i verkeerde Schoenen.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 September.
Tweede Blad. Anno Ï923,
HONGAARSCHE BRIEVEN.
FEUILLETON.
UIT ONZE STAATSMACHINE.
O, 19480.
zing van de art. 12 en 15 van het Statuut
of van het Verdrag van Versailles, zooals
lord Robert Cecil, de leider der Engelscke
delegatie ter Volkenbondsvergadering ver
zocht', stelde dit reeds zeker 1 Wil de Vol
kenbond dus niet het laatste greintje res
pect verliezen - na Opper-Silezië, Wilna,
Memel, enz. dan moet dit lichaam op
treden. Voor al de kleine staten staan er
zeer terecht op, wat anders blijkt, dat bij
het optreden van een sterkere tegen een
zwakkere de bond „unfahig" is en dus voor
hen van nul en geener waarde. Engeland
steunt dit standpunt volledig, Frankrijk aar
zelt. Er biedt zich voor Marianne een
schoono gelegenheid Italië's meegaan met
de Roeraclie etc. te koopen, maar durft zij
een openlijke schending van het Verdrag
van Vessailles, haar plechtanker, aan; met
de gevolgen daarvan? We twijfelen. Te
meer, waar de Kleine Entente, op wier
vriendschap Frankrijk zoozeer is gesteld,
aan Griekenland's zijde staat, met Zuid-
Slavië vooraan, dat, komt het tot oorlog,
beslist ingrijpt, ook in verband met de nog
altijd niet geregelde Fiume-geschiedenis.
Wil de Volkenbond niet uiteenvallen,
dan moet hij optreden en de ontruiming van
Korfoe bewerkstelligen. Of Ralië wegloopt
of niet. Liefst niet, natuurlijk, en daarom
wordt te Geneve heel voorzichtig gema
noeuvreerd. En het laat-zich gelukkig
aanzien, dat in samenwerking met den Ge-
zantenraad wel een oplossing gevonden zal
worden, die alle partijen tenslotte voldoet
of tenminste eervollen terugtocht laat
Zoover is het evenwel nog niet en speciaal
de ontruiming van Korfoe is nog niet be
reikt. En zonder die is men er niet.
Dreigt dus, zij het getemperd, in Europa
opnieuw een menschenverdelging, de ele
menten hebben in Japan een verwoesting
aangericht aan menschenlevens en mate-
rieele dingen, zooals niet te herinneren is.
Hoewel nog geen betrouwbare gegevens be
schikbaar zijn, kan toch reeds veilig wor
den aangenomen, dat een kwart millioen
menschenlevens zijn afgesneden door aard
beving. typhoon en brand, dat reusachtige
geldelijke verliezen zijn geleden als b.v. het
totaal vernield-zijn van Yokohama, een
groot deel van Tokio enz. dus vant Japan's
dichtst bevolkte en rijkste streek. Algemeen
maakt de menschheid zich op tot hulpver
leening in deze ontzettende ramp, die het
land der rijzende Zon heeft getroffen en die
het deed neerploffen vooreerst van zijn rang
van eerste groote Oostersche mogendheid
Van dag tot dag.
(Nadruk verboden).
„Van dag tot dag", dat is de eenig
juiste karakteristiek van het leven der
Hongaren in deze stormachtige tijden. Do
menschen leven van dag op dag, de politiek
richt zich van dag op dag, do gelieele sa
menleving wordt van dag tot dag opnieuw
gegroepeerd, Hoe andors in Nederland,
waarzooals in elk stevig opgebouwd
land ondanks de crisis, die op do beele
wereld drukt, do menschen aan do toe
komst denken kunnen en hiervoor zorgen
en werken.
