In verkeerde Schoenen.
No. 19523.
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 30 October.
Tweede Blad. Anno 1923.
Nogmaals het Leidsche Grachtwater.
m
9
FEUILLETON.
Dank zij de wetenschappelijke onderzoe
kingen, verricht in het Laboratorium van
den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst
te Amsterdam, is er sedert eenige jaren licht
opgegaan in de kwestie, waarom brakwater
.voor grachtwater ongeschikt is. Het feit, dat
ft Leidsche grachtwater, als 't slecht was,
altijd een hoog zoutgehalte bleek te hebben,
liet de gedachte opkomen eens dag voor dag
't zoutgehalte te bepalen. Met uitzondering
van eenige dagen in September j.l. toen een
zeer bedenkelijke en welbekende geur be
gon op te stijgen uit Rapenburg, Nieuwe en
Oude Rijn en Lange Mare, zijn onze stads
grachten in de maanden Juli, Augustus, Sep
tember en October in beste conditie geweest.
;Ct Levendaal heeft niet voldoende mede ge
profiteerd, omdat het telang afgesloten ge
weest is.) Laten we nu zien, hoe het in die
tijd met de braklieid gesteld geweest is.
In milligrammen chloor per Liter.
1923.
Juli
ie
196
Sept.
6
210
m
17
140
7
234
18
115
9
8
241
9
19
105
9
10
315
w
20
84
9
11
462
9
21
70
9
12
581
9
23
73
9
13
399
9
24
70
9
14
588
9
25
70
9
15
546
9
26
77
9
17
479
9
27
77
9
18
903
9
"8
77
9
19
395
9
80
77
9
20
122
31
77
9
21
262
Aug.
1
84
9
22
287
2
87
24
164
9
3
154
9
25
266
4
168
9
26
238
6
182
9
27
248
9
7
185
9
28
26G
9
8
178
9
29
287
9
9
175
Oct
1
329
9
10
185
9
2
343
9
11
147
9
4
353
9
13
171
9
5
332
9
14
157
9
6
301
15
133
9
8
283
O
16
136
9
9
283.
•9
17
122
9
10
311
18
126
9
11
311
D
20
94
9
12
238
9
21
94
9
13
231
9
22
98
9
15
189
23
91
9
16
164
24
101
9
17
157
25
98
9
18
171
9
27
105
9
19
154
9
28
80
9
20
136
9
29
105
9
22
157
9
30
133
9
23
168
Sept.
3
143
9
24
168
n
4
164
9
25
150
m
5
217
Bovenstaande cijfers geven aanleiding tot
He volgende opmerkingen 1. de stand van
1218 September is klaarblijkelijk 't gevolg
yan den veel hoogeren graad van brakheic
Mi die dagen. In één dag lijd was de slank
Weer verdwenen, de tabel geeft duidelijk do
oorzaak daarvan aan. 2. De zeer zware re
gens in Sept. en Oct. hebben 't zoutgehalte
jiiet zoo omlaag kunnen drukken, al was
hun invloed zeer heilzaam, als 't inlaten van
IJsselwaler in Juli dit in enkele dagen deed.
3. Het dikwijls groote verschil in zoutgehalte
van den eenen dag op den anderen bewijst,
dat de strooming in de grachten inderdaad
grooter moet zijn, dan men geneigd zou we
zen te denken bij 't lezen van verscheidene
rapporten, welke in den loop der lijden over
dit onderwerp zijn uitgebracht.
Eenige zeer gewichtige-plannen zijn thans
door B. en W. aan den Raad ter beslissing
voorgelegd. Voor de burgerij in haar geheei
is 't van 't grootste belang niet in 't minst
ook om financieele redenen, dat deze vraag
stukken zoo objectief mogelijk beoordeeld en
oehandeld worden en dat ten slotte een be
sluit worde genomen, dat Leiden vooruit
helpt dat Leiden betalen kan en waarbij
de stad waar voor haar geld krijgt. Het is
dan ook daarom, dat ik de vrijheid neem,
eenige punten nader te bespreken.
