Monigts Puddingen
No. 19473.
LEIDSCH DAGBLAD, Dondercfag 3D Augustus.
Derde Blad. Anno 1923,
Het Land der duizend Meren.
GEMENGD NIEUWS.
INGEZONDEN.
RECHTZAKEN.
t
Reisbrieven uit Finland*
IX.
JI a 15 i n g f o r
Terug in. Helsingfors;' dat bet eek ent, dat
mij ei reis ten einde loopt.- De $,Ariadnemf
<Je „witte koningin der Oostzee", zooals
ze in Finland den mooien stoomer bij voor
keur plegen te noemen, ligt reeds aan de
kade om ons morgen op te nemen voor dé
terugreis en het ,,partir, o'est mourir un
pen" moduleert al zachtkens-klagend door
mijn gedachten. Den laatst en avond pp
Finschen bodem brengen wij door op Klip-
pau, het vlak vóór de haven van Helsing-
fors, op een rots in zee uïtgebcnwde restau
rant. Met een kteino motorboot hebben wij
er ons heen laten brengen en nu zitten wii
hier en turen over zeeen als wij moe wor
den van het staren over de wijde vlakte van
sidderende zilverheid, wenden wij het hoofd
om en daar ligt dan Helsingfors, stad van
blanke huizen en groene parken tegen de
rotsglooiingen opgebouwd en boven 'fc groen
'der parken rijzen de daken en boven de da
ken rijst, hoog en rond, de forsche koepel
van do Nikolaï-Kirche, strak tegen 't ver
tolkte Kcht van een droom-stillen zomer
avond
„Het Land der Duizend Meren"Ja,
naar de meren gaan telkens, in den wee
moed van het naderend afscheid, mijn ge
dachten terug. Zij hebben iets obsedeerends
jets dat dwingt aan hen terug te denken
inet een stil verlangen, met een vaag en
droefgeestig heimwee en in hun verklaarde
schoonheid en romantische rust doen ze me
denken aan een sprookje uit oude tijden
das mir ja nicht aus dem Sinn will! Die
wondere vergezichten, de donkere amlijs-
ting der bosschen rond den klaren spiegel
van het ten hemel openliggende meer, die
prachtige eenzaamheden men voélt er
zich een ander .mensch. worden, kléin, arm--
zalig, van God-en-de-menschen-verlaten en
tóch, terzelfder tijd, zoo ruim en groot en
allesomvattend, een brokje vereindigde on
eindigheid en zoo één en zoo vertrouwd
met de natuur, dat men het den Engelschen
•dichter na zou willen fluisteren:
„We seemed such friends that moment
Such brothers God and I".
En toch, terwijl ik hier zit op Klippen
'en ik mijn gedachten net even aandachtig
geconcentreerd heb op een voorbijvarend
vrachtschip, dat bij het vallen van den
avond zee kiest, toch moet ik ook nog uit
knderer hoofde aan de Finsche meren den
ken. Wamt die meren en bcsschen en rot
sen, daar diep in het binnenland, tot héél
hoog zelfs in het noorden, zij liggen daar
niet alleen als een gemakkelijke buit voor
bewonderende touristenoogen, als een mooi,
mysterieus verhaal, dat geen ander bestaana
'deel heeft dan om aandachtig-Iuisterende
menschen een ran clicpo rrcagdc
en blank geluk te geven neen, diezelfde
drie factoren, waaruit zoo heel eenvoudig
het wonder van Finland's natuurschoon is
opgebouwd: boech, meer en rots, zij zijn
levens, op even eenvoudige wijze de diepe
bronnen ran Finland's volkswelvaart. Mó
gen zij den vreemdeling alleen maar eén
kortstondig, als een droom voorbijglijdend
natuurgenot verschaffen, aan de eigen be
volking verschaffen zij werk en brood. De
rotsen leveren het graniet, waaruit de wo
ningen worden gebouwd daar waar meer
dere welvaart den houtbouw gaat vervan
gen; het water der meren en rivieren dient
.voor het transport, honderden kilometers
lang, der zware boomstammen en vooral
voor het opwekken van de electrische drijf
kracht voor industrieele doeleinden; en de
bosschen leveren haast onuitputtelijk
de grondstof voor de twee gewichtigste tak
ken van Finsche nijverheid: de hout-indus
trie en de papier-fabricage, terwijl het hout,
de groote vriend der Finnen van de oudste
tijden af zingt in KivFs „Sieben Bröder"
fcen der broeders, Tinfo, al niet:
„An der Mutterbrust der Tanno
(Wohnt es tra ut und wohlgeborgen"!
zelfs nog tegenwoordig, gewichtige Idien-
gten bewijst als brandstof,, zoowel voor de
verwarming der huizen en hutten tijdens
de lange, koude winters als voor het stoken
yan locomotieven.
