gehouden hebbenO, waarom deedt je het niet? Je hadt met hem moe ten trouwen, Philippa! J0 hadt dat moe ien doen Ik wou, dat je het gedaan hadt". Zij staarde mij aan, het donkere, mooie, bezielde meisje, alsof zij haar oor en niet gelooven kon. Woorden schenen haar ten minste in den jsteek te laten. „Ik wou heusch, dat hij met jou geëngn- geerd was gebleven, Philippa", zei ik diep iongelukkig. „Ik meen het. Het zou zoo 1 veel beter geweest zijn. Hij had nooit moe ten trouwen... met iemand anders. Het is volmaakt tragisch, dat hij dit deed/! de laatste kwart-eeuw dan ook meer dan verdrievoudigd. Een goede, onschadelijke en smakelijke drank i9 voor het welzijn van het volk van het grootste gewicht. De Vereeniging betreurt het daarom zeer, dat de Regeering voorstelt dezen volks drank, die voor de huiselijke samenleving en de volksgezondheid in het algemeen zoo veel beteekent, zoo aanzienlijk te gaan be lasten. Zij is van oordeel, dat het zwaar be lasten van dergelijke eerste levensbehoef ten in verschillende opzichten slechte ge volgen zal hebben. In de tegenwoordige omstandigheden 19 het gedane voorstel; volgens haar, nog te meer onaannemelijk, omdat de aangekon digde vermindering van salarissen voor Rijksambtenaren in duizenden gezinnen reeds zoo groote zorg wekt, dat een ver meerdering van een der dagelijksehe levens behoeften met de helft of althans een derde van den prijs thans achterwege dient te blijven. Met de Regeering is de Vereeniging van oordeel, dat het voor verbetering van maat schappelijke toestanden noodig is, dat de levenskosten dalen. Opdrijven van den prijs van eerste levensbehoeften gaat echter hier tegen lijnrecht in. Redenen, waarom de Vereeniging ver zoekt, dit ontwerp van wet niet le willen aannemen. Bezuiniging. De centrale commissi© voor bezuiniging, ingesteld door de Ned. Maatschappij voor Nijverheid en Handel, heeft een open brief gericht aan de leden van de Tweed© Kamer. Zij schrijft daarin, dat onlangs haar aan dacht er op gevestigd werd, dat bij d© be handeling van de hoofdstukken der Staats- begrooting door de Kamer na de algeme©- ne beschouwingen vrijwel alle beschikbare tijd gebruikt wordt voor de behandeling van vraagstukken, die met det betrokken afdeeling van het Staatsbestuur samenhan gen, en voor het uiten van algemeen© en speciale wensohen. Zelden of nooit wor den de afzonderlijke posten van uitgaaf aan financieel© critiek onderworpen. Werd post na post van de begrootingshoofdstuk- Tot mijn schrik voelde ik een brok in mijn keel komen, toen ik dit zei. „Hij had met het rechte meisje moe ten trouwen", stamelde ik. „Hij verdien de het. O, vergeet nooit, dat ik dit gezegd heb. Hij trouwde, Philippa, denk er aan. dat ik je dit ten minste verteld heb hij trouwde met een totaal, totaal to taal verkeerde vrouw!" zei ik opgewon den. En ik voelde een bitte, hartstochtelijke golf van wrok in mij opkomen tegen die vrouw, die „Vera", wier volkomen, onge schiktheid nog niet is opgekomen in het hoofd van de arme vriendin van George. Philippa was niet do eonige, die begreep, dat bij was geboren, geschapen, om geluk kig te zijn 1 Philippa zou do eenigo niet zijn, de wreede ontgoocheling zou besef fen van zijn onzinnige, tragisoh-komische geschiedenis. Die golf van sympathiek medegevoel en wrok tegen Vera dreigde mij mee te voeren. Ik wierp deze gedachte van mij of, tor- wijl ik Philippa's dekbed op zij wierp. Ik voelde, dat ik het nu geen minuut langer kon uithouden. Ik stond op mijn voeten in blauw-zijden kousen en tastte naar mijn blauw-suède schoentjes