In verkeerde Schoenen.
No. 19541.
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 20 November.
Tweede Blad. Anno 1923.
BINNENLAND.
UIT DE RIJNSTREEK.
i n
ALLEEN ECHT
MET DEN j
UIT DE OMSTREKEN.
FEUILLETON.
De Kabinetscrisis.
Het volgende telegram is aan mr. D. A.
iP. N. Kooien gezonden:
Het hoofdbestuur van de Algemeene
Vereeniging van Leeraren bij het Middel
baar Onderwijsoverwegende, dat omvang
en aard van den arbeid dringend een af-
aonderlijk Ministerie van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen eischen; overwe
gende, dat door combinatie met een ander
Departement geen bezuiniging wordt ver
kregen, die ook maar eenigszins tegen de
schade, aan deze takken van dienst toege
bracht, zou kunDCD opwegen; betreurende,
dab de mogelijkheid bestaat, dat Neder
land het eenige land in Europa zou wor
den, dat geen afzonderlijk Ministerie van
Onderwijs zou hebben; vraagt u dringend
uw bemiddeling tot handhaving van den
bestaanden toestand.
De Vlootwet en de crisis.
Gisteravond heeft voor de afdeeling Am
sterdam -van den Ned. Christen Vrouwen
bond te Amsterdam in de Engelsche kerk
op het Begijnenhof het Tweede-Kamer-lid
C. van der Voort van Zijp over landverde-
diging en Vlootwet gesproken.
Er is weinig vaderlandsliefde, aldus spr..
Ons leven is meer internationaal dan natio
naal. Hel denkbeeld van een vaderland is
voor velen verloren gegaan. We moeten de
zaak nuchter bezien. Immers, al3 het om
het verdedigen van het vaderland gaat, wil
ieder behouden wat hem lief is. Ons vader
land is de taal, welke we spreken; het is het
lied, dat wij zingen, en het is de doodsakker
waar de onzen heengingen om te rusten.
Het vaderland is een heilig goed. Wat lands
verdediging aangaat zijn we een gelukkig
volk. We behoefden nooit iets te doen dan
ons verdedig»Q. Altijd'voerden we krijg tot
afweer, nooit uit imperialistische motieven.
Militairisten vindt men in Nederland niet.
Ook de Anti Revolutionairen aanvaarden
dien naam niet. Met nadruk ontkennen we,
dat door ons gelden voor leger en vloot ver
spild worden. Maar we willen geen weer
loosheid, welke slechts noodlottig is. We
willen eenig^n waarborg, dat ons land kan
worden verdedigd. Absolute waarborgen heb
ben we nooit. In den strijd is het altijd een
kans. En tr is een hoogere macht, die zegent
en neerslaat Wij hebben slechts het rede
lijke middel aan te wenden. Ook gedurende
den oorlóg hebben we met ons leger de neu
traliteit kunnen handhaven.
Ons volk heeft evenwel nooit veel voor
het militaire gevoeld. Men zou in dit op
zicht jhr De Beaufort kunnen noemen, die
een geweldig optimisme op dat punt had.
In kringen .die, wat de beginselen aan
gaat, aan onze zijde staan, wordt het uit
concurrentiezucht met de landsverdediging
evenmin nauw genomen. De soc.-democra-
ten hebben de overwinning behaald. Zij wa
gen het er op wat de landsverdediging aan
gaat. In Belgis en in Zweden doen ze dü^
niet. Zij beroepen zich hier te lande op de
Internationale en het Intern. Vakverbond.
- Maar ondanks dat alles is de ellende in
Europa niet verminderd.
In de internationale politiek blijkt uit
niets, dat er gerechtigheid bestaat bij de
volken.
Wat de R^geering heeft gevraagd bij de
Vlootwet was het geringste, dat ze vragen
kon, maar het was goed. De kleine, voor
Indië ontworpen vloot vormde een eenheid.
