In verkeerde Schoenen. No. 19541. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 20 November. Tweede Blad. Anno 1923. BINNENLAND. UIT DE RIJNSTREEK. i n ALLEEN ECHT MET DEN j UIT DE OMSTREKEN. FEUILLETON. De Kabinetscrisis. Het volgende telegram is aan mr. D. A. iP. N. Kooien gezonden: Het hoofdbestuur van de Algemeene Vereeniging van Leeraren bij het Middel baar Onderwijsoverwegende, dat omvang en aard van den arbeid dringend een af- aonderlijk Ministerie van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen eischen; overwe gende, dat door combinatie met een ander Departement geen bezuiniging wordt ver kregen, die ook maar eenigszins tegen de schade, aan deze takken van dienst toege bracht, zou kunDCD opwegen; betreurende, dab de mogelijkheid bestaat, dat Neder land het eenige land in Europa zou wor den, dat geen afzonderlijk Ministerie van Onderwijs zou hebben; vraagt u dringend uw bemiddeling tot handhaving van den bestaanden toestand. De Vlootwet en de crisis. Gisteravond heeft voor de afdeeling Am sterdam -van den Ned. Christen Vrouwen bond te Amsterdam in de Engelsche kerk op het Begijnenhof het Tweede-Kamer-lid C. van der Voort van Zijp over landverde- diging en Vlootwet gesproken. Er is weinig vaderlandsliefde, aldus spr.. Ons leven is meer internationaal dan natio naal. Hel denkbeeld van een vaderland is voor velen verloren gegaan. We moeten de zaak nuchter bezien. Immers, al3 het om het verdedigen van het vaderland gaat, wil ieder behouden wat hem lief is. Ons vader land is de taal, welke we spreken; het is het lied, dat wij zingen, en het is de doodsakker waar de onzen heengingen om te rusten. Het vaderland is een heilig goed. Wat lands verdediging aangaat zijn we een gelukkig volk. We behoefden nooit iets te doen dan ons verdedig»Q. Altijd'voerden we krijg tot afweer, nooit uit imperialistische motieven. Militairisten vindt men in Nederland niet. Ook de Anti Revolutionairen aanvaarden dien naam niet. Met nadruk ontkennen we, dat door ons gelden voor leger en vloot ver spild worden. Maar we willen geen weer loosheid, welke slechts noodlottig is. We willen eenig^n waarborg, dat ons land kan worden verdedigd. Absolute waarborgen heb ben we nooit. In den strijd is het altijd een kans. En tr is een hoogere macht, die zegent en neerslaat Wij hebben slechts het rede lijke middel aan te wenden. Ook gedurende den oorlóg hebben we met ons leger de neu traliteit kunnen handhaven. Ons volk heeft evenwel nooit veel voor het militaire gevoeld. Men zou in dit op zicht jhr De Beaufort kunnen noemen, die een geweldig optimisme op dat punt had. In kringen .die, wat de beginselen aan gaat, aan onze zijde staan, wordt het uit concurrentiezucht met de landsverdediging evenmin nauw genomen. De soc.-democra- ten hebben de overwinning behaald. Zij wa gen het er op wat de landsverdediging aan gaat. In Belgis en in Zweden doen ze dü^ niet. Zij beroepen zich hier te lande op de Internationale en het Intern. Vakverbond. - Maar ondanks dat alles is de ellende in Europa niet verminderd. In de internationale politiek blijkt uit niets, dat er gerechtigheid bestaat bij de volken. Wat de R^geering heeft gevraagd bij de Vlootwet was het geringste, dat ze vragen kon, maar het was goed. De kleine, voor Indië ontworpen vloot vormde een eenheid. De schijn werd gewekt, dat er tusschen de Vlootwet en de bezuiniging verband be stond" Maar, spr. is er van overtuigd, dat op het Departement van Marine zou zijn bezuinigd als Golijn Minister gebleven was! Ik betreur, aldus de heer Van der Voort van Zijp, zeer, dat de Vlootwet is verwor pen en veel moet nog opgehelderd worden. Er zijn in 1922 besprekingen gevoerd. Maar hoe was de afspraak precies? Hebben alle leden kennis genomen van die besprekin gen. De heer Van Schaick heeft meer theo retisch dan praclisch over de Vlootwet ge sproken Het is te hopen, dat de breuk in de R.