No. 19541.
DINSDAG 20 NOVEMBER
Anno 1923
Officieele Kennisgeving.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
RESTAURANT „SUISSE".
Hedenavond en Morgenavond HEIN RAVEN
Conférencier, Cabaretier, Cbansonnier.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER AD VERTE NïIENi
80 Cts. per regel. Bi) regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30.
j Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven
'30 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
E- -
Bureau Noordelndspleln ÏRlefoonnummert voor
Directie en Administratie 175 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
yoor Leiden per 8 maanden 8.85, per week
teVefMM
va It 0 .18,1
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.13,
Franco per post ƒ2.85 4- portokosten.
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
Aan den gemeentelijken vischwinkel,
iVischmarkt 18 (telef. 1225) is WOENSDAG
Verkrijgbaar: WIJTING a f0.11, SCHEL-
VISCH a f 0.20—f 0.33, SCHOL a f0.21,
KABELJAUW a f 0.44, TARBOT a f 0.66 en
JONG ail.per pond.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgem.
i Leiden, 20 November 1923.
De nieuwe lijn LeidenDen HaagScheve-
ningen van de N. Z. H. T. M.
Reeds meermalen hebben wij, ten einde
aan de belangstelling van onze lezers te ge-
moet te komen, een en ander meegedeeld
over de in aanleg zijnde electrische tramlijn
LeidenDen Haag—-Sgheveningen, waarbij
wij ons in hoofdzaak moesten bepalen tot
werkzaamheden in en in de nabijheid
/an onze gemeente.
Op uitnoodiging van den Directeur van de
Maatschappij, ir. Burgersdijk, hebben wij
met eenige collega's gisteren deze tramlijn
in oogenschouw kunnen nemen, zoodat wij
thans in staat zijn er iets meer van te kun
nen vertellen.
's Middags circa één uur werden wij door
'den Directeur, die vergezeld was van ir.
Modderman, in het station S. S. te 's-Gra-
venhage ontvangen en stonden auto's gereed
om ons langs de lijn te voeren, waarbij wij
zouden kunnen rekenen op de welwillende
inlichtingen van de heeren Burgersdijk en
Modderman, terwijl vooraf de heer B. aan
do hand van een situatie -kaart den aanwezi
gen een denkbeeld gaf van de beteekenis der
nieuwe, zeer kostbare lijn. Aan de hand van
deze mededeelingen, aangevuld met uit
eigen aanschouwing waargenomen feilen,
kunnen wij thans van de eerlang ie openen
lijn onzen lezers het volgende meedeelen
Voorop gesteld moet worden, dat al de lij
nen van de N. Z. H., E. S. M. en M.. E. T.
en in de toekomst ook de Staatsspoorlijn
Den HaagScheveningen, samenhangen.
Deze drie Maatschappijen waren vrij
wel dochter-maatschappijen van de H.
IJ. S. M. Toen nu de beide Spoorweg-Mij.'en
S. S. en H. IJ. S. M. een belangengemeen
schap met elkaar sloten en daardoor de S. S.
hot medebezit verkreeg, lag het voor de hand
dat de Staatsspoortram Den HaagScheve-
pingen ook in de combinatie werd opgeno
men. De N. Z. H. was langzamerhand in 't
bezit gekomen van de meeste aandeelen van
de niet bijzonder goed floreerende Maat
schappij tot Exploitatie van Tramwegen (M.
E- T.), en toen nu van verschillende zijden
plannen gemaakt werden, om een electri
sche lijn Den HaagVoorburg te bouwen,
Welke een belangrijk deel der inkomsten
van de eenig overgebleven lijn Den Haag
Leiden zou wegnemen en haar bestaan ge
heel ondermijnen, zou de eenige uitkomst
Zijn vóór die verbinding tusschen Den Haag
en Voorburg kwam, de eleclrificatie van
Leiden naar Den Haag ter hand te nemen.
