Van alles wat. CORRESPONDENTIE. Bramen pluföcen. „Ik geloof, dat 't best z^l gaan," zei Moeder. „Ik ook," sprak Vader lachend. ,.Dat heeft Moeder weer wAt mooi bedachtI" En ja, zoo gebeurde het. Na het eten ging Corry, feestelijk gestemd als de anderen, voor de piano zitten, de jongens zetten zich met hun violen in postuur toen belde Moeder Oma op en vroeg, toen 2ij. gehoor had gekregen, of Oma goed wou luisteren. Zij liet den horen van de huiskamertele foon afgehaakt liggen, gaf 't drietal een teeken en daar klonken de tonen van den feestmarsch door de kamer niet alleen, maar werden langs de draden van de tele foon naar de jarige Oma in bed overge bracht. Wat een aardige verrassing voor de lieve Grootmoeder. Toen 't stukje uit was, moesten de kin deren één voor één aan 't toestel komen en aan ieder van hen verzekerde Oma, dat ze de muziek zoo goed gehoord en er van genoten had. Maar Corry kreeg nog een extra pluimpje van Oma dat zij al zóó aardig kon spelen, had Oma niet k u n n e n denken. Wat Cor* blij wasl Ja, ja, Moeder had dat toch maar mooi bedacht. Het Letterspel. „Kinderen", zei Oom Jan, toen hij als naar gewoonte, 's Zondagsavonds bij zijn neefjes en nichtjes kwam, „kinderen, vandaag zal Ik jullie eens iets aardigs leeren het letter- spel. Haal maar eens papier en potlood en ik zal het jullie wijzen". Het duurde niet lang, of er was een stuk wit papier en een potlood bij de hand. „Let nu eens goed op", zei Oom Jan. „Ik schrijf- nu het een of ander spreekwoord, siaar in plaats van letters schrijf ik pun ten. Elk woord staat op zichzelf. Uit die punten moet je het spreekwoord raden." Oom Jan nam nu het papier en schreef sr met punten het volgende op. „Maar dat is onmogelijk te raden riep 3e twaalfjarige Karei uit, nadat hij eenige rergeefsche pogingen had aangewend om het geheimzinnig schrift te ontcijferen. „Wat meer geduld zei Oom Jan. „Ik tal je dadelijk een hulpmiddel aan de hand doen. Je moogt mij n.l naar afzonder lijke letters vragen en wel zóó dik wijls, als het vijfde gedeelte der letterpunten van den geheelen zin uitmaakt. Hoeveel nebben we er hier vroeg Oom aan Ma' rietje. Na zorgvuldig geteld te hebben, antwoord de zij „Vier- en-twintig, Oom 1" „Je mag dus vijfmaal vragen. Ga je gang maar welke letter wil je graag weten „Deze", zei Karei, op een punt wijzende. „Nee, zóó gaat het niet 1 Jullie noemt een letter en i k moet jullie de punt aanwij zen, die ze voorstelt. Komt dezelfde letter .meermalen in het spreekwoord, vóór, dan zal ik natuurlijk die punt noemen, welke het spreekwoord het minst verraadt. Je mag ichter ook vragen, of de letter meermalen voorkomt. Alle geraden letters worden ge plaatst onder de punt, waarbij ze hooren. Worden er letters gevraagd, welke niet in net spreekwoord voorkomen, dan schrijf je die onder aan 't papierdeze vragen tellen voor een halve. Het is het gemakkelijkst, dat je eerst maar'eenige medeklinkers als K, R. S, Z vraagt, want daar kom je soms een heel eind ver meer. Nu, welke letter vragen jullie De kinderen vroegen naar een S. „Die is er niet 1" zei Oom Jan en zetto een s en een klein streepje onder aan het blad. „Een K", zei Karei, die de eerste letter van zijn eigen naam nogal mooi vond. Oom glimlachte en schreef onder de derde letter van het tweede woord een K. Ook zette hij een groote streep onder aan 't blad naast het kleintje, dat-er reeds stond om aan te geven, dat dit een heele vraag was en niet met het teller in de war te komen. ,Ik vraag om een Z", zei Liesje. Oom Jan gaf de eerste punt van 't tweede woord aan. „Een G", vroeg Jan. Oom zette dadelijk een C onder de eerste punt van het vierde woord. „Nog een vroeg Marietje. Oom Jan zette nu onder de eerste punt van het eerste woord een G. „Een D", zei Karei. Oom schreef nu een D onder de derde punt van het eerste woord, maar zij tevens „Er staan nu al vijf en een half Ureepje onder aan 't blad, dus basta 1" En hij liet het papier zien, dat er zóó uitzag G D* Z K 3 G* V De kinderen bekeken het langen tijd. „Ik geloof, dat ik het heb riep Ma- rietje. „Gedane zaken nemen geen keer." „Flink geraden I" zei Oom. „En als niemand 't nu oens geraden had vroeg Marietje. „Wel, dan maakten we er telkens een let ter bij, net zoolang, totdat één van allen het ontcijferen kon. Maar hoe minder letters je noodig hebt, hoe knapper je in het oplossen bent". „Dat is zoo," zei Karei en Oom zat al weer een nieuw rijtje punten te maken ten einde zijn neefjes en nichtjes nog eens te laten raden. Zij hadden werkelijk Schik in het aardige spelletje. Daar het al weer van 25 Augustus, dus zeven weken, is geleden, dat ik prijsraad sels voor jullie gaf, wordt het weer hoog tijd, dat er weer eens verschijnen. Toen is er zóó hevig gezucht dat ze zco» moeilijk waren en wel