Honi Pud (Het Besluit AGENDA VAN DE WEEK. Begrafenis- Onderneming KEERËWEER Net Land der duizend Meren. BUITENLAND. Maandag. „Zomerzorg": Wcldadigheidsuitvoering voor het Sanatoriumfonds Ned. Verb, van Ziekenkassen aid. Leiden. 8 uur. Dagelijks: Apollo-theater", OranjegracEt 4012: Voorstellingen to 8 uur. 'a Woensdags en *s Zaterdags matinées te S en te 6 uur. „Casino-bioscoop'1, Hoogewoerd: Voor stellingen te 8 uur. Woensdag- en Zaterdagnamiddag van t tot 4 uur kinder- en familio-matinée. „Luior-Thealer", StationswegBioscoop- en Variété-voorstellingen. Dagelijks te 8 uur. Woensdags en 's Zaterdags malinêe te S unr. Rondvaart over de Meren, weekdagen 12 uur van de Beestenmarkt en 's Zondags balféén van de Zijlpoort. Den Haag, „Scala": Specialiteiten. 8 uur. De apotheek van „Hulp der Mensch- heid", Hooigracht 48 is altijd geopend, doch alleen voor leden van dat Ziekenfonds. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 13 Aug. tot en met Zondag 19 Aug. waargenomen door de apotheken der heereuG- H. Blanken, Hoogewoerd 171, tel. 602 en P. du Croix, Rapenburg 9, tel. 807. RECLAME. RECLAME. CREMATIE, AUTO-TRANSPORT OPGERICHT 18T1 AALMARKT 10 TELEF. 801 7797 door Iwee chauffeurs en een handlanger on verwachts beetgepakt en van 1800 gulden en 200.000 mark beroofd. De chauffeurs zijn door de Rotlerdamsche recherche aangehou den. Een timmermansknecht is gisteren van den zolder van het gebouw „Sleenrotse", te Middelburg, op de binnen plaats gevallen en aan een dientengevolge bekomen schedelbreuk overleden. In het gehucht ltansd a al, bij Klimmen (L.), is een groote boerderij, toe- behoorende aan de weduwe Eussen, door den bliksem getroffen en in vlammen opge gaan. Twee belendende boerderijen, waar van een kleine, toebehoorende aan Wint- hagen en bewoond door den landbouwer Vroomen, en een grootcro, toebehoorende aan Lechuizcn, werden eveneens door bet vuur aangetast. Het vuur kou niet bestro- don worden en deze woningen verbrandden eveneens. Een paar paarden, die zich in Je schuur bevonden, konden gered worden. Enkele varkens cn wat klein vee kwam in do vlammen om. Het grootste deel der meu belen verbrandde. Do daklooze gezinnen lijn in concertzalen te Bansdaa) onderge bracht. Het ongeluk bij Lourdes. De familie van den heer Kuypers, te Haarlem, heeft van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken bericht ontvangen, dat hij spoedig naar Nederland hoopt terug te keeren. Zijn wonden zijn niet van ernsligen aard, aldus het bericht. Bij de Nederlandsche Reisvereeniging is een telegram ontvangen van den Nederland- schen consul te Bayonne, thans te Luz ver blijvende, in welktelegiam wordt gemeld Twee lijken alsnog gevonden; voorzie on mogelijkheid te idenlificccrcn, maar gevon den voorwerpen zulten familie in staat stel len te herkennen. Wij bereiden de formali teiten voor van de overbrenging naar Neder land. Alle handelingen zijn toevertrouwd aan een begrafenismaalschappij uit Tarbes. Het schijnt mij noodzakelijk, een gedelegeerde te zenden tot samenwerking. Ifavas seint uit St. Sauveur Alle thans opgehaalde lijken waren vrijwel naakt, daar de sterke stroom de kleeren mee- gerukt heelt. Men heeft het lijk van den chauffeur ontdekt, vastgehaakt aan hel stuur van de auto. Het bergen van de lijken wordt voortgezet De overlevende Kuypers is weer geheel gezond naar Lourdes vertrokken. Hij herhaalde zijn eerste verklaringen, waaraan hij toevoegde, dat hij herhaaldelijk had op gemerkt, dat de chauffeur te hard reed. Vol gens Kuypers zou de auto een snelheid van 60 K M. per uur hebben gereden, loen het ongeluk gebeurde, maar scheen de chauffeur zijn wagen toen al niet meer meester. Op het oogenblik remde dc