Begrafenis-Onderneming KEEREWEER Het Land der duizend Meren. CARR's Moutbrood SPORT. RECHTZAKEN. weg voor" doorgaand verkeer, zoodra het rij-, den inderdaad mogelijk is. De wielrijder, bekend met de Molor- en Rijwiel wet, wordt met bitterheid vervuld bij het zien en ondergaan van deze verne derende handelwijze, door 'macht', niet door reiht gehandhaafd. Wat blijft er van het zedelijk overwicht van de politie op het publiek over, als dit publiek, dat niet zoo dom is als misschien gedacht wordt, gaat bemerken, dat deze handelwijze der politie niet noodzakelijk is voor de handhaving der goede orde en bo vendien niet een gevolg is van een wettelijk voorschrift, waarin straf bedreigd wordt bij overtreding Indien noodig, kan aan voorbijschietende wielrijders een bon wegens overtreding van het art. 15 (verkeer in gevaar brengen) uit gereikt worden. In Leiden bestaat sinds het vorige jaar een neiging op drukke plaatsen één der ca tegorieën weggebruikers te weren; nog. steeds bevinden zich aan de groote Havenbrug borden, die het wielrijden verbieden. Ten tweeden male wordt getracht ons, wielrij ders, het recht tot rijden té ontnemen. Is er in Leiden een jurist gelijk wijlen mr. Duy- zings van de Knac Dat hij hier helpe Tot de grootste verwarringslichter behoort de tram van Oegstgeest naar Leiden helaas heeft deze tram een voorrang, voortvloeien de uit bepalingen in de Locaalspoor- en Tramwegwet en de Ver. op het rijden van Leiden. Wellicht zal de Directie van de N. Z.-H. T. M. bereid gevonden worden, op ver zoek van de politie, van dit recht van voor rang bij het openen van den overweg geen gebruik te maken, indien deze Maatschappij Verlost wordt van den last, ontstaan door de van politiewege veroorzaakte opstopping op haar noord-oostelijke trambaan. J. JESSE. RECLAME. CREMATIE, AUTO-TRANSPORT OPGERICHT 1871 AALMARKT 16 TELEF. 861 7797 H (Nadruk verboden). Reisbrieven uit Finland. XI (Slot). A. b, s.s. „Ariadne". i) Tusschen deze verjiahri, door, zijn, tal van ..episoden gevlochten, waarin Lemminkainen, de Don Juan of Kullervo, de Tijl-Uilenspie- gel, een belangrijke rob spelen. Eén .episode uit de lotgevallen van- Lemminkainen wil ik hier nog in het kort weergeven, omdat daar- in op zoo treffende en toch zoo n?iieve wijzë de moederliefde wordt verheerlijkt. Lem minkainen zocht zich in Pohjoda natuurlijk ook een bruid, maar ook dit meisje stelt hem drie voorwaarden. Bij het volbrengen van den derden eisch wordt Lemminkainen door een Laplander gedood, in stukken gehakt en in den stroom des doods geworpen. Thuis be merkt Lemminkainen's moeder aan het bloed, dat uit een borstel vloeit, waarmede zij bij het afscheid de haren van haar zoon geborsteld heeft, dat Lemminkainen dood is. Zij gaat op weg naar hét Noorden om hem te zoeken en verneemt eindelijk, dat haar zoon, diep in den Tuonela, de doodenrivier, verdronken ligt. llmarineii, de smid, maakt voor haar een koperen dregge met ijzeren tanden en daarmede dreggend volgt de moe der den loop van den stroom, vindt eerst zijn kléeren, dan de verspreide ledematen en wanneer zij alles gevonden heeft, legt zij alle deelen te zamen, elk op zijn plaats. Zoo wordt, door de trouwe liefde der moeder en door haar eindeloos geduld, Lemminkainen als het