-K partij nog kan worden hersteld. Een oplossing van de crisis is in de eerste dagen nog niet te verwachten. We moeten een weg vinden voor de verdediging van IndiS en ons land en er moet volledige overeenstemming komen over de in te voe ren bezuiniging^ Misschien is het mogelijk aan de bezwaren tegemoet te komen door Soerabaja tot basis te maken met twee hulp bases en Tandjong-Priok te laten rusten. Het is te hopen met het oog op de lands verdediging, maar ook ten aanzien van het .Regeeringsbeleid, dat er toenadering tus schen de drie rechtsche groepen tot stand komt en een rechtsch Kabinet de leiding neemt. We zweten niet bij de Coalitie, maar het is noodig, dat in deze tijden aan het hoofd van ons land een vast bewind staat. De partijen, welke de beginselen gemeen hebben, kunnen deze waarborgen geven. Alleen van een rechtsch bewind kan kracht uitgaan en dit alleen kan een zegen zijn voor ons land in zake de landsverdediging. Gisteravond heeft de heer J. Snoeck Hen- kemans in een vergadering, te Rotterdam door de C.-H. Unie belegd, gesproken over de crisis. Hij gaf eerst een overzicht van de maatregelen, die de aftredende Regeering had willen nemen, om tot bezuiniging te komen, en legde er den nadruk op, dat tus schen de nu afgestemde Vlootwet en de be zuiniging niet het minste verband bestond en daarom noemde hij het van de tegen standers oneerlijk, dat zij het hadden doen voorkomen alsof er een onverbrekelijk ver band bestond. Daaraan is het te wijten ge weest, dat de Vlootwet is verworpen. Spr. gaf daarop een weerlegging van de critiek op de Vlootwet en zei de verwerping ten zeerste te betreuren. Hij vreest, dat, indien het niet gelukt alsnog iets in den geest van de Vlootwet te krijgen, de dagen van Neder land als koloniale mogendheid geteld zul len zijn. De crisis besprekend, zei de heer Snoeck Henkemans, dat er than9 moet komen een Kabinet, dat zich ten doel stelt maatregelen te nemen voor het behoud van onze kolo niën en orde op de financiën te- stellen. Uit de financieele reorganisatie zal de noodza kelijkheid van wijziging der sociale wetge ving voortvloeien. Verder besprak hij de op dracht, aan mr. Kooien gegeven. Als zijn persoonlijke meening vond hij, dat men eerst had moeten probeeren of mr. Mar- chant een Kabinet had kunnen samenstel len uit de oppositie. Den heer Kooien noemde spr. een heel knappen man men had deze taak moeilijk aan bekwamer handen kunnen opdragen. Toch had hij liever een Protestantsch mi nister-president gezien. Hoe het op het oogenblik met de oplos sing van de crisis staat, wist spr. niet. Hij had geïnformeerd, maar hij wa9 niets te weten gekomen! Indien het mislukt een Regeeringsmeerderheid te vinden in de Christelijke partijen, dan vreesde hij. dal men zou komen tot 'een belangenpolitiek, waarvan hij groote nadeelen voor ons volk voorziet. Spr. uitte ten slotte de hoop, dat ook uit dezen moeilijken tijd door Gods zegen nog iets goeds zal voortkomen. Regeling belastingheffing in Ned.-Indifi van naaml. vennootschappen en andere rechtspersonen. De Minister van Koloniën heeft: I. ingesteld een commissie, waaraan wordt opgedragen aan hem, Minister, advies uit te brengen over de vraag, of eri in hoever het wenschelijk is, de huidige regeling van de belastingheffing in Ncderlandsch-Indië van naamlooze vennootschappen en andere rechtspersonen, vervat in de Herziene Or donnantie op de inkomstenbelasting 1920 (Ordonnantie van 19 Mei 1921, Indisch Staatsblad no. 312, zooals zij sedert is gewij zigd en aangevuld,) en in de ordonnantiën op de daarmede verband houdende bijzon dere heffingen, te Vervangen door die, welke door de commissie tot herziening van het In disch belastingstelsel, ingesteld bij besluit van den Gouverneur-Generaal van Nederl.