In verkeerde Schoenen.
Spaarfonds voor Bodemcultuur
No. 19508.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 12 October.
Tweede Blad. Airno 1923.
TWEEDE KAMER.
BUITENLAND.
UIT DE RIJNSTREEK. 4
UIT DE OMSTREKEN.
FEUILLETON.
(Vervolg' van gisteren).
raTEBPELLATIE-TROELSTRA
Antwoord der Begeering.
Da Minister van Binnenlandsche Zaken,
Ba lieer RUIJS DE BEERENBROUCK ant
woordt De Regeering is bereid inlichtingen
te geven, maar kan niet altijd ingaan op
'do zijwegen waarop de heer Troelstra haar
wil leiden. Het resultaat van de besprekin
gen in den Ministerraad wil spr. meedeelen
maar niet de besprekingen zelf. Evenmin
kan de regeering meedeelen hoe het stand
punt van den Gouverneur-Generaal is. Spr.
herinnert aan do discussie over Suriname
waarbij de kwestie van onderling overleg
iook aan de orde was. De Regeering moet
.voorzichtig zijn met mededeelingen over
adviezen van deskundigen. Er kunnen zich
wel eens omstandigheden voordoen dat pu
blicatie gewenscht is, maar een dergelijke
constellatie dient door de Regeering te
worden beoordeeld, waarbij groota behoed
zaamheid gewenscht is. Eén geval zal on
middellijk een precedent worden en daarin
ziet 6pr. een gevaar.
Overlegging van het advies van den Q.-
1G. acht de Regeering niet in 's lands be
land (Gelach). Welke G.-G. die de Vloot
wet afkeurde, zou op zijn post blijven om
'di uitvoering van die wet tot stand te
brengen 1 in den Volksraad is tweemaal
gebleken dat de G.-G. niet tegen de Vloot
wet was (Rumoer). De Vlootwet is verle
iden jaar niet uitgesteld met het oog op
de financiën des lands, maar wel met het
pog op een nieuw onderzoek (Gelach).
Minister de Geer kan zich niet vereeni-
fcen met de opvatting der Regeering ten
aanzien van de Vlootwet. Alle leden van
het Kabinet behalve de heer de Geer waren
pchter van hetzelfde gevoelen.
Stopzetten van den aanbouw door niet-
aanneming van de Vlootwet achtten zij
bezwaarlijk en in het belang van Indië was
.voortzetting dringend gewenscht. Daarbij
werd overwogen, dat zonder Vlootwet elke
personeelsorganisatie zou gaan ontbreken
en dat ten slotte de marine geheel zou
.ophouden te bestaan.
Het verschil van gevoelen met den mi
nister van financiën bleek niet te over
bruggen en dus bleef niets anders over dan
dat de minister zijn ontslag bij H. M. de
Koningin indiende. Het Kabinet verwachtte
van den opvolger van den heer de Geer
dat hij de bezuiniging even krachtig zou
doorzetten, maar het oordeel der Regee
ring over de Vlootwet zou dcelen. Aan die
iBischen voldoet de nieuwe minister.
Het budgetair evenwicht zal worden her-
feteld, hetgeen voorop moet staan: Verschil
lende wijzigingsontwerpen op de begrooting
voor 1924 zullen spoedig worden ingediend.
Wij zullen daarbij vele offers moeten bren
gen. In de conclusies 140 en 141 van de
Vlootcommi8sie wordt de urgentie van de
Vlootwet krachtig bepleit en de Regeeriüg
gaat met dit pleidooi accoord. Wat het
zwaarste is, moet het zwaarsto wegen en
epr. acht het onvermijdelijk voor de hand
having van onze overzcesche gewesten een
.offer te brengen.
Bezuinigingsmaatregelen en nieuwe be
lastingen zijn noodig, ook al was er van
geen Vlootwet sprake geweest.
De kostenberekening van de Regeering
acht spr. juist en het antwoord op vraag
luidt beslist ontkennend.