met gespen. Haastig zei ik: „Nu ga ik hoen." „Neon, dat doe je niet", zei Philippa, eveneèns opstaande en mij beheerschende met haar blik. „Je kunt nu niet gaan, voordat je mij alles hebt verteld. Je hebt mij één ding verteld, dat niet waar kan zijn; dat weet ik. Dat je George voor het eerst in Parijs hebt gezien. Nu dien je mij do heele waarheid te vertellen. Ik laat je niet gaan, voordat Je dat gedaan hebt." ken nauwgezet beoordeeld, dan ®ou in tal van gevallen blijken, dat op do uitgaven en de daarvoor gestelde ramingen nog wel kon worden gezuinigd en dat verschillende ramingposten uitsluitend terugkeeren, om dat zij ook vorige jaren op de begrooting voorkwamen j uit een soort ambtelijke sleur dus. Nu het in dezen tijd meer dan ooit noo*- dig is de uitgaven zooveel mogelijk in te krimpen, zou het, naar het oordeel der oommissie, zeker zaak zijn, aan een nauw keurig financieel toezicht op de verschil lende posten der begrooting meer aandacht te wijden. Voorlichting dienaangaande zou onder meer gevonden kunnen worden in wat de bezuinigingscommissie-Rink in haar tot dusver verschenen drie verslagen aan fei ten en gegevens heeft verzameld, terwijl zoo noodig op andere wijze van deskundige voorlichting gebruik zou kunnen worden gemaakt. In dit verband wordt ook ver wezen naai* beschouwingen van den heer Koster over Hoofdstuk Et en III deT Staata begrooting, opgenomen in het November nummer van het tijdschrift der Maat schappij. De oommissie legt de vraag, of in de wijze van behandeling van de begrooting door de Kamer geen verbetering zou kun nen worden gebracht waardoor de finan cieel© oontröle van ae volksvertegenwoor diging beter tot baar recht komt, thans nog eens met nadruk aan de Kamer voor, overtuigd als zij is, dat ook de Kamer van de noodzakelijkheid van bezuiniging op de staatsuitgaven ten volle doordrongen is en gaarne zal medewerken om deze bezuini ging door to voeren. Een nauwkeurig critisch toezicht op de versahillende uitgaafposten in cte begrot ingshoofdstukken behoort, aldus besloot oe commissie ha^r brief, toch ook geheel tot de historische taak van de volksvertegen woordiging, die er steeds nauwlettend op heeft aoht te slaan, niet alleen dat de re geering niet meer en niet hoogere uitga ven doet dan ^strikt noodig rijn, maar dat ook de bcgroot.ing onder de verschillende posten niet meer wordt uitgetrokken, dan werkelijk vereïscht is. Daar stond zij, lang en schoon en recht als een jonge man, en zij scheen de deur van haar kamer te versperren. „Ik kan niet", zei ik eohor. „Denk je dan, dat ik het je niet graag zou willen vertellen V'- „Hal" Zij zag op mij neer. „Je erkent dus, dat er tets te vertellen is?" „Massa's", erkende ik ongelukkig en met nadruk. „Massa's." „Kan je mij ten minste meedeelen, waarom je het mij niet kunt vertellen?" „O ja", zei ik ongelukkig. „Ja, dat kan ik vertellen." En in- vijf woordjes vertelde ik heb haar: „Ik heb het George beloofd." Onmiddellijk kwam Philippa van de deur terug. Met een plotseling gebroken stemmetje zei ze: „Goed. Ik zal je niets meer vra gen. Dat wist ik niet. Zal je... zal je ooit in staat zijn bet mij te vertellen? Ik denk van niet." „O, ja zeker 1 Ik hoop het zeker 1" riep ik uit „en ik denk het ook. Misschien zelfs over een paar dagen../! „En je komt hier om die dagen hier te blijven?" Maar ik schudde het hoofd. Daar zag ik reeds de totale omogelijkheid van in. „Dat kan ik... nu niet", zei ik. „Als ik bij je bleef, dan weet ik wat er gebeuren zou. Niettegenstaande mijn belofte aan George zou het uitkomen. Ik