De schijn werd gewekt, dat er tusschen de
Vlootwet en de bezuiniging verband be
stond" Maar, spr. is er van overtuigd, dat
op het Departement van Marine zou zijn
bezuinigd als Golijn Minister gebleven was!
Ik betreur, aldus de heer Van der Voort
van Zijp, zeer, dat de Vlootwet is verwor
pen en veel moet nog opgehelderd worden.
Er zijn in 1922 besprekingen gevoerd. Maar
hoe was de afspraak precies? Hebben alle
leden kennis genomen van die besprekin
gen. De heer Van Schaick heeft meer theo
retisch dan praclisch over de Vlootwet ge
sproken Het is te hopen, dat de breuk in
de R.-K partij nog kan worden hersteld.
Een oplossing van de crisis is in de eerste
dagen nog niet te verwachten. We moeten
een weg vinden voor de verdediging van
IndiS en ons land en er moet volledige
overeenstemming komen over de in te voe
ren bezuiniging^ Misschien is het mogelijk
aan de bezwaren tegemoet te komen door
Soerabaja tot basis te maken met twee hulp
bases en Tandjong-Priok te laten rusten.
Het is te hopen met het oog op de lands
verdediging, maar ook ten aanzien van het
.Regeeringsbeleid, dat er toenadering tus
schen de drie rechtsche groepen tot stand
komt en een rechtsch Kabinet de leiding
neemt. We zweten niet bij de Coalitie, maar
het is noodig, dat in deze tijden aan het
hoofd van ons land een vast bewind staat.
De partijen, welke de beginselen gemeen
hebben, kunnen deze waarborgen geven.
Alleen van een rechtsch bewind kan kracht
uitgaan en dit alleen kan een zegen zijn
voor ons land in zake de landsverdediging.
Gisteravond heeft de heer J. Snoeck Hen-
kemans in een vergadering, te Rotterdam
door de C.-H. Unie belegd, gesproken over
de crisis. Hij gaf eerst een overzicht van de
maatregelen, die de aftredende Regeering
had willen nemen, om tot bezuiniging te
komen, en legde er den nadruk op, dat tus
schen de nu afgestemde Vlootwet en de be
zuiniging niet het minste verband bestond
en daarom noemde hij het van de tegen
standers oneerlijk, dat zij het hadden doen
voorkomen alsof er een onverbrekelijk ver
band bestond. Daaraan is het te wijten ge
weest, dat de Vlootwet is verworpen. Spr.
gaf daarop een weerlegging van de critiek
op de Vlootwet en zei de verwerping ten
zeerste te betreuren. Hij vreest, dat, indien
het niet gelukt alsnog iets in den geest van
de Vlootwet te krijgen, de dagen van Neder
land als koloniale mogendheid geteld zul
len zijn.
De crisis besprekend, zei de heer Snoeck
Henkemans, dat er than9 moet komen een
Kabinet, dat zich ten doel stelt maatregelen
te nemen voor het behoud van onze kolo
niën en orde op de financiën te- stellen. Uit
de financieele reorganisatie zal de noodza
kelijkheid van wijziging der sociale wetge
ving voortvloeien. Verder besprak hij de op
dracht, aan mr. Kooien gegeven. Als zijn
persoonlijke meening vond hij, dat men
eerst had moeten probeeren of mr. Mar-
chant een Kabinet had kunnen samenstel
len uit de oppositie.
Den heer Kooien noemde spr. een heel
knappen man men had deze taak moeilijk
aan bekwamer handen kunnen opdragen.
Toch had hij liever een Protestantsch mi
nister-president gezien.
Hoe het op het oogenblik met de oplos
sing van de crisis staat, wist spr. niet. Hij
had geïnformeerd, maar hij wa9 niets te
weten gekomen! Indien het mislukt een
Regeeringsmeerderheid te vinden in de
Christelijke partijen, dan vreesde hij. dal
men zou komen tot 'een belangenpolitiek,
waarvan hij groote nadeelen voor ons volk
voorziet.
