In verkeerde Schoenen. Spaarfonds voor Bodemcultuur No. 19508. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 12 October. Tweede Blad. Airno 1923. TWEEDE KAMER. BUITENLAND. UIT DE RIJNSTREEK. 4 UIT DE OMSTREKEN. FEUILLETON. (Vervolg' van gisteren). raTEBPELLATIE-TROELSTRA Antwoord der Begeering. Da Minister van Binnenlandsche Zaken, Ba lieer RUIJS DE BEERENBROUCK ant woordt De Regeering is bereid inlichtingen te geven, maar kan niet altijd ingaan op 'do zijwegen waarop de heer Troelstra haar wil leiden. Het resultaat van de besprekin gen in den Ministerraad wil spr. meedeelen maar niet de besprekingen zelf. Evenmin kan de regeering meedeelen hoe het stand punt van den Gouverneur-Generaal is. Spr. herinnert aan do discussie over Suriname waarbij de kwestie van onderling overleg iook aan de orde was. De Regeering moet .voorzichtig zijn met mededeelingen over adviezen van deskundigen. Er kunnen zich wel eens omstandigheden voordoen dat pu blicatie gewenscht is, maar een dergelijke constellatie dient door de Regeering te worden beoordeeld, waarbij groota behoed zaamheid gewenscht is. Eén geval zal on middellijk een precedent worden en daarin ziet 6pr. een gevaar. Overlegging van het advies van den Q.- 1G. acht de Regeering niet in 's lands be land (Gelach). Welke G.-G. die de Vloot wet afkeurde, zou op zijn post blijven om 'di uitvoering van die wet tot stand te brengen 1 in den Volksraad is tweemaal gebleken dat de G.-G. niet tegen de Vloot wet was (Rumoer). De Vlootwet is verle iden jaar niet uitgesteld met het oog op de financiën des lands, maar wel met het pog op een nieuw onderzoek (Gelach). Minister de Geer kan zich niet vereeni- fcen met de opvatting der Regeering ten aanzien van de Vlootwet. Alle leden van het Kabinet behalve de heer de Geer waren pchter van hetzelfde gevoelen. Stopzetten van den aanbouw door niet- aanneming van de Vlootwet achtten zij bezwaarlijk en in het belang van Indië was .voortzetting dringend gewenscht. Daarbij werd overwogen, dat zonder Vlootwet elke personeelsorganisatie zou gaan ontbreken en dat ten slotte de marine geheel zou .ophouden te bestaan. Het verschil van gevoelen met den mi nister van financiën bleek niet te over bruggen en dus bleef niets anders over dan dat de minister zijn ontslag bij H. M. de Koningin indiende. Het Kabinet verwachtte van den opvolger van den heer de Geer dat hij de bezuiniging even krachtig zou doorzetten, maar het oordeel der Regee ring over de Vlootwet zou dcelen. Aan die iBischen voldoet de nieuwe minister. Het budgetair evenwicht zal worden her- feteld, hetgeen voorop moet staan: Verschil lende wijzigingsontwerpen op de begrooting voor 1924 zullen spoedig worden ingediend. Wij zullen daarbij vele offers moeten bren gen. In de conclusies 140 en 141 van de Vlootcommi8sie wordt de urgentie van de Vlootwet krachtig bepleit en de Regeeriüg gaat met dit pleidooi accoord. Wat het zwaarste is, moet het zwaarsto wegen en epr. acht het onvermijdelijk voor de hand having van onze overzcesche gewesten een .offer te brengen. Bezuinigingsmaatregelen en nieuwe be lastingen zijn noodig, ook al was er van geen Vlootwet sprake geweest. De kostenberekening van de Regeering acht spr. juist en het antwoord op vraag luidt beslist ontkennend. Op vraag 9 wil spr. wel antwoorden. Deze vraag verraadt allesbehalve een juist begrip van de Nederlandsche staatkunde. iVoor buitenlandsche pressie bestaat daarin geen plaats (Gelach). Zoolang de wereld er uit blijft zien als thans het geval is, is de instandhouding van 'de noodige maritieme middelen^ voor de handhaving der zelfstandigheid onmisbaar. Nederland heeft er voor te waken