Over een spoedige uitvoering van dat deel
van het plan van Ommeren, dat het eersto
aan bod komt, n.l. het noordelijk pompsta
tion met persleiding en de bemaling der
Noordelijke buitenwijken, kan ik zeer kort
zijn het is een gebiedende noodzakelijkheid
en zal dadelijk blijken een weldaad te zijn
voor de betrokken stadsgedeelten.
Over die hoofdstukken echter van het rap
port, die handelen over de binnenstad, valt
meer ie zeggen. Als ik 't wèl heb, heeft
Goethe eens gezegd de dwerg op de schou
ders van den reus ziet verder dan deze, en
zoo is 't ook eenigszins met het rapport van
den heer Van Ommeren. Er zijn 21/* jaar
verloopen sedert dit rapport is ingediend
(waarom is het nog zoolang bij P. W. ge
koesterd
Om kort te gaan, de bijzondere ervaringen
Inzake 't grachtwater, opgedaan in den ab
normaal drogen zomer van 1921, met alles
v/at daarna is losgekomen, waarvoor de heer
Van Ommeren bij een bespreking, welke ik
In Augustus van dit jaar met Z.Ed. mocht
hebben, zeer levendige belangstelling had,
zijn' uiteraard in het thans gepubliceerd rap
port niet meer verwerktdit is in zooverre
ernstig, als dit juist betreft de binnenstad.
Echter willen we van harte hopen, in 't be
lang van onze stad, dat B. en W. de relatie
met den heer van O. zullen voortzetten, zoo
wel bij uitvoering der direct noodzakelijke
gedeelten van zijn plan als later, wanneer
beslist moet worden van geval tot geval
over al of niet uitvoering van of evenlueele
verandering in de voorgestelde wijze van
rioleering van bepaalde deelen van het cen
trum der stad.
Leest men bet omvangrijke werk als bui
tenstaander door, dan krijgt men werkelijk
eenigszins den indruk alsof de Leidsche in
dustrie er haar hoofdwerk van maakt om
bijzonder onsmakelijk afvalwater te ver
vaardigen in plaats van fabrikaten, die ge
noemd mogen worden. Welke ingewikkelde
procéde's bij 't maken van 't een of ander
product ook mogen worden gebezigd, één
ding kan ik met de hand op mijn hart ver
klaren brakwater, den crgslen vervuiler
van alle grachtwater, produceert hier geen
enkele fabriek. De laatste vier maanden heb
ben duidelijk bewezen, dat de vervuiling in
de binnenstad, teweeggebracht door indus
trie en burgerij, samen op zeer afdoende
wijze door Haarlemmervaart en Galge*
water afgevoerd kan worden van het be
zwaar geopperd in de laatste alinea van pag.
6 is dezen zomer niets te bespeuren ge
weest en wel zonder iemand last of' kos
ten te bezorgen, wanneer het water maar
ten naasten bij zoet is, want het is nu een
maal een feit, dat zuurstofhoudend zoet wa
ter een vele malen zwaardere vervuiling kan
verdragen alvorens te bezwijken aan do
brakken bastaard.
Wil het geluk dienen, dat bovendien een
solutie wordt gevonden om 't verzoutingsge-
jgLar van uit het Noordelijk en Noord-Ooste-
Iijk deel van Rijnland nog meer ie beteuge
len, dan zou Leiden van veel finairtieele
zorg bevrijd zijn in de toekomst.