Spr. uitte ten slotte de hoop, dat ook uit
dezen moeilijken tijd door Gods zegen nog
iets goeds zal voortkomen.
Regeling belastingheffing in Ned.-Indifi van
naaml. vennootschappen en andere
rechtspersonen.
De Minister van Koloniën heeft:
I. ingesteld een commissie, waaraan wordt
opgedragen aan hem, Minister, advies uit te
brengen over de vraag, of eri in hoever het
wenschelijk is, de huidige regeling van de
belastingheffing in Ncderlandsch-Indië van
naamlooze vennootschappen en andere
rechtspersonen, vervat in de Herziene Or
donnantie op de inkomstenbelasting 1920
(Ordonnantie van 19 Mei 1921, Indisch
Staatsblad no. 312, zooals zij sedert is gewij
zigd en aangevuld,) en in de ordonnantiën
op de daarmede verband houdende bijzon
dere heffingen, te Vervangen door die, welke
door de commissie tot herziening van het In
disch belastingstelsel, ingesteld bij besluit
van den Gouverneur-Generaal van Nederl.-
Indiè van 5 Juli 19$2, no. 25, is aanbevolen
in het eerste door haar uitgebracht verslag,
dan wei door eenige andere, en, zoo ja, door
welke regeling;
II. benoemd in deze commissie:
tot lid en voorzitter: prof. mr. G. W. J.
Bruins, hoogleeraar aan de Nederlandsche
Handelshoogeschool te Rotterdam;
tot leden de heeren H. B. Defoer, oud-di
recteur der Handelsvereeniging Amsterdam,
te Amsterdam; G. J. J. Janssen, oud-directeur
van financiën in Nederl.-Indië, te 's Graven-
hage; mr. dr. J. H. R, Sinninghe Damsté, ad
ministrateur aan het Departement van Fi
nanciën, te 's Gravenhage, en mr. W. Suer-
mondt Lz., lid van de firma A. C. Fraser
Co., te Rotterdam;
tot secretaris den heer L. J. van der Waals
doctorandus in de handelswerenschap, hoofd
commies aan het Departement van Koloniën,
te 's Gravenhage
III. de commissie uitgenoodigd, haar werk
zaamheden in dier voege te regelen, dat haar
advies den minister uiterlijk op 31 Januari
1924 zal hebben bereikt
Uit de mijnindustrie.
Uit Heerlen wordt gemeld: In zake het
voorstel van de mijn directies, de loon en
der mijnwerkers tot minstens 1 Augustus
1924 vast te leggen en voorts voor onbe-
paalden ^ijd te laten voörtduren met een
opzegtermijn van vier maanden, hebben de
Chr. Mijnwerkersbond en de Prot. Chr.
Mijnwerkersbond en de Prot. Chr. Mijnwer
kersbond deze loonregeling aanvaard.
De Alg. Ned. Mijnwerkersbond heeft in
een aan de Contactcommissie gericht schrij
ven eveneens de loonregeling aanvaard,
doch daarbij de hoop uitgesproken, dat de
toezegging van de directies ten aanzien van
het doen weerspiegelen van betere uitkom
sten van het bedrijf in de loonen ook voor
de volgende periode van kracht te doen zijn
en vooral 't laagst bezoldigd-ondergrondsch
personeel, alsmede het bovengrondsch per
soneel, zooveel mogelijk Van de loonstijging
oe doen genieten.
De Moderne Bond gehoudt zich echter
voor, om tijdens den duur der loonregeling
eventueel met voorstellen te komen tot een
extra-uitkcering in' eens. wanneer de toe
stand dit noodzakelijk mogelijk maakt.
Onder voorzitterschap van mgr. Nolens
zal morgen te 's-Gravenhage-een commissie
bijeenkomen tot bespreking van de wensche-
lijkheid, het bovengtondsche der mijnen, dat
tot nog toe behoort onder het Staatstoe
zicht, geheel of gedeeltelijk te laten komen
onder het toezicht dér arbeids-inspectie
Aan deze bespreking zullen ook vertegen
woordigers der mijnwerkersorganisaties
■deelnemen.