dat het zijn souvereiniteit handhaaft en dat geen andere Staat Indië in zijn sfeer gaat betrek ken. Nederland zou aan den vrede -van de wereld geen dienst bewijzen als het zijn waardevol bezit in Indië aan zijn lot over- iiet. Bij conflicten tusschen andere mogend- beden valt rekening te houden met de volkenrechtelijke verplichtingen. De con ferentie van Washington heeft de span ning in het Oosten verminderd, maar men is van den dag van morgen niet zeker. Zoolang niet tot aller ontwapening wordt overgegaan heeft Nederland zijn plichten na te komen, al is het met een minimum van maritieme middelen, waaraan geen enkele regeering zich zou kunnen ontrek ken. Minister OOLIJN zegt, dat mr. Troel stra iets over zijn persoon heeft gezegd. Het was niet do bedoeling een smet te werpen op die persoon, maar een diskwa lificatie van zijn geschiktheid lag er wel in Spr. vraagt alleen af te wachten wel ke voorstellen spr. zal indienen. Do regeering verwacht in 1925 een slui tend budgetair te verkrijgen voor ons land. In Indië is de toestand niet ongunstiger dan die in Nederland en men verwacht, dat de begrooting voor 1923 reeds zal 6luiten. Voor 1921 is een tekort geraamd van 22 millioen maar spr. hooipt, dat de uitkomst gunstiger zal zijn. Het is moge lijk gebleken op de gewone uitgaven in drie jaar tijds 20 pCt. te verminderen. De dienst van de Indische schuld zal van nu tot 1932 een hoogere uitgave eischen van 32V6 millioen. De cijfers die 6pr. geeft zijn iets gunstiger dan die in het rapport der Vlootwet maar daarvoor geeft spr. 'n nadere uiteenzetting. Do militaire uitgaven zijn gesteld op f 35.433.000 waarbij nog niet zijn gebracht de kosten van den aanmaak van vliegtui gen, plm. f 500.000. Indic betaalt f 2.800.000 voor haar aandeel. De totale druk is dus f33.076 000. Dat is als de Vlootwet niet wordt ingevoerd. Als de Vlootwet wordt ingevoerd hebben er eenige mutaties plaats. De begrooting wordt met diverse posten ontlast tot een bedrag van f 12.390.000 en worden belast met f 9.450.000. Er blijft dus een verlaging met f 2.910.000, waarvan algaat een be drag van f 2,857.000, dat Indië heeft, te be talen. Er blijft dus ©en voordeel van f 83.000 (groot gelach) als de Vlootwet in 1921 wordt ingevoerd. Voor de toekomst kan spr. niet dezelfde exacte cijfers geven, maar de Vlootwet- commissie heeft een nauwgezetten arbeid geleverd. De conclusie is volkomen ge rechtvaardigd, dat de Vlootwet voor Ne derland geen nieuwe lasten meebrengt. Voor Indië staat het .andere. Het totaal bedrag is zonder Vlootwet in 1924 fe3 mil lioen en het eindcijfer wordt dan f.31.550.000 Na aftrek van het janrlijksch beschikbare bedrag is er een stijging van f 3.350.000 Dit bedrag stijgt goleidcliik tot het in 1929 is f 18.350.000. Hiervan gaat af wat toch uitgegeven zou moeten worden voor materiaal dat in aanbouw is en- blijft er over ruim f 12 millioen. Vervolgens geeft spr. nog eenige inlicïï- tingen over de financiering van de kas- voorschotten, die zonder bezwaar kan ge schieden. De heer TROELSTRA (S.-D.) is aan het woord, maar spreekt morgen. De vergadering wordt verdaagd tot he den 1 uur. RECLAME. Leiden, Stationsweg 43. Tel. 408. Postrek. 