Ik zon de Finsche meren in zekeren zin
'onrecht aandoen, indien ik in deze reis
brieven ook niet iets vertelde van den prao-
tischen kant van hun bestaan en ik zou zeer
zeker van het Finsche boschbezit een ge
heel verkeerden indruk wekken, indien ik
mrjn lezers in Holland in den waan zou la
ten, dat die bosschen slechts dienst deden
als décor van natuurschoon. Men zou ten
slotte den indruk krijgen, dat het Fihsche
volk een natie van peiuzende droomers ware
instee van een volk, dat gezond ia en schept
len volbrengt. En nu heb ik als tourist wel
niet veel gezien van de Finsche industrie,
maar ik wil toch trachten, aan de hand
,van hetgeen ik gezien heb, een vluchtig
zoeklicht te laten spelen op Finland als
industrieland.
Oorspronkelijk was Finland een land van
landbouwers jagers, visschers, houtvlot
ters en zeelieden. De Finnen zijn evenals de
Hollandersamphibieën; voor de helft leven
zij op het land, voor de helft op het water;
ivoor de Finnen geldt dit zelfs nog meer dan
voor ons Hollanders, want niet alleen zijn
de kustbewoners bevaren zeelieden, maar
de aanwezigheid der groote merengebieden
is oorzaak, dat ook de plattelandsbevolkmg
diep in het binnenland het water als haar
tweede element beschouwt. Jagen en vis-
schen zit trouwens nog heden ten dage el-
ken Fin in het bloed.
In 1865 vond 79.4 pet. der bevolking
haar bestaan in den landbouw en slechts
'4.9 pet. was werkzaam in de industrie, ter-
1.6 pet. zich mei handeldrijven bezig
hield. In 1910 was het percentage landbou
wers tot 66 2 pet. teruggeloopen, de percen
tages voor industrie en handel stegen tot
rcsp. 12.1 pet. en 48 pet. In 19-19 bestonden
iu totaal 2.257 industrieën, waarin
92.000 arbeiders werkzaam waren. De in
dustrieele productie had een totaalwaarde
Tan 2l/a milliard Finsche marken.
Langer dan in andere landen is de nijver
heid in Finland, dat bijna geen steenkolen
en ijzererts bezat, beperkt gebleven tot
handen- en huisarbeid. Wat door de oude
Finsche bevolking gepresteerd is geworden
op het gebied der textiel droeg een eigen
cachet en thans nog wordt zoowel van staats
wege als door het particulier initiatief aan.
dezen tak van. kunstnijverheid groote zorg
besteed. Eerst in de laatste vijftig jaren
kon er in Finland sprake zijn van een eenigs-
zina belangrijke industrie, welke zich echter
technisch en commercieel zoo snel heeft we
ten te ontwikkelen, dat zij op meer dan één
gebied bezig is zich een wereldmarkt te
veroveren. De turbine mefc de stoomma
chine ontsloot voor Finland den indus-
trieelen opbloei.
