VCDR DEJEUGD 1EIDSCH DAGBIAD nI'rj»riihKlrimlli»iiiiisilj Zaterdag 8 September. Anno <923 Beppie's BesSuit. lO* wO» l door G. H. „Dag Annie! Dag Jan! Dag Doms Dag lemaal!" ,Dag juffrouw! Dag juffrouw!" klonk het an alle kanten. De trein zette zich in beweging en een lidruchtig troepje van twee-en-dertig jon- ?ns en meisjes wuifde met zakdoeken de chterblijvende dames toe, die op het perron an een dorpje op de Veluwe stonden. Een nkele echter wuifde niet mee; het waren •oote jongens, die wisten, dat ze nooit meer aar de vacantiekolonie zouden gaan. Ze aren boven den leeftijd, dit jaar was het nherroepelijk voor het laatst geweest. Zij even achteraf staan en deden pogingen zich flink te houden. Toen het perron uit het gezicht was, gin- n allen zitten en babbelden zij druk met dames, die hen naar huis brachten. Ze rtelden, wie ze hoopten, dat hen van het tion zouden halen, vroegen, of de juf- ouw dacht, dat het kleine broertje of zu9je n na vier weken nog herkennen zou. In een hoekje zat Beppie Binkhorst, een isje van fien jaar, nog na te soezen over het heerlijke der laatste weken, 't Was J>1 heel prettig Vader en Moeder en de eintjes weer terug te zien, maar hoe heer- ik die vier weken voor het arme kind uit steegje geweest waren, zou niemand ïuis kunnen begrijpen. Vader Binkhorst was metselaar en had oms weken aan een stuk geen werk; juist den winter, als 't erg koud was, verdiende ij meestal niefs. Moeder probeerde er wel iet wasschen wat bij te verdienen, maar eel tijd had ze daar niet voor met haar vijf leuters, waarvan Beppie de oudste was. Beppie had geen onbezorgde jeugd, want s oudste begreep zij al heel gauw, hoe Va- en Moeder moesten tobben om rond te omen. Dubbel had het kind genoten in de lerlijke natuur, onbezorgd had ze met de aderen gespeeld, heerlijk gegeten en ge- apen. In één woord: als zij er aan terug icht, leek al dat heerlijke haar een droom. had frissche, roode wangen gekregen en as eventjes acht pond aangekomen. Het eine bleekneusje, dat den vorigen winter )o ziek was geweest, was een heel ander nd geworden. De kinderen babbelden zóó druk, dat zij, óór zij er op verdacht waren, al op hun estemming aankwamen. Dat was een reugde, het weerzien van Vader of Moeder de andere familieleden! Op het Stations- lein verspreidden zij zich weldra naar alle uiten. Er viel natuurlijk heel wat te vertellen, eppie Binkhorst werd door Moeder en de free kleinsten gehaald. Vader had werk, ■i Moeder. Gelukkig! Beppie raakte niet uitgepraat; ze had dan zoo heel veel beleefd in die vier weken ze vertelde alles. Alles? Neen, er was •ts, dat ze maar vóór zich hield, ze wilde ceder geen verdriet doen. Weet je, wat ze erzweeg? Dat zij vooral 's Zondags 'el eens bedroefd was geweest, omdat haar irk zooveel leelijker was dan die der meeste anderen. Sommfgen hadden zelfs en nieuwe jurk en die van haar was al rie jaar oud. Maar de juffrouw had gezegd, dat zij er zoo netjes uitzag en dat deed ze! Daarvoor had moesje wel gezorgd. Daar waren ze al bij hun huisje. Wat waren de bloemen vóór het raam in haar afwezigheid mooi gaan bloeien! En toen Vader en de anderen thuiskwa men, begon Beppie opnieuw te vertellen. Toen zij 's avonds naar bed ging. vroeg Vader: „Zou je wel weer terug willen, Beppie?" En zij antwoordde: „Nee Vader, nou blijf ik bij jullie alle maal thuis!" Weken en maanden waren voorbijgegaan, 't Was najaar geweest en winter geworden en Vader had dit jaar langer werk gehad dan gewoonlijk. Beppie had haar dikke wangen wel weer verloren, maar toch was zij sterker dan andere winters. Maar nu was Toos, die op haar volgde en acht jaar was. weer een groot gedeelte van den winter hard ziek geweest. Toen 't voorjaar werd, kwam dezelfde dame van verleden jaar weer bij Moeder om over de vacantie-kolonie te spreken. Moeder vërtelde, dat het Beppie zooveel goed nad gedaan en dat Toos het ook wel ijoodig zou hebben. „Nu," zei de juffro.uw, „we zullen ze al lebei door den dokier laten keuren en zijn oordeel afwachten, 't Zou kunnen, dat zij 't beiden nog noodig hadden, maar do zwak ste heeft de meeste kans natuurlijk." Toen de kinderen thuiskwamen, vertelde Moeder, wie er geweest was. „O, heerlijk-" riep Beppie uit, „Wat zou dat 'n feest zijn, als