chauffeur, die hel gevaar inzag, zoo hard, dat de wagen een vollen slag omdraaide en achteruit in den afgrond stortte. De heer Kuypers houdt vol, dat hij zijn redding alleen te danken heeft aan de plaats, die hij innam, achter den chauffeur. De schok ten gevolge van het opwippen van de auto maakte, dat hij een werkelijke „looping the loop" maakte. Hij viel in een boschje jeneverstruiken, dat den val brak, en stortte toen in den stroom, waar een draaikolk hem op het rotsblok wierp, waarvan hij ten slotte gered is Twee heerenbevindenzich voor een poortje, waarboven zich de cijfers MDCCCXCVH bevinden. A „Wat beteekent dat H „Achttienhonderd zeven en negentig." A „Zeg, vindt jij ook niet, dat ze die ver eenvoudiging in de spelling wat overdrijf Ten 7" j - vanUwmaaltijdzij steeds een Honig's Pudding. Door zijn fabriceering met Honig's Maizena algemeen erkend als de fijnste. Reisbrieven uit Finland* (Nadruk verboden), VI. a/b. S.S. „Imalra- II". Zoo heb ik dan eindelijk een hoekje van nog wel niet het duizend-jarig, maar dan toch wel van het duizend-merig Vrederijk gezien, 'n Avond, 'n nacht en daarna nog weer 'n halven dag ben ik, haast aan-één-sluk, gevaren door het groo te doolhof der Finsche meren, door 'n laby rint van eilandjes. Als ik op de kaart na zoek, welke route ik in die bijna vier en twintig uren heb afgelegd, dan is dat nog maar 'n miniatuur-klein gedeelte van het heele Finsche merengebied, maar zelfs van dit kleine hoekje waterwereld heb ik al een indruk van een onmetelijk rijk van stilte en eenzaamheid .Een stuk aard-oppervlak te, van de wereld als afgestorven; een na tuurmonument, waarbij onze Ilollandsche bosschen en onze Hollandsche plassen nog „bewoonde" werelden zijn: één onafzien bare watervlakte, van den éénen horizont tot den andere, met overal slechts even boven water uitstekende stukken land, eilanden van lage rotsen met pijnboomen begroeid, alsof al deze door water omspoel de bosschen toppen van bergen waren, die, na een cataslrophalen zondvloed, nog net even boven het water zijn blijven uitste ken. Al wat levend wezen is, schijnt, als overvallen door een plotselinge overslroo- ming, uit deze streken haastig te zijn weg gevlucht en waar nog iets is achtergelaten, dat met menschelijk beslaan in verband te brengen zou zijn een kudde koeien, die verzadigd den avond staat te verdroomen op de glooiing van het groene gras aan den oeverkant, of wel een grijs-kleurige land weg, waarvan de karresporen, komend uit donker sparrebosch, uitloopen op een ver laten houten steiger wordt een vaag ver moeden gewekt, dat daar ergens, midden op 't eiland, in 't bosch verborgen, nog wel een eenzame hoeve zal staan, 'n boerenerf van lage, mouten woonsteden met schuren en veestallen en met, uren in het rond, geen andere hofstede tot buur. Geen dorp en geen gehucht, geen villa's noch hotels zooals aan de Zwilsersche en Italiaansche meren geen oeverwegen, waarlangs men auto's en spoortreinen ziet snorren, geen fa- brieks-schoorsleen en zelfs, hoe men met een kijker den omtrek ook afzoekt, geen kerkspits niets wat aan menschelijk le ven, niets wat aan maatschappelijk verkeer herinnert, stoort hier de verlatenheid en de ongereptheid der natuur Dat is het groote verschil tusschen de meren in de onmiddel lijke omgeving van Helsingfors en die van het binnenland van Finland: die bij Hel singfors zijn kleiner, lillipulterig vergele ken bij deze als het Saïma-meer, genoege- lijke vijvertjes met hier en daar zelfs over bruggingen van het eene eilandje naar het andere. En alles een en al leven en bewe ging en menschelijk vertier. De eilandjes aangelegd als wandelpark of als uitspan ningsterrein met, op de mooiste