Op vraag 9 wil spr. wel antwoorden.
Deze vraag verraadt allesbehalve een juist
begrip van de Nederlandsche staatkunde.
iVoor buitenlandsche pressie bestaat daarin
geen plaats (Gelach).
Zoolang de wereld er uit blijft zien als
thans het geval is, is de instandhouding van
'de noodige maritieme middelen^ voor de
handhaving der zelfstandigheid onmisbaar.
Nederland heeft er voor te waken dat het
zijn souvereiniteit handhaaft en dat geen
andere Staat Indië in zijn sfeer gaat betrek
ken. Nederland zou aan den vrede -van de
wereld geen dienst bewijzen als het zijn
waardevol bezit in Indië aan zijn lot over-
iiet.
Bij conflicten tusschen andere mogend-
beden valt rekening te houden met de
volkenrechtelijke verplichtingen. De con
ferentie van Washington heeft de span
ning in het Oosten verminderd, maar men
is van den dag van morgen niet zeker.
Zoolang niet tot aller ontwapening wordt
overgegaan heeft Nederland zijn plichten
na te komen, al is het met een minimum
van maritieme middelen, waaraan geen
enkele regeering zich zou kunnen ontrek
ken.
Minister OOLIJN zegt, dat mr. Troel
stra iets over zijn persoon heeft gezegd.
Het was niet do bedoeling een smet te
werpen op die persoon, maar een diskwa
lificatie van zijn geschiktheid lag er wel
in Spr. vraagt alleen af te wachten wel
ke voorstellen spr. zal indienen.
Do regeering verwacht in 1925 een slui
tend budgetair te verkrijgen voor ons land.
In Indië is de toestand niet ongunstiger
dan die in Nederland en men verwacht,
dat de begrooting voor 1923 reeds zal
6luiten. Voor 1921 is een tekort geraamd
van 22 millioen maar spr. hooipt, dat de
uitkomst gunstiger zal zijn. Het is moge
lijk gebleken op de gewone uitgaven in
drie jaar tijds 20 pCt. te verminderen.
De dienst van de Indische schuld zal van
nu tot 1932 een hoogere uitgave eischen
van 32V6 millioen. De cijfers die 6pr. geeft
zijn iets gunstiger dan die in het rapport
der Vlootwet maar daarvoor geeft spr. 'n
nadere uiteenzetting.
Do militaire uitgaven zijn gesteld op
f 35.433.000 waarbij nog niet zijn gebracht
de kosten van den aanmaak van vliegtui
gen, plm. f 500.000. Indic betaalt f 2.800.000
voor haar aandeel. De totale druk is dus
f33.076 000. Dat is als de Vlootwet niet
wordt ingevoerd.
Als de Vlootwet wordt ingevoerd hebben
er eenige mutaties plaats. De begrooting
wordt met diverse posten ontlast tot een
bedrag van f 12.390.000 en worden belast
met f 9.450.000. Er blijft dus een verlaging
met f 2.910.000, waarvan algaat een be
drag van f 2,857.000, dat Indië heeft, te be
talen. Er blijft dus ©en voordeel van f 83.000
(groot gelach) als de Vlootwet in 1921
wordt ingevoerd.
Voor de toekomst kan spr. niet dezelfde
exacte cijfers geven, maar de Vlootwet-
commissie heeft een nauwgezetten arbeid
geleverd. De conclusie is volkomen ge
rechtvaardigd, dat de Vlootwet voor Ne
derland geen nieuwe lasten meebrengt.
Voor Indië staat het .andere. Het totaal
bedrag is zonder Vlootwet in 1924 fe3 mil
lioen en het eindcijfer wordt dan f.31.550.000
Na aftrek van het janrlijksch beschikbare
bedrag is er een stijging van f 3.350.000
Dit bedrag stijgt goleidcliik tot het in
1929 is f 18.350.000. Hiervan gaat af wat
toch uitgegeven zou moeten worden voor
materiaal dat in aanbouw is en- blijft er
over ruim f 12 millioen.
