In verkeerde Schoenen. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 3 November. Derde Blad. Anno 1923. Hoe de dikte van een haar gemeten wordt i No. 19527. FEUILLETON. duidelijkheid van bedoeling etc. niet te wenschen over moet laten, dat zonder om wegen gezegd moet worden, hetgeen men denkt en meent. Engeland heeft daaraan immers wel behoefte, waar tegen Kerst mie een werklocrzen-heir wordt voorspeld van rirca 2 millioen man etc., zoodat de regeering ernstig denkt om de kiezers uit spraak t© laten doen over de vraag: pro tectie of vrijhandel, een strijd, die tegen volgend jaar wel zal plaats hebben en En geland van meet af aan voor een groot deel uitschakelt uit het groote tournooi der politiële. Absolute duidelijkheid ie ook ten zeerste gewensoht ten aanzien van Duit-schland. De separatistische beweging in 't Roerge bied is een fiasco geworden, maar zij hand haven hun schijngezag nog, daar de bezet ters hun verdrijving beletten. Wel is reeds eenige kentering merkbaar bij de Fran- schen, die zelf gaan inzien, dat de poging mislukt ismede, naa/r bet ons wil voor komen door Eogeland's houding. Engeland heeft tooh verklaard, niets te willen heb ben van zoo'n afscheidmgBbewegi-ng, als in strijd met het verdrag van Versailles en geëigend om ide schadevergoeding te doen wegvallen. Hoe tooh, wanneer Duitsch land zloh oplost In allerlei staten Wie moet dan betalen etot Het gevaar voor zoo'n ontbinding van het Duitsche rijk edheen eenigBzina te lu wen, maar 't Sa wederom slechts schijn in plaats van wezen. Terwijl de rijksregee- ring tegen Beieren nog nimmer wat heeft durven ondernemen,h eeft zij de Saksische regeerlng met geweld verdreven en Sak sen gewelddadig teruggebracht tot wat dj meendo te zijn: den juiste® weg. Deze te genstelling van optreden ook al oor deelden do socialisten het optreden tegen de Saksische communisten gerechtvaar digd, op zich zelf heeft niettemin de re- geering-Stresemann voor 'n nieuwe crime geplaatst. Voor hun aanblijven aan de regeering en een blijven in de coalitie heb ben de socialisten eemge voorwaarden ge steld, die, vergissen wij «ons niet, niet door de Duitsohe Volkspartij zullen worden in gewilligd. Waarschijnlijk is o.l. dan ook een uittreden der socialisten uit. de coali tie en een verdere versohui ving naar rechts, die den weg baant voot een natio nale Putsch (Van onzen Parijschen Correspondent). (Nadruk verboden). Parijs, 27 October. Ge hebt een enkel klein diamantje, onge monteerd, en ge gaal er mee naar een juwe lier en verzoekt hern het zoo nauwkeurig mogelijk te wegen. Ge moet het heel precies weten, zegt ge. Acht en negen-en-vij£tig honderdste karaat, zegt de man u, na een zeer lang durig en zorgvuldig onderzoek. Terwijl ge den winkel uitgaat, vraagt ge of hij u wil zeggen hoe laat het Is, op de seconde af. Op het oogenblik, dat ik ophoud te 9preken, antwoordt de winkelier, eenigszins bevreemd, is het veertien minuten over drie en zestien seconden. Hij spreekt haastig, om het zoo af te mik ken, dat het laal3le woord over zijn lippen komt juist wanneer de seconde-wijzer de streep passeert. Waarschijnlijk verlaat ge den winkel la de overtuiging, dat ge nu uiterst precies weet hoeveel uw diamantje weegt en hoe laat het is, in werkelijkheid weet ge het ech ter slechts bij benadering althans in de oogen van hen, die zich van meten en we gen een specialiteit hebben gemaakt, zooals b.v. het personeel van het Bureau Interna tional des Poids el Mesures (het Internatio naal Bureau van de Malen en Gewichten), onder leiding van den heer Charles Edouard Guillaume, den Franschen geleerden aan wien in 1920 den Nobelprijs voor natuur kunde werd toegekend. Een verschil van een haar-breedte is slechts een ruwe benadering voor de man nen, die te Breleuil, in het rustige, groote, witte huis, midden in het bosch van Saint- Cloud, hun leven wijden aan de volmaking