De Vrouw zonder hart. Maizena' UIT DE BUNSTREEK. FEUILLETON. No. 19465/ - LËIDÜCH DAGBLAD, Dinsdag 2f Augustüs, tweede, Blad, Anno 1929. y- GEMEENTEZAKEN. Ijj; t Terrein voor woonwagen». ï- i ja verband" met de bestemming van het onlangs aangekochte, nabij den Lage ilorschweg gelegen, terrein tot standplaats |Voor woonwagens, hebben B. en W. de com missie voor de strafverordeningen verzocht een verordening te ontwerpen, waarbij ge-, noemd terrein voor dat doel wordt aange wezen en waarbij tevens verboden wordt elders in de gemeente een standplaats met woonwagens in te nemen. Aan deze uitnoo- diging heeft de commissie gevolg gegeven. B. en W. hebben tevens een verordening Ontworpen tot heffing van een staangeld voor deze woonwagens. Het bedrag is be paald op f 0.25 per dag en per wagen, ter- Wijl overeenkomstig art. 31 van de Wet op Woonwagens en Woonschepen eerst tot hef fing wordt overgegaan wanneer het verblijf in deze gemeente de 14 dagen (al of niet achtereenvolgend) binnen hetzelfde kalen derjaar te boven gaat - Houten loods. 1 B. en W. geven in overweging Wed. Joh. Dietz vergunning te verleenen om de op een terrein achter de Maria Gondastraat, kad. Sectie O, Nos. 727728 te bouwen loods, dienende tot het bergen van bouwmaterialen yan hout te maken. Overneming stukje grond. Eenigen tijd geleden wendde de bouwver- eeniging „Ons Belang" zich tot het College van B. en W. met verzoek, toestemming te verleenen tot den aankoop van een strookje grond aan het einde van de Gisettestraat. De vcreoniging wenschte in het bezit van dien grond te komen, teneinde voor de be woners der nabijgelegen woningen een ach teruitgang naar de Gisettestraat te verkrij gen. Aangezien B. en W. het hebben van zulk een uitgang voor de vereeniging inder daad van belang achtten, verleenden zij haar de gevraagde toestemming, doch ver bonden daaraan de voorwaarde, dat de ver eeniging den grond op haar beurt kosteloos aan de gemeente zou overdragen. Het leek hun toch gewenscht, dat de grond, bestemd om deel uit te maken van de Gisettestraat, bij de gemeente in eigendom en onderhoud zou komen. Naderhand meende echter de vereeniging yan de verleende toestemming voorloopig teen gebruik te moeten maken, daar de eigenaar van het strookje grond, de heer N. Stikvoort alhier, haar tijdelijk het recht ?an overgang verleend had. Intusschen heeft laatstgenoemde bij het bouwen van een werkplaats tusschen de Gisettestraat en de Nanniestraat behalve den hem toebehoorenden grond, ook het ge deelte, dat eigendom van de vereeniging „Ons Belang" is, in beslag genomen en aan de vereeniging verzocht, het laatstbedoelde gedeelte grond aan hem af te staan. Bij B. en W. bestond er geen bezwaar ,egen, medewerking tot den afstand om-niet Sran dit stukje grond "te verleenen, doch zij meenden daarbij het beding te moeten ma ken, dat de heer Stikvoort voornoemd dan de strook kosteloos aan de gemeente in eigen dom zou overdragen, waarin deze toestemt. Op deze manier toch kan aan de wenschen yan alle partijen worden tegemoet geko men, terwijl het verkijgen van den grond voor de gemeente noch voor de vereeniging kosten medebrengt. Ten behoeve dei werkloozen. Bij Raadsbesluit van 4 Juni j.l. werd ten behoeve van de rioleering en ophooging van een terrein benoorden den Maresingel, met bijbehoorende werken, een bedrag van f 95.000 gevoteerd. De openbare aanbeste ding van dit, met het oog op de werkver schaffing ondernomen, werk vond plaats op 26 Juni d. a. v., op grond van den uitslag waarvan het door B. jn W. werd gegund aan W. F. Marcelis en H. C. Heemskerk, alhier, voor de som van f 39.977. Toen met Get werk alhier zou worden begonnen, bleek, dat de aannemers het