uren lang werk hadden ver schaft en dan nog dikwijls zonder de op lossing te vinden, dus nu 'heb ik voor iets* gezorgd, dat hoop i£ niet zóóveel tijd zal kosten, vooral nu alle scholen en lessen weer zijn begonnen en men dus niet zoo veel vrijen tijd over heeft. De grooteren zullen misschien eerst wel wat moeite heb ben om zelf zoo'n raadsel voor mij te ma ken, maar het is wel eens nuttig; dan zie je meteen eens hoeveel werk ik1 er soms san heb om zelf wat voor jullie te beden ken. Als ik nu merk, dat jullie er aardig heid in hebt om zelf pen raadsel in elkaar to zetten, dan laat ik jullie ook eens een ladderraadsel of een zigzagraadsel of zoo iets maken. Ik wed dat velen het een heel aardig werkje zullen vinden. Er zijn ver scheidene kinderen nu weer te voorschijn gekomen na eenige weken te hebben over geslagen, en er nu met de langere avon den van binnen zitten weer lust in krijgen om raadsels op te lossen en dus ook veel zin zullen hebben in prijsraadsels. Denkt er omduidelijk onderteekencn en de brieven bezorgen Dinsdags vóór 5 uur. Rika van Veen (Koudekerk). Aan je ver zoek om prijsraadsels is dus al voldaan, zcoals je ziet. Al heelt men al eens een prijs gewonnen, mag men natuurlijk den volgenden keer weer meeloten er zij'n immers genoeg kinderen bij mijn raadsel- jeugd, die al meer dan eens een boek kre gen. maar ock heel velen die nog nooit zoo gelukkig waren. Die boeken krii.g je niet van mij, maar van het „L. D." Ik looi on der de kinderen, die goede oplossingen inzenden en geef dan de namen dergenen op. die een prijs mogen gaan halen. Jo van Leeuwen, dat trof je al heel slecht, dat je juist ziek werd, toen je voor je plezier uit logeeren ging, anders zou je veel meer van Amsterdam hebben kunnen genieten, er is 'daar genoeg moois te zien. Zoo, was je in Valkenburg bij Leiden? Ik rapende in Limburg. Drietal Ce Haas. wie is nu de ouebte, is dp.t Marietie? Is die aanstaanden Zondag jarig? In ieder geval, hoe de jarige ook mag heeten ik feliciteer haar wel *;n wenseh haar een goeden verjaardag en veel plezier. Drietal de Roos. dank voor hei briefje. Hoe kwam het dat Gerrie zijn arm brak, is hij gevallen Dat zal ook moeilijk zijn een tiid lang vooral nu het zijn rechterarm is. Beterschap en ik hoop dat je niet te veel pijn hebt gehad. Drietal Hoope, al weer een "drietal 'dat is vlak na elkaar. Heerlijk dat het Coba zoo goed bevalt' op de nieuwe school en zij Klein zusje plukt bramen daar ginds bij de heg f ze vult er haar mandje 1| wat ijverig, zeg maar ook in haar mondje komt vaak één terecht; óf zusje gelijk heeft, 'k heb 't zelf haar gezegd! Straks wordt er het mandje bij Oma gebracht; 'k weet zeker, dat Oma, - dan vriendelijk lacht en vraagt; heeft ons zusje dat zelf heuseh gevuld? wat heeft me dat kindje- r dan toch een geduldl jv' Maar zusje pakt Oma met vingertjes blauw, en zegt met een kusje? o, 't ging vreeslijk gauwl want 'k kond het zoo prettig A ook in mijn mond slak 'k telkens een braam, want dat 's o, zoo gezond I HERMANN*.'* er al zoo goed is gewend. Wat vreeselijk aardig van die duifjes, die zoo maar op 14 hoofd en armen rondloopen. Nu, die &ul4 len dan ook wel trouw bij je blijyeh etf niet wegvliegen. Die van Peter zullen dad later ook wel zoo mak worden, geeft hij hun zelf eten? Want dat weten die dier-* tjes zoo gauw wie 'hun eten geeft. Wim van der Horst, toen ik het eerstd blad van je brief las, dacht ik: hè hoe jammer dat Wim's moeder nog niet thuif is gekomen, al liggen de slingers ook klaai? om te versieren. Maar toen ik het blaadje omsloeg daar las ik dat je moeder Don-*! derdags om één uur thuis zou komen. Dus als je dit leest, is Moeder weer bij je, wat een geluk 1 En waar woon je nu? Want je schrijft dat je deze week nog bent* verhuisd, nog net klaar alles voor dat: Moeder thuis kwam. Simon en Gerrie Schoeman, de laats»'©; maanden miste ik jullie wel eens en hoopri te daarvan later eens de reden te ver-! nemen en dat is dan nu gebeurd, Als je! tijd hebt, stuur je de raadsels maar in,1 en is er geen tijd voor een brief ook nog, dan is een enkel groetje net- even goed.. Abram Oudshoorn en Marie Verkoren, 2 buurtjes niet waar? ook weer boven wa- ter gekomen, nu de winter in aantocht ia en je gezellig 's avonds bij elkaar zit om de tafel. Corrie de Gróót, dus jij geniet niet alleeri van je prijs. Ik vind bet altijd aardig alsv ik hoor dat de huisgenoot-en de boeken der kinderen ook lezen. Jeanette Verboog, het was maar góed, dat" ik geen plan had gemaakt om 3 October naar Leiden te gaau, want ik was toen z66 verkouden en aan het hoesten, dat ik de heele vorige week in huis heb gezeten. Ik zou anders graag alles weer eeDs hebben gezien. Rika van Yeenf (Zoeterwoude), kón jé

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 17