Een van de oudste Finsche industrieën
is de leer-productie, reeds in de 16e eeuw
voerde Finland teer uit en in de 17e eeuw
was het voor Finland het belangrijkste ex-
port-artikeL De teer is ook de historische
trait d'union tusschen Finland en Holland,
want als men de oude koopmansboeken van
onze 17e eeuwsche scheepsbouwers naslaat,
moet men daarin voor belangrijke bedragen
Finscb. teer aantreffen, ten behoeve van
het waterdicht-houden van de destijds uit
sluitend houten schepen. Deze Finsche hout-
teer werd vroeger door de boeren in groote
mijten gebrand, een zeer primitief hand
werk en ruïneus voor de bosschen, daar de
Finsche teerproductie iu de 17e eeuw jaar
lijks 60.000 k 70.000 vaten bedroeg en voor
één vat teer zoowat 15 flinke boomstammen
noodig waren. Toen de schepen in plaats
van uit hout uit ijzer en staal vervaardigd
werden, nam de teer-export aanzienlijk af,
een vermindering, welke bovendien in de
hand gewerkt werd door de Zweedsche con
currentie en de opkomst van de steenkool-
teer, zoodat als export-artikel teer op de
Finsche handelsbalans nog slechts 'een on
dergeschikte plaats inneemt. De productie
zelf echter is grooteudeels gemoderniseerd
en thans worden de stobben van oude pijn-
boomea hoe meer kernhout de stobben
bevatten, des te hooger rendement aan teer
door dynamiet gerooid en met vracht
auto's naar de distilleerderijen gebracht,
waar behalve teer ook terpentijn bereid
wordt. De terpentijnproductie is in de laat
ste jaren in Finland belangrijk toegenomen,
dank zij de moderne techniek, welke inzon
derheid zich toelegt op verbetering van de
qualiteit van het product. Welk een rol
de Finsche bosschen bij deze „dry distilling
industry" spelen, moge uit een enkel cijfer
blijkenbehalve voor de teer, die nog op
de ouderwetsche manier door de boeren ge
wonnen wordt, zijn jaarlijks voor de machi
nale teer-prodiicfcie 120.000 kub. M. boom
stronken noodig 1
Op zeer bijzondere wijze worden Je va
ten teer van do veelal Jiep in het binnen-
laud gelegen branderijen naar de kusi ge
voerd. Het transport gaat zooals bijna
elk goederen-transport in Finland te wa
ter; in bepaaldelijk voor dit doel gebouwde
,;teer"-booten, waarvan ik een model ge
zien heb in het openlucht-museum op het
eilandje Föhsö. Het zijn smalle open schui
ten van 1217 meter lang en niet veel
meer dan één meter breed, waarvan de zij
wanden van planken uit één stuk vervaar
digd zijn en die door één man ook dik
wijls een vrouw bestuurd en door twee
man geroeid worden. Sommige van deze
booten deden vroeger dienst als passagiers
scheepjes, want één van de voornaamste
helaas niet door mij gesmaakte genie
tingen van een reis door Finland zijn de
stroomversnellingen van de Ulea, een rivier
die een van de noordelijkst gelegen meren-
stelsels met de Bothnische golf verbindt.
De teerbooten worden met 20 a 25 Yaten
volgeladen, zoodat de zijkanten van de boot
in het midden nog maar een paar centi
meter boven het water uitsteken. Aan
weerszijden worden dan planken wanden
van circa een meter hoogte aan de boot
aangebracht en zoo belast en beladen wordt
de boot losgelaten op de wilde stroomver
snellingen der. tusschen zware rotswanden
e-n óver rolskoppen héén bruisende rivier.
Met bewonderenswaardige stuurmanschap
weet de bootvoerder, door een enkele, maar
op het juiste oogenblik toegepaste, wending
de boot tusschen de rotsen door over de
woeste, soms waterval-achlige stoomdriften
te voeren, die elkander er zijn er, meen
ik, vijf en dertig met ongelijke interval
len opvolgen. De gevaarlijkste is die van de
Pyhakoski, die over een afstand van. 9. K.M.
één bruisende en schuimende watervlakte
is, waaromheen de boot met een vaart van.
60 K.M. in het uur voorlgeslingerd wordt.
Van deze stroomversnelling heeft een
Fransch toerist getuigd: „L'homme qui
peut sans jun tressaillement descendre le
Pyhakoski, celui-li est trempé toutes les
épreuves et toutes les batailles de la vie"
en het verhaal gaat, dat toen tsaar Alexan
der I in 1819 Finland bezocht, hij ook den
befaamden tocht over de Ulea-stroomver
snellingen wilde doen. Nauwelijks op weg
barstte een grimmig onweer los en de tsaar,
die den stuurman verbteeken zag, vroeg
hem of bij bang was. „Ik ben alleen bang
voor den keizer", antwoordde de piloot,
waarop Alexander hem zou hebben toege
voegd: „Denk dan maar, dat je den keizer
niet aan boord hebt". De vaten leer worden
op deze, voor Finland wel zeer eigenaar
dige wijze naar de havenplaats Uleaborg
gevoerd, afstanden soms van 200 A 250
K.M. die in 2 i 3 weken worden afgelegd.