- Indiè van 5 Juli 19$2, no. 25, is aanbevolen in het eerste door haar uitgebracht verslag, dan wei door eenige andere, en, zoo ja, door welke regeling; II. benoemd in deze commissie: tot lid en voorzitter: prof. mr. G. W. J. Bruins, hoogleeraar aan de Nederlandsche Handelshoogeschool te Rotterdam; tot leden de heeren H. B. Defoer, oud-di recteur der Handelsvereeniging Amsterdam, te Amsterdam; G. J. J. Janssen, oud-directeur van financiën in Nederl.-Indië, te 's Graven- hage; mr. dr. J. H. R, Sinninghe Damsté, ad ministrateur aan het Departement van Fi nanciën, te 's Gravenhage, en mr. W. Suer- mondt Lz., lid van de firma A. C. Fraser Co., te Rotterdam; tot secretaris den heer L. J. van der Waals doctorandus in de handelswerenschap, hoofd commies aan het Departement van Koloniën, te 's Gravenhage III. de commissie uitgenoodigd, haar werk zaamheden in dier voege te regelen, dat haar advies den minister uiterlijk op 31 Januari 1924 zal hebben bereikt Uit de mijnindustrie. Uit Heerlen wordt gemeld: In zake het voorstel van de mijn directies, de loon en der mijnwerkers tot minstens 1 Augustus 1924 vast te leggen en voorts voor onbe- paalden ^ijd te laten voörtduren met een opzegtermijn van vier maanden, hebben de Chr. Mijnwerkersbond en de Prot. Chr. Mijnwerkersbond en de Prot. Chr. Mijnwer kersbond deze loonregeling aanvaard. De Alg. Ned. Mijnwerkersbond heeft in een aan de Contactcommissie gericht schrij ven eveneens de loonregeling aanvaard, doch daarbij de hoop uitgesproken, dat de toezegging van de directies ten aanzien van het doen weerspiegelen van betere uitkom sten van het bedrijf in de loonen ook voor de volgende periode van kracht te doen zijn en vooral 't laagst bezoldigd-ondergrondsch personeel, alsmede het bovengrondsch per soneel, zooveel mogelijk Van de loonstijging oe doen genieten. De Moderne Bond gehoudt zich echter voor, om tijdens den duur der loonregeling eventueel met voorstellen te komen tot een extra-uitkcering in' eens. wanneer de toe stand dit noodzakelijk mogelijk maakt. Onder voorzitterschap van mgr. Nolens zal morgen te 's-Gravenhage-een commissie bijeenkomen tot bespreking van de wensche- lijkheid, het bovengtondsche der mijnen, dat tot nog toe behoort onder het Staatstoe zicht, geheel of gedeeltelijk te laten komen onder het toezicht dér arbeids-inspectie Aan deze bespreking zullen ook vertegen woordigers der mijnwerkersorganisaties ■deelnemen. Op aandringen van den Belgischen Chris- telijken Mijnwerkorsbond is uitgewezen lei ders van den Duitschön Chr. Mijnwerkers bond in Rijnland weer vergunning verleend in het bezette gebied terug te kieren. Nu de hernieuwde openbare behande ling in de Tweede Kamer van het we te- ontwerp-Rutgers, beoogende de invoering van Plaatselijke Keuae, in het a.s. voorjaar verwacht mag worden, heeft de Nederland sche Drank weer een krachtige aotie op .touw gezet. Uit den Nationalen Bond voor Plaatselijke Keuze en de Blauwe-Week- Commissie is een Comité van Actie be noemd, dat met de voorbereiding van oen groote nationale betooging in Den Haag in Februari a.s. is belast. Het Comité be staat uit de heeren P. van der Meulen, te Utrecht, voorzitterH. Ploeg Jr., te Utrecht, secretaris; ds. J. H. Ledeboer, te Amsterdam, penningmeester G. L. de Haas en ds. A. J. Montijn. beiden te Utrecht. Staatsblad