In Hongarije kan men slechts op de toe
komst hopen, maar het doen en denken
wordt geheel in beslag genomen door die
ééne gedachte: „Hoe komen wij verder van
i fandaag tot morgen?" Iedereen weet, dat
zooals het nu is, het zeker niet goed is^ en
het kon anders zijn, het moest anders zijn 1
Maar de na afloop van den oorlog ontstane
wijziging in de buitcnlandsche politiek en
de daarmee samenhangende economische
conjunctuur, welke zich volgens de stem
ming en niet volgens de belangen der
groote mogendheden en der kleinere mach
ten ontwikkeld heeft, vormde schier on
overkomelijke hindernissen op den weg der
verstandige en juiste ontwikkeling dor
toestanden. En Hongarije werd do rol van
Asschepoester toebedeeld. Dit mag niet
als een Hongaarsche jeremiade beschouwd
worden, want, hoewel langzaam, komt men
in het buitenland, speciaal in Engeland,
meer en meer tot de erkenning van dit
feit. De nuchtere, verstandige Engelschen
zijn ook bij dit probleem do eersten, dio
den weg banen naar de orde dio heel mid
den-Europa voor een volkomen economi
sche ineenstorting moet behoeden. Het is
nog pas enkele weken geleden, dat wij
betreffende interpellatie van lord Newton
in het Engelsche Hoogerhuis en het daar
op volgende antwoord van lord Curzon ver
namen. Deze redevoeringen hadden tot
doel een buitenlandsche leening voor Hon
garije mogelijk te maken. Behalve deze
voorname sprekers, namen in die zelfde
zitting nog een viertal andere- leden het
eveneens voor Hongarije's recht op, het
geen een genoegzaam voor zichzelf spre
kend feit is Thans nu er eeriige kans be
staat, dat de op Hongarije drukkende
pandrechten opgeheven worden, zooals dit
zich laat vermoeden uit - de besluiten der
door de kleine-Entente te Sinaja gehou
den conferentie, wordt het ook', meer en
meer waarschijnlijk, dat de reddende bui-
tenlandsche leening onderweg is, *als de
boodschapper van een degelijke oplossiug
der economische problemen. En dan
ja, dan 1 Voorloopig echter is nog steeds
het devies: „Van dag tot dag!"
Beschouwen wij slechts in volgorde en
kele momenten uit het Hongaarsche leven.
Dan zien wij eerst den waarde-aanwijzor
van het zakenlevende beurs waar m
graan- en papierprijzen het bloed van het
land circuleert. Tevergeefs zoekt men brer
een eenigszins vasten grondslag, waarop
men zou kunnen bouwen. Er zijn geen com
binaties te vinden, noch voor den produ
cent, of voot den makelaar, koopman en
bankier. Alles verandert van dag op dag I
De tarwe vertoont van heden op morgen
een stijging of daling van^ 10—15.000 Kro
nen. De effecten maken in één dag tijds
sprongen van honderd duizenden, ja zelfs
millioenen, en dalen eveneens met dezelf
de bedragen. De valuta richt zioh naar de
stemming op do beurs te Zürich en ver
toont een merkwaardig, onheilspellend
schommelen en wankelen, hetgeen nog wan
hopiger wordt gemaakt door het. feit, dat
dit niet verloopt, geleid door de wezen
lijke omstandigheden, doch zooals men in
Tsjecho-Slowakije en Oostenrijk met de
Hongaarsche Kronen speculeert. Een en
kel voorbeeld. Hongarije heeft dit jaar
een prachtige oipgst, zoodat men door een
belangrijken uitvoer de Hongaarsche
Kroon dacht te kunnen stabiliseeren, en
een groote hoeveelheid edel-valuta in het
land te brengen Door deze perspectieven
zou de Kroon weer eenigermate kunnen
stijgen. Wat gebeurde echter? Van dag
tot dag zonk de Kroon dieper en dieper.