van meet- en weegwerktuigen tot op een hoogte waarvan de leek nooit heeft ge droomd. Wilt ge een vaag idee, tot welk een graad van verfijning de heer Guillaume en zijn medewerkers de kunst van het meten heb ben opgevoerd? Ziehier een experiment, dal ge gemakkelijk en zonder eenig hulpmiddel overal kunt ten uitvoer brengen: Trek uzelf een bosje haren uit het hoofd, een [link handjevol, want het gaat er om een haar van gemiddelde dikte er uit te zoeken. Wan neer ge hem hebt, ziet ge natuurlijk dade lijk, dat hij ongeveer een achtste milimeter dik is. Een achtste millimeteren het Internationaal Bureau voor Malen en Ge wichten meet lengten to top tien-duizend- sten van een millimeter. Om een concreet staaltje te krijgen van de eenheidsmaat van het bureau, dient ge met een vlijm scherp scheermes uw haar van gemid delde dikle te splijten in 1250 haartjes allemaal van gelijke dikte. Een Iwaalfhon- derd-vijftigste van de dikle van een men- schelijk haar is de standaard, waarmee te Breteuil gemeten wordt. Toch is de heer Guillaume geen haarkloo- ver in den slechten zin van het woord. Veer tig jaren lang heeit hij al zijn lijd en ener gie aan de studie der melrologie gegeven, en de resultaten van zijn arbeid vormen een monument van stoere, zuivere wetenschap. Want de melrologie de studie van het meten is geen dor en onvruchtbaar vak, gelijk men oppervlakkig gezien zou kunnen denken. Het is een uiterst noodzakelijke fac tor bij den arbeid van uitvinders en ontdek kers. De bepaling met ongelooflijke nauw keurigheid bij het meten van tijdduur, af stand, temperatuur en gewicht is voor de werkers op een meer zichbaar terrein van wetenschap van evenveel nut als de geoefen de verpleegster voor den chirurg in de ope ratie-kamer zij Is da absoluut betrouwbare assistente. Indien de chirurg, bij de spanning waarin zijn zenuwen toch al reeds verkee- ren, ook nog zich beangst had te maken over de vraag of zijn assistente hem wel het goede instrument zal aanreiken op het goede oogenblik, dan zou de kans op het gelukken eener moeilijke, delikale operatie niet zeer groot zijn. En als de onderzoekers op het ge bied der chemie, der natuurkunde, der radio activiteit, eenigen twijfel moesten koesteren omtrent de zuiverheid hunner meet- ot weeg- werktuigen, zouden hun formules en bere keningen weinig vaststaan. Waarschijnlijk bedoelde de heer Guillau me iels dergelijks, toen hij alvorens de rondreis te beginnen, welke Ik dezer dagen tn zijn gezelschap mocht maken door zijn laboratorium ons zeide Het eerste wat ik u vragen moet is u los te maken van het verkeerde denkbeeld, dat de „man tn the street" en zelfs ook een groot deel van de wetenschappelijke wereld zich hebben gevormd van den metroloog. Zij geven de properheid zijner handen en de scherpte van zijn blik toe, de getrouwheid zijner waarnemingen en zijn onvermoeibare Volharding in hel rekenen met lien-duizend- Bten van een milimeter. Maar zij ontzeggen hem scheppingsgave en fantaisie. Een pro fessor zei, niet lang geleden, dat de metro- loog is als een ploegpaard, langzaam en ge duldig voortstappend en een vore trekkend, terwijl de man met nieuwe origineele denk beelden is als een volbloed, onder de enthou siaste toejuichingen van de menlgle galop- peerend over de renbaanGoed be schouwd is deze vergelijking nog zoo onbil lijk niet Want als de wedren eenmaal ge wonnen is, wat blijft er dan over Wat ap plaus en een beetje opgejaagd stof. Terwijl uit de vore van het ploegpaard straks een vruchtbare oogst opwast. De oogen van den directeur glinsterden achter de brilleglazcn, terwijl hij voortging: Heeft niet Galilei de wet van het hel lend vlak vastgesteld door den tijd te meten dien een lichaam noodig had om dat vlak af te loopen? En de bestendigheid der schom melingen van den slinger door bij den plech- tigen dienst in de kathedraal van Pisa het kloppen van zijn