En dan zou door de belangengemeenschap
/an de S. S. met de II. IJ. S. M. tegelijk de
Slaatsspoor-tram Den Haag—Scheveningen
daarin kunnen worden opgenonxm en kreeg
men dus de lijn LeidenDen HaagSche
veningen. De exploitatie daarvan werd op
gedragen aan de N. Z. H. Deze zou echter
boven hare krachten gaan, indien niet de J
moeder-mij., de Maatschappij der Ned. twee ventilators
Spoorwegen, er haar schouders onderzette.
Waarom deed zij dat
Voor het zeer aanzienlijke lokale verkeer
lusschen Leiden en Den Haag moet de Holl.
Spoor vele locaal-treinljes op dit traject la
ten ioopen.
Hierdoor wordt deze lijn zoodanig bezet,
flat het inleggen van meerdere sneltreinen
tusschen Amsterdam, Den Haag en Rotter
dam zeer bezwaarlijk wordt. Wil de Holl.
Spoor deze hoofdlijn op den duur naar be-
hooren kunnen blijven bedienen, dan zal
het derhalve noodig zijn, dat zij zoo weinig
mogelijk hinder van het door de meerdere
halten steeds langzamer lokale verkeer
ondervindt. Dit kon gevonden worden door
op die lijngedeelten, waar een groot lokaal
verkeer bestaat, vier sporen aan te brengen,
twee voor doorgaande en twee voor lokale
treinen; maar ook, door het lokale verkeer
langs een geheel andere lijn te voeren.
Deze laatste oplossing nu werd hier ge
kozen. Maar nu stond ook vast, dat de
tramlijn Den HaagLeiden moest worden
fieëiectrificeerd. De tusschen gelegen ge
meenten: Voorschoten, Veur, Leidschendam
-en Voorburg, werden daardoor gebaat. Bo
vendien zou de lijn in Leiden en in 's-Gra-
Venhage worden doorgetrokken, waardoor
pet verkeer voor beide plaatsen zeer zou
Worden gediend.
'a Holl. Spoor zal door de nieuwe tram
lijn, ZOO opgevat, een deel van haar op
brengsten derven; zij bespaart zich daar
tegenover ook de onkosten van afzonderlijke
lokaaltreintjes en schept zich de mogelijk-
muV.aaL'doorgaand verkeer ongehinderd
yt ia breiden, waaruit ook winsten zullen
voortvloeien, terwijl zij van de voordeelen,
die uit het vermeerderde lokale verkeer van
de nieuwe electrische tram voortvloeien,
haar deel door het aandeelenbezit terug
ontvangt.
Zóó gezien is de nieuwe electrische lijn
ook in het economisch belang der Holl.
Spoorweg-Mij.
Uit de omstandigheid, dat de nieuwe
tramlijn het directe lokale verkeer van de
Holl. Sp .tusschen Leiden en Den Haag groo-
tendeels zou overnemen, vloeide de redelijke
eisch voort, dat de duur van den rit niet te
lang mocht wezen (hoogstens 40 min. en
een ongestoorde exploitatie moest zijn ge
waarborgd.
De richting van de beslaande stoom
tram dat weten wij in Leiden well
kon die ongestoordheid niet waarborgen.
Tusschen Leiden en "„De Vink" gaat zij
immers al over twee draaibruggen, en
kruist eenmaal den spoorweg Leiden
Woerden. Voorts volgt zij bijna geheel den
bochtigen straatweg, die geen grootere snel
heid dan 20 K.M. gedoogt
De nieuwe tram zal, op een enkele uit
zondering na, langs den koristen weg op
eigen haan van plaats tot plaats gaan; op
een enkele uitzondering na steeds met dub
bel spoor. De tram zal zeer weinig stations
aandoen, in hoofdzaak ingericht zijn op
personenvervoer eD zeer weinig bagage ver
voeren, nl. alleen voer afstanden tusschen
twee vaste punten, en dan slechts met be
paalde treinen. Men denke aan het vervoer
van goederen van de Goud- en Zilver-
fabriek voorheen Van Kempen, naar Den
Haag en omgekeerd, en van bagage uit
Scheveningen, dat men haast zou kunnen
beschouwen als een complex hotels, waar
voor het van belang is, dat koffers en man
den kunnen ontvangen en verzonden wor
den per tram.