Waardoor? Doordat men in Oostenrijk en
Tsjecho-Slowakije met de Hongaarsche Kro
nen speculeerde, om hierdoor de uitge
voerde tarwe en 't meel goedkooper le kun
nen ïnkocpen. De bankier of koopman kan
dit nog eventueel uitbalanceeren en door
middel van een handige speculatie- of an
der gelukkig geldspel zich in het zadel
houden. Doch wat gebeurt met het volk,
met de meerderheid der beyólkling? Het
zucht, lijdt en betaalt. De prijzen stijgen tot
torenhoogte. Het vet, het vleesch, de eieren
de prijzen van hout, kolen, tram.... A
propos, de .tram! Nog niet zoo heel lang ge
leden kostte een rit 8 Kronen, dan steeg hij
na een aantal kleinere sprongen tot 50, 80,
120, 200, 400 Kronen en binnen enkele da
gen zal het 600 Kronen zijn. Welk een
schitterende loopbaan Doch dezen keer ging
het niet direct van een leien dakje. Het
publiek kon met deze electrische vooruit
strevendheid geen gelijke pas houden. De
trams rijden slecht bezet, en alleen zij, die
in het gelukkige bezit van een vrijkaart
zijn of op een of andere wijze een reductie
genieten, zooals de staats ambtenaren, kun
nen zich nog deze luxe permiteeren. Doch
in deze dagen onlslond op de straten en
pleinen van Budapest een nieuwe men-
schen-categorie. Deze wordt gevormd door
tramkaartjes- verzamelaars. Men vindt hen
bij alle halte-plaatsen-, bij het uilslappen
der passagiers rapen zij de weggeworpen
biljetten op, of kapen ze zelfs weg uit de
handen der menschen, om te onderzoeken
of ze nog bruikbaar zijn. In het Hongaar
sche (ram-sysloem is n.l. een gewoon bil
jet geldig voor tweemaal oyerstappen, zoo
dat de mogelijkheid bestaafr dat de uitstap
pende passagier zijn kaartje nog niet ten
volle verbruikt heeft. Op deze wijze gelukt
het dan aan de tram-kaartjesverzamèlaars
eens 600 Kronen te besparen.
BUITEKt. WEEKOVERZICHT.
[0e belangrijk het schadevergoedingspro-
aoi ook moge zijn, hoezeer het zijn stern-
drukt op geheel Europa, en zelfs daar-
ten voor een niet gering deel, toch is het
lfel op den achtergrond gedrongen. En
1 door nieuw dreigend oorlogsgevaar A la
[j. Merkwaardig is, trots vele verschillen,
li de gelijkenis met het begin van de groote
op, die toen over Europa ia losgebarsten
waarvan wij, na 9 jaar, nog altijd „profi-
ren". De „groote oorlog" van 1914 ving
i met het onmogelijke ultimatum van
;[enrijk-Hongarije aan Servië na den
ord op den troonopvolger der dubbel-mo-
shie te Serajewo thans dreigt oorlog
;r een even onmogelijk ultimatum, door
d. w. z. dictator Mussolini, aan Grie-
dand gesteld na den moord op de leden
■Italiaansche missie, die deelnam aan de
msafbakening tusschen Griekenland en
bahië namens den Gezantenraad. Was de
log van 1914 er niet geweest met zijn tien
llioen dooden en dubbel aantal vermink-
i, dan ware de oorlog nu reeds een fait
:omplil Voor ons beslaat hierover geen
ijfel. Er is evenwel toch iets veranderd en
iroin poogt men nog den oorlog af te wen-
a zoo dit althans nog mogelijk is en
jssolini niet blijft vasthouden aan het
lia fara da se: Italië gaat zijn eigen weg...
assolini heelt de beslissing in handen over
-log of vrede en erg gerust kunnen wij
3 daarom niet voelen, gezien diens Napo-
ms-allures en het verloop van zaken.
Sympathie voor de Grieksche zaak is er
el. De moord op de Italiaansche missie op
ieksch grondgebied is een lage lafhartige
ad, die niet scherp genoeg is af te keuren,
t daarvoor genoegdoening woCdt geëischt,
volkomen vanzelfsprekend. De eisch daar-
moest echter in de eerste plaats uitgaan
d den Gezantenraad, in wiens dienst de
issie direct stond; niet van Italië, dat in
q raad krachtig zijn stem had kunnen
ien gelden. Niettemin had Mussolini het
rste woord en zond de door de meeste lan-
n niet erkende Grieksche regeering niet
kend mede door de wijze, waarop zij de
Drige ministers had afgemaakt! -een ulti
matum, waarin als vaststaande werd aan-
nomea, wat wel waarschijnlijk is, doch
iet bewezen, n.l. dat Grieken de moorde-
aars zijn .geweest en zelfs, wat heelcmaal
in bloote bewering in het wilde weg is, n.l.
at de Grieksche regeering het complot had
i elkaar gezet; waarin bij voorbaat de dood-
baf werd geëischt voor de moordenaars
aar blijft dan het recht? waarin tevens
le Grieksche souvereiniteit werd aangetast.