Vervolgens geeft spr. nog eenige inlicïï-
tingen over de financiering van de kas-
voorschotten, die zonder bezwaar kan ge
schieden.
De heer TROELSTRA (S.-D.) is aan
het woord, maar spreekt morgen.
De vergadering wordt verdaagd tot he
den 1 uur.
RECLAME.
Leiden, Stationsweg 43.
Tel. 408. Postrek. 11601.
No. 5. Lelden, October 1923.
L. S.,
Wij merkten in onze laatste annonce op,
dat ons bedrijf aantrekkelijk ls voor allen,
die belang hebben bij een goede exploltatlo
van onzen eigen vaderlandschen bodem.
IHet mag van algemeene bekendheid ge
acht worden, dat een welvarende boeren
stand ten goede komt aan alle klassen der
bevolking. Hieraan mede te werken is één
der onderdeelen van ons bedrijf, n.l.
a. Financiering van landaankoop en -ont
ginning, speciaal ten behoeve van kleine
grondbezitters.
b. Het bezit van eigen grondexploitaties.
Eenige mededeelingen over wat wij op
dit gebied reeds hebben bereikt geven wij
een volgenden keer.
Hoogachtend, 2242
SPAARFONDS TOOR BODEMCULTUUR
Hoe Yokohama verwoest is.
De Berlijnsche kunsthandelaar dr. O.
Burchard, die zoo pas van een studiereis in
China en Japan is teruggekeerd, vertelt in
de „Vossische Ztg." van de aardbeving in
Yokohama. Wij ontleenen aan zijn verhaal
het volgende:
„De Empress of Australia, een schip van
26.000 ton, dat in Duilschland wel beter be
kend zal zijn onder zijn ouden naam „Tir-
pitz", ging op 31 Augustus in de haven van
Yokohama voor anker. Als alle reizigers ging
ik aan wal, bezocht de merkwaardigheden
der stad en stond den volgenden dag, om 12
uur, toen het schip zou vertrekken, met groote
belangstelling te kijken naar het drukke le
ven aan den wal, zooals men dat in Japan,
bij het vertrek van een groot schip, steeds te
zien krijgt. Elven na 12 uur werd ons schip
met een geweldigen schok ongeveer 1.60 M.
in de hoogle geworpen. Op de kaden slortlen
tegelijkertijd alle entrepöls ineen; met alle
menschen en vervoermiddelen, die zich daar
bevonden, verdwenen zij in een breeden af
grond welke zich daar plotseling gevormd
had. De verbinding met hel land was afge
broken het water stroomde den afgrond bin
nen en overstroomde alles. Alleen de beide
landingsbruggen aan de Iwee uiteinden der
kade bleven behouden. In het water zag men
menschen en dieren wanhopige pogingen
doen om het leven te redden. Er steeg een
bruine rook op, zoodat ik eerst gelooide dat
er een geweldige ontploffing had plaats ge
had. Een blik op Yokohama zelf leerde ech
ter dat ook daar hetzelfde gruwelijke gebeu
ren had plaats gehad. Over de heele stad
hing de duisternis, waarin iflen slechts hier
en daar de overblijfselen zag slaan van in
eengestorte huizen. Een tweede en een derde
aardschok deed de paniek nog toenemen.
Over de groote baai van Yokohama hing
een wolk van slof. Van de slad zelf en
van het zoo nabij gelegen Tokio viel niet
veel te merken. Voor ons, waar vroeger
de kade was geweest, zag men een gru-
welijken strijd om het beslaan. Wat den
indruk nog gruwelijker maakte was de
alom heerschende stilte. De schrik was
zoo groot dat iedereen er blijkbaar de slem
bij verloren had. De slad, die men nu en
dan toch te zien kreeg, zwijmelde; liet
was een vrij groote golving. Alle verdie
pingen der huizen waren weggevallen.
Slechts vijf groote huizen, die trouwens
ook zeer geleden hebben, zijn behouden.