Wel een bewijs, dat de oude Finsche bevol
king niet op gemakkelijke wijze het karige
brood des levens moest verdienen. Rune-
berg, de in het Zweedsch dichtende lieve
lingsdichter der Finnen, heeft in een enkele
strofe, den harden levensstrijd van het Fin
sche volk zoo juist getypeerd in deze een
voudige woorden:
..Kampf an eines Grabes Rand,
Schwerer Seegang fern vom Strand,
Irren, Strefcen ohne Ruh,
.01 mein Leben, das bist dul"
Doch keeren wij van de FinscHe poëzie
terug tot de Finsche industrie!
De graniet-industrie is in Finland nog in
het begin-stadium barer ontwikkeling.. Er.
is graniet genoeg en heel Europa heeft al
graniet uit Finland weggehaald voor den
bouw van kerken, paleizen, warenhuizen,
woningen en monumenten. Uit Finsch gra
niet bouwde Peter de Groote St. Petersburg
voor Finland is deze Tsaar der Moscovi-
ten een afschuwelijke tiran geweest, dis
niet alleen in den „tijd van den grooten
haat" het land te vuur en te zwaard ver
woestte, maar die duizenden grijsaards,
vrouwen en kinderen uit het vrije Finland
onder stok- en zweepslagen dwong zwaren
grondarbeid te verrichten voor de stichting
van zijn nieuwe hoofdstad. Gok de granie
ten zerk, die Napoleon's tombé dekt in den
Dome des Invalides te Parijs, is uit Fin
land afkomstig. Wat den export van gra
niet betreft, staat Finland in de eerste rij,
maar een bepaalde graniet-iitduslrie, zooals
Zweden, Noorwegen en Schotland die heeft
is in Finland nog niet tot een* eenigszins
belangrijke ontwikkeling, kunnen komen,
niettegenstaande in dit land, waar de
stroomversnellingen op de meest voordee-
lige wijze de „witte steenkool" leveren, on
getwijfeld uitnemende bestaansvoorwaar
den voor een bloeiende graniet-industrie
aanwezig zijn. Thans doet zich echter nog
het merkwaardige geval voor, dat Schot
land bijv. ruw graniet uit Finland impor
teert en het onder den naam van „Schotsch
graniet" „Red Balmoral" en „Grey Bal
moral" bewerkt weder uitvoert. Maar de
Finnen zijn wakker geworden in den
laalsten tijd is reeds een export van gepo
lijst graniet begonnen en de voorteeke
nen zijn gunstig, dat de Finsche graniet-
industrie zich langs lijnen van geleidelijk
heid zal ontwikkelen en naast een belang
rijk binnenlandsch- een niet minder be
langrijk buitenlalïdsch afzetgebied zal we
ten te verwerven. In den bodem van gra
niet sluimeren voor de Finsche volkswel
vaart nog onmetelijke rijkdommen.
(Wordt vervolgd).
W. GRAADT VAN ROGGEN,
RECLAME.
zitten wel eens ver
legen met wat ze
zullen opdisschen.
Voor bet nagerecht
behoeven ze nooit verlegen te
zijn, want een pakje Honig's
Pudding, gefabriceerd met
Honig's Maizena, schaft
altijd afdoende raad.
685
De versiering door de Bos-
koopsche kweekers van de voorzijde en de
vestibules van het Kon. Paleis in het Noord
einde in Den Haag, is gereed.
Nu de Boskoop^phe kweekers den heer
Van Straalen van Nes gevraagd hebben hun
hulde in goede en voorname banen te wil
len leiden, heeft hij zich o.m. tot den heer
Brouwer le Leiderdorp gewend, die hem
alle medewerking toezegde. Een niet ge
ringe prestatie werd van dezen gevraagd
een elftal zeer groote kuipen op voetstuk,
metende 145 c.M. elk. Deze zijn nu geplaatst
in de bogen van de colonnades op het voor
plein van het paleis. De heer Brouwer
maakte er 12, welke twaalfde nu een plaats
zal vinden op zijn tentoonstelling in een der
zalen van het Koloniaal Instituut te Am
sterdam.
Devcrlichtingvan he l m o n u-
ment op Plein 1813, in Den Haag, door
schijnwerpers zal niet doorgaan.