Iiurlijk kon Griekenland dit ultimatum
aanvaarden, evenmin als Servië het
;enrijksche van 1914. Het kwam Italië
■er mogelijk tegemoet, doch weigerde,
raan niet was te voldoen voor iederen,
zelf respecleerenden staat. Italië deed
op niet als Oostenrijk, verklaarde geen
>g, maar volgde de les, door Poincaré
ie Roer gegeven: het bezette wat het
ieerde: Korfoe en de eilandjes, die teza-
de straat van Otranto beheerschen, dus
toegang tot de Adrialische zee, waarvan
5 zoo graajf een Italiaansche zee zou ma-
Niet om te houden, och neen, alleen
r als pressie, om Griekenland tot toege-
te dwingen, zooals het heette. Jt Was
smaal geen oorlogsdaad, die bezetting
vreemd gebied, dat moet men vooral niet
en. Ook het doodschieten van 16 kin-
n en 4- vrouwen (vluchtelingen uit Klein-
bij een kortstondig bombardemen^ van
eiland was heel „vriendschappelijk" be-
-iekenland bleef nu nog over, wat Ser-
n 1914 niet kon: een beroep op den Vol-
lond, om het dreigend conflict af te wen-
Het deed. dit beroep, hoewel dit niet
noodig geweest zou zijn, goed be-
uwd. Uit zich zelf had immers de Vol-
iond alles in het werlc moeten stellen,
ien oorlog te voorkomen. Daarmee heeft
oor de heele wereld dit conflict een zeer
èrslrekkende beteekenis gekregen.
Het is eenvoudig geworden voor den Vol-
eabond: to be or not to be. Wat toch is
et geval? Italië weigert beslist de kwestie
oor den Volkenb-md le doen behandelen
Is rakende Italië's eer. Liever trekt het
ich dan uit den Volkenbond terug.
Maar aan den anderen kant: dat de af-
lire behoort tot de competentie van den
olkenbond staat vast. Alleen een voorle-
Kaar het Engelsah, doorJJERTA RUCK.
(Nadruk verboden.)
HOOFDSTUK I.
De noodlottige entmosting-
Instappen, daarginds, instappen 1"
De oonducteur lu>d het fluitje al aan de
'ppen; met de groene vlag werd reeds
tewaaid.
.Achteruit 1 Achteruit! Pas op den trein,
^st u wat, juffrouw", zei de vaderlijke
witkiel, die mijn sjofel valiesje droeg.
•Haast u wat I Geen plaats in de derde 1
kunt u later wel van wagon verwisse-
en. Stap maar inl"
Terwijl de trein al in beweging was, liep
conducteur meo en hield het portier van
!en eerste-klasse-wagon open.
De tuimelde er haastig in. Mijn valies
*erd mij achterna geworpen.
De trein bewoog zich langzaam voort,
onmetelijk groote, sombere hol van het
-ustonstation uit.
i)Vaarwel 1 Schrijven hoor! Denk er aan,
'överd", riep een etem uit de menigte.
ergeet vooral niet ons t-e laten weten wat
"gebeurt met je, hoor 1"
Dit was niet voor mij bestemd. Ik had
®mand, die mij wegbracht, niemand, dié
lieverd" noemde. Ik had zelfs nie-<
dio er iets om gaf wat jAet mij
gebeurde met imij, bet hijgende meisje,
met een veel gedragen zwart serge pakje
aam; het meisje, dat met een benauwd ge
zichtje uit het raampje van den eerste-
klasse-wagon zat te kijken.
Het laatste witte flitsen van wuivende
zakdoeken was voorbij.
Wij waren vertrokken.
Voor mij geen goed begin.