plekjes, riante restauraties en pittoreske hotels cf wel ingericht als villapark, zelfs als dieren tuin en openlucht-museum. En op het wa ter zelf een zig-zag-lijning van motor bootjes en zeiljachten, van veerbootjes en roeischuiten en overal langs de oevers menschèn, menschen her en der, wande laars, zwemmers, families die pic-nicken en kinderen die pootjes baden. Maar over het onmetelijk complex van meren en eilanden, van tienduizenden meren en nog grooter aantal eilanden, dat zich uitstrekt in het midden van Finland, van Lappeen- ranla tol SU Michel en van St. Michel tot Nyslolt en van Nyslott noordelijk naar Kuopio en oostelijk naar Joensuu en dan weer westelijk tot Jyvaskylü en van Jyviiskyla zuidelijk tot Lahti en van Lahli weer westelijk tot Tammersfors, het nijvere fabriekscentrum, het „Manchester" van Finland over heel dit meren-rijk met zijn duizend-voudigen archipel ligt iels onzegbaar geheimzinnigs, het onver klaarbaar angstwekkende van een zware zonsverduistering en men kan zich de eerste uren moeilijk losmaken van de gedachte, dat deze streek, nog-maar eerst kort geleden, het slachtoffer geweest moet zijn van een ontzettende natuur-ramp, 'een alles verdelgende overstrooming en dat on der het water, waarover wij voorzichtig varen met telkens kleine koers-veranderin- gen, nu eens midden tusschen de eilanden door, dan weer zoo dicht lange den oever, dat we de coniferen cd de heesters in het water weerspiegelend zich zien verfijnen dat onder water, in diepe valleien nog de restes moeten liggen van eenmaal bloeiende dorpen en steden, waarvan de namen in schuchtere vreeze door het landvolk' slecht3 aarzelend zullen worden genoemd. En men voelt het eigenlijk als iets ongepasts, dab do kleine stoomboot vol nieuwsgierige men schen, die onbescheiden door kijkers staan te gluren en elkaar met den vinger de lijnen der glijdendó heuvelen staan aan te wijzen, zoo maar brutaal-weg hier do stilte komt storen en met zijn boeg en rijn schroefwen- teling het water in driftige beroering brengt zoodat do snelle golven klotsend tegen de lage oeverranden gaan stormloopen. En de heldere slagen van de scheepsbel gaan met ont-stellend-hard geluid door de avond-stilte, als braken zij de kristallen stolp, ijl en fijn, van den zacht getintcn avondhemel. En zóo verlaten is de streek van alle leven en zóo onbewogen zijn de omtrekken der stille, donkere bosschen en zóo roerloos liggen de zilverglanzende lijnen van de oevers, dat, als plotseling van uit pa/rel-grijs verschiet een grooto vogel komt aanvliegen en boven onze hoofden zwenkend, zwierig neerstrijkt aan den kant van 't water, dit voor de rei zigers baast eën evenement is en de klare schal van een vlugge, voorzichtige merel klinkt in deze eenzaamheid als de klokslag van. tijd en eeuwigheid, als het onverwacht, wegbrokkelen van iets dat met liet leven heeft afgedaan En toch, als die eerste uren van beklem ming voorbij zijn, als de eenzaamheid ons vertrouwd gemaakt heeft met haar gehei men, die geen geheimen zijn, met haar stil te, die toch zoo vol is van geluiden, hoe komt dan al spoedig de gedachte boven wat moet het hier heerlijk zijn te leven voor wie de ruimte en den breeden zwaai van het water liefheeft. Hier zou men, als een moderne Robinson Grusoë, met een paar goede vrienden alléén willen zijn op een zeiljacht, om die prachtige eenzaamheden te doorkruisen en gastvrijheid te vragen op een dier verscholen hoeven, waaï de eilandbewoners in schaarsch contact met do buitenwereld, hun eigen leven maken in overeenstemming met de hen omringende natuur. Hier zou men, den lieven langen dag, den jubel van het leven willen genieten als over de wijde, kristallijnen