Op aandringen van den Belgischen Chris-
telijken Mijnwerkorsbond is uitgewezen lei
ders van den Duitschön Chr. Mijnwerkers
bond in Rijnland weer vergunning verleend
in het bezette gebied terug te kieren.
Nu de hernieuwde openbare behande
ling in de Tweede Kamer van het we te-
ontwerp-Rutgers, beoogende de invoering
van Plaatselijke Keuae, in het a.s. voorjaar
verwacht mag worden, heeft de Nederland
sche Drank weer een krachtige aotie op
.touw gezet. Uit den Nationalen Bond voor
Plaatselijke Keuze en de Blauwe-Week-
Commissie is een Comité van Actie be
noemd, dat met de voorbereiding van oen
groote nationale betooging in Den Haag
in Februari a.s. is belast. Het Comité be
staat uit de heeren P. van der Meulen,
te Utrecht, voorzitterH. Ploeg Jr., te
Utrecht, secretaris; ds. J. H. Ledeboer,
te Amsterdam, penningmeester G. L. de
Haas en ds. A. J. Montijn. beiden te
Utrecht.
Staatsblad No. 508 bevat een Kon. be
sluit van 7 November, tot onteigening ten
behoeve van de ophooging van den dijk, ge
naamd de Bilderdammerlaan, gelegen in de
gemeenten Leimuiden, Aalsmeer en Uit
hoorn
In de gisteren in een der hoofdadmi-
nislratiegebouwen der Nederlandsche Spoor
wegen te Utrecht gehouden vergadering van
den loonraad voor het spoorwegpersoneel is
besloten, om, inzake het voorstelder direc
tie betreffende loonsverlaging, aan de di
rectie om nadere gegevens te vragen. In ver
band hiermede werd de behandeling van dit
voorstel uitgesteld.
De Minister van Koloniën maakt be
kend, dal op nader te bepalen data, in De
cember. gelegenheid zal bestaan tot het af
leggen van de examens ter verkrijging vari
de akten van bekwaamheid tot het geven
van middelbaar en van lager onderwijs in
Nederlandsch-Indië in de land- en volken
kunde van Nederlandsch-Indië en in de in-
heemsche talen van den Oost-Indischen
Archipel. Zij, die aan een dezer examens
wenschen deel te nemen, gelieven daarvan
vóór 3 December schriftelijk kenni9 te geven
aan: a. prof. dr G. A. J. Hazeu, te Leiden,
.voor wat betreft de examens voor de mid
delbare akten; b. het Departement van Ko
loniën (9de afdeeling, onderafdeeling AB)
voor de examens voor de lagere akten.
Op de prijsvraag, uitgeschreven door
de Vereeniging der Bouwkunst te Gronin
gen, met het doel, een betere oplossing te
vinden voor den gevel van het hotel-café
„De Unie" aldaar, ten einde aan de Groote
Markt een beter aanzien te geven, zijn 50
ontwerpen ingekomen. De lsto prijs is toe
gekend aan den heer J. Dorland te Am
sterdam, de 2de aan den heer H. Rus-
scher, te Rotterdam. Het ontwerp van den.
heer J. H. Redelaar, te 's-Gravenhage, en
de inzending van den heer H. B. Bulder,
te .Groningen, zijn beide voor een eervolle
vermelding voorgedragen.
De jury bestond uit de heeren A. Baart,
architect te Leeuwarden; G. Knuttel Jr.
bouwkundig-ingenieur te 's-Gravenhage
Jan Kuiler, architect te Groningen; J. A.
Mulock Houwer, oud-directcur van gemeen
tewerken te Groningen, en T. Tonkens, ar
chitect te Groningen.
Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder
in de orde van den Nederlandschen Leeuw,
J. van Oldenborgh, te Overveen, gem. Bloe-
mendaal, directeur van het Provinciaal Wa
terleidingbedrijf van Noord-Holland, oud
directeur van het Rijksbureau voor drink
watervoorziening; ia M. L. Kattenburg, voor
zitter van de te Rotterdam gevestigde ver
eeniging Montifiore, benoemd tot ridder in
de orde van Oranje-Nassau; is aan het lid
van den Raad van Nederlandsch-ïndië A. J.
W. Harloff, op verzoek, met ingang van
3 Januari, eervol ontslag verleend uit
's Lands dienst, onder dankbetuiging.
De gewone audiënties van de Minis
ters van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen. van Marine en van Waterstaat
zullen deze week niet plaats hebben.
ALPHEN. Zaterdagavond gaf de heer
L. Somer, begeleid door den heer Maurice
van Yzer op de piano, in het Nutsgebouw
alhier, een vioolavond.
Do aanwezigen hebben zonder uitzonde
ring genoten. Over het programma, dat
een vijftal nummers telde, zullen wij zeer
kort zijn, hoewel juist de beknoptheid van
het programma ons aanleiding zou geven
tot een breedvoerig overzicht.
Wij sluiten ons echter geheel aan bij 'een
gezegde van een der aanwezigen, die. na
zijn gevoelens te hebben uitgedrukt, zeide:
„We hebben waar voor ons geld gehad"
En dit is de waarheid; zeer jammer is het
dan ook geweest, dat zoo weinigen che®
avond (hebben bijgewoond, een avond van
waar kunstgenot.
Tot notabelen der Ned.-Herv. Kerk
alhier, zijn gekozen de heeren D. Blijleven
en D. van der Linden H.Fzn.
HOOGMADE. Alhier is Zondag in het
water langs den Hoogmadenschen polder
drijvende gevonden het lijkje van het 21/»-
jarig zoontje van J. van L., dat sedert eenige
dagen werd vermist.
LEIDERDORP. Tot kerkvoogd bij de
Ned. Herv. Gemeente is herkozen de heer
T. Rijnsburger; terwijl tot notabelen ge
kozen zijn de heeren T. Boekee en J. de
Graaf, en tot leden van het kiescollege Je
heeren J. Rijnsburger Pz., T. Boekee, W.
J. van Groeningen en M. P. Splinter.
WADDINGSVEEN. Burg. Stand.
Geboren: Maria Johanna Elizabeth, d. v.
H. M. D. Theussen en M. Breedveld; Re
becca, d. v. W. Scheurwater en J. Sanner;
Lyse Betje, d. v. M. Vink en W. van dor
LaanCornelis, z. v. J. Oskam en J. Kriege.
Overleden i Daniël Bremmer, 66 j.#
Do werkman G. welke de afscheeps-
plaats moest passeeren met een kachel op
eijn schouder, had het ongeluk te vallen.
De kachel was stuk en de handen van G.
waren zoodanig verwond, dat hij zich onder
geneeskundige behandeling moest stellen en
zijn werkzaamheden niet kon waarnemen.
Zondagavond laat werd D. J. onver
wacht aangevallen in de spoorboschjes door
drie jongelui, nog' iets van wraak, wegens
werken van D. J. met de staking in Maart
I.L De drie jongelui zijn bekend on de zaak
is in handen van de politie.
WOUBRUGGE. Aanstaanden Donder*
dag zal het 10 jaren geleden zijn, dat da
electrisoho bemaling van den Oudendijk-
schen pold r voor het eerst het water uit
den polder op den boezem bracht. Een feit
van gewicht, daar de windmolens in het
najaar niet bij machte waren, het land bo,
ven water te houden, vooral niet wat t>©-
treft het land van den aangrenzenden Pias-
polder.
Wat natuurschoon betrof, was het te
betreuren dat de twee statige molens ver
dwenen.
Zeer ten genoege van het polderbestuur,
heeft de polderbeambte Joh. Stoof, al die
jaren de bemaling bediend.