No. 508 bevat een Kon. be sluit van 7 November, tot onteigening ten behoeve van de ophooging van den dijk, ge naamd de Bilderdammerlaan, gelegen in de gemeenten Leimuiden, Aalsmeer en Uit hoorn In de gisteren in een der hoofdadmi- nislratiegebouwen der Nederlandsche Spoor wegen te Utrecht gehouden vergadering van den loonraad voor het spoorwegpersoneel is besloten, om, inzake het voorstelder direc tie betreffende loonsverlaging, aan de di rectie om nadere gegevens te vragen. In ver band hiermede werd de behandeling van dit voorstel uitgesteld. De Minister van Koloniën maakt be kend, dal op nader te bepalen data, in De cember. gelegenheid zal bestaan tot het af leggen van de examens ter verkrijging vari de akten van bekwaamheid tot het geven van middelbaar en van lager onderwijs in Nederlandsch-Indië in de land- en volken kunde van Nederlandsch-Indië en in de in- heemsche talen van den Oost-Indischen Archipel. Zij, die aan een dezer examens wenschen deel te nemen, gelieven daarvan vóór 3 December schriftelijk kenni9 te geven aan: a. prof. dr G. A. J. Hazeu, te Leiden, .voor wat betreft de examens voor de mid delbare akten; b. het Departement van Ko loniën (9de afdeeling, onderafdeeling AB) voor de examens voor de lagere akten. Op de prijsvraag, uitgeschreven door de Vereeniging der Bouwkunst te Gronin gen, met het doel, een betere oplossing te vinden voor den gevel van het hotel-café „De Unie" aldaar, ten einde aan de Groote Markt een beter aanzien te geven, zijn 50 ontwerpen ingekomen. De lsto prijs is toe gekend aan den heer J. Dorland te Am sterdam, de 2de aan den heer H. Rus- scher, te Rotterdam. Het ontwerp van den. heer J. H. Redelaar, te 's-Gravenhage, en de inzending van den heer H. B. Bulder, te .Groningen, zijn beide voor een eervolle vermelding voorgedragen. De jury bestond uit de heeren A. Baart, architect te Leeuwarden; G. Knuttel Jr. bouwkundig-ingenieur te 's-Gravenhage Jan Kuiler, architect te Groningen; J. A. Mulock Houwer, oud-directcur van gemeen tewerken te Groningen, en T. Tonkens, ar chitect te Groningen. Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, J. van Oldenborgh, te Overveen, gem. Bloe- mendaal, directeur van het Provinciaal Wa terleidingbedrijf van Noord-Holland, oud directeur van het Rijksbureau voor drink watervoorziening; ia M. L. Kattenburg, voor zitter van de te Rotterdam gevestigde ver eeniging Montifiore, benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau; is aan het lid van den Raad van Nederlandsch-ïndië A. J. W. Harloff, op verzoek, met ingang van 3 Januari, eervol ontslag verleend uit 's Lands dienst, onder dankbetuiging. De gewone audiënties van de Minis ters van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen. van Marine en van Waterstaat zullen deze week niet plaats hebben. ALPHEN. Zaterdagavond gaf de heer L. Somer, begeleid door den heer Maurice van Yzer op de piano, in het Nutsgebouw alhier, een vioolavond. Do aanwezigen hebben zonder uitzonde ring genoten. Over het programma, dat een vijftal nummers telde, zullen wij zeer kort zijn, hoewel juist de beknoptheid van het programma ons aanleiding zou geven tot een breedvoerig overzicht. Wij sluiten ons echter geheel aan bij 'een gezegde van een der aanwezigen, die. na zijn gevoelens te hebben uitgedrukt, zeide: „We hebben waar voor ons geld gehad" En dit is de waarheid; zeer jammer is het dan ook geweest, dat zoo weinigen che® avond (hebben bijgewoond, een avond van waar kunstgenot. Tot notabelen der Ned.