watervloeden de zonnelach tintelt in een heerlijke glorie van louter straling van goud op blauw. Hier zou men, moe van het zonnelicht en van wijde verten, de avonden willen vermijme- iren, als na het ondergaan der zon over het landschap ik weet niet welke vreemde me lancholie zijn waas van hemelvrede weeft. Voor Hollandsche lezers behoef ik niet ui'; te weiden over wat ütl wisseling van stem mingen, wat &1 wondere verscheidenheid van indrukken, wat al stille mijmeringen en felle fantasieën een dagenlang verblijf op het water, aan eenzame oevers en onder hooge luchten, aan ons gemoedsleven schenkt. Hier ondervindt men dat alles, hier ondergéé-t men dat alles in grootschere afme tingen, waar de wereld schijnt te zijn weg gestorven en de eenzaamheid de diepte heeft van een eindeloosheid. In het wonder van. een prachtigen zomeravond op deze meren-vaart heb ik voor eeuwig heimwee geleerd en ik k&n me begrijpen hoe zulko avondstonden in deze omgeving in do ziel van het Finsche volk gelegd hebben de felle aanhankelijkheid aan het eigen huis, hoe armzalig het ook geweest moge zijn, de hartstochtelijke liefde voor het eigen land, hoe schraal en hard de grond ook was, het koesterend ge voel voor het eigen zijn, hoe moeilijk de strijd om het bestaan, juist hier, alle eeuwen door, lot op den huidigen dag loe is gebleven: „Lieblich schmeckt das Brot der Heimnlb, Selbst wenn Spreu darunler ware, Doch des Fremten Brot ist bitter, War's mil Butter auch geslrichen, O! du heiszgelieble Heimalhl Schone Zeit im EHernhausc." In het licht en de kleuren der Finsche me ren liggen wonderen van schoonheid beslo ten. De heele boot-reis is er dan ook op in gericht om de meren op hun mooist te kun nen zien: bij stervend avondlicht, in den bleeken schemer van witten zomernacht en in de schuchtere blozmg van vroegen dage raad. Als men één of twee dagen vertoefd heeft in de omgeving van de romantische Imatra met zijn heuvelrotsen cn den schui menden stortvloed, waar men, na elke wan deling, toch weer even terugkeert, al9 ver wachtte men er een wonder gebeuren gaat men tegen den middag naar Vuoksenniska met een genoegelijk boemeltreintje, of zooals wij, in den bagage-wagen van een goederen trein, omdat de personentrein nog wel een uurtje op zich zou laten wachten, en de voor komende oude heer, die het stationnetje Ima- fra onder zijn landelijke bevelen heeft, den vreemden reizigers het nerveuze wachten op een trein, die te laat is, goederentieren wilde besparen. Na een minuut of tien sporens komt men dan wel aan den oever van het Saïma-meer en daar ligt, vlak tegenover het station, het stoombootje gereed, waarmede men omstreeks half zes de kruisvaart over de meren begint. De boot is klein van afmeting veel kleiner b.v. dan de Alkmaarder Packet of de Rijnbooten van Rotterdam naar Mannheim maar knus ingericht met een smal promenade-dekje aan weerszijden van de bovendekshutten, met twee boven elkaar liggende couchetten, waar men, 's nachts, zich wel ter ruste vlijen, maar niet slapen kan, wijl de waarschuwingsbei van de com mando-brug naar de machinekamer minstens elke tien minuten zich aan een veel te luid burengerucht te buiten gaat. Een gezellig roefje dient tot miniatuur-eetzaaltje, maar wat bet salonnetje aan oppervlakte te kort schiet vergoedt het menu ruimschoots aan omvang. Als het diner afgeloopen is, zoekt ieder in een gemakkelijk fauteuiltje zich een plaats vóór zijn hut en men zit er genoege lijk thee te drinken, als in zijn veranda thuis. Bij Eet stiller wordei van den avond gaat nu de vaart over de meren, een rustig evenwichtig glijden over blauwe wateren, terwijl telkens een eiland nadert en weer verdwijnt, een boomengroep komt