Door den Kerkeraad der Gerefor
meerde Kerk alhier, zijn op het tweetal
voor ouderling, vacatur© Buitelaar, (ver^
pliahte aftreding) geplaatst, d© heeren W.
van 't Riet en A. Peters en voor diaken
(vacature van den Berg), d© heeren O.
van Hcmessen en R. Los.
RECLAME.
(jUikaaJ
3877
HAARLEMMERMEER. Mej. M. Claij,
onderwijzeres aan de openbare lager©
school No. 10 te Rijk,alhier, heeft over
plaatsing gevraagd naar school 0 te Zwa
nenburg, alwaar een vacature zal ontstaan
wegens het aan mej, Mensing met ingang
van i Januari a.s. verleend eervol ontslag.
Voor de benoeming van personeel tot
het geven van vervolgonderwijs aan eeni
ge openbare lagere scholen in deze ge
meente, worden voorgedragen de heeren
W. G. F. Sant te NieuwvennepA. Kroes
en H. D. v. d. Hor t© Abbcnes en S. VekL-
man en S. Mastbergon, te Hoofddorp.
HILLEGOM. Burgerlijke Stand.
GetrouwdJ. H. v. Ham en A. H. van
Gilst; O. Bos en G. Koger; W. Roest en
G. W. Lettink.
Bevallen P. SeppBeukers, d.P. Doea
Warmenhoven, d.
Overleden: J. A. Lommerse, vr. 2 m.
De duikelaar, die duikelende Frankrijk
hoopt te bereiken, is hier Maandag gepas
seerd. 's Middags duikelde hij op Weere-
stein of hij dien dag Lisse bereikt heeft,
weten we niet. Vlug ging het nietna 5
10 Meter geduikeld te hebben, stond dé man
weer op om te zien, waar zijn makker bleef,
die prentbriefkaarten verkoopt. Het is een
zonderlinge manier om de wereld door l©
komen.
De stemming voor notabelen der Ned.-
Herv. Kerk zal Donderdag a.s. plaats hebben.
Candidaat zijn gesteld de heeren L. van
Til Pzn., aftredend J. M. Philippo, aftre
dend H. Keur, en W. van Biezen de beide
laatsten voor de vacature-P. J. Tel kamp.
Naar hel Engelsch, door BERTA RUCK.
(Nadruk verboden)).
G2)
Haai* volgende vraag was: „Denkt ge,
Sd&t George je niet gelukkig zal maken?"
„Mij? Het spreekt vanzelf van niet",
riep ik verschrikt, bijwijze van zelfverde
diging, terwijl ik mijn moedeloos hoofd en
vuurrood gezicht van het kussen ophief.
„Natuurlijk zal George mij niet gelukkig
piaken. Hoe zou dat kunnen?"
„Hoe zou dat kunnen?" herhaalde Phi
lippa met ontstelde, maar vragende stem.
,,Ik zeg dat niet, omdat ikzelv© van
Geörge gehouden heb. Maar ik zeg u, dat
negen van de tien meisjes 5n uw sohoenen
zouden willen staan 1"
De buitenge won© aankondiging kwam mij
bijna over de lippen: „Maar het zijn mijn
Schoenen nietl" De hield ze bijtijds tenig
èn weder kwam de hartgrondige wensoh
bij mij op, dat' ik tooveren kon en door
mijn wil het meisje in de kamer roepen,
.dat daar in mijn plaats had moeten wezm
en het (kruisverhoor ondergaan omtrent
5de innigste geheimen van haar hart.