Ik was gloeiend- warm, opgewondenik
voelde mij ellendig. Alles, van het ongeluk
met mijn wekker vanmorgen af aan, heb
fe-laat-komen van mijn taxi, alles scheen
tegen mij samen te spannenik scheen niet
rustig te mogen vertrekken. Mijn bad in het
Tehuis voor Werkende Jongcmcisjes te
Clultea was niet meer dan een plasje- Mijn
ontbijt, dat mij boven gebracht werd, was
ellendig en de koffie veel to warm om te
drinken en een ei, waar een luchtje aan
was. In mijn haast had ik mijn hoedepen
achtergelaten, ik wist niet waar ik^die
neergelegd had, en juist dio hoedepen, die
ik voor geen schatten wou missen; 'een
militair© knoop, mijn eenig souvenir van
Reggi Penmore. En dan had ik te veel
moeten betalen aan den koetsier, omdat ik
geen klein geld' genoeg bij mij bad 1
Daar zat ik nu in een eerste-klasse-wa-
gon met oen kaartje derde klasse heelcmaal
naar Wales! De tijd, toen ik eerste-klasse
reisde als iets heel gewoons, lag al zoo ver
achter mij, dat die kleinigheid zelfs mij
bezwaarde.
Ach kom! Zoodra 'de trein stil hield zou
ik in een derde overstappen. Dat deed er
nu eigenlijk niets toe.
„Ach 1 alle dingen doen er niets toe
dacht ik in een aanval van fataliteitsgeloof.
^Het leven"^ hoorde ik eens iemandjseg3
gen, „bestaat uit onverwachte gebeurtenis
sen."
Ja zeker; de dingen, die ik in mijn leven
ondervonden had, waren zeker heel onver
wacht geweest. En de onbeduidende kleine
dingen pok 1 Het zou mij niet kunnen sche
len, als er één heel groot onverwacht ding
gebeurd was. Maar eerst niet gaan stu-
deeren, doch op mijn oude school moeten
blijven als kweekeling, dan van school af
gaan en den heelen dag doorbrengen op
een kantoor en thuisbehooren in een Te
huis voor Werkende Jongemeisjes te Lon
den, daarna sohrijven op een advertentie,
waarin een kinderjuffrouw gevraagd werd
door den een of anderen vreemdeling in
een onuitspreekbaar gedeelte van Wales.
Het was alles een heel ander leven dun
ik mij had voorgesteld, toen ik jong was,
achttien en een half jaar, meen ik.
Nu ben ik drie en twintig. En het is best
mogelijk, dat ik nog veertig jaren voor mij
heb, nog somberder en neerslachtiger dan
deze zes jaar geweest zijnl Ik heb mij na
tuurlijk niet altijd zoo somber gevoeld.
Soms dacht ik, dat iemand zelfs op zijn
drie en twintigste jaar nog wel eens iets
opwekkends ondervinden kan.
O, mijn grillig gesternte 1 Heb Ik geen
gelijk gehad? Opwekkend? Dat zal wnar
zijnmaar laat ik beginnen ïnet deze trein
reis, want dat ia de aanvang van alles ge-1
weest.
Toen de trein de Noorder voorsteden van
Londen voorbij was, begon ik wat kalmer
en bedaarder te worden. In ieder geval,
hier zat ik. Het was mij dan toch gelukt
den trein te halen. Mijn bagage was ge
makkelijk te tellen: niets anders dan het
valies, dat de kruier mij achterna jjewor-
Ook de politiek springt van dag op dag,
ondanks het feit, dat hier een krachtige,
doelbewuste Hongaarsche minister-presi
dent, die behalve in geheel beschaafd Euro
pa ook buiten het vasteland bekend is, de
teugels in handen heeft. Doch tevergeefs
h^eft hij een vast-omlijnd regeeringspro-
gramma opgesteld of een bepaald doel op
het oog, hij is gedwoügen van dag tot dag
te regeeren. Hij moet de verschillende ele
menten in zijn regeering tevreden stellen.