zou het je vertellen tegen mijn zin Ik zou een gevoel hebben of ik stierf als ik het niet deed, en ik mag niet. Ik heb het hem beloofd. Ik ga liever heen/' Philippa knikte toestemmend. Ik vroeg Snij af, ik vroeg mij met spanning ai welke Staatscommissie Rijkswaterstaat. „De Centrale" verneemt-, dat binnen kort een Staatscommissie zal worden inge steld, om een onderzoek in te stellen naar de vraag, of de organisatie van den Rijks waterstaat in haar tegenwoordigen opzet kan bestendigd blijven, en, zoo neen, welke wijzigingen dan moeten worden aange bracht, waarbij o.a. onder het oog ware t-* zien de wenschelijkheid van een schei ding tussohen de „meer technische" en de „meer administratieve" aangelegenheden van den dienst en van een vereenvoudigde behandeling van minder belangrijke zaken. Aangezocht zijn, om zitting in deze com missie te nemen, de boeren mr. W. L. baron de Vos van Stcenwijk, lid van de Eerste Kamer, te Wij he, tevens als voor zitter A. J. Boland, directeur van de N. V Bouwbedrijf der Ned. bpoor wegen te Utrecht; J. J. Canter Cremers, voorzitter van do Vereeniging van Ingenieurs van de Rijkswaterstaat te RotterdamP. C. Huen- ges, hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat te MaastrichtH. A. Ridde- rikhoff, voorzitter van de Vereeniging van Ambtenaren, werkzaam op de bureelen van den Rijkswaterstaat te Rotterdam; W. F. Stoel, hoofdingenieur-directeur van den Algemeenen Dienst van den Rijkswater staat te 's-Gravenhage; P. van Tie), voor zitter van de Vereeniging van Technische Ambtenaren van den Rijkswaterstaat to Leiden; H. G. A. Treep, directeur van de Ned. Aannemingsmaatschappij to 'e-Gra- venhage, en mr. J. Draayer, referendaris bij het Departement van Waterstaat te 's-Gravenhage, tevens als secretaris. Alg. Synodale Commissie Ned.-Herv. Kerk. De president opent de vergadering met gebed. Hi] wenscht daarna den secretaris geluk met zijn herstel; brengt een woord van dank aan de afgetreden leden en heet- de nieuwe leden welkom. De vergadering is aldus samengesteld: Dr. G. J. Weyland, predikant te Veere, president; ds. A. de Haan, predikant te Zwolle, vice-president; L. W. Bakhuizen van den Brink, secretaris; F. Tammens, predikant te Zuidbroek; Kr. Timmers, oud- ouderling te Klundert; G. E. M. Picard, Waalsch predikant le Arnhem; H. Veen- man, ouderling te Wageningen; dr. J. R. Callenbach, predikant te Rotterdam; mr. dr. C. F. Schoch, ouderling te Amsterdam. De secretaris brengt verslag uit over de tusschentijds afgedane zaken. De volgende correspondenten worden be noemd: Gelderland, dr. J. R. Callenbach; Zuid-Holland, G. E. M. Picard; Noord-Hol land, dr. G. J. Weyland; Zeeland, F. Tam mens; Utrecht, Kr. Timmers; Friesland, Kr. Timmers; Overijsel, F. Tammens; Gro ningen, A. de Haan; Noord-Brabant met Limburg, H. Veenman; Drenthe, F. Tam mens. Tot commissie voor de afschriften van besluiten, enz. worden benoemd de heeren A. de Hfian en mr. dr. C. F. Schoch. Van de in de Synode aangenomen wijzigingen zijn bij de stemming van de leden der Pro vinciale Kerkbesturen, naar reeds is gemeld, verworpen de zoogenaamde Groote Synode met 24 stemmen legen en 4 voor; verder de cisch, dat een candidaat zich gedurende drie maanden practisch geoefend heeft en de veranderde uitkeering bij vacature aan den ring. De overige zijn aangenomen. Uit het schildersbedrijf. De patroonsbonden in het schildersbe drijf, welke reeds eer aan de sohildersge- zellenorganisaties hadden meegedeeld, het bestaande collectieve oontract voor 1924 niet ongewijzigd te willen