Honi
Pud
(Het Besluit
AGENDA VAN DE WEEK.
Begrafenis- Onderneming
KEERËWEER
Net Land der duizend Meren.
BUITENLAND.
Maandag.
„Zomerzorg": Wcldadigheidsuitvoering
voor het Sanatoriumfonds Ned. Verb, van
Ziekenkassen aid. Leiden. 8 uur.
Dagelijks:
Apollo-theater", OranjegracEt 4012:
Voorstellingen to 8 uur.
'a Woensdags en *s Zaterdags matinées te
S en te 6 uur.
„Casino-bioscoop'1, Hoogewoerd: Voor
stellingen te 8 uur.
Woensdag- en Zaterdagnamiddag van t
tot 4 uur kinder- en familio-matinée.
„Luior-Thealer", StationswegBioscoop- en
Variété-voorstellingen. Dagelijks te 8 uur.
Woensdags en 's Zaterdags malinêe te
S unr.
Rondvaart over de Meren, weekdagen
12 uur van de Beestenmarkt en 's Zondags
balféén van de Zijlpoort.
Den Haag, „Scala": Specialiteiten.
8 uur.
De apotheek van „Hulp der Mensch-
heid", Hooigracht 48 is altijd geopend, doch
alleen voor leden van dat Ziekenfonds.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 13 Aug. tot
en met Zondag 19 Aug. waargenomen door
de apotheken der heereuG- H. Blanken,
Hoogewoerd 171, tel. 602 en P. du Croix,
Rapenburg 9, tel. 807.
RECLAME.
RECLAME.
CREMATIE, AUTO-TRANSPORT
OPGERICHT 18T1
AALMARKT 10 TELEF. 801
7797
door Iwee chauffeurs en een handlanger on
verwachts beetgepakt en van 1800 gulden en
200.000 mark beroofd. De chauffeurs zijn
door de Rotlerdamsche recherche aangehou
den.
Een timmermansknecht is
gisteren van den zolder van het gebouw
„Sleenrotse", te Middelburg, op de binnen
plaats gevallen en aan een dientengevolge
bekomen schedelbreuk overleden.
In het gehucht ltansd a al, bij
Klimmen (L.), is een groote boerderij, toe-
behoorende aan de weduwe Eussen, door
den bliksem getroffen en in vlammen opge
gaan. Twee belendende boerderijen, waar
van een kleine, toebehoorende aan Wint-
hagen en bewoond door den landbouwer
Vroomen, en een grootcro, toebehoorende
aan Lechuizcn, werden eveneens door bet
vuur aangetast. Het vuur kou niet bestro-
don worden en deze woningen verbrandden
eveneens. Een paar paarden, die zich in Je
schuur bevonden, konden gered worden.
Enkele varkens cn wat klein vee kwam in
do vlammen om. Het grootste deel der meu
belen verbrandde. Do daklooze gezinnen
lijn in concertzalen te Bansdaa) onderge
bracht.
Het ongeluk bij Lourdes. De
familie van den heer Kuypers, te Haarlem,
heeft van het Ministerie van Buitenlandsche
Zaken bericht ontvangen, dat hij spoedig
naar Nederland hoopt terug te keeren. Zijn
wonden zijn niet van ernsligen aard, aldus
het bericht.
Bij de Nederlandsche Reisvereeniging is
een telegram ontvangen van den Nederland-
schen consul te Bayonne, thans te Luz ver
blijvende, in welktelegiam wordt gemeld
Twee lijken alsnog gevonden; voorzie on
mogelijkheid te idenlificccrcn, maar gevon
den voorwerpen zulten familie in staat stel
len te herkennen. Wij bereiden de formali
teiten voor van de overbrenging naar Neder
land. Alle handelingen zijn toevertrouwd aan
een begrafenismaalschappij uit Tarbes. Het
schijnt mij noodzakelijk, een gedelegeerde te
zenden tot samenwerking.