aan- donkeren tegen den violetten hemel om da delijk daarna weer de .wijde, wijde water vlakte vrij le laten, met aan de verre "..im wegwazende heuvels, en, boven dat ailes de immense luchten, vol van een baast tastbare melancholie. En zoo gaat de vaart uren achtereen voort, want de avond gaat hier in het Noorden ongemerkt over in den nacht, die glanzen blijft van wonderlijk licht en de aandacht verflauwt niet en het genieten gaat ongehoord verder, omdat cr telkens andere vormen, andere kleuren, andere belichting, andere contouren zijn; andere schoonheden, mijlen en mijlen mis schien wel van elkaar verwijderd, maar die zich samenweven tot een atmosfeer van vredigheid, klaar, glanzend, heerlijk een voudig en heilig blank. Bij de meeste van de vele eilandjes wordt even de oever gena derd en een paar seconden maar ligt dan de boot aan een ruw houten steiger: een visschersman met verweerd gelaat roept een paar onverstaanbare woorden; een boerenvrouw, den witten doek om het hoofd, gaat aan wal; tinnen melkbussen worden aan boord gedragen, en haast onge merkt glijdt de boot weer verder over een vloeiende witheid, van mat overgloord wa ter, dat aarzelend te zilveren begint. Zoo, van steiger tot steiger vervolgt de boot zijn kronkelende vaart door den nacht, en als een geheimzinnige zeldzaamheid passeert dan soms wel eens het zwarte silhouet van een schip, hoog met hout opgetast. Na een rust in de enge, donker gemaakte slaaphut ziet men dan, den volgenden och tend vroeg, weer nog steeds hetzelfde land schap, maar nu in het frissche licht van den jongen morgen. En als het dan een Zondag ochtend is. kan men nog net 't eigenaardig schouwspel meemaken, dat men de „Kcrk- boot" te zien krijgt, de reusachtige roeiboot met soni9 wel meer dan veertig man aan dc riemen, die eiland na eiland de kerkgan gers mannen en vrouwen komt afha len om hen te brengen, devotelijk, naar het éénige dorpskerkje, uren, uren ver in het ronde. Omstreeks- acht uur in den morgen komt er verandering in het landschap; hier en daar slaan langs de oevers grauwe hutten, die bewoond blijken; dan opeens een hout zagerij met stapels gekloofde boomstammen weer een eind verder een complex van vis- scherswoningen, waar bruine nelten in de zon le drogen hangen, tot eindelijk, boven een warreling van daken, een kerktoren rijst en het sombere silhouet van een oud fort met zware torens. Wij naderen Nyslott, of de meeste steden hebben een Finschen en een Zweedschen naam zooals het op zijn Finsch heet: Savonlinna. Hier zullen wij voor enkele uren aan land gaan; maar straks gaat de vaart weer verder, over weer andere meren en langs weer andere eilanden, naar het louristcn-centrum van dit wondere wa terrijk: Punkaharjul W. GRAADT VAN ROGGEN. Duitsche vertaling van een der Meisjes- liederen uit de verzameling oudste Finsche volkslyriek: de Kantelelar. In tijden van hon gersnood, die zich herhaaldelijk in de ge schiedenis van Finland hebben voorgedaan, werd tot een zeer hoog percentage het meel voor brood vermengd met den bast van ber ken. In het Nalionaalmuseum te Helsingfors heelt men van dit nood-brood nog enkele exemplaren. DE ALGEMEENE TOESTAND. Uit Engeland blijven meer gunstige be richten komen. Reuter spreekt zelfs van „getemperd optimisme". Dit omdat men weer hoop heeft op een grondslag voor een overeenstemming met Frankrijk. Volgens sommige inlichtingen zou de Fransche regeering in beginsel het denk beeld aanvaarden om de entruiming van het Roergebied le bespoedigen en daarmee zelfs beginnen onmiddellijk na het sluiten eener algemeene regeling betreffende de schadevergoedingen, indien een andere mo gendheid haar waarborg zou verleenen aan de Fransche