verlengen, heb ben nu de door hen noodig gachte wijzi gingen ingediend. Voor de 5 loonklassen van de meerderjarige arbeiders wordt een loonsverlaging voorgesteld van onderschei denlijk 12, 12, 9, 9, en 7 cent, waardoor bet nieuwe uurloon zou worden: voor de 1ste klasse-plaatsen 68 ct., 2de klasse 63 ot., 3de kl. 54 ot., 4de kl. 48 ct. en 5de kl. 44 ct. D© voorgesteld© loonsverlaging bedraagt 14 17 pCt, Verder wenschen de patroons o.m.: schrapping van de bepaling van het ver plichte lidmaatschap, een arbeidsjaar van 2500 uur, (gedurende 6 zomermaanden een normale arbeidsweek van 50 uur en 6 win verklaring zij dit van dit alles zou kunnen geven; welke dwaze vermoedens, weixe veronderstellingen, niet zoo buitengewoon als de waarheid, haar hoofd op dit oogeD- blik konden vervullen. Zij liep de kamer door naar de kapta fel en gaf mij een kam. Daarna liep zij naar de kast, nam mijn hoed in de eene hand en de hoedepen in de andere. „Ik begrijp, dat het misschien beter .voor je is dan maar niet te blijven", zei ze met een vermoeide, maar lieve stem. „Ga je naar „Hotel Ritz"?" „Ja, voor 't oogenblik wel. Ik zal je te- lefoneeren en het je laten weten", zei ik gewichtig, want al myn moeilijkheden Bchenen zich weder boven mijn hoofd sa/- men te pakken. „Ik zal bij je terugkomen, Philippa, wanneer er iets is, dat ik je vertellen kan." En met die woorden verliet ik baar, HOOFDSTUK XXVI. Ben meisjes-overpeinzing. O, wat bracht ik toen een ellendigen avond doorl Ik daoht vroeger, dat die avonden alleen in mijn clubgebouw te Lon den het toppunt van ellendige eenzaam heid waren. Maar daar had ik tc-n minste geen zorgen en kwellingen. (Ik had mij toen vreeselijk gelukkig moeten voelen 1...) Ik had gedacht het resultaat van mijn gesprek met Philippa aan kapitein Mere dith dienzelfden avond te kunnen vertel len. Maar hij kwam niet... Hij heeft goen taal of teeken van zich laten hooren. Ja toch, een heel kort brief je, om mij te vertellen, dat hij den vol genden morgen een bezoek zal komen bre* termaanden 46 uur) en geen loonbetalfng op Christelijke feestdagen. De Friesehe schildersvereeniging heeft aan de schildersgezellenbcnden voorgesteld, voor 1924 een nieuw collectief contract ai te sluiten met in-acht-neming van het vol gende: een verlaging van het uurloon in de verschillende klassen van 15 pCt., in-* voering van de 10-urige werkdag, een werk dag in de wintermaanden van niet korter, dan 0 uurdat gezel, die voor eigeD reke ning werk aanneemt en uitvoert, g cd uren-» de een jaar geen werk meer kan krijgen bij een georganiseerden patroonrookver- bod tijdens xhet werken, boetebetaling bfj overtreding van het contract en wel f 5 per keer en per persoon. H. M. de Koningin heeft een belang rijke gift geschonken voor het kinderhuis! „Belhanië", te Dieren, waar een groep Ne- derlandsche kinderen uit het Roergebied wordt verpleegd, en voorts een gift aan het comité tot uitzending van Nederlandschei kinderen in het Roergebied. De Prins van Djocjocarta heeft giste» ren met gevolg de Zuid-Hollandsch© Bier» brouwerij in Den Haag bezocht. „De Ned." meldt het overlijden o& 68-jarigen leeftijd van mr. C. J. A. Bichoii van IJsselmonde, oud-lid van de Tweede Kamer. In een Zaterdag te Amsterdam ceh°u- den vergadering van de dagelijksehe be sturen der drie central© landbouworgani saties: de Nederl. Boerenbond, het Kon.