Ifavas seint uit St. Sauveur
Alle thans opgehaalde lijken waren vrijwel
naakt, daar de sterke stroom de kleeren mee-
gerukt heelt. Men heeft het lijk van den
chauffeur ontdekt, vastgehaakt aan hel stuur
van de auto. Het bergen van de lijken wordt
voortgezet De overlevende Kuypers is weer
geheel gezond naar Lourdes vertrokken. Hij
herhaalde zijn eerste verklaringen, waaraan
hij toevoegde, dat hij herhaaldelijk had op
gemerkt, dat de chauffeur te hard reed. Vol
gens Kuypers zou de auto een snelheid van
60 K M. per uur hebben gereden, loen het
ongeluk gebeurde, maar scheen de chauffeur
zijn wagen toen al niet meer meester. Op het
oogenblik remde dc chauffeur, die hel gevaar
inzag, zoo hard, dat de wagen een vollen slag
omdraaide en achteruit in den afgrond
stortte.
De heer Kuypers houdt vol, dat hij zijn
redding alleen te danken heeft aan de plaats,
die hij innam, achter den chauffeur. De
schok ten gevolge van het opwippen van de
auto maakte, dat hij een werkelijke „looping
the loop" maakte. Hij viel in een boschje
jeneverstruiken, dat den val brak, en stortte
toen in den stroom, waar een draaikolk hem
op het rotsblok wierp, waarvan hij ten slotte
gered is
Twee heerenbevindenzich
voor een poortje, waarboven zich de cijfers
MDCCCXCVH bevinden.
A „Wat beteekent dat
H „Achttienhonderd zeven en negentig."
A „Zeg, vindt jij ook niet, dat ze die ver
eenvoudiging in de spelling wat overdrijf
Ten 7" j -
vanUwmaaltijdzij steeds
een Honig's Pudding.
Door zijn fabriceering
met Honig's Maizena
algemeen erkend als de
fijnste.
Reisbrieven uit Finland*
(Nadruk verboden),
VI.
a/b. S.S. „Imalra- II".
Zoo heb ik dan eindelijk een hoekje van
nog wel niet het duizend-jarig, maar
dan toch wel van het duizend-merig
Vrederijk gezien, 'n Avond, 'n nacht en
daarna nog weer 'n halven dag ben ik,
haast aan-één-sluk, gevaren door het groo
te doolhof der Finsche meren, door 'n laby
rint van eilandjes. Als ik op de kaart na
zoek, welke route ik in die bijna vier en
twintig uren heb afgelegd, dan is dat nog
maar 'n miniatuur-klein gedeelte van het
heele Finsche merengebied, maar zelfs van
dit kleine hoekje waterwereld heb ik al een
indruk van een onmetelijk rijk van stilte
en eenzaamheid .Een stuk aard-oppervlak
te, van de wereld als afgestorven; een na
tuurmonument, waarbij onze Ilollandsche
bosschen en onze Hollandsche plassen nog
„bewoonde" werelden zijn: één onafzien
bare watervlakte, van den éénen horizont
tot den andere, met overal slechts even
boven water uitstekende stukken land,
eilanden van lage rotsen met pijnboomen
begroeid, alsof al deze door water omspoel
de bosschen toppen van bergen waren, die,
na een cataslrophalen zondvloed, nog net
even boven het water zijn blijven uitste
ken. Al wat levend wezen is, schijnt, als
overvallen door een plotselinge overslroo-
ming, uit deze streken haastig te zijn weg
gevlucht en waar nog iets is achtergelaten,
dat met menschelijk beslaan in verband te
brengen zou zijn een kudde koeien, die
verzadigd den avond staat te verdroomen
op de glooiing van het groene gras aan den
oeverkant, of wel een grijs-kleurige land
weg, waarvan de karresporen, komend uit
donker sparrebosch, uitloopen op een ver
laten houten steiger wordt een vaag ver
moeden gewekt, dat daar ergens, midden
op 't eiland, in 't bosch verborgen, nog wel
een eenzame hoeve zal staan, 'n boerenerf
van lage, mouten woonsteden met schuren
en veestallen en met, uren in het rond,
geen andere hofstede tot buur. Geen dorp
en geen gehucht, geen villa's noch hotels
zooals aan de Zwilsersche en Italiaansche
meren geen oeverwegen, waarlangs men
auto's en spoortreinen ziet snorren, geen fa-
brieks-schoorsleen en zelfs, hoe men met
een kijker den omtrek ook afzoekt, geen
kerkspits niets wat aan menschelijk le
ven, niets wat aan maatschappelijk verkeer
herinnert, stoort hier de verlatenheid en de
ongereptheid der natuur Dat is het groote
verschil tusschen de meren in de onmiddel
lijke omgeving van Helsingfors en die van
het binnenland van Finland: die bij Hel
singfors zijn kleiner, lillipulterig vergele
ken bij deze als het Saïma-meer, genoege-
lijke vijvertjes met hier en daar zelfs over
bruggingen van het eene eilandje naar het
