ANEKDOTES.
CORRESPONDENTIE.
Wiesje'
Partij.
lan ik. Het aanbreken van den dag deed
mijn angst nog stijgen. Overal onbeklimbare
rotsen. Vluchten was onmogelijkl
Slechts één uitgang was er aan het einde
van het hol, n.l. die, waardoor de wolf ge
woon was in en uit te gaan en die nu door
hem versperd werd- Het hol had zulke steile
wanden, dat ik er onmogelijk uit kon komen
Als er geen hulp kwam opdagen, was ik dus
toch verloren. Eenige meters boven mijn
hoofd was de rand van de kloof, daar boven
zag ik de blauwe lucht. Ik meende stellig
hier den hongerdood te moeten sterven,
wanneer het dier mij ten minste niet tot
buit verkoos, zoodra zijn vrees geweken zou
zijn voor den honger.
Zoo verliepen er uren. Te oordeelen naar
de richting der zonnestralen, die in het hol
vielen, moest het reeds middag zijn. Honger
en angst maakten mij duizelig. Somber zat
ik over mijn lot te peinzen ,toen mijn over
denkingen plotseling door een dolfen zucht
gestoord werden. Eerst dacht ik, dat de wolf
door den honger meer moed kreeg en zich
gereed maakte op mij te springen. Ik vreesde
dat het einde daar was.
Plotseling hoorde ik in de verte echter een
hond blaffen. Hoe zal ik het heerlijke ge
voel beschrijven, dat dit geluid in mij op
wekte
Het blaffen kwam naderbij; ik kon niet
twijfelen: dat moesten vrienden zijn, die mij
zochten. Wat mij hoop en kracht schonk,
scheen den angst van den wolf te vermeer
deren. Hij beefde steeds heviger en drong
zich tegen den rotswand aan. Elk geblaf
van den hond beantwoordde hij met een
klagend gehuil. Zijn scherp gehoor had lang
vóór mij dat geluid reeds onderscheiden.
Eenige minuten later hoorde ik menschen-
stemmen boven mijn hoofd en op mijn luid
geroep zag ik mijn redders aan den rand
van het hol. Het is licht te begrijpen, hoe
verbaasd zij waren, toen ze mij in den don
keren afgrond ontdekten.
Dadelijk bonden zij een aantal boomtak
ken tot een ladder samen, met behulp waar
van ik gelukkig weer den hoogeren bodem
bereikte. Hier vernam ik, dat ik mijn bijna
wonderbare bevrijding aan mijn trouwen
hond te danken had, die mijn spoor had
weten te ontdokken.
Zoodra mijn grimmige gastheer van mijn
tegenwoordigheid bevrijd was, stoof hij door
zijn gewonen uitgang het hol uit, maar hij
was nog niet ver, of hij viel door de kogels
mijner redders.
In dien gevaarvollen nacht werden mijn
haren wit en de herinnering er aan zal mij
wel altijd bijblijven. Hoe dikwijls hebben na
dien tijd twee vurige oogen, die ik in den
droom op mij gevestigd zag, mij wakker ge-
schriktl Hoe menigmaal heb ik in den slaap
opnieuw al den angst doorgestaan van den
ontzettendra nacht, dien ik eens met een
wolf in zijn eigen hol heb doorgebracht!
Ingezonden door Anton van Brussel.
EEN SLECHT GEWETEN.
Jantje: „Moeder. mag ik vandaag mijn
nieuwe broek aan?"
MoedeT: Waarom, Jan?'5
Jantje: „Och, Moeder, vandaag moet ik
aan Vader mijn rapport laten oen, en die
nieuwe brnek is de dikste."
Ingezoixren door Johannes Robbers.
MACHT DER GEWOONTE.
A (in de bioscoop): „Wat zouden dat
toch voor heeren zijn, die daar telkens
zoo met hun armen zwaaien, als er wat
veel mensohen op de film voorkomen?"
B.„O, dat zijn verkeersagenten, die
in hun vrijen tijd eens naar de bioscoop
gaan."
Gelukkig hoor, nu heb ik ditmaal niet veel
luchten veroorzaakt, en de brieven bevatten
maar zeer weinig klachten. Ja, het iedereen
naar den zin maken, dat bestaat niet, dus er
zijn nog enkelen, die de prijsraadsels onop
losbaar vonden en toch wed ik, dat als men
nu de oplossingen ziet, men zal denken: och,
tlie woorden had ik toch ook wel kunnen yin.
Wies geeft een partijtje
een heel fleurig rijtje
van kleutertjes klein,
wil erg graag bij Wies
op visite nu zijn.
Bij Wies aan het poortje
staan Hansje en Doortje,
zij houden omhoog
hun armen en maken
zoo samen een boog.
den. Alleen het laatste woord van Wilhel-
mjna n.l. aubade, schenen velen lastig te vin
den. Ik dacht toch, dat er met de jubileum
feesten in Leiden ook wel eene aubade had
plaats gehad, dus dat mijne jeugd het woord
wel zou kennen. Maar daar dit nu niet het
geval is geweest, heb ik van de kinderen die
alles goed hadden, maar voor aubade een
ander woord gaven, ook wel van 7 letters
en dikwijls niet onaardig, de oplossingen toch
voor goed aangetéekend.