Nu de liberalen, dan de anti-Semieten, of
de landbouwerspartij, of de handelsverte
genwoordigers. Thans gelukte het hem zich
van den anti-Semielischen ballast te bevrij
den, die zich niet anti-Semieten noemen,
hoewel zij het inderdaad zijn, doch zich
den naam van „ras-beschermers" geven.
Tot nu toe gedroegen zij zich steeds als een
tweede regeering; en met veel handigheid
op een slechts onbeteekenend partij-frag
ment steunende, trachtten zij de geheele
binnen- en buitenlandsche politiek van Hon
garije onde? hun invloed te bréngen. „Ras-
beschermers", deze naam moest beteeke-
nen, dat zij opkomen voor het zuivere Hon
gaarsche ras^zooals dat sinds den lijd van
Arpad, den eersten Hongaarschen vorst, on
vermengd met vreemd bloed bestaat. Doch
in weinige dagen tijds heeft ook deze ras
sen-theorie schipbreuk geleden. Want ook
de z.g. ras-beschermers waren voor het
meerendcel afstammelingen van Germaan-
sche en Slavische kruisingen, of zelfs van
geheel buitenlandsche afkomst, die zich hier
gevestigd hebben en thans met politieke be
doelingen op de suprematie van het zuiver-
Hongaarsche ras zwoeren. Maar zooals al
les van dag tot dag verandert volgens de
conjunctuur der politiek heeft ook deze
theorie geen toekomst.
Wie uit rustiger landen komt kan zich
moeilijk indenken, wat zoo'n leven van dag
tot dag voor inspanning der zenuwen
eischt. Nauwelijks zijn in kantoren en fa
brieken de salarissen in overeenstemming
met den levensstandaard gebracht, of een
nieuwe stortvloed van duurte maakt een
nieuwe regeling noodzakelijk/ Dergelijke
problemen nemen tevens een belangrijk
deel van den arbeidstijd in beslag. En waar
gaat het dan nog om, wanneer men in Hol-
landsche valuta rekent? Loonsverhoogin-
gen van 30 of 40.000 Kronen per maand,
dus ongeveer 3 Ilollandsche guldens 1 Hoe
luttel bedrag, en hoe onoverkomelijke moei
lijkheden. Ten minste onoverkomelijk van
dag tot dag. Zoo snel als de prijzen stijgen
en het leven duurder wordt, kunnen de
economische verhoudingen zich niet aan
passen, en eerst na eemgen tijd zijn loonen
en inkomsten weer op het noodige hoogere
niveau gebracht. Als het dan maar zoo
bleef, zooals dit in Oostenrijk het geval is,
waar ondanks den zéér lagen stand der
Kroon, men sinds ongeveer een jaar met
deze als met een vas'te factor rekenen kan.
Geen grooter beletsel voor ontwikkeling dan
onzekerheid. En dat is op het oogenblik het
eenigste wat voortduurt in Hongarije: on
zekerheid van dag lot dagl
(Nadruk verboden.)"
Een en ander over de werkwijze der
Staten-Generaal.
II.
Voor de algemeene werkzaamheden van
het Parlement, de uitvoering van de wet
gevende macht, heeft de Tweede Kamer de
leiding. Bij haar worden de wetsontwerpen
en de initiatief-voorstellen aanhangig ge
maakt behalve de Staatsbegrooting, die
dadelijk na de opening der zitting namens
de Koningin wordt aangeboden, worden alle
van de Regeering uitgaande wetsontwerpen
met een Koninklijken Boodschap ingediend.
Die Koninklijke Boodschap is, behoudens de
aanduiding van de bedoeling van het wets
ontwerp, aan een vast formulier gebonden.
De leden der Tweede Kamer hebben het
recht van initiatief, d.i. zij mogen zelf wets
voorstellen in overweging geven, maar voor
een 5-tal gevallen is het initiatief uitslui
tend de Koningin voorbehouden verande
ring in de erfopvolging benoeming van een
troonopvolger instellen van ridderorden
ontwerpen der begrootingswetlen het on
der de wapenen houden van dienstplichti-
pen had. En totdat ik overstapt© kon ik
ten minste genieten van het gemak on de
afzondering van een leegen eerste-klasse-
wagon.