pols te vergelijken met het heen en weer zwaaien der lampen?.... Zou Newton de aantrekkingskracht der aar de hebben kunnen vaststellen, zoo niet de Fransche sterrekundige Picard hom een me ridiaan verschaft had?Dank zij de nauwkeurigheid hunner weegschalen heb ben Lavoisier, Proust en Dalton nieuw licht Dwepende jongedame tegen schrijver: „O schrijft toch zeker niet voor roem of geld?" Schrijver: „Neen, ik schrijf enkel en alleen om wal te lezen Is hebben, als ik oud geworden ben." geworpen in de duisternissen der alchimie, en een werkelijke wetenschap: de chemie, opgebouwdHing niet de ontdekking van het beginsel der sluimerende energie nauw samen met de zeer merkwaardige tempera- tuur-metingen van Joule en Regnault; en die der radio-activiteit met de niet minder vernuftige proeven van Brecquerel en van Curie, op een nog meer mysterie-vol terrein: de wereld der stofvorming en der ato men? Doch in plaats van u het wijsgeerig be toog van den geleerde verder over te bren gen, hoe belangwekkend ook, wil ik liever nog een en ander vertellen van de buiten gemeen merkwaardige Instrumenten, welke dienen om de resultaten van verbazingwek kende accuratesse te verkrijgen, die in dit paleis der nauwkeurigheid worden bereikt. Ik geloof, dat men veilig mag zeggen, dat niets is ongedaan gelalen om alle storende, vertroebelende Invloeden buiten te sluiten. Zoo staat b.v. geen enkel instrument op den vloer, doch elk rust op een beton-zuit, die rechtstreeks uit de aarde oprijst. In den grond zijn openingen vrij gehouden om deze beton-zuilen door te lalen, en In die openin gen staan zij geheel vrij aan alle kanten, zoodat men in de zaal zou kunnen hossen of met een motorbus rondrijden, zonder dat de zoo delikale werktuigen ook maar in 't minst zouden schokken of trillen. En dit is nog maar een enkele van de voorzorgen tegen afwijkingen en onzuivere berekenin gen. Er zijn er ontelbare andere. Wanneer een gewicht, stel: een stan daard-milligram, onderzocht moet worden om het te keuren en te zien of het precies de zwaarte heeft die het hebben moet, dan plaalst degeen die met deze taak belast is het den avond te voren onder een glazen stolp, naast de weegschaal. Den volgenden morgen weegt hij het, terwijl hijzelf op vier meter afstand van de balans blijft, teneinde de warmte-uit9traling van zijn lichaam bulten te sluiten, welke immers het metaal, dal bij de constructie van de weegschaal gebruikt is, een weinig zou kunnen doen uitzetten en aldus een zij het ook oneindig kleinen invloed hebben op het resultaat Het toestel is zoodanig ingericht, dat de operateur op vier meter afstand een gewichtje van oen milligram op de schaal kan leggen en het er af nemen, Zelfs wanneer al deze voorzorgen ge-» nomen zijn, komt de naald die het gewicht moet aanwijzen niet tot rust Zij zwaait nog uren achtereen heen en weerdoch men heeft geconstateerd, dat het niet noodig is te wachton tot zij stilstaat. De waarnemer no teert slechts, door middel van een telescoop, de uiterste punten van een enkele schomme ling. De wereld der fysica en dus de heele wereld dankt aan den heer Guillaume meer dan één geschenk. Een der voornaam ste is de ontdekking van het invar, een al-, liaga waarvan de naam een afkorting is van „invariable" (onveranderlijk). Het is een mengsel van staal en nikkel 36 pCt nik- kot dat de eigenaardigheid heeft uiterst weinig gevoelig te zijn voor warmte of koude Blootgesteld aan temperatuur-wiS6elingen, reageert Invar slechts een tiende van het geen elk zijner samenstellende deelen op zichzelf zou doen. Deze ontdekking is on. van bijzonder? waaide geweest voor de oplossing van het vraagstuk der seconde-afwijkingen, dat vele Jaren achtereen de fabrikanten van chrono meters heeft geplaagd zij heeft het mogelijk gemaakt 'n spiraalveer te vervaardigen welke aan geen temperatuur- of weer-invloeden on derhevig is en welke dus