J
VGOR DEJEUGD
EL
No. 44. Zaterdag 3 November. Anno <923
»i«
m
i
i,
m
*5L
ki'J,
Zoo'n Lastpost.
56^6 ra(i
rjÈl
i
fi 1 S fl 1 4 1 j 4 1 0 1, I 1***1 n i t i 1
i Da 1 if 11SI t»
IE-IDSCH DAGBIAD 1»
1
ÏF
Naar het Engelsch van S. HORNIBROOK.
Vrij bewerkt door C. H.
Si
Hoofdstuk XV.
Een Onwaarheid, die een halve
Waarheid was.
Peter zat met beide ellebogen onder zijn
hoofd, aan de tafel in de leerkamer. Hij zag
er allesbehalve opgewekt uit en bovendien
vèrmoeid van de wederwaardigheden van
den vorigen.avond.
„Tante heeft altijd gezegd, dat het nog
eens gebeuren zou!" zei hij plotseling, ter-
Wijl hij zijn gezicht ophief, „en je zult zien,
dat het nou gebeurt!"
„Maar dat ka"h je toch niet schelen," zei
Fred om zijn vriendje te troosten. „Het kan
wè.fc leuk zijn op kostschool. Ik zou er heele-
niaal" niét.' om geven naar kostschool ge
stuurd te worden."
„Ik ook niet," en Peter keek in naden
ken verzonken het raam üit; ,,'tis al
leen om Dot!"
„Dot t O, zij zal het best zonder jou kun
nen1 stellen .'"antwoordde Fred, die meende
deze moeilijkheid heel gemakkelijk te kun
nen oplossen.
Ja, dat. was 't 'm juist. Dot zou het'zon
der hem best kunnen stellen. Iedereen hield
van Dot en haar aanhalige maniertjes, ieder
een ^ou haar vertroetelen en binnen een
week misschien al eerder zou zij hee-v
lemhal vergeter, zijn, dat er een tijd geweest
was, waarin zij niet buiten ,,Pétèr" ge
kund had:
En hij begroef zijn gezicht in beide han
den.
Na een tijdje kwam er echter verandering
in zijn gevoelens. Neen, zij zou het niet bui
ten hem kunnen stellen: zij zou naar hem
verlangen en zich erg eenzaam voelen.
Tante Dora en Juf hielden wql heel vëel van
haar, maar zij wisten niet. hoe zij haar ger -
lukkig konden .maken, zooals hij. dat ver
stond.
„Zeg, Peter!" begon Fred, die aan den
anderen kant der tafel zat, langzaam, „zou
den we niet kunnen zeggen, dat wij den ver-
keeren weg insloegen?"
„Ja. natuurlijk deden wij dal," antwoord-
de Peter.
„Ja maar ik bedoel Fred schoof on
rustig op zijn stoel heen en weer, „als we
alleen maar zeiden, dat we den verkeerden
wég insloegen, zouden ze misschien den
ken. dat het eenvergissing was."
„Ik jok er niet om!" zei Peter verontwaar
digd.
Fred kreeg een kleur, maar gaf het nog
niet op.
„Maar de we hoeven er niet om te
jokken," ging hij al stotterende, voort. „Als
ze ons vragen, of we het met opzet gedaan
hebben, kunnen wij het natuurlijk zeggen."
Ach Fred! Dacht je werkelijk, dat je je er
zoo gemakkelijk uit kon redden?
Het was de dag, die volgde- op den merk-
waardigsten uit het leven van Peter en Fred
en waarvan zij op dit oogenbiik de gevolgen
met een bedrukt hart tegemoet zagen. Dien
morgen was Juf reeds vroeg de drie kinde
ren bij mijnheer en mevrouw Zwaan komen
halen, onderweg geen enkele vraag tot hen
richtend, daar het haar onmogelijk was ook
maar één woord te zeggen tegen „dien
Peter!"
Nu was ,Tuf een oprechte vrouw. Iemand,
die minder eerlijk was dan zij, zou mis
schien het een of andere verhaal bedacht
hébben om le verbloemen, dat zij de haar
toevertrouwde kinderen uit het oog verloren
had. Maar zoo iets was niets voor Juf. Néén,
Juf had onmiddellijk nadat zij den vorigen
avond heel laat door Helm in een rijtuig
thuis was gebracht, alles wat zij wist
verteld.
Mevrouw Sneeuwvliet had Dot liefkóo-
zend in haar armen genomen en tegen Peter
eh Fred, wiens vader natuurlijk ook van het
gebeurde op de hoogte gebracht was, ge
zegd:
„Ga in de leerkamer en ik kom dadelijk
bij jullie Als ik met je gesproken heb, moet
1-Jed onmiddellijk naar huis gaan."
„Het, zou veel minder erg lijken," begon
Fred weer, nog een zwakke poging aan
wendend om zijn vriendje te overreden „en
misschien vragen ze 't ons helemaal niet,
of we het met opzet gedaan hebben."
De jongens waren te ontdaan en te zenuw
achtig om te begrijpen, dat diLnatuurlijk wèl'
gevraagd zou worden. Zij gaven zich,daar
héej'emaal geen rekenschap van.
Peter tok zijn bovenlip verachtelijk op.
Zeker roeend? hij het zou de zaak
voor hem veel minder erg maken dan wan
neer hij er eerlijk voor uitkwam, dat hij het
geweest was. die Fred er toe. aangezet had
om weg te loopen. Hij hoefde er niet recht
streeks orp te jokken.
