In verkeerde Schoenen. No. 19523. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 30 October. Tweede Blad. Anno 1923. Nogmaals het Leidsche Grachtwater. m 9 FEUILLETON. Dank zij de wetenschappelijke onderzoe kingen, verricht in het Laboratorium van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst te Amsterdam, is er sedert eenige jaren licht opgegaan in de kwestie, waarom brakwater .voor grachtwater ongeschikt is. Het feit, dat ft Leidsche grachtwater, als 't slecht was, altijd een hoog zoutgehalte bleek te hebben, liet de gedachte opkomen eens dag voor dag 't zoutgehalte te bepalen. Met uitzondering van eenige dagen in September j.l. toen een zeer bedenkelijke en welbekende geur be gon op te stijgen uit Rapenburg, Nieuwe en Oude Rijn en Lange Mare, zijn onze stads grachten in de maanden Juli, Augustus, Sep tember en October in beste conditie geweest. ;Ct Levendaal heeft niet voldoende mede ge profiteerd, omdat het telang afgesloten ge weest is.) Laten we nu zien, hoe het in die tijd met de braklieid gesteld geweest is. In milligrammen chloor per Liter. 1923. Juli ie 196 Sept. 6 210 m 17 140 7 234 18 115 9 8 241 9 19 105 9 10 315 w 20 84 9 11 462 9 21 70 9 12 581 9 23 73 9 13 399 9 24 70 9 14 588 9 25 70 9 15 546 9 26 77 9 17 479 9 27 77 9 18 903 9 "8 77 9 19 395 9 80 77 9 20 122 31 77 9 21 262 Aug. 1 84 9 22 287 2 87 24 164 9 3 154 9 25 266 4 168 9 26 238 6 182 9 27 248 9 7 185 9 28 26G 9 8 178 9 29 287 9 9 175 Oct 1 329 9 10 185 9 2 343 9 11 147 9 4 353 9 13 171 9 5 332 9 14 157 9 6 301 15 133 9 8 283 O 16 136 9 9 283. •9 17 122 9 10 311 18 126 9 11 311 D 20 94 9 12 238 9 21 94 9 13 231 9 22 98 9 15 189 23 91 9 16 164 24 101 9 17 157 25 98 9 18 171 9 27 105 9 19 154 9 28 80 9 20 136 9 29 105 9 22 157 9 30 133 9 23 168 Sept. 3 143 9 24 168 n 4 164 9 25 150 m 5 217 Bovenstaande cijfers geven aanleiding tot He volgende opmerkingen 1. de stand van 1218 September is klaarblijkelijk 't gevolg yan den veel hoogeren graad van brakheic Mi die dagen. In één dag lijd was de slank Weer verdwenen, de tabel geeft duidelijk do oorzaak daarvan aan. 2. De zeer zware re gens in Sept. en Oct. hebben 't zoutgehalte jiiet zoo omlaag kunnen drukken, al was hun invloed zeer heilzaam, als 't inlaten van IJsselwaler in Juli dit in enkele dagen deed. 3. Het dikwijls groote verschil in zoutgehalte van den eenen dag op den anderen bewijst, dat de strooming in de grachten inderdaad grooter moet zijn, dan men geneigd zou we zen te denken bij 't lezen van verscheidene rapporten, welke in den loop der lijden over dit onderwerp zijn uitgebracht. Eenige zeer gewichtige-plannen zijn thans door B. en W. aan den Raad ter beslissing voorgelegd. Voor de burgerij in haar geheei is 't van 't grootste belang niet in 't minst ook om financieele redenen, dat deze vraag stukken zoo objectief mogelijk beoordeeld en oehandeld worden en dat ten slotte een be sluit worde genomen, dat Leiden vooruit helpt dat Leiden betalen kan en waarbij de stad waar voor haar geld krijgt. Het is dan ook daarom, dat ik de vrijheid neem, eenige punten nader te bespreken. Over een spoedige uitvoering van dat deel van het plan van Ommeren, dat het eersto aan bod komt, n.l. het noordelijk pompsta tion met persleiding en de bemaling der Noordelijke buitenwijken, kan ik zeer kort zijn het is een gebiedende noodzakelijkheid en zal dadelijk blijken een weldaad te zijn voor de betrokken stadsgedeelten. Over die hoofdstukken echter van het rap port, die handelen over de binnenstad, valt meer ie zeggen. Als ik 't wèl heb, heeft Goethe eens gezegd de dwerg op de schou ders van den reus ziet verder dan deze, en zoo is 't ook eenigszins met het rapport van den heer Van Ommeren. Er zijn 21/* jaar