Voor zware vrachten, welke bovendien
soms ver van de stations zijn verwijderd,
kan men zich beter van vrachtauto's be
dienen.
Men zal den dienst als het ware kunnen
onderscheiden in een lokaaldienst lusschen
ScheveningenVoorburg, en den dienst
ScheveningenLelden.
Het voornemen is om voor Schevcningen-
Voorburg een vijl-minulen-dienst in te stel
len en voor Schcveningen-Leiden een vijf-
tien-minuten-diensl. Aanvankelijk zal ech
ter worden volstaan met een dienst resp.
van tien en dertig minuten.
Ook beslaat het plan sommige trams
rechtstreeks zonder overstappen te Leiden
van Scheveningen naar Katwijk en. naar
Noordwijk te doen doortoopen. De van en
naar Katwijk loopende trams zullen ook
vrachtgoederen vervoeren. Dit acht de di
rectie vooral in den winter wel van be
lang. In den badtijd verwacht zij succes
van doorloopende trams naar Scheveningen
en Noordwijk-aan-Zee en omgekeerd.
Het rollend materiaal is betrokken uit een
der beste fabrieken in Hongarije. De direc
tie zou, wanneer de prijzen niet meer dan
20 30 pet. hadden verschild, nog wel de
Nederlandsche industrie begunstigd hebben,
maar nu de prijzen in verband met de lage
valuta ongeveer 50 pcL versohilden, mocht
zij in het belang der exploitatie daartoe niet
besluiten.
De wagons bestaan uit twee typen. De
grootste hebben een lengte van 16 Meter, de
kleinere zijn 12.80 Meter lang. Beide heb
ben een breedte van 2.30 Meter en worden
onderscheiden in motor en aanhangwagens.
Er kunnen in de wagons 70 en 65 personen
plaats nemen. De ingangen (twee) zijn in
het midden. Op het balcon van 3 Meter
lengte, waarop alleen mag worden gerookt,
bevinden zich ook zitplaatsen. In het ge
heel kunnen daar tien personen plaats ne
men. De zittingen zijn van rottan en zeer
gemakkelijk ingericht. Elke wagon bevat
De wagons worden in den winter ver
warmd en de ramen kunnen op gemakke
lijke wijze tot zeker punt worden neerge
laten
Te Leiden zullen de trams de rails der
stadstram volgen. In het eerst zal het onge
twijfeld een eigenaardigen indruk maken,
al deze zware, groote wagens door de stad
te zien rijden. De reis van Leiden, Station
tot Scheveningen. zal ongeveer veertig mi
nuien duren. De tarieven zullen vrijwel
overeenkomen met die van het lokaal spoor
wegverkeer.
Wij hebben per auto zooveel doenlijk de
tramlijn gevolgd. Hier en daar zijn aan
weerszijden van de dubbeispoorbaan hees
ters geplant, die, wanneer zij uitgegroeid
zijn, een aardig aspect zullen opleveren.
Behalve in de gemeente Leiden zijn de
electrische masten van beton vervaardigd.
Deze maken door het meer forsche voorko
men een aangenamer indruk dan de ijzeren
palen Beton is bovendien voordeeliger in
onderhoud, daar de ijzeren palen, vooral in
de nabijheid der zee, ten gevolge van den
zouten aanslag, waardoor roest ontstaat,
herhaaldelijk moeten worden geverfd.
De bruggen, dia noodig waren, zijn zeer
slerk gehouwd. De Leidenaars kunnen zich
daarvah overtuigen door eens een kijkje te
nemen bij de Lammebrug.
Over de doorbraak hoek BreestraatLe
vendaal, welke een nogal kostbaar werk is,
behoeven wij hier niet veel te zeggen. Wij
zien den toestand daar geleidelijk ontstaan.
De aangename samenwerking met de ge
meente Leiden voor de uitvoering van dit
plan, werd zeer geroemd door den heer Bur
gersdijk, die er ach in-verheugde, dat dit
plan, zoowel voot de tramlijn, als uit een
stadsverkeersoogpünt, niet alleen doelmatig,
maar ook.schoon zal blijken te zijn.