ware voor de tweede maal geboren. Alleen: zijn lippen blijven gesloten; het lichaam is wél geheeld, maar het eigenlijke leven nog niet teruggekeerd. Maar de moe der geeft den strijd om het leven van haar kind niet op en zij weet van eep bij gedaan te krijgen, dat deze naar den voorraadkelder van den Almachtige vliegt om er een won derdadige zalf te halen, waarmede de moe der de doode lippen van haar zoon weder opent. Maar nog is J^emminkainén niet' ge heel genezen: zijn hart is neg steeds bij de £3liefde in Pohjola. Maar deze trouwt met een ander en als Lemminkainen zelfs niet op de bruiloft genoodigd wordt, gaat hij, in zijn eer gekrenkt, mokkend en wrokkend naar Pohjola en verlangt in het huis van den waard bier tegen betaling, de ergste 'beleediging, die men den gastvrijen bewo ner van Finland kan aandoen. Dan volgt een tweegevecht, waarin hij den waard het hoofd van den romp scheidt Ik deed uit de bonte schakeering der Kóle- vala-episoden slechts enkele grepen; genoeg échter om een eersten indruk te geven van het wonderlijke en geheimzinnige van dit product van Finsche verbeeldingskracht, waarin tal van natuurverschijnselen verper soonlijkt zijn tot raadselachtige wezens, goede en booze geesten, die in een myste rieus half-duister wonderen doen van een god, maar waarin tevens op allersimpelste wijze de dagelijksche zeden en gewoonten wórden beschreven. Hoe ontróerend zijn de gebeden, die llmarinen's vrouw uitspreekt om de kudden te beschermen, die te velde zijn en (huiswaarts moeten keeren. Hoe in nig eenvoudig maar diepgevoeld komt tel kens in de Kólevala-zangen naar voren de liefde voor het vaderland, de gehechtheid aan den geboortegrond, de aandoenlijke ge hechtheid aan eigen woning, het koesterend gevoel onder den Finschen hemel met zijn oneindigen horizon voor het eigen zijn. Men leze de zes zangen van het brui loftsfeest; wat al gedachten en verlangens die pog sluimeren in de ongekende diepten aer Finsche volksziel. Het wèg-gaan van het jonge meisje uit het ouderlijk huis, haar laatste ommegang door huis en hof en een Voor een neemt zij van alles afscheid; van den ouden jachthond van haar broeder, van het vee in den stal, van de paarden aan de ruif. Allés heeft voor haar een slem en zij luistert, voor het laatst naar de welbekende geluiden in het ouderlijk huis, het knarsen der scharnieren, het zuchten van de balken, het kraken van het jonge hout. En nog in haar t>de, met tranen in de oogen, roept zij haar afscheidsgroet toe aan den lindeboom en het heidekruid, aan het moeras met' zijn rotsblokken, aan de heuvels met de donkere dennen. Maar naast het natuurlijke, alledaagsche en menschelijke speelt het bovennatuurlijke en het geloof aan het bovenzinlijke een bij zondere rol in de Kólevala. Het epos is vol van tooverspreukèn en toovërformules waar mede de mythevormende phantasie der een zame woudbewoners meende de heilbren gende en verwoestende natuurkrachten te kunnen beïnvloeden. De donkere, grootsche, eenzame natuur, waarin het Finsche volk leefde, eenzaam onder de eenzamen, wekte in het hart der bewoners heimelijke gevoe lens en in de droomen van zijn geest, in raadselachtige combinaties van kabbalisti sche woorden zocht het Finsche natuurkind steun en afweer in de ure