verloopen sedert dit rapport is ingediend (waarom is het nog zoolang bij P. W. ge koesterd Om kort te gaan, de bijzondere ervaringen Inzake 't grachtwater, opgedaan in den ab normaal drogen zomer van 1921, met alles v/at daarna is losgekomen, waarvoor de heer Van Ommeren bij een bespreking, welke ik In Augustus van dit jaar met Z.Ed. mocht hebben, zeer levendige belangstelling had, zijn' uiteraard in het thans gepubliceerd rap port niet meer verwerktdit is in zooverre ernstig, als dit juist betreft de binnenstad. Echter willen we van harte hopen, in 't be lang van onze stad, dat B. en W. de relatie met den heer van O. zullen voortzetten, zoo wel bij uitvoering der direct noodzakelijke gedeelten van zijn plan als later, wanneer beslist moet worden van geval tot geval over al of niet uitvoering van of evenlueele verandering in de voorgestelde wijze van rioleering van bepaalde deelen van het cen trum der stad. Leest men bet omvangrijke werk als bui tenstaander door, dan krijgt men werkelijk eenigszins den indruk alsof de Leidsche in dustrie er haar hoofdwerk van maakt om bijzonder onsmakelijk afvalwater te ver vaardigen in plaats van fabrikaten, die ge noemd mogen worden. Welke ingewikkelde procéde's bij 't maken van 't een of ander product ook mogen worden gebezigd, één ding kan ik met de hand op mijn hart ver klaren brakwater, den crgslen vervuiler van alle grachtwater, produceert hier geen enkele fabriek. De laatste vier maanden heb ben duidelijk bewezen, dat de vervuiling in de binnenstad, teweeggebracht door indus trie en burgerij, samen op zeer afdoende wijze door Haarlemmervaart en Galge* water afgevoerd kan worden van het be zwaar geopperd in de laatste alinea van pag. 6 is dezen zomer niets te bespeuren ge weest en wel zonder iemand last of' kos ten te bezorgen, wanneer het water maar ten naasten bij zoet is, want het is nu een maal een feit, dat zuurstofhoudend zoet wa ter een vele malen zwaardere vervuiling kan verdragen alvorens te bezwijken aan do brakken bastaard. Wil het geluk dienen, dat bovendien een solutie wordt gevonden om 't verzoutingsge- jgLar van uit het Noordelijk en Noord-Ooste- Iijk deel van Rijnland nog meer ie beteuge len, dan zou Leiden van veel finairtieele zorg bevrijd zijn in de toekomst. Sedert de voormalige Minister van Yssel- stein als Directeur-Generaal van den Arbeid een dienstreis inzake afval waterreiniging naar Bradford heeft ondernomen, jaren go- leden, komt in elk Nederlandsch walerrap- port een betoog voor over de groote vervui ling, veroorzaakt door wolfabrieken, hoewel hier te lande noch in aan- noch in-omvang iets te vinden is, dat ook maar in eenig op zicht met Yorkshire zou kunnen vergeleken worden. Zoo krijgt dan ook in het onderha vige geval de Leidsche wolindustrie „duly" een veeg uit de ambtelijke pan op pag. 17 Daarbij is over 't hoofd gezien, dat in tex tielfabrieken, waar onderling verschillende gekleurde en bewerkte artikelen vlak achter elkaar v/orden behandeld, sleede overmatige hoeveelheden spoelwater om begrijpelijke redenen worden gebezigd deze hoeveelhe den zijn in 't rapport als bevuilingsmassa beschouwd, terwijl ze de gracht bereiken in veel en veel sterkere verdunning dan in Yorkshire zelfs nüt de door de overheid voor geschreven reiniging het geval is. Trouwens telkenmale, met alle respect voor mijn vaderstad en ministerieele eenzij digheid. een vergelijking van Leiden met Bradford is bepaald mal. Fabrieken, die werkelijk het openbaar water sterk bevuilen zijn die van aardappelmeel, stroocarlon. gist en spiritus, bier, leder en suiker, welke artikelen in onze stad zoo goed als niet wor> den gemaakt. Wat betreft de kosten van extra bemaling te Katwijk, op pag. 8, moge