Na den derden schok, die ongeveer om
12.15 plaals had, brak er brand uit in een
gedeelle der stad. Tegelijkertijd kwam er
een geweldige typhoon opzetten, die de
vlammen aanwakkerde, zoodat spoedig het
heele havenkwartier in brand stond. De
typhoon ging vergezeld van een spring
vloed. Het water bruiste met een ont
zettend geweld tegen de stad in. Juist op
dat oogenblik kwamen vluchtenden voor
den brand naar de zee toegesneld. Tever
geefs poogden zij echter redding te vinden
op de schepen. Deze zelf verkeerden in
groot gevaar. Inlusschen werd het steeds
donkerder. Om twee uur 's middags was
het volkomen nacht. Alleen de vlammen
van de brandende stad vormden een bloed-
rooden gloed Plotseling sloeg de wind om
en joeg de vlammen naar de haven. Enkele
kleine schepen raaJcten onmiddellijk in
brand. Ook de Empress of Australia ver
keerde in gevaar. Gelukkig hadden de Deut
sche bouwers van dit schip voor goede
brandweermiddelen gezorgd. Scheepstou
wen, zoo dik als een arm, raakten in brand
als lucifers, onder den invloed van de ge
weldige warmte.
Hier en daar werd het plaatijzer gloeiend
rood. Om halfvier veranderde nogmaals de
richting van de typhoon. Thans werden de
golven de straten der slad ingejaagd. Men
schen en dieren, die redding voor den brand
gezocht hadden in het water, werden nu
meegerukt. Dat was het einde van Yoko
hama en van zijn bevolking.
Rondom de heele baai was er een zee
van vuur. De stad zelf brandde ongeveer
acht dagen lang. In de verte zagen wij den
brand van Tokio, welke stad van uit Yoko
hama met de tram in een kwartier le be
reiken is. Telkens hoorde men ook gewel
dige ontploffingen: het waren de munitie-
en petroleumdepflts der marine, alsook de
gaskeleis voor de verlichting. Achter en
naast ons zag men de in brand geraakte
schepen. Het ergste van alles was de hitte.
Er waren er, die zich uil angst voor de
hille in het water slortlen en daar den dood
vonden. In de slad zelf zocht de menigte,
naar ik later heb kunnen constateeren, een
toevlucht in de kanalen. Deze waren echter
spoedig uitgedroogd, zoodat er slechts een
vochtig slijk overbleef. Ook daarin stortte
men zich echter. De sterkeren vertrapten
daarbij de zwakkeren. Steeds kwamen er
nieuwe drommen aanzetten: op den duur
vonden vrijwel allen er echter den dood.
Onlzellend veel lijken heeft men later in
die kanalen gevonden. Eenige dagen na de
ramp vertelde een ambtenaar der Specie
Bank mij dat vele menschen tijdens den
brand in de vestibule der bank gevlucht
waren. In dit sleenen gebouw heerschle er
aanvankelijk nog een betrekkelijke koelie.
Aan het eene uileende is er echter een ijze
ren deur en toen de hiltegoll dan loch in
de vestibule drong, begon die deur spoedig
le gloeien. Wie vooraan bij de straat ston
den, wilden niet weg, omdal het op de straal
zelf nog erger was dan daar binnen en wie
achler bij de ijzeren deur stonden, konden
aldus niet meer vluchten en zijn daar een
afschuwelijken dood gestorven.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
Uit Londen wordt gemeld, dat er drie
mannen, die wegens inbraak in de gevan
genis zaten en op hun vonnis wachtten, zijn
ontsnapt. Met een zaag, die zij blijkbaar
ergeos verborgen hadden, hebben zij dg
tralies van de cel, waarin zij met hun drie
ën opgesloten zaten, doorgezaagd. Zij wis
ten vervolgens het dak te bereiken en te
ontsnappen voor hun vlucht bemerkt werd.