schuldvorderingen op Duilsch- land of indien deze waarborg op onbetwist bare en reëele wijze zou kunnen worden gevestigd onder cautie van de Engelsche of Amerikaansche regeering. Zou inderdaad dan in Frankrijk een zwenking intreden? Zoolang het niet offi cieel bevestigd is, blijven wij wantrouwig tegenover dit optimisme staanna de be- sliste uitspraken van Poincaré zal men ons dat niet euvel kunnen duiden. Het schijnt, dat Frankrijk en België weer ieder afzonderlijk de laatste Engelsche nota zullen beantwoorden, zij het ook, na eerst weer met elkaar overleg le hebben gepleegd. De Fransche gezant le Londen is Ihans te Parijs en had een onderhoud met Poin caré om hem op de hoogte te brengen van de Engelsche toestanden en meeningen. Voor eind volgende week zal men echter de antwoorden der Roer-bezetters wel niet mogen verwachten. De financieele druk doet zich zoowel in Frankrijk als België gelden Aan de maatregelen in het Roergebied zou men echter niet zeggen, dat er kans op ontspanning is, naar uit Londen wordt voor gesteld. De verlenging van de sluiting tus schen bezet en onbezet gebied is een straf maatregel voor de aanslagen le Dusseldorf, Essen en Dortmund en zal duren tot 31 Augustus. Een boete van drie milliard mark werd opgelegd aan de stad Duisburg wegens den moord, den 30en Juni gepleegd op drie ver lofgangers. De Franschen hebben het station Essen— Ruetlenscheit bezet. Naar het schijnt, zal het baanvak EssenRuetlenscheitMul- heimHeissen gemilitariseerd worden. De mijndircctie te Dortmund is ook door de Franschen bezet. De communisten blijven zich hier en daar roeren. De mijnwerkersbonden waar schuwen in een oproep de mijnwerkers om zich niet door d«-communisten en andere radikale elementen tot onbezonnen daden te laten meesleuren. Algemeene staking en lijdelijk verzet in de eigen mijnen vergroo- ten den noodtoestand van de mijnwerkers en maken een verbetering onmogelijk. Zij verzwakken den afweerstrijd tegenover het buitenlandsche militairisme en brengen de Duitsche republiek in gevaar, zoo heet het daarin. Te Datlen zijn eenige politiemannen zwaar gewond, toen communisten het stad huis bestormden en een wethouder in ean margarineval stopten en zoo meenamen. Woensdagmorgen marcheerde een bende slroopers, ongeveer vijfhonderd man sterkt uit de richting Goch Kleef binnen. Het wa ren in hoofdzaak communisten, waarbij zich een menigte opgeschoten jongens hatL den gevoegd. Ook waren er vrouwen en kinderen in den troep. Men trok op naar de Grosze Strasse waar een aanyal werd gedaan op het kleedingmagazijn Weyler. De groote spiegelruit werd stukgeslagen en door de gemaakte opening drongen de belhamels den winkel binnen en begonnen alle goederen die zij vonden op straat te werpen. Toen de winkel beneden leegge haald was, trok men naar boven, waar men op dezelfde wijze te werk ging. Op straat heerschle intusschen de groot ste verwarring. Uit alle hoeken en galen was intusschen het Kleelsche grauw op komen dagen en leverde formeele gevech ten met de slroopers om den buit. Hon derden burgers die waren toegestroomd keken bij dit schouwspel toe. Het tiental politieagenten arresteerde een paar plun deraars, doch stond verder machteloos tegenover de menigte. De Belgische solda ten traden niet op. Toen de winkel leeggehaald was, trok men naar de Marklstrasse, waar een paar zaken hetzelfde lot ondergingen. Vervol gens verlieten zij de stad weer. Gistermorgen kwamen zij wederom op dagen en richtten enorme schade aan. Een deel der buitgemaakte goederen werd da delijk ver onder den prijs verkocht. De stemming in de stad is buitengewoon zenuwachtig. De Commissie van Horstel heeft zich lot de Duitsche regeering gewend