des gevaars, en óók een middel om zich voorspoed en in vloed te verschaffen. Tegenover de gewel dige natuurverschijnselen stonden de man nen machteloos met hun kracht en hun wa pens en het eenige middel, in welks macht men gelooven kon, was het geheimzinnige woord in tooverspreuken en bezweringen. En zoo zijn dan ook de helden der Kólevala geen koene strijders met het zwaard, maar topvenaars, sterk in de kracht van hun loo- vejwoord. Het lied was hun wapen en wie dat wapen het best kon hapteeren, stond aan het hoofd van 't volk. Dooden worden tot het leven teruggeroepen, bruisende water vallen worden tot stilstaan gedoemd, bloe dende wonden worden genezen, hemel en aarde worden bewogen door de macht van het woord, door de dwingende kracht van het gezang. In de middeleeuwen stond Fin land dan ook in Europa bekend als het land der loovenaars. De schepen landden expres- selijk, als zij in de nabijheid kwamen, aan de kusten van Finland om zooals de volksmond beweerde er goeden wind te halen in een strik met drie knoopen. Vele families zonden destijds hunne dochters, zooals zij hen tegenwoordig naar een kook- school zenden om er het koken te leeren, naar Finland om er te leeren heksen. In den dertigjarigen oorlog werd algemeen geloofd, dat de Finnen Gustaaf Adolf geholpen had den door middel van tooverformules en Vol taire vertelt nog, in zijn „Historie do Char les XII", dat de Russen den slag bij Naeva hebben verloren onder invloed van Finsche toovenaars. Geen wondèr, dat het volks epos vól is van bovenzinlijke en antropo- moTphe voorstellingen; was niet in de lange Wintermaanden, als aan den 'haard uren achtereeh de Kólevala-liederen werden ge zongen, dc wereld daarbuiten, waar duister nis heerschté en koude, een spelonk vol ge heimzinnigheden en boVënmensc'heHjkc ver schijningen cn geluiden? Jn den laatstën Kólevala-zang vindt men, nég gansch en al in een lieTdénsche denk en vóorslellingssfeér, sporen van laterèn in vloed van het Christendom. De maagd Mar- jatta, „die schone Jüngsle", wier onschuld op naieve, roerende wijze geschilderd wordt, geheel in" overeenstemming met de locale sfeer zij wilde geen eieren eten, wijl die afkomstig waren van kippen, die in aanra king geweest waren met den haan; zij wilde geen koe melken, die den stier niet was ont weken, geen 'merrie mennen, die met den hengst gepaard was geweest ziet op een gegeven oogenblik, als zij op den met bloe men bezaaiden berg de lammeren hoedt, een aardbei, die haar toeroept: „Komm, o Jungfrau, mich zu pflücken< Mich, Rotwangige, zu lesen, Fhe mich die Schnecke aufzehrt, Eh' der schwarze Wurm rnich einschlingt." Ijlings grijpt Marjatta een stok en slaat daarmede de aardbei af, maar deze springt van den grond op haarschoen, van haar schoen op Marjatta's knie, van de knie op het bontje schortje van het meisje, van het schortje op den gordel, van den gordel op de borst, van de borst op de kip, van de kin op de lippen, van de lippen óp de tong en zoo glijdt zij „tot 't binnenste van Marjalta's schoot." Zoo wordt de kuische maagd zwan ger en zóó wordt de Heiland geboren. En nu is wel heel merkwaardig hoe deze omwer king van het Evangelie-verhaal ingevloch ten werd in den sagenkring van Vainamöi- nen. Déze laatste toch is