Sedert de voormalige Minister van Yssel-
stein als Directeur-Generaal van den Arbeid
een dienstreis inzake afval waterreiniging
naar Bradford heeft ondernomen, jaren go-
leden, komt in elk Nederlandsch walerrap-
port een betoog voor over de groote vervui
ling, veroorzaakt door wolfabrieken, hoewel
hier te lande noch in aan- noch in-omvang
iets te vinden is, dat ook maar in eenig op
zicht met Yorkshire zou kunnen vergeleken
worden. Zoo krijgt dan ook in het onderha
vige geval de Leidsche wolindustrie „duly"
een veeg uit de ambtelijke pan op pag. 17
Daarbij is over 't hoofd gezien, dat in tex
tielfabrieken, waar onderling verschillende
gekleurde en bewerkte artikelen vlak achter
elkaar v/orden behandeld, sleede overmatige
hoeveelheden spoelwater om begrijpelijke
redenen worden gebezigd deze hoeveelhe
den zijn in 't rapport als bevuilingsmassa
beschouwd, terwijl ze de gracht bereiken in
veel en veel sterkere verdunning dan in
Yorkshire zelfs nüt de door de overheid voor
geschreven reiniging het geval is.
Trouwens telkenmale, met alle respect
voor mijn vaderstad en ministerieele eenzij
digheid. een vergelijking van Leiden met
Bradford is bepaald mal. Fabrieken, die
werkelijk het openbaar water sterk bevuilen
zijn die van aardappelmeel, stroocarlon.
gist en spiritus, bier, leder en suiker, welke
artikelen in onze stad zoo goed als niet wor>
den gemaakt.
Wat betreft de kosten van extra bemaling
te Katwijk, op pag. 8, moge dienen, dat, als
Iieiden zoet water aangevoerd krijgt, natuur
lijke loozing, die niets kost, voldoende is om
de stad stankvrij te houden. Zie zomer 1923.
Er zij nogmaals op gewezen, naar aanlei
ding van pag. 6, dat bij afsluiting van het
Oegstgeester Kanaal, zooals de toestanden
nu zijn, brakwater van „de meren", dat bij
Spaarndam, Haarlemmerliede, Halfweg,
Nieuwe Meer en Huis te Drecht, Rijnland
voortdurend belaagt, naar Leiden zou wor
den getrokken.
Pag. 16. Indien op dubbele féestdagen liet
walqr er wat beter uitziet, is dit zeker voor
de helft te stellen op rekening van het feit,
dat dan evenmin als de indystrie de scheep
vaart werkt, waarvan de invloed op markt
dagen duidelijk na te gaan is.
De beer Yan Ommeren vindt het rijkelijk
goedig van Rijnland, dat het toelaat den
boezem te bevuilen nu is dit maar een ge
luk, want onder ons gezegd en gezwegen hij
doet het zelf ook n.l. de Stinksloot is boo-
zem van Rijnland en zal spoedig zijn naam
alle eer aandoen.
Eenige bespreking behoeft punt a op pag.
10, waar vermeld slaat, dat het boezemwater
in liet Oosten reeds in eenigszins vervuilden
loesland de stad binnen komt. Deze zaak is
heel wat gecompliceerder dan zij lijkt. De
„meren" zijn meestal brak, vooral als zout
water bij Bilderdam uit Amstelland of bij den
Overtoom uit Amsterdam op Rijnlands boe
zem (die lager gelegen is) komt, maar voor
al ook indien het Zuidelijke en liet Ooste
lijke gemaal van de Haarlemmermeer veel
water hebben uitgeslagen en er dan eenigen
tijd Noordelijke wind waait, wat in voor- en
najaar nogal eens gebeuren kan. In zulk een
geval voert de Zijl brakwater aan. Een blik
op de kaart doet zien, dat de Kagermeren
grooter kans hebben (e verzouten dan de
Braassemerdit is dan ook inderdaad het
geval, dat voor Leiden in zooverre gelukkig
is, omdat daardoor de mogelijkheid, dat do
Heymanswetering hare bemiddeling zou
verleenen om wat zout in den Riin te bren-
bezuiden de Haarlemmerstraat zullen, als
we weer eens een brak water in vasie krij
gen, een extra sigaartje moeten opsteken om
de „Llaasche llug" wat te verdrijven. Om de
kwade gevolgen van de verminderde circu
latie in 't centrum wat te lenigen worden
dan eenige secties van het plan Van Omme
ren méér dan anders noodig zonder zijn ge
weest, uitgevoerd en zoo komt dan de viceuse
cirkel dempenrioleerenweer dempen
weer rioleeren, in gang, welke steeds weer
motieven scheppend uit zijn eigen tweele
digheid al sneller en sneller gaat draaien,
en spoedig onze toch al niet meer zwaar ge
laden stedelijke schatkist in zijn wervelin
gen gaat betrekken, met dat gevolg, dat in
't midden daarvan een diep gat ontstaat, dat
met werkloozen niet te dempen is* en onder-
lusschen aan den rand der beweging de
reeds doodzware belastingheffing licht ge
worden burgers de stad uitgeslingerd worden
als de vonken van den scharenslijper, zoodra
de middelpunt vliegende kracht hunne ver-,
knochtheid gaat overtreffen.