- Nederlandsch Landbou w-Comité cn de Clir. Boeren- en Tuindersbond in Neder land," is besloten, opnieuw te trachten tob afschaffing van den wettelijken zomertijd te geraken. Aan den eventueel nieuw op tredenden Minister van Landbouw en zoo noodig aan het nieuwe kabinet zal vor- zocht worden, oen wetsvoorstel in dien zin In te dienon. Mocht van dio ijde op het verzoek afwijzend beschikt worden, dan zal aan Kamerleden van verschillende politieke partijen verzocht worden een desbetref fend ontwerp van wet aanhangig te ma ken. Naar „Het Volk" verneemt, is giste ren op uitnoodiging van den heer Zaalberg directeur-generaal van den arbeid, een be spreking gehouden tusschen de partijen ia het conflict in de textielindustrie. Het bestuur van de weesinrichting la Neerbosch heeft d9. en mevr. J. G. Steen beek Jr.Schrijver, le Zierikzee, benoemd tot predikant, adj.-directeur en directrice dier inrichting met de bedoeling na eenigen tijd ds. en mevr. Schrijver op te volgen. Bij Kon. besluit is aan A. Roggeveen, op zijn verzoek, met ingang van 1 Januari, eervol ontslag verleend als burgemeester van Opperdoes. De gewone audiënties van den. Minis ters van Justitie en van Financiën zullen deze week niet plaats hebben. Het Schoenenwetje. Verschenen is het voorloopig verslag in- zake het voorstel van wet van den heer Floskens tot wijziging van de wet van 6 Mei j.l. tot tijdelijke beperking van den in voer van schoenwerk. Wenschten verscheidene leden, voorstan ders van de thans in werking zijnde maat regelen lot beperking van den invoer van schoenwerk, den voorsteller hulde le bren gen voor diens initiatief, vele andere leden, onder wie zich zoowel voor- als tegenstan ders van de genoemde maatregelen bevon den, verklaarden niet te kunnen inzien, dat verlenging van den geldigheidsduur van de wet van 5 Mei 1923, welke deze maatrege len mogelijk maakte, slechts door een initiatiefvoorstel bij de Staten-Generaal zou kunnen worden aanhangig gemaakt. Sommige leden vestigden er nog de aan dacht op, dat de daling van de schoenprij- zen er nog niet op wijst, dat de Invoert belemmering in het geheel Jiiet prijsver hogend heeft gewerkt. Intusschen werd opgemerkt, dat sinds kort een prijsstijging gen; een exemplaar van „The First Hun dred Thousand", dat hij, denk ik, bij Bren- tano gekocht heeft; een pak nieuwe tijd schriften, „Femina", ,,L' Illustration", „Vogne", om to bekijken, en een informa tie per telefoon of Mademoiselle White- lands al teruggekomen wasniets* meer. Ik ben een beetje verbaasd. Hij had stel lig moeten komenIk vind het onnaden kend, onvriendelijk van hem mij zoo aan mijn lot over te laten. Zijn familie ver trokken, en ik, alleen in Parijs I Aan mij zelf overgelaten I Een oogenblik kwam het bij mij op uit te gaan en een avontuurlijk avondje op mijn eigen houtje te Parijs door te brengen. Waarom niet? Het is mogelijk voor het laatst van mijn leven, dat ik zoo iets zon kunnen doen. Ik kon wel naar Montmartre gaan, naar de Grand Guignol, om den rilroman te gaan zien, die zij daar vertoonen, „Vree- selijke ondervinding" genaamd. Ik weet niet, waar het over is, maar het kan niet „vreeselijker" zijn dan de ondervinding, die ik vandaag gehad heb Of als ik eens even kijken ging in den Moulin Rouge; dien heb ik nog nooit ge zien Kapitein Meredith wou or niot met mi] naar toe gaan dien avond, toen wij „D© man, die thuis bleef" gingen zien. Hij zei, dat de Moulin Rouge vervelend was en totaal Angel-Sgksisohdat het mij heelemaal niet zou amuseeren. Maar cr was oen vastberaden trekje om zijn mond, toen hij dit zei, cn ik geloof noo«t, dat hij weigerde er met mij naar too te gaan, om dat hij bang was, dat ik mij zou vervelen. Integendeel(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5