andere. En alles een en al leven en bewe
ging en menschelijk vertier. De eilandjes
aangelegd als wandelpark of als uitspan
ningsterrein met, op de mooiste plekjes,
riante restauraties en pittoreske hotels cf
wel ingericht als villapark, zelfs als dieren
tuin en openlucht-museum. En op het wa
ter zelf een zig-zag-lijning van motor
bootjes en zeiljachten, van veerbootjes en
roeischuiten en overal langs de oevers
menschèn, menschen her en der, wande
laars, zwemmers, families die pic-nicken
en kinderen die pootjes baden. Maar over
het onmetelijk complex van meren en
eilanden, van tienduizenden meren en nog
grooter aantal eilanden, dat zich uitstrekt
in het midden van Finland, van Lappeen-
ranla tol SU Michel en van St. Michel tot
Nyslolt en van Nyslott noordelijk naar
Kuopio en oostelijk naar Joensuu en dan
weer westelijk tot Jyvaskylü en van
Jyviiskyla zuidelijk tot Lahti en van Lahli
weer westelijk tot Tammersfors, het nijvere
fabriekscentrum, het „Manchester" van
Finland over heel dit meren-rijk met
zijn duizend-voudigen archipel ligt iels
onzegbaar geheimzinnigs, het onver
klaarbaar angstwekkende van een zware
zonsverduistering en men kan zich
de eerste uren moeilijk losmaken van de
gedachte, dat deze streek, nog-maar eerst
kort geleden, het slachtoffer geweest moet
zijn van een ontzettende natuur-ramp, 'een
alles verdelgende overstrooming en dat on
der het water, waarover wij voorzichtig
varen met telkens kleine koers-veranderin-
gen, nu eens midden tusschen de eilanden
door, dan weer zoo dicht lange den oever,
dat we de coniferen cd de heesters in het
water weerspiegelend zich zien verfijnen
dat onder water, in diepe valleien nog de
restes moeten liggen van eenmaal bloeiende
dorpen en steden, waarvan de namen in
schuchtere vreeze door het landvolk' slecht3
aarzelend zullen worden genoemd. En men
voelt het eigenlijk als iets ongepasts, dab
do kleine stoomboot vol nieuwsgierige men
schen, die onbescheiden door kijkers staan
te gluren en elkaar met den vinger de lijnen
der glijdendó heuvelen staan aan te wijzen,
zoo maar brutaal-weg hier do stilte komt
storen en met zijn boeg en rijn schroefwen-
teling het water in driftige beroering brengt
zoodat do snelle golven klotsend tegen de
lage oeverranden gaan stormloopen. En de
heldere slagen van de scheepsbel gaan met
ont-stellend-hard geluid door de avond-stilte,
als braken zij de kristallen stolp, ijl en fijn,
van den zacht getintcn avondhemel. En zóo
verlaten is de streek van alle leven en zóo
onbewogen zijn de omtrekken der stille,
donkere bosschen en zóo roerloos liggen de
zilverglanzende lijnen van de oevers, dat,
als plotseling van uit pa/rel-grijs verschiet
een grooto vogel komt aanvliegen en boven
onze hoofden zwenkend, zwierig neerstrijkt
aan den kant van 't water, dit voor de rei
zigers baast eën evenement is en de klare
schal van een vlugge, voorzichtige merel
klinkt in deze eenzaamheid als de klokslag
van. tijd en eeuwigheid, als het onverwacht,
wegbrokkelen van iets dat met liet leven
heeft afgedaan
En toch, als die eerste uren van beklem
ming voorbij zijn, als de eenzaamheid ons
vertrouwd gemaakt heeft met haar gehei
men, die geen geheimen zijn, met haar stil
te, die toch zoo vol is van geluiden, hoe
komt dan al spoedig de gedachte boven
wat moet het hier heerlijk zijn te leven
voor wie de ruimte en den breeden zwaai
van het water liefheeft. Hier zou men, als
een moderne Robinson Grusoë, met een paar
goede vrienden alléén willen zijn op een
zeiljacht, om die prachtige eenzaamheden
te doorkruisen en gastvrijheid te vragen
op een dier verscholen hoeven, waaï de
eilandbewoners in schaarsch contact met
do buitenwereld, hun eigen leven maken
in overeenstemming met de hen omringende
natuur. Hier zou men, den lieven langen
dag, den jubel van het leven willen genieten
als over de wijde, kristallijnen watervloeden
de zonnelach tintelt in een heerlijke glorie
van louter straling van goud op blauw. Hier
zou men, moe van het zonnelicht en van
wijde verten, de avonden willen vermijme-
iren, als na het ondergaan der zon over het
landschap ik weet niet welke vreemde me
lancholie zijn waas van hemelvrede weeft.
