De Draadlooze Telegraf ie en Telefonie No. 19533. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 10 November. Vierde Blad. Anno 1923» OVER VRIENDSCHAP. VOOR HWS¥P*"W. GENEESKUNDIGE BRIEVEN. Q-| ii» ft ATV VORSTMAN—TEN HAVE. *,Dö beste manier om een goeden vriend le krijgen (en te behouden) is, om zelf een goed vriend te zijn", sprak Emerson, en idat geldt vandaag nog. (Wat is een vriend 1 Een vriend is als een gemakkelijke leun stoel ook hij geeft u rust en verkwikt yerlaat gij hem. Als gij een vriend hebt, die u niet dat gevoel van rust en veiligheid geeft, dan is bet geen goede vriend voor u of gy mis leidt uzelf omtrent uwe gevoelens. Gelukkig de man of de vrouw, die één waarachtige groote, trouwe vriendschap in zijn of haar leven ontmoet. Waarachtige vriendschap is een incourant loods, waarvan de aandeelen op naam staan en waarvan het dividend iederen dag op- pieuw geïncasseerd kan worden. Vriendschap is beter dan liefde, want Vriendschap kent geen jaloezie. Iedereen kan uw zijde kiezen, als het u voor den wind gaat, maar een vriend staat naast u, wanneer de levensstormen uw scheepje uit den koers slaan. A?m een vriend geeft ge onbekommerd tot jiw laatsten centen daarna leent ge Jwelgemoed zijn laatsten centl Alleen met uw vriend kunt ge uzelf zijn, kunt ge alle terughouding laten varen en vrijelijk uw diepste, meest verborgen zelf Uiten. En dat is het, wat ontspanning en rust brengt. Een vriend verheugt zich over uw wei blagen en uw tegenspoeden versterken zijn Vriendschap. Hij gelooft in u. Onvoorwaardelijk. Zon- fler eenig voorbehoud. Hij verlangt geen bewijzen van hetgeen lij zegt. Gij zegt het. Dat is hem genoeg. Hij is immer bereid uw partij op te ne- Jnon, onverschillig of gij gelijk hebt of niet. Een ware vriend ver wacht" niets van u. Gij hebt slechts te zijn, die gij zijt, en bij is volmaakt tevreden. Zeg niet: ,,Ik weet niemand, dien ik mijn jrriemd zou willen noemen." Go weet niet, wanneer u dit geluk te beurt kan vallen. Misschien vandaag misschien l. **gen misschien nimmer Wanneer morgen uw leven een einde tieemfc en ge kunt naar waarheid getuigen Alles is mij ontnomen, maar één trouwen vriend heb ik gewonnen zie, dan nog is uw leven rijk te noemen, want velen zijn geroepen, maar weinigen zijn uitverkoren en het deeg. waar de ware vriendschap van gekneed wordt, is een zeldzaam voorkomend product in de heksenkeuken van het Leven Van zéér belangstellende zijde werd mij bevraagd om eenvoudige burgerpot-recepten. Ik heb vele huisvrouwen en kookboeken ge- taadpleegd en verzamelde zoodoende het folgende Sinds den oorlog, toen het voedingsgehalte van de diverse levensmiddelen steeds daal de. heeft men zich in verscheidene gezin nen aangewend soep vooruit te geven. Het idee „soep is luxe" is natuurlijk absurd, want men kan de eenvoudigste ingrediënten nog een smakelijk soepje maken, mits er maar genoeg zorg aan wordt besteed. Het is bijv. absoluut niet noodig, om uit sluitend vleesch-bouillon te gebruiken hier volgen eenige recepten van groenten- en meelsoepen. die zeer smakelijk en voedzaam Zijn. Bruin e-b o o n e n-s o e p. Kruid het nat der boonen met zout en peper. Doe er tfat fijngesneden vleesch en een lepel jus Dij. Bind de soep met sago. Laat dit even trekken. Zeef het vleesch er weer uit en doe er wat gefruite uitjes bij. Het is heel sma kelijk hier dobbelsteentjes gebakken brood bij te presenteeren. Wortelsoep. Hiervoor heeft u noodig 2 bosjes worteltjes, 2 liter water, 60 gram bloem, 100 gram boter, peterselie en 2 eieren. Kook de wortelen gaar in wa ter met zout en een takje peterselie. Ver meng de boter met de bloem doe hier het wortelnat bij en de tot purée gewreven wor telen. Laat dan nog tien minuten doorkoken en doe er vervolgens de gehakte peterselie on het geklopte geel der eieren bij. Ook hier- bij kunt u gebakken brood gebruiken. Fluweelen-soep. Bencodigdheden een halve kan melk, 2 lepels bloem, 2 lepels soya en notemuskaat. Men smelt in een pan een klont boter ter gruote van een ei, doet hier de bloem bij en roert er dan langzaam de melk door. Dit mengsel laat men vijf mi- ïiuten doorkoken, dan doet men er de soya in en als men liet extra fijn wil h^ V-n: o bosje champignons dat is trouwens voor hen, die verstand van paddenstoelen hebben in dezen lijd van hel jaar niet zoo'n groote luxe. Sagosocp. 