11601. No. 5. Lelden, October 1923. L. S., Wij merkten in onze laatste annonce op, dat ons bedrijf aantrekkelijk ls voor allen, die belang hebben bij een goede exploltatlo van onzen eigen vaderlandschen bodem. IHet mag van algemeene bekendheid ge acht worden, dat een welvarende boeren stand ten goede komt aan alle klassen der bevolking. Hieraan mede te werken is één der onderdeelen van ons bedrijf, n.l. a. Financiering van landaankoop en -ont ginning, speciaal ten behoeve van kleine grondbezitters. b. Het bezit van eigen grondexploitaties. Eenige mededeelingen over wat wij op dit gebied reeds hebben bereikt geven wij een volgenden keer. Hoogachtend, 2242 SPAARFONDS TOOR BODEMCULTUUR Hoe Yokohama verwoest is. De Berlijnsche kunsthandelaar dr. O. Burchard, die zoo pas van een studiereis in China en Japan is teruggekeerd, vertelt in de „Vossische Ztg." van de aardbeving in Yokohama. Wij ontleenen aan zijn verhaal het volgende: „De Empress of Australia, een schip van 26.000 ton, dat in Duilschland wel beter be kend zal zijn onder zijn ouden naam „Tir- pitz", ging op 31 Augustus in de haven van Yokohama voor anker. Als alle reizigers ging ik aan wal, bezocht de merkwaardigheden der stad en stond den volgenden dag, om 12 uur, toen het schip zou vertrekken, met groote belangstelling te kijken naar het drukke le ven aan den wal, zooals men dat in Japan, bij het vertrek van een groot schip, steeds te zien krijgt. Elven na 12 uur werd ons schip met een geweldigen schok ongeveer 1.60 M. in de hoogle geworpen. Op de kaden slortlen tegelijkertijd alle entrepöls ineen; met alle menschen en vervoermiddelen, die zich daar bevonden, verdwenen zij in een breeden af grond welke zich daar plotseling gevormd had. De verbinding met hel land was afge broken het water stroomde den afgrond bin nen en overstroomde alles. Alleen de beide landingsbruggen aan de Iwee uiteinden der kade bleven behouden. In het water zag men menschen en dieren wanhopige pogingen doen om het leven te redden. Er steeg een bruine rook op, zoodat ik eerst gelooide dat er een geweldige ontploffing had plaats ge had. Een blik op Yokohama zelf leerde ech ter dat ook daar hetzelfde gruwelijke gebeu ren had plaats gehad. Over de heele stad hing de duisternis, waarin iflen slechts hier en daar de overblijfselen zag slaan van in eengestorte huizen. Een tweede en een derde aardschok deed de paniek nog toenemen. Over de groote baai van Yokohama hing een wolk van slof. Van de slad zelf en van het zoo nabij gelegen Tokio viel niet veel te merken. Voor ons, waar vroeger de kade was geweest, zag men een gru- welijken strijd om het beslaan. Wat den indruk nog gruwelijker maakte was de alom heerschende stilte. De schrik was zoo groot dat iedereen er blijkbaar de slem bij verloren had. De slad, die men nu en dan toch te zien kreeg, zwijmelde; liet was een vrij groote golving. Alle verdie pingen der huizen waren weggevallen. Slechts vijf groote huizen, die trouwens ook zeer geleden hebben, zijn behouden. Na den derden schok, die ongeveer om 12.15 plaals had, brak er brand uit in een gedeelle der stad. Tegelijkertijd kwam er een geweldige typhoon opzetten, die de vlammen aanwakkerde, zoodat spoedig het heele havenkwartier in brand stond. De typhoon ging vergezeld van een spring vloed. Het water bruiste met een ont zettend geweld tegen de stad in. Juist op dat oogenblik kwamen vluchtenden voor den brand naar de zee toegesneld. Tever geefs poogden zij echter redding te vinden op de schepen. Deze zelf verkeerden in groot gevaar. Inlusschen werd het steeds donkerder. Om twee uur 's middags was het volkomen nacht. Alleen de vlammen van de brandende stad vormden een bloed- rooden gloed Plotseling sloeg de wind om en joeg de vlammen naar de haven. Enkele kleine schepen raaJcten onmiddellijk in brand. Ook de Empress of Australia ver keerde in gevaar. Gelukkig hadden de Deut sche bouwers van dit schip voor goede brandweermiddelen gezorgd. Scheepstou wen, zoo dik als een arm, raakten in brand als lucifers, onder den invloed van de ge weldige warmte. Hier en daar werd het plaatijzer gloeiend rood. Om halfvier veranderde