Het huis naast het in ge
storte, in Den Haag, waarvan eveneens de
achtergevel was weggebroken om het te
doen aaiïsluifen bij den nieuwbouw, wordt
op last, van Bouw eb Woningtoezicht thans
afgebroken. Er doet zich in dit gebouwen
complex een eigenaardig geval voor, waar
van het raadsel no^'steeds niet is opgelost.
Links en rechts vaifliet ingestorte huis zijn
scheureö geconstateerd, zonder dat de oor- j
zaak er van nog na te gaan is. De door de
justitie aangewezen deskundigen hebben
verschillende gegevens verzameld; zij heb
ben het ruimingswerk gecontroleerd en ko
men klaar met de aantekeningen omtrent
de feiten. Van een en ander zijn verschil
lende situatiekaarten gemaakt. Het rapport,
dat door deze deskundigen samengesteld
wordt, zal echter nog wel eenigen tijd uit
blijven met het oog op de veelheid der ge
gevens. Als veiligheidsmaatregel zijn de
huizen van het belendend hofje op last van
den Dienst van Bouw- en Woningtoezicht
gestut, evenals het gebouw, naast het pand,
dat thans afgebroken wordt Dat gebouw,
grenzende aan het af te breken huis. moest
ook ontruimd worden.
Op den nieuwen Binnen
weg op den hoek van 4&Q- Bloemkweekers-
straat te Rotterdam is. Woensdagmiddag
van eenige in Aanbouw zijnde panden da
stelling ingestort. Er bevonden zich drie
werklieden op. De 26-jarige A, V, is tus
schen vallende stukken hout en steen be
kneld geraakt. Met zwaar inwendige kneu
zingen werd hij naar het ziekenhuis aan
den Coolsingel overgebracht waar hij in
den nacht is overleden. De tweo andere
werklieden hadden slechts schrammen op-
geloopen en konden aan het werk blijven.
Gisteravond is ontdekt,
dat de installatie voor de electrische ver
lichting van de Willemsbrug te Rotterdam
op drie plaatsen met een schaar was door
geknipt. Er waren dus klaarblijkelijk kwaad
willigen aan het werk geweest Voor de ver
lichting op Vrijdagavond zal de installalie
weer zijn hersteld. De politie houdt nu
streng toezicht op de brug; zij hoopt, dat
het publiek ook een oogje in het zeil zal
houden.
Bij - de afdeeling betra-
tingen ten stadhuize in de hoofdstad is een
groot-opgezet plaat in voorbereiding, om
Amsterdam op ruime schaal van een ge-
mischlooze straatbedekking te voorzien,
waardoor die stad op dit gebied aan de spits
zal komen te staan Reeds thans is een En-
gelsch machine in werking, welke volgens
een, nog niet in ons land toegepast systeem
een straatbdekking vervaardigt.
Nederlandse h-Indië op de
a.s. Jaarbeurs. De afdeeling Neder-
landsch-Indië op de a.s., Jaarbeurs te
Utrecht zal meer in het bijzonder voor het
onderwijs van beteekenis zijn. Het Kolo
niaal Instituut zal er een exemplaar van
de z.g. „schoolverzamelingen van Neder-
landsch-Indiscke producten en grondstof
fen" demonstreeren, terwijl de voornaam
ste uitgeversmaatschappijen in Nederland
er een uitgebreide collectie wetenschappe
lijke werken, school-, leer- en leesboeken,
atlassen, wandplaten, enz. zullen samen
brengen, waardoor een overziciil verkregen
zal worden van hetgeen in de laatste 25 jaar
omtrent Nederlandsch-Indië en ten behoeve
van het onderwijs aldaar uitgegeven is
Wat de producten betreft op de afdeeling
Ned.-Indië zal een rijke rubber-collectie
een beeld geven van de moderne en ook
van de reeds algemeen bekende toepassin
gen van rubber in het dagelijksch leven en
in de techniek.
De sigarettenprijzen. De
tien grootste sigarenfabrieken vier van
Den Haag, drie van Amsterdam, een van
Endhoven, een van Rotterdam en een van
Londen hebben besloten, om a. een zoo
danig contróle-sysleem in te voeren, dat de
herkomst harer merken is na te gaan b.
coriccaef-de ïeyejóng te onthouden aan die
verkoopers, door wie ae sigaretten beneden
den banderolle-prijs worden verkochtc.
een zwarte lijst aan te leggen van firma's,
aan wie op grond van het vorige artikel
niet mag worden geleverdd. zichzelf te
verplichten tot betaling eencr hooge boete,
wanneer leveranties geschieden in strijd
met deze bepalingen. („Centrum".)