voornemen hadden de ophooging van het terrein door middel van opspuiting van het bencodigde zand te bewerkstelligen, op welke werkmethode ook hun inschrijving was gebaseerd. Intusschen zou het gevolg van deze wijze van uitvoe ring geweest zijn, dat het doel, hetwelk bij de aanbesteding van dit werk voorzat, n.l. de verruiming van de werkgelegenheid voor Leidsche arbeiders, slechts zeer ten deele zou worden bereikt Immers, hoewel in het bestek de gebruikelijke bepaling is opgeno men, dat de werklieden Leidenaars moeten zijn en voor 80 pCt. zullen worden aange wezen door of namens de Commissie voor de Werkverschaffing, het is duidelijk, dat de waarde van dit voorschrift aanmerkelijk zou dalen, indien, zooals bij opspuiting yan het terrein het geval zou zijn, het totaal aan tal te werk gestelde arbeiders zeer aanzien lijk werd beperkt. Uitvoering van het werk door middel van opspuiling kon den aan nemers, aan wie het werk gegund was, even wel niet worden belet, aangezien het bestek bij de omschrijving van de uit te voeren werken eenvoudig spreekt van „het ophoo- gen" van het terrein. Er was n.l. bij het vaststellen van deze omschrijving geen aan leiding om bepaaldelijk het opspuiten te ver bieden, omdat, gelet op den plaatselijken toestand hier ter stede, niet verondersteld kon worden, dat de inschrijvingen op deze wijze van uitvoering gebaseerd zouden zijn. Van de 16 inschrijvers hebben er dan ook, naar B. en W. meenen te mogen aannemen, slechts twee met opspuiting rekening ge houden. Om nu niettemin het werk aan zijn doel, de werkverschaffing, te doen beant woorden, zijn B. en W. te dezer zake met de aannemers Marcelis en Heemskerk in nader overleg gelreden, ten einde tot een uitvoe ring met droog zand in plaats van door op spuiting te geraken. Het gevolg van de ge voerde onderhandelingen is geweest, dat ge noemde aannemers bereid zijn het werk op eerstbedoelde wijze uit te voeren, mits hun het verschil in prijs f 0.15 per M3. zand, in totaal f 4050 door de gemeente wordt vergoed, een wensch, die B. en W. bij on derzoek gebleken is alleszins redelijk te zijn. Komt het werk op deze manier tot stand, dan zullen gedurende .verscheidene maanden tal van Leidsche arbeiders daar bij werk kunnen vinden. Immers, niet alleen wordt op het werk met Leidsche krachten gewerkt, doch ook de aanvoer uit Katwijk van het benoodigde zand zal door Leidsche werklieden plaats vinden. De kosten van het werk worden bierdoor, zooals gezegd, eenigszins verhoogd en zullen nu f 44027 bedragen. Benoemingen. B. en W. geven overeenkomslig het advies van den directeur in overweging de tijde lijke aanstelling van den heer C. F. L. Crop als leeraar in de plant- en dierkunde aan de II. B. S. met 5-jarigen cursus te verlen gen voor den duur van den cursus 192324. Door invoering van het verplichte 7e leer jaar zal het onderwijzend personeel der cen trale school met een drietal krachten moe ten worden uitgebreid. Dit kan door over plaatsing van drie onderwijzeressen en B. en W. dragen daartoe voor mej. J. B. van Heuven, thans onderwijzeres aan de Jon gensschool voor U. L. O.; mej. J. Lafebcr, thans onderwijzeres aan de leerschool en mej. J. Ephraïm, thans onderwijzeres aan de O. L. school aan de Haverstraat A. Bezwaarschriften vergunningsrecht. De commissie voor deze bezwaarschrif ten adviseert de aanslagen in het gemeen telijk vergunningsrecht over liet vergun ningsjaar 1922/23: lo. van Jac. J. Paardekooper, C. A. van Dongen, N. A. v. d. Vaart, J. C. Hoogeveen, A. B. v. d. Reep en J. H. Blijleven h.v. van Zijp te handhaven; 2o. van P. Kolderman, groot f 150, terug te brengen op f 125 en 3o. van W. F. Prins, groot f 87.50, terug te brengen op f 75. Gelden