Maar neen, het was de waarheid niet,
dacht Feter, dia al was hij. dan ook dik
wijls erg ondeugend toch een eerlijke jon
gen was.
Vast besloten haastte hij zich tegen zijn
vriendje te zeggen-
„Ik zal de schuld wel op mij nemen, Fred.
Je hoeft niet bang te zijn.' Ik Heb hét be
dacht en dat zal ik zeggen ook."
Peters lippen trilden, maar al voelde hij
zich ook nog zoo ongelukkig op dat oogen
biik, hij had toch den moed om voor de
waarheid uit te komen en de gevolgen van
zijn ongehoorzaamheid te dragen.
Hoofdstuk XVI.
Het Naderend Afscheid.
Keeds dikwijls in den laatsten tijd was
Peter met het woord „kostschool" bedreigd.
Maar nu zou het er dan toch werkelijk van
komen. Mijnheer Condor was medegedeeld,
dat hij na hei einde van het kwartaal Peter
geen les meer behoefde te geven, daar deze
dan naar kostschool zou gaan.
Toen het vonnis geveld werd, nam Peter
het gevoel van zijn tante gewerkt, zou zij
het heel kalin op. Als hij had gehuild of op
zich waarschijnlijk wel hebben laten vertee
deren en het maar dan ook werkelijk
voor het laatst nog eens aangezien heb
ben. Maar als de jeugdige „lastpost" tranen
stortte over de aanslaande scheiding, deed
hij dit in het geheim.
Het was Peters gewoonte niet, zijn tante
te jaten merken, als iets hem hinderde en
langzamerhand was er een soort ijzeren
band om zijn hart gegroeid, die alleen door
een zeer tactvolle en liefderijke hand ver
broken kon worden en waardoor alle schat
ten, die Peter diep in zijn hart verborgen
hield, te voorschijn zouden komen,
Hij had de volle waarheid verteld en
kreeg daardoor het leeuwenaandeel van de
straf. Fred kwam er gemakkelijker-af, want
Péter had zelf bekend, dat hij degene was,
die het plan geopperd en de anderen er toe
overgehaald had.
Toch was Peter, die 's morgens opstond
met de gedachte naar kostschool te worden
gezonden en er 's avonds mee naar bed ging.
Peter die, met den dag meer opzag tegen de
scheiding van Dotje, eenheel andere jon
gen dan de Peter geweest -zou zijn, die door
een geheime schuld gedrukt rondliep, een
schuld, die hem geen oogenbiik met rust
zou laten en hem de oogen niét zou durven
doen opslaan, ómdat hij de volle waarheid
niet gezegd had.
Peter wist dit, maar hetgeen hij niet wist,
was, dat hij, de wilde, roekelooze en on
doordachte Peter, de „lastpost", een ande
ren jongen die minder recht .door zee was,
door zijn voorbeeld leerde oprecht te zijn.
Fred schaamde, zich n.L voor zijn vriendje
en Peters handelwijze maakte zóó'n indruk
op Jiem, dat zij een wending: aan zijn karak
ter gaf. Lange strafpredikaties zouden stel
lig niet uitgewerkt hebben „wat Peters in-,
vloed deed: een eerlijken, öpréeMen-jongen
van hem maken.
Het feit, dat Peter naar kostschool moest,
had nu een vasten vorm aangenomen. En
daar de zaken eenmaal zoo. stonden, besloot
Peter, dat het 't verstandigst was om nog
zoo veel mogelijk van Dotje's gezelschap te
genieten en zoo min mogelijk aan hst nade
rend afscheid te denken. Hij wiLde er de
laatste weken niet door laten bederven, ai
viel hem dit sommige dagen, als het ver
driet bijna niet le onderdrukken schoen, bij
zonder moeilijk. -
Peter wist zelf niet, -hoe het kwam, maar
hij vond Tante Dora veel aardiger in dezen
tijd. Hij hield meer van haar dan hij ooit
gedaan had en hoe meer de noodlottige da
tum begon te naderen, des te zachter werd
zij gestemd jegens den armen wees, dien zij
op het punt was weg te sturen. Dat zij de
k-inderen van elkaar moest scheiden, trok
zij zich meer aan dan zij zichzelve wel
wilde bekennen.
Na dien ontzeüenden, angshgen avond,
toén Juf laat en zonder kinderen thuis ge
komen was. voelde zij zich dikwijls duize
lig en zwak. Zoo lag. zij "op zekeren avond
op-de rustbank in de huiskamer.
Peter was dien avond heel bedaard. Hij
liet Dot plaatsjes zien en las haar voor. Met
opzet dempte hij zijn stem,1 omdat Tante
Dora hoofdpijn had. Nu en dan hield hij
echter plotseling op, ging na^r het raam en
keèk naar Men regen'buiten. 'Git zijn ernstig
gezicht kon men opmaken, dat hij over het
een of ahdêr nadacht!
Stellig dacht hij aan de koslschoaL
Tegen de kostschool op zichzelf had hij
eigenlijk niets. Hij zou er plezier genoeg
hebben met de jongens. Dat zei iedereen ten
minste. En ondernemend als hij was, lacht»
het nieuwe er van hem wel toe. Maar het
afscheid van Dotje!
Hel werd Peter plotseling te machtig.,
maar hij wilde niet huilen, vóórdat het een
mrial zoo ver zou zijn.
„Pétèr! Mij kan nou fluiten!" zei Dotje
op eens en haar lippen vooruitstekend,
bracht zij een zwak geluid voort.
Peter beet zich op de lippen om zich goed
le houden, want hij had haar, vóór hij weg-