Het „Ilbld." vermeldt het volgende:
Een Hollander was getuige van het vol
gende gebeuren:
In Bonn stapte een Fransch officier in een
coupé, waarin behalve een in Duilschland
wonende Hollander, een heer in een hoek een
krant zat te lezen. De officier waarschijnlijk
vertoornd, dat hij door dezen niet begroet
werd, sloeg hem de krant uil de handen. De
aldus bejegende reiziger liet de krant liggen
en vouwde een andere kranl open, welke hij
kalm ging lezen. Na eenigen lijd sloeg de
Frarischman len tweeden male den Duitscher
de krant uit de handen. Deze raapte de krant
op en zette de lectuur voort, klaarblijkelijk
ongeroerd door dit staaltje van bezetling-
courloisie. Toen de trein het station te Keu
len binnenliep, stond hij op en vroeg be
leefd: „Please your passport, Sir?" En on
danks dat de Franschman allerlei veront
schuldigingen aanbood, eischle de onverstoor
bare reiziger die zich als een der hoogsle
Engelsche administratieve autoriteiten legi
timeerde, de overgave van liet paspoort en
liet zijn bezettingscollega op het perron ar-
resleeren.
De Franschman kreeg drie dagen hechte
nis.
Bij een inbraak in de bureaux der „Völ-
kische Beobachter" te Milnchen is voor ze
ven milliard (ten deele in buitenlandsche
wissels) gestolen.
Te Emden (Oost-Friesland) is Woensdag
een gedenksteen onthuld, gewijd aan de na
gedachtenis van Karl von Miiller, den on
verschrokken bevelhebber van den kruiser
„Emden", de schrik van de Engelsche sche
pen in de Indische wateren.
Kapitein von Müller was eereburger der
stad Emden en van Blankenburg a. d. Harz.
Door een ontploffing te Antwerpen in een
magazijn, waar in de kelders chemische
producten werden bewaard, is ernstige
schade aan de naburige huizen aangericht.
Een man ls gewond. Oorzaak onbekend.
RECLAME.
WADDINGSVEEN. Burgert. Stand.
GeborenTheodora, d. v. O. Molenaar en
E. Dullemeijer.
Overleden: Neeltje Steenland, 8 j.
Gehuwd: W. J. Verheul en W. Jolen.
Naar we vernemen is aan G. F. dS
Graaff, het getuigschrift stenografie, sys
teem Rients Balt, uitgereikt.
Eon woonwagenbewoner v. E. die reeds
enkele weken hier verblijf hield, had nog
3V£ maand gevangenisstraf te goed. De
gemeentepolitie arresteerde hem en bracht
hem naar het huis van bewaring to Rot
terdam.
- Door don Inspecteur van den Veeart-
senijkundigen dienst is het vee van de
landbouwers L. Boer, A. Groeneweg, A.
Havenaar, G. Oskam, A. v. d. Burg en
de Wed. Verstoep voor hersteld verklaard,
zoodat alle maatregelen daaromtrent zijQ
ingetrokken.
WOUBRUGGE. Kerkelijk bericht.
Ned. Protestantenbond. Zondagavond 7 uur,
ds. Lolcama, van Bergen op Zoom.
ZWAMMERDAM. Voor het beroep"
naar de Ned.-Herv. Kerk alhier is bedankt
door ds. G. Grootjans Thzn., te De Meern (U.X
Kerkelijk bericht.
Remonstrantsch Geref. Qem.Zondagmor*
gen, te tien uur, ds. Rappold.
HAARLEMMERMEER. B u r g e r I.
Stand. Geboren: Johanna, d. van
P. Faas en C. E. van der Steil. Hendrik
Matthijs. z. van M. Franken en J. v. Rooiien.