voor den Gemeentelijken Genees kundigen Dienst. De Directeur van den Gemeentelijken Ge neeskundigen Dienst stelt voor, geiden be schikbaar te stellen voor het verleenen van maatschappelijke hulp bij ziekte cn voor de verpleging van kinderen van on- en minver mogenden, die de Leidsche Buitenschool be zoeken. De door den Directeur bedoelde maat schappelijke hulp zal moeten bestaan in het verleenen van hulp in de huishouding bij plotselinge ongesteldheid van de moeder, dia opname in een ziekeninrichting noodzakelijk maakt en ook wel bij chronische ziekte van de moeder, in het uitbesteden van de wascli ter verlichting van de taak van zwakke vtou- wen of van vrouwen gedurende één maand vóór- en één maand ni hare bevalling en in het verstrekken van versterkende middelen aan zieken en zwakken. Met de Commissie voor den Geneeskundi gen Dienst zijn B. en W. van meening, dat er alleszins reden is om met het voorstel van den Directeur mede te gaan, echter voorop gesteld dat de hulp, die de Directeur zich voorstelt te verleenen, van tijdelijken aard zij en dat met deze hulpverleening slechts een proef wordt genomen. De redenen waarom deze hulp moet wor den verstrekt zijn zeer duidelijk aangegeven in een rapport van den Directeur en in een advies der Commissie. Huipverleening aan hen, die absoluut niet door wjjkvereenigin- gen, armbesturen en dergelijke inrichtingen gesteund worden, zal wel niet vegl voorko men hoofdzaak is het verleenen van hulp dóór, waar nog niet op andere wijze is voor zien. Met dit laatste bedoeld zij directe hulp, le verleenen totdat door de besturen der in stellingen of vereenigingen omtrent blijvende hulp is beslist, met welke beslissing dikwijls eenige tijd gemoeid is. Ook kan het voorkomen, dat huismoeder»' gedurende korten tijd moeten worden gehol pen door de wasch voor haar uit te besteden en evenzoo kan het noodig zijn aan zieken en zwakken, aan wie niet van andere zijden hulp wordt verleend, tijdelijk versterkende middelen ie verschaffen. Zeer terechl merkt de Directeur op dat de medicus thans in vele gevallen voor moeilijk heden staat, omdat directe hulp noodig is, hulp die,, juist omdat zij onmiddellijk moet worden yp.rleend, niet te verkrijgen is. In dergelijke gevallen moet,dé Geneeskun dige Dienst kunnetyvoorzien, m,eeslal slechts lotdat andere, meer blijvende, hulp komt op dagen. B. eni-W. stellen daarom .voorop, dat de hulp, die, zooals uit het voorgaande blijkt, slechts bij ziekte wordt verleend, tijdelijk zij, maar zij voegen er aanstonds aan toe, dat zij ook als een proefneming moet worden be schouwd. Indien toch de vrees, door het Burgerlijk Armbestuur in een te dezer zake uitgebracht advies geuit, mocht blijken gegrond te zijn. dat n.l. van deze hulp een te ruim gebruik zal worden gemaakt of dat deze huipverlee ning voor de besturen van de verschillende instellingen aanleiding zal geven om hunne Gulp le verminderen, dan zullen B. en W niet aarzelen om óf deze proef te staken óf andere wegen te zoeken die tot het verlee nen van hulp kunnen leiden. Te eer konden B. en W. ons met het voor stel van den Directeur vereenigen, omdat de door hem aangevraagde bedragen niet hoog zijn. Het komt hun echter met de Comm. voor den Geneesk. Dienst gewenscht voor de ver schillende onderdeelen in één onderwerp sa men le vallen en daarvoor één bedrag be schikbaar te stelten. De desbetreffende post zou dan moeten luiden „Maatschappelijke IIulp bij Ziekte", terwijl met 'n bedrag van f 2800 kan worden volstaan. Deze som be hoort dan ter beschikking van den Genees kundigen Diens! te worden gesteld. De tus- schenkomst van het Burgerlijk Armbestuur achten ook B. en W: met de Commissie voor dc-n