dienen, dat, als Iieiden zoet water aangevoerd krijgt, natuur lijke loozing, die niets kost, voldoende is om de stad stankvrij te houden. Zie zomer 1923. Er zij nogmaals op gewezen, naar aanlei ding van pag. 6, dat bij afsluiting van het Oegstgeester Kanaal, zooals de toestanden nu zijn, brakwater van „de meren", dat bij Spaarndam, Haarlemmerliede, Halfweg, Nieuwe Meer en Huis te Drecht, Rijnland voortdurend belaagt, naar Leiden zou wor den getrokken. Pag. 16. Indien op dubbele féestdagen liet walqr er wat beter uitziet, is dit zeker voor de helft te stellen op rekening van het feit, dat dan evenmin als de indystrie de scheep vaart werkt, waarvan de invloed op markt dagen duidelijk na te gaan is. De beer Yan Ommeren vindt het rijkelijk goedig van Rijnland, dat het toelaat den boezem te bevuilen nu is dit maar een ge luk, want onder ons gezegd en gezwegen hij doet het zelf ook n.l. de Stinksloot is boo- zem van Rijnland en zal spoedig zijn naam alle eer aandoen. Eenige bespreking behoeft punt a op pag. 10, waar vermeld slaat, dat het boezemwater in liet Oosten reeds in eenigszins vervuilden loesland de stad binnen komt. Deze zaak is heel wat gecompliceerder dan zij lijkt. De „meren" zijn meestal brak, vooral als zout water bij Bilderdam uit Amstelland of bij den Overtoom uit Amsterdam op Rijnlands boe zem (die lager gelegen is) komt, maar voor al ook indien het Zuidelijke en liet Ooste lijke gemaal van de Haarlemmermeer veel water hebben uitgeslagen en er dan eenigen tijd Noordelijke wind waait, wat in voor- en najaar nogal eens gebeuren kan. In zulk een geval voert de Zijl brakwater aan. Een blik op de kaart doet zien, dat de Kagermeren grooter kans hebben (e verzouten dan de Braassemerdit is dan ook inderdaad het geval, dat voor Leiden in zooverre gelukkig is, omdat daardoor de mogelijkheid, dat do Heymanswetering hare bemiddeling zou verleenen om wat zout in den Riin te bren- bezuiden de Haarlemmerstraat zullen, als we weer eens een brak water in vasie krij gen, een extra sigaartje moeten opsteken om de „Llaasche llug" wat te verdrijven. Om de kwade gevolgen van de verminderde circu latie in 't centrum wat te lenigen worden dan eenige secties van het plan Van Omme ren méér dan anders noodig zonder zijn ge weest, uitgevoerd en zoo komt dan de viceuse cirkel dempenrioleerenweer dempen weer rioleeren, in gang, welke steeds weer motieven scheppend uit zijn eigen tweele digheid al sneller en sneller gaat draaien, en spoedig onze toch al niet meer zwaar ge laden stedelijke schatkist in zijn wervelin gen gaat betrekken, met dat gevolg, dat in 't midden daarvan een diep gat ontstaat, dat met werkloozen niet te dempen is* en onder- lusschen aan den rand der beweging de reeds doodzware belastingheffing licht ge worden burgers de stad uitgeslingerd worden als de vonken van den scharenslijper, zoodra de middelpunt vliegende kracht hunne ver-, knochtheid gaat overtreffen. Alles bijeen genomen kan de walerposilie in Leiden onder de auspicieën van den heer Van Ommeren werkelijk ideaal worden en voor niet meer geld, dan het werkelijk kosten moet, mits men zich niet la letlre vastlegt op het rapport, dat ruim twee jaar oud is en waaruit de Mare-kwestie mankeert. De merkbare verbetering die zelfs in het afgesloten Levendaal dezen zomer op to merken viel, doet hopen, dat, blijft het goed water uit het Oosten komen, deze gracht open kan blijven mocht dit onverhoopt tegen vallen, dan is het onderstation Zuid van het plan Van Ommeren dé&r om afdoende te helpen, waarvan dan tevens de Uitcrste- gracht met omgeving zal profiteeren. Het i9 mijne overtuiging, dat wanneer alle organen die inzake water op Leiden inwerken, har monisch samengaan, door middel