nogmaals de richting van de typhoon. Thans werden de golven de straten der slad ingejaagd. Men schen en dieren, die redding voor den brand gezocht hadden in het water, werden nu meegerukt. Dat was het einde van Yoko hama en van zijn bevolking. Rondom de heele baai was er een zee van vuur. De stad zelf brandde ongeveer acht dagen lang. In de verte zagen wij den brand van Tokio, welke stad van uit Yoko hama met de tram in een kwartier le be reiken is. Telkens hoorde men ook gewel dige ontploffingen: het waren de munitie- en petroleumdepflts der marine, alsook de gaskeleis voor de verlichting. Achter en naast ons zag men de in brand geraakte schepen. Het ergste van alles was de hitte. Er waren er, die zich uil angst voor de hille in het water slortlen en daar den dood vonden. In de slad zelf zocht de menigte, naar ik later heb kunnen constateeren, een toevlucht in de kanalen. Deze waren echter spoedig uitgedroogd, zoodat er slechts een vochtig slijk overbleef. Ook daarin stortte men zich echter. De sterkeren vertrapten daarbij de zwakkeren. Steeds kwamen er nieuwe drommen aanzetten: op den duur vonden vrijwel allen er echter den dood. Onlzellend veel lijken heeft men later in die kanalen gevonden. Eenige dagen na de ramp vertelde een ambtenaar der Specie Bank mij dat vele menschen tijdens den brand in de vestibule der bank gevlucht waren. In dit sleenen gebouw heerschle er aanvankelijk nog een betrekkelijke koelie. Aan het eene uileende is er echter een ijze ren deur en toen de hiltegoll dan loch in de vestibule drong, begon die deur spoedig le gloeien. Wie vooraan bij de straat ston den, wilden niet weg, omdal het op de straal zelf nog erger was dan daar binnen en wie achler bij de ijzeren deur stonden, konden aldus niet meer vluchten en zijn daar een afschuwelijken dood gestorven. BUITENLANDSCH GEMENGD. Uit Londen wordt gemeld, dat er drie mannen, die wegens inbraak in de gevan genis zaten en op hun vonnis wachtten, zijn ontsnapt. Met een zaag, die zij blijkbaar ergeos verborgen hadden, hebben zij dg tralies van de cel, waarin zij met hun drie ën opgesloten zaten, doorgezaagd. Zij wis ten vervolgens het dak te bereiken en te ontsnappen voor hun vlucht bemerkt werd. Het „Ilbld." vermeldt het volgende: Een Hollander was getuige van het vol gende gebeuren: In Bonn stapte een Fransch officier in een coupé, waarin behalve een in Duilschland wonende Hollander, een heer in een hoek een krant zat te lezen. De officier waarschijnlijk vertoornd, dat hij door dezen niet begroet werd, sloeg hem de krant uil de handen. De aldus bejegende reiziger liet de krant liggen en vouwde een andere kranl open, welke hij kalm ging lezen. Na eenigen lijd sloeg de Frarischman len tweeden male den Duitscher de krant uit de handen. Deze raapte de krant op en zette de lectuur voort, klaarblijkelijk ongeroerd door dit staaltje van bezetling- courloisie. Toen de trein het station te Keu len binnenliep, stond hij op en vroeg be leefd: „Please your passport, Sir?" En on danks dat de Franschman allerlei veront schuldigingen aanbood, eischle de onverstoor bare reiziger die zich als een der hoogsle Engelsche administratieve autoriteiten legi timeerde, de overgave van liet paspoort en liet zijn bezettingscollega op het perron ar- resleeren. De Franschman kreeg drie dagen hechte nis. Bij een inbraak in de bureaux der „Völ- kische Beobachter" te Milnchen is voor ze ven milliard (ten deele in buitenlandsche wissels) gestolen. Te Emden (Oost-Friesland) is Woensdag een gedenksteen onthuld, gewijd aan de na gedachtenis van Karl von Miiller, den on verschrokken bevelhebber van den kruiser „Emden", de schrik van de