Philomena Carolina, d. van F. N. van
Schaijk en R. C. A. Marcus. Ileudrik. z.
van P. Staal en E. van Tol. Gerrit, z,
van A. van Es en A. M. van Buijten. i
André Picier, z. van P. Larivelt en M. J. v.
d Paauw. Ingeije, d. van W. van Est en
I. Roos. Adrianus, z. van J. Slroet en E.
Stokman. Gertruda, d. van J. de Haan en
M. Zonneveld. -Pielerlje, d. van A. L,
Breure en A. van HouselL,
G e h u w d C. J. Moens, 25 j. en J. Paarl-
berg, 24 j. J. J. G. van Grieken, 24 j. en
C. A. Schouten, 22 j. P. C. Batenburg,
23 j. en L. Eikelenboom, 23 j.
Overleden Jan Hendrik van Rijs
wijk, 67 j., gehuwd met J. Poortvliet. i
Hazina Emma, 11 dagen, d. van P. Eveleen»
en I. van der Zwaard. Theunlje Zoeter,
4S j., gehuwd met J. de Jonge. Petrus
Straathof, 13 mnd., z. van M. P. Straathol
en J. van Grieken. Johanna Beljaards,
84 j., weduwe van C. van Ekeren. Maria
Hoogkamer, 30 j., ongehuwde dochter van C.
Hoogkamer en A. Zandvliet.
HILLEGOM. De R.-K. Middenstand-
organisatie, aid. Hillegom en O., hield gis
teravond een ledenvergadering er was een
goede opkomst. Onder de Ingekomen stuk
ken waren de beschrijvingsbrief van de
Centr. Verg., begrooting, enz. Verschillende
voorstellen van diverse afdeeiingen werden
behandeld. Hillegom zal bij de federatie een
voorstel aanhangig maken om het weekblad
tot maandblad le maken. Ook zal de afd. er
een voorstel Indienen in zake al of niet op
heffing van het Incassobureau. Besloten
werd de candidatuur Alkemade als lid van
het hoofdbestuur te steunen.
Tot afgevaarigden naar de Centrale Raad
te Leiden op 17 dezer werden benoemd do
heeren C. G. v. d. Poll (amblshalve) en O.
J. W. Mathöt.
Verder hadden besprekingen plaals in
zake het volstorten der aandeelen van do
Hanzebank.
Door de afdeeling Hillegom en Omstre
ken van den Ned. R.-K. Rond van P. T. T.
personeel „Si. Petrus" is voor Zondag a.e.
een autobus afgehuurd ten einde de leden
in de gelegenheid le stellen, de protestver
gadering te Utrecht tegen salarisverlaging bi)
le wonen. De animo onder de leden blijkt
hiervoor groot.
HOOFDDORP, II October. Op de vee
markt waren aangevoerd: 1 werkpaard, prijs
1180 en 6 koeien, gem. prijs f 350. Handel
matig.
Naar het Engelsch, door BERTA RÜCK.
(Nadruk verboden.)
B9)
Ik verwacht, dat dit van het begin af
aan zoo geweest is en wei altijd zoo zal Wij
ven bij dit paar menschen, dat zoo slecht
bij elkaar past. Antipathiek, zooals
twee gelijksoortige polen verwacht ik,
dat zij nooit zullen ophouden ,,zulkie ou-de
vrienden' te blijven. Ik geloof, dat vele
van zulke oude vriendschapsbanden" die
zelfde basis hebben. Twee oude ontegonis-
ten ontmoeten elkander: zij kibbelen zoo-
*Js zij in baar jeugd deden, en terwijl zij
Ilbbelen of elkaar uitsohelden, gaan de ja-
fren vooTbij. Zij letten niet op de rimpels
in het gezicht en de verantwoordelijkheid
«daaraan verbondenzij vergeten de desil
lusie; baar volwassen kinderen luisteren
fcn houden op voor haar te bestaan. Zelfs
jals zij elkaar tegenspreken komt voor
haar een tweede jonge meisjestijd terug
I>n de heerlijkste dagen van weleer, die
voorbij zijn. Jat Ik denk dat dit het ge-
tieim moet wezen.