Ten slotte hebben wij de groote, 135 Meter
lange en vijf sporen breede remise op het
terrein van het emplacement der Haarlem-
sche tram ten Westen van „Zomerzorg" be
zichtigd met de daaraan verbonden kantoren
en werkplaatsen, een groot en groolsch ge
bouw, dat de bestaande remise te Rijnsburg
zal vervangen en nog voor uitbreiding vat
baar is.
De aanleg van dezen op zeer royale wijze
uitgevoerden tramaanleg zal wel een aardig
duitje kosten, waagden wij te vragen, te
meer, waar daarvoor ook verscheidene ter
reinen en gebouwen moesten worden ont
eigend?
De heer Burgersdijk knikte bevestigend,
doch noemde ons het cijfer niet
De plannen werden reeds opgevat in 1914
ware de oorlog niet tusschenbeide gekomen,
zeker zouden de kosten veel minder groot
geweest zijn.
En wanneer zullen wij nu met uw mooie
nieuwe trams kunnen rijden? vroegen wij
ten slotte.
U hebt immers zelf al een paar maal het
begin van Januari genoemd? was het ant
woord eii wij hopen, dat u niet al te voor
barig zijt geweest. Wij leven echter in zoo'n
onzekeren tijd, dat nog niet met zekerheid
kan worden gezegd wanneer alle leveringen
zijn geschied. Daarop moet dan nog de elec
trische uitrusting der rijtuigen volgen.
Wij betrekken den electrischen stroom uit
twee bronnen, de Centrale te Leiden en die
te 's-Gravenhage. Met Leiden zijn wij reeds
verbonden en zoo zal de tram. die tot aan
Veur door den Leidschen stroom wordt ge
voed, wellicht begin Januari al kunnen Ioo
pen, terwijl de opening der geheele lijn den
kelijk in Februari en Maart mag worden
verwacht.
Met de hoop, dat de directie niet in deze
verwachting mocht worden beschaamd en
haar veel succes voor deze groolsche onder
neming toewenschend, namen wij afscheid
van de heeren Burgersdijk en Modderman,
die ons alle gevraagde en ongevraagde in
lichtingen verstrekten.
Mogen onze lezers met evenveel belang
stelling van deze beschrijving kennis ne
men, als "wij van de persoonlijke mededee
lingen, al werden deze ons ook onder gure
herfstvlagen verstrektl
Oskar Walzel.
Voor de afdeeling Leiden en Omstreken
der Nederlandsch-Duilsch Vereeniging hield
gisteravond Geh. prof. dr. Oskar Wal2el, van
de Universiteit te Bonn, een voordracht over
„Deutsches Geistesleben seit Goethe".
De gewon? indeeling der Duilsche litera
tuurgeschiedenis, in een periode van het
klassicisme, de romantiek, het Jonge Duitsch
land enz. bevredigt niet, omdat zij eigenlijk
weinig zegt, aldus ving spr. aan. In plaats
daarvan wenschte spr. de dragers der Duit-
sche literatuur te onderscheiden naar drie
tvpen: n.i. naar de naturen, die behoefte
gevoelen, een zedelijk waarde-oordeel uit te
spreken; naar dezulken, die opgaan in de
„natuur", en naar hen, die het materialisme
huldigen. De eersten zijn de zedelijke idea
listen, dan volgen de pantheisten en einde
lijk de materialisten, een indeeling dus naar
de levensbeschouwing. Op wijsgeerig gebied
behooren tot het eerste type Kant en Fich-
ter, tot het tweede Hegel en Schelling, tot
het derde de Fransche encyclopaedisten,
Comle en de Duilsche materialisten o.a.
Feuerbach.