2 flesschcn water, 1/8 pond sago, een stokje kaneel en een citroen schil. Laat dit mengsel drie kwartier of een liur koken roer er zoo dikwijls mogelijk in, anders klontert de sago. Voeg er ten slotte een eierdooier en wat suiker bij. Voor de griezelgrap ook het recept voor Kikvorschensoep: Stamp de kikvor- schen (als ze dood zijn) met twee gebraden sneetjes brood. Rooster ze met boter, uien, peterselie en selderij (alles fijn gebakt), doe er erwtennat bij en laat ze in eeiv steenen pan koken. Braad ze lichtgeel en breng ze in de soep en met gebakken brood op tafel. Smakelijk eten 1 I Als hot gaat winteren, dan breekt de tijd Weer aan om stamppot en echte .winterkostjes te geven. Bovenaan staat de erwtensoep: Daarvoor heeft u noodig 31/» H.G. of een hal- yen liter spliterwten, kilo varkenskrab betjes, 2 H.G, ragoüt-saucijsjes, groenten, brood en botei, Week de erwten; kook ze daarna goed Caar en wrijf ze door een zeef. Zet de var- ^«enskrabbetjes, aan stukjes gehakt, op het imr 2l/*_ lifer water ep 20 jfran^ zout Schuim ze af en laat ze drie kwartier zachtjes op de plaat koken; voeg er daarna de fijngesneden groenten bij, bijv. een derde bosje selderij, een half bosje prei, een half selderijhoofd, benevens de erwtenpurée. Zet daarna het koken voort tot de groenten gaar zijn. Ook de ragoüt-saucijsjes laat men mee koken, doch haalt ze er na tien minuten weer uit. Snijd ze los en doe ze later, als de soep geheel klaar is, hier weer in. Men moet vooral goed opletten onder het koken, of de soep zout genoeg is; want later bijge voegd zout helpt lang zoo goed niet. Er zijn families, die varkenspoot en oor, gehakt in kleine balletjes of spek in de soep laten drijven. Bovendien wordt er gebak ken brood bij gepresenteerd Een ander hartig, voedzaam hapje is de Filosoof. Hier kunt u prachtig al uw restantjes aan op gebruiken 500 gr. vleesch resten, 700 gr. gekookte aardappelen, één ui, één theelepel kerry of wat peper, 40 gr. boter of vet van jus, zout, nootmuskaat, 2 d.L. melk, 2 d.L. jusrestcn of bouillon en wat paneermeel. Hak de vleeschresten fijn en vermeng ze met de jusresten of bouillon. Maak het uitje schoon; snijd het fijn, fruit het zachtjes lichtbruin met de boter en kerry en roer het door de vleeschresten. Laat dit alles op zij van de kachel nog even zachtjes stoven. Maak onderwijl de aardappelen fijn en ver meng ze met een beetje zout en nootmus kaat en 2 d.L. melk of jusresten. Wrijf een vuurvasten schotel met boter in; leg op den bodem een laag vleesch n daarop de aard- appelpurée. Het is heel lekker, wanneer men meerdere lagen om-en-om legt; maar de bo venste moet een aardappellaag zijn. Strooi hierover wat paneermeel, leg hier en daar een stukje boter of wat vet van jus en laat het schoteltje in den oven bruin worden. Een kostje, dat hieraan herinnert, is de Irish Stew (beteekent: Iersche stoof potje). Hiervoor is noodig: 750 gram lams- vleesch, 1 K G. aardappelen, één groote ui, 12 kleine uitjes (sjalotjes), 8 d.L. water en fijn gehakte peterselie. Begin mei het vleesch in dobbelsteentjes te snijden. Schil de aardappelen en de groote ui en snijd ze iD schijven. Schil ook de sjalotjes, maar laat ze heel. Bedek den bodem van een stoofpan met schijfjes aard appel; leg hierbij het vleesch en een paar plakjes ui. Ga zoo voort laag om laag net als bij de Filosoof, zoodat aardappelen de bo venste laag vormen. Verdeel de uitjes lus- schenin en strooi hier wat zout en peper uit. Voeg daarna het