-Herv. Kerk alhier, zijn gekozen de heeren D. Blijleven en D. van der Linden H.Fzn. HOOGMADE. Alhier is Zondag in het water langs den Hoogmadenschen polder drijvende gevonden het lijkje van het 21/»- jarig zoontje van J. van L., dat sedert eenige dagen werd vermist. LEIDERDORP. Tot kerkvoogd bij de Ned. Herv. Gemeente is herkozen de heer T. Rijnsburger; terwijl tot notabelen ge kozen zijn de heeren T. Boekee en J. de Graaf, en tot leden van het kiescollege Je heeren J. Rijnsburger Pz., T. Boekee, W. J. van Groeningen en M. P. Splinter. WADDINGSVEEN. Burg. Stand. Geboren: Maria Johanna Elizabeth, d. v. H. M. D. Theussen en M. Breedveld; Re becca, d. v. W. Scheurwater en J. Sanner; Lyse Betje, d. v. M. Vink en W. van dor LaanCornelis, z. v. J. Oskam en J. Kriege. Overleden i Daniël Bremmer, 66 j.# Do werkman G. welke de afscheeps- plaats moest passeeren met een kachel op eijn schouder, had het ongeluk te vallen. De kachel was stuk en de handen van G. waren zoodanig verwond, dat hij zich onder geneeskundige behandeling moest stellen en zijn werkzaamheden niet kon waarnemen. Zondagavond laat werd D. J. onver wacht aangevallen in de spoorboschjes door drie jongelui, nog' iets van wraak, wegens werken van D. J. met de staking in Maart I.L De drie jongelui zijn bekend on de zaak is in handen van de politie. WOUBRUGGE. Aanstaanden Donder* dag zal het 10 jaren geleden zijn, dat da electrisoho bemaling van den Oudendijk- schen pold r voor het eerst het water uit den polder op den boezem bracht. Een feit van gewicht, daar de windmolens in het najaar niet bij machte waren, het land bo, ven water te houden, vooral niet wat t>©- treft het land van den aangrenzenden Pias- polder. Wat natuurschoon betrof, was het te betreuren dat de twee statige molens ver dwenen. Zeer ten genoege van het polderbestuur, heeft de polderbeambte Joh. Stoof, al die jaren de bemaling bediend. Door den Kerkeraad der Gerefor meerde Kerk alhier, zijn op het tweetal voor ouderling, vacatur© Buitelaar, (ver^ pliahte aftreding) geplaatst, d© heeren W. van 't Riet en A. Peters en voor diaken (vacature van den Berg), d© heeren O. van Hcmessen en R. Los. RECLAME. (jUikaaJ 3877 HAARLEMMERMEER. Mej. M. Claij, onderwijzeres aan de openbare lager© school No. 10 te Rijk,alhier, heeft over plaatsing gevraagd naar school 0 te Zwa nenburg, alwaar een vacature zal ontstaan wegens het aan mej, Mensing met ingang van i Januari a.s. verleend eervol ontslag. Voor de benoeming van personeel tot het geven van vervolgonderwijs aan eeni ge openbare lagere scholen in deze ge meente, worden voorgedragen de heeren W. G. F. Sant te NieuwvennepA. Kroes en H. D. v. d. Hor t© Abbcnes en S. VekL- man en S. Mastbergon, te Hoofddorp. HILLEGOM. Burgerlijke Stand. GetrouwdJ. H. v. Ham en A. H. van Gilst; O. Bos en G. Koger; W. Roest en G. W. Lettink. Bevallen P. SeppBeukers, d.P. Doea Warmenhoven, d. Overleden: J. A. Lommerse, vr. 2 m. De duikelaar, die duikelende Frankrijk hoopt te bereiken, is hier Maandag gepas seerd. 's Middags duikelde hij op Weere- stein of hij dien dag Lisse bereikt heeft, weten we niet. Vlug ging het nietna 5 10 Meter geduikeld te hebben, stond dé man weer op om te zien, waar zijn makker bleef, die prentbriefkaarten verkoopt. Het is een zonderlinge manier om de wereld door l© komen. De stemming voor notabelen der Ned.