Voor Hollandsche lezers behoef ik niet ui';
te weiden over wat ütl wisseling van stem
mingen, wat &1 wondere verscheidenheid
van indrukken, wat al stille mijmeringen
en felle fantasieën een dagenlang verblijf
op het water, aan eenzame oevers en onder
hooge luchten, aan ons gemoedsleven
schenkt. Hier ondervindt men dat alles, hier
ondergéé-t men dat alles in grootschere afme
tingen, waar de wereld schijnt te zijn weg
gestorven en de eenzaamheid de diepte
heeft van een eindeloosheid. In het wonder
van. een prachtigen zomeravond op deze
meren-vaart heb ik voor eeuwig heimwee
geleerd en ik k&n me begrijpen hoe zulko
avondstonden in deze omgeving in do ziel
van het Finsche volk gelegd hebben
de felle aanhankelijkheid aan het eigen
huis, hoe armzalig het ook geweest
moge zijn, de hartstochtelijke liefde
voor het eigen land, hoe schraal en
hard de grond ook was, het koesterend ge
voel voor het eigen zijn, hoe moeilijk de strijd
om het bestaan, juist hier, alle eeuwen door,
lot op den huidigen dag loe is gebleven:
„Lieblich schmeckt das Brot der Heimnlb,
Selbst wenn Spreu darunler ware,
Doch des Fremten Brot ist bitter,
War's mil Butter auch geslrichen,
O! du heiszgelieble Heimalhl
Schone Zeit im EHernhausc."
In het licht en de kleuren der Finsche me
ren liggen wonderen van schoonheid beslo
ten. De heele boot-reis is er dan ook op in
gericht om de meren op hun mooist te kun
nen zien: bij stervend avondlicht, in den
bleeken schemer van witten zomernacht en
in de schuchtere blozmg van vroegen dage
raad. Als men één of twee dagen vertoefd
heeft in de omgeving van de romantische
Imatra met zijn heuvelrotsen cn den schui
menden stortvloed, waar men, na elke wan
deling, toch weer even terugkeert, al9 ver
wachtte men er een wonder gebeuren gaat
men tegen den middag naar Vuoksenniska
met een genoegelijk boemeltreintje, of zooals
wij, in den bagage-wagen van een goederen
trein, omdat de personentrein nog wel een
uurtje op zich zou laten wachten, en de voor
komende oude heer, die het stationnetje Ima-
fra onder zijn landelijke bevelen heeft, den
vreemden reizigers het nerveuze wachten op
een trein, die te laat is, goederentieren wilde
besparen. Na een minuut of tien sporens
komt men dan wel aan den oever van het
Saïma-meer en daar ligt, vlak tegenover het
station, het stoombootje gereed, waarmede
men omstreeks half zes de kruisvaart over de
meren begint. De boot is klein van afmeting
veel kleiner b.v. dan de Alkmaarder
Packet of de Rijnbooten van Rotterdam naar
Mannheim maar knus ingericht met een
smal promenade-dekje aan weerszijden van
de bovendekshutten, met twee boven elkaar
liggende couchetten, waar men, 's nachts,
zich wel ter ruste vlijen, maar niet slapen
kan, wijl de waarschuwingsbei van de com
mando-brug naar de machinekamer minstens
elke tien minuten zich aan een veel te luid
burengerucht te buiten gaat. Een gezellig
roefje dient tot miniatuur-eetzaaltje, maar
wat bet salonnetje aan oppervlakte te kort
schiet vergoedt het menu ruimschoots aan
omvang. Als het diner afgeloopen is, zoekt
ieder in een gemakkelijk fauteuiltje zich een
plaats vóór zijn hut en men zit er genoege
lijk thee te drinken, als in zijn veranda
thuis.