we samen gingen!" Hoera!" „■Ja. ja. maar"reken er vooral niet te vast op, juffertje, want of jij: 't nu nog wel noodig hebt, weet ik niet zoo zeker. Do dokter zal 't uitmaken", antwoordde Moeder. „O Moeder, ik hoop maar, dat wc samen mogen gaan. Dan zou 't nog heerlijker zijn dan verleden jaar." Toen Beppie en Toos dien avond in hun bed, dat in een hoekje van den zolder stond, lagen, konden zij den slaap riiaar niet vat ten. Beppie vertelde honderd-uit, haalde al lerlei oude herinneringen met nieuwe frischheid op. Ze vertelde van het lekkere eten, hoe ieder daar een bed had, heelemaal voor zich alleen thuis sliepen ze samen in een niet al te breed bed van de prach tige natuur, de heerlijke wandelingen, waar bij het wet eens een enkelen keer gebeurde, dat een troepje een eind op een boerenkar mocht meerijden, van de beek en van het groote feest, toen de directrice jarig was, enz. eriz. Beppie babbelde maar door en Toos luisterde met gespannen aandacht. Zou al dat heerlijks ook voor haar zijn xVeggelegd? Als 't eens gebeurde Eindelijk dommelde Toos in en Beppie, moe van al 't vertellen, werd ook' slaperig, dacht nu nog aan al de pret enMdfeder had haar juist een nieuwe jurk beloofd, een blauwewat zou ze mooi zijnnu zouden de andere kinderen niet meer op haar Zondagsche jurk neerzienals ze ging; heerlijk! Ook bij Beppie kwam nu het Zandman netje zand in de oogjes strooien en weldra droomde zij van al de prèt. Een paar weken later ging Moeder Bink horst met Beppie en Toos naar de keuring. In de groote wachtkamer was het een pret en een opjvinding van belang. „Zeg Jan, weet je nog die lange wande ling naar de .beek, toen we bijoa verdwaald waren?" „Zouden wé weer zulke mooie handwerk jes mogen maken en die mee naar huis mo gen nemen?" „Zou ons fort nog niet ingestort zijn?" Deze en dergelijke vragen hield het troepje bezig, terwijl de zuster de kinderen één voor één weghaalde om bij den dokter te komen: Telkens als Beppie na dezen dag uit school kwam, vroeg zij: „Moeder, is "de juffrouw er al geweest?" Moeder begreep wel, welke juffrouw zij bedoelde. Op zekeren dag was de juffrouw' werke lijk geweest. Het speet haar heel erg, dat Beppie niet kon gaan. maar om de reden was zij blij, want de dokter had haar zóó flink gevonden, dat nu zwakkere kinderen voorgingen. Tot die zwakkeren behoorde ootè Toos. Toen de meisjes samen thuiskwamen met Kobus en Jantje, twee aardige bruinoogen van zeven en zes jaar, vertelde Moeder hun, wat de juffrouw gezegd had. Het was wèl een teleurstelling voor Bep pie-, zij lmd er zóó op gehoopt Vooral nu ze wist, hoe heerlijk het was, speet net haar zoo. Toos zou dus alleen gaangelukkige Toos! Erkwamen tranen in haar oogen, maar als een dapper vrouwtje hield zij zich flink. Gemakkelijk was dit zeker niet, want tel kens schoot haar-weer iets te binnen, waar om het nog meer jammer was. En dan de nieuwe jurk!.... Die kreeg ze toch. had Moeder gezegd, en dit troostte haar wel een beetje; ze had dan toch een gelukje dezen zomer en zou wat netjes zijn, als zij 's Zon dags met Vader en Moeder en de kleintjes ging wandelen. Dien geheelen avond had ze zoo'n vreemd gevoel over zich: teleurgesteld over haar niet-meegaan en blij, dat ze de jurk tóch kreeg. En dan weer een stemmetje, heel zacht .maar eiken keer, als zij 't hoorde, klonk het luider: „Toe, vraag Moeder, of Toos de nieuwe jurk mag hebben. Ze zal 't zoo heerlijk vin den en 's Zondags niet zoo bedroefd zijn als jij verleden jaar." „Ja, maar ik dan? Ik mag toch ook wel wat hebben?" „Toos zal er zoo heel blij mee zijn en zich' in haar oude zoo ongelukkig voelen bij al die andere meisjes, terwijl jij toch alleen maar met Vader en Moeder én de kleintjes uitgaat." Beppie peinsde maar steeds door. Vader en Moeder vonden haar stil, maar schreven dit aan de teleurstelling toe. 't Was oók heel 'jammer voor hun oudste, maar toch waren zij dankbaar, dat hun kind zooveel sterker geworden was. Toen Moeder 's avonds de kinderen kwam toedekken, voelde zij twee. armen om'haar hals slaan en hoorde zij Beppie's stemmetje in haar oor fluisteren: „Moeder, geeft tj Toos de nieuwe jurk maar, Zij heeft er nu meer aan 'dan ik." 1 >v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 13