Reeds Schiller en Goethe vormen, van
dit standpunt bezien, een tegenstelling:
Schiller belijdt een zedelijk idealisme, Goethe
is pantheïst. Reeds in Schillers „Rauber"
wordt een zedelijk oordeel geveld Karl
Moor draagt vele trekken van den schrijver
zelf, zijn tegenhanger is Franz, toch wordt
ook over Karl de staf gebroken. Goethe daar
entegen ging het tegen de natuur zijn tragi
sche figuren te oordeelen, hij toont zich af-
keerig van de antithese goed of slecht; even
min als hij een figuur als Kart Moor had
kunnen scheppen, zou hij in staat zijn ge
weest, een booswicht van het slag van Ma-
rinelli in Lessings „Emilia Galotti" ten too-
neele te brengen. Als voorbeeld van een tra
gische figuur naar Goethe's opvatting wordt
op Ciavigo gewezen, Goethe wil niet oordee
len, maar tracht te begrijpen en elk karakter
zijn eigen recht te doen wedervaren. Scho
penhauer zag de hoogste tragiek in den on
dergang van karakters zonder slechte be
doelingen. Deze opvatting beheerschte den
vorm van het drama voor den naastvolgen
den tijd, het slechte werd aesthetisch on
bruikbaar geacht; zoo oordeelde o.a. Hebbel,
in wiens drama's ieder krachtens zijn karak
ter gelijk heeft en voor een absolute zede
lijkheid geen plaats is. Bij Hebbel worden
alle konfliklen omgezet in historische be
grippen, in zijn drama „Gijges und sein
Ring" gaan Kandaules en Rhodope beiden
te gronde. Een dergelijk ethisch indifferen
tisme vindt men eveneens bij drama's van
Gerh. Hauptmann als „Michael Kramer" en
Kaiser Karls Geisel" minder nog in de
„Weber". Met G. Hauptmann is het uiter
ste in deze richting der tragiek van het al
les begrijpen bereikt, dat het karakter van
sophisüek aanneemt. Dit alles kan als
kunst zeer belangrijk zijn, zooals Gottfr.
Keiler door zijn werken bewijst, bij wien
alleen een zedelijk oordeel gevoeld wordt
over het onechte, over den Farizeëer, het
ondubbelzinnigst in zijn novelle „Die drel
gerechten Kammacher". Nog verder gaat het
materialisme van de tweede helft der 19e
eeuw, dat ook een tijdlang bij Keiler onder
den invloed van Feuerbach een rol gespeeld
heeft, en ten slotte voert tot de opvatting
„der Mensch ist was er iszt". Daaronder
moet de dichterlijke phanlasie lijden. Een
ander gevaar voor echte kunst lag in het
impressionisme, dat geene dingen erkende
doch slechts verschijnselen, slechts indruk
ken onzer zintuigen, noodlottig vooral voor
poëzie, de kunst van het woord.
Bij Goethe vindt men hoogstens een en
kel spoor daarvan in zijn lyriek, maar
Goethe, voor wien natuur nog iets was, dat
achter de verschijnselen ligt, vormt een
groot contrast met een impressionist als
Joh. Schlaf; daar hij het ding niet erkent
wordt het substantief zooveel mogelijk ver
bannen en alles in beweging omgezet,
waarvoor het werkwoord de uitdrukking
vormt. Het impressionisme heeft de juist
heid van onmiddellijke wedergave tot een
groote hoogte opgevoerd. Maar dit hoogte
punt eenmaal bereikt zijnde, moest vanzelf
de zwakke zijde der richting aan het licht
treden en tot een terugslag leiden het werd
verdrongen door het expressionisme.
Langs dezelfde lijn verloopt de ontwikke
ling van het geestelijk leven op zedelijk ge
bied. Hasenclever's drama's scheiden weder
zwart en wit, zij zijn voorbeelden van een
nieuwe' zedelijk gekleurde poëzie. Met ex
pressionisme in de Duitsche literatuur
heeft de oogen weder geopend voor een an
dere beoordeehng dan die aan welke men
gewend was. Het toont een duidelijke terug
keer tot Schiller, en hand in hand daar
mede een anderen kijk op de oudere kunst,
in Sophokles' „Anligone" is het Anligono
die gelijk heelt, evenzuo ziet men in Sha
kespeare's drama's weder goede of slechte
karakters.
Eenigszins Op zichzelf slaan Nietzsche
en Schopenhauer, de eerste is nipt zoozeer
de verkondiger van den gewelddadigen, dan
wel de kampioen voor den veredelden
mensch en Schopenhauer's elhiek is die
van het medelijden. Een moderne dichter
van het medelijden, niet alleen met den
mensch, maar ook met het dier, ja met
levenlooze voorwerpen is Franz Werfel, te
Praag.