Bij Eet stiller wordei van den avond
gaat nu de vaart over de meren, een rustig
evenwichtig glijden over blauwe wateren,
terwijl telkens een eiland nadert en weer
verdwijnt, een boomengroep komt aan-
donkeren tegen den violetten hemel om da
delijk daarna weer de .wijde, wijde water
vlakte vrij le laten, met aan de verre "..im
wegwazende heuvels, en, boven dat ailes
de immense luchten, vol van een baast
tastbare melancholie. En zoo gaat de vaart
uren achtereen voort, want de avond gaat
hier in het Noorden ongemerkt over in den
nacht, die glanzen blijft van wonderlijk
licht en de aandacht verflauwt niet en het
genieten gaat ongehoord verder, omdat cr
telkens andere vormen, andere kleuren,
andere belichting, andere contouren zijn;
andere schoonheden, mijlen en mijlen mis
schien wel van elkaar verwijderd, maar
die zich samenweven tot een atmosfeer van
vredigheid, klaar, glanzend, heerlijk een
voudig en heilig blank. Bij de meeste van
de vele eilandjes wordt even de oever gena
derd en een paar seconden maar ligt
dan de boot aan een ruw houten steiger:
een visschersman met verweerd gelaat
roept een paar onverstaanbare woorden;
een boerenvrouw, den witten doek om het
hoofd, gaat aan wal; tinnen melkbussen
worden aan boord gedragen, en haast onge
merkt glijdt de boot weer verder over een
vloeiende witheid, van mat overgloord wa
ter, dat aarzelend te zilveren begint. Zoo,
van steiger tot steiger vervolgt de boot zijn
kronkelende vaart door den nacht, en als
een geheimzinnige zeldzaamheid passeert
dan soms wel eens het zwarte silhouet van
een schip, hoog met hout opgetast.
Na een rust in de enge, donker gemaakte
slaaphut ziet men dan, den volgenden och
tend vroeg, weer nog steeds hetzelfde land
schap, maar nu in het frissche licht van den
jongen morgen. En als het dan een Zondag
ochtend is. kan men nog net 't eigenaardig
schouwspel meemaken, dat men de „Kcrk-
boot" te zien krijgt, de reusachtige roeiboot
met soni9 wel meer dan veertig man aan dc
riemen, die eiland na eiland de kerkgan
gers mannen en vrouwen komt afha
len om hen te brengen, devotelijk, naar het
éénige dorpskerkje, uren, uren ver in het
ronde.
Omstreeks- acht uur in den morgen komt
er verandering in het landschap; hier en
daar slaan langs de oevers grauwe hutten,
die bewoond blijken; dan opeens een hout
zagerij met stapels gekloofde boomstammen
weer een eind verder een complex van vis-
scherswoningen, waar bruine nelten in de
zon le drogen hangen, tot eindelijk, boven
een warreling van daken, een kerktoren rijst
en het sombere silhouet van een oud fort
met zware torens. Wij naderen Nyslott, of
de meeste steden hebben een Finschen en
een Zweedschen naam zooals het op zijn
Finsch heet: Savonlinna. Hier zullen wij
voor enkele uren aan land gaan; maar straks
gaat de vaart weer verder, over weer andere
meren en langs weer andere eilanden, naar
het louristcn-centrum van dit wondere wa
terrijk: Punkaharjul
W. GRAADT VAN ROGGEN.
Duitsche vertaling van een der Meisjes-
liederen uit de verzameling oudste Finsche
volkslyriek: de Kantelelar. In tijden van hon
gersnood, die zich herhaaldelijk in de ge
schiedenis van Finland hebben voorgedaan,
werd tot een zeer hoog percentage het meel
voor brood vermengd met den bast van ber
ken. In het Nalionaalmuseum te Helsingfors
heelt men van dit nood-brood nog enkele
exemplaren.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
Uit Engeland blijven meer gunstige be
richten komen. Reuter spreekt zelfs van
„getemperd optimisme". Dit omdat men
weer hoop heeft op een grondslag voor een
overeenstemming met Frankrijk.