Alles bijeen genomen kan de walerposilie
in Leiden onder de auspicieën van den heer
Van Ommeren werkelijk ideaal worden en
voor niet meer geld, dan het werkelijk kosten
moet, mits men zich niet la letlre vastlegt
op het rapport, dat ruim twee jaar oud is
en waaruit de Mare-kwestie mankeert.
De merkbare verbetering die zelfs in het
afgesloten Levendaal dezen zomer op to
merken viel, doet hopen, dat, blijft het goed
water uit het Oosten komen, deze gracht
open kan blijven mocht dit onverhoopt tegen
vallen, dan is het onderstation Zuid van het
plan Van Ommeren dé&r om afdoende te
helpen, waarvan dan tevens de Uitcrste-
gracht met omgeving zal profiteeren. Het i9
mijne overtuiging, dat wanneer alle organen
die inzake water op Leiden inwerken, har
monisch samengaan, door middel van de be
maling in het Noorden en Noord-Oosten, be
nevens zoonoodig de oprichting van het sta
tion Zuid in de buurt van het Levendaal, het
eeuwenoude probleem in de stad is opgelost
voor een, zooals het zich laat aanzien, be-
laalbaar bedrag. Het is eveneens mijne over
tuiging, dat een verdere doorvoering der rio-
gen, bij opwaaiing van den Braassemer leering niet noodig zal blijken en dus ook
practiseh nul is.
De Rijkscommissie
Gaarne ben ik bereid van eiken stadge
noot, die werkelijk belang stelt in de water-
positie in en om onze stad, alle inlichtingen
voor de Centrale
Drinkwatervoorziening heeft het Lekwater
I lusschen Streefkerk en Jaarsveld als het
I beste voor de gezamenlijke drinkwaterlei
ding van de Provincies Utrecht, Zuid- en
Noord-Holland aangewezen. Dit water is
I het zelfde als van den Hollandsclien IJssel
I (de drinkwaterleidingen van Rotterdam en
Schiedam, die T water uit de Maas pompen,
1 liggen verder stroomafwaarts van liet punt)
waar Lek en IJssel zich splitsen, dus van
zout water, (dat door den vloed in de Maas
wordt opgestuwd) is bij de splitsing al geen
sprake meer. Wordt te Gouda 's zomers in
gelaten. dan is dat ongeveer drie dagen te
Leiderdorp sterk merkbaar. Houdt het inla
ten aan, dan is eenig verschil van belang in
chemische samenstelling lusschen Rijnwa
ter te Arnhem, IJsselwaler te Gouda en Rijn
water te Leiderdorp niet meer te conslatee-
ren. De biologische zelfreiniging, die in dit
zoo bij uitstek ztiurstofhoudend zoete water,
zeer krachtig is, heft de verontreiniging, die
door de relatief niet talrijke bewoners langs
den Rijn er in gebracht wordt, totaal op. De
op deze kwestie betrekking hebbende be
scheiden zijn dezen zomer aan den heer
Van Ommeren na bovengenoemd onderhoud
Ier hand gesteld.