Ook Stephan George tracht naar verede
ling en vindt geestdriftige vereerders. Men
pleegt tegenwoordig wet eens van een West-
duitsche en een Oostduitsche richting in de
literatuur te spreken, de eerste wordt ver
bonden de naam van Stephan George, met
de tweede die van Werfel. De kring van
George zoude naar revanche streven, de
vereerders van Werfel de vredesgedachte
willen verwezenlijken. Doch dit zijn slechts
formules. Eerder kan men bij Werfel van
een neiging tot wereldverzaking spreken.
Als de meestbelovende dichter der toekomst
noemt spr. Fr. von Unruh, die de verschrik
kingen van den oorlog heeft doorleefd („Vor
der Entscheiding"), en geroepen schijnt de
profeet van een nieuw positief ideaal te zul
len worden.
Of> wijsgeerig gebied wordt vooral gewe
zen op Edm. Husserl, die in zijn „logische
Untersuchungen" het psychologische be
strijdt.
De rede, die op bevattelijke wijze een hel
der inzicht gegeven heeft in het verloop
van het Duilsche geestelijk leven sedert
Goethe, muntte uit door den meesterlijken
vorm waarin zij uitgesproken werd. Spre
ker heeft zijn gehoor van het begin tot het
einde welen te boelen.
Feestavond Leidsche Burgerwacht.
Hier kon nu in den waren zin van het
woord gesproken worden van „een huis vol
menschen"De feestelijke bijeenkomst,
gehouden ter gelegenheid van het vijfjarig
beslaan van de Leidsche Burgerwacht, trok
zooveel belangstelling, dat de groote zaal
nauwelijks aan de vele honderden een zit-
plaatsje kon bieden. Het feit, dat de heer en
mevrouw Clinge Doorenbos dezen avond
hun medewerking zouden verleenen zal
daaraan wel niet vreemd zijn geweest
Voor dpn voorzitter, mr. P. A. Pijnacker
Hordijk, was die groote opkomst een voldoe
ning, zooals hij verklaarde in zijn openings
rede, (oen hij allen hartelijk welkom heette
en wel in het bijzonder de hooge gasten, na
melijk den burgemeester en diens echtge-
noote, den luitenant-generaal De Block, den
vice-admiraal Hecking Colenbrander, den
garnizoenscommandant, den commandant
van het 4e regiment infanterie, den com
missaris van politie, en de commandanten
en bestuurderen van diverse burgerwachten.
Spreker memoreerde thans de oprichting
van de Leidsche Burgerwacht. Het was, zoo
zeide hij, in de woelige Novemberdagen van
1918, dat burgemeester De Gijselaar het ini
tiatief nam lot de oprichting van een bur
gerwacht hier ter stede. Daarvoor richtte hij
zich tot den heer Steyns, die de opdracht
aanvaardde. Weldra werd een vergadering
belegd en met medewerking van de Leidsche
studenten traden 80 leden toe. Den volgen
den dag vond andermaal een vergadering
plaats, thans in de socieleit „Minerva", en
hel gevolg was dat men toen reeds tot be-
eediging van honderd leden kon overgaan.
Met het oefenen werd ook direct een aan
vang gemaakt. Het was aanvankelijk de be
doeling, dat de burgerwacht voer één jaar
in het leven zou worden geroepen. Doch
spoedig bleek de noodzakelijkheid eener
sterke organisatie, ook in de toekomst, en
BINNENLAND.
Mededeelingen omtrent de nieuwe tram*
lijn LeidenDen Haag.
_De Koninklijke Familie is heden nit Het
Loo teruggekomen in Den Haag, om daai
Haar winterverblijf te vestigen.
De heeren Tan der Voort van Zijp en
Snoeck Henkemans over de Vlootwet en dé
crisis.
De Minister van Kolonién heeit een com
missie ingesteld betreffende de regeling van
de belastingheffing in Ned.-Indi{ van naam!,
vennootschappen en andere rechtspersonen.