Geneeskundigen Dienst niet gewenscht. Wat betreft de door den Directeur aange vraagde gelden voor vervoer van patiënten naar sanatoria of ziekenhuizen, deze komen weinig voor en kunnen zeer wel gevonden worden uit volgnummer 217 der Gemecntc- begrooling. In de tweede plaats vraagt de Directeur beschikbaarstelling van een bedrag van f 832 voor de verpleging van kinderen van on- en minvermogende ouders in de Leidsche Bui tenschool. Er zijn n.l. eenige ouders, die niet in slaat zijn het verpleeggeld Voor hunne kinderen geheel of gedeeltelijk te betalen. Deze ver- pleegkosten zullen dus ten laste der gemeente moeten komen. B. en W. vertrouwen dat de Raad hierte gen niet het minste bezwaar zal hebben, om dat reeds bij de suhsidieverleening hierop is gewezen^:: Vervolgonderwijs. Bij circulaire ddo'8 Mei 1923 no. 9196' Afd. L. O.. F. heeft de Minister yap Onder wijs, Kunsten en. Wetenschappen o.a. aan de gemeentebesturen medegedeeld, dat de bepaling vervat in par. 9 der slot- en over gangsbepalingen van de wet van 16 Fe bruari 1923 (Stbl. No. 38) lol wijziging der Lager Onderwijswet 1920, volgens welke de Rijksvergoeding voor openbare en bijzondere cursussen voor vervolgonderwijs voor de laatsle maal wordt toegekend voor cursus sen, die vóór 20 December 1922 zijn aan gevangen, aldus moet worden geïnterpre teerd, dat voor het vervolgonderwijs, hetwelk in den loop van 1923 wordt hervat als tweede of volgend leerjaar van dat onder wijs geen Rijkssubsidie meer wordt verleend Hoewel B. en W. deze interpretatie in strijd achten met de wordingsgeschiedenis van de betrekkelijke bepaling, komt het hun niet waarschijnlijk voor, dat de Minister op deze uitlegging terug zal komen. Gevolg hiervan zal zijn, dat de gemeente aan Rijks vergoeding zal derven een bedrag van pl.m. f 9600 per jaar en bovendien een vrijwel gelijk bedrag meer zal moeien uitkeeren aan de bijzondere cursussen voor vervolg onderwijs, zoodat reeds aanstonds voor open baar- en bijzonder vervolgonderwijs in to taal een bedrag van pl.m. f 20.000 per jaar meer dan tot dusver voor rekening der ge meente zou komen. Waar de wettelijke verplichting tot het géven van vervolgonderwijs uit de wet is gelicht, is de vraag gerezen, of een zoo groote meerdere uilgaaf wel gewettigd is, vooral nu de Minister heelt medegedeeld, dat de werking van zijn aanschrijving van 11 Januari 1923 No. 12S44', L. O. A., niet langer mag duren cn derhalve van stonden aan volledige uilvoering moet worden ge geven aan de bepalingen der nieuwe Leer plichtwet. Volgens B. en W. mag worden aangenomen, dat door de uitbreiding van den verplichten leertijd de behoefte aan ver volgonderwijs niet meer in die mate als thans zal worden gevoeld. Met den Inspec teur van het lager onderwijs en de Plaatse lijke Schoolcommissie, wier advies zij over de onderwerpclijke aangelegenheid hebben ingewonnen, zijn B. en W. niettemin 'na ampele overweging tot de overtuiging ge komen, dat het ongewenscht zou zijn de cursussen voor vervolgonderwijs thans reeds op te heften. Deed men dat wel, dan zou aan een op het oogenblik nog belangrijk aantal teerlingen (pl.m. 180) plotseling de gelegenheid worden ontnomen om zich ver der te ontwikkelen. Omzetting van de cur sussen in scholen voor nijverheidsonderwijs gelijk in enkele gemeenten heeft plaats gevonden verdient hier naar hun mee ning geen aanbeveling, immers blijkt ook uit het bij de stukken gevoegde advies van de hoofden der cursussen dat juist het in de cursussen voor vervolgonderwijs gegeven onderwijs door de leerlingen wordt begeerd. Bovendien wordt in deze gemeente reeds in voldoende mate voorzien in de be hoefte aan nijverheidsonderwijs. Hiermede willen B. en W. nu