van de be maling in het Noorden en Noord-Oosten, be nevens zoonoodig de oprichting van het sta tion Zuid in de buurt van het Levendaal, het eeuwenoude probleem in de stad is opgelost voor een, zooals het zich laat aanzien, be- laalbaar bedrag. Het is eveneens mijne over tuiging, dat een verdere doorvoering der rio- gen, bij opwaaiing van den Braassemer leering niet noodig zal blijken en dus ook practiseh nul is. De Rijkscommissie Gaarne ben ik bereid van eiken stadge noot, die werkelijk belang stelt in de water- positie in en om onze stad, alle inlichtingen voor de Centrale Drinkwatervoorziening heeft het Lekwater I lusschen Streefkerk en Jaarsveld als het I beste voor de gezamenlijke drinkwaterlei ding van de Provincies Utrecht, Zuid- en Noord-Holland aangewezen. Dit water is I het zelfde als van den Hollandsclien IJssel I (de drinkwaterleidingen van Rotterdam en Schiedam, die T water uit de Maas pompen, 1 liggen verder stroomafwaarts van liet punt) waar Lek en IJssel zich splitsen, dus van zout water, (dat door den vloed in de Maas wordt opgestuwd) is bij de splitsing al geen sprake meer. Wordt te Gouda 's zomers in gelaten. dan is dat ongeveer drie dagen te Leiderdorp sterk merkbaar. Houdt het inla ten aan, dan is eenig verschil van belang in chemische samenstelling lusschen Rijnwa ter te Arnhem, IJsselwaler te Gouda en Rijn water te Leiderdorp niet meer te conslatee- ren. De biologische zelfreiniging, die in dit zoo bij uitstek ztiurstofhoudend zoete water, zeer krachtig is, heft de verontreiniging, die door de relatief niet talrijke bewoners langs den Rijn er in gebracht wordt, totaal op. De op deze kwestie betrekking hebbende be scheiden zijn dezen zomer aan den heer Van Ommeren na bovengenoemd onderhoud Ier hand gesteld. De heer rapporteur bevindt zich in het aangename geval, dat hem niet gevraagd is zich uit te spreken over de penibele kwestie van de Lange Mare, hij zegt er dan ook niets van mij heeft ook niemand gevraagd cr over te spreken, maar ik zit nu eenmaal in 't schuitje en moet dus meevaren, wat ik gaarne doe, zoolang dit klassieke water nog bevaarbaar is. Gaat de Lange Mare dicht, dan wordt het grachtwater in Noordelijk Leiden positief beter,.want het water stroomt er alle ambtelijke rapporten ten spijt, naar het Noorden, en ververschi dus het centrum door afvoer zoodra trek ontstaat i/d. Ouden Singel. Waar het rapport elders zoowaar een typisch en zin uit Caesar in 't origineel ci- teert, neem ik de vrijheid ook nog eventjes met een kleine variatie op een bekend ge zegde, voordat ook nog 't Latijn afgeschaft wordt als „moderne eisch" „et (amen ad seplenlriones fluit". Maar onze stadgenoolen niets „in principe" moet worden aangeno- j men. Dat kan altijd nog. gedocumenteerd te verstrekken, die hij mocht wenschen, zoowel schriftelijk als monde ling ('t laatste liefst 's avonds.) B. F. KRANTZ. Een belangrijke rede van mr. Troelstra. Gisteravond heeft de Federatie Amster dam van de S.D.A.P. ter viering van dc verwerping van de Vlootwet een vergade ring gehouden in de groote zaal van de Beurs voor den Diamanthandel. I>ezo zaal. die ongeveer 3000 menschen kan be vatten, was reeds een halfuur voor den aanvang geheel gevuld met een geestdrif tige menigte. De eerste «preker was mr. P. J. Troelstra die constateerde, dat de berucht© anti these thans een deuk heeft gekregen. Het is d© vraag of zij er zich ooit van zal her etellen. Wat moet nu gedaan worden? I)e crisis moet worden opgelost, en aan dio oplossing moeten ook do sociaal-democra ten hun krachten wij'den. Wanneer ooit een crisis moeilijk en ver ward is geweest, dan is het wel deze. Als allo tegenstemmers in de Kamer om de zelfde reden tegen de Vlootwet hadden