- Herv. Kerk zal Donderdag a.s. plaats hebben. Candidaat zijn gesteld de heeren L. van Til Pzn., aftredend J. M. Philippo, aftre dend H. Keur, en W. van Biezen de beide laatsten voor de vacature-P. J. Tel kamp. Naar hel Engelsch, door BERTA RUCK. (Nadruk verboden)). G2) Haai* volgende vraag was: „Denkt ge, Sd&t George je niet gelukkig zal maken?" „Mij? Het spreekt vanzelf van niet", riep ik verschrikt, bijwijze van zelfverde diging, terwijl ik mijn moedeloos hoofd en vuurrood gezicht van het kussen ophief. „Natuurlijk zal George mij niet gelukkig piaken. Hoe zou dat kunnen?" „Hoe zou dat kunnen?" herhaalde Phi lippa met ontstelde, maar vragende stem. ,,Ik zeg dat niet, omdat ikzelv© van Geörge gehouden heb. Maar ik zeg u, dat negen van de tien meisjes 5n uw sohoenen zouden willen staan 1" De buitenge won© aankondiging kwam mij bijna over de lippen: „Maar het zijn mijn Schoenen nietl" De hield ze bijtijds tenig èn weder kwam de hartgrondige wensoh bij mij op, dat' ik tooveren kon en door mijn wil het meisje in de kamer roepen, .dat daar in mijn plaats had moeten wezm en het (kruisverhoor ondergaan omtrent 5de innigste geheimen van haar hart. Zij zou er nicte tegen gehad hebben. Zij, [Vera Yayne zou vroolijk en stomp, op al Philippa'8 vragen een antwoord gereed hebben: „Mij gelukkig maken? Hij? O ja: bet huwelijk is een loterij, daarmee is alle© gezegd!" Ik hoorde nog het onoverwinlijke platte Londensche dialect bij iets, dat zij ■tot mij gezegd had, t-oen wij gingen lun- jbheji in den trein. „De eene man Js vrijwel eender als de andere; als een vrouw maar eerst geleerd heeft hoe ze hen behandelen moet. D© twee Y's, hé? „Vleien, voeden, dat is de zaak 1 Niemand wil graag een oude vrijster wordenalleen rondzwer vende door de wereld evenmin. Dat is geen leven v»oor een jong meisje. Ik moet je zeggen, dat ik goed met hem af was, maar van die deftige familie, daar moet ik niets van hebben..." De denkbeeldige klanken van Mevrouw Merediths uitvallen werden weldra afge broken door meer wezenlijke geluiden; de fiere, flinke, onderzoekende, allerbekoor lijkste stem van Philippa Tracey. ^Waarom denk je, dat George je niet gelukkig zou kunnen maken, Rose?*' „O lieve tijdl" riep ik, met mijn han den in het haar; ik had een gevoel of 5k het uittrok en er sfcroo in stak. „Philippa daar denk ik niet overl" „Denk je daar niet over?" drong het andere meisje weer aan. „Terwijl hij pas met je getrouwd is? Jij, zoo jong ©n zoo aantrekkelijk..." „Hij vindt mij niet aantrekkelijkriep ik uit. „Ik meen, hij denkt daar niet over V- „O jawel. Dat doet hij zeker wel", «ei Philippa. En haar donker© oogen 6ohenen iedere bijzonderheid van mijn uiterlijk op te nemen. Zij sprak heel vriendelijk en on persoonlijk, alsof zij een beschrijving gaf van een plant. „Je handen en voeten zijn keurig, en je hebt noo'n aardig figuurtje en je teint is allerliefst. Al dat rose en wit met het goudbruin© haarl Het ziet ©r zoo zacht uit, zooals het daar op het kus sen ligt. En je ooren zijn%als een passie bloem zoo blauw. Je bent net een dame -zooals Watteau.ze schilderde". Je moet altijd een waaier bij je hebben en een bouquet, een strik van hemelsblauwe wapperende linten, ©en krans van kleine roosjes om je heen. Alles dingen, die meisjes zooals ik bespottelijk zouden staan." Zij wierp een snellen, vluehtigen blik op de terugkaatsing van baar eigen als 't ware gebeeldhouwde trekken in den spie gel. „Niet, dat wij meenen verheven t© zijn boven die aardige, beuzelachtige din gen. Ze zijn boven ons verheven... En weet je, Rose, hoe gelukkig je bent, dat lieve, zachte, breekbare; ecu wig-vrouwelijke te hebben, waar mannen altijd dol op zijn? Dat eteolt altijd hun hart. In de middel eeuwen won do schoone Rosamond koning Edwards hart. Het boeide Romney en Nel son in d© achttiendb eeuw. En in 1916 heeft het George weten' te boeien.'' „Neen, neen!'* riep ik eindelijk opge* wonden uit. „Als je bet maar eens wist. Geopge is er volstrekt niet door geboeid (Men kon op zijn vrouw waarlijk niet <he woorden van Philippa toepassen, wel?) „Ik heb het teker niet gedaan 1" Een ongeloovig laabje vertoonde zich op Philippa's gezicht. „Je meent zeker, dat j© je op 't oogenblik verbeeldt dat hij zich niet tot je aangetrokken voeltt" „Volstrekt niet. Ik weet, dat hij zich daar niet Co© aangetrokken voelt."