niet zeggen, dal ook in het vervolg op dezelfde wijze als tot nu toe met het vervolgonderwijs moet worden voortgegaan. De toestand van de ge- meente-financiën toch laat h i. Diet toe, dat voor dit onderwijs een zoo aanzienlijk olfer wordt gebracht. Acht men nu met het Col lege opheffing der cursussen niet gewenscht zoolang deze nog een zoo groot aantal leer lingen tellen en is men met hun van oordeel, dat het vervolgonderwijs met het oog op do kosten niet op dezelfde wijze kan worden voortgezet, dan ligt het h i. voor de hand, dat de oplossing moet worden gezocht in inkrim ping van het onderwijs, teneinde daardoor te komen tot vermindering der extra-kosten. Tot deze conclusie komen ook de verschil lende adviseurs. Naar de meening van B. on W. kan hel vervolgonderwijs voorlaan worden gegeven in twee achtereenvolgende leerjaren. In ver band daarmede zou dan het vak Vaderland- sche Geschiedenis, dat thans in het 3de leer jaar wordt gegeven, kunnen vervallen. De ondervinding heelt trouwens geleerd, dat het onderwijs in dit vak aan deze cursussen wei nig resultaten oplevert. Verder zouden B. en W. het zomcrgedeelte van de cursussen willen doen vervallen en liet aantal leerlingen per klasse van 20 tot 24 willen opvoeren. Een grooter aantal leerlin gen per klasse achten zij voor dit onderwijs, waar, door de sterk uiieenloopende vorderin gen der leerlfngea,, dikwijls hoofdelijk onder richt moet worden gegeven, niet gewenscht. Zal het vervolgonderwijs eenig nuttig ef fect blijven sorleercn, dan moet de inkrim-. ping h.i. niet verder gaan dan boven is aan-i gegeven. Met 1 October a.a. zouden zij echter het onderwijs nog op de gewone wijze wen schen te doen voortgaan. De door hen nooi dig geoordeelde veranderingen zouden dan aan het einde van den a.s. wintercursus, d.i, derhalve op 1 April 1924, kunnen ingaan, zoodat in den zomer 1924 geen onderwijs meer zoude worden gegeven. i Vervalt het zomergedeelle, dan zal de cur sus loopen van 1 October tot 1 April, en moe ten dan de nieuwe leerlingen derhalve ojl 1 October toegelaten worden. Wordt het vervolgonderwijs geregeld al*, boven is aangegeven, dan zullen de meer dere koslen, voor openbaar en bijzonder ver volgonderwijs gezamenlijk, naar raming tot f 10.000 per jaar worden teruggebracht. Op! den duur zullen die kosten vermoedelijk be langrijk lager worden, aangezien, gelijk B, en W. reeds eerder hebben opgemerkt, het hun zeer waarschijnlijk voorkomt, dat na volledige doorvoering van het verplichte 7e leerjaar, het aantal leerlingen van het ver volgonderwijs aanmerkelijk zal verminderen: De bezoldiging van het personeel willen B. en W. handhaven. Deze is niet te hoog en wordt al aanmerkelijk lager door inkrim ping van den duur van den cursus. t RECLAME. Kndervoedsel moet aan hooge eischen vol doen. Het moet zuiver, licht verteerbaar en toch voedzaam zijn. Deze drie eigenschappen zijn op gelukkige wijze ver- eenigd in Honig's Maizena. Let op de sluitzegels als bewijs van echtheid. t «tfrjgy 2e- HAZERSWOUDE. Het in miniatuur vervaardigde watermolentje heeft enorme be langstelling getrokken. Gisteren was het een hcele drukte bij de firma Dekker, toen da. molen dan ook bezig was met wegmaten van het water. De firma heeft bepaald succes en wij verwachten, dat straks de molen in Ame rika op de tentoonstelling veel belangstelling zal wekken. LEIDERDORP. De Raad vergadert Don derdagavond te halfacht. Burgerlijk» Stand. Geboren Hendrik, z. v. J. van Winkel en J. M. Disa- raad. Overleden: J. Vonk, 70 j. RECLAME. Als gij last krijgt van hoofdpijn, ge druktheid en een onaangenamen smaak in den mond, is uw lever van streek. En kele doses Foster's Maagpillen hebben een verrassende uitwerking. Zij beteren le verstoornissen en genezen galzucht, ver stopping en slechte spijsvertering. Prijs per flacon van vijftig versuikerdo pillen» f 0.05in apotheken en drogistzaken. 