gestemd, dan was do zaak eenvoudig, maar nu ontbreekt er wel wat aan de eenheid. Wil men een nieuwe Regeering hebben, dan moet men 4 komen tot een gemeen schappelijk program van actio. Do Vloot wet is van de baan, maar een groot deel van hot volk had niet minder tegenzin in do ongewoon eenzijdig© bezuiniging, die er achter atond. De groot© moeilijkheid is nu, dat men, om te regeeren. een meer derheid in de Kamer moet hebben. Mr. M'archant heeft in oen interview in „De Tel." als oplossing aangegeven, dat er een ander rechtsch ministerie moet komen. De coalitie zou opgelapt moeten worden. Do eenige manier, waarop volgen* mr. Marchanfc Nederland thans geregeerd kan worden, is door de vereenigde reoht- ache partijen. Deze oplossing kunnen d© soc.-demooraten onmogelijk aanvaarden zij denken er niet aan. Ons, soo.-democra ts?^ zegt Bpr., leeTt de geschiedenis iet* anders. Do coalitie werd al lang kunstma tig in bet leven gehouden. Geen reehtech© regeering herstellen, en zulk een Regeering op den duur onmogelijk maken, dat ia ons uitgangspunt. En prin cipieel zijn wij bereid de consequentie van onz© houding te aanvaarden. Wij heb ben vooraangestaan in den strijd tcgon de Vlootwet. Wij zijn d© voornaamste sohul- digen aan den. val van het kabinet. Maar de strijd tegen het militairisme is nog niet aigeloopen. Wij vechten ook tegen een de fensiesysteem te land. De reactie is in staan tot de dolst© avonturen. Het is onze taak, indien het met ons beginsel is te vereenigen, klaar te staan om ons standpunt ook in een regeering te verdedigen. Tijdens de verkiezingen en bij do begrootingsdebatten van het vorig jaar is gebleken, dat de tegenwoordig© Kamer niet d© goede uitdrukking is geweest van den geest der kiezers. Een groot deel van de kiezers heeft gestemd zonder do gevol gen to kunnen berekenen. - Heb komt mij voor, aldus spr., dat wij staan aan het begin van een nieuw© pe riode. Het zal onmogelijk zijn voor een Regeering thans op te treden zonder dat het het verzuimde van do verkiezingen van 1922 is ingehaald. Wil mtan een Regee ring op dcmocratischen grondslag, dan zal spoedig d© Kamer moeten worden ontbon den. (Luid applaus). Dan krijgt ge gele genheid opnieuw Uw stembiljet in te vul len. Dan krijgt ge gelegenheid om heb democratische en sociale clement de lei dende kraoht te geven. (Luid applaus). Voor een oplossing van dezo crisis, die ons mede verantwoordelijk stelt, zouden wij moeten terugdeinzen, als wij niet een geschoolde beweging achter ons hadden. Voor jaren zou het de dood van onze partij zijn geweest, maar thans durven wij het aan, desnoods in de Regeering te treden. Of het zal gebeuren, hangt niet van ons af. Men zal met elkander rekening moeten houden, en als dat niet te ver gaat, rijn wij daarvoor te vinden. Maar wij willen niet terug; wij willc-n de vruchten plukken van deze overwinning. Er zal een flink program moeten ko» men geen vel over de ooren halen nan do ambtenaren geen opoffering van het zevende leer jaar wij willen ook Btreven naar een sluiten» de begroot ing wij willen ook den gulden veilig stel len, maar wij moeten geen slaven worden van die veiligstelling. D© bespreking tusschen S.D.AJ?. ©n N. V.V. over wat ons te doen staat, is heden begonnen, zegt spr.zij is nog niet afge- Ioopon en wij kunnen dus over het resul taat nog niet spreken. De gevolgen van heb overleg eullen later worden meege deeld. Maar wij dienen vooral te bedeoiken, dat de strijd niet is geëindigd, maar be gonnen. Do leiders van de S.D.A.P. eul len ook in do komende dagen krachtig moeten werken en door den geest van oen dracht v/orden gedragen. Leve bet. Nederlandsche proletariaat! Weg met het kapitalisme 1 Hoog het eocialisme 1 (Donderend applaus