do stop watch zui ver doet functionnceren onder alle omstan digheden. In de Academie dos Sciences heeft de heeï Guillaume onlangs medegedeeld, dat hij de door hem uitgevonden lnvar-metaalcombt-, nalie nog verder heeft geporfeotionneerd door er ook nog zeer kleine hoeveelheden andere metalen doorheen te mengen, o-a. chroom en mangaan. De op deze wijze verkregen alli age heeft hij elinvar gedoopt, samentrek king van élasticité en invariable. De directeur van het Bureau Internatio nal des Poids et MesUres Is echter een uitcrsC bescheiden man en spreekt bij voorkeur over anderen. Zoo herinnerde hij on» eraan, dat in ditzelfde laboratorium te Breteuil de Ame- 03 BUITENL. WEEKOVERZICHT. De aan ide *1™ van Europa versohenen lichte wolk ia reeds weer bezig te verduis teren. Maar zij is nog niet geheel ver dwenen en alles, wat gedaan worden kan, jbm het eenige heugelijke verschijnsel aan den algemeenen politieken hemel te doen blijven en zoo mogelijk te doen groeien, jiohijnt te worden gedaan. Edoch, bijzonder hoopvol zien we do toekomst nog altijd iBiet in, waar van diverse zijden nieuw ge- yaar dreigt. Frankrijk heeft zoo waar de uitnoodl- ging om deel te nemen aan do economi sche conferentie aanvaard. Poincaré heeft gevoeld dat hij, wilde hij niet de openbare meening buiten Frankrijk en het Fransch gezinde deel van België om, nog verder van rich vervreemden, daartoe over moest gaan, het verzet udb de rechtsche kringen ten spijt. Poincaré heeft dan aanvaard Boaar 't is er me ook een aanvaarden naar. Met do welbekende virtuositeit heeft OPoincaré het aanvaarden aan voorwaarden [verbonden, die foibelijk de ruggegraat bre ken van de economische oonferentie, die ■Ou plaats hebben. De oonferentie wordt volledig geplaatst onder de Commissie van Herstel, zocala in het Verdrag van Versailles een blausule dat aangeeft, mag slechts werken onder haar hoog bevel etc. Zoodoende houdt Frankrijk, dat Immers, dank zij Amerika'g niet mee-doen, den toon aangeeft in deze Commissie, goed beschouwd den loop van zaken in handen. En voor rfjppertjea is bovendien nog gewaakt door te bepalen, dat de conferentie niet mag Oordeel en over de hoe-groot-moet-de- rveTgoeding-zijn-vraag evenmin als over de gevolgde panden-politiek in het Roerge bied etc. Do som der schadevergoeding is ©d blijft bepaald, als de-ze het laatst in "1901 door do geallieerden is vastgesteld, de pandenpolibiek laat Frankrijk niet los. Men is licht geneigd te vragen, wanneer men dit allemaal weet: ja, maar wat heeft 'de conferentie dan elgerlijk nog te doen; kan sij dan niet even goed uitblijven. Een vraag, die in den kern der zaak ook be vestigend moet worden beantwoord. Over blijft voor de commissie immers alleen een onderzoek naar wat Duitsohland, vast houdend aan do bepaalde schadevergoe ding, in staat is direct te betalen in oon- Ibanten, in natura etc. Een vraag, waarop het antwoord-' ven overbodig is, daar Frankrijk, d.i. Poincaré, zelf heeft doen doorschemeren, dat van die directe .staling wel niets zal lcunnen komen, ge- jen, hoe diep Duitscihland is gevallen. Er Is tijd noodig, om dp Duitsche financiën ba regelen etc. Men ziet, hoe Poincaré door zijn voor waarden de oonferentie heeft beroofd van haar essentieeJe waarde en het ia te be grijpen, dat in Engeland gewikt en gewo gen is, of het in deze omstandigheden wel zin had om do conferentie te doen door gaan, Het schijnt, dat Engeland Amerika rog gepolst heeft om een conferentie te doen houden zonder Frankrijk, maar dat Amerika den wenk heeft gegeven, thans nog niet daartoe lover te gaan. Met gevolg, genoegen is genomen met het rampza- overs hot aan bevoegdheid, der confe rentie gelaten. Eerlang zal nu do officieel© ilitnoodiging namens alle geallieerde® tot Amerika afkomen en kan het spel van schijn beginnen. Men klampt zich nu ech ter nog vast aan de hoop, dat, als de con ferentie eenmaal