283 Oorspronkelijke Holl. detective-reman. Door R S. BRANDENBURG. {Schrijver yan „Het doodend Zwijgen"). (Nadruk verboden). 25) ,,En ik mag natuurlijk bij dat belang wekkend onderhoud tegenwoordig zijn." >.Dat moet dan maar," gaf Arthur toe. Wij gingen den tuin in. Vóór het diner zei Arthur mij, dat hij aan De Weerden, had verzocht hem na tafel «ven te mogen, spreken in de bibliotheek. De Weerden was in het geheel niet ver baasd geweest. Hij had onmiddellijk toege stemd en w.is met de handen in de zakken Weggeslenterd. Het diner duurde dien middag naar mijn tneening bijzonder lang, ofschoon het ge sprek, waaraan Arthur levendig deelnam, geestig was en interessant. Aan geen der twee kampioenen, noch san Arthur, noch aan De Weerdenr was te bespeuren, dat wij onder den indruk waren van het naderend gevecht. En toen ik De ■Weerden kalm zijn peertje zag schillen, met groote zorgvuldigheid, vroeg ik mij ®og eens af of wij ons toch niet in hem ver gisten. Wat een treurig figuur zouden wij P^ken, wanneer dat het geval was! Arthur ad gelijk. Het was wél een gevaarlijk mid- cfel 1 Eindelijk gaf $ante het teeken tot op staan. "Itoen gingen wij met ons driecn naar boven; naar de bibliotheek. Arthur presenteerde mij en De Woerden een club-fauteuil en bood den laatste zijn sigarettenkoker aan. In dergelijke kritieke minuten bewonderde ik mijn man altijd het meest; hij was dan volmaakt rustig, be- heersc'nte zichzelf en de situatie volko men; van zijn persoonlijkheid straalde een energie uit, die de wilskracht van zijn te genstander als 't ware terug scheen te dringen. Ditmaal, echter had hij zijn partner ge vonden. Ten minste zoo scheen het. Het bleeke gelaat van Jules de Weerden ver toonde geen enkelen zenuwachtigen trek en de hand beefde niet, toen hij aan Ar thur een lucifer bood voor zijn sigaret. Het meest nerveus van het drietal was ongetwijfeld ikzelfmaar tevens was ik dol blij, dat ik mooht secondeeren in een duel dat niet minder belangwekkend was dan een tweestrijd, die met de blanke wapenen zal worden beslecht. ,,U heeft er zeker geen bezwaar 'tegen, dat mijn vrouw bij ons onderhoud tegen-" woordig zal zijn, zij assisteert mij steeds in belangrijke zaken," begon Arthur ein delijk. „Ik kan daar moeilijk 'over oordeelen, daar ik niet weet, waarover u mij wilt sprekenoverigens is het verre van mij in breuk te willen maken op wat u 'als een gewoonte schijnt te hebben opgevat. De Engelsche vrouw is bijzonder zakelijk aan gelegd, naar het schijnt, maar lady Corn* way weet het nuttige inet het aangename op sublieme -wijze të vereenigen."- Ik boog voor het compliment. .Wat één zenuwen moest die &an, hebben, Van staal minstens I Of was het de zucht naar bra voure, die hem zoo deed spreken? Hij trok langzaam aan eïjn sigaret en maakte vol-» maakte kringetjes. Arthur ging naar de deur, nam den sleutel van den buitenkant en draaide van binnen het slot om, den sleutel in zijn zak stekend. „Ik vermoed, dat het u aangenaam zal zijn, als onze conferentie geen. kans loopt door het dienstpersoneel te worden ge* stoord", zei Arthur. „U maakt mij werkelijk nieuwsgierig", glimlachte De Weerden. Nu nam Arthur plaats en doorgaande in den corver&atie-toon, zei hij: „Ik beschuldig u den diefstal te hebben gepleegd aan de Ba^ te VGravenbage, directeur do heer Van Molen." Geen spoor van ontroering op ÏÏet gelaat van De Weerden. Hij scheen dezen zet ver wacht te hebben. Was dat een bewijs van zijn schuld? Een onschuldige zou zeker ge schrokken en verontwaardigd