water hieraan toe en laat het mengsel een paar uur koken, tot alles goed gaar is en er wat gebonden uitziet. Strooi ten slotte wat gehakte peterselie over de oppervlakte en dien den schotel gloeiend- heet op. Nog een kliekjesschotel: Een kliekje bieten, spersieboontjes, aardappelen' en wat soepvleesch zijn met wat uitjes, augurken, zure appelen en specerijen een bijzonder smakelijk gerecht. Maal eerst het vleesch door een vleeschmolen. Hak daarna de groentenrestanten door elkaar met één of twee augurken, 4 sjalotten, één ui, een hard gekookt ei, 2 zure appelen, wat peper, zout, nootmuskaat en een scheutje azijn. Druk dit in een puddingvorm en garneer den schotel later met de sjalotjes en overlangs gesneden augurken bovenop den pudding, terwijl u om den rand plakjes bie' en uienringetjes legt en ten slotte op den schotel zelf tot waaier tjes gesneden augurken en driehoekjes van biet. Ook halvemaantjes van citroenschij ven slaan aardig langs den rand, vooral de heldere goudgele kleur. Reflexen en beschaving. In den vorigen Brief trachtten wij aan de hand van voorbeelden een beeld te ge ven van de beteekenis der verschillende reflexwerkingeu. Wij zagen, dat vele dier bewegingen evengoed willekeurig kunnen worden uitgevoerd. En ook, dat onder be paalde omstandigheden een reflexbeweging kan worden tegengehouden. Maar wij heb ben nog een zeer belangrijk gebied, waar ook van reflexen gesproken kan worden, dat een nadere beschouwing waard is. Ik bedoel ons geestelijk leven, dat zich dus in onze hersenen moet afspelen, waar de opgevangen prikkels langs een wirwar van banen worden verder geleid, die het ver band leggen tusschen gewaarwording, be wust gevoel, gedachte, herinnering, overleg en wil, welke banen wij met een algemeen woord als associatiebanen aanduiden. Met enkele woorden zullen wij trachten de be teekenis van deze reflexen met betrekking tot de opvoeding en de beschaving te schet sen. Gaan wij de ontwikkeling -van het individu na, dan zien wij den mensch ter wereld komen als een zuiver reflex-wezen. Óp de van buiten inwerkende prikkels wordt prompt reflectorisch gereageerd: knijpen, prikken, koude, honger geven, aanleidiag tot schreeuwenj aanraking van de lippen dwingt tot zuigbeweging, vulling van blaas of endeldarm boven een zekere maat heeft ontlediging ten gevolge. Langzamerhand ontwaakt de geest en ook op geestelijk gebied geschiedt aanvankelijk alles reflectorisch. Meer en meer worden de associatiebanen gebruikt, en wordt er gecombineerd, vergeleken. De herinnering, het denken begint. Er worden besluiten ge trokken, de wil openbaart zich, de persoon lijkheid treedt actief op, zoowel positief door daden, als negatief door het tegengaan van reflexen. Van dat tegengaan, dat remmen van re flexen, een enkel voorbeeld. Zooals gezegd, zal een bepaalde vulling van de blaas urine- loozing ten gevolge hebben met al den na sleep van diennatte luiers, gevoel van vochtigheid aan de geheele onderste li chaamshelft. Op den daarvoor geschikten tijd zet de moeder het kind af en toe op het bekende huismeubel zoolang totdat toe vallig juist de urineloozing daar ter plaatse geschiedt. Dan blijft het nat-worden der luiers, en huid uit. Herhaalt zich dit samen treffen eenige keeren, dan zal het kind ver band gaan zoeken tusschen een en ander en beginnen te probeeren om .urine te loo- zen, terwijl het op het bedoelde meubelstuk is geplaatst. ImmerB, het uitblijven van het onaangename gevoel der natte luiers is het loon. En zoo komt het na herhaalde oefe ning zoo ver, dat de reflexwerking der uri neloozing zoodanig onder de beheersching van den wil komt, dat de onwillekeurige reflex ten slotte geheel vervangen wordt door de functie, gebonden aan plaats en tijd, tot zekere hoogte onafhankelijk van vullingstoestand en andere verhoudingen. Ten opzichte van de urineloozing is dan een „beschaafd" standpunt bereikt. Het woord „beschaafd" maakt