Volgens sommige inlichtingen zou de
Fransche regeering in beginsel het denk
beeld aanvaarden om de entruiming van
het Roergebied le bespoedigen en daarmee
zelfs beginnen onmiddellijk na het sluiten
eener algemeene regeling betreffende de
schadevergoedingen, indien een andere mo
gendheid haar waarborg zou verleenen aan
de Fransche schuldvorderingen op Duilsch-
land of indien deze waarborg op onbetwist
bare en reëele wijze zou kunnen worden
gevestigd onder cautie van de Engelsche of
Amerikaansche regeering.
Zou inderdaad dan in Frankrijk een
zwenking intreden? Zoolang het niet offi
cieel bevestigd is, blijven wij wantrouwig
tegenover dit optimisme staanna de be-
sliste uitspraken van Poincaré zal men ons
dat niet euvel kunnen duiden.
Het schijnt, dat Frankrijk en België weer
ieder afzonderlijk de laatste Engelsche nota
zullen beantwoorden, zij het ook, na eerst
weer met elkaar overleg le hebben gepleegd.
De Fransche gezant le Londen is Ihans
te Parijs en had een onderhoud met Poin
caré om hem op de hoogte te brengen van
de Engelsche toestanden en meeningen.
Voor eind volgende week zal men echter
de antwoorden der Roer-bezetters wel niet
mogen verwachten.
De financieele druk doet zich zoowel in
Frankrijk als België gelden
Aan de maatregelen in het Roergebied
zou men echter niet zeggen, dat er kans op
ontspanning is, naar uit Londen wordt voor
gesteld. De verlenging van de sluiting tus
schen bezet en onbezet gebied is een straf
maatregel voor de aanslagen le Dusseldorf,
Essen en Dortmund en zal duren tot 31
Augustus.
Een boete van drie milliard mark werd
opgelegd aan de stad Duisburg wegens den
moord, den 30en Juni gepleegd op drie ver
lofgangers.
De Franschen hebben het station Essen—
Ruetlenscheit bezet. Naar het schijnt, zal
het baanvak EssenRuetlenscheitMul-
heimHeissen gemilitariseerd worden.
De mijndircctie te Dortmund is ook door
de Franschen bezet.
De communisten blijven zich hier en
daar roeren. De mijnwerkersbonden waar
schuwen in een oproep de mijnwerkers om
zich niet door d«-communisten en andere
radikale elementen tot onbezonnen daden
te laten meesleuren. Algemeene staking en
lijdelijk verzet in de eigen mijnen vergroo-
ten den noodtoestand van de mijnwerkers
en maken een verbetering onmogelijk. Zij
verzwakken den afweerstrijd tegenover het
buitenlandsche militairisme en brengen de
Duitsche republiek in gevaar, zoo heet het
daarin.
Te Datlen zijn eenige politiemannen
zwaar gewond, toen communisten het stad
huis bestormden en een wethouder in ean
margarineval stopten en zoo meenamen.
Woensdagmorgen marcheerde een bende
slroopers, ongeveer vijfhonderd man sterkt
uit de richting Goch Kleef binnen. Het wa
ren in hoofdzaak communisten, waarbij
zich een menigte opgeschoten jongens hatL
den gevoegd. Ook waren er vrouwen en
kinderen in den troep. Men trok op naar
de Grosze Strasse waar een aanyal werd
gedaan op het kleedingmagazijn Weyler.
De groote spiegelruit werd stukgeslagen
en door de gemaakte opening drongen de
belhamels den winkel binnen en begonnen
alle goederen die zij vonden op straat te
werpen. Toen de winkel beneden leegge
haald was, trok men naar boven, waar
men op dezelfde wijze te werk ging.
Op straat heerschle intusschen de groot
ste verwarring. Uit alle hoeken en galen
was intusschen het Kleelsche grauw op
komen dagen en leverde formeele gevech
ten met de slroopers om den buit. Hon
derden burgers die waren toegestroomd
keken bij dit schouwspel toe. Het tiental
politieagenten arresteerde een paar plun
deraars, doch stond verder machteloos
tegenover de menigte. De Belgische solda
ten traden niet op.
Toen de winkel leeggehaald was, trok
men naar de Marklstrasse, waar een paar
zaken hetzelfde lot ondergingen. Vervol
gens verlieten zij de stad weer.
Gistermorgen kwamen zij wederom op
dagen en richtten enorme schade aan. Een
deel der buitgemaakte goederen werd da
delijk ver onder den prijs verkocht. De
stemming in de stad is buitengewoon
zenuwachtig.