geweest zijn. Maar De Weerden had gemakkelijk de rol van beleedigde kunnen spelen. Hij deed idit niet. „Ik luister niet alle aandacht," zei hij. ,,U schijnt bijzonder veel belang te stel len in een zekere Milly Raven, paardrijd- ster; u heeft zich ontzaglijke uitgaven ge troost, om aan haar grillen te kunnen vol doen. U heeft haar een kostbaren diaman ten collier cadeau gegeven. Daar uw fi nanciën door een 'én ander in een deplo rabel en toestand waren geraakt, was Bankdiefstal uw 'eenige uitkomst. U heeft Ook een paarlensnóer Van mijn vrouw' ge stolen dit cveneeps aan Millv Raven geschonken. Dat u ejch door een dergelijk© vrouw geheel laat inpalmen, is een kwes tie, die u alleen aangaat, maar, „Ik verzoek u dringend geen enkel wooTd te zeggen ten nadeele van Milly Raven. Het is een vrouw, die ik ten zeerste res pecteer en waarmee ik op zeer vriend- schappelijken voet verkeer." „Op al te vriendschappelijken voet.'2 „Het staat niet aan u dat 'te beoordee- len." „Kom, kom, mijnheer De Weerden, wij zijn geen kinderenMaar laat ik geen woorden verspillen, u bent natuurlijk voor goeden raad niet vatbaar. Overigens, zij is het type van een gevaarlijke vrouw. Al leen had ik verondersteld, dat u voor vrou- wencoquetterie immuun zou zijn, maar ik heb u te hoog aangeslagen." „Ik verbied u op deze wijze voort to gaan." „Ons vriendschapelijk onderhoud zal du ren zoolang als ik dat verkies. Het feit, dat u nog geheel onder den invloed bent van de scboone paardrijdeter, bewijst, dat zij de kunst mannen aan zich te binden, volkomen verstaat. Vermoedelijk heeft zij u veel beloofd, maar nog niets gegeven." Die sleek zat. De Weerden vloog in de hoogte alsof hij door een wesp gestoken was. Trouwens, zij kan u niets anders geven dan ersatz, of misschien een korten roes," ging Arthur onverbiddelijk voort. „Ik begrijp niet, dat ik u nog langer "aanhoor." „Ik wél, to bent veel te nieuwsgierig haar wat ilc u nog meer te vertellen heb." Dë Weerden dwong zich tot kalmte, al lien aan de gezwollen aderen op zijn voor hoofd kon ik bemerken hoe hevig de wer king van Arthurs woorden was, die als zweepslagen moesten neerkomen. Diep in mij gevoelde ik toch wel cenig medelijdon met den jongen man. Hij was verliefd, doedel ijk verliefd. Was hij du3 wel geheel toerekenbaar? In allen gevalle was het een verzachtende omstandigheid. Althans ini mijn oogen, de oog en van een vrouw. Ar thur scheen eer geneigd het te beschouwen als een onvergeeflijke zwakheid. „Of de belooning, welke zij u ooit zou kunnen geven, opweegt tegen al de misda den, die u bedreven heeft, meen ik te moe ten betwijfelen. Maar laat ik uw geduld niet langer dan noodig is op de proef stellen. Ik ga dus voort met mijn requisi toir. Ik beschuldig u van moord op baron Lucius, welke uw mededinger was. Ook bent urnede verantwoordelijk voor den aan slag, die vannacht op mij persoonlijk li gepleegd. Ten slotte bent u de schrijveiï van een tweetal briefjes, welke zijn onder- teckend met eon doodshoofd en ik vergat nog u er aan te herinneren, dat ook' de dood van den heer Van Molen gedeeltelijk op uw rekening komt. Het ligt niet u»' maar aan de hartkwaal, waaraan hij leed, dat het niet geheel het» geval is geweest.'1 De Weerden had zijn aanvankelijke kalm te geheel herwonnen. Hij stak een sigaret op uit zijn eigen koker en zeide, terwijl bij den rock voor zich uitblies „En mag ik nu de bewijzen vernemen, dié u ongetwijfeld heeft verzameld, ten eind© uw fraai ineengezet verbaal te kunnen sta»» ven?" Hier lag ons zwakke punt verscholen en ik was hoogst benieuwd wat Arthur Op, deze vraag zou antwoorden. vvv i rv t v (Wordl vervolgai» j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5