om inlich tingen in zake de nieuw uit le geven goud- leening. |0e Commissie handhaaft tegen- over de inschrijvers haar prioriteitsrecht op de bronnen van inkomsten van Duilschland voor zoover deze voor den dienst dezer lee ning worden bestemd; in het bijzonder nu Duitschland in gebreke is gebleven zijn periodieke betalingen voor het herstel le doen. BELGIE. Op 82-jarigen leeftijd is te Brussel over leden het oudste lid van den Senaat mgr., Keesen, huis-prelaat van den Paus 30 jaar was hij senator. DUITSCHLAND. Do toestand blijft zich allerwege verbete-i ren. De stakingen zijn vrijwel geëindigd en de rust is teruggekeerd. De prijg van het distributievrijo brood is van 240.000 tot 200.000 mark verlaagd, doch de prijzen van vet cn vleesch zijn weer gestegen. De -regeeringspartijen lidbben bij den. Rijksdag een interpellatie ingediend, in zij vragen wat -de rijfcsregeerftlg-denkt t« doen om do rechten dor Duitschers in Po len, die in hert verdrag van Versailles zijn omschreven, te waarborgen. In utrijd met deze rechten toch worden de Duitschers in Polen onderdrukt en komen er vele gevat len van uitzetting en ontslag van beambten en» arbeiders voor. Tengevolge daarvan heb ben reeds sneer dan 600.000 Duitschers Po len verlaten. FRANKRITK. Er dreigde reeds maanden, gelijk wi meedeelden, een tariefoorlog tusschen Frankrijk en Spanje. Het kwam echter tot een tijdelijk accoord tuschen Madrid en Parijs op grondslag van den status quo. Thans echter wil Frankrijk opnieuw hooge rechten op de Spaansche wijnen gaan hef fen en in Spanje heerscht daarover groote opwinding, zoodat de regeering heeft moe ien verklaren, dat zij desnoods het douane tarief zal herzien en het tarief voor alle; uit Frankrijk ingevoerde artikelen verhoo- gen zal. ENGELAND. Over de arrestatie van de Valera wordt nog gemeld: Nauwelijks was hij zijn rede begonnen of er werd plotseling geroepen: „De soldalen komen 1" Inderdaad waren zij in aantocht en even na den waarschuwenden kreet was de ver hooging al omsingeld. De troepen losten een paar salvo's, echter over de hoofden der me-, nigle, en maakten zich toen meester van den leider. De consternatie was ongelooflijk. Vrouwen gilden ol vielen flauw; en een oogenblik later namen de ca. 1500 aanhan gers van de Valera, die hem kort le voren met wilde toejuichingen hadden begroet, naar alle kanten de wijk. Bij het eerste schot had de Valera zich languit op de planken geworpen. Dit verhoogde nog de opwinding, want zijn vrienden meenden, dat hij door een kogel geraakt was. Dit bleek echter on juist ie wezen. Het pleintje was vrijwel leeg toen de Valera werd weggebracht, maar ,in alle straten, die hij door kwam, juichte men hem uit de woningen loe. De weinige men schen, die zich op straat bevonden werden met de bajonet op een afstand gehoudm; en telkens wanneer het geschreeuw uit de huizen te luid werd, antwoordden de sol dalen met weer een salvo. In heel Ierland heeft dit ingrijpen door de regeeringstroepen in de verkiezingscam pagne verbazing gewekt; men had algemeen gedacht, dat de autoriteiten de Valera onge hinderd zijn .verkiezingspropaganda zouden laten voeren, ofschoon, in den aanvang van het jaar de minister van binnenlandsche zaken van den Ierschen Vrijstaat reeds had le verstaan gegeven, dat er tegen de Valer, krachtdadig zou worden opgetreden. Men weet, dat de Valera eerst legen de Engelschen later tegen de Ieren, die zich met de Engelschen wilden verstaan tot een vergelijk, tot het uiterste heeft gestreden, en tenslotte enkel voor de overmacht is gs* zwicht. Werkelijk verzoend met den stand zooals die thans is geworden, is htf feitelijk nooit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 2