Leeg? Neen. Toen ik opkeek naar het
net, zag ik, dat er al bagage in lageen
valies van varkensleer, heel nieuw en heel
netjes met gouden initialen „V. V." Er
lag ook nog een paraplu in met een groo-
ten, heel natuurlijken kop van een pape
gaai, smaragdgroen met roode oogen van
juweel en.
De reizigster, eigenares van die zaakjes,
was zonder twijfel rijk. Voor haar sprak
het zeker vanzelf eerste klasse te reizen.
Ik zat mij allerlei voorstellingen to ma
ken van mijn medereizigster op grond van
die bagage alleen. Was zij een vtouw van
de wereld? Was zij mooi of elegant en
netjes gek'eed door een kamenier, die mis
schien ook in den trein zat, maar dan in
de derde? Was zij jong?
En toen kwam er een schaduw voor het
lieht uit do zijgang. Er verscheen een ge
daante voor het portier. Kom binnen, me
dereizigster 1
Ik waagde een blik naar haar op to
slaan, toen zij in het hoekje tegenover mi]
ging zitten. Zij was, wat ik dadelijk niet
zonder genoegen voor mijzelf uitmaakte:
„een Visioen, een Verschijning !"-
Maar laat ik beginnen met hetgeen mij
het eerst in het Oog viel: de laarzen van
het Visioen. Het waren buitengewoon hooj
ge, glimmende, verlakte laarzen, op zij ge
regen met witte veters en witte vetergaafc-
jes, met twee groote, coquette, vuurroode
kwasten aan de punt.
Boven de laarzen een rand eekhorentjeö-
bont. En boven den bonten kraag van den
gen, die wegens buitengewone omstandig
heden onder de wapenen zijn geroepen.
Het voor-onderzoek vJb ingediende wets
ontwerpen kan op verschillende wijzen ge
schieden. De meest gebruikelijke weg is
verzending naar de afdeelingen. Daar wordt
het ontwerp onderzochtelke afdeeling be
noemt een rapporteur, die de punten aan-
teekent. waarover gesproken is. De vijf rap
porteurs (Commissie van Rapporteurs) stel
len de punten vast, waaromtrent opmerkin
gen aan de Regeering zullen worden ge
maakt en een der griffiers stelt naar aanlei
ding daarvan een voorloopig verslag op,
dat aan den Minister wordt aangeboden en
waarop deze anlwoordt dat een Memorie
van Antwoord, soms vergezeld van een
Nota van Wijzigingen Daarna volgt meest
al een verklaring van de Commissie van
Rapporteurs, dat h i. de openbare behande
ling van het wetsontwerp voldoende is
voorbereid. Een enkele maal is nog nader
overleg noodig.
Een tweede wijze van behandeling is
deze, dat de Voorzitter een Pijzondere com
missie van vijf leden benoemt, die in de
plaats komt van de Commissie van Rappor
teurs, maar afdeelings onderzoek heeft dan
niet plaats, omdat deze wijze van behande
len alleen wordt toegepast bij wetsvoorstel
len van technischen aar£ De leden der
Kamer kunnen hun opmeikingen schrifte
lijk meedeelen aan de Commissie en die dat
doen mogen in de Commissievergaderingen
ook aan de beraadslagingen over het door
hen behandelde punt deelnemen.
Weer anders gaat het bij sommige zeer
belangrijke wetsontwerpen. Dan wordt een
Commissie van Voorbereiding ingesteld. De
Voorzitter der Kamer wijs(:vijf leden en vijf
plaatsvervangers aan, die tot de meest des
kundigen behooren omtrent de zaak, waar
over het wetsontwerp gaat, en deze Com
missie stelt een leiddraad op voor het af-
deelingsonderzoek, om daarin meer eenheid
te brengen. Ook zullen de minder ingewij
den in de zaak daardoor wat inzicht krij
gen. Of door de Kamer óf door den Voorzit
ter kunnen bijzitters worden aangewezen,
die de commissie-vergaderingen bijwonen.