Zij zou er nicte tegen gehad hebben. Zij,
[Vera Yayne zou vroolijk en stomp, op al
Philippa'8 vragen een antwoord gereed
hebben: „Mij gelukkig maken? Hij? O ja:
bet huwelijk is een loterij, daarmee is alle©
gezegd!" Ik hoorde nog het onoverwinlijke
platte Londensche dialect bij iets, dat zij
■tot mij gezegd had, t-oen wij gingen lun-
jbheji in den trein. „De eene man Js vrijwel
eender als de andere; als een vrouw maar
eerst geleerd heeft hoe ze hen behandelen
moet. D© twee Y's, hé? „Vleien, voeden,
dat is de zaak 1 Niemand wil graag een
oude vrijster wordenalleen rondzwer
vende door de wereld evenmin. Dat is
geen leven v»oor een jong meisje. Ik moet
je zeggen, dat ik goed met hem af was,
maar van die deftige familie, daar moet
ik niets van hebben..."
De denkbeeldige klanken van Mevrouw
Merediths uitvallen werden weldra afge
broken door meer wezenlijke geluiden; de
fiere, flinke, onderzoekende, allerbekoor
lijkste stem van Philippa Tracey.
^Waarom denk je, dat George je niet
gelukkig zou kunnen maken, Rose?*'
„O lieve tijdl" riep ik, met mijn han
den in het haar; ik had een gevoel of 5k
het uittrok en er sfcroo in stak. „Philippa
daar denk ik niet overl"
„Denk je daar niet over?" drong het
andere meisje weer aan. „Terwijl hij pas
met je getrouwd is? Jij, zoo jong ©n zoo
aantrekkelijk..."
„Hij vindt mij niet aantrekkelijkriep
ik uit. „Ik meen, hij denkt daar niet over V-
„O jawel. Dat doet hij zeker wel", «ei
Philippa. En haar donker© oogen 6ohenen
iedere bijzonderheid van mijn uiterlijk op
te nemen. Zij sprak heel vriendelijk en on
persoonlijk, alsof zij een beschrijving gaf
van een plant. „Je handen en voeten zijn
keurig, en je hebt noo'n aardig figuurtje
en je teint is allerliefst. Al dat rose en
wit met het goudbruin© haarl Het ziet ©r
zoo zacht uit, zooals het daar op het kus
sen ligt. En je ooren zijn%als een passie
bloem zoo blauw. Je bent net een dame
-zooals Watteau.ze schilderde". Je moet altijd
een waaier bij je hebben en een bouquet,
een strik van hemelsblauwe wapperende
linten, ©en krans van kleine roosjes om
je heen. Alles dingen, die meisjes zooals
ik bespottelijk zouden staan."
Zij wierp een snellen, vluehtigen blik op
de terugkaatsing van baar eigen als 't
ware gebeeldhouwde trekken in den spie
gel. „Niet, dat wij meenen verheven t©
zijn boven die aardige, beuzelachtige din
gen. Ze zijn boven ons verheven... En weet
je, Rose, hoe gelukkig je bent, dat lieve,
zachte, breekbare; ecu wig-vrouwelijke te
hebben, waar mannen altijd dol op zijn?
Dat eteolt altijd hun hart. In de middel
eeuwen won do schoone Rosamond koning
Edwards hart. Het boeide Romney en Nel
son in d© achttiendb eeuw. En in 1916 heeft
het George weten' te boeien.''
„Neen, neen!'* riep ik eindelijk opge*
wonden uit. „Als je bet maar eens wist.
Geopge is er volstrekt niet door geboeid
(Men kon op zijn vrouw waarlijk niet <he
woorden van Philippa toepassen, wel?)
„Ik heb het teker niet gedaan 1"
Een ongeloovig laabje vertoonde zich op
Philippa's gezicht. „Je meent zeker, dat
j© je op 't oogenblik verbeeldt dat hij zich
niet tot je aangetrokken voeltt"
„Volstrekt niet. Ik weet, dat hij zich
daar niet Co© aangetrokken voelt."- En er
was toen heel weinig „rose en blank" op
het gezicht, dat zoozeer door Philippa ge
vleid waa. Het voelde verschroeiend rood.
Zij keek naar mij: „Ben jo nu zelfs niet
verliefd op hem?" vroeg zij.
„Nooit I Er is nooit kwestie van zoo iets
geweest", verklaarde ik, nog opgewon
den. „Daar fa nooit, nooit over gedacht I
Daar... daar is geens prake van..."