Engelsche sche pen in de Indische wateren. Kapitein von Müller was eereburger der stad Emden en van Blankenburg a. d. Harz. Door een ontploffing te Antwerpen in een magazijn, waar in de kelders chemische producten werden bewaard, is ernstige schade aan de naburige huizen aangericht. Een man ls gewond. Oorzaak onbekend. RECLAME. WADDINGSVEEN. Burgert. Stand. GeborenTheodora, d. v. O. Molenaar en E. Dullemeijer. Overleden: Neeltje Steenland, 8 j. Gehuwd: W. J. Verheul en W. Jolen. Naar we vernemen is aan G. F. dS Graaff, het getuigschrift stenografie, sys teem Rients Balt, uitgereikt. Eon woonwagenbewoner v. E. die reeds enkele weken hier verblijf hield, had nog 3V£ maand gevangenisstraf te goed. De gemeentepolitie arresteerde hem en bracht hem naar het huis van bewaring to Rot terdam. - Door don Inspecteur van den Veeart- senijkundigen dienst is het vee van de landbouwers L. Boer, A. Groeneweg, A. Havenaar, G. Oskam, A. v. d. Burg en de Wed. Verstoep voor hersteld verklaard, zoodat alle maatregelen daaromtrent zijQ ingetrokken. WOUBRUGGE. Kerkelijk bericht. Ned. Protestantenbond. Zondagavond 7 uur, ds. Lolcama, van Bergen op Zoom. ZWAMMERDAM. Voor het beroep" naar de Ned.-Herv. Kerk alhier is bedankt door ds. G. Grootjans Thzn., te De Meern (U.X Kerkelijk bericht. Remonstrantsch Geref. Qem.Zondagmor* gen, te tien uur, ds. Rappold. HAARLEMMERMEER. B u r g e r I. Stand. Geboren: Johanna, d. van P. Faas en C. E. van der Steil. Hendrik Matthijs. z. van M. Franken en J. v. Rooiien. Philomena Carolina, d. van F. N. van Schaijk en R. C. A. Marcus. Ileudrik. z. van P. Staal en E. van Tol. Gerrit, z, van A. van Es en A. M. van Buijten. i André Picier, z. van P. Larivelt en M. J. v. d Paauw. Ingeije, d. van W. van Est en I. Roos. Adrianus, z. van J. Slroet en E. Stokman. Gertruda, d. van J. de Haan en M. Zonneveld. -Pielerlje, d. van A. L, Breure en A. van HouselL, G e h u w d C. J. Moens, 25 j. en J. Paarl- berg, 24 j. J. J. G. van Grieken, 24 j. en C. A. Schouten, 22 j. P. C. Batenburg, 23 j. en L. Eikelenboom, 23 j. Overleden Jan Hendrik van Rijs wijk, 67 j., gehuwd met J. Poortvliet. i Hazina Emma, 11 dagen, d. van P. Eveleen» en I. van der Zwaard. Theunlje Zoeter, 4S j., gehuwd met J. de Jonge. Petrus Straathof, 13 mnd., z. van M. P. Straathol en J. van Grieken. Johanna Beljaards, 84 j., weduwe van C. van Ekeren. Maria Hoogkamer, 30 j., ongehuwde dochter van C. Hoogkamer en A. Zandvliet. HILLEGOM. De R.-K. Middenstand- organisatie, aid. Hillegom en O., hield gis teravond een ledenvergadering er was een goede opkomst. Onder de Ingekomen stuk ken waren de beschrijvingsbrief van de Centr. Verg., begrooting, enz. Verschillende voorstellen van diverse afdeeiingen werden behandeld. Hillegom zal bij de federatie een voorstel aanhangig maken om het weekblad tot maandblad le maken. Ook zal de afd. er een voorstel Indienen in zake al of niet op heffing van het Incassobureau. Besloten werd de candidatuur Alkemade als lid van het hoofdbestuur te steunen. Tot afgevaarigden naar de Centrale Raad te Leiden op 17 dezer werden benoemd do heeren C. G. v. d. Poll (amblshalve) en O. J. W. Mathöt. Verder hadden besprekingen plaals in zake het volstorten der aandeelen van do Hanzebank. Door de afdeeling Hillegom en Omstre ken van den Ned. R.