het, die het kindje doopt en voorspelt, dat het eens worden zal de Koning van Karelië, de „Hüter aller Machte". Dan gaat Vainamöinen weg en zingt zijn laatstën zang, waarmede hij zich, aan het strand der zee, een schip toovert. Hij zet zich aan het roer en vaart zóó weg: het oude toovergeloof, dat wijken gaat als het jonge Christendom is gekomen. Lang zaam vaart Vainamöinen in zijn koperglan- zende boot naar verre streken: „bis zum Grte, wo die Erde und der Ilimmel sich be- gegnen". Dóór zegt het verhaal is hij met zijn boot gebleven, maar in Finland liet hij zijn speeltuig en zijn zangen achter tot eeuwige vreugde voor zijn volk.... Tot eeuwige vreugde voor zijn volk! Met deze woorden neem ik afscheid van Finland. Nog drukt mijn voet Finschen bodemmaar de „Ariadne" nadert de klist en over een paar uur zal mijn Finsche reis lot het ver leden behooren, herinnering zijn geworden. Indien het waar is, dat de herinnering het eenige Paradijs is, waaruit men niet verdre ven kan worden, zal ik in mijn Paradijs voorlaan een plekje weten, waar ik gaarne zal komen toeveo^ jgaet heimwee en verlan gen en met Bourget's vraag op de lippen: quand y reviendrai-je encore? ,W. GHAADT VAN ROGGEN. 'SI- RECLAME. is voedzaam en toch licht ver teerbaar. Wie geen bruinbrood verdragen kunnen, verdragen Carr's Moutbrood uitmuntend. 1293 VOETBAL. R. V. C.Alphen. In ons Sportblad van gisteren meldden wij den uitslag (31) van bovengenoemden wedstrijd. Deze uitslag wae ontleend aan de „Crt." en stond trouwens gisteravond in meerdere groote dagbladen. Een der spelers van „Alphen" deelt ons nu mede, dat dit op een misverstand moet berusten, omdat de wedstrijd niet is gespeeld. Reeds Vrijdag avond was bericht ontvangen, dat R. V, C. niet over een terrein kon beschikken. ZEILEN. Wedstrijden van de Maas. Zondag heeft de Rotterdamsche K. R. en Z. V. de Maas zeilwedstrijden gehouden naar Hoek van Holland en terug. De uilslagen zijn als volgt: Intern. 6 M. klasse: 1. Willem Six van P. Blom en J. A. Laan in 3 uur 47 m. 29 s.; 2. Hollands Hope van de K. N. Z. en R. V. m 3.48.24. 45 M2 kruiséfklasse: 1. Boekanier van M. L. van Es in 3,49.9; 2. Kemphaan van II. J. Pluygers in 3.50.50. Regenboogklasse: 1. Schrijverko II van Jon. Smit, in 41017; 2. De Leede van L. Doedes in 4.11.35. Onderlinge voorgiltwedstrijd 10 M. klasse 1. Fram van J. J. van Rietschoten in 3.27.3; 2. Stormvogel van H. G. Both in 3.28.5. Onderlinge voorgiltwedstrijd voor yawls: 1. Nilouche van J. Rijpperda Wierdsma in 3.9.54. Onderlinge wedstrijd voor ronde vaartui gen, klasse 0. A., afd. 1: Trekvogel van S. del Monte in 3.29.47; 2. Margaretha van D. G. van Beuningen in 3.40.20. Idem aid. II: 1. Schollevaer van C. M. van Dusseldorp Pzn, in 4.11.56. Idem klasse OB: 1, Lethe van W. J. van Alphen in 4.24.50; 2. Sperwer van C. Ilooy- kaas in 4.34.19. BOKSEN. Spalla blijft kampioen van Enropa. Tc Milaan is Zondag de wedstrijd gehou den om het zwaargewicht-kampioenschap van Europa tüsSchén Erminió Spalla en den B.elg Van Humbeek. Dc wéinig interes sante kamp cuulrgété^önbcsHst/ zoodat Spal la den .titel behoudt. Aangezien onze landgenootPiet van der Veer voornemens was den winner van deze match uit te dagen is het waarschijnlijk, dat de uitdaging' aan Spalla zal