bij elkaar is, de bevoegd heden ®og wel zullen worden uitgebreid, maar gelet op Poincaré's vasten wil in de zen, durven wij daaraan weinig waarde bochten. Wij twijfelen niet, of Poincaré zal de Fransche vertegenwoordigers met de grootste beslistheid instrueeren blijven bij het bepaalde, andera heengaan. Zoodat summa summarum de kwestie tooh wordt, wil men iets bereiken, een conferentie buiten Frankrijk om. En waar dit zoo is, vragen we ons «f, of het niet beter ware geweest direct maar de puntje op de i te zetten en te bre ken met alle halfslachtigheid, en wat dies meer zij. Wat natuurlijk niet wil zegge o, clat wij wenschen oorlogsdaden of iets van dien aard, dat is verre van ons, maar wij eenen, dat in de gegeven omstandigheden Naar hel Engelsch, door BERTA RUCK, (Nadruk verboden)). 48) Zij doen nog hetzelfde spel, dat wij speel den, toen ik hier was, een soort van ring steken. Misschien speelden zij het ook al in den tijd" van mijn moeder. Aan ieder kind overhandigt de patroon van den ca- roussel een. stok,, en terwijl zij in vplle vaart voorbyptuivc®, probeert leder kind den stok to smeken door een houten ring, die aan een paal hangt; Daarboven hangt het opschrift in het FranschDriemaal ronddraaien zonder te winnen geeft u het recht op een vierden keer zonder betalen." „Dat is prachtig, nietwaar?" zei kapi tein Meredith plotseling met een merk waardig glimlachje. Hij scheen meer tot zichzelf te spreken dan tot mij. ,,Zoo wor- den de dingen niet voor ons geschikt, als wij volwassen zijn. Als wij niet winnen, dan winnen wij niet en wij krijgen geen kans ©m weer te probeeren." Dat was allee heel waar, maai* waarom «ou hij mij niet dadelijk vertellen wat Reg gie gezegd had? Ik wou het hem juist rond uit vragen, toen er drie kleine jongens aankwamen, zonder eenigen twijfel Fransch mannetjes in uiterlijk en spraak, maar gekleed als Sohofcsoh soldaat, goed, muts. ■wfco rok, iaech en schoenen. Toen zij passeerden, groetten die kwajongens den Engelsche® officier, zij groetten ernstig en correct en keurig netjes (één, tweel met den linkervoet vooruit.) Kapitein Meredith beantwoordde den groet even plechtig en zonder zijn gezicht te vertrekken, ofschoon hij den groet van eenige Fransche tommies, die wij tegenge komen waren, had beantwoord met ee® glimlach or bij voor ieder. Ik vond het heel aardig van den jongen man, te begrijpen, dat. de salueerende kinderen geen zweem van een lach bespeurden. Moet hij kon eenvoudig afschuwelijk zijn tegenover vol wassen personen, dacht ik. Ongeduldig draaide ik mij naar hem toe boven do hoofden der kinderen, die hun toer afwachtten. Welnu", zei ik, heeft kapitein Pen- more u verteld, dat ik geen leugenaarster ben?"' „Neen," klonk de zachte stem van mijn metgezel; „Hat deed bij niet". „Deed hij dat niet?" riep Ik ongeloo- vig uitheeft hij u niet alles van mij ver teld?" „Neen, ziet u, ik heb kapitein Penmore niet gesproken", zei deze jonge man, die iemand krankzinnig zou maken. En hij maakte kalm met rijn wandelstok gaatjes In het zand va® die Tuilerieëntuinen. ,,Ik heb hem niet gesproken." „Heeft u hem niet gesproken? Hij liad het zeker te druk?" „Dat denk ik", efcemde kapitein Mere dith toe, „zij maken het dien jongens heel druk." „O, moed aoo. Ik" hoop, dat hij een uur bepaald heeft, dat u hem" spreke® kunt." Alweetr (Ee üJorirwaardige blik va® kapi tein Meredith. Zo»o? Waarom hoopt u dat?" Is die stompzinnigheid va® de mannen niet werkelijk verschrikkelijk? „Waarom?" riep ik vol vuur. „Waarom? Omdat u dan ten minste zou weten, dat er een persoon bestaat, die kapitein Pen- more heet! Zoodat u ten minste kon zien, dat één ding, dat ik u verteld heb, waar is, wat u er ook van denken naoogt." „Te weten te komen, dat er een persoon bestaat, die kapitein Penmore heet, zou zoo'n bezwaar niet zijn, nietwaar?" zei do jonge man, terwijl hij mij heel vriendelijk aanzag. „En