- En er was toen heel weinig „rose en blank" op het gezicht, dat zoozeer door Philippa ge vleid waa. Het voelde verschroeiend rood. Zij keek naar mij: „Ben jo nu zelfs niet verliefd op hem?" vroeg zij. „Nooit I Er is nooit kwestie van zoo iets geweest", verklaarde ik, nog opgewon den. „Daar fa nooit, nooit over gedacht I Daar... daar is geens prake van..." „Wat een merkwaardig soort van huwe lijk", zei Philippa Tracey dof. Ik kon een klein lachje niet weerhouden. Hoe ver en ver was zij er nog van af te vermoeden, hoe „merkwaardig" de band was tusschen George en het meisje, dat zij voor het gekste oorlogsbruidje moest houden, dat ooit in de register© werd Ingeschreven 1 „Toch had ik er verleden een eed op kunnen <loen", hernam zij, nu eenigszins twijfelachtig. „Ik kon bijna met zekerheid gezegd hebben, dat ge niet iemand anders liefhad 11" „Neen, in 't geheel nietl" verklaarde ik weder, leunende op mijn elleboog, om haar recht in 't gezicht te kunnen zien. „Er zijn al ingewikkelde geschiedenissen ge noeg in mijn leven, zou ik meenen, zonder dat ik op iemand verliefd ben geweest." „Welke ingewikkelde geschiedenissen dan?" vroeg Philippa bedaard, maar met aandrang. „Welke complicaties, Rose?" Wanhopig schudde ik mijn hoofd. Alles scheen om mij heen te draaien. Het heelo kruisverhoor van George (en dat was toch streng genoeg) was geen millioenste deel zoo moeilijk als dit gericht van Philippa. (En toch wenschen sommige vrouwen vrouwelijke rechters en jury's. Ik dank je!) Zij vervolgd© mij-.., mij, het meisje, dat zij voor baar mededingster hield... met vragen, die niet te beantwoorden waren. „Denk je niet, dat j© spoedig van heul zult gaan houden? Waarom niet? Nooit? 'Waarom nam jo hem dan? Waarom wou j© dien dag in den hoedenwinkel zoo graag weten, hoe ik over George dacht? Je zei, dat je zijn portret in je hart hadis hij dan veranderd sedert je hem voor 't eerst gezien hebt? Wat dacht j© van hem, toen je hem voor 't eerst zag? Herinner je je dat niet? Maar wanneer was dal Kan je me dat niet vertellen? En waar, Rose, waar?" „Ol" in wanhoop. „In Parijs 1" „In Parijs? O neenl Ik bedankte hem in Londen", zei het andere meisje snel, „en je moet een week daarna mat hem ge trouwd zijn. Daarenboven, toen je bier met Lady Meredith kwam lunchen, zei jo tot mijn moeder, dat je een heclen tijd vóór den oorlog voor 't laatst in Parijs geweest was. Heb je toen in dien tijd George voor 't eerst gezieü?" „Toen? Neen, ik geloof van piet", riep ik buiten adem uit. „Toen was ik alleen met mijn eigen moeder. Ik was toen vol maakt gelukkig. Ik had zelfs nooit van kap... van hem hooren spreken en ik zou een mood ding geven", (ik wond mijzeive veel te veel op) „als ik nooit, neen, nooit van hem gehoord had of van iemand, die met hem te maken heeft." Philippa Tracey keek mij zóó streng aan, dat ik mijn gezicht in mijn kussen verber gen moest. Maar door de verwarde krulle tjes om mijn brandend hecte ooren boorde ik haar stem. De ernstige, onnatuurlijke liefheid was er geheel uit verdwenen. De stem klonk geagiteerd: „Rose, luister naar mij. Ik heb j© ver teld, dat ik jo man bedankt heb..." Verschrikt mompelde ik: „O, 6preek zoo nietl" maar zij scheen niet t© hooren wat ik zei. Zij ging voort: „Ik bedankt© hem, omdat ik te veel van hem hield. Ik begreep hem te goed. Ik wist, dat ik hem niet gelukkig gemaakü kon hebben. Maar..." (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5