worden gericht. Van T Hofi verliest. Onze landgenoot Van 't Hoff verloor te Londen op punten van Seaman Hall. Nilles knocked ont. De Italiaan Barharesi sloeg te Rome den Franschen kampioen Nilles in de. eerste ronde knock out. LUCHTVAART. Om den Gordon-Bennet-beker. De volgende bijzonderheden worden nog gemeld: De toestand van den verongelukten Spaanschen bestuurder Gomez-Guillamon is minder ernstig dan aanvankelijk vermoed werd. Hij heeft een been gebroken, en lijdt wel hevige pijn, doch er is volstrekt geen levensgevaar. De koning van België heelt Maandag dè deelneming van, het Belgische Hof bij de ge zanten van Zwitserland, Spanje en de Ver- eenigde Staten laten beluigen. De Aero-Club; te Brussel meldt nog de vol gende landingen: De Engelsche Ballon „Banshee", bestuur der Dunville is neergekomen op 20 K.M. van Eindhoven. De Fransehc ballon „Ferdinand II", be stuurder Blanchet daalde bij het dorpje Thielen, dicht bij Turnhout. De Fransche ballon „Savoye", bestuurder Dubois landde te Re thy (prov. Antwerpen). De Spaansche ballon „Duro", bestuurder Magdalena kwam neer te Stryp bij Eindho- van en de Zwitsersche ballon „Zurich" be stuurder Pieard te Eersel eveneens bij Eind hoven, Van de 15 ballons die aan den wedstrijd deelnamen zijn er nu dus zes in goeden wel stand geland en drie zijn door den bliksem vaneengescheurd ten koste van 5 dooden en een zwaar gewonden. De zes ballons waarvan nog geen bericht is gekomen zijn de Picardie (Frankrijk), Bel- gica en Prins Leopold (België) Helvetia (Zwitserland) Margartet (Engeland) en Hes perio (Spanje). Van de Prins Leopold zijn echter postduiven aangekomen op Maandag avond, die melden dat alles aan boord wel was. Een telegram uit Kopenhagen meldt ver der dat een der ballons gezien is boven het Deensehe eiland Seeland met richting Noorwegen, maar door de groote hoogte was het onmogelijk de nationaliteit vast te stel len, Het laatste Bericht van de Aero Club- luidt: De EngelscEe Ballon „Margaret", Bestuur der Allen en kapitein Berry, is noodgedwon gen in zee gedaald op 28 Engelsche mijlen Noord-Noordwest van Kaap Skagen (uiterste punt van Jutland). De ballon is geborgen en de Bestuurders zijn geland te Gothenburg (Zweden), maar hebben hun recht op den prijs Verspeeld door de landing in zee. SCHIETEN. Gewestelijke schietwedstrijden voor burger wachten in Zuid-Holland. Deze wedstrijden zijn gehouden op het schielterrein van de Haagsche burgerwacht. Wij vermelden daarvan de navolgende uit slagen: Afd. I, korpswedslrijden. a. Met scherpe patronen no. 1, klasse B4.Burgerwacht Alphen, 411 p. Klasse C: 2. Burgerwacht Alphen 401 p. Personeele wedstrijd, a. met scherpe pa tronen. no. 1, klasse B: A. C. Mijs, te Al phen, 2e prijs (met twee anderen, die even eens 46 punten haalden); G. van Vliet, te Rijnsburg, W. van der Linden, te Alphen en W. Alphena, te Leiden, 44 pnt., allen 4cn prijs (met 6 anderen); H. Baarslag, te Alphen, J. W. Verdegaal, te Hazerswoude, H. P. Bloot, te Katwijk, J. H. van Slaveren en F. W. Broekhuijzen, te Leidén, en H. J. Grimsbergen, te Rijnsburg, 42 pnt., allen 3en prijs (met 5 anderen). Klasse C: R. van Mullingen, le Voor schoten, 47 pnt., ten prijs; M. v. d. Hoek, le Alphen, 45 pnt., 3en prijs; P. van der Kwaak, C. Milo en L. J. Jongenburger te Alphen, 44 pnt., 4en prijs (met 2 anderen); O. Kooreman, le Leiden, H. Bogeman, te Hazerswoude en G. IJzcrbaan, te Voorscho ten, 42 pnt., 6en prijs (met 2 anderen); A. Cf A. v. d. Linden, te Afphen en D. Bey- mond, te Leiden, 41 pnt., 7en prijs (met 5 anderen). Kampioenschap van Z.