De heer rapporteur bevindt zich in het
aangename geval, dat hem niet gevraagd is
zich uit te spreken over de penibele kwestie
van de Lange Mare, hij zegt er dan ook niets
van mij heeft ook niemand gevraagd cr
over te spreken, maar ik zit nu eenmaal in
't schuitje en moet dus meevaren, wat ik
gaarne doe, zoolang dit klassieke water nog
bevaarbaar is. Gaat de Lange Mare dicht,
dan wordt het grachtwater in Noordelijk
Leiden positief beter,.want het water stroomt
er alle ambtelijke rapporten ten spijt, naar
het Noorden, en ververschi dus het centrum
door afvoer zoodra trek ontstaat i/d. Ouden
Singel. Waar het rapport elders zoowaar een
typisch en zin uit Caesar in 't origineel ci-
teert, neem ik de vrijheid ook nog eventjes
met een kleine variatie op een bekend ge
zegde, voordat ook nog 't Latijn afgeschaft
wordt als „moderne eisch" „et (amen ad
seplenlriones fluit". Maar onze stadgenoolen
niets „in principe" moet worden aangeno-
j men. Dat kan altijd nog.
gedocumenteerd te verstrekken, die hij mocht
wenschen, zoowel schriftelijk als monde
ling ('t laatste liefst 's avonds.)
B. F. KRANTZ.
Een belangrijke rede van mr. Troelstra.
Gisteravond heeft de Federatie Amster
dam van de S.D.A.P. ter viering van dc
verwerping van de Vlootwet een vergade
ring gehouden in de groote zaal van de
Beurs voor den Diamanthandel. I>ezo
zaal. die ongeveer 3000 menschen kan be
vatten, was reeds een halfuur voor den
aanvang geheel gevuld met een geestdrif
tige menigte.
De eerste «preker was mr. P. J. Troelstra
die constateerde, dat de berucht© anti
these thans een deuk heeft gekregen. Het
is d© vraag of zij er zich ooit van zal her
etellen. Wat moet nu gedaan worden? I)e
crisis moet worden opgelost, en aan dio
oplossing moeten ook do sociaal-democra
ten hun krachten wij'den.
Wanneer ooit een crisis moeilijk en ver
ward is geweest, dan is het wel deze. Als
allo tegenstemmers in de Kamer om de
zelfde reden tegen de Vlootwet hadden
gestemd, dan was do zaak eenvoudig, maar
nu ontbreekt er wel wat aan de eenheid.
Wil men een nieuwe Regeering hebben,
dan moet men 4 komen tot een gemeen
schappelijk program van actio. Do Vloot
wet is van de baan, maar een groot deel
van hot volk had niet minder tegenzin in
do ongewoon eenzijdig© bezuiniging, die
er achter atond. De groot© moeilijkheid is
nu, dat men, om te regeeren. een meer
derheid in de Kamer moet hebben.
Mr. M'archant heeft in oen interview
in „De Tel." als oplossing aangegeven, dat
er een ander rechtsch ministerie moet
komen. De coalitie zou opgelapt moeten
worden. Do eenige manier, waarop volgen*
mr. Marchanfc Nederland thans geregeerd
kan worden, is door de vereenigde reoht-
ache partijen. Deze oplossing kunnen d©
soc.-demooraten onmogelijk aanvaarden
zij denken er niet aan. Ons, soo.-democra
ts?^ zegt Bpr., leeTt de geschiedenis iet*
anders. Do coalitie werd al lang kunstma
tig in bet leven gehouden.
Geen reehtech© regeering herstellen, en
zulk een Regeering op den duur onmogelijk
maken, dat ia ons uitgangspunt. En prin
cipieel zijn wij bereid de consequentie
van onz© houding te aanvaarden. Wij heb
ben vooraangestaan in den strijd tcgon de
Vlootwet. Wij zijn d© voornaamste sohul-
digen aan den. val van het kabinet. Maar
de strijd tegen het militairisme is nog niet
aigeloopen. Wij vechten ook tegen een de
fensiesysteem te land. De reactie is in
staan tot de dolst© avonturen.