wat betreft hetgeen ik denk, nu, dat Is iets, dat u niet weet, juffrouw Whiteiands." Dit was zeer waar. Due het maakte mij zoo woedend, dat ik niet wist wat ik doen zou. Ik werd vuurrood va® ergernis. Jk staar de naar de dansende steene® beelden bui ten het Museum. Zij dansten werkelijk door de tranen in mijn oogen. Toen hoorde ik den jongen man naast mij rustig zeggen: „Ik geloof, dat ik gis teravond onbeleefd tegen u geweest ben." „Dat heb ik al gezegd", zei ik, zonder mijn hoofd om te draalen. „Ja", zei hij eenvoudig. „Nu, hiermee bied ik u mijn excuses aan." „Wat is dat?" zei ik. „Wat beteeként?"... Hij sprak niet voort maar klapte in de handen en lachte een klein meisje toe, dat haar stokje voor de zevende maaJ door den houten ring had gestoken. /Toen „wel", zei hij, „dacht u werkelijk, dat lk naar den kapitein tien- more van u gegaan was?" „Is u niet gegaan?" zei ik met glurende oogen, „Om over u met hem te praten? O neenl" zed hij bedaagd. „Ik heb het gister avond immers alles van u gehoord. Ik zag geen enkele reden om er een derde In te betrekken." „Hij zou u overtuigd hebben", riep ik uit, boos en teleurgesteld. Daarop glimlachte hij weer. Toen zag ik wat hij meende. Hij bedoel de het als een soort compliment. Misschien meende hij, dab hij gee® anderen getuige bij de verdediging noodig had. Dat hij tot do conclusie gekomen was, dat Rose Whi- telandee (Juffrouw) de waarheid toch had gesproken Ik was wat zachtor gestemd, dat spreekt vanzelf. Maar toch was lk nog boo3. Ik zei: „U moet toch eens met hem gaan pra ten'. Zoo niet om u zelf voldoening te ge ven, goed dan, maar mij I Want als uw vrouw voor den dag komt, dan zal ik haar aliea moeten verklaren. O hemel! Aan welk oen massa mensohen ik verklaring zal moeten geven 1" riep ik droevig. „Ik zal aan Juffrouw Vera Yayn© moeten ver klaren, dat ik getracht heb u op alle gclijko manieren aan te fcoonen, dat ik haar plan niet ten uitvoer heb willen brenr gen! Maar k propos", bracht ik haastig in 't midden, „wat doet a eigenlijk om uw vrouw op te spore®? Ho© lang denkt u, dat het nog duurt voordat u weet waair zij is. kapitein Meredith?" Hij haalde diep adem, als na een heivigo inspanning, die ik niet opgemerkt had. ,,Dat hangt er van af", zei hij kortaf. „Natuurlijk maakt de oorlogstijd alles zoo veel Ingewikkelder dan andera het geval zou zijn. Ik probeerde te telcÉoneeren aan mijn zaakwaarnemers te Londen. De dienst was gestaakt voor vandaag. Alles stond stilik kon hen niet bereiken. Ik heb nar tuurlijk getelegrafeerd." „Wat heeft u getelegrafeerd?" vroeg ik, toen wij terug wandelden naar Ideo in gang van het park. „ïk telegrafeerde", zei hij, „ik telegra feerde om hen pasaagierelijsten van de laatste drie maanden te laten opvragen en op te sporen met welke boot Mins Vera Vayne naar New-York kon zijn vertrok-» ken. U hadb gezegd, dat zij naar Amerika was gegaan, nietwaar Juffrouw White* lands?'1 „Ja, ze zei, dat rij dat van plan was. Zij vertelde mij, dat zij dadelijk weg kon." „Ja. Nu, dap zal ik antwoord op dat te^ legram moeten afwachten", zei hij lang-» zaam, toen wij de Rue Bonaparte insioe* gen, cLat smalle straatje vol platenwin* kels. „Natuurlijk ben ik dadelijk naar het Grand-Hotel teruggeloopen, toen ik a ver-» laten had, om te zien of er 6oans al ant woord gekomen was. Het was zoo niet. Ik denk trouwens, dat ik het niet voor één of twee uur kan hebben. Wij zouden da®* kunnen lunchen", zei hij. „Heeft u d&ar niete tegen ?"- „O neen", zei ik op onderworpen toom „Meent u, dat u liever In het Ritzhofcel wou lunchen?" „O neen, meen, dat het mij niet* schelen kan, waar wij lunchen. Niets kan mij echelon ik kan nergens mee ingeno men rijn, voordat het antwoord Is gekomen en voordat wij precies weten hoe spoedig wij in etaat «uilen rijn deie «aak In he| reine tas brengen/1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 9