hier mis schien een vreemderen indruk dan het ver dient. Op volkomen overeenkomstige wijze worden immers psychische reflexen onder den reflexremmenden invloed van den wil gebracht, en een groot deel van onze op voeding, van onzebeschaving, bestaat uit niet anders dan de ontwikkeling en oefening van deze rem-mechanismen. Als klein Jantje in zijn avondgebedje vraagt, dat moeder niet zoo dikwijls: „Niet doen, Jantje", zal zeggen, dan moge hieruit blijken, dat die oefening niet steeds onverdeeld genoegen verschaft, op den duur ontkomt Jantje er niet aan en zal hij ten slotte heel veel- niet doen, waartoe zijn reflexbanen aanvankelijk ten volle bereid waren. En zoo gaat het steeds door. Vaste wetten worden door de opvoeders gevolgd: „Zoo spreekt geen meis je 1" „Zoo doet geen fatsoenlijk kind!" En spoedig komen naast den van boven opge- legden dwang nog utiliteitsoverwegingen, zoodra het kind (en de mensch!) gaat in zien, dat het hem voordcel opleveren of nadeel voorkomen kan, indien hij den een of anderen opkomenden reflex niet tot uiting laat komen. „Zet een wachter voor uw lippen 1" heet het, en inderdaad zijn wij zoo ver gekomen, dat veelal onze woorden meer dienen om on ze gedachten te verbergen dan om ze tot uit drukking te brengen. En zoo wordt het ver schil steeds grooter tusschen 't oorspronke lijk natuurlijk reflexwezen en 't product, dat hieruit onder den invloed van opvoeding, beschaving, cultuur is ontstaan. Bij dit be schavingswerk wordt natuurlijk rekening gehouden met de aanwezige natuurlijke vermogens en capaciteiten; hiervan worden sommige extra geoefend en aangekweekt, maar aan den anderen kant worden be paalde eigenschappen onderdrukt of in een bepaalde richting gedwongen. En merk waardig is, dat, wanneer een zelfde ver mindering van de natuurlijke persoonlijk heid bij vele leden van één familie, volk of ras voorkomt, deze afwijking den indruk kan maken van een bepaalde familie-, volks of raseigenschap. Het complex van allerlei zoodanige eigen schappen wordt samengevat onder den al- gemeenen naam „beschaving. Dit woord wijst op de schaaf, die de ruwe, oneffen op pervlakte van het hout wegneemt en het inwendige rein en effen blootlegt. Zoo wordt ook veelal de beschaving opgevat als het I proces, waardoor de ongelijke kanten wor- I den weggenomen, de reine, edele kern van i de ruwe, harde schaal wordt ontdaan. Me- i nigeen gevoelt bij het woord beschaving wel zoo iels van vijlen, raspen, hakken, schaven, pellen, schillen, ontbolsteren, in 't kort iets, waardoor een deel van het ge heel wordt weggenomen, een leelijk deel, waardoor de rest des te schooner overblijft. In verband met het bovenstaande mag gevraagd worden, of het beeld van de schaaf wel juist is en of door de beschaving, in plaats van een schors weg te nemen, niet juist een nieuwe laag op de oppervlakte wordt bijgebracht. Dan is er gepleisterd, ge verfd, gevernist. Niet een omhulsel wegge nomen, waardoor de edele eigenschappen van de kern des le beter uitkomen, maar wel een omhulsel toegevoegd, waardoor de aanwezige eigenschappen bedekt zijn ge worden. Een bewijs van deze laatste opvatting is proefondervindelijk te leveren. Er is een vergif, dat speciaal op de hersenen een on- gunstigen invloed uitoefent en daarbij be gint mei de remmechanismen le verlam men. Ik bedoel den alcohol. Breng iemand onder den invloed van alcohol en gij zult zien, dat de alcohol als een schaaf werkt: het omhulsel wordt weggenomen, wij zien den mensch zooals hij is, ontdaan van zijn beschaving. Onder beschaving hebben wij dus niet te verslaan een ontbolstering, doch integendeel een bekleeding, een inhulling, in elk geval een bedekking. En nu mogen de kleeren den man maken, dit geldt toch slechts het uiterlijk. In het wezen der zaak komt het aan op hetgeen er onder het ver nis zit; niet op het vernis zelf. Hieraan is niet te veranderen door te spreken van