Het is onze taak, indien het met ons
beginsel is te vereenigen, klaar te staan
om ons standpunt ook in een regeering te
verdedigen. Tijdens de verkiezingen en bij
do begrootingsdebatten van het vorig jaar
is gebleken, dat de tegenwoordig© Kamer
niet d© goede uitdrukking is geweest van
den geest der kiezers. Een groot deel van
de kiezers heeft gestemd zonder do gevol
gen to kunnen berekenen. -
Heb komt mij voor, aldus spr., dat wij
staan aan het begin van een nieuw© pe
riode. Het zal onmogelijk zijn voor een
Regeering thans op te treden zonder dat
het het verzuimde van do verkiezingen
van 1922 is ingehaald. Wil mtan een Regee
ring op dcmocratischen grondslag, dan zal
spoedig d© Kamer moeten worden ontbon
den. (Luid applaus). Dan krijgt ge gele
genheid opnieuw Uw stembiljet in te vul
len. Dan krijgt ge gelegenheid om heb
democratische en sociale clement de lei
dende kraoht te geven. (Luid applaus).
Voor een oplossing van dezo crisis, die
ons mede verantwoordelijk stelt, zouden
wij moeten terugdeinzen, als wij niet een
geschoolde beweging achter ons hadden.
Voor jaren zou het de dood van onze partij
zijn geweest, maar thans durven wij het
aan, desnoods in de Regeering te treden.
Of het zal gebeuren, hangt niet van ons
af. Men zal met elkander rekening moeten
houden, en als dat niet te ver gaat, rijn
wij daarvoor te vinden. Maar wij willen
niet terug; wij willc-n de vruchten plukken
van deze overwinning.
Er zal een flink program moeten ko»
men
geen vel over de ooren halen nan do
ambtenaren
geen opoffering van het zevende leer
jaar
wij willen ook Btreven naar een sluiten»
de begroot ing
wij willen ook den gulden veilig stel
len, maar wij moeten geen slaven worden
van die veiligstelling.
D© bespreking tusschen S.D.AJ?. ©n N.
V.V. over wat ons te doen staat, is heden
begonnen, zegt spr.zij is nog niet afge-
Ioopon en wij kunnen dus over het resul
taat nog niet spreken. De gevolgen van
heb overleg eullen later worden meege
deeld. Maar wij dienen vooral te bedeoiken,
dat de strijd niet is geëindigd, maar be
gonnen. Do leiders van de S.D.A.P. eul
len ook in do komende dagen krachtig
moeten werken en door den geest van oen
dracht v/orden gedragen.
Leve bet. Nederlandsche proletariaat!
Weg met het kapitalisme 1
Hoog het eocialisme 1
(Donderend applaus en gejuioh. De ver
gadering zingt mr. Troelstra staande d©
Internationale toe).
Hierna voerde Suze Groeneweg nog het
woord.
Jhr. De Geer en artikel 40.
In do „N.R.Crt." bestrijdt oud-minister
De Geer aldus de opmerking van ,,De Tijd'%
dat hij is ,,de man van artikel 40; de man
der bindende belofte"
Dat is precies het tegendeel der waarheid.
Toen ik eenigen tijd Minister was, ont
dekte ik artikel 40 van het bezoldigings
besluit, hetwelk sinds 1920 bestond, maar
waarop in do staatsstukken nooit de aan
dacht gevestigd was en dat dan ook nooit
Naar hel Engelscb, door BERTA RUGK.
(Nadruk verboden)).
4-1)
„Ja: laten wij dadelijk gaan", zei ik,
terwijl tk een tl sin kanten 2akdoekje van
mijn toilettafel op nam en het in mijn
hand hield bijwijx© van witte vlag. „Ik weet
niet welk© uitwerking dit alles op u ge
had heeft, maar ik sterf -letterlijk van hop-
ger, kapitoin Meredith."
Hij keek mij aan, terwijl hij de deur
voor mij open hield.
