ANEKDOTES. Verhaaltje zonder woorden. Voor 't eerst naar school. CORRESPONDENTIE. rt luid voelde kloppen, of was het isschien haar geweten Mietje was nu ak bij haar, greep Greta's hand en 2ei met ,chte stem „Ben je verdwaald, Greta Ga dan maar ee naar Moeder, die zal je droge kleerea ven." Greta wist niet, wat er met haar gebeur en werktuigelijk liet zij zich naar de 11e boschwachterswoning brengen. Mietje's oeder trok Greta de natte kleeren uit, ok haar droge van haar eigen dochtertje m en legde haar daarna In Mietje's bed. rvolgens zette zij vlierthee voor het bib- rend meisje en Mietje vloog als een pijl t den boog naar het dorp om Greta's ider3 gerust te stellen, die in hun angst al enschen uitgezonden hadden om het ver- iste kind te zoeken. Toen de dokter in de boschwachterswo- ing kwam, was reeds alle gevaar voor de zondheid van zijn dochtertje geweken en ld de vlierthee een goede uitwerking ge ld. Zij mocht dien avond echter niet meer ïar huis vervoerd worden, maar moest tot m volgenden dag wachten. Het was reeds laat, toen Greta's ouders, ider hartelijke dankbetuigingen de bosch- achterswoning verlieten, waarin, zij voor en nacht hun dochtertje aan de goede zor- en van Mietje's moeder overlieten, Hans, e zijn ouders vergezeld had, was nog ach- •rgebleven en stond naast Mietje aan het ed van zijn zusje. Het was al donker en eel stil in het kleine vertrek. Vader was og buiten in het bosch en Moeder in de euken bezig. Plotseling greep Hans< Mietje's hand en uisterde .Vergeef me, Mietje, dat van „rooie" dat van den Hoogen Weg. Je.bent zoo oed, Mietje, 't Spijt me zoo vreeselijk I" Mietje zegt niets, maar 'geeft Hans een and, innig blij, dat ze vrede kan sluiten. Vanaf dien dag waren alle kinderen heel aders tegen Mietje. Hans van den dokter id hun alles verteld en er nog aan toege- egd, dat zijn Vader gezegd had, dat het Mhande was, iemand om een of ander chaamsgebrek of de kleur van zijn haar te lagen, want dat het niet aankwam op het ilwendige, maar wel op het inwendige iet hart. 't Kleine kindje, frisch en blij, Draagt een mooie, nieuwe lei En een tasch met zeem en spons, 't Kleine hartje gaat: „Bons, bons!" Stevig houdt ze Moeder vast; Heerlijk, dat die op haar past! En nu staat ze vóór de deur 't Kindje krijgt een roode kleur. „Moeder," zegt ze, ga je mee? 't Is veel leuker met z'n tweet Moes, blijf j'ook nog even staan, Als ik inmijn bank moet gaan?" Moeder lacht om 't kleine ding. Dat zoo dapper 't huis uit ging, Even blijft ze er nog bij, Maar al gauw kijkt 't kindje blij. 't Krijgt nu nog een dikken zoen, Moet 't dan zonder Moeder doen. Heel den morgen gaat het goed: 't Kleine meisj' is lief en zoet. Maar als 't klokje twaalf slaat, En ze weet, dat Moes er staat, Holt ze iedereen voorbij, Het gezichtje stralend blij. „Moeder", roept ze, ,,'k word zoo groot, 'k Leer van aap en 'k leer van noot 'k Leer van drie en 'k leer van vier En 't is allemaal plezier, Maar het fijnste van den dag Was toch, Moes, toen 'k U weer zag!" TRUUS DENIJS. Ingezonden door Johannes Robbers: Agent, die een inbreker net snapt, ter wijl deze aan het werk is: „Hei, ik kom precies op tijd." Inbreker: „Neen, je komt het .wat Jte Ingezonden door Clasina Lepelaar. Bij den horlogemaker. Jan: „Mijnheer, kunt u mij helpen? Ik Weet tegenwoordig van geen uur of tijd, mijn klok staat voortdurend stil." Horlogemaker: „Dan zal ik de klok eens komen nazien." Jan: „O mijnheer, ik heb dén slinger hier al bij mij." Horlogemaker: „En de klok?" Jan: „Daar mankeert niets aan, mijn heer, alleen die slinger wil niet gaan." Als jullie dezen brief in de kindercourant van 22 September lezen, dan heb je hoop ik al lang gehoord en begrepen, dat het eën vergissing was toen er boven de gewone raadsels ook het woord Prijsraadsels stond. De jeugd had net zoo'n heerlijk buiten kansje gehad dat er 16 prijzen werden ver loot, dus nu weer eenigen tijd geduld heb ben, dat begrijpt iedereen wel. In de brieven, die ik nu naar Zwitserland kreeg opgezonden, las ik natuurlijk wel al vele uitingen van blijdschap van degenen, die een prijs hebben geloot, maar nu kon niemand mij al vertellen hoe mooi de prijs was, hoe de horloges er uitzien en wat de titels van de boeken zijn, want de; brieven moesten 'verzonden worden voor men de prijzen had ontvangen. Dat zal ik dus in de brieven m het volgende pakket- kunnen lezen, want ik reken er vast op (en dat gé-» beurt ook altijd) dat allen die een prijs won» nen, mij zullen schrijven wat zij kregen.. Ditmaal zijn er verscheidene kinderen bij, die wel dikwijls de raadsels oplossen maar er nooit een brief bij schrijven; maar toch' hoop ik, dat ze mij dan nu eens zullen ver tellen, wat voor mooi boek of ze gekregei hebben. De twee gelukkige Winners van de Hor loges schreven mij nu al verrukte brieven, geen wonder, want dat is ook werkehjk een prachtig cadeau cm te krijgen. Ik kan jullie nu heusch nog niet vertel len of ik het antwoord op de brieven na 22 September al 29 September kan plaatsen, want ik weet nog niet wanneer of ik in Den Haag terug kom, dat hangt nog van ver schillende dingen at. Ben ik b.v. 25 of 26 September al weer terug, dan zal ik zorgen dat alles in de kindercourant van 29 September staat, dat beloof ik en anders moet ik die week over slaan. Het is een verre reis, die wij niet in eenen door kunnen doen, en onderweg in den trein kan ik jullie correspondentie toch' niet behandelen, dat begrijp je wel, niet-' waar? Louis Hartkamp je ziet dus uit Het Hoven-» staande dat het einde September wordt eer ik weer in Den Haag terug ben, dus dan hoor ik wel in je volgende brief met raad seloplossingen over het horloge. Ik begrijp levendig, dat je omhoog sprong van blijd schap over je groote geluk. Je weet wat ik je

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 17