Overneming Centrale W erk-
plaatsen door Gebrs. Stork? Het „Over-
ijselsch Dagblad" schrijft
„Bij geruchte kwam ons ter oore, dat
door de directie der Nederlandsche Spoor
wegen onderhandelingen gevoerd zouden
worden met de firma Gebrs. Stork te Hen
gelo (0.), over de overneming door deze
firma van de Centrale Werkplaatsen te
Zwolle, Utrecht en Tilburg.
Wij hebben ons ter informatie hierom
trent gewend tot een persoon, die wel als
ferzake deskundig rnag worden beschouwd.
Wij willen niet verzwijgen, dat hij aan
vankelijk meende het gerucht onder de kom
kommer-sensaties te moeten rangschikken.
Na de eerste verrassing verklaarde hij ech
ter bovengenoemd gerucht niet te kunnen
bevestigen, doch het evenmin te durven te
genspreken. Officieel is niets bekend, doch
het feit, dat in betrokken kringen den laat-
sten tijd telkens soortgelijke geruchten op
duiken, wijzen er o.i. op, dat wel in deze
richting gedacht en wellicht ook onderhan
deld wordt.
Dat de firma Stork niet grif zal ingaan
op een aanbieding tot overneming van een
volgens onzen zegsman „half failliete
onderneming" is t'e begrijpen. Van den an
deren kant zou een omzetting van de werk
plaatsen in een particulier bedrijf ongetwij
feld de mogelijkheid openen tot groote be
zuiniging, daar in dat geval o.m. de arbeids-
loonen in overeenstemming zullen worden
gebracht met die der particuliere nijverheid
en niet meer afhankelijk zullen zijn van de
regeling der ambtenaarssalarissen."
Te Eindhoven deden R ijks-
ambtenaren gisteren een inval in de woning
van den heer S. op den Geldropschenweg,
en ontdekten een in werking zijnde geheime
branderij. Werktuigen en grondstoffen zijn
in beslag genomen. Het toestel, dat gebruikt
werd vond men in den kelder, terwijl de
grondstoffen op den zolder ontdekt werden.
Men meldt ons van goed in
gelichte zijde, dat de firma F. van Gardinge
en Co., te Eindhoven, er in geslaagd is haar
personeel, ruim 200 in getal, voor geruimen
tijd vol werk te garandeeren. („Tel.")
„W aar d'„ zei Ludwig, „breng
mo 'n cognacje."
Toen het gebracht werd, zei hij„Nee,
geef me liever een bittertje." Hij kreeg z'n
zin en dronk het met smaak. Toen ging
hij heen.
„Hé, Ludwig1" riep de waard, „je moet
je bittertje betalen!"
„Daar heb ik je dat cognacje voor terug
gegeven!" zei Ludwig.
„Maar het cognacje heb je óok niet be
taald......i.."
„Dat heb ik ommers "ook niet gedronken I"
antwoordde Ludwig en trok de deur dicht.
(Buiten, verantwoordelijkheid der Redactie.!
Copie van al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
Den put dempen, voordat
Mijnheer de Redacteur.
De vele, vele ongelukken, die dagelijks
gebeuren, moeten elk mensch tot nadenken
stemmen en doen zoeken naar middelen om
te voorkomen. Ieder kent de wet van oor
zaak en gevolg.
Willen wij dus de gevolgen wcgDemeo^
dan moet de oorzaak aangegrepen worden.
Dezer dagen stond in ecu Amsterdamsch
Politierapport, dat de meeste ongelukken
ontstaan waren door verkeerd uitwijken.
In den Haag kan men bekeurd worden,-
als men niet rechts van den weg rijdt. De,
algemeen© verkeersbepalingen geven dit ook
aan, men neemt er zoo weinig notitie van,.
Dan het loopen der raeuschen 1
Op de kleine steenen mag niet gereden
worden, waartegen, helaas, heel wat onge
straft gezondigd wordt). Maar waar loopt
men 1
Links op dc trottoirs, midden op de
straat of op rijwielpad. Zien wij eens op
Kaizerstraat of Heerenstraat.
Waar houdt men op straat stilstaande
een praatje, met of zonder kinderwagen,
fiets, groenten- of melkkar 7
Natuurlijk op de hoeken d r straaten d
midden op een brug.