innerlijke beschaving, waar onder te verstaan zou zijn een verandering der persoo'nheid onder den invloed der cul tuur. Wel valt niet le ontkennen, dat de eigenschappen der menschelijke natuur kun nen worden ontwikkeld of afgestompt. Een andere vraag is echter of nieuwe eigen schappen kunnen worden toegevoegd. Onder de vele eigenschappen, aan het menschelijk wezen eigen, zijn er sommige, die door alle eeuwen heen als goede zijn opgevat. Liefde voor den naaste, voor waarheid, voor trouw aan het eens gegeven woord hebben wel altijd een goeden indruk ge maakt. En het is begrijpelijk, dat steeds ge probeerd is, deze gunstige eigenschappen op den voorgrond te plaatsen en aan te kwee ken; in de eerste plaats, omdat men zelf voor die deugden gevoelde, maar ook, om dat men gaarne in zijn omgeving een goe den indruk wilde maken en er dus zijn voordeel in zag. En zoo trachtte men. vooral bij het kind, deze eigenschappen te bevor deren. Maar de kiem moet reeds aanwezig, moet aangeboren zijn-, anders zal elke po ging in deze richting mislukken. Nu kan een aanwezige eigenschap door veelvuldig gebruik en toepassing zoo gemakkelijk aan spreken en in de persoonlijkheid a. h w. naar boven komen, dat het den indruk maakt, alsof er een grootere hoeveelheid aanwezig is. Het is echter moeilijk uit te maken wel deel daarvan ten slotte toch op rekening der reflex-remming moet worden gebracht. Door een of andere, soms moeilijk te bemerken omstandigheid kan pas blijken, wat onvervreemdbaar eigendom van de persoonlijkheid en wat aangepaste fraaiig heid is. Het is niet alleen de alcohol, welke als filter kan dienen. Welke afwijkingen op het gebied van waarheid, eerlijkheid, goede trouw en menschenmin hebben wij niet in de oorlogsjaren beleefd! Zou niet iedereen vóór het uitbreken van den oorlog het voor iets onmogelijks gehouden hebben, dat gruwzaam menschenmoorden, door milli- oenen als vak beoefend, dat schenden van verdragen en beloften, dat gebrek aan me- dedoogen voor vrouwen, zwakken, kunst gewrochten en particulieren eigendom De geringe hoeveelheid waarlijk innerlijke be schaving bleek niet bestand tegen den in vloed van een bepaald oogenblik, waardoor het vernis werd weggenomen. Geen wonde**, dat er schrijvers waren, die voorstelden het woord beschaving uit onze woordenboeken te schrappen. Doch dit is niet noodig. De fout zit al leen hierin, dat aan de beschaving een te groote waaide werd toegekend. De natuur- mensch werd over het hoofd gezien ter wille van de bijgebrachte beschaving. De men schelijke natuur kan wreed, wraakzuchtig, listig, onmeedoogend zijn, wanneer eigen belang of zelfbehoud in het spel komen. Maar dat is geen reden om de beschaving te ontkennen, noch om haar te verwa^r- loozen. Men ga evenwel uit van de natuur lijke verhoudingen. Begin met de zorg voor het kind, verbetering der zuigelingcnver- zorging, omdat in de eerste plaats een goed lichamelijk gedijen noodzakelijk is. En tracht dan aan ieder menschenkind de volle gelegenheid te geven, om zich naar aard en karakter to ontwikkelen, om de plaats in te kunnen nemen niet te veroveren, die hem toekomt. De goede eigenschappen, dio de mensch van nature bezit, moeten het uitgangspunt zijn van allo ware bescha ving. Om dat vraagstuk te bestudeeren, moeten wij teruggaan tot hetgeen wij van moeder natuur hebben meegekregen, en voorbijgaan, wat conventie, overlevering en machtsmisbruik ons willen opdringen als een beschaving, waarvan de voosheid aan het licht treedt, zoodra dc omstandigheden het vernis ook maar voor een oogenblik doen barsten. H. A. S. (Nadruk varboden.) RoostereondensatorgelijkrichtiiiB- Een delectorkring werkt op de volgende manier. Fig. 1 geeft de schakeling weer van zulk een kring. IN» Tusschen het rooster en den bovenkant van de zeif-inducüespoel Z1 is een kleinen condensator C2 geplaatst, welke gewoonlijk een capaciteit heeft van ongeveer 0,0003 mfd. Parallel