In dien blik 3as ik, dat hij niet heele-
maal zeker van mij was, al stond hij niet
meer zoo stevig op zijn avonturierster-
theorie.
(Niet heelemaal zeker van iemand zijn
is wat mannen bedoelen, wanneer zij niet
willen weten, dat zij eigenlijk niet weten
wat ze denken).
Toon zij hij„A propos, u kent mijn
voornaam toch?"
,,Of ik dien ken?" riep ik uit, bijna ker
mende, „ik zou denken, dat de naam
G-eorge gemerkt moet staan op mijn hart,
zooals de naam Calais moet etaan als een
brandmerk op het hart van den Duitschen
leizer.'-*
„En uw naam is Rose, geloof ik. Maar
ik veronderstel, dat mijn moeder en ieder
een u Viv noemen, bij den naam van miju
.vrouw?"
„Neen, zeker niet! Dat zou ik nooit wil
len!" verzekerde ik hem, toen wij vlak
voor de deur van Lady Merediths kamer
stonden.
Toen ik klopte, bereidde ik mijzelve
voor als op een godsgericht of strenge be
proeving. De beproeving getuig© te zijn
van Lady Merediths genot ons („ons") sa
men te zien
Zij had zich zonder eenigen twijfel ver
beeld van een zegenrijke vereenïging van
twee menschen getuige te zijn. Een ver
rukt liefde-tooneelHo© verschrikkelijk
afschuwelijk
Geen wonder, dat ik mijn tanden op el
kaar zette, toen ik aan do deur klopte.
Maar de deur werd niet opengedaan door
Lady Meredith.
De zwartharige, lachend© femme de
©harabre deelde mij mede, dat ,Mylady en
Lord Sir Meredith naar beneden waren
gegaan om te dineeren, een halfuurtje ge
leden, in het restaurant."
„Naar beneden gegaan zonder mij
zonder ons, wil ik zeggen?"
Kapitein Meredith zei: ,,Ja", alsof hij
nauwelijks verstond wat ik zei.
Ja, zijn heele stem en gedrag herinnerd
mij aan iemand, die vragen beantwoordt,
terwijl bij tegelijkertijd verdiept is in een
boek. En welke een boek, arme manIk
denk, dat bij druk bezig was met gedeel
ten van d© dingen, die ik hem pas ver
teld had, zoowel als wie weet met welke
tooneelen uit de hoofdstukken, die ik nooit'
gelezen had! De hoofdstukken, die te ma
ken hebben met zijn huwelijk, zijn ver
houding tot dat ander© meisje, in welks
schoenen ik gestaan heb.
Hij ging voort; „Ja, mijn vader dineert
niet graag te laat. ,,Hij daoht zeker, dat
wij laat zouden komen"'
„Ik ben nooit laat", vertelde ak hem
vrij haastig, terwijl wij neerdaalden in de
lift. „Ik ben een heel etipt persoontje,
heeft Sir Richard gezegd."
„Ja? Nu, zij dachten zeker, dat deze
avond eon uitrondering zou zijn", zei ka
pitein Meredith op mistrooetigen toon.
„Ik verwacht, dat zij beiden veronderstel
den, dat wij massa's aan elkaar te ver
tellen zouden hebben. Dat hadden wij dan
ook.*
Ja, het was laat. Toen wij de lange gang
met roeden looper doodgingen, die naar
het restaurant voert, zaten reeds ver
scheidene menschen, dio al gedineerd had
den, in de roode stoelen rondom kleine
tafeltjes.
Wij passeerden Prinses Jinka, alleen aan
een tafeltje in die bewonderenswaardig©
tea-gown, die wij al gezien hadden. Tot
mijn groote verbazing vestigde zij groote
vriendelijke oogen op kapitein Meredith.
Zij glimlachte hem vriendelijk to© en wuif
de met baar juweelen versierde hand.
Hij boog zonder te glimlachen. Ik wou
wel eens weten of hij werkelijk lachen
kon.
Wij passeerden een groepje van drie En-
gelsche officieren.