Niemand wil toch een ongeval bekomen of
bezorgen en onbewust werken er velen on
doordacht aan mede.
Geachte lezeressen en lezers, willen wij
eens beginnen, voor zoover wij het niet
deden, op onszelf acht te slaan, in hoeverre
wij voor het geregeld verkeer hinderlijk zijn
Een eenvoudig middel voor voetgangers
is: Wijkt, zoo het mogetijk is, recht a
uit en laat het midden van straat en weg
vrij.
Uitkijken bij het oversteken van een weg
on vooral geen bananen- of andere vrucht-
ten schillen op straat werpen.
Nog een kleine opmerking.
Zoodra een verkeersagent zijn zware
post verlaten heeft, ziet men velen verkeerd
rijden.
Rijden wij goed uit vices voor een be
keuring 1
Moest niet elk weldenkend wezen
medewerken aan de orde, welvaart, enz. t
Haltde groote wereldellonde doet ook
heden de zucht slaken: O, waren alle men-
schen wijs en deden daarbij wel, enz.
Mogen nu meerderen gaan denken en op
letten en minder ongelukken gebeuren, dan
is de verleende plaatsruimte niet vergeefs
gebruikt, Mijnheer do Redacteur U gaarne
mijn dank aanbiedende.
Uw. dw.
S.
Naar aanleiding van: Uit de Raadzaü*
Geachte Redactie.
Als antwoord op het ingezonden stuk van
dr. Overvoorde in Uw Blad van gisteravond,
zou ik gaarne constateeren, daf Z.Ed.Z.Gel.,
zijn goede bedoelingen len spijt, toch een
fout begaan heeft, door niet allen Leidschen
drukkers de gelegenheid te geven mede te
dingen.
Eerst na het resultaat daarvan afgewacht
te hebben ,had de heer O. het volste recht
gehad zich lol' een drukker buiten de ge
meente te wenden.
Nu blijft het nog de groote vraag of het
bedoelde werk hier ter stede niet even voor-,
deelig had kunnen geleverd worden.
Den heer O. speelde misschien door het
hoofd, dat alle Leidschc drukkers bij de Fe
deratie van Boekdrukkerspatroons zijn aan
gesloten; maar hij vergat, dat cr ook nog
ongeorganiseerde firma's zijn.
Een order van f2000 was toch wel een
meer uitgebreide offerte-gelegenheid waard
geweest!
Het gebeurt zelfs meermalen, dat vooreen
ordertje honderdmaal kleiner van een of
anderen zakenman alle' Leidsche drukkers
de eer genieten hiervoor offerte te mogen
maken.
De Heeren Raadsleden, die het voorstel
van prof. Eerdman3 hun steun onthielden,
dienden hiermede waarlijk niet het belang
hunner gemeentenaren.
Met dank voor de plaatsing.
Hoogachtend,
Uw dw.
Firma G. v. BRUSSEL.
Haarlemmerstraat 222a,
Leiden, 30 Aug. '23.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Er staan voor openbare behandeling 130
zaken op de rol.
Al3 waarnemend Ambtenaar van het O.
M. fungeert mr. Vos.
In de vroeger reeds behandelde zaak van
J. W. D. L., caféhouder te Leiden, worden
nog enkele getuigen gehoord, en wordt het
woord nog gegeven aan mr. Frenk als ver
dediger, waarna de Ambtenaar bij zijn eisch
tot vrijspraak persisteert.
In de zaak J. M. II. wed. Ch., caféhoud-.
ster te Leiden, waarbij beklaagde wordt ten
laste gelegd, dat zij, zonder daartoe gerech
tigd te zijn, sterken drank verkocht heeft,
wordt als getuige gehoord Renee, die den
drank heeft gekocht alsook de verbalisant
Van Veen, die hierin een overtreding zag,
en zijn verbaal toelichtte.
De eigenares der vergunning, Chr. v. 4-
Klashorsl', wed. Luksenberg, verklaart, dat
de zaak van haar is, en bedoelde weduwe
deze voor haar als plaatsvervangster be-*
heert. Zij heeft haar zelf 37 jaar gedreven,
doch is nu te oud, en was er niet erg op
gesteld nu nog voor T gerecht te komen.
De Kantonrechter kan haar gerust stellen,
dat zulks niet zoo erg is, en er zeifs voor».