„Wat een merkwaardig soort van huwe
lijk", zei Philippa Tracey dof. Ik kon een
klein lachje niet weerhouden. Hoe ver en
ver was zij er nog van af te vermoeden,
hoe „merkwaardig" de band was tusschen
George en het meisje, dat zij voor het
gekste oorlogsbruidje moest houden, dat
ooit in de register© werd Ingeschreven 1
„Toch had ik er verleden een eed op
kunnen <loen", hernam zij, nu eenigszins
twijfelachtig. „Ik kon bijna met zekerheid
gezegd hebben, dat ge niet iemand anders
liefhad 11"
„Neen, in 't geheel nietl" verklaarde
ik weder, leunende op mijn elleboog, om
haar recht in 't gezicht te kunnen zien. „Er
zijn al ingewikkelde geschiedenissen ge
noeg in mijn leven, zou ik meenen, zonder
dat ik op iemand verliefd ben geweest."
„Welke ingewikkelde geschiedenissen
dan?" vroeg Philippa bedaard, maar met
aandrang. „Welke complicaties, Rose?"
Wanhopig schudde ik mijn hoofd. Alles
scheen om mij heen te draaien. Het heelo
kruisverhoor van George (en dat was toch
streng genoeg) was geen millioenste deel
zoo moeilijk als dit gericht van Philippa.
(En toch wenschen sommige vrouwen
vrouwelijke rechters en jury's. Ik dank je!)
Zij vervolgd© mij-.., mij, het meisje, dat
zij voor baar mededingster hield... met
vragen, die niet te beantwoorden waren.
„Denk je niet, dat j© spoedig van heul
zult gaan houden? Waarom niet? Nooit?
'Waarom nam jo hem dan? Waarom wou
j© dien dag in den hoedenwinkel zoo graag
weten, hoe ik over George dacht? Je zei,
dat je zijn portret in je hart hadis hij
dan veranderd sedert je hem voor 't eerst
gezien hebt? Wat dacht j© van hem, toen
je hem voor 't eerst zag? Herinner je je
dat niet? Maar wanneer was dal Kan
je me dat niet vertellen? En waar, Rose,
waar?"
„Ol" in wanhoop. „In Parijs 1"
„In Parijs? O neenl Ik bedankte hem in
Londen", zei het andere meisje snel, „en
je moet een week daarna mat hem ge
trouwd zijn. Daarenboven, toen je bier
met Lady Meredith kwam lunchen, zei jo
tot mijn moeder, dat je een heclen tijd
vóór den oorlog voor 't laatst in Parijs
geweest was. Heb je toen in dien tijd
George voor 't eerst gezieü?"
„Toen? Neen, ik geloof van piet", riep
ik buiten adem uit. „Toen was ik alleen
met mijn eigen moeder. Ik was toen vol
maakt gelukkig. Ik had zelfs nooit van
kap... van hem hooren spreken en ik zou
een mood ding geven", (ik wond mijzeive
veel te veel op) „als ik nooit, neen, nooit
van hem gehoord had of van iemand, die
met hem te maken heeft."
Philippa Tracey keek mij zóó streng aan,
dat ik mijn gezicht in mijn kussen verber
gen moest. Maar door de verwarde krulle
tjes om mijn brandend hecte ooren boorde
ik haar stem. De ernstige, onnatuurlijke
liefheid was er geheel uit verdwenen. De
stem klonk geagiteerd:
„Rose, luister naar mij. Ik heb j© ver
teld, dat ik jo man bedankt heb..."
Verschrikt mompelde ik: „O, 6preek zoo
nietl" maar zij scheen niet t© hooren wat
ik zei. Zij ging voort:
„Ik bedankt© hem, omdat ik te veel van
hem hield. Ik begreep hem te goed. Ik
wist, dat ik hem niet gelukkig gemaakü
kon hebben. Maar..."
(Wordt vervolgd),