De een was in khaki, nog vol modder
van de loopgraven. De ander was in keu
rig blauw, met het gekruld galon om zijn
mouw, dat beteekende, dat hij tot de ko-
ninklijko marine-reservo behocs-de, en de
jongste was in de uniform van de konink
lijk© vliegeniers. Zijn gezicht had iets van
een valk en iets van een Baby. Het was
even rose en glad als het mijne. Toen wij
voorbijkwamen, hoorde ik hem deggen
„Dc fijnst© nevelen, waar ik in geweest
ben sedert ik vleugels heb..."
En toen wij passeerden, barstten zij alle
drie in lachen en praten uit, en ik begreep
dat zij niet wilden toonen met hoeveel aan
dacht zij deze nieuwe, ros© wolk bewon
derden, zoowel als mijn kleine rose -schoen
tjes. Wat was ik blij dat ik ze voor deze
speciale gelegenheid had gekregen!
Men denkt, dat nieuwe, mooie kleeren
iemand zelfbewustzijn geven. Misschien
hebben zij dat effect op mannen, de excen
trieke schepselen. Maar het is het gemis
aan nieuwe cn mooie kleeren, dat een
vrouw het bewustzijn van zichzclvo en haar
tekortkomingen geeft. Het bezit van een
onberispelijke japon is een veel grooter©
hulp, een beter© bescherming en een groo
ter aansporing dan de hulp van het zui
verste geweten
In ieder geval, ik had ze beide! Wij tra
den het restaurant binnen, dat groote,
lang© vertrek met een wand van spiegels
aan de rechterhand en de groepen lichten
langs de muren, die aan alles een melk-
wittcn glans verleenen.
Het onderdrukt geluid van praten cn
lachen verhief zich van alle tafels, tafel
tjes voor twee of vier personen of voor
grooter© gezelschappen.
Ik keek rond en zag, dat verscheiden©
hoofden zich naar ons toekeerden.
Ja, zij dachten zeker, dat wij weer een
voorbeeld waren van het aandoenlijk© en
decoratieve „oorlogspaar". Do bruid in
d© japon van haar uitzet, de jonge echtge
noot grijpend© naar alle©, wat het leven
en do liefde en de vroolijkheid hem mis
schien voor het laatst aanbieden 1
„HaDaar zijn zezei ik, toen mijn
oog viel op een tafeltje rechts. „Daar zit
ten je ouders."
Want ik had juist een puntje gezien van
Sir Richards zwart© jas en den epirea-
kleurigen kegel haar van zijn vrouw, bo
ven de roso lichten van een tafeltje voor
twee persone.
Voor twoe slechts?
Zij waren niet alleen begonnen zonder
ons, maar zij bleven tête-Atête dineeren.
Dachten zij dan, dat wij elkaar boven
zoovel te zoggen gehad hadden, dat wij
iQ 't geheel geen behoef to haddon aan
eten?
En ik, die juist zoo'n vTeeselijken hort*
ger had
Hallo!" zei kapitein Meredith in zijn
moedors haar.
Zij keerde zich om met een stralende»
glimlach.
„G-eorge, lieveling! Wij dachten, dat je
vanavond niet hier zou dineeren. Wij
dachten, dat je het kind zou willen meene
men naar Henry voor je eersto diner samen
den eersten avond. Maar 't is heerlijk,
hoor... Richard, zeg aan den kellner, dab
hij ons een tafeltje voor vier personen
geeft. Wij zullen allen samen dineeren 1"
En wij dineerden allen samen.
O hemelWat een vreeselijke maaltijd
was dat! Niet het eten natuurlijk, dab
was heel lekker. (Soep, van die witte, flu
weelachtig© soep, tong, wild cn ©en prach
tige peer zoo groot als ©en voetbal mot
een groote kop room, waarvan men zichzelf
bediende met teen soeplepel). Maar
oonY0T*ati*l
1 r M f s x.o,', vf;
(Wordt vervolf3)T