-Holland (met margapatronen), klasse A: C. Zaal, te Bo degraven, -18 pnt., len prijs (met één an der); A. v. d. Meer, te Zoetermeer, 47 pnt., 2en prijs (met 6 anderen; T. de Jong, te Boskoop, 45 pnt., 4en prijs (met 2 anderen) Klasse B: II. Oudshoorn, te Bodegraven, 48 pnt., 3en prijs (met één ander); Ph. Jon- geneel, te Bodegraven, 47 pnt., 4en prijs (met 6 anderen); C. Teekens, te Bodegra ven, 46 pnt., 5en prijs (met 7 anderen). Klasse C: J. v. d. Giesen en G. A, J. Ro- zenboom, te Bodegraven, 45 pnt,, 4en prijs- (met 6 anderen); E. van Waveren en A. Michielsen te Bodegraven, 44 pnt., 5en pr. (met 5 anderen). Vaste Baanwedslrijd. A., met scherpe pa tronen, no. 1: 3. A. C. Mijn, .te Alphen, 49/47 (met één ander); 7. G. Bergshoef, te Alphen, 48/44 (met één ander; 10. L. Jon genburger, le .Alphen, 47/46 (met 3 ande ren); 14. R. van Mulligcn, te Voorscholen, 47/42; 17. J. H. van Staveren, te Leiden, 46/45 (met, 2 anderen). B, met margarpalrnnen2. D. Niéuwen- steeg, te Boskoop, 50/40; 3. P. Zaal, le Bo degraven, 50/28; 11. W. Ceelen, te Zoeter meer en A. Göbel te Bodegraven, 48/55 (met 3 anderen); 16. N. Bos, te Bodegraven, 47/47 (met 2 anderen). Geluksbaan. Deelgenomen door 297 schut ters. Aan de eischen (3 schoten boven 90) voldeden 94 schutters. .1. G. Bergshoef, te Alphen, 293 pnt., 4. W. Alphena, (e Leiden, 289 pnt (met 4 an deren); 5. S. Hoogsmari, te Zoetermeer, 288 pnt (met ééri ander); 6. L. van Gemend, le Rijnsburg, 287 pnt. (met' 5 anderën);. 7. J. Vreekens, le Voorscholen, H. P. Bloot, te Katwijk en W. B. Kroon, te. Alphen, 286 p. (met 5 anderen). KANTONGERECHT TE LEIDEN. Voor het Kantongerecht kwamen 52 za ken, waarvan 50 bestemd voor openbare be handeling, voor. C. O., te Leiden, had een varken, lijdende aan vlekziekte, doen slachten. Nadat de keurmeester aan het Openbaar Slachthuis, dc heer P. van Driel, was gehoord, eischte de Ambt. bij verstek f 15 subs. 10 dagen. Tegen Jac. C. v. d. H., te Voorschoten, werd tegen dezelfde overtreding f 10 subs. 10 dagen geëischt. II. B., werkgever te Leiden, had moeten terechtstaan wegens het uitbetalen van weekloon in een verlofslokaal. Beklaagde was niet verschenen, doch een der werklie den, De Boer, verklaarde, dat beklaagde het loonsbedrag van alle werklieden aan een had meegegeven, en dat zij eerst in het café het geld hadden verdeeld. De Ambtenaar vroeg nu vrijspraak. Jac. den O., koopman in vogels te Leiden, had een blauwe duif aan iemand verkocht zonder daarvan aanteekening te houden in het register. Na getuigenverhoor van Werter en De Geus, waarvan de eerste de duif had ge* kocht, terwijl de duif (een vereenigingsduif) aan De Geus toebehoorde, werd geëischt f 10 of 10 dagen. F. K., een jonge werkman te Leiden, had zonder daartoe vergunning te hebben, met andere jongelui zich op een fabrieksterrein bevonden. Het bleek uit de getuigenverkla ringen van den fabriekschef Van 't Hoen, dat deze man er vroeger had gewerkt en dat de