en gejuioh. De ver gadering zingt mr. Troelstra staande d© Internationale toe). Hierna voerde Suze Groeneweg nog het woord. Jhr. De Geer en artikel 40. In do „N.R.Crt." bestrijdt oud-minister De Geer aldus de opmerking van ,,De Tijd'% dat hij is ,,de man van artikel 40; de man der bindende belofte" Dat is precies het tegendeel der waarheid. Toen ik eenigen tijd Minister was, ont dekte ik artikel 40 van het bezoldigings besluit, hetwelk sinds 1920 bestond, maar waarop in do staatsstukken nooit de aan dacht gevestigd was en dat dan ook nooit Naar hel Engelscb, door BERTA RUGK. (Nadruk verboden)). 4-1) „Ja: laten wij dadelijk gaan", zei ik, terwijl tk een tl sin kanten 2akdoekje van mijn toilettafel op nam en het in mijn hand hield bijwijx© van witte vlag. „Ik weet niet welk© uitwerking dit alles op u ge had heeft, maar ik sterf -letterlijk van hop- ger, kapitoin Meredith." Hij keek mij aan, terwijl hij de deur voor mij open hield. In dien blik 3as ik, dat hij niet heele- maal zeker van mij was, al stond hij niet meer zoo stevig op zijn avonturierster- theorie. (Niet heelemaal zeker van iemand zijn is wat mannen bedoelen, wanneer zij niet willen weten, dat zij eigenlijk niet weten wat ze denken). Toon zij hij„A propos, u kent mijn voornaam toch?" ,,Of ik dien ken?" riep ik uit, bijna ker mende, „ik zou denken, dat de naam G-eorge gemerkt moet staan op mijn hart, zooals de naam Calais moet etaan als een brandmerk op het hart van den Duitschen leizer.'-* „En uw naam is Rose, geloof ik. Maar ik veronderstel, dat mijn moeder en ieder een u Viv noemen, bij den naam van miju .vrouw?" „Neen, zeker niet! Dat zou ik nooit wil len!" verzekerde ik hem, toen wij vlak voor de deur van Lady Merediths kamer stonden. Toen ik klopte, bereidde ik mijzelve voor als op een godsgericht of strenge be proeving. De beproeving getuig© te zijn van Lady Merediths genot ons („ons") sa men te zien Zij had zich zonder eenigen twijfel ver beeld van een zegenrijke vereenïging van twee menschen getuige te zijn. Een ver rukt liefde-tooneelHo© verschrikkelijk afschuwelijk Geen wonder, dat ik mijn tanden op el kaar zette, toen ik aan do deur klopte. Maar de deur werd niet opengedaan door Lady Meredith. De zwartharige, lachend© femme de ©harabre deelde mij mede, dat ,Mylady en Lord Sir Meredith naar beneden waren gegaan om te dineeren, een halfuurtje ge leden, in het restaurant." „Naar beneden gegaan zonder mij zonder ons, wil ik zeggen?" Kapitein Meredith zei: ,,Ja", alsof hij nauwelijks verstond wat ik zei. Ja, zijn heele stem en gedrag herinnerd mij aan iemand, die vragen beantwoordt, terwijl bij tegelijkertijd verdiept is in een boek. En welke een boek, arme manIk denk, dat bij druk bezig was met gedeel ten van d© dingen, die ik hem pas ver teld had, zoowel als wie weet met welke tooneelen uit de hoofdstukken, die ik nooit' gelezen had! De hoofdstukken, die te ma ken hebben met zijn huwelijk, zijn ver houding tot dat ander© meisje, in welks schoenen ik gestaan heb. Hij ging voort; „Ja, mijn vader dineert niet graag te laat. ,,Hij daoht zeker, dat wij laat zouden komen"' „Ik ben nooit laat", vertelde ak hem vrij haastig, terwijl wij neerdaalden in de lift. „Ik ben een heel etipt persoontje, heeft Sir Richard gezegd." „Ja? Nu, zij dachten zeker, dat deze avond eon uitrondering zou zijn", zei ka pitein Meredith op mistrooetigen toon. „Ik verwacht, dat zij beiden veronderstel den, dat wij massa's aan elkaar te ver tellen zouden hebben. Dat hadden wij dan ook.