Voor ik nu overga tot het afzonderlijk be
antwoorden van vele brieven, nog eens even
een woordje tot eenigen die vergeten van
buiten op het couvert duidelijk te vermelden
dat de brief voor mij is. Dan veroorzaak je
de redactie maar last, want dan moet die
brief weer geopend om te kijken voor wie
die bestemd is. Dus óf duidelijk mijn naam
óf raadseloplossingen. Is dat nu eindelijk
eens goed begrepen
Betje Broeksema, Abram Oudshoorn, Ja
cobus Selier en Nellie van Leeuwen, gefeli
citeerd met je prijs, je zult er alle vier wel
heel erg blij mee zijn, ik gun het allen van
ganscher harte; je doet. trouw mee en be
halve voor Betje Broeksema (je lootte lang
geleden ook eens gelukkig, niet waar?) is
het voor allen de eerst keer, dat ze een boek
krijgen. Natuurlijk hoor ik de volgende week
wel van allen wat voor moois of jullie hebt
ontvangen.
Marie van Dijk, eigenlijk moest ik op je
brommen, want waarom heb je verleden
week niet nog eens geschreven dat je 10 No
vember jarig was. dan had ik je verleden
Zaterdag al kunnen feliciteeren; dat zou ik
graag gedaan hebben, je bent een van mijn
allergetrouwsten van af het begin al. Eenige
weken geleden schreef je er wel even over,
maar je raadsellante heeft zóó onbeschrijflijk
veel te onthouden van hare jeugd, dus het
zou prettig voor mij geweest zijn, als je er
mij nog eens aan had helpen denken, want
nu komen mijne gelukwenschen wel heel
laaf, wil je ze nog hebben?
Wim den Dopper, vriendelijk dank voor
je portretje in het costuum, dat je aanhad in
het openluchtspel; het gaat weer bij de col
lectie kiekjes die ik al bezit van mijne raad
sel jeugd.
Viertal Raasveld, zoo is het immers beier
en minder werk, één gezamenlijke brief,
waarin ieder eene kleinigheid vertelt, Tonnie
over zijn mooie witte konijn, Johan dat hij
blij is ook in de courant te staan, Karei over;
Daar trekken 9e' kleufen,
slie aardige peuters,
nu twee aan twee door;
met kleinen Johannes
gaat Wies zelf hud voor.
Straks spelen en springen
en dansen en zingen
die kleutertjes klein,
en niemand heeft spijt
bier gekomen te zijn I
bezoek uit verre landen en Marie owag
tweede te moeilijke raadsel.
Harmen en Wim Nieuwland, juffie wisten'
dus wel wat eene aubade is, heb je er ss
e©ns een gehoord, of zelf meegezongen?
Christien Massa, dat is het beste wat jat
zeggen kunt, als je teleurgesteld wordt; houdt
er den moed maar in.
Jo van Leeuwen, wil je nog wat wachten
met raadsels zenden, ik wil zoo graag eerst
opgebruiken wat ik nog heb liggen. Jej
schrijft: we zullen gauw kunnen schaatsen!
rijden. O, als je blieft niet al in November
zooveel vorst, dat is nog te vroeg.
Neeltje van Leeuwen (Nieuwveen), ff zet,
er tegenwoordig je woonplaats maar bij, zooi
dat je niet verward wordt met Nellie van
Leeuwen, want vooral dezen keer zou dat
groote teleurstelling voor je kunnen geven.
Alida Verbiest, zal je voortaan beter alle
onderdeelen, de gevraagde woorden van een
prijsraadsel vermelden.
Betsie Hooftman, gefeliciteerd met je ver-,
jaardag; je zult net groote kinderpartij heb-,
ben als deze kinderkrant verschijnt, dus ze.
ker lees je dit dan pas den volgenden dag.
Maar toch zeker wel eventjes gauw kijken
wie de prijzen hebben?
Lenie Stuuten, dit plaatje was al heel aar
dig, dus als het volgende nog aardiger zal
zijn, hoe kan dat dan wezen?
Betsy Rijnders, je moet het boek maai
heel in 't kort vertellen hoor, anders duurt
het misschien een jaar, dat zou je niet mee
vallen.
Anton van Brussel, bekijk nu eens de on.
derdeelen van „vaderlandsliefde", waren
die nu duister? Vooral 2 getallen van 3 let
ters waarvan het een 10 minder is dan het
ander; is dat nu niet heel duidelijk?
Nellie en Janna Singeling, zijn jullie weer
eens te voorschijn gekomen; dat is best hoor.
Ik gun jullie ook van harte, dat je dezen
winter zult kunnen schaatsenrijden maar
niet nu al in November. Heeft kleine Corrie
een prettigen verjaardag gehad?
Marie en Piet Kükler stellig en zeker zijn
jullie al goede bekenden voor mij, ik las al
menig briefje van jullie en als ik ooit weer
prijzen apart verloot onder de getrouwen, dan
behooren juffie daar ook bij.
Dirk de Groot jij ook hier, jij begint ook al
tot de getrouwen te hooren. Je raadsel heb ik
opgeborgen, ik heb er nog zóóveel liggen.
Bob Lan, ik vond je bezoek ook heel ge
zellig. Ik denk niet, dat ik yoorloopig in Lei-