jongelui zeer brutaal waren opge treden. Eisch f 5 of 5 dagen. Dirk K., loodgieler te Leiden, had twee jongens na den gezetten tijd werk laten ver richten. Eisch twee geldboeten van f 10 subs. 10 dagen voor elke boete. L. van W., hoofd eener waschinrichting te Noordwijk, had een aantal meisjes laten werken na den door de wet bepaalden tijd. Nadat als getuige was gehoord de strijk ster, mej. Lek, eischte.de Ambtenaar f3 subs. 3 dagen voor elke boete. G. S., vrouw van G. Rol, te Leiden, Paul Krugerstraat, stond terecht terzake dat zij een paar flesschen in scherven had gegooid in die straat, blijkbaar met het doel, dat de wielrijdsters, die daar passeerden, er met hun banden in zouden rijden. Beklaagde bekende. Zij had het echter gedaan, omdat de meisjes haar tergden en aanhoudend voor haar ramen reden. Het eerst werd gehoord mej. Vos, die er ook gereden had, en verklaarde, dat de vrouw met opzet de flesschen had stuk ge worpen om de wielrijdsters te molesteeren. Ander9 vertelde het juffrouw Zirkzee, die verklaarde, dat de meisjes, later ook jon gens, de vrouw werkelijk tergden. Dit vertclaarden ongevraagd nog een paai meisjes, die in de zaal zaten. Het was „pes^ ten" geweest, riepen ze. Een brievenbestel ler in de zaal scheen hetzelfde le willen' verklaren, doch kon ook niet gehoord wor-t don. Eisch f 4, subs. 4 dagen. De Kantonrechter zeide nog ook den in druk te hebben gekregen, dat er plagerij in het spel was. Tegen W. Br., steenfabrikant te Leider-* dorp, die niet was verschenen, werden wen gens overtreding der Arbeidswet zeven' geldboeten van f 3 gevraagd, subs. 3 dagen voor elke boete. De bedrijfschef, de heer Van der Blij, deelde mede, dat het in de jubileumdagen zoo druk was. R, T. P., le Leiden, had een ruit inge-* worpen bij den logementhouder Bcrsie, al-» hier. Eisch f 5, subs. 5 dagen. J. C. van K., te Katwijk, had strooperiji gepleegd, door het wegnemen van peenen van land van den tuinder C. Houwaard, aldaar. Beklaagde was niet verschenen. Nadat de eigenaar en diens dochter waren ge-* hoord, eischte de Ambtenaar, bij verstek, f 15 subs. 10 dagen. Houwaard verklaarde wel f 30 schade ter hebben gehad. C. v. d L., te Noordwijk, was tegen de. order van den politie-agent Timmers, met een rijwiel doorgereden, terwijl van deze het drukke verkeer hem gelast was stil te hou-* den. Eisch f 4, subs. 4 dagen. IT. M. v. d. V., vrouw van C. P. van "W.# - le Voorschoten, had een met een rijwiel rij-* dende, voorbij een dwarswegf niet gebeld., Na getuigen gehoord werd door den Amb tenaar 14 subs. 4 dagen geëischt. P. J. M., een jonge' man te Leiden, had verzuimd zijn Tentekaart bij den Raad van Arbeid in te leveren. Beklaagde was niet verschenen. Als eerste getuige werd gehoord, dc direc-i teur van den Raad van Arbeid te Leiden del heer Goslinga, die verklaarde dat hij den in druk heeft gekregen, dat M. den Raad vooti den mal wil houden. Nadat twee vertegenwoordigers van den Raad te Lisse waren gehoord, nl. dc heereil Wesseling en Duets, eischte de Ambtenaar f 10, subs. 10 dagen. P. K., te Zwammerdam, stond vqor het zelfde feit terecht. Deze bekende, maar hijf moest voor den werkgever, den heer Meer-» burg, de rente zelf betalen, zijn.jbaas wildst het niet doen en hij wilde daarom