Ook kan een wetsontwerp verzonden wor
den aan een vaste commissie, die dan alle
wetsontwerpen ontvangt en voorloopig be
oordeelt, 'die dezelfde zaak betreffen. Maar
zoo iets is, naar wij meenen, nog nooit
voorgekomen in ons land.
Ten slotte is sedert eenige jaren een bij
zondere wijze van onderzoek der begro
tingswetten ingevoerd. De Voorzitter wijst
zestig leden aan, verdeeld in 12 groepen van
vijf, dus voor elke begrooling een commissie
van vijf leden.
Na toepassing van een van deze wijzen
van onderzoek, komt het wetsvoorstel in
openbare behandeling, in den regel ten min
ste vijf dagen na de ronddeeling van het
verslag.
Geen lid mag zonder verlof der Kamer
meer dan tweemaal het woord voeren over
heizelfde onderwérp.
Zijn er in den loop der discussie belang
rijke veranderingen in het wetsontwerp aan
gebracht, dan wordt niet dadelijk na afloop
der behandeling tot stemming overgegaan,
maar wordt do eindstemming uitgesteld.
Door het aannemen van amendementen kan
hier en daar de tekst rammelen en ook Is
het mogelijk, dat hier en daar redactie-wij
zigingen noodig zijn, vóórdat de wet, door
de Eerste Kamer onveranderd aangenomen
en door de Koningin bekrachtigd, in het
„Staatsblad" wordt opgenomen, als laatste
bedrijf van de voorbereiding der uilvoering.
Die plaatsing in het „Staatsblad" is de af
kondiging en, wanneer niet in de wet zelf
omtrent het in-werking-treden een bepaling
is opgenomen, wordt de wet 20 dagen na
de opneming in het „Staatsblad" verbindend
Wij spraken zooeven over wijzigingen
door amendementen. Van dit recht van
amendement, dat de Eerste Kamer niet
heeft, maar vurig verlangt, wordt een druk
gebruik gemaakt. De amendementen nemen
veel tijd en zijn soms ware verrassingen,
waarvan de beteekenis soms,jiietr maar da
delijk ten volle wordt overzien. Daarom is
al bepaald, dat bij de me^s wijzen vaa
voor-onderzoek amendement^ kunnen wor
den ingediend bij de voorbereidende com
missie, die zé dan kalm kan bestudeeren. En
bij de gewone behandeling moet een amen-
mantel aanschouw do ik een zacht, rood,
fiink gezichtje. En dan weer boven het ge
zicht. oen donker rosaebtigen gloed van met
henna geverfd haar en daar boven op stond:
een klein toquetje, dat samengesteld scheen
tc zijn uit kolossale, roode viooltjes. Ont
zettend groot en met juweelen knoppen
v/aren de boedespelden, die daarin 6taken
- ontzettend gTOot de amethisten, die aan
d-i ooien van dat meisje bengelden. Zij
droeg p.iarJen om haar dikken ha)s en al
lerlei braceletten om haar armen. Deze
kletterden en klonken tegen elkaar, toen
'de Verschijning opstond, waggelend op kaar
hooge Eransche hakken en oen weinig
zwaaiende, toen de trein slingerde en zij
ontdeed zich van haar bonten mantel en
legde hem in het net naast het valies en
de paraplu met den papegaaienkoop.
Wio zou niet naar haar moeten kijken?
Onder haar mantel, die gevoerd was mee
geel satijn, droeg de Verschijning een pur
perkleurig kostuum met een nauwsluitend,
imp ertinsnt, laag uitgesneden lijfje eiT een
rok zoo kort als het rokje, dat de Berg-
sohotten dragener kwam zeker 2V6 c.M
te voorschijn van een lila kous boven de
tooneellaarjes, waarvan ik gesproken bcb.
Een groote bouquot kunstviooltjes, in haar
ceintuur gestoken, verspreiden een ster
ken geur, niet van viooltjes, maar vaa
Ploud-Nana, Wanneer de Verschijning zich
met nogal drukte bewoog. Zij wikkelde
zich in een punt van haav bonten mantel
bekeek zichzelf met kritiscben blik in. het
smalle spiegeltje, dat tusschen twee pho^
tografieen hing.
ÏWordt vervolgd.)^