hierop slaat een weerstand Wl, welke een waarde heeft van 1 tot 6 mogohms (d. w. z. 1 tot 6 millioen ohm). Dikwijls gebruikt men er een van 2 megohms. Eerst zullen we de werking van den kring bespreken, zonder den rooster- weerstanï De condensator C2 werkt als een isolator voor de gelijkslroompjes, die in den kring mochten stroomen. De spanning van het rqostej is meestal nul of een geinig ne gatief. De c-lectronen, die op weg zijn naar de plaat passeeren liet rooster, zoodat het een gedeelte daaraan afslaat. Deze electro- nen laden het rooster, maar omdat ze niet dóór den condensator C2 kunnen, krijgt het rooster tenslotte een kleine negatieve la ding .welke de electronen verhindert naar de plaat door te gaan. Door een condensator in den roosterkring te zetten, krijgt het roos- tereen voldoende spanning om een slroom- loop in den roosterkring te voorkomen. We kunnen zeggen, dat de constante spanning van het rooster gelijk zal zijn aan de span ning, welke, indien in den roosterkring be vestigd (C2 is dan kortgesloten) juist de loop van een roosterstroom zou voorkomen. Deze spanning ligt gewoonlijk tusschen 0 en 1 volt; het is de spanning, welke, indien eenigszins verhoogd in positieve richting, .een stroomloop van electronen naar het rooster zal veroorzaken. We zullen voor het gemak aannemen, dat de roosterspanning 0 volt is en dat het, indien de spanning iets verhoogd wordt, electronen aan zal trekken Als de inkomende signalen oscillaties ver oorzaken in kring Z1 Cl, zal het rooster afwisselend positief en negatief worden len opzichte van den gloeidraad. Dit komt om dat condensator C2, hoewel hij als isolator werkt voor gelijkstroom, een geleider is voor H. F. wisselstroomen. Als het rooster een positieve lading krijgt, begint het onmiddel lijk electronen aan te trekken, die echter op het rooster en den rechterkant van conden sator C2 blijven. Deze electronen geven het rooster een kleine negatieve spanning, die gelijk blijft, tot het einde yan de positieve lading. De daaropvolgende negatieve lading jnaa_kt Jbet rooster nog (neet negatief, inaar omdat er geen electronen meer aan worden getrokken door het rooster, blijft de rooster spanning gelijk gedurende de korte periode van de negatieve lading. De volgende posi tieve lading overtreft de kleine spanning van het rooster, en verhoogt de rooster spanning ineens tot boven O. Het rooster wordt dan positief en trekt weer electronen aan, welke niet ontsnappen kunnen, zoodat de negatieve spanning van het rooster ver groot wordt. Aan het eind van de tweede positieve lading, zal het roosier nog meer negatief zijn. Het proces herhaalt zich vele malen; de roosterspanning wordt meer en meer negatief. Op het eind van een golftrein zal het rooster nog steeds oen negatieve spanning hebben. De plaatstroom, die als gevolg steeds zal afnemen, door het steeds hooger worden van de negatieve roosterspanning, zal dan ook een kleinere waarde hebben. De golf- treintjes die nog volgen, zullen in het geheel geen effect hebben, zoodat de lamp waar deloos is voor het onlvangen van draad looze signalen. We zouden de lamp na iedere golftrein wederom gevoelig moeten maken. Dit doen we door een hoogen weer stand parallel op den condensator C2 te zet ten, zoodat de verzamelde electronen op het rooster weg kunnen lekken naar den gloei draad. De electronen gaan dus van het rooster, dóór den weerstand Wl, dóór de zelfinductiespoel Z1 naar den gloeidraad. Den lijd, dat de golftrein duurt, heeft de weerstand Wl praktisch geen waarde, om dat zijn weerstand zoo hoog is, dat er veel meer tijd voor noodig is voor de electronen om weg te lekken, dan de golflrein duurt. Tusschen twee golftreinen is er een betrek kelijk lange rustpoos, waarvan de verza melde electronen gebruik maken om weg te lekken naar den gloeidraad. Is dit gebeurd, dan is het rooster weer normaal 0 volt, en het proces herhaalt