De Commissie van Horstel heeft zich lot
de Duitsche regeering gewend om inlich
tingen in zake de nieuw uit le geven goud-
leening. |0e Commissie handhaaft tegen-
over de inschrijvers haar prioriteitsrecht op
de bronnen van inkomsten van Duilschland
voor zoover deze voor den dienst dezer lee
ning worden bestemd; in het bijzonder nu
Duitschland in gebreke is gebleven zijn
periodieke betalingen voor het herstel le
doen.
BELGIE.
Op 82-jarigen leeftijd is te Brussel over
leden het oudste lid van den Senaat mgr.,
Keesen, huis-prelaat van den Paus 30 jaar
was hij senator.
DUITSCHLAND.
Do toestand blijft zich allerwege verbete-i
ren. De stakingen zijn vrijwel geëindigd en
de rust is teruggekeerd. De prijg van het
distributievrijo brood is van 240.000 tot
200.000 mark verlaagd, doch de prijzen van
vet cn vleesch zijn weer gestegen.
De -regeeringspartijen lidbben bij den.
Rijksdag een interpellatie ingediend,
in zij vragen wat -de rijfcsregeerftlg-denkt t«
doen om do rechten dor Duitschers in Po
len, die in hert verdrag van Versailles zijn
omschreven, te waarborgen. In utrijd met
deze rechten toch worden de Duitschers in
Polen onderdrukt en komen er vele gevat
len van uitzetting en ontslag van beambten
en» arbeiders voor. Tengevolge daarvan heb
ben reeds sneer dan 600.000 Duitschers Po
len verlaten.
FRANKRITK.
Er dreigde reeds maanden, gelijk wi
meedeelden, een tariefoorlog tusschen
Frankrijk en Spanje. Het kwam echter tot
een tijdelijk accoord tuschen Madrid en
Parijs op grondslag van den status quo.
Thans echter wil Frankrijk opnieuw hooge
rechten op de Spaansche wijnen gaan hef
fen en in Spanje heerscht daarover groote
opwinding, zoodat de regeering heeft moe
ien verklaren, dat zij desnoods het douane
tarief zal herzien en het tarief voor alle;
uit Frankrijk ingevoerde artikelen verhoo-
gen zal.
ENGELAND.
Over de arrestatie van de Valera wordt
nog gemeld: Nauwelijks was hij zijn rede
begonnen of er werd plotseling geroepen:
„De soldalen komen 1"
Inderdaad waren zij in aantocht en even
na den waarschuwenden kreet was de ver
hooging al omsingeld. De troepen losten een
paar salvo's, echter over de hoofden der me-,
nigle, en maakten zich toen meester van
den leider. De consternatie was ongelooflijk.
Vrouwen gilden ol vielen flauw; en een
oogenblik later namen de ca. 1500 aanhan
gers van de Valera, die hem kort le voren
met wilde toejuichingen hadden begroet,
naar alle kanten de wijk. Bij het eerste schot
had de Valera zich languit op de planken
geworpen. Dit verhoogde nog de opwinding,
want zijn vrienden meenden, dat hij door
een kogel geraakt was. Dit bleek echter on
juist ie wezen. Het pleintje was vrijwel leeg
toen de Valera werd weggebracht, maar ,in
alle straten, die hij door kwam, juichte men
hem uit de woningen loe. De weinige men
schen, die zich op straat bevonden werden
met de bajonet op een afstand gehoudm;
en telkens wanneer het geschreeuw uit de
huizen te luid werd, antwoordden de sol
dalen met weer een salvo.
In heel Ierland heeft dit ingrijpen door
de regeeringstroepen in de verkiezingscam
pagne verbazing gewekt; men had algemeen
gedacht, dat de autoriteiten de Valera onge
hinderd zijn .verkiezingspropaganda zouden
laten voeren, ofschoon, in den aanvang van
het jaar de minister van binnenlandsche
zaken van den Ierschen Vrijstaat reeds had
le verstaan gegeven, dat er tegen de Valer,
krachtdadig zou worden opgetreden.
Men weet, dat de Valera eerst legen de
Engelschen later tegen de Ieren, die zich
met de Engelschen wilden verstaan tot een
vergelijk, tot het uiterste heeft gestreden,
en tenslotte enkel voor de overmacht is gs*
zwicht. Werkelijk verzoend met den
stand zooals die thans is geworden, is htf
feitelijk nooit.