* Ja, het was laat. Toen wij de lange gang met roeden looper doodgingen, die naar het restaurant voert, zaten reeds ver scheidene menschen, dio al gedineerd had den, in de roode stoelen rondom kleine tafeltjes. Wij passeerden Prinses Jinka, alleen aan een tafeltje in die bewonderenswaardig© tea-gown, die wij al gezien hadden. Tot mijn groote verbazing vestigde zij groote vriendelijke oogen op kapitein Meredith. Zij glimlachte hem vriendelijk to© en wuif de met baar juweelen versierde hand. Hij boog zonder te glimlachen. Ik wou wel eens weten of hij werkelijk lachen kon. Wij passeerden een groepje van drie En- gelsche officieren. De een was in khaki, nog vol modder van de loopgraven. De ander was in keu rig blauw, met het gekruld galon om zijn mouw, dat beteekende, dat hij tot de ko- ninklijko marine-reservo behocs-de, en de jongste was in de uniform van de konink lijk© vliegeniers. Zijn gezicht had iets van een valk en iets van een Baby. Het was even rose en glad als het mijne. Toen wij voorbijkwamen, hoorde ik hem deggen „Dc fijnst© nevelen, waar ik in geweest ben sedert ik vleugels heb..." En toen wij passeerden, barstten zij alle drie in lachen en praten uit, en ik begreep dat zij niet wilden toonen met hoeveel aan dacht zij deze nieuwe, ros© wolk bewon derden, zoowel als mijn kleine rose -schoen tjes. Wat was ik blij dat ik ze voor deze speciale gelegenheid had gekregen! Men denkt, dat nieuwe, mooie kleeren iemand zelfbewustzijn geven. Misschien hebben zij dat effect op mannen, de excen trieke schepselen. Maar het is het gemis aan nieuwe cn mooie kleeren, dat een vrouw het bewustzijn van zichzclvo en haar tekortkomingen geeft. Het bezit van een onberispelijke japon is een veel grooter© hulp, een beter© bescherming en een groo ter aansporing dan de hulp van het zui verste geweten In ieder geval, ik had ze beide! Wij tra den het restaurant binnen, dat groote, lang© vertrek met een wand van spiegels aan de rechterhand en de groepen lichten langs de muren, die aan alles een melk- wittcn glans verleenen. Het onderdrukt geluid van praten cn lachen verhief zich van alle tafels, tafel tjes voor twee of vier personen of voor grooter© gezelschappen. Ik keek rond en zag, dat verscheiden© hoofden zich naar ons toekeerden. Ja, zij dachten zeker, dat wij weer een voorbeeld waren van het aandoenlijk© en decoratieve „oorlogspaar". Do bruid in d© japon van haar uitzet, de jonge echtge noot grijpend© naar alle©, wat het leven en do liefde en de vroolijkheid hem mis schien voor het laatst aanbieden 1 „HaDaar zijn zezei ik, toen mijn oog viel op een tafeltje rechts. „Daar zit ten je ouders." Want ik had juist een puntje gezien van Sir Richards zwart© jas en den epirea- kleurigen kegel haar van zijn vrouw, bo ven de roso lichten van een tafeltje voor twee persone. Voor twoe slechts? Zij waren niet alleen begonnen zonder ons, maar zij bleven tête-Atête dineeren. Dachten zij dan, dat wij elkaar boven zoovel te zoggen gehad hadden, dat wij iQ 't geheel geen behoef to haddon aan eten? En ik, die juist zoo'n vTeeselijken hort* ger had Hallo!" zei kapitein Meredith in zijn moedors haar. Zij keerde zich om met een stralende» glimlach. „G-eorge, lieveling! Wij dachten, dat je vanavond niet hier zou dineeren. Wij dachten, dat je het kind zou willen meene men naar Henry voor je eersto diner samen den eersten avond. Maar 't is heerlijk, hoor... Richard, zeg aan den kellner, dab hij ons een tafeltje voor vier personen geeft. Wij zullen allen samen dineeren 1" En wij dineerden allen samen. O hemelWat een vreeselijke maaltijd was dat! Niet het eten natuurlijk, dab was heel lekker. (Soep, van die witte, flu weelachtig© soep, tong, wild cn ©en prach tige peer zoo groot als ©en voetbal mot een groote kop room, waarvan men zichzelf bediende met teen soeplepel). Maar oonY0T*ati*l 1 r M f s x.o,', vf; (Wordt vervolf3)T

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5