niet weg-* gaan. Zelf kan hij het geld echter niet mis- sen. Ook hier werd f 10, subs. 10 dagen ge vraagd. Tegen C. H., le Katwijk, niet verschenen, werd wegens, een soortgelijke overtreding bij verstek ook f 10, subs. 10 dagen geëischt. N. K., J. L. en W. B., te Noordwijk-aan- Zee, stonden terecht wegens het op den openbare straat den Zeeweg, den weg tq hebben versperd, zoodat de rijksveJdwacH- ters De Jong en Parlevliet er niet met hun rijwielen konden passeeren. Beklaagden bekenden, maar beweerden, dat er ruimte-genoeg was om p^r rijwiel te passeeren. Zij gelooven dan ook, dat zij ge verbaliseerd zijn, omdat- er werd gelachen. Wie gelachen had wisten zijn niet. Hoewel twee getuigen décharge Klaas en Jac. Passchier voor de beklaagden pleit ten, vroeg de Ambtenaar tegen elk hunner f 3, subs. 3 dagen. N. de M., te Rijnsburg, stond terecht wö«. gens het loopen in de Rijksduinen te Kat wijk. Beklaagde zeide, dat hij geen werk: .had en nu konijnen ging graven. Vanwege de Leidsche Duinwatermaatschappij had men geklaagd. Eisch f 15 subs. 10 dagen.- L. V., sigarenfabrikant to Leiden had twee mannen te lang laten werken. Eisch twee geldboeten van f 3 subs. 0 dagen. Tegen A. R., fabrikant te Noordwijk, werd wegens eenzelfde overtreding een gelijkö boete gevraagd. Tegen B. van R., te Leiden, eischte hefl O. M. wegens het zonder vergunning eenf hond onder een kar spannenf 4 subs. dagen. W. Th. v. d. B. en P. J. M. v. d. B., té Noordwijkorhout hadden op verboden grond geloopen. Een der beklaagden was versche nen en verklaarde, dat zij van den eigenaar} vergunning hadden. Deze zal nu over tweo weken worden gehoord. Corn. K., te Leiden, had gereden op een rijwiel zonder licht. Eisch f3 of 3 dagen.i De Kantonrechter veroordeelde beklaagde onmiddellijk tot f 1 subs. 1 dag. Uitspraak in de andere zaken over twed weken. KANTONGERECHT TE ALPHEN. A. R. was ten laste gelegd dat hij met zijn auto rijdende van af de Alphensche brug voor den hoek v. ManderslooslraatBrugge-, straat geen signalen had gegeven, waardoor bekl. in aanrijding was gekomen met een wielrijder. In een vorige zitting hadden 2 getuigen verklaard dat bekl. geen signaal had gegeven, terwijl een getuige decharge het tegenovergestelde beweerde. Deze zaak werd aangehouden en bij het verdere verhoor verklaarden de getuige H. F., die in de auto was gezeten en E. F., bei den het signaal gehoord le hebben. De ambtenaar van het O. M. verzocht vrij-» spraak, waarna de kantonrechter zich aan sloot bij het requisitoir van den ambtenaar en bekl. vrijsprak. W. Th .D. te Zwammerdam was verbali- seerd dat hij H. de J. met water vermengde melk had afgeleverd als volle zoete melk. 18 monsters waren genomen waarvan 1 een waterpercentage van 6 bevatte. Bekl. ont-< kende dat door hem, noch op last van hem' water in de melk was gedaan. Ook getuige H. J. v. d. L. zeide dat tijdens het vervoer geen water in de melk werd gedaan, even min was hem bekend dat zulks bij bekl. ge-» schiedde. Dr. v. E. als deskundig getuige verklaarde het bovenvermeld waterpercen tage te hebben geconstateerd. De ambtenaar achtte het bekl. len laste gelegde wettig be-, wezen en verzocht een geldboete van f 2S. of \b d. hechtenis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 7