Phiiippa Tracey had maar één enkel
fcogenbhk om haastig tot mij te zeggen:
zal u weerzien. "Wij moeten ééns sn-
Jnen praten. Laten wij aispreken ergens te
faaa theedrinken. Laten wij elkaar een
v hrlefje schrijven", toen haar moedors stem
gehoord werd en zooals gewoonlijk bo-
*Ueg uitklonk^
,,Ja, ik zal bij jullie beiden komen, Meg.
Dat zal een pret wezen", zei ze op een
half kinderlijken toon. ,,Hoe zorgzaam van
je vanmiddag een Franschen chauffeur
van een vriend te ^tan bezoeken, die daar
gewond in het hospitaal ligtl" (Ik ver-
Onderstel, dab dit een excuus was van de
armo Lady Meredith). ,,Het is hetzelfde
hospitaal waar ik driemaal in de week
's middags naar toe ga voor de uitdeeling
van ,,Het Roode Kruis." Ik kan je dus
alles laten zien. Ga maar moei"'
Zoo bleef mijn pleegmoeder steeds ver
volgd door haar meedoogcnlooze vriendin.
Alweder bleef zij ons do baas en vergezel
de ons, ditmaal zonder Phiiippa, dio wij
aohterlieten, daar zij wel oen millioen brie
ven te schrijven had, zei ze, om te bedan
ken voor huwelijkscadeaus.
Wij reden nu ln een open rijtuigje door
do smallere geplaveide straten naar die
koningin van hoofdstraten, de Avenue
des Champs Elysées. In mijn oogen leek het
of ons geheele Trafalgar Square niet broo
der was dan deze Avenue, van de hemél-
booge huizen en hotels aan den een en kant
rraar die van de overzijdeik was nog niet
gewend aan die ontzettende ruimte, nog
opvallender door de rij kastanje boomen
langs de trottoirs.
Hier zag men massa's menschen: dames,
dio boodschappen dieden; gewonden met
verband en krukkenmooi gekleede Fran-
sche kinderen met Engelsche nursesen
toch schoen er meer dan genoeg plaaAt.
Ruimte, ruimte! Lucht, vrijheid en licht 1
Ik geloof, dat dit de dingen zijn, die vroöh
lijkheid en welzijn schijnen te verleen en
Lumlóre, zoowel ln oorlogstijd
Ik keek naar de winkels, die wij pas
seerden. Ook daar was ruimte en licht.
Guerlains parfumerieënmagarijnen met de
uitstalkast, waar maar weinig artistiek
uitgestald was, een ledige ruimte, versierd
door een paar smalle tafeltjes, waarop
misschien drie zeer kostbare vazen odeur
en ©en kolossale poederkwast. Het Rolls-
Boyoe-paleis van spiegelglas ©n onbe-
beschaamd gereserveerde advertentie. Een
bloemenwinkel met een beelderigen bou
quet mauve en gele orchideeën, neergewor
pen op een fluwoelen kussen.
„Wat makep die Franscho winkeliers
een studie van do menschelijke natuur
Wat zij beoogen is te maken, dat alles,
wat zij verknopen er uit ziet alsof er maar
één too'n ding op de wereld is!" ver
klaarde Mevrouw Tracey, mijn oogen vol
gende, die op de rij winkels gevestigd wa
ren.
„En het motto voor onze Engelsdhe top
men schijnt te wezen: Massa's meer te
krijgen, waar diït vandaan komtl Geen
wonder, dat de millionnairs bier naar toe
Btroomen, om hun inkoopen to doen! Dat
behelst een les voor het jeune fllle k ma
rlor. Als ge in den smaak wUt vallen,
loop dan nooit met massa's andere jonge
toelsjes. Een heel gezonde redeneering,
niet waar, Mevrouw Meredith 1"
Ik denk, dat Ik heel beleefd geglimlaoht
hebmaar ik had mijn gedachten eigenlijk
niet Wj hetgjeen ze zei. Ik dacht over haar
dochter: die geheimzinnige en ontstellende
Phiiippa.