-K. Rond van P. T. T. personeel „Si. Petrus" is voor Zondag a.e. een autobus afgehuurd ten einde de leden in de gelegenheid le stellen, de protestver gadering te Utrecht tegen salarisverlaging bi) le wonen. De animo onder de leden blijkt hiervoor groot. HOOFDDORP, II October. Op de vee markt waren aangevoerd: 1 werkpaard, prijs 1180 en 6 koeien, gem. prijs f 350. Handel matig. Naar het Engelsch, door BERTA RÜCK. (Nadruk verboden.) B9) Ik verwacht, dat dit van het begin af aan zoo geweest is en wei altijd zoo zal Wij ven bij dit paar menschen, dat zoo slecht bij elkaar past. Antipathiek, zooals twee gelijksoortige polen verwacht ik, dat zij nooit zullen ophouden ,,zulkie ou-de vrienden' te blijven. Ik geloof, dat vele van zulke oude vriendschapsbanden" die zelfde basis hebben. Twee oude ontegonis- ten ontmoeten elkander: zij kibbelen zoo- *Js zij in baar jeugd deden, en terwijl zij Ilbbelen of elkaar uitsohelden, gaan de ja- fren vooTbij. Zij letten niet op de rimpels in het gezicht en de verantwoordelijkheid «daaraan verbondenzij vergeten de desil lusie; baar volwassen kinderen luisteren fcn houden op voor haar te bestaan. Zelfs jals zij elkaar tegenspreken komt voor haar een tweede jonge meisjestijd terug I>n de heerlijkste dagen van weleer, die voorbij zijn. Jat Ik denk dat dit het ge- tieim moet wezen. Phiiippa Tracey had maar één enkel fcogenbhk om haastig tot mij te zeggen: zal u weerzien. "Wij moeten ééns sn- Jnen praten. Laten wij aispreken ergens te faaa theedrinken. Laten wij elkaar een v hrlefje schrijven", toen haar moedors stem gehoord werd en zooals gewoonlijk bo- *Ueg uitklonk^ ,,Ja, ik zal bij jullie beiden komen, Meg. Dat zal een pret wezen", zei ze op een half kinderlijken toon. ,,Hoe zorgzaam van je vanmiddag een Franschen chauffeur van een vriend te ^tan bezoeken, die daar gewond in het hospitaal ligtl" (Ik ver- Onderstel, dab dit een excuus was van de armo Lady Meredith). ,,Het is hetzelfde hospitaal waar ik driemaal in de week 's middags naar toe ga voor de uitdeeling van ,,Het Roode Kruis." Ik kan je dus alles laten zien. Ga maar moei"' Zoo bleef mijn pleegmoeder steeds ver volgd door haar meedoogcnlooze vriendin. Alweder bleef zij ons do baas en vergezel de ons, ditmaal zonder Phiiippa, dio wij aohterlieten, daar zij wel oen millioen brie ven te schrijven had, zei ze, om te bedan ken voor huwelijkscadeaus. Wij reden nu ln een open rijtuigje door do smallere geplaveide straten naar die koningin van hoofdstraten, de Avenue des Champs Elysées. In mijn oogen leek het of ons geheele Trafalgar Square niet broo der was dan deze Avenue, van de hemél- booge huizen en hotels aan den een en kant rraar die van de overzijdeik was nog niet gewend aan die ontzettende ruimte, nog opvallender door de rij kastanje boomen langs de trottoirs. Hier zag men massa's menschen: dames, dio boodschappen dieden; gewonden met verband en krukkenmooi gekleede Fran- sche kinderen met Engelsche nursesen toch schoen er meer dan genoeg plaaAt. Ruimte, ruimte! Lucht, vrijheid en licht 1 Ik geloof, dat dit de dingen zijn, die vroöh lijkheid en welzijn schijnen te verleen en Lumlóre, zoowel ln oorlogstijd Ik keek naar de winkels, die wij pas seerden. Ook daar was ruimte en licht. Guerlains parfumerieënmagarijnen met de uitstalkast, waar maar weinig artistiek uitgestald was, een ledige ruimte, versierd door een paar smalle tafeltjes, waarop misschien drie zeer kostbare vazen odeur en ©en kolossale poederkwast. Het Rolls- Boyoe-paleis van spiegelglas ©n onbe- beschaamd gereserveerde advertentie. Een bloemenwinkel met een beelderigen bou quet mauve en gele orchideeën, neergewor pen op een fluwoelen kussen. „Wat makep die Franscho winkeliers een studie van do menschelijke natuur Wat zij beoogen is te maken, dat alles, wat zij verknopen er uit ziet alsof er maar één too'n ding op de wereld is!" ver klaarde Mevrouw Tracey, mijn oogen vol gende, die op de rij winkels gevestigd wa ren. „En het motto voor onze Engelsdhe top men schijnt te wezen: Massa's meer