De staking in de Honthaven te Amsterdam
is opgeheven.
Frans Netscher is te Haarlem overleden,
BUITENLAND.
Overeenstemming in den Gezantenraad
over de militaire controle in Doitschland.
De vroegere Saksische minister Zeignei
aangeklaagd wegens omkoopbaarheid.
De verkiezingscampagne in Engeland.
k
RECLAME.
3908
ziet momenteel herdenkt de Leidsche
Burgerwacht alreeds haar vijfjarig bestaan,
met een ledental van moer dan duizend,
waarvan ruim 760 gewapenden. De geest
onder de leden is uitstekend; stuk voor stuk
hebben zij alles voor de burgerwacht over.
De scherpschutters behooren tot de besten
in den lande en op alle wedstrijden, waar
aan zij deelnamen, werden prijzen bekaaid,
Men denke slechts aan Amsterdam, Den
Haag, Katwijk, enz. De burgerwacht geniet
de sympathie van een belangrijk deel der
Leidsche bevolking en heeft tot dusver zoo*
danigen financieeien steun van haar ont
vangen dat het onnoodig was bij de ge*
meente aan te kloppen om subsidie. Die
groote medewerking doet ons de toekomst
met vertrouwen en vol goede verwachtingen
tegemoet zien. De Leidsche Burgerwacht is
een goed georganiseerde burgerwacht, en ik
durf, aldus spreker, het vertrouwen uitspre
ken, dat zij absoluut berekend zal blijken
te zijn voor haar, taak indien een daadwer
kelijk optreden noodig mocht worden.
In de eerste plaats is dit te danken aan
de leden, door hun liefde voor de burger
wacht en hun groote animo bij de wedstrij
den en verder ook aan den burgemeester,
den garnizoenscommandant en vele anderen
Doch vóór allen komt toch dank toe aan
den commandant, den heer Steyns. De bur
gemeester had geen betere keus kunnen
doen. Vooral door het enorme organisatie
vermogen van den heer Steyns, dien3 groote
tact om mol de menschen om te gaan is de
Leidsche Burgerwacht uitgegroeid tot de
sterke organisatie van thans. Namens alle
leden betuigde de voorzitter hiervoor op
rechten dank, waarna hij den heer Steyns
uit naam van het bestuur, ais blijk van
waardeering een krans aanbood. Spreker
opende hiermede de vergadering en gaf hef
woord aan een der leden den heer J. van
Leeuwen, die na eenige hartelijke bewoor
dingen, den commandant eveneens eeD
kran9 overhandigdetoen onverwachts
daverden eenige geweerschoten door dg
zaal., schetterende fanfares weerklonken..
Heel in 't kort betuigde de heer Steyns
zijn dank voor de hem gebrachte hulde. Hij
noemde dit een der aangenaamste verras
singen, hem ooit te beurt gevallen en ver
klaarde steeds zijn beste krachten te zullen
blijven geven in het belang van de Leidsche
Burgerwacht.
Het muziekgezelschap „Orpheus" speelde
nu zeer verdienstelijk eenige nummers,
waaronder natuurlijk de Burgerwacht-
marsch, terwijl daarna de voorzitter mede-
deeling deed dat aan H. M. de Koningin een
telegram was gezonden, waarin uiling werd
gegeven aan de verknochtheid aan het Huis
van Oranje. Hierop was het volgende ant
woord ontvangen: „Ilare Majesteit dankt al*
len vriendelijk voor de gevoelens, verlolkf
door Uw telegram".
De muziek zette nu het Wilhelmus in,
waarvan het eerste couplet door de aanwe
zigen werd medegezongen. En dan was het
woord aan de overige medewerkers op dezen
avond, namelijk de heer en mevrouw Clinge
Doorenbos en de heeren Van Gennep en
Schollen, die met zeer veel succes hun le
vensliedjes, e.a. zongen. Voor wie het luidst
en het meest is geapplaudisseerd.... wij
zouden het niet durven zeggen. Feit is, daf
de aanwezigen zich zeer tevreden toonde!,
en daaraan op overduidelijke wijze uiting