„Heeft George niet over mij gespro
ken r
Wat tod Ód betoekerils zijn yan dié
tfrtfeS? JM tufa ik üb6 graag totoa.
Wat had George over Miss Tracey tot
zijn vrouw moeten zeggen? Waarom deed
Miss Tracey die vraag aan het meisje, dat
zij voor zijn vrouw aanzag? Zou zij het mij
willen vertellen, toen zij een afspraak wou
maken om elkaar weer te ontmoeten?
Ik vroeg mrij deze dingen steeds af, ter
wijl wij de prachtig© avenue afreden, waar
auto's van allerlei vorm en grootte voorbij
flitsten, snel als gonzende vogels, schitte
rend groen en grijs en geel en blauw als
vogeltjes. Bij die auto's vergeleken, was
onao ouderwetsch© cab precies een vuile,
voortkrutpende over den weg.
Eindelijk waren wij er dan toch.
Wij stonden stil voor den hoogen witten
gevel van een der vel© hotels, dio als hos
pitaal zijn ingericht, met de Rood o-K ruls-
vlag wapperend© aan den ingang.
Weinig vermoedde ik wat mij daar bin
nen wachtte. Alsof zij er een voorgevoel
van had koek mijn pleegmoeder mij een
weinig onrustig aan. Wij klommen de broe-
de trap op, waar eens rijke reizigers met
Gun gevolg, millionnaira misschien, el
kaar verdrongen; nu waren het alleen dok
tere, verpleegsters, gewonden van de ge
allieerd© legers en hun bezoekers.
„Ik hoop, dat dit niet te zwaar voor
Rosé' zal rijn", zei Lady Meredith aarze*
lend.
„Ach, Uevë, goedhartige ziell Wat zou
$e zwaar rijn voor een meisje van haar
leeftijd P' wierp Mevrouw Tracey haar met
verachting tegen, toen wij de op §en mu
séum gelijkende veetibule binnen gingen.
Twee jaren had het daar weerklonken
Van het gjeklate* van 'allerlei talen. Nu
het er doodstil een enkele Fransohe
Oppasser mot witte snor hield er 4© waoht.
„Herinner je je ons nog, Meg, voordat
wij getrouwd waren of geëngageerd
ging Mevrouw Tracey voort. ,,Hoe wij den
heelen dag op de otterjacht geweest wa
ren en dan vijftien mijlen ver op onze
fiets naar huis moesten in den regen Met
do voeten op het handvat de laatste drie
mijlen den heuvel af, om bijtijds thuis te
zijn om ons te kleeden voor een danspartij?
En dan hielden wij het uit tot don morgen
zonder er iets van te weten? Do jeugd
moet alles maar aan kunnen", zei ze. ,,En
een meisje moet te veel vitaliteit hebben,
als zij kan verduren wat zij later moet
ten uitvoer brengen."
„Ja", mompelde fleorges moeder een
weinig zenuwachtig, toen wij naar do 1ift
liepen; ,,maar, weet je, Rose is riek ge
weest
„Zij zal nu spoedig wel beter rijn", rei
Mevrouw Tracey, met nadruk op het
woord „nu". Wat kon rij daarmeo bedoeld
hebben? vroeg ik mij af.
IMijn verbaring over iets van dien aart!
was uitgewischt, zoodra wij uit do lift stap
ten op den oorridor van do eerste verdie
ping. Want toen wij dien corridor afliepen
en In het volle licht van het groote ven-
tser kwamen, zag ik een gelaat eóó be
kend, dat 5k meende mij vergist te moe
ten hebben.
Inderdaad, ik liet den onmiskenbaar En-
gelsohen jongen taan in khaki, met zijn af
wezigen blik en zijn lorgnet, die niet öp
Öös lette, voorbijgaan voordat ik het woord
„Reggie" kon tritien. „Die leek net op
Reggie Penmore t -
f f n v f
f V (WoriK vervolgd), 1
Vp L r v w v f