zich. Gedurende iedere vonk van het zendstation vermindert de plaatstroom. Voor iedere vonk komt er dus oen klik in de telefoon, en er ontstaat een toon bij het ontvangen van signalen. Radio-Muziek. Vele lezers zullen wellicht in het bezit van een draadloos ontvangtoestel zijn, althans de draadloos overgebrachte muziek wel eens bij kennissen of vrienden gehoord hebben. Niet alleen muziek wordt draadloos ver spreid, doch opera's en tooneelstukken zijn al door de ether in alle richtingen verzonden. Allicht stellen wij de vraag, hoe het mo gelijk is, dat een opera, in Covenlgarden te Londen opgevoerd, in Nederland door een luidsprekende telefoon wordt weergegeven. Het is wonderlijk.en toch zoo eenvoudig. We zullen in het kort even bespreken, hoe de opera's tot ons komen. Voor het frontlicht van het tooneel zijn twee of meer microfoons opgesleld, die de ge luidsgolven der artisten opvangen en omzet ten in eleclrische trillingen. De electrische stroom, welke door den microfoon gaat zal op dezelfde hoogte gaan trillen als de ont vangen geluidsgolven. Zij zijn zoo geplaatst, dat de geluidsgolven van muziek en zang in de juiste verhou ding zijn. Was dit niet het geval, dan zou de muziek b.v. zeer hard doorkomen, ter wijl de zang zoo goed als niet te hooren was. Hoewel de gebruikte microfoons uiterst ge voelig zijn voor geluiden, is de verkregen stroom zeer zwak, en moet eerst clcctrisch versterkt worden, voordat zij geschikt is om in het zendtoestel gebracht te worden. De stroom wordt daartoe in een laagfrequent- verslerker gebracht. Deze is meestal achter de coulissen opgesteld, waar tevens een luid sprekende of gewone telefoon is aangebracht om het verkregen geluid te controleeren. De versterkte Iaagfrequente stroomen worden in een ondergrondschen kabel ge bracht, die het theater met het zendstation verbindt. De aankomende slroomen worden dan wederom versterkt en ten slotte in het zendtoestel gebrachl, om op de gewone wijze uitgezonden te worden. Indien onze antenne nu afgestemd is op de aankomende ethergolven, zullen er stroompjes opgewekt worden, die wij met be hulp van een detector en versterking in da telefoon hoorbaar maken. De verkregen electrische stroompjes zullen het trilplaatje van de telefoon in beweging brengen, en de electrische trillingen weder omzetten in luchttrillingen, die een juiste imitatie zijn van des sprekers of zangers slem. We zullen hopen dat ook Nederland bin nenkort in het bezit zal zijn van een „Broad- castingstalion", dat in staat is de Nederland- sche opera's en tooneelstukken over het ge heele land te verspreiden. Nieuws. De Amerikaansche boeren hebben zeer veel nut van hun radiotoestellen. Thans zijn er ongeveer 150.000 door hen in gebruik. Vanuit 150 verschillende omroepstations worden weerberichten verzonden. Ook wor den er lezingen gehouden over het verbou wen van verschillende gewassen, bestrijding van plantenziekten, etc., die draadloos ver spreid worden. Wederom is er een nieuw Engelsch broad- castingslation geopend. Dit is het achtste te- lefoniestation, en ie gevestigd le Bourne mouth. Dè burgemeester van Bournemouth opende het Woensdag 17 October. Lord Gain- ford hield een rede, waarin hij sprak over den invloed van broadcasting op de journa listiek. Volgens den ingenieur, die den houw adviseerde, is dit een van de beste broadcas ters. De President van Tsjecho-Slowakije, Ma- saryk, heeft bij zijn laatste bezoek aan Parijs het moderne Fransche krachtstalion te Saint-Assise bezocht. Millerand, die hem be geleidde, zond vanaf het radiostation een begroetingslelegram aan allo vrienden van Frankrijk. O.a. stond er in het radiogram en de President van Frankrijk spreekt de hoop uit, dat de uitgestraalde gol« ven van Sain-Assise altijd vredestelegrain- men mogen zijn, en een middel voor dn broederlijke samenwerking tusschen alle na» lies'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 13