te krijgen, waar diït vandaan komtl Geen wonder, dat de millionnairs bier naar toe Btroomen, om hun inkoopen to doen! Dat behelst een les voor het jeune fllle k ma rlor. Als ge in den smaak wUt vallen, loop dan nooit met massa's andere jonge toelsjes. Een heel gezonde redeneering, niet waar, Mevrouw Meredith 1" Ik denk, dat Ik heel beleefd geglimlaoht hebmaar ik had mijn gedachten eigenlijk niet Wj hetgjeen ze zei. Ik dacht over haar dochter: die geheimzinnige en ontstellende Phiiippa. „Heeft George niet over mij gespro ken r Wat tod Ód betoekerils zijn yan dié tfrtfeS? JM tufa ik üb6 graag totoa. Wat had George over Miss Tracey tot zijn vrouw moeten zeggen? Waarom deed Miss Tracey die vraag aan het meisje, dat zij voor zijn vrouw aanzag? Zou zij het mij willen vertellen, toen zij een afspraak wou maken om elkaar weer te ontmoeten? Ik vroeg mrij deze dingen steeds af, ter wijl wij de prachtig© avenue afreden, waar auto's van allerlei vorm en grootte voorbij flitsten, snel als gonzende vogels, schitte rend groen en grijs en geel en blauw als vogeltjes. Bij die auto's vergeleken, was onao ouderwetsch© cab precies een vuile, voortkrutpende over den weg. Eindelijk waren wij er dan toch. Wij stonden stil voor den hoogen witten gevel van een der vel© hotels, dio als hos pitaal zijn ingericht, met de Rood o-K ruls- vlag wapperend© aan den ingang. Weinig vermoedde ik wat mij daar bin nen wachtte. Alsof zij er een voorgevoel van had koek mijn pleegmoeder mij een weinig onrustig aan. Wij klommen de broe- de trap op, waar eens rijke reizigers met Gun gevolg, millionnaira misschien, el kaar verdrongen; nu waren het alleen dok tere, verpleegsters, gewonden van de ge allieerd© legers en hun bezoekers. „Ik hoop, dat dit niet te zwaar voor Rosé' zal rijn", zei Lady Meredith aarze* lend. „Ach, Uevë, goedhartige ziell Wat zou $e zwaar rijn voor een meisje van haar leeftijd P' wierp Mevrouw Tracey haar met verachting tegen, toen wij de op §en mu séum gelijkende veetibule binnen gingen. Twee jaren had het daar weerklonken Van het gjeklate* van 'allerlei talen. Nu het er doodstil een enkele Fransohe Oppasser mot witte snor hield er 4© waoht. „Herinner je je ons nog, Meg, voordat wij getrouwd waren of geëngageerd ging Mevrouw Tracey voort. ,,Hoe wij den heelen dag op de otterjacht geweest wa ren en dan vijftien mijlen ver op onze fiets naar huis moesten in den regen Met do voeten op het handvat de laatste drie mijlen den heuvel af, om bijtijds thuis te zijn om ons te kleeden voor een danspartij? En dan hielden wij het uit tot don morgen zonder er iets van te weten? Do jeugd moet alles maar aan kunnen", zei ze. ,,En een meisje moet te veel vitaliteit hebben, als zij kan verduren wat zij later moet ten uitvoer brengen." „Ja", mompelde fleorges moeder een weinig zenuwachtig, toen wij naar do 1ift liepen; ,,maar, weet je, Rose is riek ge weest „Zij zal nu spoedig wel beter rijn", rei Mevrouw Tracey, met nadruk op het woord „nu". Wat kon rij daarmeo bedoeld hebben? vroeg ik mij af. IMijn verbaring over iets van dien aart! was uitgewischt, zoodra wij uit do lift stap ten op den oorridor van do eerste verdie ping. Want toen wij dien corridor afliepen en In het volle licht van het groote ven- tser kwamen, zag ik een gelaat eóó be kend, dat 5k meende mij vergist te moe ten hebben. Inderdaad, ik liet den onmiskenbaar En- gelsohen jongen taan in khaki, met zijn af wezigen blik en zijn lorgnet, die niet öp Öös lette, voorbijgaan voordat ik het woord „Reggie" kon tritien. „Die leek net op Reggie Penmore t - f f n v f f V (WoriK vervolgd), 1 Vp L r v w v f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5